Draaiboek. Uitbating studentenhuizen in GENK

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Draaiboek. Uitbating studentenhuizen in GENK"

Transcriptie

1 Draaiboek Uitbating studentenhuizen in GENK 1

2 INHOUD 1. INLEIDING 3 2. BEGRIPPEN EN DEFINITIES 4 3. HET STUDENTENHUIS Op-/Inrichten studentenkamers mogelijk? Veiligheids- en kwaliteitsnormen en uitrusting Het gebouw De studentenkamer De gemeenschappelijke delen Oppervlakte- en hoogtenormen De studentenkamer De gemeenschappelijke kook- en/of leefruimte Algemene voorwaarden BRANDVEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Algemeen Onderhoud en controle Uitbatingsvoorschriften Bijzondere bepalingen DE UITBATINGSVERGUNNING De aanvraag De vergunning De uitbating OVERZICHTSSCHEMA OP- INRICHTEN STUDENTENKAMERS SANCTIES CONTACTGEGEVENS 44 2

3 INLEIDING De stad Genk staat voor een kwaliteitsvolle en veilige huisvesting van studenten. Vandaar dat het verboden is om zonder de nodige vergunningen een studentenhuis uit te baten. Als men een pand wil ombouwen of de bestemming ervan wil wijzigen om er studentenkamers in onder te brengen, moet men in de meeste gevallen een stedenbouwkundige vergunning aanvragen. Bovendien kan men niet om het even waar een studentenhuis op- of inrichten. Er dient steeds rekening gehouden te worden met de ruimtelijke draagkracht van de omgeving. Vandaar dat men steeds vooraf de nodige inlichtingen moeten inwinnen. Daarnaast moet de woning waar de kamers ingericht worden alsook de kamers zelf voldoen aan de normen vermeld in de Vlaamse Wooncode en het kwaliteitsbesluit. Bijkomend bepaalt het kamerreglement van de stad Genk de aanvullende kwaliteits- en veiligheidsnormen en de voorwaarden tot het bekomen van een uitbatingsvergunning. In dit draaiboek vindt u volgende normen terug die van toepassing zijn op studentenkamers: Vlaamse Wooncode het kwaliteitsbesluit aanvullende normen die specifiek betrekking hebben op kamerwoningen en studentenhuizen alsook en voorwaarden vermeld in de kamerreglement van de stad Genk en de te volgen procedure. 3

4 BEGRIPPEN EN DEFINITIES Ter verduidelijking van dit draaiboek worden onderstaand volgende begrippen nader omschreven. KAMER Een kamer is een niet-zelfstandige woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoner voor één of meer van deze voorzieningen aangewezen is op de gemeenschappelijke ruimten in het gebouw waarvan de niet-zelfstandige woning deel uitmaakt. STUDENTENKAMER De studentenkamer is een kamer die uitsluitend door een student bewoond mag worden. STUDENT Iedere persoon die ingeschreven is bij een instelling van het hoger onderwijs, waarvan hij/zij de lessen volgt en voor wie dat zijn/haar hoofdbezigheid vormt. STUDENTENHUIS Elk gebouw of deel van een gebouw dat bestaat uit één of meerdere kamers en gemeenschappelijke ruimten die worden te huur gesteld of verhuurd aan uitsluitend studenten. GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTE Dit is een gemeenschappelijk deel van de kamerwoning of het studentenhuis dat aangewend wordt als leefruimte, keuken of gemeenschappelijk sanitair lokaal. VERHUURDER Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die als eigenaar, mede-eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter, opstalhouder of lasthebber een kamerwoning of studentenhuis verhuurt of ter beschikking stelt, wordt als verhuurder of uitbater aangeduid. DE VLAAMSE WOONCODE Het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode. De recentste versie van dit decreet (ook integratiedecreet genoemd) kan geraadpleegd worden via onze website: be/wonen/woonkwaliteit => klikken op Vlaamse wooncode 4

5 KWALITEITSBESLUIT Het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 houdende de aanvullende kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen. Dit besluit (ook integratiebesluit genoemd) kan geraadpleegd worden via onze website: KAMERREGLEMENT STAD GENK Naast de normen en voorwaarden opgelegd door de Vlaamse Regering, heeft de stad Genk aanvullende kwaliteits- en veiligheidsnormen en voorwaarden vastgelegd. Deze zijn vervat in het Kamerreglement stad Genk dat momenteel ter goedkeuring bij de Vlaamse minister voor Wonen ligt. Na goedkeuring door de minister is het kamerreglement raadpleegbaar via de website: => klikken op Kamerreglement stad Genk. CONFORMITEITSATTEST Een attest uitgereikt door ofwel de burgemeester of Wonen-Vlaanderen dat bevestigt dat een kamer of een zelfstandige woning voldoet aan de minimale normen inzake veiligheid, gezondheid, woonkwaliteit, brandveiligheid en woningbezetting zoals gesteld in de Vlaamse Wooncode en het kwaliteitsbesluit. TECHNISCH VERSLAG Het verslag dat in het kader van een conformiteitsonderzoek door een bevoegd persoon wordt opgesteld aan de hand van een vastgelegd modelverslag. 5

6 HET STUDENTENHUIS 3.1. Op-/Inrichten studentenkamers mogelijk? Indien u overweegt om een of meer studentenkamers in te richten in uw woning dient u zich ervan te vergewissen of dit wel mogelijk is. Tot 2 studentenkamers Tot maximaal 2 bestaande en vergunde slaapkamers in uw woning kunnen zonder stedenbouwkundige vergunning omgevormd worden tot studentenkamer(s). Voorwaarde is wel dat de woning daarbij nog over voldoende vergunde slaapkamers voor het inwonende gezin beschikt. Indien uw woning in aanmerking komt en u na het lezen van dit draaiboek meer informatie wenst, kunt u best contact opnemen met de Dienst Woonbeleid ( of 75). Vanaf 3 studentenkamers Indien u minstens 3 studentenkamers wenst in te richten of een volledige woning wenst om te vormen tot een studentenhuis dient u rekening te houden met de bestemmings- en eventuele stedenbouwkundige voorschriften en de ruimtelijke draagkracht van de omgeving. Om te weten of uw project vergunbaar is kunt u, na het lezen van dit draaiboek, best contact opnemen met de Dienst Stedenbouwkundige Vergunningen en Handhaving ( ). Oprichten van een nieuwbouwcomplex Indien u een studentenhuis wenst op te richten moet u, na het lezen van dit draaiboek, zich vergewissen of uw project wel vergunbaar is. Hiervoor neem u best zo spoedig mogelijk contact op met de Dienst Stedenbouwkundige Vergunningen en Handhaving ( ). Naast de al dan niet nodige stedenbouwkundige vergunning, moeten de studentenhuizen voldoen aan onderstaande elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten om de nodige uitbatingsvergunning te kunnen bekomen. 6

7 3.2. Veiligheids- en kwaliteitsnormen en uitrusting HET GEBOUW a) Stabiliteit De dakstructuur, de buitenmuren, de dragende binnenmuren en draagvloeren moeten stevig en stabiel zijn. b) Technische installaties Elektrische installaties en verwarmingsinstallaties moeten brandveilig zijn en door een erkende technische instantie gekeurd en gunstig bevonden zijn. De attesten of keuringsbewijzen mogen nog geen 2 jaar oud zijn. Niet-functionerende installaties en installaties die niet uitgevoerd zijn volgens de regels van de kunst, worden als onbestaand beschouwd. c) Ramen en deuren Mogen geen houtrot, corrosie of andere gebreken vertonen. d) Brandveiligheid Het studentenhuis moet voldoen aan de brandveiligheidsvoorschriften opgelegd in het kamerreglement (Deel 2). e) Stedenbouwkundige verordening Toegankelijkheid Alle studentenhuizen met minstens twintig studentenkamers waarbij de toegangsdeuren tot de studentenkamers zich op meer dan twee niveaus bevinden, vallen onder de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid. 7

8 DE STUDENTENKAMER a) Toegankelijkheid De studentenkamer moet rechtstreeks en veilig toegankelijk zijn vanuit de gemeenschappelijke ruimte of het openbaar domein. b) Ramen De studentenkamer moet rechtstreeks licht en buitenlucht ontvangen door ten minste één te openen verticaal venster of ten minste één te openen dakvenster in een hellend dakvlak. Het venster in de buitengevel of in het dak moet een oppervlakte hebben van ten minste 1/10 van de netto-vloeroppervlakte en met een minimum van 1 m². c) Lavabo In elke studentenkamer moet er een lavabo met stromend warm en drinkbaar koud water aanwezig zijn. De lavabo moet beschikken over een reukafsluiter en aangesloten zijn op een afvoerkanaal. d) Stopcontacten Er moeten minstens 2 vrije stopcontacten in de studentenkamer zijn. Indien de studentenkamer over een kitchenette beschikt, moet er naast de stopcontacten voor de vaste toestellen (elektrisch fornuis/dampkap/ ) bijkomend een vrij geaard stopcontact aanwezig zijn. e) Verlichting In elke studentenkamer moet er minstens een lichtpunt aanwezig zijn. f) Elektriciteit De studentenkamer moet te allen tijde beschikken over elektriciteit. Bij het uitvallen van elektriciteit in de studentenkamer, moet de student altijd toegang hebben tot de zekeringenkast welke de studentenkamer bedient. g) De studentenkamer moet slotvast afsluitbaar zijn. h) Rookmelder In elke studentenkamer moet er een functionerende rookmelder aanwezig zijn. i) Verwarming De studentenkamer moet beschikken over voldoende, veilige en permanente verwarming. De studentenkamer moet tot minstens een kamertemperatuur van 20 C verwarmd kunnen worden en, indien nodig, voldoende kunnen gekoeld worden. Indien de studentenkamer elektrisch verwarmd wordt, moet er een aparte stroomkring voorzien zijn voor de elektrische verwarmingstoestellen. Stopcontacten voor elektrische verwarmingstoestellen tellen niet mee als vrij stopcontact. 8

9 9

10 DE GEMEEN- SCHAPPELIJKE DELEN Alle gemeenschappelijke delen moet goed onderhouden worden. a) Kookruimte Elk studentenhuis, waarvan niet elke studentenkamer uitgerust is met een individuele kookgelegenheid, moet beschikken over een afgescheiden gemeenschappelijke kookruimte. Dit gemeenschappelijk woonlokaal of deel ervan bestemd om te koken moet beschikken over voldoende kooktoestellen op gas of elektriciteit en minsten één gootsteen. De gootsteen moet voorzien zijn van warm en koud stromend water en moet aangesloten zijn op een afvoersysteem met reukafsuiter aangesloten op het rioleringsnet. Naast de geaarde stopcontacten die in gebruik zijn voor de vaste toestellen (o.a. koelkast, oven, microgolfoven, dampkap, boiler, ) dient er minstens 1 bijkomend vrij geaard stopcontact aanwezig te zijn. 10

11 De kookruimte moet goed verlicht en verlucht zijn. Er moet een raam met rechtstreekse natuurlijke verlichting aanwezig zijn. De kookruimte mag niet ingericht worden in gangen of open ruimten die deel uitmaken van evacuatiewegen. De gemeenschappelijke kookruimte dient verwarmbaar te zijn door middel van een vast verwarmingstoestel. b) Gemeenschappelijke leefruimte Ieder studentenhuis, dat niet over een gemeenschappelijke kookruimte beschikt, moet beschikken over een gemeenschappelijke leefruimte. Deze ruimte moet beschikken over een opengaand raam met rechtstreeks daglicht. De gemeenschappelijke leefruimte dient verwarmbaar te zijn door middel van een vast verwarmingstoestel. Er moeten minstens 2 vrije stopcontacten aanwezig zijn. De badkamerfunctie moet op een degelijke manier kunnen verlucht worden. De bad- of doucheruimte dient verwarmbaar te zijn door middel van een vast verwarmingstoestel. De deur naar de bad/doucheruimte moet aan de binnenzijde afsluitbaar zijn. d) Toilet Elk studentenhuis moet per groep of deel van een groep van zes studenten over een gemeenschappelijk zittoilet met spoeling beschikken. De toiletruimte moet goed verlucht en goed hygiënisch onderhoudbaar zijn. De toiletruimte moet op een gemakkelijk gelegen plaats in het gebouw ingericht worden en afgescheiden zijn van de woon- en keukenfunctie. De deur naar de toiletruimte moet aan de binnenzijde afsluitbaar zijn. c) Bad/douche Elk studentenhuis moet per groep of deel van een groep van zes studenten over een gemeenschappelijk bad of gemeenschappelijke douche met te allen tijde warm water beschikken. 11

12 3.3. Oppervlakte- en hoogtenormen Er gelden minimale oppervlaktenormen voor de studentenkamers en voor de gemeenschappelijke ruimten. Elke studentenkamer en gemeenschappelijk te gebruiken ruimte moet een plafondhoogte van minstens 220 cm hebben. Het plafond mag zich in geen geval bevinden op minder dan 1 m boven het maaiveld. Elke ruimte waarvan de plafondhoogte nergens minstens 220 cm bedraagt, wordt als niet bestaande beschouwd. Lokalen waarvan de in aanmerking te nemen nettovloeroppervlakte kleiner is dan 4 m² worden als niet bestaande beschouwd. De gemeenschappelijke ruimte omvat de gemeenschappelijke keuken of zitruimte en het gemeenschappelijke sanitair (toiletten, baden en/of douches) DE STUDENTENKAMER a) De studentenkamer moet een nettovloeroppervlakte van minimaal 12 m² hebben. De nettovloeroppervlakte wordt gemeten in de zone met een plafondhoogte van minstens 220 cm. Indien de studentenkamer uitgerust is met een toilet, douche of kitchenette wordt er per functie 3 m² bovenop de minimale oppervlakte bijgeteld. In onderstaand schema wordt dit verduidelijkt. Oppervlaktenormen studentenkamer Gemeenschappelijke functies die als persoonlijke functie op de studentenkamer kunnen voorzien worden: toilet - douche of bad - keuken of kitchenette Omschrijving Minimale oppervlakte Studentenkamer met alle functies gemeenschappelijk 12 m² Studentenkamer met 1 persoonlijke functie op de kamer 15 m² Studentenkamer met 2 persoonlijke functies op de kamer 18 m² Studentenkamer opgericht vóór 01/09/ CA (+ alle functies gemeenschappelijk) 8 m² 12

13 b) Indien de studentenkamer onder een hellend plafond gelegen is bedraagt de nettovloeroppervlakte minimaal 12 m². Hier wordt de nettovloeroppervlakte gemeten in de zone met een plafondhoogte van minstens 220 cm waarbij bijkomend de nettovloeroppervlakte meegerekend wordt met een vrije hoogte groter dan 180 cm. In afwijking van de punten a) en b) geldt er een minimale oppervlakte van 8 m² voor een studentenkamer die verhuurd, te huur of ter beschikking gesteld wordt die voldoet aan de volgende voorwaarden: * ze is gebouwd of gerealiseerd vóór 1 september 1998; * er werd op basis van een aanvraag vóór 1 september 2001 een eerste conformiteitsattest afgegeven dat zonder onderbreking verlengd werd en nooit ingetrokken of vervallen is vanwege een ander criterium dan de oppervlakte DE GEMEENSCHAPPELIJKE KOOK- EN/OF LEEFRUIMTE a) De kookruimte De oppervlakte van de kookruimte moet tenminste 1,5 m² x het aantal toegelaten studentenkamers (zonder individuele kookmogelijkheid) bedragen, met een minimum van 6 m². Voorbeelden * 3 studentenkamers : 3 x 1,5 m²/studentenkamer = 4,5 m² = te klein want => minimale oppervlakte = 6 m² * 5 studentenkamers : 5 x 1,5 m²/studentenkamer = 7,5 m² minimum b) De leefruimte De leefruimte moet een oppervlakte hebben van minstens 1,5 m² x het aantal toegelaten studentenkamers met een minimum van 6 m. 13

14 3.4. Algemene voorwaarden a) Kamernummering De bevoegde stadsdiensten kennen een binnennummering toe die gehanteerd moet worden. De verhuurder dient de binnennummers op de deuren van de studentenkamers aan te brengen. b) Bewoning: een studentenkamer mag maximaal door één persoon bewoond worden. c) Brievenbus en deurbel Iedere studentenkamer moet over een individuele brievenbus en deurbel beschikken d) Fietsenstalling Er moet een fietsenstalling voorzien worden. De grootte ervan is afhankelijk van het aantal studenten (1 fiets/student). e) Hygiënische opslag Er dient een uitgeruste ruimte beschikbaar te zijn voor de hygiënische opslag van gesorteerd afval. f) Parkeerplaatsen Studentenhuizen moeten voldoen aan de stedenbouwkundige verordening qua parkeerplaatsen g) Domiciliëring Studentenhuizen komen niet in aanmerking als inschrijvingsadres behoudens de wettelijk geregelde uitzonderingen. h) Studentenkamer/logementskamer In eenzelfde gebouw kunnen enkel kamers voor uitsluitend studenten (studentenkamers) ofwel enkel kamers voor uitsluitend niet-studenten (logementskamers) ingericht worden. 14

15 BRANDVEILIGHEIDS- VOORSCHRIFTEN 4.1. Algemeen Alle studentenhuizen moeten beschikken over een brandweerattest waaruit blijkt dat ze beantwoorden aan onderhavige brandbeveiligingsvoorschriften. Voor studentenhuizen met een bezetting van één tot en met vier huurders of studenten wordt de brandbeveiliging bepaald door de brandweerdienst en dit afhankelijk van de grootte, de constructie en de bezetting van het gebouw. De nieuw te openen, evenals de uitbreidingen en de renovatie van bestaande studentenhuizen voldoen tevens aan het KB van en zijn wijzigingen, tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen(*). Terminologie Overeenkomstig het KB van en zijn wijzigingen, tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen. Toepassingsgebied Onverminderd de wettelijke en reglementaire teksten ter zake, zijn onderhavige brandveiligheidsvoorschiften van toepassing op studentenhuizen met een bezetting van vijf of meer huurders of studenten. Indeling van de inrichtingen De inrichtingen worden ingedeeld in drie categorieën: - categorie 1: gebouwen met 1, 2 of 3 bovengrondse bouwlagen; - categorie 2: gebouwen met meer dan 3 bovengrondse bouwlagen, maar waarvan de hoogte niet meer dan 25 m bedraagt; - categorie 3: de hoge gebouwen. Inplanting De studentenhuizen zijn van nevenliggende constructies en niet functioneel gerelateerde gedeelten van het gebouw gescheiden door wanden met een brandwerendheid van tenminste: - voor de inrichtingen van categorie 1: EI 30 - voor de inrichtingen van categorieën 2 en 3: EI 60 De deuren in deze wanden zijn zelfsluitend en hebben EI1 30. (*) Ook indien de structurele elementen niet gewijzigd worden zijn de basisnormen van toepassing. Een bestaande inrichting is een inrichting die reeds over een uitbatingsvergunning beschikt voor het in voege treden van dit reglement. 15

16 Toegangswegen De inrichting is te allen tijde bereikbaar voor de brandweervoertuigen. In de nabijheid van de inrichting is de opstelling en de bediening van het materieel voor brandbestrijding en redding gemakkelijk uitvoerbaar. Constructieve elementen De constructieve elementen die de stabiliteit van het gebouw verzekeren, zoals kolommen, dragende wanden, hoofdbalken, vloeren en andere essentiële delen die de draagconstructie van het gebouw vormen, hebben : - voor de inrichtingen van categorie 1: R 30 - voor de inrichtingen van categorieën 2 en 3: R 60 of zijn gebouwd in metselwerk of beton. Indien aan de voorschriften van de vorige paragraaf niet voldaan is, wordt de bestaande inrichting uitgerust met een algemene en automatische branddetectie-installatie. Deze bepalingen zijn niet van toepassing voor de constructieve elementen van het dakwerk. Binnenwanden De verticale binnenwanden, die de kamers begrenzen, hebben tenminste EI 30 of zijn gebouwd in metselwerk of beton. Indien de kamer is uitgerust met een kookgelegenheid heeft de toegangsdeur tot deze kamer minstens EI1 30. Evacuatie algemeenheden De evacuatiewegen worden oordeelkundig verdeeld over het gebouw en moeten een snelle en gemakkelijke ontruiming van de personen toelaten. Elke verdieping heeft minstens twee vluchtmogelijkheden in geval van brand. De eerste vluchtmogelijkheid bestaat uit een binnentrap of een buitentrap. Aanvaardbare oplossingen voor de tweede vluchtmogelijkheid zijn: - voor de inrichtingen van categorie 1: o een tweede binnentrap; o een buitentrap; o een buitenladder; o een opendraaiend venster indien de kamervloer zich lager bevindt dan 3 m boven de begane grond: daarbij moet de vensterbank zich op maximum 1,20 m boven de vloer bevinden; o een opendraaiend venster bereikbaar voor de ladders van de brandweer: daarbij moet de kamer voorzien zijn van horizontale en verticale wanden EI 30 en een deur met EI1 30. Bovendien dient het volledige gebouw voorzien te zijn van een automatische branddetectie-installatie. - voor de inrichtingen van categorie 2 en 3: o een tweede binnentrap; o een buitentrap. 16

17 De af te leggen weg mag niet groter zijn dan 35 m tot de eerste vluchtmogelijkheid en 60 m tot de tweede vluchtmogelijkheid. De lengte van de doodlopende delen van de evacuatiewegen bedraagt niet meer dan 15 m. In functie van de bezetting en de configuratie van het gebouw kan de brandweer bijkomende voorwaarden opleggen. Evacuatiewegen: plaats en breedte De evacuatiewegen zijn veilig aangelegd, duidelijk gesignaleerd en worden vrij en bruikbaar gehouden zonder versperringen. De evacuatiewegen moeten zo worden aangelegd en verdeeld dat ze steeds onafhankelijk blijven van elkaar. Een evacuatieweg blijft bruikbaar wanneer een andere evacuatieweg onbruikbaar wordt. Buiten komen ze uit op een straat of op een vrije ruimte die voldoende groot is om zich van het gebouw te kunnen verwijderen en het snel en veilig te kunnen ontruimen. Bij bestaande inrichtingen waarvan de tweede vluchtweg niet onafhankelijk is van de eerste dient de volledige inrichting te worden uitgerust met een algemene en automatische branddetectie- installatie. De breedte van de trappen, uitgangswegen en uitgangen zijn gelijk aan of groter dan 0,80 m. De hoogte bedraagt minstens 2,00 m. Deuren in de evacuatiewegen De deuren in de uitgangswegen die twee uitgangen verbinden draaien open in beide richtingen. Voor zover mogelijk gaan de deuren in de evacuatiewegen open in de vluchtrichting. Wanden van evacuatiewegen De binnenwanden van evacuatiewegen hebben: - voor de inrichtingen van categorie 1: EI 30 - voor de inrichtingen van categorieën 2 en 3: EI 60 Binnentrappenhuizen Elke binnentrap in een inrichting van de categorieën 2 en 3 wordt ommuurd. De binnenwanden van de trappenhuizen hebben : - voor de inrichtingen van categorie 2: EI 30 - voor de inrichtingen van categorie 3: EI 60 of zijn gebouwd in metselwerk of beton. De toegang tot de trappenhuizen geschiedt voor de categorieën 2 en 3 via zelfsluitende deuren met EI1 30. Boven aan elk trappenhuis zit een rookluik van minimum 0,5 m². Het openen gebeurt door de Brandweer door middel van een manueel te bedienen systeem, dat goed zichtbaar geplaatst wordt op het evacuatieniveau. Het rookluik is voorzien van een noodvoeding. 17

18 Buitentrappen De buitentrappen voldoen aan de volgende eisen : - hellingshoek: maximum 60 ; - breedte: minstens 0,60 m; - aantrede: minstens 0,10 m en aangepast aan de hellingshoek, om een veilig gebruik te waarborgen; - optrede: maximum 0,20 m; - voorzien zijn van stevige handgrepen en toegankelijk zijn via een deur en een bordes met een leuning van minstens 1,00 m hoogte. Buitenladders De buitenladders voldoen aan volgende vereisten: - stevig bevestigd, al dan niet opklapbaar; - veilig toegankelijk; - hoogte treden : maximum 0,30 m; - bovenste trede : minimum 1,50 m boven het hoogste toegangsniveau tot de ladder. Bekleding en wandversiering In bestaande inrichtingen moeten bekleding en wandversiering van die aard zijn dat zij niet tot een onaanvaardbare brandvoortplanting en rookontwikkeling kunnen bijdragen. Het gaat hierbij om de vloerbekleding, de wandbekleding en versiering en de plafondbekleding en versiering. Bij herinrichting moeten bekledingsmaterialen van vloeren, wanden en plafonds respectievelijk minimaal van een in onderstaande tabel weergegeven klasse zijn overeenkomstig bijlage 5 van het K.B. van en zijn wijzigingen omtrent de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen Technische lokalen Parkeerruimten Liftschachten Machinekamers Gemeenschappelijke keukens Evacuatiewegen Binnentrappenhuizen Liftkooien Zalen Kamers Vloeren Verticale Wanden Plafonds en valse plafonds A2 fl -s2 A2-s3, d2 A2-s3, d0 B fl -s1 B-s1, d2 B-s1, d0 18

19 Stookplaatsen en technische lokalen De muren, wanden, vloeren en zolderingen van de stookplaatsen, de brandstofopslagplaats en andere technische lokalen hebben tenminste EI 60. Ze worden afgesloten door een zelfsluitende deur met EI Als er gebruik gemaakt wordt van vloeibare brandstoffen moet elke verbinding tussen de stookplaats en de brandstofopslagplaats afgesloten zijn door een zelfsluitende deur met EI De stookplaatsen en de brandstofopslagplaatsen zijn behoorlijk verlucht. De brandstofopslagplaats is voorzien van een inkuiping. De bepalingen van dit punt gelden niet voor lokalen waarin slechts generatoren op gas met gesloten verbrandingsruimte met mechanische trek opgesteld zijn met een totaal vermogen kleiner dan 70 kw. Verwarmingsinstallatie Elke kamer moet beschikken over voldoende en veilige verwarming. Komen enkel in aanmerking als verwarming: centrale verwarming, vast gemonteerde elektrische toestellen die geen zichtbare elektrische weerstand bevatten en luchtdichte gastoestellen met schoorsteen- of gevelafvoer. Gastoevoer Wanneer het gebouw waarin de inrichting gelegen is een algemene gastoevoerleiding bezit, dan moet daarop tenminste één handbediende afsluitkraan aangebracht zijn. Deze wordt voorzien bij het begin van de leiding in het gebouw en is behoorlijk aangeduid. De gasmeter wordt in een goed verlucht lokaal geplaatst. De gasleidingen zijn geel geschilderd. Keukens en eetzalen De keukens en de combinaties keuken-eetzaal zijn begrensd door wanden met een brandweerstand van minstens: - voor de inrichtingen van categorie 1: EI 30 - voor de inrichtingen van categorieën 2 en 3: EI 60 of ze moeten gebouwd zijn in metselwerk of beton. De toegangsdeuren tot de keukens hebben EI 1 30 en zijn zelfsluitend. De verwarmingsinstallaties beantwoorden aan de voorschriften van de bestaande reglementeringen en normen. Ze worden geplaatst volgens de code van goed vakmanschap en zijn steeds in goede staat van werking en onderhoud, zodat ze voldoende veiligheid verzekeren. 19

20 Liften en goederenliften Het geheel van de liften en goederenliften, bestaande uit één of meer schachten, is begrensd door wanden met een brandweerstand van minstens: - voor de inrichtingen van categorie 1: EI 30 - voor de inrichtingen van categorieën 2 en 3: EI 60 of ze moeten gebouwd zijn in metselwerk of beton. Uitzondering wordt gemaakt voor de voorzijde van de liftbordessen en de wanden die deel uitmaken van de gevel. De liftbordeszijde, de deuren inbegrepen, voldoet aan E 30. Veiligheidsverlichting De grote gemeenschappelijke lokalen (eetzalen, keukens, vergaderzalen, ontspanningszalen, enz.), evacuatiewegen, bordessen, overlopen en de voornaamste stroomborden zijn voorzien van een degelijke veiligheidsverlichting die een voldoende lichtsterkte heeft om het gebouw veilig te kunnen verlaten. De veiligheidsverlichting moet bij het uitvallen van de normale verlichting automatisch en onmiddellijk in werking treden. Ze moet gedurende minstens 1 uur in werking blijven op een voldoende lichtsterkte. Alarm Het gebouw is uitgerust met een alarminstallatie gevoed door het openbaar elektriciteitsnet en een noodvoeding. Ze bestaat uit drukknoppen en sirenes die oordeelkundig over het gebouw verdeeld worden en die bovendien doeltreffend aangeduid zijn. De alarmsignalen kunnen door alle betrokken personen opgevangen worden en mogen niet met andere signalen verward kunnen worden. De alarminstallatie mag gecombineerd worden met de automatische branddetectie-installatie. Algemene automatische branddetectieinstallatie Een algemene automatische branddetectieinstallatie is vereist: - indien het onderhavig reglement het vraagt; - voor inrichtingen met een bezetting van 10 of meer personen. De op datum van goedkeuring van voorliggend besluit bestaande inrichtingen met een bezetting van 10 of meer personen dienen zich voor het verlopen van de uitbatingsvergunning in orde gesteld te hebben. - op vraag van de brandweer afhankelijk van de grootte, de indeling of de constructie van het gebouw. 20

21 De automatische branddetectie-installatie bestaat uit een aantal branddetectoren en een centrale. De detectoren worden geplaatst in de kamers, de evacuatieruimten, de technische lokalen, de keukens, de leefruimtes en de bergplaatsen. Ze worden aangepast aan het brandrisico. Kamers en evacuatiewegen moeten beveiligd worden door rookdetectoren. De centrale is aangepast aan de detectoren en minimaal uitgerust met: - een optisch signaal dat de inbedrijfsinstelling van de installatie aanduidt; - een akoestisch waarschuwingssignaal; - een optisch waarschuwingssignaal, dat toelaat de plaats waar de brand ontstaan is te lokaliseren. Dit lokaliseren moet ten minste mogelijk zijn per verdieping. - een akoestisch en optisch storingssignaal dat verschilt van het waarschuwingssignaal bij brand. - De centrale wordt gevoed door het openbaar elektriciteitsnet en beveiligd met afzonderlijke zekeringen. In geval het openbaar elektriciteitsnet uitvalt, zorgt een secundaire stroombron automatisch voor de voeding van de installatie. De nieuw te plaatsen branddetectieinstallaties moeten geplaatst worden overeenkomstig de NBN S Alle producten met dezelfde functie, zoals beschreven in de norm NBN S , die rechtmatig in een andere lidstaat van de Europese Unie of in Turkije zijn vervaardigd en/of in de handel zijn gebracht of die rechtmatig zijn vervaardigd in een EVA-land (4) dat partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, worden eveneens aanvaard. Brandbestrijdingsmiddelen De brandbestrijdingsmiddelen worden bepaald door de bevoegde brandweerdienst. 21

22 4.2. Onderhoud en controle Algemeen De technische uitrustingen van de inrichting wordt in goede staat gehouden. De uitbater laat op zijn verantwoordelijkheid deze uitrusting onderhouden en / of controleren bij indienststelling, wijzigingen en periodiek overeenkomstig onderstaande tabel. De data van de controles en de vaststellingen die tijdens deze controles werden gedaan, worden in een notitieboekje ingeschreven. Dit wordt ter beschikking gehouden van de burgemeester of zijn afgevaardigde. VOORWERP UITVOERDER PERIODICITEIT Goederen- en keukenlift EDTC / BT Volgens vigerende wetgeving Personenlift EDTC / BT Volgens vigerende wetgeving Hoogspanning EDTC Jaarlijks Laagspanning EDTC Vijfjaarlijks veiligheidsverlichting BP Driemaandelijks Automatische gasdetectie/brandstofafsluiters EDTC Jaarlijks Verwarmingsinstallaties en installaties voor de BT Jaarlijks aanmaak van warm verbruikswater, gevoed door vaste of vloeibare brandstoffen Verwarmingsinstallaties en installaties voor de BT Tweejaarlijks aanmaak van warm verbruikswater, gevoed door gasvormige brandstoffen Schoorstenen en rookkanalen BT Jaarlijks (toestellen op vaste/vloeibare brandstof) Melding-, waarschuwing- en alarminstallatie. EDTC Jaarlijks Algemene automatische branddetectie Autonome branddetectoren BP Driemaandelijks Draagbare brandblustoestellen BT Jaarlijks Blusmiddelen, evacuatiewegen, trappen, ladders, enz. (goede staat, bruikbaarheid) BP Tijdens de uitbating Filters en kokers van dampkappen BP jaarlijks 22 EDTC: externe dienst voor technische controles BP: bevoegde persoon: persoon die al dan niet tot het eigen personeel behoort (zie artikel 28 van het ARAB) of de exploitant zelf, op voorwaarde dat hij voldoende kennis van de toestellen heeft BT: bevoegde technicus: persoon of organisatie met de nodige kennis, het nodige materiaal, de nodige erkenning enzovoort om dergelijke controles te doen (bijvoorbeeld gasdichtheid: gehabiliteerde installateur; verwarming: erkende technicus enzovoort)

23 4.3. Uitbatingsvoorschriften Algemeen Buiten hetgeen voorzien is door onderhavige reglementering, neemt de verhuurder alle nodige maatregelen om de personen, aanwezig in de inrichting, te beschermen tegen brand, paniek en ontploffing. Kooktoestellen en maaltijdverwarmers Kooktoestellen en maaltijdverwarmers zijn ver genoeg verwijderd of geïsoleerd van alle ontvlambare materialen. Gasinstallaties De onontbeerlijke voorzorgen zijn genomen om gaslekken te voorkomen. De aanwezigheid van verplaatsbare recipiënten met vloeibaar gemaakte petroleumgassen is verboden in het gebouw. Veiligheidsrichtlijnen en plannen Bij de ingang is een plan van de inrichting aanwezig, bedoeld om de hulpdiensten in te lichten, dat de plaats aanduidt van : - de trappen en de evacuatiewegen; - de beschikbare brandbestrijdingsmiddelen; - in voorkomend geval, het stopmechanisme van het ventilatiesysteem; - in voorkomend geval, het overzichtsbord van het detectie- en alarmsysteem; - de stookplaatsen; - in voorkomende geval, de ligging van installaties en lokalen die een bijzonder risico inhouden. Voorlichting van het personeel en de gasten inzake brandpreventie De verantwoordelijke van de inrichting en het personeel beschikken over richtlijnen waarin minstens volgende punten zijn vastgelegd: - de wijze van werking van de automatische branddetectie-installatie; - de te nemen schikkingen om de veiligheid van de personen te verzekeren; - het bestaan en de werking van de brandbestrijdingsmiddelen. - de wijze van verwittiging van de hulpdiensten. Een inlichtingennota, bestemd voor de bewoners, zal de nodige aanbevelingen inzake brandpreventie bevatten. 23

24 4.4. Bijzondere bepalingen 24 Wat de weerstand, stabiliteit en reactie bij brand van de bouwelementen en bouwmaterialen betreft is de verhuurder, op verzoek van de burgemeester of van de brandweer, verplicht het bewijs te leveren dat de bepalingen van dit reglement zijn nageleefd. Voor de gebouwen die zijn opgetrokken voor de inwerkingtreding van dit besluit en waarvan voormeld bewijs niet kan worden geleverd, is de verhuurder verplicht een schriftelijke en door hem ondertekende beschrijving te geven van de samenstelling van elk der bouwelementen waarvoor het bewijs niet kan worden geleverd. De brandweer kan hieruit besluiten of een voldoende veiligheidsnorm bereikt wordt. De burgemeester kan voor gebouwen die zijn opgetrokken voor de inwerkingtreding van dit besluit afwijkingen toestaan op de voorschriften opgenomen in deel 2 van dit reglement. De vraag tot het verkrijgen van een afwijking moet worden gemotiveerd en de noodzakelijke elementen ter staving van de aanvraag moeten bij de aanvraag worden gevoegd, zoals gedetailleerde plannen, een verklarende nota en een opsomming van de eventueel bijkomende veiligheidsmaatregelen. De afwijkingen mogen geen betrekking hebben op punten die door andere wets- of verordeningsbepalingen geregeld worden. De aanvraag wordt ingediend bij de burgemeester die het advies inwint van de brandweer. Deze kan aanvullende voorzorgsmaatregelen opleggen. Enkel na positief advies van de brandweer kan de afwijking worden toegestaan. In het kader van de aanvraag van een afwijking cfr. artikel 53 van het kamerreglement, naar aanleiding van een klacht, op vraag van de dienst Woonbeleid of in het kader van de aanvraag tot uitbatingsvergunning voert de brandweer controles uit. Een klacht kan worden geformuleerd door elke belanghebbende. De brandweer maakt een gedetailleerd verslag op van zijn controlewerkzaamheden. Dit verslag bevat een omschrijving van de toepasbare normen en de mate waarin het gebouw hieraan voldoet. Het verslag bevat één van de volgende conclusies: 1. voldoet; 2. voldoet niet. 3. voldoet niet, met ernstige veiligheidsrisico s voor bewoners en/of omwonenden. De brandweer motiveert de quotering. Dit verslag wordt aan de verhuurder en de burgemeester overgemaakt. De huurder krijgt op zijn verzoek eveneens een kopie. Op basis van het verslag van de brandweer kan de burgemeester verdere stappen ondernemen om de woningkwaliteit te verbeteren en de veiligheid van de bewoners en omwonenden te waarborgen, zoals het opleggen van werkzaamheden, sloop, en andere acties die binnen zijn bevoegdheid liggen. Bij niet voltooiing van deze werken of acties binnen de gestelde termijn, wordt dit beschouwd als een inbreuk op het reglement en zijn de sancties vermeld in artikel 59 van het kamerreglement van toepassing.

25 25

26 DE UITBATINGS- VERGUNNING 5.1. De aanvraag Zodra de nodige werken uitgevoerd zijn en het studentenhuis gebruiksklaar is, dient het aanvraagformulier aanvraag uitbatingsvergunning studentenhuis ingevuld te worden. Het formulier voor de studentenkamers vindt u terug op onze de website www. woneningaoz.be/wonen/studentenkamers => aanvraag uitbatingsvergunning Nadat u het formulier ingevuld heeft, kunt u het samen met de gevraagde documenten bezorgen aan: Stadsbestuur Genk - Dienst Woonbeleid Stadsplein Genk Na het ontvangen van een aanvraag voor uitbating van een studentenhuis, maakt de Dienst Woonbeleid samen met de brandweer en aanvrager een afspraak voor een controleonderzoek. Tijdens deze controle wordt onderzocht of het studentenhuis voldoet aan de kwaliteitsnormen en de aanvullende voorwaarden opgelegd door het kamerreglement. Indien voor het omvormen tot of het oprichten van het studentenhuis een stedenbouwkundige vergunning werd afgeleverd waarbij er nog geen einde der werken is gemeld aan de Dienst Vergunningen, zal de bouwtoezichter ter plaatse het stedenbouwkundig luik controleren. Dienst Woonbeleid AANVRAAG UITBATINGSVERGUNNING VOOR EEN STUDENTENHUIS Ik ondergetekende : woonachtig te : telefoonnummer waarop ik bereikbaar ben :. eigenaar van het pand - houder van bouwrecht - verhuurder - beheerder 1 gelegen te Genk :... Kadastraal bekend : Sie :. Nr(s) :. Afdeling : vraag vergunning tot de uitbating van een studentenhuis met.. studentenkamers 2 Indien aanvrager van uitbatingvergunning geen eigenaar is van het pand: Naam eigenaar:. Adres :.. Ik voeg hierbij de voorgeschreven documenten, te weten : het indelingsplan van het gebouw met nummering en aanduiding van de bestemming van de vertrekken (kamers, gemeenschappelijke ruimten) met vermelding van de elektrische, sanitaire en veiligheidsuitrusting; een afschrift van de goedgekeurde bouwvergunning; de identificatiegegevens van de eigenaar en de houder van het zakelijk recht en van de verhuurder of beheerder in dit gebouw (+ kopie voor- en achterkant identiteitskaart). Ik verklaar kennis te hebben genomen van het kamerreglement voor studentenhuizen en kamerwoningen en het draaiboek Uitbating studentenhuizen in Genk.. Gedaan te. datum. (Naam + handtekening) te versturen naar: Stadsbestuur Genk, Dienst Woonbeleid, Stadsplein 1, 3600 Genk contactpersoon: Tim Vanbrabant, diensthoofd Woonbeleid, tel. 089/ schrappen wat niet past 2 aantal kamers in te vullen 26

27 5.2. De vergunning De burgemeester verleent de uitbatingsvergunning op basis van: - het advies van de Dienst Woonbeleid, opgemaakt na het voeren van een controleonderzoek waaruit moet blijken dat voldaan is aan de voorwaarden, gesteld in deel 1 van het kamerreglement, de regelgeving uit de Vlaamse Wooncode en het kwaliteitsbesluit; - een verklaring van de brandweer, die bevestigt dat voldaan is aan de brandveiligheidsvoorschriften, zoals bepaald in deel 2 van het kamerreglement; - een volledig aanvraagdossier. De burgemeester levert een vergunning af indien: - het studentenhuis voldoet aan de kwaliteitsnormen uit het kamerreglement, het kwaliteitsbesluit en de Vlaamse Wooncode - de verhuurder voldoet aan de bepalingen uit het kamerreglement - de brandweer een gunstig advies aflevert De beslissing over de aflevering of weigering van een uitbatingsvergunning gebeurt binnen een termijn van drie maanden na het indienen van een volledig aanvraagdossier. De termijn start op de datum van afgifte tegen ontvangstbewijs of drie dagen na postdatum. Indien het studentenhuis niet voldoet aan de gemeentelijke parkeerverordening en de stedenbouwkundige voorschriften, dan kan de verhuurder/uitbater geen uitbatingsvergunning bekomen. De uitbatingsvergunning bepaalt het maximale aantal bewoners alsmede de uitbatingsvoorwaarden. De uitbatingsvergunning wordt afgeleverd voor de duur van 10 jaar. 27

28 Minimum drie maanden vóór het verstrijken van de vergunningstermijn dient een nieuwe aanvraag ingediend te worden. Iedere wijziging van houder van het zakelijk recht of verhuurder vereist een nieuwe uitbatingsvergunning. Iedere structurele wijziging van de inrichting vereist een nieuwe uitbatingsvergunning. Worden beschouwd als structurele wijzigingen: - herindeling van het gebouw, waarbij lokalen andere bestemmingen krijgen dan voorheen bij de oorspronkelijke goedkeuring; - uitbreiding van het gebouw; - wijzigingen aan de dragende structuur van het gebouw; - wijzigingen aan de veiligheidsuitrusting; - wijzigen van het aantal kamers. De uitbatingsvergunningen die werden verleend vóór 1 januari 2015 blijven van kracht tot aan hun vervaldatum. Elke eigenaar-verhuurder met een lopende uitbatingsvergunning wordt op de hoogte gebracht van de reglementswijziging. Wanneer blijkt dat er door de inwerkingtreding van dit reglement bij een vernieuwing van een bestaande uitbatingsvergunning, bijkomende aanpassingen en/ of investeringen nodig zijn, dan dient de eigenaar-verhuurder dit tijdig te voorzien. Uitzonderlijk kan een tijdelijke uitbatingsvergunning afgeleverd worden van 1 jaar aan eigenaar-verhuurders die onvoldoende tijd hebben om de nodige aanpassingen door te voeren. Een tijdelijke uitbatingsvergunning kan echter alleen onder deze voorwaarden: - de lopende uitbatingsvergunning loopt af binnen een periode van 1 jaar na de datum van inwerkingtreding van dit reglement; - het gaat om aanpassingswerken die technisch moeilijk uitvoerbaar zijn (vb plaatsen van vaste verwarmingstoestellen en CV, veranderen van gemeenschappelijke ruimten) - er is een stedenbouwkundige vergunning verplicht voor de werkzaamheden De uitbating De huurder en verhuurder zijn verplicht toegang te verlenen aan de stadsambtenaren en hen alle nodige inlichtingen te verstrekken om het conformiteitsonderzoek en de controlebezoeken in de beste omstandigheden te laten verlopen. Elke weigering tot het afleveren van een uitbatingsvergunning wordt gemotiveerd. Bij een weigering kan de verhuurder een bezwaar indienen bij de toezichthoudende overheid, volgens de bepalingen van artikel 258 uit het Gemeentedecreet. De verhuurder moet ter plaatse over een lijst beschikken met vermelding van naam en voornaam van elke bewoner en het nummer van de kamer die hij/zij betrekt. 28

29 Deze lijst moet steeds actueel bijgehouden worden. De verhuurder moet ook jaarlijks vóór 1 november de attesten bezorgen aan de dienst Woonbeleid waaruit blijkt dat de huurders effectief ingeschreven voltijdse studenten zijn. De uitbater is ertoe gehouden de burgemeester onmiddellijk in kennis stellen van elke situatie die strijdig is met de openbare orde, openbare veiligheid, openbare gezondheid en openbare rust. Ieder studentenhuis moet een verantwoordelijke hebben die belast is met het dagelijks beheer van de kamerwoning of het studentenhuis en die toezicht uitoefent. Dit kan de verhuurder zelf zijn of een door hem aangestelde persoon. De naam, het adres en de contactgegevens van deze verantwoordelijke moeten ter plaatse worden uitgehangen en moeten opgenomen worden in het huishoudelijk reglement. 29

30 OVERZICHTSSCHEMA OVERZICHTSSCHEMA OP-/INRICHTEN STUDENTENKAMER(S) OPRICHTEN VAN EEN NIEUWBOUWCOMPLEX INRICHTEN VAN MINSTENS 3 STUDENTENKAMERS IN EEN BESTAANDE WONING Contact opnemen met de Dienst Stedenbouwkundige Vergunningen Ongunstig advies Gunstig advies Stopzetting procedure Aanvragen stedenbouwkundige vergunning Weigering Vergunning Stopzetting procedure Na uitvoering van de werken en controle door bouwtoezichter + gunstig advies 30

31 TOT MAX. 2 VERGUNDE SLAAPKAMERS OMVORMEN TOT STUDENTENKAMER (WAARBIJ ER NOG VOLDOENDE SLAAPKAMERS OVER ZIJN VOOR HET INWONENDE GEZIN) Formulier Aanvraag uitbatingsvergunning invullen Aan Dienst Woonbeleid bezorgen met bijlagen Kwaliteitsonderzoek Dienst Woonbeleid en brandveiligheidsonderzoek brandweer Gunstig advies Ongunstig advies Uitreiken van uitbatingsvergunning Geen uitbatingsvergunning Bekendmaking uitbatingsvergunning Website 31

32 SANCTIES De afgifte van een uitbatingsvergunning is enkel mogelijk indien andere sectorale regelgeving nageleefd wordt. De uitbatingsvergunning wordt ingetrokken indien de kamers niet langer conform bevonden worden volgens de kwaliteits- en veiligheidsnormen van de gewestelijke en gemeentelijke regelgeving. De tekst van het kamerreglement wordt bij de vergunning gevoegd. De verhuurder moet op zijn beurt deze tekst ter kennisgeving van de bewoners uithangen op een goed zichtbare en toegankelijke plaats. De burgemeester of zijn afgevaardigde, de politiediensten, de daartoe aangestelde ambtenaren en de brandweerdiensten houden toezicht en controle op de naleving van het kamerreglement. (art. 59 v/h kamerreglement) Voor zover wetten, besluiten, decreten algemene en provinciale reglementen en verordeningen geen andere straffen voorzien, kunnen inbreuken op het kamerreglement gesanctioneerd worden met een van de volgende gemeentelijke administratieve sancties conform de wet van 24 juni 2013 betreffende gemeentelijke administratieve sancties: - een administratieve geldboete die het bedrag van het wettelijk maximum niet mag overschrijden; - een administratieve schorsing of intrekking van de door de stad afgeleverde vergunning; - een sluiting van de kamerwoning of het studentenhuis. Het niet naleven van een administratieve sanctie van het college wordt bovendien bestraft met één van de hierboven voorziene administratieve sancties (= art. 59 van het kamerreglement). Het niet naleven van het bevel van de burgemeester wordt bovendien bestraft met de hierboven voorziene administratieve sancties (= art. 59 van het kamerreglement. 32

33 33

34 CONTACTGEGEVENS VOOR INFORMATIE OVER DE UITBATINGSVERGUNNING EN HET KAMERREGLEMENT KUNT U TERECHT BIJ: Dienst Woonbeleid Stadsplein Genk Tel of 75 woonbeleid@genk.be VOOR STEDENBOUWKUNDIGE INFO OVER UW WONING KUNT U TERECHT BIJ: Dienst Vergunningen Stadsplein Genk Tel ruimtelijke.ordening@genk.be VOOR TECHNISCHE INFO BETREFFENDE DE BRANDVEILIGHEID KUNT U TERECHT BIJ: Brandweer Genk C-mine Genk Tel brandweer@genk.be 34

35 NUTTIGE LINKS De Vlaamse Wooncode Het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode. De recentste versie van dit decreet (ook integratiedecreet genoemd) kan geraadpleegd worden via onze website: => klikken op Vlaamse wooncode Kwaliteitsbesluit Het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 houdende de aanvullende kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen. Dit besluit (ook integratiebesluit genoemd) kan geraadpleegd worden via onze website: Kamerreglement stad Genk Het Kamerreglement stad Genk, dat door de Vlaamse Regering goedgekeurd wordt vindt u via de website Aanvraagformulier uitbatingsvergunning kamerwoning Via de website: vindt u het formulier aanvraag uitbatingsvergunning. Aanvraagformulier uitbatingsvergunning kamerwoning Via de website: vindt u het formulier aanvraag uitbatingsvergunning. 35

36

Hoofdstuk 1: Algemeen

Hoofdstuk 1: Algemeen VOORSCHRIFTEN OMTRENT DE BRANDVEILIGHEID IN KAMERWONINGEN EN STUDENTENKAMERS Hoofdstuk 1: Algemeen Artikel 1. Algemeen 1. Alle kamerwoningen, studentenhuizen en studentengemeenschapshuizen moeten beschikken

Nadere informatie

KAMERREGLEMENT STUDENTENKAMERS EN LOGEMENTSKAMERS STAD GENK

KAMERREGLEMENT STUDENTENKAMERS EN LOGEMENTSKAMERS STAD GENK KAMERREGLEMENT STUDENTENKAMERS EN LOGEMENTSKAMERS STAD GENK DEEL 1: ALGEMENE BEPALINGEN Toepassingsgebied Artikel 1 De bepalingen vermeld in dit reglement op kamerwoningen en studentenhuizen zijn een aanvulling

Nadere informatie

REGLEMENT STUDENTENKAMERS EN LOGEMENTSKAMERS STAD GENK

REGLEMENT STUDENTENKAMERS EN LOGEMENTSKAMERS STAD GENK REGLEMENT STUDENTENKAMERS EN LOGEMENTSKAMERS STAD GENK DEEL 1: ALGEMENE BEPALINGEN Toepassingsgebied Artikel 1 De bepalingen vermeld in dit reglement op kamerwoningen en studentenhuizen zijn een aanvulling

Nadere informatie

Kamerreglement van Maasmechelen zoals goedgekeurd bij M.B. van 01/04/2015

Kamerreglement van Maasmechelen zoals goedgekeurd bij M.B. van 01/04/2015 Kamerreglement van Maasmechelen zoals goedgekeurd bij M.B. van 01/04/2015 Het kamerreglement van Maasmechelen is opgenomen in het gemeentelijk permanent politiereglement voor de uitbating van kamers van

Nadere informatie

Brandveiligheidsnormen en veiligheid in het algemeen

Brandveiligheidsnormen en veiligheid in het algemeen BIJLAGE 1 Brandveiligheidsnormen en veiligheid in het algemeen 0. Indeling van de inrichtingen. De inrichtingen worden ingedeeld in 3 categorieën: - Categorie 1: de lage gebouwen: dit wil zeggen gebouwen

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

HUISHOUDELIJK REGLEMENT HUISHOUDELIJK REGLEMENT Voor het afleveren van een conformiteitsattest voor huur- en kamerwoningen en voor controle op de kwaliteitsnorm in kader van een uitbatingsvergunning voor kamerwoningen en studentenkamers

Nadere informatie

UITTREKSEL UIT HET NOTULENREGISTER VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN : 19 DECEMBER 2016

UITTREKSEL UIT HET NOTULENREGISTER VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN : 19 DECEMBER 2016 UITTREKSEL UIT HET NOTULENREGISTER VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN : 19 DECEMBER 2016 Aanwezig de dames en de heren: J. Creemers, Burgemeester, M. Giebens, Y. Van Dooren, K. Drees, D. Verlaak, G. Haeldermans,

Nadere informatie

DEEL 1: ALGEMENE BEPALINGEN. Toepassingsgebied

DEEL 1: ALGEMENE BEPALINGEN. Toepassingsgebied DEEL 1: ALGEMENE BEPALINGEN Toepassingsgebied Artikel 1 Dit reglement is van toepassing op kamers en studentenkamers, die vallen onder de bepalingen van het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteits-

Nadere informatie

Draaiboek. Uitbating studentenhuizen in GENK

Draaiboek. Uitbating studentenhuizen in GENK Draaiboek Uitbating studentenhuizen in GENK 1 INHOUD 1. VOORWOORD 1. VOORWOORD 3 2. INLEIDING 4 3. BEGRIPPEN EN DEFINITIES 6 4. HET STUDENTENHUIS 8 4.1. Is je (ver)bouwproject realiseer- en vergunbaar?

Nadere informatie

Bijlage 5. Specifieke brandveiligheidsnormen van toepassing op die toeristische logies overeenkomstig de tabel in bijlage 1 bij dit besluit

Bijlage 5. Specifieke brandveiligheidsnormen van toepassing op die toeristische logies overeenkomstig de tabel in bijlage 1 bij dit besluit Bijlage 5. Specifieke brandveiligheidsnormen van toepassing op die toeristische logies overeenkomstig de tabel in bijlage 1 bij dit besluit Hoofdstuk 1. Algemeen 1.1 Doel De specifieke brandveiligheidsnormen

Nadere informatie

Geïntegreerde regelgeving studentenhuisvesting en domiciliekamers stad Mechelen

Geïntegreerde regelgeving studentenhuisvesting en domiciliekamers stad Mechelen Geïntegreerde regelgeving studentenhuisvesting en domiciliekamers stad Mechelen De stad Mechelen wil er zeker van zijn dat de studenten die voor een opleiding en verblijf kiezen in de stad, een kwalitatieve

Nadere informatie

Politieverordening inzake kwaliteits- en veiligheidsnormen voor studentenkamers

Politieverordening inzake kwaliteits- en veiligheidsnormen voor studentenkamers Uittreksel treksel uit het notulenboek Gemeenteraad Datum zitting 25/10/2007 Aanvangsuur zitting 20:00 Locatie Raadzaal Politieverordening inzake kwaliteits- en veiligheidsnormen voor studentenkamers Kenmerk

Nadere informatie

ALGEMENE POLITIEVERORDENING STAD AALST REGLEMENT OP VERHUUR VAN KAMERWONINGEN

ALGEMENE POLITIEVERORDENING STAD AALST REGLEMENT OP VERHUUR VAN KAMERWONINGEN ALGEMENE POLITIEVERORDENING STAD AALST REGLEMENT OP VERHUUR VAN KAMERWONINGEN Hoofdstuk 4: Kamerwonen 1e afdeling: Terminologie Artikel 151: Als inrichting voor kamerwonen wordt beschouwd elk gebouw waarbij

Nadere informatie

Wetgeving rond brandveiligheid voor de kinderdagverblijven

Wetgeving rond brandveiligheid voor de kinderdagverblijven Wetgeving rond brandveiligheid voor de kinderdagverblijven Voorstelling Vrijwillig Brandweerkorps Zoersel Brandweertaken Preventie - Lt-dienstchef Yves Sepot - Olt Bart Van Winckel - Bwm Els Haest Wetgeving

Nadere informatie

Overzicht I. KADER II. NORMEN III. VOORBEELD

Overzicht I. KADER II. NORMEN III. VOORBEELD Overzicht I. KADER II. NORMEN III. VOORBEELD I. Kader: aandacht voor woonkwaliteit Sinds 1998 moeten alle woningen en kamers (ook voor seizoenarbeiders) in Vlaanderen voldoen aan minimale normen Woningen:

Nadere informatie

2. KWALITEITS- EN VEILIGHEIDSNORMEN VOOR KAMERS

2. KWALITEITS- EN VEILIGHEIDSNORMEN VOOR KAMERS Gids voor kotbazen: Wijzigingen en aanvullingen In de brochure Gids voor kotbazen vindt u heel wat informatie en tips over studentenhuisvesting met een handig overzicht van alle regel- en wetgeving indien

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT DECREET. houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers TITEL I. Algemene bepalingen.

VLAAMS PARLEMENT DECREET. houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers TITEL I. Algemene bepalingen. VLAAMS PARLEMENT DECREET houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers TITEL I Algemene bepalingen Artikel 1 Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. Artikel 2 In dit

Nadere informatie

Provincie LIMBURG Arrondissement HASSELT Stadsbestuur GENK Uittreksel uit het register der beraadslagingen van de gemeenteraad

Provincie LIMBURG Arrondissement HASSELT Stadsbestuur GENK Uittreksel uit het register der beraadslagingen van de gemeenteraad Provincie LIMBURG Arrondissement HASSELT Stadsbestuur GENK Uittreksel uit het register der beraadslagingen van de gemeenteraad Vergadering van 16 december 2015 Aanwezig: de heren Dullers, voorzitter; Dries,

Nadere informatie

Bijlage 3. Specifieke brandveiligheidsnormen van toepassing op die toeristische logies overeenkomstig de tabel in bijlage 1 bij dit besluit

Bijlage 3. Specifieke brandveiligheidsnormen van toepassing op die toeristische logies overeenkomstig de tabel in bijlage 1 bij dit besluit Bijlage 3. Specifieke brandveiligheidsnormen van toepassing op die toeristische logies overeenkomstig de tabel in bijlage 1 bij dit besluit Hoofdstuk 1. Algemeen 1.1 Doel De specifieke brandveiligheidsnormen

Nadere informatie

0.1 Brandveiligheid in kamers, studio s en kamerwoningen

0.1 Brandveiligheid in kamers, studio s en kamerwoningen Kamerreglement van Leuven zoals goedgekeurd bij M.B. van 6/01/2015. Het kamerreglement van Leuven is opgenomen in artikel 145 en volgende van het Gecoördineerd Politiereglement van de Stad Leuven, laatst

Nadere informatie

TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN WONINGEN

TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN WONINGEN TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN WONINGEN Deel A: Identificatiegegevens A.1. Identificatiegegevens van het onderzoek Dossiernummer (van de woning in het gebouw): Datum van het onderzoek:

Nadere informatie

Bijlage 2. Specifieke brandveiligheidsvoorschriften voor groepsopvang als vermeld in artikel 23

Bijlage 2. Specifieke brandveiligheidsvoorschriften voor groepsopvang als vermeld in artikel 23 Bijlage 2. Specifieke brandveiligheidsvoorschriften voor groepsopvang als vermeld in artikel 23 Inhoudsopgave 1. Algemene bepalingen 2. Inplanting en toegangswegen 3. Compartimentering 4. Voorschriften

Nadere informatie

BIJLAGE 1: AANVRAAGFORMULIER VOOR HET VERKRIJGEN VAN EEN UITBATINGSVERGUNNING VOOR HET UITBATEN VAN KAMERS

BIJLAGE 1: AANVRAAGFORMULIER VOOR HET VERKRIJGEN VAN EEN UITBATINGSVERGUNNING VOOR HET UITBATEN VAN KAMERS VOOR HET VERKRIJGEN VAN EEN UITBATINGSVERGUNNING VOOR HET UITBATEN VAN KAMERS 1. IDENTIFICATIEGEGEVENS VAN HET GEBOUW Adres: Kadastrale ligging: Aantal woningen in het gebouw: (opgelet: elk appartement,

Nadere informatie

RICHTLIJNEN STAD ANTWERPEN

RICHTLIJNEN STAD ANTWERPEN TO-1001 SCHOLEN RICHTLIJNEN STAD ANTWERPEN VOOR BOUWEN, BIJBOUWEN, AANBOUWEN EN VERGROTEN VAN SCHOOLGEBOUWEN ONAFGEZIEN DE WETTELIJKE BEPALINGEN TERZAKE VAN HET A.R.A.B. EN EVENTUEEL DEZE VAN HET MINISTERIEEL

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. Definities

HOOFDSTUK I. Definities VI.3.B. BVR brandveiligheid 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2008 (BS 21 november 2008) houdende de normen voor de preventie van brand in de voorzieningen voor kinderopvang 1 HOOFDSTUK

Nadere informatie

I ALGEMENE BEPALINGEN

I ALGEMENE BEPALINGEN Opschrift: Decreet houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers Datum: 04/02/1997 Pagina B.S.: 5007 Publicatiedatum: 07/03/1997 Datum inwerkingtreding: 01/09/1998 TITEL I

Nadere informatie

TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE WONINGKWALITEIT

TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE WONINGKWALITEIT TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE WONINGKWALITEIT Deel A: Identificatiegegevens A.1. Identificatiegegevens van het onderzoek Dossiernummer (van de woning in het gebouw): Datum van het onderzoek:

Nadere informatie

Inhoudstafel Tekst Begin

Inhoudstafel Tekst Begin 19 SEPTEMBER 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de normen voor de preventie van brand in de voorzieningen voor kinderopvang. Bron : VLAAMSE OVERHEID Publicatie : 21-11-2008 nummer : 2008204070

Nadere informatie

TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN WONINGEN Deel A: Identificatiegegevens

TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN WONINGEN Deel A: Identificatiegegevens TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN WONINGEN Deel A: Identificatiegegevens A.1. Identificatiegegevens van het onderzoek Dossiernummer (van de woning in het gebouw): Datum van het onderzoek:

Nadere informatie

Stedenbouwkundige verordening met het oog op het versterken van de woonkwaliteit in de gemeente.

Stedenbouwkundige verordening met het oog op het versterken van de woonkwaliteit in de gemeente. Stedenbouwkundige verordening met het oog op het versterken van de woonkwaliteit in de gemeente. Voorgelegd aan de Gewestelijke Stedenbouwkundige Ambtenaar op 28/01/2010 Voorgelegd aan de GECORO in zitting

Nadere informatie

TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN WONINGEN. Deel A: Identificatiegegevens

TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN WONINGEN. Deel A: Identificatiegegevens Bijlage 3. Model van technisch verslag voor zelfstandige woningen als vermeld in artikel 2, 1, 3 TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN WONINGEN Deel A: Identificatiegegevens A.1. Identificatiegegevens

Nadere informatie

TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN KAMERS. Deel A: Identificatiegegevens

TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN KAMERS. Deel A: Identificatiegegevens Bijlage 1. Model van technisch verslag voor kamers als vermeld in artikel 2, 1, 1 TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN KAMERS Deel A: Identificatiegegevens A.1. Identificatiegegevens

Nadere informatie

Kamerreglement van Veurne zoals goedgekeurd bij M.B. van 20/04/2015.

Kamerreglement van Veurne zoals goedgekeurd bij M.B. van 20/04/2015. Kamerreglement van Veurne zoals goedgekeurd bij M.B. van 20/04/2015. Het kamerreglement van Veurne is opgenomen in de verordening inzake het kamerwonen van 1 december 2014 en werd goedgekeurd bij ministerieel

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD 17.09.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD 17.09.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE 73465 Afdeling 2. Bestaande en nieuwe opvanglocaties Art. 65. Vanaf de inwerkingtreding van dit besluit gelden de volgende overgangsperiodes voor de opvanglocaties, vermeld in artikel 62, en voor de opvanglocaties

Nadere informatie

www.brugge.be ALGEMENE RICHTLIJNEN dansgelegenheden en dansactiviteiten

www.brugge.be ALGEMENE RICHTLIJNEN dansgelegenheden en dansactiviteiten www.brugge.be 1 ALGEMENE RICHTLIJNEN dansgelegenheden en dansactiviteiten 2 3 Naast een leuke vorm van ontspanning is dansen voor velen een belangrijke manier om mensen te ontmoeten. Het is echter belangrijk

Nadere informatie

HOOFDSTUK XII JEUGDLOKALEN: REGLEMENTERING MET BETREKKING TOT DE BRANDVEILIGHEID IN JEUGDLOKALEN

HOOFDSTUK XII JEUGDLOKALEN: REGLEMENTERING MET BETREKKING TOT DE BRANDVEILIGHEID IN JEUGDLOKALEN HOOFDSTUK XII JEUGDLOKALEN: REGLEMENTERING MET BETREKKING TOT DE BRANDVEILIGHEID IN JEUGDLOKALEN Art. 224. ALGEMEEN JEUGDLOKALEN 1. Doel Deze reglementering bepaalt de minimale eisen waaraan de opvatting,

Nadere informatie

Aantal verhuureenheden 1 Maximum aantal personen (volgens opgave exploitant) 6 Naam exploitatie Neptunus 0203

Aantal verhuureenheden 1 Maximum aantal personen (volgens opgave exploitant) 6 Naam exploitatie Neptunus 0203 CONTROLEVERSLAG betreffende de naleving van de brandveiligheidsnormen van bijlage 2 van het Besluit van 17 maart 2017 van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan

Nadere informatie

AANVRAAG HORECAVERGUNNING

AANVRAAG HORECAVERGUNNING AANVRAAG HORECAVERGUNNING GEGEVENS UITBATER (naam, adres, GSM, e mail) GEGEVENS UITBATING (naam, adres, telefoon, e mail) ONDERNEMINGSNUMMER VERZEKERING OBJECTIEVE AANSPRAKELIJKHEID BRAND / ONTPLOFFING

Nadere informatie

VOORAL DE ALINEA S IN HET ROOD ZIJN ZEER BELANGRIJK VOOR HET JAARMARKTGEBEUREN

VOORAL DE ALINEA S IN HET ROOD ZIJN ZEER BELANGRIJK VOOR HET JAARMARKTGEBEUREN DIT BRANDWEERREGLEMENT IS ZEER BELANGRIJK ONDERMEER VOOR DE UITBATERS VAN KRAMEN WAAR VERWARMINGSTOESTELLEN WORDEN GEBRUIKT. GELIEVE HIERMEE REKENING TE HOUDEN EN NA TE LEVEN VOORAL DE ALINEA S IN HET

Nadere informatie

VR DOC.0787/4

VR DOC.0787/4 VR 2018 1307 DOC.0787/4 Bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van [ ] tot wijziging van de regelgeving betreffende de specifieke brandveiligheidsnormen voor ouderenvoorzieningen en centra voor

Nadere informatie

Aanvraag conformiteitsattest

Aanvraag conformiteitsattest Aanvraag conformiteitsattest Een conformiteitsattest toont aan dat de woning die u verhuurt minstens voldoet aan de Vlaamse woonkwaliteitsnormen. Het conformiteitsattest is een officiële verklaring dat

Nadere informatie

II. 12 BVCHECK MC Checklist voor de preventie van brand in de mini-crèches

II. 12 BVCHECK MC Checklist voor de preventie van brand in de mini-crèches II. 12 BVCHECK MC Checklist voor de preventie van brand in de mini-crèches Deze checklist helpt bepalen aan welke vereisten de mini-crèche op het vlak van brandveiligheid aan het besluit van de Vlaamse

Nadere informatie

HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN Provincie OOST-VLAANDEREN Gemeente Zelzate POLITIEVERORDENING OP DE INRICHTINGEN BESTEMD VOOR DE VERHURING VAN KAMERS GESTEMD IN DE GEMEENTERAAD VAN ZELZATE VAN 11 MEI 2004 EN BEKRACHTIGD BIJ MINISTERIEEL

Nadere informatie

Uitgave: juli 2008. V.U.: ir Guy Braeckman, Secretaris-Generaal Departement RWO Koning Albert II-laan 19, bus 21, 1210 Brussel

Uitgave: juli 2008. V.U.: ir Guy Braeckman, Secretaris-Generaal Departement RWO Koning Albert II-laan 19, bus 21, 1210 Brussel Uitgave: juli 2008 V.U.: ir Guy Braeckman, Secretaris-Generaal Departement RWO Koning Albert II-laan 19, bus 21, 1210 Brussel Vormgeving: Lien Van Cromphaut Beeldmateriaal: Fotoarchief Vlaamse Overheid

Nadere informatie

1617 AMBT VERBOUWING VAN EEN HERENWONING AMBTMANSTRAAT ANTWERPEN HAALBAARHEIDSSTUDIE 7 MAART 2017

1617 AMBT VERBOUWING VAN EEN HERENWONING AMBTMANSTRAAT ANTWERPEN HAALBAARHEIDSSTUDIE 7 MAART 2017 1617 AMBT VERBOUWING VAN EEN HERENWONING AMBTMANSTRAAT 6 2000 ANTWERPEN HAALBAARHEIDSSTUDIE 7 MAART 2017 STUDIO 22 ARCHITECTS BVBA VLAAMSEKUNSTLAAN 39 2020 ANTWERPEN LIGGING OMGEVING INPLANTING PRAKTIJK

Nadere informatie

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD Provincie Limburg Arrondissement Hasselt Gemeente Zutendaal UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD Zitting van : 28 januari 2016 Aanwezig: Robben Martens - voorzitter Jef Bobbaers - burgemeester

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan het toeristische logies moet voldoen

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan het toeristische logies moet voldoen Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan het toeristische logies moet voldoen Bijlage 3. Specifieke brandveiligheidsnormen voor toeristische logiezen

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE VERORDENING VOOR HET VERHUREN VAN KAMERS.

ADMINISTRATIEVE VERORDENING VOOR HET VERHUREN VAN KAMERS. ADMINISTRATIEVE VERORDENING VOOR HET VERHUREN VAN KAMERS. DEEL 1: ALGEMENE BEPALINGEN ARTIKEL 1: Toepassingsgebied Deze verordening geldt voor alle kamerwoningen die onder toepassing van de Vlaamse Wooncode

Nadere informatie

Brandveiligheid in verhuurde kamerwoningen

Brandveiligheid in verhuurde kamerwoningen Kamerreglement van Kasterlee zoals goedgekeurd bij M.B. van 4/11/2015. Het kamerreglement van Kasterlee is opgenomen in Hoofdstuk IV Brandveiligheid in verhuurde kamerwoningen van het Uniform Gemeentelijk

Nadere informatie

kamerwoning: elk gebouw of deel ervan dat bestaat uit een of meer kamers en gemeenschappelijke ruimten;

kamerwoning: elk gebouw of deel ervan dat bestaat uit een of meer kamers en gemeenschappelijke ruimten; Kamerreglement van Boom zoals goedgekeurd bij M.B. van 01/04/2015. Het kamerreglement van Boom is opgenomen in de administratieve verordening voor het verhuren van kamers van 18 december 2014 en werd goedgekeurd

Nadere informatie

2.1 HET CONFORMITEITSATTEST UITREIKEN

2.1 HET CONFORMITEITSATTEST UITREIKEN 20 WAT MOET U DOEN ROND WONINGKWALITEIT? 2.1 HET CONFORMITEITSATTEST UITREIKEN 2.1.1 Stap 1: Aanvraag conformiteitsattest Voor welke woningen? Woningen verhuurd als hoofdverblijf of voor de huisvesting

Nadere informatie

Artikel 2 De studentenhuisvestingssubsidie bestaat uit 2 luiken: - de starterssubsidie; - de investeringssubsidie;

Artikel 2 De studentenhuisvestingssubsidie bestaat uit 2 luiken: - de starterssubsidie; - de investeringssubsidie; Reglement betreffende het toekennen van studentenhuisvestingssubsidies ter bevordering van het behoud en vergroten van het aanbod aan kwalitatieve studentenkamers. Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen Artikel

Nadere informatie

HOOFDSTUK XIV GEBOUWEN VOOR MEERVOUDIGE BEWONING: REGLEMENTERING MET BETREKKING TOT DE BRANDVEILIGHEID VAN GEBOUWEN VOOR MEERVOUDIGE BEWONING

HOOFDSTUK XIV GEBOUWEN VOOR MEERVOUDIGE BEWONING: REGLEMENTERING MET BETREKKING TOT DE BRANDVEILIGHEID VAN GEBOUWEN VOOR MEERVOUDIGE BEWONING HOOFDSTUK XIV GEBOUWEN VOOR MEERVOUDIGE BEWONING: REGLEMENTERING MET BETREKKING TOT DE BRANDVEILIGHEID VAN GEBOUWEN VOOR MEERVOUDIGE BEWONING Art. 235. ALGEMEEN BRANDVEILIGHEID VAN GEBOUWEN VOOR MEERVOUDIGE

Nadere informatie

TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN NIET-ZELFSTANDIGE WONINGEN VOOR SEIZOENARBEIDERS

TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN NIET-ZELFSTANDIGE WONINGEN VOOR SEIZOENARBEIDERS Bijlage 3. Model van technisch verslag voor het onderzoek van de kwaliteit van niet-zelfstandige woningen voor seizoenarbeiders als vermeld in artikel 2, 1 TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT

Nadere informatie

Bijlage 6. Specifieke brandveiligheidsnormen van toepassing op die toeristische logies overeenkomstig de tabel in bijlage 1 bij dit besluit

Bijlage 6. Specifieke brandveiligheidsnormen van toepassing op die toeristische logies overeenkomstig de tabel in bijlage 1 bij dit besluit Bijlage 6. Specifieke brandveiligheidsnormen van toepassing op die toeristische logies overeenkomstig de tabel in bijlage 1 bij dit besluit Hoofdstuk 1. Algemeen 1.1 Doel De specifieke brandveiligheidsnormen

Nadere informatie

Politieverordening inzake preventie van brand en ontploffing van publiek toegankelijke inrichtingen

Politieverordening inzake preventie van brand en ontploffing van publiek toegankelijke inrichtingen Politieverordening inzake preventie van brand en ontploffing van publiek toegankelijke inrichtingen Goedgekeurd in de gemeenteraad van 23 november 2015 Bekendgemaakt op 17 december 2015 In werking getreden

Nadere informatie

Dit reglement is van toepassing op kamers in kamerwoningen, zoals gedefinieerd in de Vlaamse Wooncode en het woningkwaliteitsbesluit.

Dit reglement is van toepassing op kamers in kamerwoningen, zoals gedefinieerd in de Vlaamse Wooncode en het woningkwaliteitsbesluit. pagina 1 van 63 KAMERREGLEMENT 1. ALGEMENE BEPALINGEN 1.1 Toepassingsgebied Artikel 1 Dit reglement is van toepassing op kamers in kamerwoningen, zoals gedefinieerd in de Vlaamse Wooncode en het woningkwaliteitsbesluit.

Nadere informatie

VR DOC.0370/3BIS

VR DOC.0370/3BIS VR 2019 2203 DOC.0370/3BIS Bijlage 1. Model van technisch verslag voor het onderzoek van de kwaliteit van zelfstandige woningen als vermeld in artikel 2, 1 TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT

Nadere informatie

POLITIEREGLEMENT BETREFFENDE DE HORECAZAKEN EN HORECAVERGUNNING

POLITIEREGLEMENT BETREFFENDE DE HORECAZAKEN EN HORECAVERGUNNING POLITIEREGLEMENT BETREFFENDE DE HORECAZAKEN EN HORECAVERGUNNING HOOFDSTUK 5. BRANDVEILIGHEID AFDELING 1. ALGEMEEN ARTIKEL 23. DOEL Dit reglement, in bijzonder hoofdstuk 5 brandveiligheid bepaalt de minimale

Nadere informatie

Algemeen kader = Vlaamse Wooncode

Algemeen kader = Vlaamse Wooncode Woningkwaliteit: aandachtspunten voor verhuurders en eigenaars Merelbeke, maandag 8 mei 2017 Algemeen kader = Vlaamse Wooncode Artikel 3 van de Vlaamse Wooncode (en ook artikel 23 grondwet) : Iedereen

Nadere informatie

VR DOC.1623/6BIS

VR DOC.1623/6BIS Bijlage 3. Model van technisch verslag voor het onderzoek van de kwaliteit van niet-zelfstandige woningen voor seizoenarbeiders als vermeld in artikel 2, 1 Deel A: Identificatiegegevens VR 2018 2112 DOC.1623/6BIS

Nadere informatie

Uittreksel uit Code van gemeentelijke politiereglementen Nieuwe gecoördineerde versie 277 2013_CBS_11850

Uittreksel uit Code van gemeentelijke politiereglementen Nieuwe gecoördineerde versie 277 2013_CBS_11850 Uittreksel uit Code van gemeentelijke politiereglementen Nieuwe gecoördineerde versie 277 2013_CBS_11850 TITEL 6 SPECIFIEKE REGELGEVINGEN Hoofdstuk 3 Maatregelen om brand in studentenkamers en in zelfstandige

Nadere informatie

STAD IZEGEM STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING WONINGKWALITEIT

STAD IZEGEM STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING WONINGKWALITEIT STAD IZEGEM STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING WONINGKWALITEIT Definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 mei 2018 Gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 3 augustus 2018 Artikel 1 DOEL

Nadere informatie

Brandveiligheid kamerwoningen

Brandveiligheid kamerwoningen Brandveiligheid kamerwoningen dienst Preventie, Brandweerzone Centrum, 14/03/2018 INHOUD 1. Belang brandveiligheid in kamerwoningen 2. Politiereglement op de Kamerwoningen 3. Controle door de brandweer

Nadere informatie

1. Fenomeen brand. 2. Voorstelling dienst brandpreventie. 3. Reglementering. 4. Aanvragen, afhandeling, retributie

1. Fenomeen brand. 2. Voorstelling dienst brandpreventie. 3. Reglementering. 4. Aanvragen, afhandeling, retributie Kapitein Wouter Meuwis 6 mei 2014 1. Fenomeen brand 2. Voorstelling dienst brandpreventie 3. Reglementering 4. Aanvragen, afhandeling, retributie 2 Vuurdriehoek: 3 cruciale elementen 1. Zuurstof 2. Energiebron

Nadere informatie

Woningkwaliteit: aandachtspunten voor verhuurders en eigenaars. Wetteren, 16 februari 2016

Woningkwaliteit: aandachtspunten voor verhuurders en eigenaars. Wetteren, 16 februari 2016 Woningkwaliteit: aandachtspunten voor verhuurders en eigenaars Wetteren, 16 februari 2016 Algemeen kader = Vlaamse Wooncode Artikel 3 van de Vlaamse Wooncode (en ook artikel 23 grondwet) : Iedereen heeft

Nadere informatie

KWALITEITSNORMEN Dienst Toezicht Stad Gent

KWALITEITSNORMEN Dienst Toezicht Stad Gent KWALITEITSNORMEN Dienst Toezicht Stad Gent label = woonkwaliteit & brandveiligheid Dienst Toezicht Afdeling Woontoezicht 6 controleurs Toezicht via plaatsonderzoeken: Woningkwaliteit Leegstand Verwaarlozing

Nadere informatie

VR DOC.1623/5BIS

VR DOC.1623/5BIS VR 2018 2112 DOC.1623/5BIS VR 2018 2112 DOC.1623/5BIS Bijlage 2. Model van technisch verslag voor het onderzoek van de kwaliteit van niet-zelfstandige woningen als vermeld in artikel 2, 1 TECHNISCH VERSLAG

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 61988 BELGISCH STAATSBLAD 21.11.2008 MONITEUR BELGE Art. 2. Onze Minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 18 september 2008. ALBERT Van Koningswege

Nadere informatie

KAMERWONEN GEMEENTELIJK REGLEMENT

KAMERWONEN GEMEENTELIJK REGLEMENT KAMERWONEN GEMEENTELIJK REGLEMENT Beste (toekomstige) eigenaar / uitbater, Sinds 7 juni 2018 heeft de stad Herentals een gemeentelijk reglement voor kamerwoningen. Als eigenaar / uitbater moet je zorgen

Nadere informatie

VR DOC.1623/4BIS

VR DOC.1623/4BIS VR 2018 2112 DOC.1623/4BIS VR 2018 2112 DOC.1623/4BIS Bijlage 1. Model van technisch verslag voor het onderzoek van de kwaliteit van zelfstandige woningen als vermeld in artikel 2, 1 TECHNISCH VERSLAG

Nadere informatie

POLITIEREGLEMENT HORECA NOORD-LIMBURG

POLITIEREGLEMENT HORECA NOORD-LIMBURG POLITIEREGLEMENT HORECA NOORD-LIMBURG HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Artikel 1. Doel Deze verordening bepaalt de minimale eisen waaraan de opvatting, de bouw en de inrichting van horecazaken en gelijkaardige inrichtingen

Nadere informatie

Wijziging ABR deel 3, hoofdstuk 2 Woongebouwen ifv Hospitawonen

Wijziging ABR deel 3, hoofdstuk 2 Woongebouwen ifv Hospitawonen Hospitawonen Aanleiding en doel van de wijziging De huidige tekst van het bouwreglement laat niet toe dat een eigenaar van een te beschermen eengezinswoning een kamer verhuurt, zelfs indien men als eigenaar

Nadere informatie

houdende wijziging van diverse decreten wat de woonkwaliteitsbewaking betreft

houdende wijziging van diverse decreten wat de woonkwaliteitsbewaking betreft stuk ingediend op 1861 (2012-2013) Nr. 2 20 februari 2013 (2012-2013) Ontwerp van decreet houdende wijziging van diverse decreten wat de woonkwaliteitsbewaking betreft Amendementen Stukken in het dossier:

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Algemeen

Hoofdstuk 1: Algemeen VOORSCHRIFTEN OMTRENT DE BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN EN GELIJKAARDIGE INRICHTINGEN Hoofdstuk 1: Algemeen Artikel 1. Doel Deze verordening bepaalt de minimale eisen waaraan de opvatting, de bouw en de

Nadere informatie

TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN KAMERS VOOR SEIZOENARBEIDERS Deel A: Identificatiegegevens

TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN KAMERS VOOR SEIZOENARBEIDERS Deel A: Identificatiegegevens Bijlage 2. Model van technisch verslag voor kamers die verhuurd worden aan seizoenarbeiders als vermeld in artikel 2, 1, 2 TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN KAMERS VOOR SEIZOENARBEIDERS

Nadere informatie

Brandweerzone Centrum

Brandweerzone Centrum Brandweerzone Centrum Politieverordening Publiek Toegankelijke Inrichtingen Regelgeving sinds 2003 en 2007 Wijzigingen => nieuw reglement sinds 1 januari 2016 Brandweerzone Centrum Aanleiding 1 januari

Nadere informatie

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen Gemeente Moorslede Dienst ruimtelijke ordening Marktplaats 1 8890 Moorslede Tel.: 051/788 914 Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen Principiële goedkeuring

Nadere informatie

DIENST HUISVESTING STEDELIJKE VERORDENING VOOR HET VERHUREN VAN KAMERS EN STUDENTENKAMERS: AANNEMING

DIENST HUISVESTING STEDELIJKE VERORDENING VOOR HET VERHUREN VAN KAMERS EN STUDENTENKAMERS: AANNEMING 722/03/Kamerreglement-01/YV/PJ DIENST HUISVESTING STEDELIJKE VERORDENING VOOR HET VERHUREN VAN KAMERS EN STUDENTENKAMERS: AANNEMING (Goedgekeurd bij ministerieel besluit van 17 november 2003, gepubliceerd

Nadere informatie

Mededeling betreffende het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 houdende de normen voor de preventie van brand in de mini-crèches

Mededeling betreffende het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 houdende de normen voor de preventie van brand in de mini-crèches II. 12 BV MC Mededeling betreffende het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 houdende de normen voor de preventie van brand in de mini-crèches Laatste versie: 18 augustus 2005 De Vlaamse

Nadere informatie

Vastgesteld door de gemeenteraad op 22 december HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN

Vastgesteld door de gemeenteraad op 22 december HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN Huisvesting - aanvullend politiereglement specifieke brandveiligheidsnormen voor kamers, studentenkamers, studentenhuizen en studentengemeenschapshuizen 2014 Vastgesteld door de gemeenteraad op 22 december

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN. Vraag nr. 340 van 17 maart 2014 van LODE VEREECK

VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN. Vraag nr. 340 van 17 maart 2014 van LODE VEREECK VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN FREYA VAN DEN BOSSCHE VLAAMS MINISTER VAN ENERGIE, WONEN, STEDEN EN SOCIALE ECONOMIE Vraag nr. 340 van 17 maart 2014 van LODE VEREECK Studentenkamers Conformiteit

Nadere informatie

1. Specifieke bepalingen inzake brandveiligheid in dansgelegenheden

1. Specifieke bepalingen inzake brandveiligheid in dansgelegenheden Bijlage 1 Brandveiligheid in publieke inrichtingen 1. Specifieke bepalingen inzake brandveiligheid in dansgelegenheden a. Toepassingsgebied Artikel 1 Deze afdeling is van toepassing op alle lokalen of

Nadere informatie

POLITIEVERORDENING OMTRENT DE BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN EN GELIJKAARDIGE INRICHTINGEN

POLITIEVERORDENING OMTRENT DE BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN EN GELIJKAARDIGE INRICHTINGEN POLITIEVERORDENING OMTRENT DE BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN EN GELIJKAARDIGE INRICHTINGEN Artikel 1 - Doel HOOFDSTUK 1 - ALGEMEEN Deze verordening bepaalt de minimale eisen waaraan de opvatting, de bouw

Nadere informatie

Bijlage 3. FAQ link :

Bijlage 3. FAQ link : Bijlage 3 FAQ link : http://www.toerismevlaanderen.be/logiesdecreet/brandveiligheid Vragen: 1. Heeft de hoogte van een gebouw waarin het logies is gevestigd invloed op de brandnormen? 2. Welke is de nodige

Nadere informatie

Administratieve verordening op de verhuring van kamers. DEEL 1: ALGEMENE BEPALINGEN. Toepassingsgebied. Artikel 1:

Administratieve verordening op de verhuring van kamers. DEEL 1: ALGEMENE BEPALINGEN. Toepassingsgebied. Artikel 1: Administratieve verordening op de verhuring van kamers. DEEL 1: ALGEMENE BEPALINGEN 1.A. Artikel 1: Toepassingsgebied Deze verordening is van toepassing op gebouwen waar minstens 1 kamer, gemeubeld of

Nadere informatie

TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN KAMERS VOOR SEIZOENARBEIDERS Deel A: Identificatiegegevens

TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN KAMERS VOOR SEIZOENARBEIDERS Deel A: Identificatiegegevens TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN KAMERS VOOR SEIZOENARBEIDERS Deel A: Identificatiegegevens A.1. Identificatiegegevens van het onderzoek Dossiernummer (van de kamer in het gebouw):

Nadere informatie

BIJLAGE 3. FAQ link :

BIJLAGE 3. FAQ link : BIJLAGE 3 16 01 2018 FAQ link : http://www.toerismevlaanderen.be/logiesdecreet/brandveiligheid Vragen: 1. Heeft de hoogte van een gebouw waarin het logies is gevestigd invloed op de brandnormen? 2. Welke

Nadere informatie

Dit reglement is van toepassing op kamers in kamerwoningen, zoals gedefinieerd in de Vlaamse Wooncode en het woningkwaliteitsbesluit.

Dit reglement is van toepassing op kamers in kamerwoningen, zoals gedefinieerd in de Vlaamse Wooncode en het woningkwaliteitsbesluit. pagina 1 van 63 KAMERREGLEMENT 1. ALGEMENE BEPALINGEN 1.1 Toepassingsgebied Artikel 1 Dit reglement is van toepassing op kamers in kamerwoningen, zoals gedefinieerd in de Vlaamse Wooncode en het woningkwaliteitsbesluit.

Nadere informatie

Tijdig brandveilig. Tips voor een brandveilige zaak met maximaal 49 toegelaten personen

Tijdig brandveilig. Tips voor een brandveilige zaak met maximaal 49 toegelaten personen Tijdig brandveilig Tips voor een brandveilige zaak met maximaal 49 toegelaten personen ALGEMEEN In deze brochure staat telkens het artikel (art.) van het brandveiligheidsreglement vermeld. Wilt u een exemplaar

Nadere informatie

Woningkwaliteit: aandachtspunten voor verhuurders en eigenaars. Wetteren, 19 februari 2019

Woningkwaliteit: aandachtspunten voor verhuurders en eigenaars. Wetteren, 19 februari 2019 Woningkwaliteit: aandachtspunten voor verhuurders en eigenaars Wetteren, 19 februari 2019 Huurdecreet Artikel 2 Huurdecreet Bij aanvang huurcontract moet woning voldoen aan elementaire vereisten van veiligheid,

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan het toeristische logies moet voldoen

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan het toeristische logies moet voldoen Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan het toeristische logies moet voldoen Bijlage 4. Specifieke brandveiligheidsnormen voor toeristische logiezen

Nadere informatie

Gemeente Ruiselede Stedenbouwkundige verordening met oog op het versterken van de woonkwaliteit bij meergezinswoningen

Gemeente Ruiselede Stedenbouwkundige verordening met oog op het versterken van de woonkwaliteit bij meergezinswoningen P a g i n a 1 Gemeente Ruiselede Stedenbouwkundige verordening met oog op het versterken van de woonkwaliteit bij meergezinswoningen Aangenomen door de gemeenteraad in zitting van 16 maart 2017 Goedgekeurd

Nadere informatie

100,00 voor 3 of 4 personen ten laste 200,00 voor 5 of 6 personen ten laste 300,00 voor 7 of meer personen ten laste

100,00 voor 3 of 4 personen ten laste 200,00 voor 5 of 6 personen ten laste 300,00 voor 7 of meer personen ten laste GEMEENTELIJKE VERBETERINGSPREMIE. Artikel 1 De gemeente Meulebeke verleent, met ingang van 1 januari 2014, onder bepaalde voorwaarden een premie voor het uitvoeren van verbeteringswerken aan particuliere

Nadere informatie

BRANDVEILIGHEID IN PTI S

BRANDVEILIGHEID IN PTI S BRANDVEILIGHEID IN PTI S PTI = WAT? PUBIEK TOEGANKELIJKE INRICHTINGEN PTI = VOORBEELDEN? CAFÉS, FEESTZALEN, RESTAURANTS, JEUGDLOKALEN, KANTINES,. INFOZITTING WOENSDAG 10 JULI 2013 IN CCW 1 WETTELIJKE TAKEN

Nadere informatie

Brandpreventie Politieverordening Publiek Toegankelijke Inrichtingen

Brandpreventie Politieverordening Publiek Toegankelijke Inrichtingen Hulpverleningszone Rivierenland Auteur: kerngroep PTI en Zonale preventiedienst Brandpreventie Politieverordening Publiek Toegankelijke Inrichtingen Infosessie 14.11.2017 Overzicht presentatie 1. Opvatting

Nadere informatie

Politiereglement op de kamerwoningen

Politiereglement op de kamerwoningen Politiereglement op de kamerwoningen Goedgekeurd in de gemeenteraad van 27 september 2004 Bekrachtigd door de Vlaamse regering op 8 december 2004 Bekendgemaakt op 27 december 2004 Hoofdstuk I - Algemene

Nadere informatie

De bepalingen m.b.t. het sluitingsuur vermeld in de algemene politieverordening blijven onverminderd gelden. Oppervlakte volledige exploitatie in m²:

De bepalingen m.b.t. het sluitingsuur vermeld in de algemene politieverordening blijven onverminderd gelden. Oppervlakte volledige exploitatie in m²: Aanvraagformulier drankvergunning, kansspelinrichting en/of openingstijden Neem voor bijkomende info contact op met de dienst lokale economie economie@rijkevorsel.be 03 340 00 30 Aanvraag voor (duid aan

Nadere informatie

Verhuur je een woning die veilig is en voldoet aan minimale kwaliteitsnormen?

Verhuur je een woning die veilig is en voldoet aan minimale kwaliteitsnormen? Verhuur je een woning die veilig is en voldoet aan minimale kwaliteitsnormen? Info voor eigenaars van een huurwoning Elke woning moet voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitvereisten.

Nadere informatie