Regionalisering door de Zesde Staatshervorming Stand van zaken november Focus op doelgroepenbeleid

Transcriptie

1 Regionalisering door de Zesde Staatshervorming Stand van zaken november Focus op doelgroepenbeleid CONTEXT Door de zesde staatshervorming werden op 1 juli 2014 belangrijke bevoegdheden overgeheveld naar de regio s. In deze nota gaan we dieper in op de regionalisering van het arbeidsmarktbeleid. Na een periode van ruim twee jaar waarin voorbereidende werkzaamheden werden getroffen, wordt de invulling van de nieuwe regionale bevoegdheden nu stilaan concreet. Zowel in Vlaanderen, Wallonië, Brussel, als de Duitstalige Gemeenschap is een regionaal beleid in ontwikkeling of is de uitvoering ervan recent gestart. Deze nota focust op de invoering van regionale tewerkstellingsmaatregelen voor bepaalde doelgroepen en geeft een stand van zaken. De regionalisering van het doelgroepenbeleid heeft voor Acerta potentieel de grootste impact: het gaat om de lastenverlaging in de vorm van RSZ-verminderingen en premies (o.a. werkuitkering) die worden toegekend voor bepaalde doelgroepen. Cruciaal hierbij te vermelden is dat elke regio een eigen doelgroepenbeleid kan uitwerken en andere toepassingsregels en verminderingsbedragen kan bepalen. Vandaag stellen we vast dat de regionale verschillen toenemen en dat dit gevolgen heeft naar de administratieve en loontechnische opvolging. Zoals bijvoorbeeld in situaties waarin de werknemer gedomicilieerd is in een bepaald gewest en tewerkgesteld wordt in een ander. Concreet werden volgende stelsels van lastenverlaging voor doelgroepen naar de regio s overgeheveld: o Jongeren o Ouderen o Langdurig werkzoekenden: Het Activa-plan: Activa, Activa start en Activa verminderd arbeidsgeschikt Sociale inschakelingseconomie (sine) Doorstromingsprogramma s o Gesubsidieerde contractuelen (gesco) o Mentoren via mentorkorting o Werknemers van bedrijven in herstructurering o Huispersoneel o Onthaalouders in kinderopvangvoorzieningen o Kunstenaars Een beperkt aantal verminderingen blijft federaal geregeld. Alle werkgevers kunnen er dus gebruik van maken, volgens dezelfde regels: o Nieuwe werkgevers die hun eerste aanwervingen doen o Werkgevers die de arbeidsduur collectief verminderen of een vierdagenweek instellen o Werkgevers uit de horeca o Openbare werkgevers die een personeelslid in loopbaanonderbreking vervangen

2 ENKELE ALGEMENE OPMERKINGEN 1. Wat de RSZ-verminderingen betreft, is het van belang in welke vestiging de werknemer tewerkgesteld wordt. Werkt deze in een vestiging in het Vlaams gewest, dan zal de Vlaamse regelgeving gelden, enzovoort. 2. Wat de werkuitkering betreft, is het van belang waar de werknemer gedomicilieerd is. Werknemers die in het Vlaams Gewest werken, maar in Wallonië wonen, zullen wat de werkuitkering betreft naar de Waalse regels moeten kijken, enzovoort. 3. De hierboven vermelde regels zijn de basisprincipes die momenteel gelden, maar die door elk gewest veranderd kunnen worden. Zo kan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gaan bepalen dat ze de voordelen toebedelen aan inwoners van Brussel in plaats van aan werknemers in Brussel. 4. Op basis hiervan zal het voor een werkgever die over heel België vestigingen heeft mogelijk zijn om te simuleren welke situatie voor hem het meest voordelig is, afhankelijk van de vestiging waar een bepaalde werknemer gevestigd is en de woonplaats van die werknemer. Hoewel de regio s een vereenvoudiging van het doelgroepenbeleid vooropstelden, wordt het voor de groep van nationale werkgevers ingewikkelder om na te gaan op welke voordelen ze recht hebben. 5. De hieronder vermelde bedragen zijn steeds maximumbedragen, voor de RSZverminderingen per kwartaal en voor de werkuitkeringen per maand. De maximumbedragen zullen altijd lager zijn wanneer de werknemer geen volledig kwartaal of geen volledige maand werkt of wanneer hij maar deeltijds werkt. 6. Naast de doelgroepverminderingen, waarvan een groot deel nu regionale materie is geworden, bestaat er nog de structurele vermindering. Dit is een algemene RSZ-vermindering die geldt voor nagenoeg alle Belgische werkgevers. Het exacte verminderingsbedrag is afhankelijk van de categorie waartoe de werkgever behoort (bepaald door het paritair comité waarin hij werkzaam is), de kwartaalprestaties en het kwartaalloon van de werknemer. Van de totale rekening aan RSZ-basisbijdragen gaat eerst de structurele vermindering af. Van wat er nog overblijft kan maximaal één doelgroepvermindering in mindering gebracht worden.

3 Vlaanderen Afschaffing In een eerste fase werd door de Vlaamse overheid beslist een aantal bestaande maatregelen af te schaffen. Het ging om twee maatregelen binnen de doelgroep van de langdurig werkzoekenden. - De gesubsidieerde contractuelen werden ofwel afgeschaft ofwel in een uitdoofscenario geplaatst. Deze maatregel was enkel mogelijk bij bepaalde werkgevers, zoals lokale besturen, instellingen van openbaar nut en VZW s met een sociaal, humanitair of cultureel doel. o o Voor sommige werkgevers werd de maatregel stopgezet. Zij moesten de gesubsidieerde contractuelen omvormen naar gewone werknemers. De bijbehorende doelgroepvermindering en loonsubsidies worden niet meer toegekend, maar er is compensatie voorzien. Een andere groep van werkgevers mag de gesubsidieerde contractuelen die reeds in dienst waren verder laten werken met toepassing van de doelgroepvermindering en loonsubsidie, maar nieuwe aanwervingen zijn niet meer mogelijk. - De doorstromingsprogramma s werden stopgezet vanaf 1 oktober Dit waren tijdelijke jobs bedoeld om moeilijk te plaatsen werkzoekenden werkervaring te laten opdoen in de hoop hen te laten doorstromen naar de reguliere arbeidsmarkt. Ook voor deze werkgevers was een RSZ-vermindering en loonsubsidie mogelijk. De doelgroepvermindering die werkgevers vandaag genieten voor de tewerkstelling van (naar schatting ) langdurig werkzoekenden in Vlaanderen verdwijnt na een overgangsfase die loopt van 1 januari 2017 tot 31 december Het gaat om (gewone) Activa s, sine s, e.d. De Activa-maatregel kent een RSZ-vermindering en eventueel een werkuitkering toe aan de werkgever die een langdurig werkzoekende aanwerft. De voordelen die hij kan genieten staan geattesteerd op een werkkaart. Deze werkkaarten werden afgeleverd door de RVA, maar door de regionalisering is ook het attesteringsluik naar de regio s overgeheveld. In Vlaanderen is beslist die bevoegdheid nog niet op te nemen en de RVA verder haar werk te laten doen. De doelgroep van langdurig werkzoekenden die niet meer kunnen instappen in een Activa of Sinemaatregel zou instromen in een nieuw systeem van intensief werkplekleren dat van start gaat op 1 januari Naast de geregionaliseerde doelgroepverminderingen, werd ook de premie 50+ afgeschaft. Deze Vlaamse premie kon aangevraagd worden door werkgevers die een 50-plusser aanwierven. Het bedrag en de looptijd van de premie was afhankelijk van de leeftijd en het profiel (werkzoekend of niet) van de werknemer. Nieuwe maatregelen Het nieuwe Vlaamse doelgroepenbeleid is in werking getreden op 1 juli 2016 en spitst zich toe op drie doelgroepen: jongeren, ouderen en personen met een arbeidshandicap. Deze maatregelen worden hieronder besproken. Daarnaast kan een werkgever die in Vlaanderen gevestigd is nog genieten van de federale doelgroepverminderingen en geregionaliseerde verminderingen die nog niet zijn afgeschaft. In de periode van juli 2016 tot eind 2016 gaat het dan voornamelijk over de Activa-maatregel. Jongeren De nieuwe jongerenvermindering is reeds in werking en geldt voor aanwervingen vanaf 1 juli / In de eerste plaats gaat het om een voordeel in de vorm van een RSZ-vermindering voor de aanwerving van laag- of middengeschoolde jongeren, voor het kwartaal van hun aanwerving

4 en de zeven daaropvolgende kwartalen. Dit op voorwaarde dat hun loon onder een bepaalde kwartaalgrens blijft. - Laaggeschoold: geen diploma van het secundair onderwijs - Middengeschoold: hoogstens een diploma van het secundair onderwijs De jongere moet een loopbaanportfolio hebben aangemaakt bij de VDAB, ten laatste op de laatste dag van het kwartaal, zoniet krijgt de werkgever geen vermindering. Het gaat om een elektronisch dossier dat de opleidingsgegevens van de jongere bevat. De werkgever kan een print hiervan vragen als hij de jongere aanwerft. Een bewijs van inschrijving als werkzoekende bij de VDAB volstaat ook. Het is de bedoeling dat de database van de VDAB in verbinding komt te staan met de Vlaamse databank onderwijs (LED-databank). Voor jongeren die een diploma hebben behaald buiten Vlaanderen, moeten de gegevens door hen zelf worden ingeven. Vanuit de VDAB vertrekt ook een gegevensstroom richting de RSZ. Het profiel van de jongere zal zichtbaar zijn in Ecaro, dat is een tool waartoe zowel de RSZ als de werkgevers en hun gemandateerden (zoals de sociaal secretariaten) toegang hebben. 2/ Daarnaast geldt een specifieke vermindering voor leerlingen. Voor jongeren die deeltijds leren en werken geniet de werkgever een vermindering van 1000 euro gedurende de hele duur van de opleiding. Aansluitend is de vermindering voor laaggeschoolde of middengeschoolde jongeren mogelijk als de leerling in dienst treedt met een gewone arbeidsovereenkomst. Hieronder staan beide maatregelen schematisch voorgesteld. Het gaat om maximumbedragen per kwartaal. Jaar 1 Jaar 2 1/ Laaggeschoolden euro euro Loongrens refertekwartaalloon euro euro Middengeschoolden euro euro Loongrens refertekwartaalloon euro euro 2/ Leerlingen 1000 euro Geen loongrens Opmerkingen: Jongeren die al in dienst zijn geweest voor 30 juni en opnieuw worden aangeworven na 1 juli vallen onder de nieuwe regeling, tenzij het gaat om een ononderbroken tewerkstelling. De tewerkstelling is ook ononderbroken wanneer er zich tussen twee opeenvolgende arbeidsovereenkomsten enkel rust- en/of feestdagen bevinden. De werkgever kan de vermindering pas toepassen vanaf het kwartaal waarin jongere over een loopbaanportfolio beschikt (en dit kan bewijzen). De begindatum van het recht is steeds de datum van de eerste aanwerving met een arbeidsovereenkomst bij de werkgever. Een heraanwerving binnen vier kwartalen na het einde van het vorige contract wordt beschouwd als één tewerkstellingsperiode dus verliest de werkgever het voordeel van de tussenliggende kwartalen. Wanneer de onderneming een jonge werknemer aanwerft in een vestiging in een ander gewest, en de jongere wordt na verloop van tijd overgeplaatst naar een Vlaamse vestiging, dan kan de werkgever alsnog de jongerenvermindering krijgen. De begindatum van het voordeel is dan wel de datum van de eerste indiensttreding. De kwartalen die de jongere in een andere regio heeft gewerkt, gaan dus verloren. De vermindering kan blijven voortlopen na de 25 e verjaardag, want de leeftijd wordt beoordeeld op de laatste dag van het kwartaal van aanwerving.

5 Ook jongeren die niet in Vlaanderen wonen, moeten zich bij de VDAB aanmelden en dit loopbaanportfolio aanmaken. Het vervullen van de startbaanverplichting valt weg als voorwaarde, maar de startbaanverplichting blijft wel bestaan en de niet-naleving ervan blijft in dat perspectief sanctioneerbaar. Bovendien blijft de voorwaarde bestaan als de werkgever wil genieten van de federale doelgroepvermindering voor arbeidsduurvermindering. Dit wil dus zeggen dat grotere werkgevers nog steeds een bepaald aantal jongeren verplicht in dienst moet en nemen. De startbaanverplichting bedraagt immers 3 percent op het personeelsbestand van 30 juni van het voorgaande jaar. Overgangsmaatregelen: Aanwervingen vóór 1 juli geven recht op de vroegere jongerenvermindering en eventueel de werkuitkering Activa Start. Aanwervingen vanaf 1 juli geven recht op de nieuwe jongerenvermindering. Activa Start is niet meer mogelijk voor deze jongeren. De vroegere jongerenvermindering bestond uit een RSZ-vermindering voor erg laaggeschoolde, laaggeschoolde en middengeschoolde jongeren. Daarbovenop kon de werkgever een werkuitkering van 350 euro in mindering brengen van het nettoloon en dit gedurende zes maanden, op voorwaarde dat het ging om een erg laaggeschoolde jongere of laaggeschoolde jongere van buitenlandse afkomst of met een handicap, die werkzoekend was op het moment van de aanwerving. Opgelet: Wat als de jongere niet in het Vlaams Gewest woont, maar er wel werkt? Kan hij dan toch nog van de werkuitkering Activa Start genieten? Nee, want het recht op een activeringsmaatregel is immers gebonden aan de werknemer en dan gelden de regels van de regio waar hij gedomicilieerd is. Woonplaats in Vlaanderen Jongeren met woonplaats in Vlaanderen die uiterlijk op 30 juni 2016 worden aangeworven, kunnen hun werkuitkering wel nog behouden volgens de voorziene duurtijd. Voor Activa Start is die zes maanden. De werkuitkering bedraagt 350 euro. Jongeren die in Vlaanderen wonen en aangeworven worden vanaf 1 juli 2016 kunnen niet langer een beroep doen op de Activa Start werkuitkering. Woonplaats buiten Vlaanderen, maar tewerkstelling in Vlaanderen Wanneer jongeren in een ander gewest wonen, komen ze wel nog in aanmerking voor Activa Start, ook bij een tewerkstelling in Vlaanderen, althans zolang deze gewesten hun regelgeving niet aanpassen. Voorbeeld Een jongere woont in Wallonië en voldoet aan de voorwaarden van Activa Start. De werkgever, gevestigd in Vlaanderen, kan dan de 350 euro werkuitkering aftrekken van het nettoloon en de werknemer kan deze recupereren via de Forem. Ouderen Voor de ouderen is eveneens een nieuwe doelgroepvermindering in het leven geroepen sinds 1 juli De Vlaamse doelgroepvermindering voor oudere werknemers volgt dezelfde techniek als de federale vermindering die momenteel nog toegepast kan worden in het Waals Gewest en de Duitstalige Gemeenschap. Enkele accenten werden anders gelegd en er is een belangrijk aanwervingsluik aan toegevoegd. 1/ Er is een voordeel voor werkgevers die oudere werknemers in dienst houden. Zoals voor 1 juli 2016 al het geval was (in het kader van de federale vermindering) geniet de werkgever een

6 vermindering voor elk kwartaal waarin hij een werknemer in dienst heeft boven een bepaalde leeftijd, met een loon onder een bepaalde grens. Dit noemen we het retentie-voordeel. 2/ Voor werkgevers die een niet-werkende werkzoekende oudere aanwerven is er een hogere vermindering, zij het dat die beperkt is tot acht kwartalen. Na die kwartalen, als de oudere werknemer nog steeds in dienst is, valt de werkgever terug op het retentie-voordeel. Het feit dat de oudere werknemer niet-werkend werkzoekend was op het moment van aanwerving moet bewezen worden aan de hand van het inschrijvingsbewijs bij de VDAB. Het moet gaan om een recent document, dit wil zeggen maximaal een maand oud. Ter controle zou er een gegevensstroom van de VDAB naar de RSZ komen. Een heraanwerving van deze oudere binnen de vier kwartalen zorgt ervoor dat enkel het oude voordeel kan worden verdergezet. De tussenliggende kwartalen gaan verloren. Hieronder staan beide maatregelen schematisch voorgesteld. Het gaat om maximumbedragen per kwartaal jaar Vanaf 60 jaar Retentie (zittende ouderen) 600 euro 1150 euro Loongrens refertekwartaalloon euro Aanwerving (gedurende acht kwartalen) 1150 euro 1500 euro Loongrens refertekwartaalloon euro Opmerkingen: De maatregel staat enkel open voor werkgevers uit categorie 1 van de structurele vermindering. Dat zijn de werkgevers uit de profit-sectoren, aangevuld met PC 318 voor de gezins- en bejaardenhulp en PC voor de sociale werkplaatsen. Door de ouderenvermindering uit te breiden met een aanwervingsluik, heeft de Vlaamse overheid de premie 50+ geïntegreerd in deze maatregel. De premie 50+ was een Vlaams initiatief dat al jaren bestond. Voor elke aanwerving van een 50-plusser kon de nieuwe werkgever een premie aanvragen. Afhankelijk van de leeftijd van de werknemer en zijn profiel was deze hoger of lager en duurde de toekenning ervan een of twee jaar. De nieuwe ouderenvermindering heeft ervoor gezorgd dat de premie verdwijnt en dit op de dat um van inwerkingtreding van de vermindering, namelijk 1 juli Aanvragen van de premie voor aawervingen die nog voor 1 juli 2016 gebeurden, waren mogelijk tot 30 september Merk op dat de nieuwe Vlaamse ouderenvermindering nadeliger uitvalt voor de werkgevers: Het retentievoordeel start pas op 55 in plaats van 54; Het aanwervingsvoordeel start pas op 55 in plaats van op 50. Personen met een arbeidshandicap De Vlaamse overheid kiest ervoor om zijn reeds bestaande maatregel te behouden en verder uit te breiden. Het gaat om de Vlaamse Ondersteuningspremie voor personen met een handicap of de VOP. Op administratief vlak wijzigt er wel wat. Zo zal de uitbetaling verlopen via het departement Werk en Sociale Economie, terwijl de attestering bij VDAB blijft. Bovendien is er beslist dat ook de volgende werknemers en werkgevers in aanmerking komen: zelfstandigen in bijberoep, doelgroepwerknemers in maatwerkbedrijven die intern doorstromen en uitzendkantoren. De VOP bedraagt een bepaald percentage berekend op de loonkost van de werkgever en kan gedurende vijf jaar genoten worden. Deze periode is eventueel verlengbaar. De keuze voor de VOP heeft wel een impact op het Activa-plan voor verminderd arbeidsgeschikten. De instroom in de Activa verminderd arbeidsgeschikt-regeling werd stopgezet op 1 juli Enkel

7 voor de werknemers die al voor die datum van de maatregel konden genieten, blijven de voordelen verder lopen. Langdurig werkzoekenden Voor de grote doelgroep van jarigen zal de Activa-maatregel verdwijnen. Deze maatregel bestond meestal uit een RSZ-vermindering gedurende een bepaald aantal kwartalen en een werkuitkering gedurende een bepaald aantal maanden. De Vlaamse overheid heeft al aangekondigd dat alle gewone Activa s uitdoven vanaf 1 januari Enkel voor de werknemers die al voor die datum van de maatregel konden genieten, blijven de voordelen verder lopen en dit uiterlijk tot 31 december Er komt een alternatief, dat er veel eenvoudiger zal uitzien. Voor elke langdurige werkzoekende krijgt de werkgever die hem aanwerft een premie. Deze maatregel zal de naam aanwervingsincentive dragen. De eerste helft van deze aanwervingsincentive ontvangt de werkgever bij aanwerving en de andere helft wanneer de werknemer na een jaar nog steeds in dienst is. De werkgever zal geen formaliteiten moeten vervullen aangezien de Vlaamse overheid Dimona en DmfA zal consulteren om na te gaan of aan de voorwaarden is voldaan. Samengevat: Niet-werkende werkzoekende die reeds 2 jaar of langer als dusdanig is ingeschreven bij de VDAB Wordt aangeworven en dus gemeld in Dimona Dit levert de nieuwe werkgever een premie van 1500 euro op Blijft een jaar of langer in dienst en dit wordt gecontroleerd in de DmfA-aangifte Dit levert de werkgever een tweede premie van 1500 euro op. Sector gebonden verminderingen Verminderingen voor kunstenaars, kinderopvang en huispersoneel blijven bestaan. Er zijn ook sectorale verminderingen die federaal gebleven zijn zoals voor de Horeca. Mentors De doelgroepvermindering voor mentors blijft voorlopig verder bestaan, maar wordt mogelijks herbekeken in het kader van de hervorming van het duaal leren. Herstructurering Er werd al aangekondigd dat er geen nieuwe instroom mogelijk zal zijn in de doelgroepvermindering voor herstructureringen en dit vanaf 1 januari Wie al van de verminderingen genoot, kan er verder van blijven gebruik maken en dit uiterlijk tot 31 december 2018.

8 Wallonië Afschaffing De Waalse regering heeft beslist de doelgroepvermindering voor mentors af te schaffen met ingang van 1 september Aangezien deze datum zich midden in een kwartaal bevond werd door de RSZ aanvaard dat de doelgroepvermindering nog mocht worden aangevraagd voor het derde kwartaal van 2016 en dat ze pas geweigerd zou worden vanaf het vierde kwartaal van 2016, dus vanaf 1 oktober De doelgroepvermindering die werkgevers vandaag genieten voor de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden verdwijnt. De Activa-maatregel kent een RSZ-vermindering en eventueel een werkuitkering toe aan de werkgever die een langdurig werkzoekende aanwerft. De voordelen die hij kan genieten staan geattesteerd op een werkkaart. Deze werkkaarten werden afgeleverd door de RVA, maar door de regionalisering is ook het attesteringsluik naar de regio s overgeheveld. In Wallonië is beslist die bevoegdheid over te dragen naar Forem. Zolang de Activa -maatregel blijft bestaan, moet de werkkaart van een werknemer die in Wallonië woont dus aangevraagd worden bij het lokaal Forem-kantoor Nieuwe maatregelen De Waalse overheid heeft na overleg met de sociale partners de grote lijnen van haar doelgroepenbeleid al toegelicht. De nieuwe maatregelen moeten nog op punt worden gesteld en in wetteksten worden gegoten om vermoedelijk op 1 juli 2017 in werking te treden. Het doel is het huidige systeem, dat bestaat uit een veertigtal maatregelen, te herleiden tot tien maatregelen. De focus komt te liggen op de jongeren, ouderen en de langdurig werkzoekenden. Jongeren De doelgroep is jongeren van minder dan 25 jaar oud en die geen of hoogstens een diploma van het secundair onderwijs hebben. Zij zijn dus net als in Vlaanderen laaggeschoold of middengeschoold. 1/ Voor de laaggeschoolde jongere die wordt aangeworven ontvangt de werkgever een premie op basis van hun scholingsgraad. 2/ Voor middengeschoolde jongeren geldt naast hun scholingsgraad de bijkomende voorwaarde dat ze minstens zes maanden niet-werkend werkzoekend waren voor hun aanwerving. Vanaf de indienstname van deze jongeren kan de werkgever elke maand een bepaald bedrag van het nettoloon afhouden en dit tot drie jaar lang. De jongere kan dat bedrag gaan opvragen bij zijn vakbond in de vorm van een werkuitkering. Samengevat: 500 euro per maand tijdens de eerste twee jaren; 250 euro per maand tijdens de eerste zes maanden van het derde jaar; 125 euro per maand tijdens de laatste zes maanden van het derde jaar. Daarbovenop zullen er inschakelingsovereenkomsten worden gesloten met de jongeren die na 18 maanden actief naar werk zoeken nog steeds geen job hebben gevonden. Dit soort overeenkomsten biedt de jongere een eerste echte werkervaring. De werkgever kan gedurende een jaar 700 euro per maand van het nettoloon afhouden en de jongere ontvangt dit bedrag in de vorm van een werkuitkering.

9 Leerlingen In Wallonië komt er geen specifieke vermindering of werkuitkering voor leerlingen. Ouderen De Waalse regering kiest voor een gelijkaardige maatregel als de federale doelgroepvermindering voor ouderen, maar met andere maximumbedragen per kwartaal en andere leeftijdsgrenzen jaar jaar jaar RSZ-vermindering 400 euro 1000 euro 1500 euro Loongrens Kwartaalloongrens euro In tegenstelling tot in Vlaanderen, is er geen specifieke vermindering voor de aanwerving van oudere niet-werkende werkzoekenden. Opmerking: De maatregel staat enkel open voor werkgevers uit categorie 1 van de structurele vermindering. Dat zijn de werkgevers uit de profit-sectoren, aangevuld met PC 318 voor de gezins- en bejaardenhulp en PC voor de sociale werkplaatsen. In Wallonië zijn er geen sociale werkplaatsen, enkel beschutte werkplaatsen. Arbeidshandicap De bestaande premies die de werkgever van een mindervalide werknemer kan aanvragen blijven bestaan. De aanvraag gebeurt bij AVIQ, het Agence pour une Vie de Qualité. Langdurig werkzoekenden Voor de doelgroep van de langdurig werkzoekenden zullen de Activa-maatregelen verdwijnen. De Waalse regering wil zo veel mogelijk af van de RSZ-verminderingen en zal dus ook voor deze doelgroep voordelen toekennen in de vorm van een werkuitkering. Langdurig werkzoekend zijn de personen die sinds minstens 12 maanden niet-werkend werkzoekend zijn en als dusdanig zijn ingeschreven bij de Forem. Samengevat: 500 euro per maand tijdens het eerste jaar; 250 euro per maand tijdens de eerste zes maanden van het tweede jaar; 125 euro per maand tijdens de laatste zes maanden van het tweede jaar. Sector gebonden verminderingen Verminderingen voor kunstenaars, kinderopvang en huispersoneel blijven bestaan. Er zijn ook sectorale verminderingen die federaal gebleven zijn zoals voor de Horeca. Herstructurering Deze vermindering blijft voorlopig bestaan. De verminderingskaart voor herstructureringen moet net als de werkkaart aangevraagd worden bij Forem.

10 Brussel Afschaffing De doelgroepvermindering die werkgevers vandaag genieten voor de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden verdwijnt eveneens in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De bevoegdheid tot het toekennen van een werkkaart werd opgenomen door Actiris. Nieuwe maatregelen De regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft al een eigen maatregel in het leven geroepen, namelijk een nieuwe ouderenvermindering die gestart is op 1 oktober Daarnaast heeft ze maatregelen aangekondigd ten behoeve van jongeren en langdurig werkzoekenden, die in lijn liggen met de plannen van het Waals Gewest. Vermoedelijk zullen die maatregelen in werking treden op 1 juli Jongeren Brussel wil jongeren die minstens 18 maanden als niet-werkend werkzoekende zijn ingeschreven bij Actiris en die minder dan 90 dagen werkervaring hebben, een inschakelingsovereenkomst aanbieden. Dit is voorlopig enkel mogelijk bij bepaalde lokale besturen en VZW s en voor projecten van een jaar. De inschakelingsovereenkomst is een gewone arbeidsovereenkomst van een jaar. De jongere geniete dus een volledige sociale bescherming, terwijl de werkgever subsidies krijgt om de loonkost te dekken. Momenteel zijn er al projecten lopende. Een nieuwe ronde is gepland in 2017, vermoedelijk dan voor alles soorten werkgevers. Ouderen De Brusselse hoofdstedelijke regering kiest eveneens voor een gelijkaardige maatregel als de federale doelgroepvermindering voor ouderen, met dezelfde maximumbedragen per kwartaal als in Wallonië, maar een andere grensleeftijd en loongrens jaar jaar jaar RSZ-vermindering 400 euro 1000 euro 1500 euro Loongrens Kwartaalloongrens euro De maatregel staat enkel open voor werkgevers uit categorie 1 van de structurele vermindering. Dat zijn de werkgevers uit de profit-sectoren, aangevuld met PC 318 voor de gezins- en bejaardenhulp en PC voor de sociale werkplaatsen. Langdurig werkzoekenden Voor de doelgroep van de langdurig werkzoekenden wil Brussel af van de wildgroei aan Activamaatregelen. Ze hebben een veralgemeende Activa-regeling aangekondigd die open zal staan voor alle niet-werkende werkzoekenden die langer dan 12 maanden ingeschreven zijn bij Actiris. Daarnaast zullen bepaalde kwetsbare groepen onmiddellijk van een werkuitkering kunnen genieten, doordat hun situaties gelijkgesteld wordt met een periode van werk zoeken. Bijvoorbeeld een tewerkstelling op grond van artikel 60 van het OCMW-decreet. Ook 57-plussers of laaggeschoolde min 30 jarigen zouden onmiddellijk het recht openen. De bestaande federale maatregel Activa verminderd arbeidsgeschikt zal versterkt worden.

11 Er komt ook een specifieke Activa om werknemers aan te moedigen een zelfstandige activiteit uit te bouwen. Ze kunnen dan gedurende zes maanden hun inkomen als zelfstandige aanvullen met een premie. Sector gebonden verminderingen Verminderingen voor kunstenaars, kinderopvang en huispersoneel blijven bestaan. Er zijn ook sectorale verminderingen die federaal gebleven zijn zoals voor de Horeca. Mentors De doelgroepvermindering voor mentors blijft voorlopig verder bestaan. Herstructurering Deze vermindering blijft voorlopig bestaan. De verminderingskaart voor herstructureringen moet net als de werkkaart aangevraagd worden bij Actiris. Duitstalige Gemeenschap Ook de Duitstalige Gemeenschap heeft de bevoegdheid gekregen om een eigen doelgroepenbeleid uit te gaan stippelen. Tot op heden zijn er nog geen initiatieven gekend. Wat wel al aangekondigd werd is een afschaffing van de doorstromingsprogramma s met ingang van 1 oktober 2016.