Opsporingsgebied: Deelgebied Palmerswaard

Transcriptie

1 Projectnummer: 0215GPR Opsporingsgebied: Deelgebied Palmerswaard

2 Projectplan Projectnummer: 0215GPR Datum: Betreft: Explosievenonderzoek met als doel het detecteren en benaderen van mogelijk aanwezige explosieven ter plaatse van de uiterwaarden te Rhenen: deelgebied Palmerswaard. Opdrachtgever: Provincie Utrecht Archimedeslaan 6 Postbus TH Utrecht Adviseur T&A Survey: Dhr. M. van Gennip vangennip@ta-survey.nl Contactpersoon dhr. M. van den Berg Tel: m.berg@o-gen.nl T&A Survey BV 0215GPR Pagina 2 van 54

3

4 Inhoudsopgave 1 Inleiding Achtergrond Reden opsporing Historisch vooronderzoek Opsporingsonderzoek Uitvoering Projectgebonden Risico Analyse (PRA) Projectvoorwaarden - Wetgeving Onderzoeksdoel Doelstelling opdrachtgever Doelstellingen T&A Locatiegegevens Opsporingsgebied en mogelijk aanwezige explosieven Bodemopbouw en waterhuishouding Beschikbare milieukundige onderzoeksgegevens Archeologie Kabels en leidingen Uitvoering en planning Keuze onderzoekstechniek Onderzoeksopzet Werkvoorbereiding Uitvoering veldwerkzaamheden Oplevering en evaluatie (Explosieven) veiligheid, risico s en beheersing VGM plan Voorziene risico s omgeving en personeel Vermoedelijke straal schervengevarenzones Projectgebonden risico-inventarisatie en - evaluatie Kwantitatieve risicoanalyse uitwerking explosief Noodplan Projectcontroles Interne en externe communicatie Reguliere project communicatie Communicatie bij aantreffen van een explosief Communicatie bij noodgevallen...25 T&A Survey BV 0215GPR Pagina 4 van 54

5 Lijst van bijlagen Bijlage 1: a) Situatietekening opsporingsgebied (Google maps en adres) b) Overzichtskaart opsporingsgebied met RD coördinaten Bijlage 2: Lijst met betrokken organisaties Bijlage 3: Noodplan en inschakelen hulpverleningsdiensten Bijlage 4: Toegangsregeling Bijlage 5: Wetgeving - Verzekering Bijlage 6: Projectorganisatie: Taken - verantwoordelijkheden - aansprakelijkheden - bevoegdheden Bijlage 7: Toelichting explosievenveiligheid Bijlage 8: Formulier veldwerkregistratie Bijlage 9: Registratie start-werk instructie / overdracht Sr. OCE Bijlage 10: WSCS-OCE certificaten, ontheffing Wet Wapens en Munitie, aansprakelijkheidsverzekering, ongevallenverzekering Bijlage 11: Vernietigingslocatie Bijlage 12: Communicatie met de EOD Bijlage 13: Formulier overdrachtsprotocol explosieven T&A Survey BV 0215GPR Pagina 5 van 54

6 1 Inleiding 1.1 Achtergrond Dit projectplan heeft betrekking op de opsporing van Conventionele Explosieven (verder explosieven ). Het projectplan is een gedocumenteerd plan waarin de onderlinge relaties tussen de betrokken partijen, alsmede de (planmatige) voortgang, afspraken, toezicht, documentatie en procedures zijn vastgelegd ten einde het project op adequate en veilige wijze uit te kunnen voeren. Het werkplan en het VGM plan maken integraal onderdeel uit van dit projectplan. De Provincie Utrecht ( opdrachtgever ) heeft T&A Survey BV ( T&A ) opdracht verstrekt op 26 februari 2015 voor onderhavig opsporingsonderzoek. 1.2 Reden opsporing Geplande werkzaamheden Ter plaatse van de uiterwaarden te Rhenen zullen verschillende graafwerkzaamheden worden uitgevoerd ten behoeve van de ruimtelijke ontwikkeling. Een onderdeel hiervan zal bestaan uit de realisatie van een nieuwe geul in het gebied. De werkzaamheden vinden (onder andere) plaats in deelgebied Palmerswaard en deelgebied Rijnbrug. De geplande werkzaamheden zullen per deellocatie wisselen tussen een diepte van 0.5 en maximaal 3.5 meter maaiveld. In navolgende afbeelding zijn de geplande werkzaamheden weergegeven. In blauw zijn de af te graven delen weergegeven met nummer 1 tot en met 10. Met een bruine arcering zijn de op te hogen delen aangegeven met nummer I tot en met VI. T&A Survey BV 0215GPR Pagina 6 van 54

7 1.3 Historisch vooronderzoek Door ECG is een historisch vooronderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Dit onderzoek is gerapporteerd met het kenmerk VO-01, d.d Door Boms Away is een historisch vooronderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Dit onderzoek is gerapporteerd met het kenmerk 14P008, d.d De conclusie van het historisch vooronderzoek van ECG met kenmerk VO-01, d.d luidt, dat het gebied op basis van de aangetroffen feiten deels verdacht is op de aanwezigheid van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. De conclusie van het historisch vooronderzoek van Bombs Away met het kenmerk 14P008, d.d luidt, dat het gehele gebied op basis van de aangetroffen feiten verdacht is op de aanwezigheid van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Advies Op basis van de resultaten van dit vooronderzoek en de conclusies wordt geadviseerd om vervolgstappen te ondernemen in de explosievenopsporing vooraf de voorgenomen (grond)werkzaamheden in beide onderzoeksgebieden Elster Buitenwaard en de Palmerswaard in de gemeente Rhenen. 1.4 Opsporingsonderzoek Door T&A Survey is een detectieonderzoek uitgevoerd en gerapporteerd met het kenmerk 1114GPR4739.1, d.d Dit onderzoek heeft 298 verdachte objecten opgeleverd op een diepte variërend tussen 0.1 en 3.1 m-mv of m-wo. Tevens heeft het onderzoek circa 991 m 2 verstoord gebied opgeleverd. Een gebied met een oppervlak van circa m 2 is niet ingemeten. T&A Survey BV 0215GPR Pagina 7 van 54

8 De aanbevelingen van het opsporingsgebied zijn als volgt: Het benaderen van de verdachte objecten; Beperkt vrijgegeven gebieden: Na verwijdering van de eventueel aanwezige verdachte objecten is het gebied vrij van munitie vanaf 10,5 cm en groter. Doordat er binnen het gebied boomstammen en andere obstakels vlak onder het wateroppervlakte lagen, kan geen uitspraak worden gedaan over de mogelijke aanwezigheid van kleinere munitieartikelen. Indien dit gebied vrij gemaakt wordt van boomstammen kan dit alsnog vlakdekkend worden ingemeten; Verstoord gebied: Door de aanwezigheid van metaalhoudende objecten in de bodem zijn de meetwaarden ter plaatse verstoord. Geadviseerd wordt de verstoorde gebieden analoog te detecteren en eventuele verdachte objecten te benaderen; Door obstakels niet toegankelijke delen: Van de niet onderzochte delen is gebleken dat deze niet op voorhand middels computerondersteunde detectie te onderzoeken zijn door de slechte terreingesteldheid van het terrein in december en januari. Voorgesteld wordt om op basis van de resultaten van de benaderingswerkzaamheden in combinatie met de resultaten van het historisch vooronderzoek en de terreinomstandigheden de invulling van eventueel noodzakelijke opsporingswerkzaamheden nader te bepalen. 1.5 Uitvoering Projectgebonden Risico Analyse (PRA) T&A voert momenteel een PRA uit. Tot dit besluit is gekomen omdat binnen twee aangeleverde historisch vooronderzoeken onderzoeken zich enkele tegenstrijdigheden bevinden. Tevens hebben reeds naoorlogse vergaringen in het werkgebied plaatsgevonden. Een PRA kan uitsluitsel geven over de nut en noodzaak van explosieven onderzoek binnen het volledige werkgebied. De definitieve afbakening van het verdachte gebied en de te benaderen objecten hangt mede af van de uitkomsten van deze PRA. 1.6 Projectvoorwaarden - Wetgeving De middels de offerte en opdrachtbevestiging overeengekomen projectvoorwaarden zijn van toepassing en leidend. Aanvullend kunnen in het projectplan deze nader worden gedetailleerd. Voor wetgeving wordt verwezen naar bijlage 5. T&A Survey BV 0215GPR Pagina 8 van 54

9 2 Onderzoeksdoel 2.1 Doelstelling opdrachtgever Uitgangspunt van de opdrachtgever is het veilig laten verlopen van de geplande werkzaamheden. 2.2 Doelstellingen T&A Om het uitgangspunt van de opdrachtgever te verwezenlijken, is het doel van dit veldonderzoek het benaderen van verdachte objecten en nader opsporingsonderzoek van verstoorde gebieden. Hiertoe worden de verdachte objecten blootgelegd door ontgraving. Vervolgens worden de verdachte objecten geïdentificeerd en, indien noodzakelijk, tijdelijk veiliggesteld in afwachting van de komst van de EOD. Het resultaat van het veldonderzoek wordt vastgelegd in een Proces Verbaal van Oplevering (Vrij Van Explosieven Verklaring met eventueel beperkingen). Het onderzoek en rapportage worden uitgevoerd conform het wettelijk verplichte WSCS OCE en overige wetgeving. Zie bijlagen voor een nadere toelichting. T&A Survey BV 0215GPR Pagina 9 van 54

10 3 Locatiegegevens 3.1 Opsporingsgebied en mogelijk aanwezige explosieven Geografische ligging en grootte Het werkgebied van de opdrachtgever ligt in verdacht gebied. Het opsporingsgebied betreft het werkgebied van opdrachtgever gelegen binnen verdacht gebied en waarvan niet aannemelijk is dat deze grond naoorlogs geroerd is. De onderzoekslocatie betreft deelgebied Palmerswaard. De uiterwaarden bij de stad Rhenen, gelegen tussen Neder-Rijn en Utrechtsestraatweg ten westen van de Veerweg. In onderstaande afbeelding en tabel staan de locaties aangegeven die onderzocht dienen te worden. Het betreft alle locaties waar afgravingswerkzaamheden plaatsvinden (locaties 1 t/m 10) en deels de gebieden waar ophoogwerkzaamheden worden uitgevoerd, namelijk locaties III, IV en V. In totaal heeft het opsporingsgebied een oppervlakte van 10.5 hectare. Geografische ligging en grootte Het opsporingsgebied is het gebied waar grondroerende werkzaamheden gaan plaatsvinden in verdachte grond (waarvan niet aannemelijk is dat deze grond naoorlogs geroerd is). Omschrijving geplande werkzaamheden Werkdiepte Oppervlakte opsporing Diepte opsporing* m-mv m 2 m-mv Soort explosieven Verschijningsvorm Soort detectie + detectietechniek** 1 tm 10 en III, IV, V Afgraving of ophoging Afhankelijk van locatie tussen 0.5 en land en water Afhankelijk van locatie tussen 1.0 en maximaal 2.5 Geschuts munitie van diverse kalibers Verschoten of gedumpt / achtergelaten Oppervlakte detectie met meersonde gradiometer Totaal hectare **) Detectietechniek. Op basis van de beschikbare informatie heeft T&A bepaald welke techniek(- en) in te zetten. Zie 4.1 voor een nadere toelichting. Zie bijlage 1 voor overzichtskaarten van het opsporingsgebied. 3.2 Bodemopbouw en waterhuishouding De bodemopbouw bestaat voornamelijk uit klei met daaronder zand. De grondwaterstand is ondiep gelegen. Het gebied bestaat deels uit water. 3.3 Beschikbare milieukundige onderzoeksgegevens Er zijn bij T&A geen milieuhygiënische bodemonderzoeksgegevens bekend. Opdrachtgever wordt gevraagd voor aanvang van de werkzaamheden T&A op de hoogte te stellen van de bodemkwaliteit / te volgen arbeidshygiëne. T&A Survey BV 0215GPR Pagina 10 van 54

11 Bij het uitvoeren van de werkzaamheden, zal personeel de geldende regels ten aanzien van veiligheid en bescherming in acht nemen conform CROW Archeologie Er is bij T&A van het projectgebied geen informatie bekend met betrekking tot te verwachten archeologische vondsten. De werkzaamheden van T&A betreffen beperkte grondroerende werkzaamheden. Uitgangspunt van T&A is dat er hierdoor geen beperkingen zijn voor de uitvoering van het geplande opsporingsonderzoek. Indien onverwacht een (mogelijk) archeologisch interessante vondst wordt gedaan, zal direct contact opgenomen worden met het bevoegd gezag. 3.5 Kabels en leidingen De opdrachtgever wordt gevraagd de beschikbare informatie aangaande kabels en leidingen binnen het opsporingsgebied aan T&A ter beschikking te stellen. T&A zal zich voor aanvang van grondberoerende werkzaamheden op de hoogte stellen van de ligging van kabels en leidingen middels een KLIC melding. T&A Survey BV 0215GPR Pagina 11 van 54

12 4 Uitvoering en planning 4.1 Keuze onderzoekstechniek Algemeen Op basis van theoretische kennis, praktijkervaring en resultaten van validatie wordt bepaald welke onderzoekstechniek of combinatie van technieken ingezet zullen worden om het onderzoeksdoel te kunnen verwezenlijken. Resultaten van het vooronderzoek, het onderzoeksdoel, het gewenste dieptebereik, de locatie specifieke omstandigheden, de afmetingen van de verwachte explosieven, de nauwkeurigheid, de meetsnelheid, de kosten van veldwerk en data-analyse spelen een rol bij deze beslissing. Voor elk geofysische onderzoekstechniek geldt dat de minimale dimensies van de nog te detecteren objecten toenemen met de diepte. Indicatief kan gesteld worden dat de maximale diepte tot waarop verschillende soorten explosieven zijn te detecteren, circa 11 maal de diameter van het explosief bedraagt. Bijgaand een indicatief overzicht van de maximale diepte tot waarop verschillende soorten explosieven zijn te detecteren. Opgemerkt wordt dat het dieptebereik in de praktijk afhangt van meerdere factoren en locatie afhankelijk is. Projectspecifiek Gebaseerd op de hiervoor genoemde en beschikbare informatie worden de volgende technieken ingezet voor het verwezenlijken van het onderzoeksdoel: Meersonde gradiometer (onderwater) Metaaldetector/gradiometer 4.2 Onderzoeksopzet De werkzaamheden bestaan uit de navolgende fasen: Werkvoorbereiding; Detecteren: Computerondersteunde detectie en lokaliseren; (Laagsgewijze detectie en) benadering: (hernieuwde analoge detectie), laagsgewijs ontgraven en identificeren; Tijdelijk veiligstellen en/of opslag van aangetroffen explosieven; Overdracht aan Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD); Oplevering en evaluatie. Bij elke fase worden de projectspecifieke punten beschreven Werkvoorbereiding In onderstaande overzichten is de indicatieve planning van de voorbereidende werkzaamheden opgenomen met daarbij de taken van de verschillende partijen op basis van hetgeen hierboven staat beschreven. In bijlage 6 staan de algemene verantwoordelijkheden en bevoegdheden weergegeven. T&A Survey BV 0215GPR Pagina 12 van 54

13 Taken T&A (WSCS-OCE-deelcertificaat A) Actie Opstellen projectplan Start Gereed Opstellen concept projectplan Week 11 Week 11 Concept projectplan voorleggen aan opdrachtgever en gemeente Week 11 Week 11 Definitief projectplan ter acceptatie voorleggen aan opdrachtgever Week 11 Week 11 en gemeente Inzet personeel Inzet materieel Projectleider -N.v.t. Senior OCEdeskundige Opmerkingen - toelichting Voor aanvang van de werkzaamheden dient conform de WSCS OCE een projectplan te worden opgesteld. Dit is een gedocumenteerd plan waarin onderlinge relaties tussen betrokken partijen, alsmede de (planmatige) voortgang, afspraken, toezicht, documentatie en procedures zijn vastgelegd ten einde het project op een adequate en veilige wijze uit te kunnen voeren. Het projectplan dient voor aanvang van het project door de opdrachtgever te worden goedgekeurd. Conform van de WSCS-OCE dient het bevoegd gezag geïnformeerd te worden over opsporingswerkzaamheden middels het indienen van het projectplan en in het geval van benaderingswerkzaamheden ook actief aan te geven hier geen bezwaar tegen te hebben middels handtekening of brief. Actie Uitvoeren wettelijk verplichte meldingen Start Gereed Melding van het project bij de TUV-Nederland Week 12 Week 12 Melding EOD conform bijlage 12 Week 12 Week 12 Uitvoeren KLIC-melding Week 12 Week 12 Melding bij Inspectie SZW Week 12 Week 12 Inzet personeel Projectleider Inzet materieel -N.v.t. Opmerkingen - toelichting Geen Actie Voorbereiding veld Start Gereed Het opsporingsgebied dient in het veld te worden uitgezet. Week 12 In overleg, na rapportage PRA Inzet personeel Inzet materieel Assistent OCEdeskundige -HP DGPS Opmerkingen - toelichting Geen T&A Survey BV 0215GPR Pagina 13 van 54

14 Taken opdrachtgever Actie Voorbereiding De opdrachtgever draagt zorg voor vrije toegang op het opsporingsgebied aan T&A en regelt de toestemming voor T&A om het opsporingsgebied voor het onderzoek te betreden. Het opsporingsgebied dient (waar mogelijk) te worden opgeschoond van op het maaiveld zichtbare (metalen) objecten en obstakels. Controle en treffen van maatregelen voor het begaanbaar maken van het opsporingsgebied* Verzorgen van vergunning(en), locatie afzettingen en andere veiligheidsmaatregelen, zoals het verzorgen van toezicht gedurende het veldwerk, die genomen dienen te worden om het onderzoek op een veilige en verantwoorde manier uit te kunnen voeren worden, tenzij anders overeengekomen, verzorgd door de opdrachtgever. Explosievenveiligheid is een taak van T&A. Start Gereed Week 12 In overleg, na rapportage PRA Week 12 In overleg, na rapportage PRA Week 12 In overleg, na rapportage PRA Week 12 In overleg, na rapportage PRA Controle van het concept projectplan Week 12 Week 13 Acceptatie van het definitieve projectplan Week 12 Week 13 Inzet Inzet materieel personeel Opdrachtgever Ter beoordeling opdrachtgever Opmerkingen - toelichting *Bij onderzoek op land dient het opsporingsgebied obstakelvrij, vlak en beloopbaar te zijn ten tijde van het onderzoek. Hierbij dient opgemerkt te worden dat ter plaatse van obstakels (bebouwing, auto s, bovengrondse infrastructuur etc.) geen metingen kunnen worden verricht. Bij onderzoek op het water dient het wateroppervlak en de waterbodem vrij te zijn van obstakels. Hierbij dient opgemerkt te worden dat ter plaatse van obstakels (woonboten, dicht riet, etc.) geen metingen kunnen worden verricht. Taken gemeente(n) Actie Voorbereiding Start Gereed Acceptatie van werkzaamheden zoals omschreven in het projectplan Week 12 Week 14 Opmerkingen - toelichting Geen Taken Van Heteren (WSCS-OCE-deelcertificaat B) Inzet personeel Ambtenaar Inzet materieel N.v.t. Actie Mobilisatie materieel Start Gereed Acceptatie projectplan Week 12 Week 14 Aanvoer beveiligde kraan Week 12 In overleg, na rapportage PRA Aanvoer munitiecontainer (indien noodzakelijk) Week 12 In overleg, na rapportage PRA Inzet personeel Inzet materieel Opmerkingen - toelichting Geen Werkvoorbereider en chauffeur -Beveiligde kraan -Munitiecontainer T&A Survey BV 0215GPR Pagina 14 van 54

15 4.2.2 Uitvoering veldwerkzaamheden Detecteren en lokaliseren Taken T&A (WSCS-OCE-deelcertificaat A) Actie Oppervlakte detectie gradiometer - Land Met de meetapparatuur wordt het gehele opsporingsgebied vlakdekkend gemeten door de meetapparatuur lopend over de onderzoekslocatie te verplaatsen. Plaatsbepaling wordt door HP DGPS vastgelegd met een onnauwkeurigheid van minder dan 0.1 meter. De afstand tussen twee evenwijdige meetlijnen met de meersonde gradiometer bedraagt 0.33 meter. In een werkgang kunnen vier meetlijnen worden gemeten. De afstand tussen twee metingen op een meetlijn bedraagt maximaal 0.1 meter. Gereed In overleg, na rapportage PRA Inzet materieel -Gradiometer -HP DGPS Alle gegevens van het detecteren en lokaliseren worden geregistreerd in veldwerkregistratie (bijlage 8). Opmerkingen De onderzoekslocatie dient vrij toegankelijk te zijn tijdens het onderzoek; dit wil zeggen beloopbaar, gering reliëf en grotendeels obstakelvrij. Hierbij dient opgemerkt te worden dat ter plaatse van obstakels (bebouwing, auto s, bovengrondse infrastructuur etc.) geen metingen kunnen worden verricht. Actie Oppervlakte detectie gradiometer - Water Met de meetapparatuur wordt het gehele opsporingsgebied vlakdekkend gemeten door de meetapparatuur met een surveyboot over de onderzoekslocatie te verplaatsen. De sondes zullen hierbij zo dicht mogelijk bij de waterbodem geplaatst worden. Horizontale plaatsbepaling wordt door HP DGPS vastgelegd met een onnauwkeurigheid van minder dan 0.1 meter. De afstand tussen twee evenwijdige meetlijnen met de meersonde gradiometer bedraagt 0.33 meter. In een werkgang kunnen vier meetlijnen worden gemeten. De afstand tussen twee metingen op een meetlijn bedraagt maximaal 0.1 meter. Start In overleg, na rapportage PRA Inzet personeel -Twee assistent OCEdeskundigen Start In overleg, na rapportage PRA Inzet personeel -Twee assistent OCEdeskundigen Gereed In overleg, na rapportage PRA Inzet materieel -Gradiometer -HP DGPS -Surveyboot Alle gegevens van het detecteren en lokaliseren worden geregistreerd in veldwerkregistratie (bijlage 8). Opmerkingen Bij onderzoek op het water dient het wateroppervlak en de waterbodem vrij te zijn van obstakels. Hierbij dient opgemerkt te worden dat ter plaatse van obstakels (woonboten, dicht riet, etc.) geen metingen kunnen worden verricht. T&A Survey BV 0215GPR Pagina 15 van 54

16 (Laagsgewijze detectie en) benadering: (hernieuwde analoge detectie), laagsgewijs ontgraven en identificeren Taken T&A (WSCS-OCE-deelcertificaat A) en Van Heteren (deelcertificaat B) Actie (laagsgewijze detectie en) benadering: (hernieuwde analoge detectie) en laagsgewijs ontgraven De posities van de verdachte objecten, verkregen uit de computerondersteunde oppervlaktedetectie, worden uitgezet door een medewerker van T&A met behulp van HP DGPS. De navolgende werkzaamheden worden uitgevoerd door een benaderteam geassisteerd door een conform de WSCS-OCE beveiligde kraan. Gedurende benaderingswerkzaamheden is altijd een senior OCE-deskundige aanwezig. Benaderen Het benaderen bestaat uit het (her)lokaliseren met analoge detectieapparatuur (metaaldetector en/of gradiometer). Zodra de locatie van het verdachte object is vastgesteld en de globale diepte ligging is bepaald zal het object gecontroleerd laagsgewijs worden ontgraven. Laagsgewijs ontgraven Hierbij wordt het object gecontroleerd laagsgewijs blootgelegd dat, afhankelijk van de ligging, diepte en grondsoort, handmatig of middels een conform de WSCS-OCE beveiligde graafkraan wordt uitgevoerd. Bij het ontgraven wordt altijd voorkomen dat het object ongecontroleerd wordt geroerd. Laagsgewijze detectie en benadering Delen die door verstoring niet direct kunnen worden vrijgegeven, zullen met laagsgewijs detectie en benadering worden gecontroleerd onderzocht. Dit vindt plaats met analoge detectieapparatuur, waarbij verdachte objecten direct worden benaderd en geïdentificeerd. Het onderzoek vindt plaats in lagen van 0.3 tot 0.5 meter. Een vrijgegeven laag wordt vervolgens ontgraven, waarna opnieuw een laag wordt onderzocht en vrijgegeven. Laagsgewijze detectie en benadering wordt uitgevoerd door een benaderteam, geassisteerd door een conform de WSCS- OCE beveiligde kraan. Gedurende benaderingswerkzaamheden is altijd een senior OCE-deskundige aanwezig. Water Duikvoertuig Er zal een duikvoertuig naar de locatie worden gebracht dat als basis dient van de duikwerkzaamheden en is voorzien van alle noodzakelijke ondersteuningscapaciteiten om de werkzaamheden veilig en adequaat uit te voeren. Benaderen De posities van de verdachte objecten worden door HP-DGPS ingemeten en gemarkeerd met een boei. Een duiker zal het object gaan herlokaliseren met onderwater detectie apparatuur. Indien noodzakelijk zal met behulp van specifiek onderwater gereedschap de waterbodem laagsgewijs worden verwijderd tot het object kan worden geïdentificeerd. De duiker is uitgerust met video inspectie apparatuur en staat in contact met een reserve duiker, een duikploegleider /senior OCE-deskundige duiker aan de oppervlakte. Als er sprake is van een positieve identificatie (object is een explosief) zal het explosief worden gemarkeerd in afwachting van de EOD. Bij een negatieve identificatie van het object is het onderzoek daar afgerond. Kraanmachinist Start In overleg, na rapportage PRA Inzet personeel Een benaderteam bestaande uit een senior OCEdeskundige en een assistent OCEdeskundige Een duikteam bestaande uit een senior OCEdeskundige en 2 (assistent) OCEdeskundige duikers. Gereed In overleg, na rapportage PRA Inzet materieel -HP DGPS -Metaaldetector -Gradiometer -Schep -Scherfwerende dekens -Beveiligde kraan -Duikmateriaal duikbus T&A Survey BV 0215GPR Pagina 16 van 54

17 Actie Identificatie Identificatie In het volgende geval treedt de Algemene procedure identificatie en tijdelijk veiligstellen explosieven in werking: Aantreffen van een (restant van een) explosief met of zonder explosieve stof (waaronder hulzen, staartstukken etc.) In het kader van de Algemene procedure identificatie en tijdelijk veiligstellen explosieven bepaalt de senior OCE-deskundige per object: Hoofdsoort (hoofdgroepen); Subsoort (type, kaliber, NEG explosieve stof, nationaliteit); Wapeningstoestand; Aantal / Uniek nummer detectie; Diepte; Tevens per aangetroffen object een foto met maatschaal, tenzij met de projectleider anders overeengekomen. Indien het object geen (restant van een) explosief betreft, worden de volgende gegevens geregistreerd: Aard object Dimensies object Diepte object Actie Tijdelijke veiligstellen explosief Tijdelijk veiligstellen niet-afwerpmunitie Als er een explosief wordt aangetroffen, wordt dit ter plaatse tijdelijk veiliggesteld in afwachting van de overdracht aan de EOD die de ruiming uitvoert. Afhankelijk van de situatie wordt door de senior OCE-deskundige de methode van tijdelijk veiligstellen vastgesteld: Indien de contouren van een CE wordt vermoedt, wordt de vondstlocatie afgeschermd middels hekken en scherfwerende dekens. Bij voorkeur: Verplaatsen en tijdelijk veiligstellen in een munitiecontainer (VTVS). Een munitiecontainer is direct beschikbaar/niet beschikbaar/op afroep beschikbaar en zal worden ingezet bij de eerste vondst van een explosief met een uitwerkingsrisico voor de omgeving (de vondst van een explosief met explosieve stof); Ter plaatse laten liggen, niet beroeren en onder bewaking stellen; Ter plaatse laten liggen en zonder te beroeren afdekken en zo nodig markeren; Verplaatsen, ingraven en afdekken en zo nodig markeren. Start Gereed Aantreffen van een (restant van een) explosief met of zonder explosieve stof (waaronder hulzen, staartstukken etc.) Inzet personeel Inzet materieel Senior OCEdeskundige -Database Start Gereed Direct na positieve identificatie van (onderdeel van) een explosief Inzet personeel Inzet materieel Senior OCEdeskundige -Scherfwerende dekens -Munitiecontainer Kraanmachinist -Schep -Beveiligde kraan -Beveiligde minigraver Munitiecontainer (VTVS) De munitiecontainer is een speciaal conform de WSCS-OCE ingerichte, beveiligde voorziening voor de tijdelijke opslag van explosieven. De senior OCE-deskundige aanwezig op de werklocatie draagt zorg voor het: Niet overschrijden van de maximale opslag capaciteit van de munitiecontainer (10 kilogram NEG explosieve stof); Dagelijks registeren van de inhoud van de munitiecontainer; Dagelijkse communicatie met projectleider over vondst(-en). Locatie munitiecontainer (VTVS) De locatie van de munitiecontainer dient te voldoen aan de eisen zoals gesteld in de WSCS-OCE. Een van de locatievoorwaarden is: De opslagvoorziening dient te worden opgesteld op een vlakke en verharde ondergrond. In een cirkel van 10 meter rondom de opslagvoorziening mogen zich geen objecten en andere zaken bevinden, met uitzondering van het hekwerk rondom de opslagvoorziening. De locatie van de munitiecontainer wordt in overleg met bevoegd gezag bepaald op het moment dat plaatsing noodzakelijk is. T&A Survey BV 0215GPR Pagina 17 van 54

18 Alle gegevens van het benaderen, laagsgewijs ontgraven en Senior OCEdeskundige identificeren worden geregistreerd in veldwerkregistratie (bijlage 8). Opmerkingen De onderzoekslocatie dient vrij toegankelijk te zijn tijdens het onderzoek; dit wil zeggen beloopbaar, gering reliëf en grotendeels obstakelvrij. Hierbij dient opgemerkt te worden dat ter plaatse van obstakels (bebouwing, auto s, bovengrondse infrastructuur etc.) geen metingen kunnen worden verricht Overdracht aan Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) Taken T&A (WSCS-OCE-deelcertificaat A) Actie Overdracht aan EOD Start Gereed De EOD zal de explosieven demonteren en/of ruimen. In de regel gebeurt dit op de vindlocatie of op een vernietigingslocatie binnen Na afronden project in overleg met politie, bevoegd gezag en EOD de gemeente waar het explosief is gevonden. De communicatie met Inzet de EOD vindt plaats conform de communicatie met de EOD personeel Inzet materieel (bijlage 12). Senior OCEdeskundige -N.v.t. Opmerkingen - toelichting Locatie vernietigingsterrein Voor dit project is nog geen vernietigingslocatie vastgesteld (zie bijlage 11 voor de locatie en voorwaarden waaraan een vernietigingslocatie (indien mogelijk) dient te voldoen). Taken gemeente(n) Actie Overdracht aan EOD In overleg tussen de EOD en de gemeente dient besloten te worden op welke locatie de explosieven vernietigd zullen worden. In de regel gebeurt dit op de vindlocatie of op een vernietigingslocatie binnen de gemeente waar het explosief is gevonden. Overdracht van explosieven aan de EOD Start Gereed Na afronden Voordat de project in overdracht van overleg met explosieven aan politie en EOD EOD plaatsvindt Na afronden project in overleg met politie, bevoegd gezag en EOD Inzet personeel Inzet materieel Politie en -N.v.t. ambtenaar Opmerkingen - toelichting De communicatie met de EOD vindt plaats conform de communicatie met de EOD (bijlage 12). T&A Survey BV 0215GPR Pagina 18 van 54

19 4.2.3 Oplevering en evaluatie De oplevering (proces-verbaal) geschiedt conform de Uniforme Administratieve Voorwaarden (UAV 2012). Taken T&A (WSCS-OCE-deelcertificaat A) Actie Oplevering en evaluatie van het opsporingsonderzoek De rapportage bestaat uit een Proces Verbaal van Oplevering met daarin een overzichtskaart van de vrijgegeven gebieden, de omschrijving van de opdracht, de gebruikte opsporingsmethode(n), alsmede gegevens met betrekking tot de verwijderde objecten en overdracht van de aangetroffen explosieven aan de EOD. Voorafgaand aan het afvoeren van schroot vindt een eindcontrole plaats door de senior OCE deskundige. Deze eindcontrole wordt geregistreerd. Start Week 1 na afronding veldwerk Inzet personeel Projectleider Senior OCEdeskundige Gereed Week 1 na afronding veldwerk Inzet materieel -N.v.t. De beëindiging van de opsporingswerkzaamheden zal worden gemeld bij de opdrachtgever, de betrokken gemeenten, de EOD en de TUV. Tevens zal een interne evaluatie worden uitgevoerd. Opmerkingen toelichting De rapportage wordt digitaal aangeleverd zowel in pdf formaat (tekst) als in Autocad/GIS (bijlagen) formaat. Op verzoek wordt een versie van het rapport per post nagezonden. Klachten en tekortkomingen T&A stelt alles in het werk om de opdracht naar tevredenheid van de opdrachtgever uit te voeren, voor zover dit binnen de opdracht valt en op basis van billijkheid en redelijkheid valt te verwachten. Mocht de opdrachtgever niet tevreden zijn, dan beschikt T&A over een procedure, zoals in de WSCS OCE is vastgesteld. De projectleider is hierbij het aanspreekpunt. T&A Survey BV 0215GPR Pagina 19 van 54

20 5 (Explosieven) veiligheid, risico s en beheersing VGM plan 5.1 Voorziene risico s omgeving en personeel Op basis van de in dit hoofdstuk beschreven taak-risico-analyse en uitsluitend aangevuld met noodzakelijke beschermende en veiligheidsmaatregelen is het risico voor de bevolking, infrastructuur en personeel nihil Vermoedelijke straal schervengevarenzones In bijlage 1a is de schervengevarenzone opgenomen. Deze veiligheidsstraal is gebaseerd op het netto explosieven gewicht van de zwaarst aan te treffen munitiesoort en dient te worden gehandhaafd bij ongecontroleerde ontgraving of demontage door EOD. Opgemerkt dient te worden dat T&A gecontroleerde ontgraving uitvoert zoals beschreven in paragraaf Projectgebonden risico-inventarisatie en - evaluatie De projectgebonden risico-inventarisatie en - evaluatie heeft als doel om op basis van de risico s de gerelateerde gevarensituaties op te sommen, te evalueren en de juiste veiligheids- en beschermende maatregelen te treffen. T&A beschikt conform de wetgeving over een door de ArboUnie opgestelde algemene Risico Inventarisatie en Evaluatie met een algemene Taak-Risico-Analyse. Hieronder staat de projectgebonden taak-risico-analyse betreffende het project beschreven. Activiteit/Taak Risico s Effect Maatregelen Wie Uitvoeren werkzaamheden Struikelgevaar Lichamelijk letsel Voorzichtig lopen, goed opletten, stevig schoeisel Uitvoerend personeel Uitvoeren werkzaamheden Aanwezigheid derden (afleiding van werkzaamheden) Vergroting risico s bij werkzaamheden, Vrij werkgebied (zie toelichting bijlage 7) en toegangsregeling (zie bijlage 4) Uitvoerend personeel Controle: senior OCE-deskundige lichamelijk letsel Verrichten werkzaamheden explosieven verdacht gebied Aantreffen explosieven Mogelijk ongecontroleerde explosie/lichamelijk letsel Werkzaamheden uitvoeren conform WSCS-OCE / communicatie met Sr. OCE deskundige / kraanmachinist Uitvoerend personeel. Controle: senior OCE-deskundige, projectleider Identificeren explosief Detonatie Lichamelijk letsel Identificatie conform WSCS OCE en EOD richtlijnen Senior OCE-deskundige Graafwerkzaamheden algemeen In contact komen met vervuilde grond Lichamelijk letsel Bepalen vervuilingsklasse en treffen maatregelen, inclusief vastleggen te gebruiken PBM s Uitvoerend personeel Controle: projectleider / DLP-er op locatie Graafwerkzaamheden (handmatig) In contact komen scherpe voorwerpen Snijwonden Dragen handschoenen Uitvoerend personeel Controle: projectcoördinator Graafwerkzaamheden met kraan Instorten put/werken in besloten ruimte Lichamelijk letsel Talud 1:1, ladder gebruiken als ingang / uitgang Uitvoerend personeel Controle: uitvoerder / projectcoördinator T&A Survey BV 0215GPR Pagina 20 van 54

21 Activiteit/Taak Risico s Effect Maatregelen Wie Uitvoeren werkzaamheden Aanrijdgevaar Lichamelijk letsel Goed opletten, buiten bereik machines blijven, dragen veiligheidshelm en veiligheidsvest Projectleider Uitvoerend personeel Controle: projectcoördinator Werken in de nabijheid van kabels en leidingen Kabelbreuk / Elektrocutie / gasontploffing Lichamelijk letsel KLIC-melding Projectleider Uitvoerend personeel Controle: projectcoördinator Uitvoeren werkzaamheden op het water Struikelgevaar Lichamelijk letsel, verdrinkingsgevaar, onderkoeling Stevig schoeisel en overige PBM s, voorzichtig lopen, goed opletten, taakroulatie, reddingsvesten Uitvoerend personeel Uitvoeren werkzaamheden op het water Aanvaringsgevaar Lichamelijk letsel,verdrinkingsg evaar, onderkoeling Goed opletten, taakroulatie, reddingsvesten Uitvoerend personeel Uitvoeren OCE duikwerkzaamheden Beknelling / geen ademlucht / onwel worden Verdrinking Werkzaamheden uitvoeren conform werkinstructie duiken (Arbowet) Uitvoerend personeel Controle: duikploegleider/ Sr. OCE-deskundige Uitvoeren OCE duikwerkzaamheden In aanraking komen met vervuild slib / explosieven Lichamelijk letsel Werken met vuilwater duiksysteem/videosyst eem/communicatie met Sr. OCE deskundige Uitvoerend personeel Controle: duikploegleider/ /Sr. OCE deskundige Uitvoerend personeel Tijdens de uitvoering van het onderzoek zijn deskundige medewerkers op het opsporingsgebied aanwezig. Deze zullen tijdens het onderzoek voortdurend eventuele onveilige situaties signaleren en/of in de gaten houden. De projectcoördinator kan ter plaatse maatregelen nemen om onveilige situaties voor alle aanwezigen op het opsporingsgebied te voorkomen. De projectcoördinator is bevoegd het onderzoek stil te leggen wanneer deze dit voor de veiligheid van het project noodzakelijk acht. In het geval van risicovollere werkzaamheden (benaderingswerkzaamheden) is op het werk minimaal één persoon aanwezig in het bezit van een geldig BHV of EHBO diploma. Persoonlijke beschermingsmiddelen Iedere werknemer aanwezig op het opsporingsgebied heeft de beschikking over persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM s) afgestemd op de uit te voeren werkzaamheden en milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse. Voor dit project dient iedere werknemer minimaal te beschikken over: Schone werkkleding; Veiligheidsschoenen/veiligheidslaarzen; Werkhandschoenen; Veiligheidshelm; Veiligheidsvest; Specifieke PBM s met betrekking tot verontreinigde grond (indien noodzakelijk); Duikuitrusting/droogpak. In het KAM handboek en het door de werknemers ondertekende introductieformulier is vastgelegd dat T&A al het mogelijke in het werk stelt om het milieu te ontlasten en de werkzaamheden veilig uit te voeren. T&A Survey BV 0215GPR Pagina 21 van 54

22 5.2.1 Kwantitatieve risicoanalyse uitwerking explosief Op basis van de risicoanalyse en veiligheidsmaatregelen zoals hierboven omschreven, kan voor de opsporingswerkzaamheden een kwantitatieve risicoanalyse m.b.t. de uitwerking van een explosie opgesteld worden. De risicoanalyse is gebaseerd op het inschalen van de kans op de aanwezigheid van explosieven in het werkgebied (K), de kans op het ongecontroleerd in contact komen met een eventueel aanwezig explosief (B) en het effect van het ongeval (E). De K-waarde wordt bepaald aan hand van het historisch vooronderzoek. De B-waarde wordt bepaald aan hand van de werkmethode zoals omschreven in onderhavig projectplan in relatie tot de te verwachten explosieven en locatiespecifieke omstandigheden. Aan de hand hiervan wordt een risicowaarde bepaald, die een maat is voor de (explosieven) risico s. Door de omschreven veiligheidsmaatregelen is de kans op het ongecontroleerd in contact komen met een eventueel aanwezig explosief (B) en het effect van het ongeval (E) aanzienlijk gereduceerd. Bij detectiewerkzaamheden Op basis van bijlage 7 is de risicowaarde voor de detectiewerkzaamheden als volgt bepaald: De K-waarde voor dit onderzoek bedraagt: 6 De B-waarde voor dit onderzoek bedraagt: 0.1 De E-waarde voor dit onderzoek bedraagt: 15 Dientengevolge bedraagt risicowaarde 6 x 0.1 x 15 = 9. Op basis van de risicowaarde geldt dat er een zeer licht risico aanwezig is. Om dit niveau verder terug te dringen worden de werkzaamheden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel en worden benodigde veiligheidsmaatregelen getroffen. Bij benaderingswerkzaamheden Op basis van bijlage 7 is de risicowaarde voor de benaderingswerkzaamheden als volgt bepaald: De K-waarde voor dit onderzoek bedraagt: 6 De B-waarde voor dit onderzoek bedraagt: 0.2 De E-waarde voor dit onderzoek bedraagt: 15 Dientengevolge bedraagt risicowaarde 6 x 0.2 x 15 = 18. Op basis van de risicowaarde geldt dat er een zeer licht risico aanwezig is. Om dit niveau verder terug te dringen worden de werkzaamheden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel en worden benodigde veiligheidsmaatregelen getroffen. Na opsporingswerkzaamheden Op basis van bijlage 7 is de risicowaarde voor de geplande reguliere werkzaamheden na uitvoering van de opsporingswerkzaamheden als volgt bepaald: De K-waarde voor dit onderzoek bedraagt: 0.2 De B-waarde voor dit onderzoek bedraagt: 6 De E-waarde voor dit onderzoek bedraagt: 15 Dientengevolge bedraagt de risicowaarde 0.2 x 6 x 15 = 18. Op basis van de risicowaarde geldt dat er een zeer licht risico aanwezig is. T&A Survey BV 0215GPR Pagina 22 van 54

23 5.3 Noodplan Een noodplan is in bijlage 3 opgenomen. 5.4 Projectcontroles De volgende projectcontroles zullen plaatsvinden. De resultaten worden geadministreerd in de digitale projectadministratie. Het projectplan en rapportage worden ondertekend door de verantwoordelijke. Jaarlijks zullen de resultaten in het jaarverslag worden geëvalueerd. Welke controle Tijdstip controle Wie en op welke wijze Volledigheid projectplan Projectplan ondertekend Project aangemeld TUV- Nederland KLIC melding uitgevoerd UO aanvraag EOD Startwerkvergadering plaatsgevonden Veldwerkregistraties ingevuld Rapportage onderzoeksresultaten Voor aanvang veldwerkzaamheden Voor aanvang veldwerkzaamheden Voor aanvang veldwerkzaamheden Voor aanvang veldwerkzaamheden Voor aanvang veldwerkzaamheden Voor aanvang veldwerkzaamheden Wekelijks per project Na afronden project Check en ondertekenen door projectleider, projectmanager en senior OCE deskundige Check door projectleider Check door projectleider Check door projectleider Check door projectleider Check door projectleider Check door projectleider Check en ondertekenen door projectleider, projectmanager en senior OCE deskundige Project Evaluatie Na afronden project Check door projectleider T&A Survey BV 0215GPR Pagina 23 van 54

24 6 Interne en externe communicatie 6.1 Reguliere project communicatie Reguliere communicatie betreffende het onderhavige project zal plaatsvinden conform onderstaand communicatieschema. De contactgegevens van de diverse organisaties staan in bijlage 2. Opdrachtgever Projectleider T&A Survey BV Bevoegd gezag Senior OCE deskundige T&A Survey BV Projectleider / Uitvoerder Van Heteren Weg- en Waterbouw Voorlichting en instructie algemeen Voor aanvang van de werkzaamheden zal een start-werk vergadering worden gehouden waarbij alle betrokkenen op het werk worden geïnformeerd. Hiervan worden registraties bijgehouden. Voorlichting gemeente(n) en opdrachtgever T&A houdt waar nodig contact met de gemeente(n) en de opdrachtgever over de te verrichten werkzaamheden aangaande het explosieven onderzoek. Voorlichting derden Voorlichting van derden gebeurt uitsluitend na toestemming en verzoek van de opdrachtgever en/of de gemeente(n). Werkvergaderingen Werkvergaderingen zullen naar behoefte plaatsvinden op de werklocatie. Het tijdstip van de vergaderingen wordt in overleg met de opdrachtgever vastgesteld. Bij de vergadering kunnen, situatie afhankelijk, de volgende instanties en personen aanwezig zijn: Projectleider; Senior OCE-deskundige; Opdrachtgever; Gemeente; Politie; EOD. Aandachtspunten bij de vergadering kunnen zijn: Voortgang werkzaamheden; Aantal aangetroffen explosieven; ; Veiligheidsmaatregelen; Eventuele knelpunten; Risico s (nieuwe inzichten). T&A Survey BV 0215GPR Pagina 24 van 54

25 6.2 Communicatie bij aantreffen van een explosief Bij het aantreffen van een vermoedelijk explosief, zal identificatie en indien van toepassing het tijdelijk veiligstellen van het explosief plaatsvinden zoals omschreven in hoofdstuk 4. Afhankelijk van de soort, toestand en locatie van het explosief zal het na afronden van het opsporingsonderzoek of direct na aantreffen overgedragen worden aan de EOD conform de communicatie omschreven in bijlage 12. Overdacht aan de EOD vindt altijd plaats in de aanwezigheid van politie. Opdrachtgever zal ingelicht worden over de vondst van (een) explosief/explosieven. Dit gebeurt middels de eindrapportage en direct na aantreffen van explosieven bij een eerste vondst. Het bevoegd gezag zal ingelicht worden over de vondst van (een) explosief/explosieven voorafgaand aan de overdracht van de explosieven aan de EOD. Indien afwerpmunitie wordt aangetroffen, wordt het bevoegd gezag direct op de hoogte gesteld. Senior OCE deskundige T&A Survey BV Projectleider T&A Survey BV EOD Politie Bevoegd gezag Opdrachtgever 6.3 Communicatie bij noodgevallen In noodgevallen treedt het noodplan van bijlage 3 in werking. Onderstaand is de communicatie voor deze situatie weergegeven. Projectcoördinator / Senior OCE deskundige T&A Survey BV Politie / Brandweer / Ambulancedienst Projectleider T&A Survey BV Bevoegd gezag Opdrachtgever T&A Survey BV 0215GPR Pagina 25 van 54

26 Bijlage 1: a) Situatietekening opsporingsgebied (Google maps en adres) Opsporingsgebied Navigatieadres: Kruising Utrechtsestraatweg/Berkenweg te Rhenen T&A Survey BV 0215GPR Pagina 26 van 54

27 Toelichting schervengevarenzone Op basis van het voorschrift VS van het Ministerie van Defensie worden in Nederland de onderstaande schervengevarenzones gehanteerd. De schervengevarenzone is het gebied rond de ligplaats van een explosief, waar bij een eventuele explosie gerede kans bestaat dat men door scherven van het explosief of secundaire scherven van bijvoorbeeld puin wordt getroffen. Deze zone is van toepassing bij demontage door de EOD en bij ongecontroleerd ontgraven. Binnen deze zones dienen maatregelen tegen scherfwerking te worden genomen (kolommen 1 en 2). Tevens zijn veiligheidsafstanden opgenomen wanneer gebruik wordt gemaakt van een beschermingsconstructie (kolom 4). Een kolom water van tenminste 5 meter water is vergelijkbaar met een beschermingsconstructie van bijvoorbeeld met zand gevulde containers. De kolommen 5 en 6 geven een aantal voorbeelden van kalibers (soorten explosieven) weer, gerelateerd naar explosieven voor algemeen gebruik. Netto explosief gewicht NEG (kg) Scherven gevarenzone fragmenten (m) Scherven gevarenzone overige fragmenten (m) Scherven Geschut gevarenzone munitie met beschermingsconstructie (m) Afwerp munitie n.v.t. 75 mm n.v.t n.v.t. 88 mm n.v.t n.v.t n.v.t. 105 mm n.v.t n.v.t. 120 mm n.v.t n.v.t. 155 mm n.v.t n.v.t. 240 mm 50 kg n.v.t n.v.t. 70 kg mm 250 lbs lbs lbs lbs > Op basis van het voorschrift VS van het Ministerie van Defensie kan een schervengevarenzone zonder beschermende constructie worden bepaald op 670 meter. De schervengevarenzone is het gebied rond de ligplaats van een explosief, waar bij een eventuele explosie gerede kans bestaat dat men door scherven van het explosief of secundaire scherven van bijvoorbeeld puin wordt getroffen. Deze zone is van toepassing bij demontage door de EOD en bij ongecontroleerd ontgraven. Bij gecontroleerde ontgraving, zoals T&A deze uitvoert is deze schervengevarenzone niet van toepassing. Indien noodzakelijk wordt bij de gecontroleerde ontgraving de schervengevarenzone teruggebracht door het aanbrengen van een beschermende constructie. T&A Survey BV 0215GPR Pagina 27 van 54

28 Bijlage 1: b) Overzichtskaart opsporingsgebied AutoCAD met RD coördinaten T&A Survey BV 0215GPR Pagina 28 van 54

29 Legenda Detectieresultaat Opsporingsgebied Vrijgegeven gebied met uitzondering van verdachte objecten Verdachte objecten Beperkt vrijgegeven gebied (m.u.v. verdachte objecten en munitie kleiner dan 10.5 cm) Verstoord gebied Niet ingemeten gebied ³ Meter T&A Survey BV Dynamostraat 48 Postbus NR Amsterdam Project: Tel: Fax: info@ta-survey.nl Web: Detectie CE Palmerswaard te Rhenen Bijlage: A. CE Bodembelastingkaart Schaal: 1:1.500 Opdrachtgever: Provincie Zuid-Holland Formaat: A0 Tekenaar: Datum: MvV Vergrotingen:1:500 Projectnummer: 1014GPPR4739.1

30 Bijlage 2: Lijst met betrokken organisaties Organisatie Adres Contactpersoon Telefoon/faxnummer en Bevoegd gezag - Gemeente Rhenen Opdrachtgever Provincie Utrecht Nieuwe Veenendaalseweg 75 Rhenen Provincie Utrecht Archimedeslaan 6 Postbus TH Utrecht Alg: Openbare orde en Veiligheid: Mevr. M. Zeeman Tel: info@rhenen.nl Tel: Marjolein.zeeman@rhenen.nl dhr. M. van den Berg Tel: m.berg@o-gen.nl Explosieven Opruimings Dienst Defensie Zeisterspoor 15 PC 3769 AP Soesterberg Tel: Tel: eod.meldingen@mindef.nl Van Heteren Weg- en Waterbouw Boortorenweg RS Hengelo Dhr. R. Kerkhof (projectleider) Tel: GSM: r.kerkhof@vanheteren.com T&A Survey BV Dynamostraat 48 Postbus NR Amsterdam Algemeen Tel: Fax: Projectleider: Dhr. M. van Gennip Senior OCEdeskundige: Dhr. S. van Sermondt GSM: vangennip@ta-survey.nl GSM: vansermondt@tasurvey.nl T&A Survey BV 0215GPR Pagina 29 van 54

31 Bijlage 3: Noodplan en inschakelen hulpverleningsdiensten Acties bij incident met (aanzienlijke) schade/lichamelijk letsel en/of brand Het doel van deze procedure is het voorkomen van onveilige situaties en (grote)vertragingen tijdens een incident/noodsituatie. (1)Stop de werkzaamheden en schat de situatie in. Indien direct gevaar dreigt, mensen uit gevarenzone verwijderen indien dit mogelijk is zonder jezelf of anderen in gevaar te brengen! (2)Bij brand: Munitie kan exploderen door de hitte van een brand. Er dient dan ook geen poging tot brandbestrijding te worden gedaan bij explosieven: Zoek dekking indien aanwezig of; Verlaat het gebied tot op een afstand van 250m in het open veld (bovenwinds) (3)Alarmeer de hulpdiensten (Bel 112) en meldt het volgende: Je naam Locatie Soort ongeval, aantal slachtoffers en soort verwondingen Zorg dat je aan de lijn blijft om vragen te beantwoorden, geef eventueel je telefoonnummer door (4) Verleen eerste hulp, blijf bij het slachtoffer, roep voor assistentie als je alleen bent met slachtoffer(s) (5) Zorg dat iemand de hulpdiensten opvangt en naar de locatie begeleidt. (Senior) OCE-deskundige beoordeelt of locatie veilig is voor de hulpdiensten (6) Stel de projectleider op de hoogte Contactgegevens hulpdiensten: Adres: Algemeen alarmnummer 112 Telefoonnummer Politie Ziekenhuis Gelderse Vallei Willy Brandtlaan RP Ede, Nederland Vereniging Sam.werk. Huisartsen Rhenen Nieuwe Veenendaalseweg 51-A 3911 ME Rhenen Aanwezige hulpmiddelen voor noodsituatie: Soort Locatie Opmerkingen EHBO-trommel A - In de directiekeet naast de deur - Door senior OCE te controleren op volledigheid voor aanvang EHBO-trommel B - In iedere bedrijfsauto project; Brandblusser 1 - In de directiekeet - Direct aanvullen indien gebruikt Brandblusser 2 - Naast de munitiecontainer T&A Survey BV 0215GPR Pagina 30 van 54