Plan. BEELDKWALITEIT OP HOOFDLIJNEN SCHAPENDRIFT, BLARICUM juni ruimte voor ideeën

Transcriptie

1 Plan BEELDKWALITEIT OP HOOFDLIJNEN SCHAPENDRIFT, BLARICUM juni 2016 ruimte voor ideeën

2 Opdrachtgever: Agapanthus Invest BV Documentnaam: 1132-Schapendrift-mr bkp Wijzigingsdatum: juni 2016 Middenbaan 108, 2991 CT Postbus 37, 2990 AA Barendrecht T +31 (0)

3 Inhoud 1 Stedenbouwkundig plan Locatie Plan Woningen 5 2 Beeldkwaliteit op stedenbouwkundig niveau Algemene sfeer Bebouwingstypologie Oriëntatie, hoeken en accenten Situering en rooilijn Bouwhoogte en vorm 7 3 Beeldkwaliteit woningen 8 4 Gezamenlijk erf Situatie Visie Materiaal 14

4 Stedenbouwkundig plan Eemnesserweg 1 2 4/9 8 evt. boom P. P. P. P. P. P. P. 7 Schapendrift Rijbaan: Voetpad: Keperverband Halfsteensverband Verlichting Kadastrale gegevens: Gemeente Blaricum Sectie E Haag 2291 Perceel 1817 / Schaal 1 : Datum N 4

5 1.1 Locatie De planlocatie ligt ingeklemd tussen de Eemnesserweg en de Schapendrift in Blaricum. Op de locatie was een tuincentrum gevestigd. Het plangebied is nu beschikbaar gekomen voor woningbouw. De Schapendrift is een lange doorgaande lijn in het bosrijke landschap in de richting van Laren. Ook de Eemnesserweg is zo n lange doorgaande lijn, vanuit Blaricum in de richting van Eemnes. Toch zijn de beide wegen niet ingericht als doorgaande hoofdroute. De wegen zijn met klinkers bestraat en worden gekenmerkt door hun lommerrijke karakter. Ten westen van het plangebied is voornamelijk bos te vinden, waarin ruime, vrijstaande woningen geplaatst zijn. Aan de zuidoost kant van de locatie zijn daarnaast ook velden te vinden, hier is sprake van landelijk gebied. Aan de kruising van de Schapendrift en de Eemnesserweg, iets ten zuiden van het plangebied, staat een karakteristiek tolhuis. Op de percelen die bij het kadaster bekend staan als 655, 2935 en 2936 ligt een plan voor 8 woningen. 1.2 Plan Het stedenbouwkundig plan voor de locatie sluit aan bij het kleinschalige en lommerrijke karakter van zowel de Schapendrift als de Eemnesserweg. De ontwikkeling van de locatie is kleinschalig en in lijn met het karakter van de omgeving. Binnen de locatie is ruimte voor 8 woningen. Dit zijn 2 vrijstaande woningen, 2 twee-onder-één-kap woningen en 4 rijwoningen. Van de vier rijwoningen vallen er drie in de sociale categorie, de kopwoning is ruimer vormgegeven en vormt het gezicht van dit cluster. De vier rijwoningen hebben een gezamenlijk erf met een parkeercluster. Om de locatie goed te laten passen in de omgeving dient de beeldkwaliteit daarop aan te sluiten. Er is dus behoefte aan een beeldkwaliteitsplan waarin wordt beschreven hoe de nieuwbouw op zowel stedenbouwkundig als architectonisch niveau aansluit bij het karakter van Blaricum 1.3 Woningen De nieuwe woningen moeten vooral passen in de bestaande omgeving. Dit betekent dat ze moeten passen bij de vormgeving, architectuurstijl en het materiaalgebuik van de woningen in de omgeving. De vrijstaande woningen en de twee-onder-één-kap woningen kunnen verschillen in verschijningsvorm, maar passen in het groene en exclusieve karakter van het dorp Blaricum. De rijwoningen dienen ook te passen in dit karakter, en moeten daarom worden vormgegeven als één geheel. Dit geheel bestaat uit één kopwoning aan de Schapendrift, met eigen tuin en oprit, en drie daarachter gelegen woningen in een passend volume met een gezamenlijk erf dat te bereiken is vanaf de Schapendrift. 5

6 2 Beeldkwaliteit op stedenbouwkundig niveau De stedenbouwkundige structuur kan door het beeldkwaliteitsplan worden versterkt. Waar nodig worden regels gesteld en waar mogelijk wordt inspiratie geboden. 6

7 2.1 Algemene sfeer Voor de stedenbouwkundige inrichting van het plangebied is de inspiratie gehaald uit de omgeving; de ligging aan twee rustieke doorgaande routes met een rijk en groen karakter. Deze situatie is vertaald in een kwaliteitskader voor de nieuw te bouwen woningen. Van inspiratie naar kwaliteitskader De nieuwe woningen vinden hun basis in het lommerrijke en groene van de omgeving. Hierbij kun je denken aan de ruime opzet, groene erfafscheidingen etc. Hierover meer in het volgende hoofdstuk Passend in het lommerrijke karakter van Blaricum De nieuwbouw vult het gat op dat wordt achtergelaten door het vertrek van het tuincentrum. De planlocatie sluit naadloos aan bij de omgeving. Het ademt de sfeer van het dorp Blaricum en de natuurlijke rust en ruimte van t Gooi. In deze sfeer kan gedacht worden aan traditionele landelijke architectuur maar ook aan daarop geïnspireerde modernere vertalingen daarvan. Ook de chiquere vormen van de architectuurstijlen uit de jaren 20 en 30 komt in de omgeving voor. Bij elke woning moet een hoogwaardige kwaliteit voorop staan op deze rustieke plek. En door de regels van beeldkwaliteit wordt de samenhang gewaarborgd. 2.2 Bebouwingstypologie De acht nieuw te bouwen woningen in het plangebied zijn een mix van vrijstaande woningen, twee-onder-één-kap woningen en bijzondere rijwoningen. De woningen ademen het rustieke en natuurlijke van de exclusieve woonomgeving van het dorp Blaricum. Ze zijn bescheiden chique, zeker niet opvallend. De woningen bestaan uit één laag met een kap. De kopwoning van het rijtje is duidelijk de hoofdwoningen, de andere drie achtergelegen woningen zijn samengevoegd in een passen volume. 2.3 Oriëntatie, hoeken en accenten De vrijstaande woningen, de twee-onder-één-kap woningen en de kopwoning van het rijtje zijn georiënteerd op de openbare ruimte. Voor de vrijstaande woningen en de kopwoning van het rijtje betekent dit een oriëntatie op de Schapendrift, voor de twee-onder-één-kap woning een oriëntatie op de Eemnesserweg. De drie achtergelegen rijwoningen zijn georiënteerd op het gezamenlijke erf. Er zijn geen duidelijke hoeken in het plan, het betreft een inpassing in een bestaande structuur tussen bestaande bebouwing. Aan beide zijden liggen privé kavels. De invulling van de locatie kent geen aanleidingen voor accenten. De woningen zijn met elkaar een passende invulling, met een goede mogelijkheid voor bijzondere woningen. Binnen de stedenbouwkundige structuur is er geen aanleiding om één van de woningen op voorhand aan te wijzen als accent. 2.4 Situering en rooilijn De inrichting van de locatie zal aansluitend aan de omgeving een groen en lommerrijk karakter kennen. Het plangebied kent geen vaste rooilijn. De voortuinen van de vrijstaande woningen, de twee-onder-één-kap woningen en de kopwoning van het rijtje kennen wel een tuin bestemming van wisselende diepte aan de voorzijde van de kavel. Dit resulteert in ruime voortuinen, behalve voor de achtergelegen rijwoningen, deze staan (vrijwel) direct aan het gezamenlijke erf. Dit erf is zodanig vormgegeven dat het informeel en natuurlijk oogt. 2.5 Bouwhoogte en vorm De woningen bestaan uit één bouwlaag met een royale kap, sterk gericht op de openbare ruimte. De goot- en nokhoogte aan de Eemnesserweg bedragen 3,5 en 7 om de nieuwe massa aan te laten sluiten op de bestaande twee-onder-één-kap woningen langs deze weg. Ook de betaalbare woningen, achter de kopwoning, houden deze goot- en bouwhoogte aan. Op de rest van de locatie mag een goothoogte van 4 m en een nokhoogte van 8 m voor de kopwoning aangehouden worden als overgang naar woningen in het dorp en 4 / 9 m voor vrijstaande woningen in aansluiting op de mogelijkheden op naastliggende bestaande kavels. De woningen hebben een heldere hoofdmassa, hetgeen zorgt voor een rustig en samenhangend beeld. Verschillende kapvormen zijn toegestaan: zadelkap, schildkap, mansardekap. De kaprichting is vrij. Zowel met de hoogte als ook met de kapvorm en kaprichting van een woning kan uitdrukking worden gegeven aan het individuele karakter van de woningen. Typisch Blaricums is vaak, naast een samengesteld asymmetrisch volume/ kap, een asymmetrische uitwerking van de gevelaanzichten met meervoudig materiaalgebruik (bijvoorbeeld metselwerk of stucwerk gecombineerd met hout). 7

8 3 Beeldkwaliteit woningen De woningen hebben een architectuurstijl die past bij het lommerrijke karakter van Blaricum. Binnen deze bandbreedte is er veel mogelijk. Om ervoor te zorgen dat de woningen aansluiten bij de omgeving, zijn er kaders gesteld die zorgen dat de gewenste sfeer wordt behaald. De referentiebeelden dienen als inspiratie voor de mogelijkheden en geven een beeld van deze gewenste kwaliteit. 8

9 Ligging (van de woning op de kavel) Algemeen de woningen hebben diepe voortuinen om het rustieke en groene karakter tot stand te brengen.. Rooilijn er is geen vaste gevelrooilijn, de minimale diepte van de voortuin is opgegeven in het bestemmingsplan; vooruitspringende ondergeschikte bouwdelen zoals erkers mogen voor deze basisrooilijn uitsteken. Bijgebouwen alle aan-, uit- en bijgebouwen dienen ondergeschikt te zijn aan de hoofdmassa. Oriëntatie de woningen zijn altijd georiënteerd op de openbare ruimte of op het gezamenlijke erf; blinde gevels aan de openbare ruimte zijn niet toegestaan. Parkeren Parkeren gebeurt hoofdzakelijk op eigen erf. Daarbij wordt uitgegaan van twee opstelplekken naast of achter elkaar op eigen terrein, buiten een eventuele parkeerplek in de garage. De rijwoningen parkeren op het gezamenlijke erf. Erfafscheiding De erfafscheidingen zijn allen groen in de vorm van hagen. Voor de voorgevel dienen deze hagen laag te zijn (circa 1 meter), achter de voorgevel mogen deze hoger zijn (circa 2 meter). De erfafscheidingen van het gezamenlijke erf worden in hoofdstuk 4 toegelicht. Massa Opbouw Duidelijke hoofdvolume waar architectonische elementen mogen worden toegevoegd (entreepartij, erkers en andere ondergeschikte aanbouwen, veranda s, luifels, balkons, trappartijen, daklichten, schoorstenen, etc.); Samengestelde asymmetrische volumes zijn passend in de Blaricumse identiteit; de woningen bestaan uit één laag met een kap; de kapvorm kan bestaan uit zadelkap, schildkap en mansardekap, ook wolfseinden zijn toegestaan; de kapvorm kan samengesteld zijn; de kaprichting is vrij en afwisselend; voor de nok- en goothoogte is het bestemmingsplan leidend. Architectonische uitwerking Algemeen de architectonische uitwerking is passend in het lommerrijke karakter van Blaricum. Gevels algemene stelregel is dat de gevel opbouw en compositie een rustig karakter moet hebben; een asymmetrische uitwerking van de gevelaanzichten aan de voorzijde zijn passend in de Blaricumse identiteit; er zijn geen blinde gevels aan de voorzijde; voor het overige is de compositie vrij; de raamopeningen en onderverdelingen zijn vrij in vorm, maar kennen en rustige en behouden opbouw. Dak platte daken zijn niet toegestaan; asymmetrische kappen zijn passend in de Blaricumse identiteit; overstekken zijn toegestaan en zijn vrij in maat; de positie van zonnepanelen op het dakvlak moet onderdeel zijn van het woningontwerp. Dakkapellen dakkapellen zijn ondergeschikte elementen in het dakvlak, of zijn onderdeel van de totale vormgeving van de woning; dakkapellen zijn in stijl, detaillering, materialisatie en kleurgebruik afgestemd op de woning; dakkapellen worden meeontworpen ten tijde van het woningontwerp, zodat deze ook later kunnen worden toegevoegd. Detaillering de woningen kennen een ingetogen en chique detaillering passend bij de kwaliteit van de architectuur in de omgeving. Bijgebouwen (garages) bijgebouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdmassa vormgegeven; de architectonische kwaliteit evenaart die van de hoofdmassa en past in stijl, detaillering, materialisatie en kleurgebruik. Materiaal- en kleurgebruik natuurlijk materiaal- en kleurgebruik is het uitgangspunt; gebruik van materialen die op een mooie manier verouderen; gevels zijn gemetseld in baksteen, in aarde tinten van bruin tot licht of gestuukte of gekeimd (wit tot antraciet), of bestaan uit geschilderd en ongeschilderd hout (in delen, niet in panelen) of natuursteen; meervoudig materiaalgebruik in de gevels is gewenst ter ondersteuning van de asymmetrische gevelindeling passend bij de Blaricumse identiteit; kappen zijn gedekt met grijze of rode dakpannen of eventueel gedekt met riet; de kleuren van de houten delen zijn, wit of donker; kozijnen zijn wit of donker. 9

10 10

11 11

12 4 Gezamenlijk erf 12

13 4.1 Situatie De planlocatie ligt aan twee lommerrijke doorgaande lanen die Blaricum verbinden met Eemnes en Laren. Deze lanen zijn rustig qua verkeersdruk. De vrijstaande woningen, twee-onder-één-kap woningen en de kopwoning van het rijtje hebben hun eigen erftoegang. In dit hoofdstuk gaat het enkel om het gezamenlijke erf van de drie achterliggende rijwoningen. Dit gezamenlijke erf is privéterrein. Het dient als toegang tot de woningen en als ruimte voor parkeren. Het gezamenlijke erf bestaat uit een toerit vanaf de Schapendrift en het daadwerkelijke erf met het parkeercluster. 4.2 Visie Verscholen erf In Blaricum komt het veelvuldig voor dat woningen verscholen liggen van de openbare ruimte. De toerit is vaak statig en leidt tot een privé-erf. Dit erf heeft vaak een landelijk chique karakter, passend in het lommerrijke van het dorp. Ook hier is dit het geval, het erf ligt verscholen en is niet goed zichtbaar vanaf de openbare weg. De woningen staan (vrijwel) direct aan het erf. Het wordt omgeven door de erfafscheidingen van de omliggende percelen. Deze erfafscheidingen zullen hoog zijn in verband met de privacy, het gaat immers om de afscheidingen van de achtertuinen. Informeel en landelijk chique karakter Het gezamenlijke erf is informeel. Het kent een informele basisvorm en de inrichting is los. In de basis is het erf ingericht met een functionele verharding. Een enkele losse boom kan op het erf staan, en parkeren gebeurd op los aangegeven parkeerplekken. De ruimte ademt een landelijk chique karakter. 13

14 4.3 Materiaal Hagen Het gezamenlijke erf is volledig omzoomd door groene hagen. Deze hagen vormen de achter- en zijerfafscheidingen van de vrijstaande woningen en de twee-onder-één-kap woningen. Het is daardoor waarschijnlijk dat het erf wordt omlijst door verschillende soorten hagen. Dit past in het beoogde groene karakter. De hagen zijn hoog, zo n 2 meter, dit geeft het erf een besloten karakter. Deze hoge hagen hebben een breedte van ongeveer 1 meter, de helft hiervan staat op het gezamenlijke erf, de andere helft op de aangrenzende percelen. Voor de hagen dient gekozen te worden uit de volgende soorten: Fagus Sylvatica (beuk) Taxus Baccata (taxus) Bomen Op het erf is ruimte voor een enkele solitaire boom of een aantal leibomen voor de voorgevel, zoals op de twee tekeningen aangegeven ter inspiratie. Een solitaire boom staat in een groene boomspiegel met beplanting. Deze boom is bijvoorbeeld een sierkers (Prunus Avium Plena ) zoals op foto 1. In de variant met de leibomen kan gekozen worden voor de leilinde of een leivorm van de liquidambar of leifruit

15 Verharding Het erf is verhard. In verband met de kleinschaligheid en om het besloten karakter te versterken wordt gekozen voor 1 type verharding, passend bij de materialen die gebruikt worden in de woningen. De bestrating kan bestaan uit klinkers in roodbruine, donkerbruine en aardgele kleur. Dit dienen gebakken klinkers te zijn. De parkeerplekken zijn niet of op subtiele manier aangegeven. Er is geen andere verharding ter plaatse van de parkeerplekken. Op deze manier wordt geen afbreuk gedaan aan het informele karakter van het erf. 15

16