Maak uw studenten niet sterk maar goed gemotiveerd.

Transcriptie

1 Maak uw studenten niet sterk maar goed gemotiveerd. HR Research & Measurement Waarom studeren studenten? En waarom niet? Hoe leren, studeren studenten met plezier? 2 Hoe motiveren we studenten? Brugge, 28 maart

2 Wie zijn we? Wat doen we? Wat drijft ons? Securex Volledig aanbod HR-diensten In België en internationaal One stop shopping - Alle diensten onder 1 sterk merk 500 generalisten experts 3 Securex HR Research Specialist in HR research (absenteïsme, verloop, leeftijd, geluk, meer info op Specialist in meten van percepties: Tevredenheid, leiderschap, motivatie, betrokkenheid, performance Psychosociale Risico Inventarisatie (RIE) Ability-Agility Multidisciplinair team: psychologen, statistici, sociologen, Wetenschappelijk onderbouwd: Eigen R&D + samenwerking academische wereld (KULeuven, Ugent, HUBrussel, ) 4 Brugge, 28 maart

3 Persoonlijkheidspsychologie Kwaadheidsgedragingen Oudere werknemers, motivatie, leiderschap, het nieuwe werken, demotie, organisatieveranderingen Hermina Van Coillie, HR Research Expert 5 6 Bron: HLN Brugge, 28 maart

4 7 8 Brugge, 28 maart

5 9 10 Brugge, 28 maart

6 11 Wat is motivatie? Waarom doen we wat we doen? Waarom legt u soms verse lakens op uw bed? 12 Brugge, 28 maart

7 Welke delen van uw job doet u niet graag? Doet u ze? Waarom doet u ze dan toch? 13 Uitgangspunt Oude opdeling: enkel intrinsieke motivatie is na te streven Amotivatie Extrinsieke motivatie Geïntrojecteerde motivatie Geïdentificeerde motivatie Intrinsieke motivatie Externe verplichting Ik doe mijn werk omdat ik verplicht word door anderen. Straffen vermijden Beloningen krijgen Voldoen aan externe verwachtingen MOETEN Interne druk Ik doe mijn werk omdat ik verplicht word door mezelf. Niet persoonlijk relevant geen gevoel van vrijheid Je ziet het belang/de zin er niet van in. Het moet. Zinvolheid Ik doe mijn werk omdat ik het zinvol vind. Persoonlijk relevant Gevoel van vrijheid WILLEN Plezier Ik doe mijn werk omdat ik het graag doe. Persoonlijk relevant Gevoel van vrijheid Geen motivatie Gecontroleerde motivatie Autonome motivatie 14 Brugge, 28 maart

8 MOETEN - Gecontroleerde motivatie MOETEN Ervaring van druk, ofwel extern, ofwel intern Voelt alsof er geen keuze is Externe dwang : studeren omdat je jezelf hiertoe gedwongen voelt of omdat anderen dit van u verwachten. Interne dwang : studeren omdat je jezelf anders slecht zouden voelen of omdat je het als een verplichting beschouwt. 15 Gevolgen van gecontroleerde motivatie (werken studiecontext) Straalt lusteloosheid uit of maakt juist een gespannen indruk Gaat veel in discussie op een negatieve manier Twijfelt openlijk aan de zin van zijn studies / werk Uit veel kritiek zonder met alternatieven te komen Is veel afgeleid Krijgt weinig af en begint vaak opnieuw Maakt soms met opzet fouten Is veel afwezig 16 Brugge, 28 maart

9 WILLEN - Autonome motivatie 17 WILLEN = Plezier (Intrinsieke motivatie) + Zinvolheid (Geïdentificeerde motivatie) Gevoel van vrijheid en keuze Omdat ze het zelf willen of omdat ze de persoonlijke relevantie ervan inzien Persoonlijke Passie : studeren zinvolheid : omdat je dit graag studeren omdat je doet of interessant dit persoonlijk zinvol vindt. vindt of omdat dit past binnen je professionele plannen Meer creativiteit en innovatie Meer tevredenheid Meer toewijding, betrokkenheid Minder stress en druk Werkt doelgericht en geconcentreerd Meer vitaliteit Betere prestaties en hogere productie Meer in de les / lager verzuim Minder opgeven / minder verloop Gevolgen van autonome motivatie (werk- en studiecontext) 18 Brugge, 28 maart

10 Tot welke soorten motivatie behoren de volgende uitspraken? 1. Ik weet niet goed waarom ik studeer 2. Ik werk hard om niet te falen en mijn reputatie niet te verliezen 3. Ik doe mijn studies voor de plezierige momenten die ze mij opleveren 4. Ik studeer zodat ik later veel zal verdienen 5. Ik denk niet dat ik over de nodige capaciteiten beschik om mijn studies tot een goed einde te brengen 6. Ik weet niet hoe ik mijn studies moet organiseren 7. Ik studeer voor de financiële zekerheid die het mij over enkele jaren zal opleveren 8. Ik wil koste wat het kost de beste zijn in mijn vakgebied 9. Mijn studies laten me toe om persoonlijke doelen te bereiken 10. Ik zou teleurgesteld zijn als ik niet goed zou zijn 11. Mijn studies gaan goed samen met mijn persoonlijke waarden 12. Ik doe mijn studies omdat ze belangrijk zijn voor mij 13. Ik studeer aangezien het mij toelaat een zekere levensstandaard te bereiken 14. Ik studeer omdat het interessant is en het positieve ervaringen met zich meebrengt Evidentie uit het beroepsleven 20 Brugge, 28 maart

11 Onderzoek: steekproef en datacollectie Bedrijfsonafhankelijke representatieve steekproef N = 1822 Belgische werknemers in loonverband Representatief volgens: geslacht, leeftijd, statuut, regio en diploma Datacollectie in mei Ik doe mijn job omdat ik me hiertoe door anderen (partners, ouders, vrienden ) gedwongen voel. BM 2008: 13%, BM 2011: 15% anderen dat van mij verlangen. BM 2008: 27%, BM 2011: 18% ik me anders slecht zou voelen. BM 2008: 49%, BM 2011: 47% ik vind dat het mijn plicht is. BM 2008: 62%, BM 2011: 60% 22 Brugge, 28 maart

12 Ik doe mijn job omdat ze voor mij persoonlijk zinvol is. BM 2008: 84%, BM 2011: 85% ze past binnen mijn professionele plannen. BM 2008: 72%, BM 2011: 73% omdat ik ze graag doe. BM 2008: 84%, BM 2011: 86% ze zeer interessant is. BM 2008: 78%, BM 2011: 78% 23 Profielanalyse Profiel 4 Profiel 2 Profiel 3 Profiel 1 24 Brugge, 28 maart

13 25 Resultaat: BM Belgie 2009 De medewerkers met hoge autonome motivatie scoren het best op alle HR variabelen. De medewerkers met hoge gecontroleerde motivatie scoren het minst goed op alle HR variabelen. 26 Brugge, 28 maart

14 Link met verloopintentie Als niet van plan om organisatie te verlaten = 75% autonoom of sterk gemotiveerd. Als wel van plan op lange termijn organisatie te verlaten = 56% autonoom of sterk gemotiveerd Als op korte termijn van plan om organisatie te verlaten = 38% autonoom of sterk gemotiveerd. OF Autonoom en sterk gemotiveerden = 81% niet van plan het bedrijf te verlaten, Gecontroleerd en zwak gemotiveerden = 58% niet van plan 27 Dus: niet zozeer de kwantiteit, maar vooral de kwaliteit van motivatie is van belang! 28 Brugge, 28 maart

15 Beeld je een moment in waarop je heel erg gelukkig was. Waarom was je toen zo gelukkig? 29 Uitgangspunt WILLEN (autonome motivatie) Uitgangspunt SDT 3 universele psychologische basisnoden Deze moeten vervuld opdat mensen OPTIMAAL zouden functioneren. Vervulling van deze 3 noden meer (kwantiteit) en betere (kwaliteit) motivatie 30 Psychologisch Aangeboren Fundamenteel Universeel Brugge, 28 maart

16 Uitgangspunt WILLEN (autonome motivatie) Autonomie Verbondenheid WILLEN (Autonome motivatie) Competentie 31 Wat kan autonomie zijn voor studenten? Autonomie Gevoel van vrije wil en psychologische vrijheid om iets te doen Psychologische vrijheid tot goed geïnformeerde keuze. Als 1. Roer in handen (zelf initiatieven en eigen verantwoordelijkheid) 2. Keuzemogelijkheden (uit verschillende methodes, werkwijzen) 3. Verantwoording (wanneer taken worden opgedragen) 32 Brugge, 28 maart

17 Autonomie Ik beschik niet over voldoende vrijheid BM 2008: 15,48%, BM 2011: 16,4% Ik kan mezelf niet zijn op mijn werk BM 2008: 16,41%, BM 2011: 22,9% Ik voel me niet vrij mijn werk te doen zoals ik denk dat het goed is BM 2008: 18,5%, BM 2011: 19,5% Brugge, 28 maart

18 35 Wat kan verbondenheid zijn voor studenten? Verbondenheid Een vriendschap en een band met anderen (vb. medestudenten) Als Deel uitmaken van een hecht team of groep (reëel of virtueel) Persoonlijke gevoelens en gedachten kunnen delen (mogelijkheid hebben mbt ondersteuning en vertrouwen) 36 Brugge, 28 maart

19 Verbondenheid Collega s gaan in mijn organisatie niet sociaal met elkaar om BM 2008: 16,24%, BM 2011: 17,4% Mijn collega s zijn niet loyaal ten opzichte van elkaar BM 2008: 24,48%, BM 2011: 26,5% Ik voel mij op het werk geen deel van de groep BM 2008: 14,98%, BM 2011: 21,6% 37 Wat kan competentie zijn voor studenten? Competentie(-fit) De wens om efficiënt interacties met je omgeving te hebben Het gevoel hebben dat je de juiste vaardigheden bezit en iets (vb. je studie) goed beheerst Als Nodige vaardigheden hebben om taken uit te voeren De nodige flexibiliteit aan de dag leggen om aan veranderende omstandigheden aan te passen 38 Brugge, 28 maart

20 Competentie Ik heb mijn taken op het werk niet goed onder de knie BM 2008: 3,63%, BM 2011: 4,7% Ik kan de uitdagingen op mijn job niet goed aan BM 2008: 4,27%, BM 2011: 8,1% Ik voel me niet bekwaam in mijn job BM 2008: 3,08%, BM 2011: 6,8% 39 Securex Motivatiemodel 40 Brugge, 28 maart

21 Motiverende begeleiding Een motiverende begeleiding speelt in op de drie basisbehoeften: Autonomie Verbondenheid Competentie 41 Wat kunnen we doen om de autonome motivatie van studenten te verhogen? 42 Brugge, 28 maart

22 Motiverende begeleiding: Autonomie Vrijheid van handelen Regelruimte (Eind)verantwoordelijkheid geven Feedback/overlegmomenten over de prestaties Prestatiebeoordeling (evaluatie) 43 Motiverende begeleiding: Verbondenheid Conflictbeheersing Sociale omgang bevorderen Werkplezier bevorderen Coaching Competitie vermijden Stress verlagen Werken aan geluk 44 Brugge, 28 maart

23 Motiverende begeleiding: competentie Onthaal & mentoring Stellen van duidelijke doelen Evaluatie & feedback Competentiemanagement Talent management 45 Succesfactoren Cultuur - vertaling naar eigen context Hoe kijkt men binnen de onderwijsinstelling naar motivatie? Welke visie bestaat er? Willen we deze visie bijschaven? Met welke mogelijke beperkingen moeten we rekening houden? Welke rol spelen begeleiders en docenten in de vertaling en de communicatie van deze visie? 46 Brugge, 28 maart

24 Do 1 Bied zinvolle keuzemogelijkheden aan 47 Do 2 Geef (waar mogelijk) inspraak. 48 Brugge, 28 maart

25 Do 3 Moedig opnieuw aan na een slecht uitgevoerde taak. 49 Do 4 Geef in de mate van het mogelijke taken die de student optimaal uitdagen. 50 Brugge, 28 maart

26 Do 5 Geef zoveel mogelijk positieve feedback. 51 Do 6 Communiceer de relevantie van de taak/les. 52 Brugge, 28 maart

27 Do 7 Las evaluatiemomenten in die gelinkt zijn aan de ontwikkelbehoeften van de student 53 Don t 1 Moedig geen competitie aan tussen studenten. 54 Brugge, 28 maart

28 Don t 2 Leg geen deadlines op zonder inspraak. 55 Don t 3 Geef geen waardeoordeel ( Dat is goed/slecht van je ) en dring geen waarden of doelen op. 56 Brugge, 28 maart

29 Don t 4 Laat geen ontgoocheling merken indien student gefaald heeft. Dit zorgt immers voor een schuldgevoel, stress Don t 5 Leg niet te sterk de nadruk op wat de student later zal gaan verdienen. 58 Brugge, 28 maart

30 Don t 5 Geef geen onaangekondigde overhoringen. De student zal studeren uit angst in plaats van uit interesse. 59 Case Nu is het aan jullie om de motivatie van de studenten te verhogen 60 Brugge, 28 maart

31 In uw (verplicht te volgen) practicum zitten steeds ongeveer 30 studenten. Dit jaar hebt u pech, want er zit een groepje van 5, die steeds te laat komen, in de lest niet stil zijn, lawaai maken, duidelijk enkel komen omdat het moet. Wat doet u hieraan? U hervormt de practica: elke week presenteert een ander groepje studenten een onderwerp, waarna er een discussie plaatsvindt 2. Als dit gedrag zich blijft stellen, zal u beginnen met minpunten geven 3. U voert een nieuwe regel in: laatkomers worden niet meer toegelaten in het practicumlokaal 4. U neemt elk van de lastige studenten apart, probeert tot de kern van het probleem te komen, en legt de nadruk op langetermijnperspectieven 62 Brugge, 28 maart

32 KT effect LT effect Totaal Positie Gemiddelde "Happiness" 1. Practica hervormen Punten aftrekken Nieuwe regel Gesprekken Sven zit voor de tweede keer in zijn eerste jaar geschiedenis. De voorbije kerstexamens behaalde hij weer verschillende onvoldoendes. Hij komt bij de studiebegeleiding om raad vragen. Wat zegt u tegen Sven? 64 Brugge, 28 maart

33 1. U zegt voorzichtig dat de volgende herexamens zijn laatste kans zijn, en dat hij zich serieus zal moeten herpakken. 2. U herinnert hem aan het prijskaartje van een jaar studeren. Dat zal hem wel wakker schudden. 3. U stelt een vrijblijvende test voor van zijn interesses en capaciteiten. Op die manier weet hij welke richting geschikt zou zijn, en kan hij een geïnformeerde keuze maken. 4. U stelt hem een opleiding tot leerkracht voor. Op deze manier kan hij nog met geschiedenis bezig zijn, en vult hij een knelpuntplaats in. 65 KT effect LT effect Totaal Positie Gemiddelde "Happiness" 1. Laatste kans Kostprijs 4 3. Test Leerkracht Brugge, 28 maart

34 Vragen? Voor alle komende vragen contacteer Voor deze en andere white papers, zie Brugge, 28 maart