UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Medisch Sociale Wetenschappen Academiejaar BEHANDELMETHODEN EN HERVAL BIJ PATIENTEN MET EEN ALCOHOLPROBLEEM: Vergelijkende studie van 5 Vlaamse voorzieningen die ontwenningsbehandeling aanbieden. Scriptie voorgelegd tot het behalen van de graad van Licentiaat in de Medische Sociale Wetenschappen Promotor: Professor Jannes Door: KIM DE WEERD

2

3 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Medisch Sociale Wetenschappen Academiejaar BEHANDELMETHODEN EN HERVAL BIJ PATIENTEN MET EEN ALCOHOLPROBLEEM: Vergelijkende studie van 5 Vlaamse voorzieningen die ontwenningsbehandeling aanbieden. Scriptie voorgelegd tot het behalen van de graad van Licentiaat in de Medische Sociale Wetenschappen Promotor: Professor Jannes Door: KIM DE WEERD

4 INHOUDSTAFEL WOORD VOORAF 6 INLEIDING 7 Hoofdstuk I. Verklaringstheorieën omtrent verslaving Biologische verklaringsmodellen Dopaminerg/opioïderg systeem GABA-erg/glutamaterg systeem Serotonerg systeem Fysiologische systemen Psychologische verklaringsmodellen Leertheoretisch model Sociaal leren Operante conditionering Klassieke conditionering Sociaalcognitief model Cognitief gedragsmodel van Marlatt Cognitief werkmodel van afhankelijkheidsgedrag 20 Hoofdstuk II. Behandeling en behandelstrategieën Transtheoretisch model van gedragsverandering (Prochaska en Diclimente) Kortdurende interventies en motiverende gespreksvoering Operante technieken Cue-exposure therapie Cognitieve therapie Partnerrelatietherapie Farmacotherapie Groepsgedragstherapie 35 Hoofdstuk III. Therapeutische relatie en therapeutisch proces 36 Hoofdstuk IV. Gecontroleerd drinken versus abstinentie 37 Hoofdstuk V. Behandeling van verslaving in een bredere context 38 Hoofdstuk VI. Benchmark-project: herval na een ontwenningsbehandeling Inleiding Situering van het onderzoek Onderzoekssetting Methodologie Onderzoeksgroep Procedure Instrument Data-analyse Deelnemende voorzieningen Heilige Familie, afdeling De Vlonder Doelgroep Visie en doelstelling Structuur van de behandeling Houding ten opzichte van herval Houding ten opzichte van anticravingmiddelen Sint Jozef, ontwenningskliniek 45

5 Doelgroep Visie en doelstelling Structuur van de behandeling Houding ten opzichte van herval Houding ten opzichte van anticravingmiddelen Psychiatrisch Centrum Bethanië, afdeling Rozenbottel Doelgroep Visie en doelstelling Structuur van de behandeling Houding ten opzichte van herval Houding ten opzichte van anticravingmiddelen Sint-Camillus, afdeling Kasteel Doelgroep Visie en doelstelling Structuur van de behandeling Houding ten opzichte van herval Houding ten opzichte van anticravingmiddelen Campus Stuivenberg, ontwenningsafdeling X Doelgroep Visie en doelstelling Structuur van de behandeling Houding ten opzichte van herval Houding ten opzichte van anticravingmiddelen Resultaten Gegevens met betrekking tot bereikbaarheid en opname Bereikbaarheid Opnameduur Ontslagwijze Algemene informatie Leeftijd en geslacht Werksituatie Leefsituatie Sociale steun Dag- en vrijetijdsbesteding Heropname en verwijzende instanties Alcohol- en medicatiegebruik Elk alcoholgebruik Overmatig alcoholgebruik Medicatiegebruik Gebruik van illegale middelen Polydruggebruik Behandeling alcoholproblemen met ondersteunende medicatie Motieven voor gebruik Complicaties als gevolg van alcoholgebruik Actuele behandelingsgeschiedenis Soorten behandeling Abstinentie Nazorg Wat is er bijgebleven? Ernst alcoholproblematie 64 Behandelmethoden en herval bij patiënten met een alcoholprobleem 4

6 Ernst medicatieproblematiek Psychische en emotionele klachten Actuele behandelingsgeschiedenis Prevalentie en aard van de psychische klachten Ernst psychische en emotionele klachten Observaties interviewers Afsluitende vragen Discussie en conclusies Bereikbaarheid van patiënten Opnameduur en ontslagwijze Man-vrouwverschillen Leeftijdsverschillen Matschappelijke integratie Problematisch alcoholgebruik Problematisch medicatiegebruik Actuele behandelingsgeschiedenis Psychische problematiek Evaluatie van de bevraging en het gebruikte instrument 80 LITERATUURLIJST 82 Behandelmethoden en herval bij patiënten met een alcoholprobleem 5

7 WOORD VOORAF Als psychiatrisch verpleegkundige heeft de problematiek rond alcoholproblemen mij steeds geboeid. Met de diagnose alcoholafhankelijkheid ben ik op het werkveld regelmatig geconfronteerd omdat het, zoals men in de volksmond wel eens zegt, een kind is van de hedendaagse samenleving. Toen ik een keuze moest maken over welk onderwerp ik een scriptie zou maken heb ik dan ook niet lang moeten nadenken. Ik zou alle mensen willen bedanken die op één of andere manier hebben bijgedragen tot het tot stand komen van deze scriptie. Mijn dank gaat in de eerste plaats uit naar Professor Jannes, mijn promotor, die mij heeft bijgestaan bij het maken van dit werk en voor zijn kritische reflecties. Ook Caroline Jannes zou ik wil bedanken voor haar bijdrage aan deze scriptie. Ik denk ook aan de betrokken patiënten die hebben meegewerkt aan het onderzoeksproject. In het bijzonder wil ik nog Wouter Vanderplasschen bedanken voor zijn hulp bij de verwerking van de onderzoeksgegevens. Als laatste dank ik mijn ouders en vriend, zonder wiens geduld en aansporing dit werk niet volbracht had kunnen worden. Behandelmethoden en herval bij patiënten met een alcoholprobleem 6

8 INLEIDING Alcohol is het meest gebruikte, psychoactieve, riskante en verslavende genotmiddel. Het gebruik is, na een kleine daling in de jaren tachtig, sinds het midden van de jaren negentig weer licht aan het stijgen. Een groot deel van de mensen dat alcohol gebruikt, drinkt op een verantwoorde wijze. Dat wil zeggen niet te veel en niet in situaties waarin alcohol een gevaar vormt voor het functioneren van de betrokkene zelf of voor anderen. Toch is er een grote groep van mensen die problemen ondervindt door overmatig gebruik van alcohol. Uit eerder onderzoek is dan ook gebleken dat heel wat personen omwille van alcoholmisbruik of ermee gerelateerde problemen gebruik maken van het zorgaanbod specifiek voor de verslavingszorg (Vanderplasschen e.a., 2003). Behalve de cijfergegevens van de Vlaamse Registratie Middelenmisbruik (VRM) (Vandenbussche, 2001), is in ons land nauwelijks vergelijkbaar wetenschappelijk onderzoek beschikbaar met betrekking tot de (psychosociale) behandeling van alcoholverslaafden (Dom e.a., 2004). Evaluatieonderzoek ontbreekt op dit vlak nagenoeg volledig, ondanks de nood aan evidence-based practice (Broekaert e.a., 2002). Toch merken we dat in de internationale literatuur de afgelopen jaren heel wat studies gepubliceerd werden betreffende onderzoek naar de effectiviteit van allerlei medische behandelingen van alcoholafhankelijkheid, zoals behandeling met acamprosaat (Campral ) en disulfiram (antabuse ) (Ansoms e.a., 2000; Besson e.a., 1998). De effecten van residentiële, psychosociale behandelingen voor alcoholverslaafden werden in België echter nog nauwelijks bestudeerd. We kunnen hiervoor enkel terugvallen op één grootschalige studie in 51 gespecialiseerde centra waarbij de effecten van behandeling met acamprosaat werden bestudeerd en tevens rekening werd gehouden met de aard van de psychosociale interventie (Ansoms e.a., 2000). In het werk dat volgt hebben we geprobeerd en overzicht te geven van de verschillende verklaringstheorieën omtrent verslaving, met aandacht voor biologische, psychologische en sociaalcognitieve modellen. Verder wordt er stilgestaan bij de verschillende behandelstrategieën en hun effectiviteit. Met betrekking tot het vormen van een goede werkrelatie met patiënten met een alcoholprobleem kan gesteld worden dat het van groot belang is voor het welslagen van de behandeling, in dit werk gaan we hier verder op in. We staan ook stil bij de dualiteit rond gecontroleerd drinken versus abstinentie en de behandeling van verslaving gezien binnen een bredere context. Tenslotte omvat dit werk een onderzoeksproject rond het thema herval na een behandeling. Het onderzoeksrapport tracht een antwoord te formuleren op volgende onderzoeksvragen: Welke effecten blijken uit de internationale literatuur met betrekking tot de residentiële behandeling van alcoholverslaafden? Welke zijn de karakteristieken van patiënten die een residentiële behandeling starten omwille van alcohol- en/of medicatieafhankelijkheid? Welke zijn de effecten van het volgen van een residentieel behandelingsprogramma op vlak van een aantal levensgebieden? Wat zijn de hervalpercentages en mogelijke factoren die abstinentie bevorderen? Zijn er opvallende verschillen merkbaar tussen de verschillende deelnemende voorzieningen? Behandelmethoden en herval bij patiënten met een alcoholprobleem 7

9 Hoofdstuk I. Verklaringstheorieën omtrent verslaving Volgens van Dale, groot woordenboek der Nederlands taal betekent verslaving: Het verschijnsel dat iemand het gebruik van iets dat (op den duur) schadelijk voor hem is, niet meer kan laten synoniem: addictie, afhankelijkheid verslaving aan alcohol, drugs, geneesmiddelen, heroïne, verdovende middelen, Ook als tweede lid in samenstellingen als de volgende, waarin het eerste lid de verslavende stof of handeling noemt: alcoholverslaving, cocaïneverslaving, drugsverslaving, eetverslaving, geneesmiddelenverslaving, gokverslaving, heroïneverslaving, internetverslaving, morfineverslaving, rookverslaving, 1.1. Biologische verklaringsmodellen Verslaving heeft te maken met de specifieke eigenschappen van alcohol. Alcohol dringt snel tot de hersenen door, waar het verschillende effecten op neuronen heeft. Afhankelijk van de gedronken hoeveelheid heeft alcohol effecten zoals relaxatie, roes en euforie, die als positief bekrachtigend ervaren worden en effecten die als negatief bekrachtigend ervaren worden met angstdempende, verdovende en sederende gevolgen. De verschillende effecten worden veroorzaakt door aktivatie van verschillende neurochemische mechanismen die onder andere bepaald worden door de werking van specifieke neurotransmitters (Verheul e.a., 1999) Een aantal auteurs vermelden dat de volgende drie neurochemische systemen van groot belang lijken te zijn bij de bekrachtigende werking van alcohol en de craving naar alcohol: het dopaminerge/opioïderge, het GABA-erge/glutamaterge systeem en het serotonerge systeem Dopaminerg/opioïderg systeem Alcoholconsumptie leidt binnen het mesolimbische dopaminerge systeem tot dopamineafgifte in de nucleus accumbens. In deze kern bevinden zich dopaminereceptoren die een rol spelen bij ervaren van genot en de positief bekrachtigende effecten van alcohol. Blokkade van deze receptoren heeft verminderd gevoel van genot tot gevolg en een toename van dopamine in de nucleus accumbens gaat samen met een stemmingsverbetering. Tevens heeft alcohol invloed op het endogene opioïderge systeem. In dit systeem worden zogenaamde endorfinen aangemaakt. Deze lichaamseigen morfineachtige stoffen worden geacht beloningscentra op het niveau van het centrale zenuwstelsel te beïnvloeden en een belangrijke rol te spelen bij de instandhouding van het drinkgedrag. Door het drinken van alcohol stijgt de afgifte van endorfinen in de hersenen waardoor een algemeen gevoel van tevredenheid ontstaat. Het gevoel dat mensen ervaren tijdens het drinken van alcohol zorgt voor positieve bekrachtiging en stimuleert hen nog meer te drinken. Aangezien endorfinen belangrijk zijn voor het ervaren van genot zou de anhedonie (moeite om spontaan plezier te ervaren) die vaak bij alcoholverslaafden voorkomt, kunnen samenhangen met een endorfinetekort. Behandelmethoden en herval bij patiënten met een alcoholprobleem 8

10 Volgens de endorfine-compensatiehypothese van Volpicelli (1987) zou het gebruik van alcohol een tekort aan endorfinen kunnen compenseren. Personen met alcoholisme in de familiegeschiedenis zouden dit tekort vaker hebben en daarnaast hypersensitief reageren op de effecten van alcohol. Ook Verheul e.a. (1999) veronderstellen dat het dopaminerge/opioïderge systeem een belangrijke rol speelt bij de positief bekrachtigende effecten van alcohol en het ontstaan van reward craving. Dit zou te maken kunnen hebben met een tekort aan basale activiteit van deze systemen en/of overgevoeligheid van deze systemen voor de effecten van alcohol (al of niet ontstaan door chronisch alcoholgebruik in de vorm van sensitisatie) GABA-erg/glutamaterg systeem De GABA-neuronen, met als neurotransmitter gamma-aminaboterzuur (GABA) en de glutaminezuurneuronen, waartoe de neurotransmitter glutamaat behoort spelen volgens een aantal auteurs eveneens een belangrijke rol.. Deze twee neuronsystemen hebben een tegengestelde werking: het GABA-erge systeem werkt inhiberend op het centraal zenuwstelsel, terwijl het glutamaatsysteem exciterend werkt. Kortdurende blootstelling aan alcohol verhoogt de inhiberende werking van GABA en verlaagt de exciterende werking van glutamaat. Het gecombineerde effect hiervan is een afnemend aantal elektrische impulsen dat in de neuronen wordt opgewekt, zodat ook de activiteit van de hersenen en van de zenuwen wordt verminderd. Bij grotere hoeveelheden alcohol en/of chronisch gebruik past het lichaam zich aan door de activiteiten van het GABA-erge systeem te verminderen en de activiteiten van het glutamaterge systeem te verhogen. Als aanpassingsmechanisme worden de neuronen gemakkelijker prikkelbaar om het remmende effect van alcohol te neutraliseren. Dit verklaart de gewenning die zich ontwikkelt wanneer men gedurende langere tijd alcohol drinkt. Door de verlaging van de drempel voor de prikkelbaarheid passen de neuronen zich aan, zodat informatie terug meer overgedragen wordt, ondanks het remmende effect van alcohol. De hersenen functioneren daardoor min of meer normaal ondanks de aanwezigheid van alcohol, terwijl iemand die niet aan alcohol gewend is niet meer zou functioneren met deze hoeveelheid alcohol. De verlaging van de prikkelbaarheidsdrempel verklaart tevens de symptomen die volgen op alcoholonthouding. Wanneer het gebruik van alcohol wordt gestaakt verdwijnt het kalmerende effect en worden de neuronen overgevoelig voor prikkels veroorzaakt door het samenspel van een gereduceerde inhibitie via het GABA-receptorcomplex en een toegenomen excitatie via de neurotransmitter glutamaat. Verheul e.a. (1999) veronderstellen dat GABA-erge/glutamaterge disregulatie een belangrijke rol speelt bij het ontstaan van relief craving, onder andere op grond van de craving reducerende werking van de glutamaatantagonist acamprosaat. Deze vorm van craving wordt opgevat als een motivationele respons ter vermindering van onthoudingssymptomen, stress en negatieve gevoelens. In dit neurobiologische systeem wordt het belang van alcoholgebruik vooral gezien in het licht van de negatief bekrachtigende werking doordat het de sterke fysiologische en emotionele arousal tijdens de onthouding vermindert. De aanpassingen aan grote hoeveelheden alcohol herstellen wanneer het alcoholgebruik wordt gestaakt. Dit proces voltrekt zich echter langzaam en sommige effecten zijn na twaalf maanden van totale onthouding nog steeds aanwezig. Gedurende deze kritieke periode van alcoholontwenning ervaart men alcoholonthoudingsverschijnselen zoals intense zucht (craving), angsten, depressies en slapeloosheid die kunnen leiden tot terugval in alcoholgebruik. Behandelmethoden en herval bij patiënten met een alcoholprobleem 9

11 Serotonerg systeem Verschillende hersenonderzoeken laten zien dat er bij alcoholverslaafden vaak ook sprake is van disfunctie van het serotonerge systeem (Verheul e.a. 1999). Tevens blijkt dat het innemen van een selectieve serotonine-heropnameremmer (SSRI zoals fluoxetine) bij matig afhankelijke alcoholisten op korte termijn een vermindering van het alcoholgebruik tot gevolg heeft. Ook in dit geval zou sprake zijn van een vorm van zelfmedicatie waarbij de alcoholverslaafde door het gebruik van alcohol compenseert voor een (relatief) tekort aan serotonine. Onderzoek liet verder zien dat er bij alcoholgebruik sprake is van een bifasisch proces: in eerste instantie neemt het serotonineniveau bij alcoholgebruik toe waardoor de persoon zich beter gaat voelen, om vervolgens na enige tijd af te nemen tot beneden het normale niveau met als gevolg dat de persoon zich juist slechter gaat voelen. Dit zou de alcoholgebruiker ertoe aanzetten opnieuw te gaan drinken of door te gaan met drinken. Deze gegevens corresponderen met het vaker aangetoonde optreden van opponente processen bij het gebruik van psychoactieve stoffen (Solomon, 1980). Ontdekt werd dat de acute werking van een drug kan worden beschouwd als de som van een positief a-proces en een trager negatief b-proces, met als netto-effect eerst een affectieve positieve werking, gevolgd door een negatieve na-reactie. Bij het gebruik van alcohol ervaart de drinker in eerste instantie plezierige effecten (het positieve a-proces). Na enige tijd neemt dit a-effect af en zet het negatieve b-proces in, waarna een overwegend negatieve emotionele toestand ontstaat. Het fenomeen van de opponente processen is hierdoor medeverantwoordelijk voor het verschijnsel tolerantie: het effect van het a-proces zal op den duur steeds kleiner worden door de bufferende werking van de contrasterende b-processen. Tevens leert de drinker dat drinken de beste remedie is om de onplezierige consequenties van het b-proces tegen te gaan. Het is wel van belang te bedenken dat voorgaande onderzoeksbevindingen voornamelijk afkomstig zijn uit dierexperimenten en nog nauwelijks bij mensen zijn vastgesteld. Overigens nemen farmacologische behandelmethoden op basis van eerdergenoemde neurobiologische bevindingen een steeds prominentere plaats in bij de behandeling van alcoholproblematiek (zie farmacotherapie) Fysiologische systemen De bevindingen uit familieonderzoeken ondersteunen de stelling dat verslaving te maken heeft met genetische factoren. Zo blijkt dat kinderen met een aan alcohol verslaafde ouder ongeveer vier keer zoveel kans hebben zelf ook verslaafd te worden. Bij twee verslaafde ouders loopt deze kans nog hoger op. Diverse tweelingonderzoeken onder duizenden volwassenen en adolescenten hebben overtuigend aangetoond dat erfelijke aanleg een belangrijke rol speelt bij alcoholgebruik en -misbruik. Gegevens uit deze studies geven aan dat individuele verschillen in alcoholconsumptie voor een belangrijk deel door erfelijke aanleg worden bepaald en in iets mindere mate door gedeelde omgevingsinvloeden. Vele auteurs nemen aan dat er niet één gen voor alcoholisme is, maar dat veel verschillende genen een rol spelen (Van den Brink, 1995). Behandelmethoden en herval bij patiënten met een alcoholprobleem 10

12 Uit de literatuur komt verder naar voor dat het van belang is voor het risico op alcoholafhankelijkheid onderscheid te maken tussen twee typen alcoholisme: Type I komt bij mannen en vrouwen voor op latere leeftijd (na het 25 ste jaar), gaat vaker gepaard met negatieve emoties (depressie en angst) en vertoont kenmerken van de afhankelijke en ontwijkende persoonlijkheidsstoornis. Er is dikwijls een geleidelijke ontwikkeling van dagelijks drinken ter bestrijding van gevoelens van nietwelbevinden waarvoor vaak een externe oorzaak kan worden aangegeven. Type II komt vooral bij mannen voor, gaat gepaard met verslaving op jeugdige leeftijd (voor het 25 ste jaar begonnen) en wordt vaak vooraf gegaan door gedragsproblemen. Er is dikwijls een combinatie van familiair alcoholisme, drinken met vlagen en kenmerken van een cluster-b-persoonlijkheidsstoornis. Het verschil in de genetische component van deze twee globale typen alcoholisten is opmerkelijk: de vroege-leeftijdsvorm is voor driekwart genetisch, terwijl de late-leeftijdsvorm voor slechts dertig procent genetisch bepaald is.(wiers, 1999) Wat betreft de genetische factoren die een rol spelen bij het ontstaan van alcoholisme kunnen we onderscheid maken tussen algemene en alcoholspecifieke factoren. De (deels) genetisch bepaalde factoren die een risico vormen voor verslaving in het algemeen, worden veelal in verband gebracht met temperamentkenmerken, gebrekkige gedragscontrole (impulsiviteit) en gedragsproblemen (hyperactiviteit, waarbij echter omgevingsfactoren ook een cruciale rol spelen). Genoemde eigenschappen worden vaak al vroeg in de jeugd aangetroffen bij de eerder genoemde type-ii-personen. Alcoholspecifieke genetische factoren hebben te maken met de reactie die mensen vertonen op het gebruik van alcohol. Een voorbeeld van een alcoholspecifieke genetische factor is de bevinding dat veel Aziaten slecht tegen alcohol kunnen doordat ze een enzym missen dat belangrijk is voor de afbraak van alcohol in de lever, zodat ze zich na een lage dosis alcohol al snel beroerd voelen. Dit blijkt een belangrijke beschermende factor te zijn tegen alcoholisme. De specifieke risicovolle reactie op alcoholgebruik, die waarschijnlijk voor een belangrijk deel genetisch bepaald is, kan tweeledig zijn: het sterker ervaren van de directe positieve effecten en het minder ervaren van de latere negatieve effecten. Er zijn aanwijzingen dat kinderen van alcoholisten de snelle positieve reactie van alcohol relatief sterk ervaren en dat ze relatief weinig last hebben van de langzame negatieve gevolgen. Vooral deze laatste factor van de atypische reactie op alcohol blijkt een belangrijke voorspeller te zijn van later alcoholisme. In het voorgaande is duidelijk geworden dat het risico voor alcoholafhankelijkheid deels genetisch wordt bepaald. Hieruit mag echter niet de conclusie worden getrokken dat personen met een genetische kwetsbaarheid vrijwel zeker op jonge leeftijd een afhankelijkheidsprobleem zullen ontwikkelen. Voor alcoholmisbruik- en verslaving is ook een duidelijke omgevingscomponent van belang, namelijk de blootstelling aan alcohol. Iemand met een erfelijke aanleg voor alcoholisme kan alleen een probleemdrinker worden als hij een overmatige hoeveelheid alcohol gebruikt. Hierbij speelt niet alleen de feitelijke beschikbaarheid van alcohol een rol, maar ook de aanwezige alcoholverwachtingen van de persoon, die tot stand komen in voortdurende wisselwerking tussen individu en omgeving. Alcoholverwachtingen blijken krachtige voorspellers van alcoholgebruik en misbruik. Jonge kinderen van alcoholisten hebben aanvankelijk negatievere alcoholverwachtingen dan andere kinderen, vanwege het slechte voorbeeld van hun ouders. Als ze eenmaal zelf gaan drinken ontwikkelen ze juist positievere verwachtingen dan gemiddeld, wat gerelateerd is aan eerdergenoemde atypische reactie op alcohol. Behandelmethoden en herval bij patiënten met een alcoholprobleem 11

13 Een uitgewerkte theorie wordt gegeven in het compensatoire responsmodel van Siegel (cf. figuur 1). Vanuit het gegeven dat het menselijk lichaam gebaat is bij een zo stabiel mogelijk intern milieu zijn er tal van adaptieve fysiologische processen die zorgen voor een optimale homeostase. De inname van alcohol betekent een forse verstoring van dit delicate evenwicht en zet het lichaam dan ook aan tot het in gang zetten van tegengestelde processen zodat het effect van het middel tenietgedaan wordt (compensatie-effect). Zo is bekend dat het drinken van alcohol tot gevolg heeft dat de kerntemperatuur van het lichaam daalt en de oppervlaktetemperatuur stijgt. Het lichaam zal vervolgens deze verstoring van de homeostase ongedaan maken (compenseren) door de kerntemperatuur te laten stijgen. De in gang gezette tegengestelde processen, die na intoxicatie het interne evenwicht dienen te herstellen, zorgen ervoor dat het effect van de alcohol op den duur kleiner wordt. Dit verklaart het verschijnsel van tolerantie: het effect van alcohol wordt steeds geringer naarmate het gebruik ervan toeneemt, men heeft steeds meer alcohol nodig om hetzelfde effect te bekomen. Dus: waar alcohol als effect een daling van de kerntemperatuur laat zien, zal na enige tijd koppeling van glas en alcoholinname, het zien van het glas alleen al een compensatoire stijging van de kerntemperatuur teweegbrengen. Naast een stijging van de kerntemperatuur wordt cue-reactiviteit gekarakteriseerd door een daling van de huidtemperatuur, een verhoging van de hartslag en een verhoging van de huidgeleiding. Deze compensatoire responsen worden door de persoon subjectief als craving beleefd en lijken in veel gevallen op de vaak genoemde ontwenningsverschijnselen. Figuur 1: het compensatoire responsmodel van Siegel Alcohol Glas + alcohol Glas kerntemperatuurdaling kerntemperatuurdaling kerntemperatuurstijging Craving: de subjectieve beleving van de anticipatieve compensatoire respons Craving zal optreden bij blootstelling aan cues die alcoholinname voorspellen. Niet alleen externe cues, zoals het zien, ruiken en aanraken van het middel zijn in staat de compensatoire respons op te roepen, maar ook interne cues blijken door langdurige koppeling met alcoholinname goede voorspellers van het gebruik en daarmee robuuste uitlokkers van craving, zoals bijvoorbeeld gevoelens van verdriet, angst en eenzaamheid. Hoe sterker het verband tussen cue en alcohol, des te sterker de craving (Jansen & Van den Hout, 1989). Empirisch onderzoek geeft sterke ondersteuning voor het compensatoire responsmodel, maar niet in alle opzichten (Glautier & Remmington, 1995). Zo blijken niet alle geconditioneerde responsen tegengesteld te zijn aan de oorspronkelijke drugrespons, maar juist gelijkgericht. Een aanvullende verklaring voor dit fenomeen wordt gevonden bij het geconditioneerde motivatiemodel van Stewart, De Wit en Eikelboom (1984). In dit model worden verslavingsgedrag en terugval verklaard vanuit het gegeven dat alcohol en drugs vooral gebruikt worden vanwege hun positief bekrachtigende waarde, in de zin dat ze een positieve affectieve toestand opleveren. Behandelmethoden en herval bij patiënten met een alcoholprobleem 12

14 Ook Marlatt en Gordon (1985; Marlatt, 1990) benadrukken in hun positieve verwachtingenmodel dat craving opgeroepen wordt door bepaalde stimuli, die eerder geassocieerd werden met positieve effecten. Craving laat zich in dit model omschrijven als de wens om die positieve consequenties ook daadwerkelijk te beleven. Door persoonlijke ervaringen of observaties verwacht de persoon dat alcohol op een bepaalde manier werkt en een specifiek positief gevoel veroorzaakt. Deze verwachtingen bevatten zowel informatieve als motivationele componenten en geven zodoende richting aan het toekomstige gedrag. Zo zal de abstinente alcoholist die langs zijn stamkroeg loopt last krijgen van craving doordat de kroegstimuli verwachtingen bij hem oproepen over de positieve effecten van het drinken van alcohol (bijvoorbeeld plezier of ontspanning). Of er in een hoog-risicosituatie, bij confrontatie met alcoholgerelateerde cues, een terugval plaatsvindt, is afhankelijk van de door de verslaafde ervaren self-efficacy, zijnde zijn geloof in de eigen mogelijkheden om alcoholgebruik in deze situatie te voorkomen. Craving en self-efficacy zijn volgens Marlatt tegengesteld aan elkaar gerelateerd. Bij sterke craving worden de copingvaardigheden zwaar op de proef gesteld en zal het geloof in eigen kunnen in eerste instantie laag zijn. Als vervolgens met deze risicosituatie op een effectieve manier is omgegaan en de craving is verminderd dan zal de self-efficacy toenemen en daarmee de kans op terugval kleiner worden Psychologische verklaringsmodellen Leertheoretisch model Vanuit het leertheoretische model wordt verslaving opgevat als een (sociaal) aangeleerd en functioneel gedragspatroon dat onder invloed staat van operante en klassieke conditionering Sociaal leren Sociaal leren is een vorm van leren waarbij gedrag en opvattingen over gedrag overgenomen worden uit de sociale omgeving via een proces van socialisatie. Het gebruik van alcohol is een vorm van sociaal gedrag en is voor het merendeel van de (westerse) bevolking een geïntegreerde vorm van gedrag in de sociale omgang. Er blijken grote etnische en (sub)culturele verschillen te bestaan bij het gebruik van alcohol en de daaraan gerelateerde problemen. Zo heeft binnen de joodse gemeenschap het strikte stelsel van normen en opvattingen ten aanzien van alcoholgebruik een matigend effect op het feitelijke gebruik van alcohol. Binnen één cultuur zijn eveneens verschillen in drinkgewoonten te vinden onder andere gekoppeld aan de leeftijdsfase waarin iemand verkeert. Het drinken van alcohol onder adolescenten heeft bijvoorbeeld als positieve sociale functie het verwerven van een volwassenenrol en het sociaal integreren. In de meeste Westerse landen is het normatief om alcohol te gaan drinken tijdens de adolescentie en worden er negatieve relaties gelegd met het niet-drinken. Bij bepaalde groepen jongeren kan een sterk gebiedende norm bestaan waarbij excessief drinken een voorwaarde is voor lidmaatschap van zo n groep. Van zulke groepen kan een sterke sociale druk uitgaan om (excessief) te drinken. Het is duidelijk dat leeftijdsgenoten een belangrijke rol spelen bij het ontwikkelen van gebruik en misbruik van middelen. Die invloed verloopt onder meer via selectieprocessen (het kiezen van vrienden op grond van overeenkomstige ideeën en gedragingen), waarbij ook genetische factoren van belang zijn. De opvoedingssituatie blijkt eveneens een niet onaanzienlijke factor te zijn bij de ontwikkeling van alcoholproblemen. Dat chronisch excessief alcoholgebruik vaker voorkomt in gezinnen waarin de ouders, of één van hen, excessief drinken, is niet alleen door een genetische factor te verklaren. Behandelmethoden en herval bij patiënten met een alcoholprobleem 13

15 Het voorbeeldgedrag en de opvattingen (waarden en normen) omtrent alcohol en alcoholgebruik van de opvoeders blijken hierbij van evident belang. Daarnaast blijkt dat de aanwezigheid van één of meer verslaafde ouders in een gezin een duidelijk aantoonbare negatieve invloed heeft op de ouder-kindrelaties (Van der Stel en Van der Keuken, 1992) Operante conditionering Binnen het operante-conditioneringsparadigma kunnen de effecten van alcohol en de betekenis van het gebruik beschouwd worden als een bekrachtiger die volgt op het gebruiksgedrag dat is voorafgegaan. De bekrachtigende werking kan gelegen zijn in de rituele betekenis van het gebruik (met name in de eerste fase van het leerproces), in het stimulerende of dempende effect, in de vermijding van onlustgevoelens (somberheid, spanning, angst en pijn) en in latere fasen in de bevrediging van drankzucht, veroorzaakt door het chronisch gebruik van de drank zelf. Vaak gaat het bij alcoholgebruik zowel om het verkrijgen van positieve als het wegnemen van negatieve stimuli. Een voorbeeld van het eerste is drinken op een feestje om te kunnen genieten van de lekkere smaak van het alcoholische drankje of om in een lichte roes te komen. Een voorbeeld van het tweede is drinken op een feestje om gevoelens van angst en spanning te verdoven en zo gemakkelijker te kunnen praten en vrijer te bewegen. Het veranderde gedrag en de veranderde emotionele toestand zijn hier de (positieve respectievelijk negatieve) bekrachtiger voor het drinken van alcohol. De effecten van alcohol werken dus als bekrachtiging voor het gebruiksgedrag en zullen de kans op het optreden van dit gedrag vergroten. Deze benadering maakt duidelijk dat alcoholgebruik functioneel kan zijn wanneer de effecten van alcohol een behoefte vervullen en dus van belang zijn voor de persoon. Het excessieve drinken van jongeren heeft vaak de rituele betekenis van erbij horen of iets betekenen. Later kan het excessieve drankgebruik dienen om probleemervaringen te vermijden. De eerste die een samenhangend leertheoretisch model formuleert over het ontstaan van alcoholisme is Miller (1976). Hij beschrijft de functionele samenhang tussen een aantal antecedente en consequente condities en excessief drinken (cf. figuur 2). De antecedenten groepeert hij in sociale, situatieve, cognitieve, fysiologische en emotionele condities. Elk van deze antecedenten of elke combinatie ervan kan voorafgaan aan drinken. Hiermee benadrukt hij het belang van de omgeving in de zin dat drinkgedrag van anderen, de feitelijke aanwezigheid van alcohol en andere alcoholgerelateerde prikkels een uitlokkende invloed uitoefenen op het drinkgedrag van iemand. De ervaring van de positieve gevolgen na excessief alcoholgebruik maakt de kans groter dat zo iemand in een vergelijkbare situatie weer veel gaat drinken. Via een proces van stimulusgeneralisatie zal het drinken vervolgens in steeds meer situaties plaatsvinden. Door een toenemende tolerantie zal per situatie steeds meer alcohol nodig zijn om het beoogde effect te verkrijgen en tevens zal het vermijden van optredende onthoudingsverschijnselen aanleiding zijn om frequent en excessief te blijven drinken. Behandelmethoden en herval bij patiënten met een alcoholprobleem 14

16 Figuur 2: functionele samenhang tussen een aantal antecedente en consequente condities en excessief drinken Stimuli Respons Consequenties Sociaal meer spontaan bv een agressieve baas gedrag en Situationeel assertiviteit bv een drankadvertentie Cognitief R+ positieve fysiobv ik heb mijn leven verknoeid logische effecten Fysiologisch excessief bv onthoudingsverschijnselen drinken afname van Emotioneel aversieve, sociale, bv angst cognitieve, fysiologische of R- emotionele stimuli Het operante-conditioneringsparadigma heeft veel gedragsexperimenten gegenereerd en leidde onder andere tot de formulering van de spanningsreductie-hypothese: alcoholisten zouden drinken om spanning en angst te reduceren, waardoor het drinken van alcohol het kenmerk krijgt van vermijdingsgedrag. Het drinken van alcohol leidt echter soms tot meer angst, soms tot minder angst en soms tot geen verandering in het angstniveau van sociale drinkers en alcoholisten (Wilson, 1988). De bevindingen uit wetenschappelijk onderzoek blijken inconsistent te zijn en het merendeel van de resultaten spreekt de spanningsreductiehypothese tegen (Jansen, Merckelbach en Van den Hout, 1992). Hierbij dient echter opgemerkt te worden dat juist de ervaring van het wisselend optreden van angstreductie na de consumptie van alcohol leidt tot intermitterende bekrachtiging van het gebruik van alcohol, waardoor uitdoving van het gedrag moeilijker wordt. Hoewel het operante-conditioneringsmodel een belangrijke verklaring geeft voor het ontstaan en de instandhouding van verslavingsgedrag houdt het te weinig rekening met cognitief beïnvloedende factoren, die een belangrijke rol spelen in de relatie tussen de effecten van alcohol en het drinkgedrag. Zo blijken de verwachtingen die de persoon heeft over de effecten van alcohol van grotere invloed te zijn op het drinkgedrag dan de fysiologische effecten van ethanol. Het leren door de waarneming van consequenties van gedrag dient opgevat te worden als een cognitief proces, waarbij bekrachtiging een motivationele en informatieve functie heeft. Het operante model is ook niet in staat te verklaren waarom excessieve drinkers niet, of slechts met de grootste moeite, hun disfunctionele drinkgewoonte kunnen staken. Disfunctioneel in de zin dat zijzelf overduidelijk vaststellen dat hun drinkgewoonte schadelijk is en dat zij niet langer prijs stellen op de verwachte positieve effecten van het drinkgedrag. Het klassieke-conditioneringsparadigma levert een belangrijke bijdrage voor de verklaring van dit fenomeen. Behandelmethoden en herval bij patiënten met een alcoholprobleem 15

17 Klassieke conditionering In het begin van een verslavingscarrière speelt vooral operante conditionering een belangrijke rol en is het drinken van alcohol op te vatten als functioneel gedrag dat onder interne controle staat. In de loop der tijd wordt het belang van klassieke conditionering echter steeds groter en wordt gebruiksgedrag steeds meer autonoom gedrag, dat niet zonder meer onder de bewuste controle valt te brengen. Met het model van klassieke conditionering is een goede verklaring te geven voor de instandhouding van het verslavingsgedrag ondanks toenemende negatieve consequenties. De aanwezigheid van craving (heftig verlangen, zucht of trek) ook na langdurige abstinentie en de hiermee vaak samenhangende terugval in excessief alcoholgebruik spelen een belangrijke rol. Ter verklaring van craving worden er in de literatuur verschillende leertheoretische modellen aangedragen (Van Broekhoven, 1998). Dit zijn achtereenvolgens het geconditioneerdeonthoudingssyndroom van Ludwig en Wikler (1974), het model van de anticipatieve compensatoire responsen (opponent process theory) ontwikkeld door Siegel (1983) en als laatste het geconditioneerde-(drugagonistische) motivatiemodel van Stewart, De Wit en Eikelboom (1984). Ludwig en Wikler (1974) verklaarden terugval in alcoholgebruik vanuit het geconditioneerdeonthoudingssyndroom volgens de principes van de klassieke conditioneringtheorie. Zij gebruikten de theoretische concepten om meer inzicht te verschaffen in het onderliggende mechanisme van verslavingsgedrag. Het onderbreken van excessief gebruik van alcohol leidt tot subjectief ervaren en ook objectief meetbare lichamelijke veranderingen die bekend staan als het onthoudingssyndroom. Bepaalde situaties en prikkels (cues) die regelmatig voorkomen bij een daling in de bloed-alcoholconcentratie, die op zijn beurt tot onthoudingsverschijnselen leidt, worden op den duur zelf geconditioneerde prikkels die geconditioneerde onthoudingsverschijnselen uitlokken. De craving die hiervan het gevolg is wordt door het gebruik van alcohol of drugs verminderd, waardoor er negatieve bekrachtiging van het verslavingsgedrag plaatsvindt. Volgens de theorie van het geconditioneerde-onthoudingssyndroom zal een abstinente alcoholverslaafde, die geconfronteerd wordt met een situatie waarin hij vroeger vaak ontwenningsverschijnselen had, opnieuw deze verschijnselen ervaren en een sterke behoefte (craving) voelen om deze aversieve gevoelens te verdrijven door alcoholgebruik. De stimuli die geconditioneerde onthoudingsverschijnselen teweeg kunnen brengen kunnen verdeeld worden in interne en externe stimuli: Interne stimuli kunnen bestaan uit neurofysiologische veranderingen ten gevolge van de effecten van het alcoholgebruik: emoties zoals angst, boosheid of verdriet en cognities die vaak zijn vooraf gegaan aan het alcoholgebruik. Externe stimuli zijn prikkels die van buitenaf komen en die geassocieerd worden met de situatie waarin drankgebruik veelal plaatsvond. Zo kan het zien van de stamkroeg of de ontmoeting met een vriend met wie vaak gedronken werd een cue worden die een geconditioneerd-onthoudingssyndroom in gang zet. In meer recente verslavingsmodellen wordt verondersteld dat craving niet zozeer wordt uitgelokt door prikkels die gekoppeld waren aan onthoudingsverschijnselen, maar door cues die gekoppeld zijn aan het alcoholgebruik zelf. Behandelmethoden en herval bij patiënten met een alcoholprobleem 16

18 Aangezien het consumeren van alcohol meestal in een vaste omgeving plaatsvindt en er vaste rituelen aan vooraf gaan wordt de inname van alcohol voorspeld door de aanwezigheid van bepaalde prikkels. Het organisme leert via klassieke conditionering dat het optreden van een stimulus, bijvoorbeeld het zien van een glas bier, een voorspeller is voor de ongeconditioneerde stimulus: de inname van alcohol. Deze cue bewerkstelligt de voorbereidende compensatoire responsen. Deze responsen compenseren anticiperend voor de originele effecten van de alcohol zodat het netto-effect van alcohol minder wordt. Daardoor is er een steeds grotere hoeveelheid alcohol nodig om tot de gewenste effecten te komen (tolerantie). Door Verheul e.a. (1999) werd een psychobiologisch model van craving gelanceerd waarin de rol van individuele verschillen in affectregulatie of persoonlijkheidsstijl (psychologische component) gekoppeld wordt aan conditioneerbaarheid en gevoeligheid voor de effecten van alcohol en de daaraan gerelateerde disregulatie van neurobiologische systemen (biologische component). In dit psychobiologische model (waarvoor nog geen wetenschappelijke evidentie bestaat) worden drie vormen van craving beschreven: Reward craving of het verlangen naar de belonende, stimulerende en/of versterkende effecten van alcohol zou het resultaat zijn van óf een dopamine/opioïde disregulatie óf een persoonlijkheidsstijl gekarakteriseerd door sensatie zoeken, hedonisme en gevoeligheid voor positieve reinforcement (reward seeking) óf een combinatie van beide. Relief craving of het verlangen naar verlichting van spanning die een gevolg zou zijn van óf een GABA-/glutamine disregulatie óf een persoonlijkheidsstijl gekarakteriseerd door stressreactiviteit (algehele overgevoeligheid voor angst en spanning, gevoeligheid voor negatieve reinforcement) óf een combinatie van beide. Obsessive craving gedefinieerd als een tekort aan controle over gedachten over het drinken van alcohol die het gevolg zou zijn van óf een serotoninetekort óf een persoonlijkheidsstijl gekarakteriseerd door disinhibitie en tekort aan impulscontrole óf een combinatie van beide. In dit zogenoemde driewegsmodel van craving wordt de nadruk vooral gelegd op de beschrijving van de biologische en psychologische componenten van craving en wordt voorzichtig aangenomen dat klassieke conditionering als onderliggend verklaringsmodel kan fungeren. Hoewel de exacte rol van klassieke conditionering bij het fenomeen craving nog niet geheel bekend is bestaat er algemene consensus dat dit paradigma van groot belang is bij het begrijpen en het verklaren van verslavingsgedrag (Carter &Tiffany, 1999). Het klassiekeconditioneringsparadigma heeft verder belangrijke klinische implicaties in de zin dat het de theoretische ondersteuning biedt voor de toepassing van cue-exposure therapie: de systematische blootstelling aan relevante cues zonder daadwerkelijk gebruik zal uiteindelijk tot vermindering van craving leiden. Behandelmethoden en herval bij patiënten met een alcoholprobleem 17

19 Sociaalcognitief model Dat cognitieve factoren een belangrijke rol spelen in het verslavingsproces is reeds lang bekend. Met name verwachtingseffecten spelen een cruciale beïnvloedende rol bij het ontstaan, toenemen en instandhouden van excessief alcoholgebruik. Bij jongeren bestaan al verwachtingen over de effecten van alcohol nog voor ze daadwerkelijk zelf ervaring hebben opgedaan met het drinken ervan. Door het observeren van alcoholgebruik in hun directe omgeving en door mondelinge en vooral visuele overdracht van de effecten van het drinken van alcohol (bijvoorbeeld reclame, films) leren jongeren via modeling (herhaling van gedrag waardoor het gedragspatroon ingeslepen raakt bij de persoon) wat ze kunnen verwachten van toekomstig alcoholgebruik. Wetenschappelijk onderzoek laat verder zien dat verwachtingen omtrent de effecten van alcohol het feitelijk drinkgedrag (craving en werkelijke consumptie) en het daarmee samenhangende sociale gedrag sterker beïnvloeden dan de fysiologische effecten van alcohol. Proefpersonen drinken meer, reageren agressiever, zijn seksueel responsiever en vertonen minder angst als ze denken alcohol te drinken, los van het feit of er nu werkelijk alcohol gedronken wordt (Jansen e.a., 1992). Een belangwekkend experiment dat model heeft gestaan voor veel onderzoeken naar cognitieve processen bij verslaafden is uitgevoerd door Marlatt e.a. (1973) (cf. figuur 3). In dit experiment werden 32 mannelijke alcoholisten en 32 mannelijke sociale drinkers uitgenodigd deel te nemen aan een smaakbeoordelingstest. De proefpersonen moesten aan de hand van een lijstje de smaak beoordelen van drie verschillende drankjes. De glazen drank waren gevuld met tonic of een mengsel van tonic en wodka (in de verhouding 5:1). Aangezien wodka relatief gezien een vrij smaakloze alcoholische drank is kunnen zelfs geoefende drinkers niet onderscheiden of een glas met bovenstaand mengsel al of niet alcohol bevat. De proefpersonen verkeerden in de veronderstelling dat het ging om een smaaktest en wisten niet dat er achteraf gemeten zou worden hoeveel er gedronken werd. Beide groepen werden verdeeld over vier condities: een groep die alcohol kreeg en te horen kreeg dat de drankjes alcohol bevatten, een groep die in werkelijkheid alcohol kreeg maar waaraan verteld werd dat de drankjes geen alcohol bevatten, een groep die in werkelijkheid geen alcohol kreeg maar wel in de veronderstelling werden gebracht dat de drankjes alcohol bevatten en een groep die geen alcohol kreeg en waaraan verteld werd dat de drankjes geen alcohol bevatten. Figuur 3: experiment omtrent cognitieve processen bij verslaafden door Marlatt e.a. Consumptie van alcohol: hoe meer kruisjes, hoe meer er gedronken werd Instructie Alcohol XX XX Geen alcohol X X Alcohol Geen alcohol werkelijke inhoud Hoewel alcoholisten als groep meer dronken dan de groep sociale drinkers bleek de enige bepalende factor voor de hoeveelheid die gedronken werd de instructie te zijn. Als door de gegeven instructie de verwachting gewekt was dat er alcohol gedronken werd, dan leidde dit tot een aanzienlijk hogere consumptie dan wanneer de proefpersonen in de veronderstelling waren dat er geen alcohol gedronken werd. De werkelijke hoeveelheid die geconsumeerd werd had geen enkele invloed op het drinkgedrag van de proefpersonen. Behandelmethoden en herval bij patiënten met een alcoholprobleem 18

20 Dus: niet de werkelijke inhoud, maar wel verwachtingen over de inhoud bepalen hoeveel er gedronken wordt. Dat alcoholverwachtingen (de verwachte positieve en negatieve effecten van het drinken van alcohol) tot de belangrijkste voorspellers behoren van alcoholgebruik en misbruik blijk uit de resultaten van verschillende studies, waarbij men onafhankelijk van de methode van 25 tot 50 procent verklaarde variantie vond. Alcoholverwachtingen voorspellen bij adolescenten niet alleen het moment waarop ze gaan drinken, maar ook het feitelijke drankgebruik op langere termijn (Wiers, 1999) Cognitief gedragsmodel van Marlatt Marlatt en Gordon (1985;Marlatt, 1990) geven vanuit een sociaalcognitieve theorie een verklaring voor craving en terugval, waarbij specifieke denkpatronen van verslaafden van groot belang zijn. Met behulp van de begrippen outcome expectancies (de verwachtingen die iemand heeft over de gevolgen van zijn gedrag) en self-efficacy (het vertrouwen dat iemand heeft om in een potentieel stressvolle situatie succesvol te handelen) wordt inzichtelijk gemaakt dat verslavingsgedrag niet alleen ontstaat en in stand wordt gehouden door operante en klassieke conditionering maar ook door cognitieve processen. Vanuit het cognitief-gedragsmodel van terugval hebben Marlatt en Gordon verschillende interventies ontwikkeld die bekend zijn geworden als terugvalpreventie. In dit model is het fenomeen van terugval in alcoholgebruik te verklaren uit een cognitief proces van gedragskeuzes. Vanuit een situatie van abstinentie komt de persoon door schijnbaar irrelevante beslissingen (bijvoorbeeld alcohol in huis hebben voor gasten) en een bepaalde levensstijl in een hoog-risicosituatie terecht. In zo een persoonspecifieke situatie is het risico om terug te vallen groter dan normaal en het hangt ervan af of de persoon een adequate copingstrategie tot zijn beschikking heeft om goed met deze situatie om te gaan. Als het lukt om op een andere wijze dan door drankgebruik deze situatie het hoofd te bieden, dan zal de ervaren self-efficacy toenemen en de kans op toekomstige terugval in alcoholgebruik afnemen. Indien de persoon in de hoog-risicosituatie echter het gevoel heeft weinig controle te hebben en geringe zelfredzaamheid ervaart, dan zullen de verwachtingen van de positieve effecten van drank (outcome expectancies) het risico op daadwerkelijk gebruik doen toenemen. Ook de reactie op het eerste alcoholgebruik krijgt binnen dit model aandacht en wordt omschreven als abstinence violation effect (AVE). Hiermee wordt de cognitieve reactie bedoeld direct volgend op het eerste gebruik, vaak in de vorm van begin verloren, alles verloren. Bij het AVE spelen cognitieve dissonantie en zelfattributie een belangrijke rol. De hieruit voortkomende schuld-en schaamtegevoelens maken de kans op een volledige terugval in alcoholgebruik groter. Behandelmethoden en herval bij patiënten met een alcoholprobleem 19

J.J. Schijf, GZ psycholoog Brijder Verslavingszorg jaap. schijf@brijder.nl

J.J. Schijf, GZ psycholoog Brijder Verslavingszorg jaap. schijf@brijder.nl J.J. Schijf, GZ psycholoog Brijder Verslavingszorg jaap. schijf@brijder.nl Waar gaan we het over hebben? Samen gaan Mechanismen misbruik Consequenties voor bejegening Schadelijke Gevolgen Middelen Kalant,

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Experimentele psychopathologie Op zoek naar de psychologische processen die een rol spelen bij het ontstaan, in stand houden en terugval van psychopathologie

Nadere informatie

Verslaving apart? Dubbele diagnostiek als standaardbehandeling. dr. C.A. Loth

Verslaving apart? Dubbele diagnostiek als standaardbehandeling. dr. C.A. Loth Verslaving apart? Dubbele diagnostiek als standaardbehandeling in de GGz dr. C.A. Loth Cijfers 1,2 miljoen alcoholisten/problematische drinkers 1,8 miljoen dagelijkse gebruikers benzo s, 22 % gebruikt

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik

Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik Informatie voor mensen die hun probleem willen aanpakken 2 Kortdurende motiverende interventie en cognitieve gedragstherapie Een effectieve behandeling

Nadere informatie

De Obsessief-Compulsieve stoornis: behandeling in de praktijk. 2013 Universitair Ziekenhuis Gent

De Obsessief-Compulsieve stoornis: behandeling in de praktijk. 2013 Universitair Ziekenhuis Gent De Obsessief-Compulsieve stoornis: behandeling in de praktijk Dr. Leyman Lemke Deswarte Annelies 2013 Universitair Ziekenhuis Gent Inhoud workshop Kapstok: Het neurotische lussenmodel (NLM) (R. Schacht

Nadere informatie

MIDDELENMISBRUIK + angststoornissen depressie

MIDDELENMISBRUIK + angststoornissen depressie MIDDELENMISBRUIK + angststoornissen depressie Enkele cijfers 17,9 % van de patiënten met een angststoornis lijdt aan een alcoholverslaving 19,4% van de alcoholverslaafden heeft een angststoornis (Addiction

Nadere informatie

Vroegsignalering alcoholgebruik op de Spoedeisende hulp

Vroegsignalering alcoholgebruik op de Spoedeisende hulp Vroegsignalering alcoholgebruik op de Spoedeisende hulp Samenwerking tussen algemeen ziekenhuis en GGZ Roxanne Izendooren Projectleider Vroegsignalering alcoholgebruik 23 april 2012 Opdracht: Vragenlijst

Nadere informatie

Ellen Vedel Maarten Merkx

Ellen Vedel Maarten Merkx Ellen Vedel Maarten Merkx Jellinek, Arkin ZZP VGCt, 12 april 2013 A) Onthouding, terugval en craving B) Tolerantie, onthouding en controleverlies C) Euforisch effect, craving en controleverlies D) Euforisch

Nadere informatie

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Achtergronden. De verslaving. Controleverlies

Achtergronden. De verslaving. Controleverlies Achtergronden We beschouwen verslaving vandaag als een ziekte. Door veranderingen in de hersenen zijn verslaafden niet goed in staat om hun innamegedrag onder controle te houden. Een verslaafde drinker

Nadere informatie

SAMENVATTING Schadelijk gebruik van alcohol staat wereldwijd in de top vijf van risicofactoren die tot ziekte, arbeidsongeschiktheid of overlijden kunnen leiden. Het alcoholgebruik is stabiel of neemt

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

1 Wat is er met me aan de hand? 11

1 Wat is er met me aan de hand? 11 Leven met een alcoholprobleem 07-03-06 09:25 Pagina 7 Inhoud Voorwoord 1 Wat is er met me aan de hand? 11 Typerend beeld van de kwaal 11 Symptomen 12 Vroege en late symptomen 14 Diagnostiek 14 Een paar

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Alcohol en drugs. Wat zien we binnen de huisartsenvoorziening? Hersenschade 21-11-2013. Verbinding maken. met datgene wat onbesproken blijft

Alcohol en drugs. Wat zien we binnen de huisartsenvoorziening? Hersenschade 21-11-2013. Verbinding maken. met datgene wat onbesproken blijft Verbinding maken. met datgene wat onbesproken blijft Alcohol en drugs Waar denken we aan? Nadine Mouchart, MSc Medewerker Verslavingspreventie Wat zien we binnen de huisartsenvoorziening? En wat missen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

Wat zijn typische kenmerken van verslaving (DSM-5)? Sterk verlangen om het middel te gebruiken. Al mislukte pogingen om te stoppen of te minderen

Wat zijn typische kenmerken van verslaving (DSM-5)? Sterk verlangen om het middel te gebruiken. Al mislukte pogingen om te stoppen of te minderen VERSLAVING Inhoud Kenmerken verslaving Waarom eens verslaafd moeilijk om te stoppen? Fasen van verandering Behandelvisie Tips voor de omgeving Stel gerust vragen! Wat zijn typische kenmerken van verslaving

Nadere informatie

De trekthermometer. Carin Wiering. Verpleegkundig Specialist GGZ GGZ Drenthe Carin Wiering. Verpleegkundig Specialist GGZ

De trekthermometer. Carin Wiering. Verpleegkundig Specialist GGZ GGZ Drenthe Carin Wiering. Verpleegkundig Specialist GGZ De trekthermometer Over het begeleiden van craving bij cliënten met triple-problematiek Carin Wiering Carin Wiering Verpleegkundig Specialist GGZ GGZ Drenthe carin.wiering@ggzdrenthe.nl GGZ Drenthe Verpleegkundig

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie. Anja Huizink

Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie. Anja Huizink Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie Anja Huizink Adolescentie = grenzen verkennen Op zoek naar prikkels Brein in ontwikkeling Nucleus accumbens (basale ganglia): -

Nadere informatie

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop SAMENVATTING Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop Inleiding Cognitief functioneren omvat verschillende processen zoals informatieverwerkingssnelheid, geheugen en executief functioneren,

Nadere informatie

Doelgroepen kasteelplus. Kerngedachten bij de visie. Ontwennen meer dan stoppen. Visie : controleverlies betekent totale abstinentie

Doelgroepen kasteelplus. Kerngedachten bij de visie. Ontwennen meer dan stoppen. Visie : controleverlies betekent totale abstinentie Doelgroepen kasteelplus Ontwennen meer dan stoppen. Hoe helpen we mensen om te veranderen? dag van de zorg 17/03/2013 Patrick Lobbens Hoofdverpleegkundige verslavingszorg kasteelplus Kasteelplus 1 : mensen

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Tips voor Ouders van niet-drinkende pubers

Tips voor Ouders van niet-drinkende pubers Tips voor Ouders van niet-drinkende pubers 1. Bepaal uw standpunt. Eenduidigheid over de regels bij beide ouders is cruciaal. Tips: Kies als ouders samen regels voor het gezin. Bepaal als ouders vooraf

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

NeDerLANDse samenvatting

NeDerLANDse samenvatting CHAPTER 10 259 NEDERLANDSE SAMENVATTING Benzodiazepines zijn psychotrope middelen met anxiolytische, sederende, spierverslappende en hypnotische effecten. In de praktijk worden zij voornamelijk ingezet

Nadere informatie

Oorzaken verslaving - afhankelijkheid

Oorzaken verslaving - afhankelijkheid Oorzaken verslaving - afhankelijkheid De reden dat iemand een verslavingsprobleem ontwikkelt kent een veelheid aan mogelijke oorzaken. En dit verslavingsproces is ook nog eens per persoon verschillend.

Nadere informatie

Effectiviteit van baclofen bij alcoholverslaving

Effectiviteit van baclofen bij alcoholverslaving Effectiviteit van baclofen bij alcoholverslaving MSc Esther Beraha Dr. Elske Salemink Dr. Anneke Goudriaan Dr. Bram Bakker Prof. Dr. Wim van den Brink Prof. Dr. Reinout Wiers Academisch Medisch Centrum

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Vraag 1 Lees de tekst Internaliserend gedrag en co-morbiditeit en beantwoord daarna de vraag.

Vraag 1 Lees de tekst Internaliserend gedrag en co-morbiditeit en beantwoord daarna de vraag. Feedbackvragen Casus Martijn Vraag 1 Lees de tekst Internaliserend gedrag en co-morbiditeit en beantwoord daarna de vraag. Bij Martijn is sprake van sociaal isolement, somberheid, niet eten. Dat duidt

Nadere informatie

7. Summary in Dutch, Nederlandse Samenvatting

7. Summary in Dutch, Nederlandse Samenvatting 7. Summary in Dutch, Nederlandse Samenvatting 7.1 Abstract Veel mensen genieten graag van een alcoholisch drankje. Helaas, is alcohol misbruik ook betrokken bij grote sociale, economische en gezondheidsproblemen.

Nadere informatie

Aandacht voor alcohol

Aandacht voor alcohol Aandacht voor alcohol Paaz/Tepsi T +32(0)89 32 50 50 F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be Campus Sint-Jan Schiepse bos 6 B 3600 Genk Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken Medisch Centrum André

Nadere informatie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Stoornissen in het gebruik van middelen

Nadere informatie

stoppen zware drinkers minder vaak met het drinken van alcoholhoudende drank dan vrouwen met een lager alcoholgebruik.

stoppen zware drinkers minder vaak met het drinken van alcoholhoudende drank dan vrouwen met een lager alcoholgebruik. Samenvatting In Nederland gebruikt ongeveer 80% van de vrouwen in de vruchtbare leeftijd alcoholhoudende drank. Veel vrouwen staken het alcoholgebruik zodra ze zwanger zijn of eerder al, als ze zwanger

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 10 Samenvatting Samenvatting Hoe snel word je boos als iemand je provoceert? Het traditionele antwoord op deze vraag is dat het afhangt van je individuele neiging om boos te worden. Als je

Nadere informatie

Aandacht voor alcohol

Aandacht voor alcohol Aandacht voor alcohol T +32(0)89 32 50 50 F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be Campus Sint-Jan Schiepse bos 6 B 3600 Genk Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken Medisch Centrum André Dumont Stalenstraat

Nadere informatie

Disclosure belangen Janneke Valk, bedrijfsarts

Disclosure belangen Janneke Valk, bedrijfsarts Disclosure belangen Janneke Valk, bedrijfsarts (potentiële) belangenverstrengeling Geen / Zie hieronder Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium

Nadere informatie

Verslaving en de Geïntegreerde RichtlijnBehandeling persoonlijkheidsstoornissen. Hein Sigling, specialismeleider Verslaving.

Verslaving en de Geïntegreerde RichtlijnBehandeling persoonlijkheidsstoornissen. Hein Sigling, specialismeleider Verslaving. Verslaving en de Geïntegreerde RichtlijnBehandeling persoonlijkheidsstoornissen Hein Sigling, specialismeleider Verslaving. Hein Sigling juni 2008 Wat staat er over verslaving in de GRB? Middelenmisbruik

Nadere informatie

Welkom! 11 congressen in samenwerking met Hogrefe Uitgevers

Welkom! 11 congressen in samenwerking met Hogrefe Uitgevers Welkom! 11 congressen in samenwerking met Hogrefe Uitgevers Hondje van Pavlov Gedragstherapie 1ste generatie: klassieke en operante conditionering (outside the black box) =Gedrag wordt contextueel bepaald

Nadere informatie

De rol van stress en verwachtingen bij chronische lichamelijke klachten: Op weg naar innovatieve therapievormen

De rol van stress en verwachtingen bij chronische lichamelijke klachten: Op weg naar innovatieve therapievormen Symposium 30 maart 2012 Pijn, jeuk, vermoeidheid. verschillende klachten, één behandeling? Recente ontwikkelingen in de diagnostiek en behandeling van chronische lichamelijke klachten De rol van stress

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Kennisquiz 1 Alcohol

Kennisquiz 1 Alcohol Kennisquiz 1 Alcohol Weet u welke klachten het gevolg kunnen zijn van alcoholgebruik? Test uw eigen kennis door de antwoorden te omcirkelen. Aan het einde van de quiz geven we de juiste antwoorden en de

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie. Welkom. iri Kruit Voorlichting en training

Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie. Welkom. iri Kruit Voorlichting en training Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie Welkom Docent: Siri Kruit s.r.kruit@hr.nl 1 Huiswerkopdracht : Programma les 2 Theorie basis informatie Cannabis -presentatie Voorlichtingsmateriaal -nabespreken

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Nederlandse samenvatting 144 NEDERLANDSE SAMENVATTING De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat psychische gezondheid een staat van welzijn is waarin een individu zich

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Baclofen, (How) Does It Work? The Efficacy and Working Mechanism of High- Dose Baclofen in the Treatment of Alcohol Dependence E. M.

Baclofen, (How) Does It Work? The Efficacy and Working Mechanism of High- Dose Baclofen in the Treatment of Alcohol Dependence E. M. Baclofen, (How) Does It Work? The Efficacy and Working Mechanism of High- Dose Baclofen in the Treatment of Alcohol Dependence E. M. Beraha Menahem SAMENVATTING Alcoholverslaving is een chronische psychiatrische

Nadere informatie

Lectoraat GGZ-Verpleegkunde. LVG en Verslaving. s Heerenloo 30 juni 2010

Lectoraat GGZ-Verpleegkunde. LVG en Verslaving. s Heerenloo 30 juni 2010 Lectoraat GGZ-Verpleegkunde LVG en Verslaving s Heerenloo 30 juni 2010 1 Wat komt aan bod? Overzicht programma LVG en verslaving Prevalentiegegevens Casus Brijder en s Heerenloo Discussie nav casuïstiek

Nadere informatie

Meer informatie MRS 0610-2

Meer informatie MRS 0610-2 Meer informatie Bij de VGCt zijn meer brochures verkrijgbaar, voor volwassenen bijvoorbeeld over depressie en angststoornissen. Speciaal voor kinderen zijn er brochures over veel piekeren, verlatingsangst,

Nadere informatie

Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten. Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest

Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten. Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest Van DSM IV naar DSM 5 DSM IV - somatisatie stoornis, - somatoforme

Nadere informatie

Brijder Verslavingszorg Hoofddorp

Brijder Verslavingszorg Hoofddorp Ons Team Ons team is zeer divers. We bestaan uit het secretariaat, psychologen, maatschappelijk werkers, sociaal psychiatrisch verpleegkundigen, cognitief gedragstherapeutisch werkers, ervaringsdeskundigen,

Nadere informatie

Proudy. Praktijk voor psychomotorishe kindertherapie

Proudy. Praktijk voor psychomotorishe kindertherapie Proudy Praktijk voor psychomotorishe kindertherapie Wat is psychomotorische kindertherapie? Pmkt is een vorm van kindertherapie bedoeld voor kinderen die vast lopen in hun ontwikkeling en dat in hun gedrag

Nadere informatie

De rol van stress en verwachtingen bij chronische lichamelijke klachten: Op weg naar innovatieve therapievormen

De rol van stress en verwachtingen bij chronische lichamelijke klachten: Op weg naar innovatieve therapievormen Symposium 30 maart 2012 Pijn, jeuk, vermoeidheid. verschillende klachten, één behandeling? Recente ontwikkelingen in de diagnostiek en behandeling van chronische lichamelijke klachten De rol van stress

Nadere informatie

CHAPTER 11 SAMENVATTING

CHAPTER 11 SAMENVATTING CHAPTER 11 SAMENVATTING Chapter 11 Drugsverslaving Drugsverslaving is een wereldwijd gezondheidsprobleem dat gekarakteriseerd wordt door dwangmatig drugsgebruik en een hoge mate van terugval na afkicken.

Nadere informatie

Wetenschappelijke Samenvatting. 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie

Wetenschappelijke Samenvatting. 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie Wetenschappelijke Samenvatting 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie In dit proefschrift wordt onderzocht wat spaak loopt in de hersenen van iemand met een depressie. Er wordt ook onderzocht

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Deze folder geeft informatie over de diagnostiek en behandeling van cluster C persoonlijkheidsstoornissen. Wat is een cluster C Persoonlijkheidsstoornis? Er bestaan verschillende

Nadere informatie

Het manipuleren van de serotonine functie bij depressies Een depressie is een van de meest invaliderende stoornissen ter wereld. Ongeveer een op de

Het manipuleren van de serotonine functie bij depressies Een depressie is een van de meest invaliderende stoornissen ter wereld. Ongeveer een op de Samenvatting Het manipuleren van de serotonine functie bij depressies Een depressie is een van de meest invaliderende stoornissen ter wereld. Ongeveer een op de zes mensen in Amerika krijgt op enig punt

Nadere informatie

TABAK ALCOHOL GAMEN. algemene sociale vaardigheden

TABAK ALCOHOL GAMEN. algemene sociale vaardigheden Leerlijnen per graad : 3 de graad LO 10-12j Doelstelling: Versterken van de kennis en vaardigheden die kinderen nodig hebben om gezonde keuzes te maken en niet te roken, geen alcohol te drinken en op een

Nadere informatie

Leerlijnen per drug : ALCOHOL Onderwijsvorm: KLEUTER EN LAGER

Leerlijnen per drug : ALCOHOL Onderwijsvorm: KLEUTER EN LAGER Leerlijnen per drug : ALCOHOL Onderwijsvorm: KLEUTER EN LAGER kleuter 2,5-6j 1 ste graad LO 6-8j 2 de graad LO 8-10j 3 de graad LO 10-12j doelstelling doelstelling doelstelling doelstelling Versterken

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

Our brains are not logical computers, but feeling machines that think.

Our brains are not logical computers, but feeling machines that think. Drs. Fernando Cunha (Child Support Europe) Ontwikkelingspsycholoog Gezondheidspsycholoog (BIG) Kinder- en Jeugdpsycholoog (NIP) Onderwijsspecialist http://www.child-support-europe.com In dienst van kinderen,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Het in kaart brengen en bespreken van de kwaliteit van leven van adolescenten met type 1 diabetes in de reguliere zorg

Nederlandse samenvatting. Het in kaart brengen en bespreken van de kwaliteit van leven van adolescenten met type 1 diabetes in de reguliere zorg Nederlandse samenvatting Het in kaart brengen en bespreken van de kwaliteit van leven van adolescenten met type 1 diabetes in de reguliere zorg Dit proefschrift richt zich op adolescenten met type 1 diabetes

Nadere informatie

Vroegsignalering bij middelengebruik! En dan? Brijder en Brijder Jeugd Leontien Los & Margriet Katoen

Vroegsignalering bij middelengebruik! En dan? Brijder en Brijder Jeugd Leontien Los & Margriet Katoen Vroegsignalering bij middelengebruik! En dan? Brijder en Brijder Jeugd Leontien Los & Margriet Katoen Programma Brijder en Brijder Jeugd Wie zit er in de zaal? Middelengebruik en GGZ Wat is verslaving?

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Controle over je verlangens. Diepe hersenstimulatie in impulscontrole en heroïne verslaving: een translationele benadering Verslaving wordt beschouwd als een chronische aandoening

Nadere informatie

Overmatig alcoholgebruik aanpakken RODER. met hulp in uw eigen huisartsenpraktijk. Januari 2014 ONDERDEEL VAN DE NOVADIC-KENTRON GROEP

Overmatig alcoholgebruik aanpakken RODER. met hulp in uw eigen huisartsenpraktijk. Januari 2014 ONDERDEEL VAN DE NOVADIC-KENTRON GROEP Overmatig alcoholgebruik aanpakken met hulp in uw eigen huisartsenpraktijk RODER Januari 2014 ONDERDEEL VAN DE NOVADIC-KENTRON GROEP De belangrijke eerste stap... U heeft met uw huisarts gesproken over

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Bert Vinken. Vincent van Gogh Voor geestelijke gezondheidszorg. Presentatie alcohol en opvoeding Trimbos-instituut

Bert Vinken. Vincent van Gogh Voor geestelijke gezondheidszorg. Presentatie alcohol en opvoeding Trimbos-instituut Nee tegen alcohol (en drugs) schade Bert Vinken Vincent van Gogh Voor geestelijke gezondheidszorg Programma 19.30 uur 20.30 uur 20.45 uur 21.30 uur Presentatie Pauze vraag en antwoord Einde Drugs Definities

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Alcoholgebruik: omvang in de regio

Alcoholgebruik: omvang in de regio Alcoholgebruik: omvang in de regio Schadelijk alcoholgebruik in de regio Het alcoholgebruik(1) onder volwassenen (tot 65 jaar) in Zuid-Limburg is 85%. Van de ouderen (65+) geeft 75% aan alcohol te drinken.

Nadere informatie

Stress, spanningen, en psychosociale problematiek na confrontatie met een hart- of longaandoening

Stress, spanningen, en psychosociale problematiek na confrontatie met een hart- of longaandoening Stress, spanningen, en psychosociale problematiek na confrontatie met een hart- of longaandoening 1. Wat is stress? 2. Een aandoening als oorzaak voor stress en psychosociale problematiek 3. Problematiek

Nadere informatie

Dutch summary/ Samenvatting

Dutch summary/ Samenvatting Dutch summary/ Samenvatting Het manipuleren van de serotonine functie bij depressies Een depressie is een van de meest invaliderende stoornissen ter wereld. Ongeveer een op de zes mensen in Amerika krijgt

Nadere informatie

Doen bij Depressie. Module 2 voor cognitief beperkte cliënten Fase 4 - Behandelen

Doen bij Depressie. Module 2 voor cognitief beperkte cliënten Fase 4 - Behandelen Bijlage 7 Doen bij Depressie Module 2 voor cognitief beperkte cliënten Fase 4 - Behandelen Leidraad voor individuele ondersteuning en mediatieve therapie bij depressieve cliënten met ernstige cognitieve

Nadere informatie

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Een verpleegkundige in Engeland die is gespecialiseerd in patiënten met multiple sclerose / MS voerde een informele studie uit waarbij

Nadere informatie

GT diagnostiek Analyse van klassiek geconditioneerd gedrag Analyse van operant geconditioneerd gedrag DSM-IV Evidence based behandelingen

GT diagnostiek Analyse van klassiek geconditioneerd gedrag Analyse van operant geconditioneerd gedrag DSM-IV Evidence based behandelingen Samenvatting *('5$*67+(5$3,(LQ92*(/9/8&+7 Wegbereiders Gedragstherapie Pavlov Watson Skinner Belangrijke Gedragstherapeuten Wolpe Emmelkamp Beck GT diagnostiek Analyse van klassiek geconditioneerd gedrag

Nadere informatie

Behandeling na seksueel trauma bij kinderen: STEPS, TF-CBT of EMDR?

Behandeling na seksueel trauma bij kinderen: STEPS, TF-CBT of EMDR? Behandeling na seksueel trauma bij kinderen: STEPS, TF-CBT of EMDR? Renee Beer, klinisch psycholoog, Traumacentrum De Bascule Iva Bicanic, klinisch psycholoog i.o., Landelijk Psychotraumacentrum UMC Utrecht

Nadere informatie

20 man 15 vrouw. depressie paranoia psychose

20 man 15 vrouw. depressie paranoia psychose Dubbele Diagnose Patricia v.wijngaarden-cremers, psychiater Circuitmanager Verslavingspsychiatrie Dimence Inhoud - Inleiding - Gebruik onder Nederlandse Jongeren - Psychiatrische Comorbiditeit - Wat is

Nadere informatie

1.1 Relatie verslaving

1.1 Relatie verslaving 1.1 Relatie verslaving Typering Iemand wordt relatieverslaafd genoemd als hij denkt niet zonder relatie te kunnen leven. Soms zijn mensen zo afhankelijk van een relatie, dat ze er alles voor doen om die

Nadere informatie

WORK EXPERIENCE PROFILE

WORK EXPERIENCE PROFILE WORK EXPERIENCE PROFILE VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Werkstress is een verschijnsel dat al jaren sterk de aandacht trekt. Statistieken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid geven aan dat

Nadere informatie

Angst Stemming Psychose Persoonlijkheid Gebruik middelen Rest

Angst Stemming Psychose Persoonlijkheid Gebruik middelen Rest Ad Kaasenbrood, psychiater/psychotherapeut Congres Een te gekke wijk, Bunnik, 8 November 2017 Psychiatrische ziekten Komen vaak voor Zijn ernstig Zijn duur Zijn complex Verhouden zich tot geestelijke gezondheid,

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

antidepressivum, rat, overerfbaar, mechanismen, gedrag

antidepressivum, rat, overerfbaar, mechanismen, gedrag 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Effecten van het antidepressivum vortioxetine op hersenmechanismen in genetische diermodellen voor depressie 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapie bij autisme

Cognitieve gedragstherapie bij autisme Cognitieve gedragstherapie bij autisme Caroline Schuurman, gz-psycholoog Centrum Autisme Rivierduinen Nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van autisme bij volwassenen Utrecht, 14 juni 2011 CGT bij autisme

Nadere informatie

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar - Factsheet - Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar NIGZ, Project Alcohol Voorlichting en Preventie 3 juli 2003 Inleiding Het NIGZ voert elk jaar, als onderdeel van het Alcohol

Nadere informatie

Zorgpad alcohol en ouderen t.b.v. Huisarts

Zorgpad alcohol en ouderen t.b.v. Huisarts Zorgpad alcohol en ouderen t.b.v. Huisarts 1. De rol van de huisarts De huisarts kijkt op basis van de anamnese m.b.v. de Audit C of ICD 10 de cliënt alcoholafhankelijk is en doorverwezen moet worden naar

Nadere informatie

Ziekte van Huntington

Ziekte van Huntington Ziekte van Huntington Begrijpen van en omgaan met veranderend gedrag Niels Reinders en Henk Slingerland (psychologen) Huntington Café 27 september 2018 Ziekte van Huntington Erfelijke neurologische ziekte

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift bestaat uit een aantal studies waarin onderzocht is waar individuele verschillen vandaan komen in welbevinden (WB) en gerelateerde menselijke eigenschappen, zoals

Nadere informatie

Is AA wat voor u? U beslist!

Is AA wat voor u? U beslist! Is AA wat voor u? U beslist! U alleen kunt beslissen of het AA-programma, de manier van leven in AA, zin voor u heeft en of het u kan helpen. Het is een beslissing die u zelf moet nemen. Wij kwamen bij

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Het geïntegreerd behandelen van verslavingsproblematiek en PTSS

Het geïntegreerd behandelen van verslavingsproblematiek en PTSS Het geïntegreerd behandelen van verslavingsproblematiek en PTSS Dag van de Inhoud Den Haag 28 september 2017 Ante Lemkes, GZ-psycholoog in opleiding tot Specialist Inleiding Introductie van mezelf, jullie

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 015 Kindermishandeling Nr. 82 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 205 Het is niet zonder reden dat autoriteiten wereldwijd aandacht besteden aan programma s en interventies om mensen meer te laten bewegen. Sportactiviteiten van gemiddelde tot

Nadere informatie

Terrorisme en dan verder

Terrorisme en dan verder Terrorisme en dan verder Hoe kunt u omgaan met de gevolgen van een aanslag? - Ga zo veel mogelijk door met uw normale dagelijkse activiteiten. Dat geeft u het gevoel dat u de baas bent over de situatie.

Nadere informatie