INHOUD. Hoofdstuk 1 : De biedingen met twee

Transcriptie

1

2 INHOUD Hoofdstuk 1 : De biedingen met twee 1.1. Puntentelling Overzicht van de mogelijke contracten De openingen op één niveau Het eerste bijbod na een kleuropening Het zonder troef complex De herbieding van de openaar Het tweede bijbod De openingen op twee niveau De preëmtieve openingen Hoofdstuk 2 : De competitieve biedingen 2.1. De interventies Verdediging tegen een interventie van de tegenpartij De strijd om de deelscore Beschermend bieden Het competitief doublet Het strafdoublet De kleur van de tegenpartij ( cuebid) Hoofdstuk 3 : De slembiedingen 3.1. Algemene richtlijnen Basisconventies voor slem onderzoek De zoektocht naar de slem Hoofdstuk 4 : Afspraken i.v.m. uitkomen en signaleren 4.1. Het uitkomen Het signaleren VOORWOORD Dit document behoort toe aan Donné Germain. Het is hoofdzakelijk gebaseerd op LA SUPER MAJEURE 5 e Le bridge standard français van MICHEL LEBEL. Ook collega bridgers hebben een waardevolle inbreng gehad bij de totstandkoming van dit werk.oprechte dank hiervoor. 1

3 Hoofdstuk 1: De biedingen met twee 1.1. De puntentelling: A- Honneurpunten: Punten H Aas = 4 Heer = 3 Vrouw = 2 Boer = 1 B- Distributiepunten: Punten D Renonce ( 0 kaarten in 1 kleur ) = 3 Singleton ( 1 kaart in 1 kleur ) = 2 Doubleton ( 2 kaarten in 1 kleur ) = 1 Tel 1 punt bij voor elke kaart die je meer hebt dan 5 in eenzelfde kleur C- De punten HD: Komen alleen in aanmerking als er een troefcontract gespeeld wordt Punten HD = Punten H + Punten D Voorbeelden: H B A V 8 5 V H B 7 2 A V 8 5 V punten H 12 punten H + 3 punten D + 1 punt D + 1 punt D ( 6 de ) Tot. 13 punten HD Tot. 16 punten HD Bij het openen tel goed je punten: Om te openen in 1 in een kleur ZIJN MINIMUM 14 PUNTEN HD OF 12 PUNTEN H NODIG Het geval met de Honneurs sec:tel : - 3 p. voor een Heer sec - 2 p. voor een Vrouw of een Boer sec De meerwaarden: 1) Bij een SA-contract:Tel: - 1 p. voor 2 tienen - 1 p. voor een heel goede 5-kaart mineur 2) Bij een troefcontract: Tel: - 1 p. voor een bicolore met veel honneurs - 2 p. voor een uitzonderlijke bicolore ( 5- en 6-kaart) van goede kwaliteit. 2

4 Voorbeelden: a) Bij een SA-contract V B 10 9 A B 10 H V 8 V 10 4 A 10 H 9 8 V 7 2 H V B 9 7 b) Bij een troefcontract Voeg 1 punt H bij H V B 10 5 A H B H V B A H B Voeg 1 punt D bij Voeg 2 punten D bij 1.2. Overzicht van de mogelijke contracten: SOORT ZONDER CONTRACTEN Punten Aantal HOOGTE H/HD slagen Deelscore - 25 p H 7 Manche 25+ p H 9 Kleine slem 33+ p H 12 TROEF Grote slem 37+ ph 13 Deelscore -25 p HD 7 TROEF 1.3 De openingen op éénniveau: A- De drie basisregels: Manche Maj. 25+pHD 10 Manche Min. 27+pHD 11 Kleine slem 33+pHD 12 Grote slem 37+pHD 13 1) Om te openen met 1 /1, moet je minimum een 5-kaart in die kleur hebben. 2) Zonder een 5-kaart majeur, een verdeelde hand en punten open je 1SA. 3) Zonder een 5-kaart majeur en geen mogelijkheid om met 1SA te openen, open je met je langste mineur. 3

5 B- Besspreking: 1- Openen in 1SA: De regels zijn: Een verdeelde hand: Er zijn 3 mogelijkheden Geen 5-kaart majeur punten H 2- Openen met een 5-kaart majeur: De regels zijn: Vanaf 12 punten H of 14 punten HD tot 19 punten H of 23 punten HD. Met hetzelfde aantal kaarten in en, open je met. Met een bicolore majeur-mineur : Bij gelijkheid, open de majeur. Als de mineur langer is: - Tot 17 punten HD, open de majeur - Vanaf 18 punten HD, open de mineur 3- Openen met een mineur: De regels zijn: Minstens een 3-kaart Van ongelijke lengtes, de langste Van twee 4-kaarten, open je Van twee 3-kaarten, open je C- Openen met minder dan 12 punten: De regel van 12 Tel het aantal kaarten dat je samen in je langste twee kleuren hebt en voeg daarbij je aan - tal honneur punten. Is de som 20 dan mag je openen op éénniveau in je langste kleur. D- Openen na pas, pas, ( pas): 1- Belangrijke conclusies : Openen vanuit de 3 e positie is minder gevaarlijk. Partner heeft reeds gepast, zijn hand is dus gelimiteerd. Hij heeft geen 12 punten. Daarom is een kleurverandering van hem niet meer forcing. Een kleurverandering van 2 op 1 moet een 5-kaart zijn. Een kleurverandering met sprong op een majeur opening is forcing. Het belooft een fit met de openaar en bijna openingskracht. 2- De DRURY -conventie: a) Afspraak: Het is mogelijk dat partner vanuit de 3 e positie met een goede 5-kaart majeur met minder dan 12 punten (vanaf 10 p.) geopend heeft.om dit uit te zoeken wordt gebruik gemaakt van de 2 -conventie. Het 2 -antwoord van de openaar wijst op 4

6 een onvolwaardige opening. Elk ander antwoord geeft aan dat hij een volwaardige opening heeft.( Kan eventueel ook vanuit de 4 e positie.) b) Voordelen: Als de tegenstanders alsnog een contract spelen heb je een goede uitkomst aangege -ven. De tegenpartij wordt gehinderd om in de bieding te komen. c) Met welke soort handen mag partner een 2 Drury-antwoord geven? Met een fit in partner s majeur en 10 p.h Met een verdeelde hand, 11 p.en een honneur-tweede in de openingskleur. Met een stevige 6-kaart, vanaf 9 punten. d) Doel:Onderzoeken of partner al dan niet een volwaardige opening heeft. e) Voorbeelden: A V B B 8 V A V B 9 5 H V 10 4 H A V A 10 8 H Geen opening 5 +4 en een opening 6-kaart en een opening f) Betekenis van andere biedingen als je 2 Drury speelt: De kleurveranderingen met sprong duiden aan: Een goede steun van minstens een 4-kaart Een 2 e mooie kleur van minstens een 5-kaart De andere kleurveranderingen op 2-niveau ontkennen een fit in de openingskleur E- Wanneer open je niet in de vierde hand: Met een magere opening en geen lengte in. De punten zitten waarschijnlijk verdeeld. Als je toch opent zal de tegenpartij waarschijnlijk in de bieding komen en een - contract versieren. Zodoende behaal je een min-score. Een rondpas zal dan beter zijn. De regel van 15 helpt je om dit probleem op te lossen. De regel van 15 Tel bij uw honneurpunten het aantal dat je hebt. Is de som minstens 15 dan kan je in de vierde hand openen Het eerste bijbod: Na een kleuropening A- Algemene aard van de biedingen na de opening: 1) Non-forcing: Partner mag passen (NF) 2) Ronde-forcing: Partner moet antwoorden. Geldt slechts voor één ronde (RF) 3) Manche-forcing: Er moet verder geboden worden tot de manche bereikt is(mf) B- Drie soorten antwoorden: 5

7 Kleurverandering De steun Een SA-antwoord C- De kleurverandering: 1- Voorwaarden:Het antwoord moet aan minimum vereisten voldoen en is nog onbegrensd wat de sterkte betreft Voor een antwoord <1 op 1>: 6 p.h of 7 p.hd Voor een antwoord <2 op 1>, zonder sprong: een minimum van 10 p.h 2- Je hebt verschillende lengtes: De drie regels zijn: Van twee verschillende lengtes noem je de langste. Van twee 5-kaarten noem je de hoogste; Van twee 4-kaarten noem je de laagste Uitzonderingen: De eerste regel kan niet toegepast worden als je naar twee-niveau moet gaan en geen 10 punten hebt. Een aanvaardbare 4-kaart majeur die je nog op één-niveau kan bieden mag je niet overslaan.tot 11 punten. Een raad: Na een 1 -opening = 2 -antwoord gebaseerd op een 5-kaart 3- Het antwoord op 1 met een 4-kaart majeur: Biedt eerst je majeur al heb je een 5-kaart Noem de als: - Je de uitkomst naar U toe wenst - Met slem ambities Voorbeelden: A V B 9 B A B 9 8 A H B 7 A B 9 De tegenstrever speelt het contract en Een slem is mogelijk je wil een uitkomst naar je toe 4- Kleur verandering met sprong: Dit is een zeer sterke bieding met hoop op slem. Het komt voor met drie soorten spelen: Een stevige unicolore met twee top honneurs en vanaf 16 punten. Een bicolore die fit met de openaar vanaf 18 p. S ( Steun-punten, zie verder) Een krachtige unicolore met 8 speelslagen. Voorbeelden: 6

8 8 2 A H V 7 2 A 9 3 H 8 2 A H A V 9 7 V A H V A 10 9 B 9 Partner opent met 1 of 1, Partner opent met 1, Partner opent met 1, 1 antwoord 2, kleurverande- antwoord 2 of 1, antwoord 2 ring met sprong D- Het steunbod: 1- Wat is steunen? De kleur die partner geboden heeft biedt je op een hoger niveau, waarbij je aangeeft dat er een fit gevonden is.(minimum 8 kaarten samen) 2- Het tellen van de Steun-punten : Van zodra de fit is vastgesteld moet je uw hand herwaarderen. Dit gaat als volgt: Honneurpunten: Blijven onveranderd Distributiepunten: Als je minimum 4 troeven mee hebt na een majeur opening Tel dan bij: - 3 punten voor een singleton - 5 punten voor een renonce De negende troef: Vanaf de 9 e troef mag je voor elke troef meer een punt bijtellen Een voorbeeld: Op de opening van 1, tel: 12 p. H + 3 p. D + 2 p. voor 2 extra troeven Totaal = 17 p. S 3- Steunen na een majeur-opening: Een directe steun kan vanaf een 3-kaart en voldoende punten. Het direct steunen van een majeur is non-forcing. Een overzicht: H V V 10 5 H V Enkelvoudige verhoging: 1 /1 2 /2 ( 6-10 p. S ) Verhoging met sprong: 1 /1 3 /3 ( p. S ) Verhoging met dubbele sprong: 1 /1 4 /4 ( p. S ) Het vermijden van een directe steun: Geef nooit een directe steun met een interessant spel, begin met een kleurverandering. 4- Steunen na een mineur-opening: Enkele vaststellingen: 7

9 Met een fit in een lage kleur, is het nagenoeg zeker dat er geen troefcontract in een majeur mogelijk is. De biedingen moeten in eerste instantie gericht worden op het bereiken van een SA-contract, indien uw handen daarvoor geschikt zijn. Directe steunbiedingen van 4 op 1 moeten altijd vermeden worden, omdat je dan 3SA overschrijdt wat dikwijls het juiste contract is. Een conventie die veel biedruimte geeft en delicate biedproblemen kan oplossen is de Inverted Minors-conventie. Inverted Minors: a) Betekenis: Deze conventie geeft een forcing betekenis aan de enkele verhoging van een 1 - of 1 -openingsbod.de dubbele verhoging(1 /1 3 /3 ) is zwak en dat verklaart ook de naam, Omgekeerde verhogingen in een lage kleur 1 /1 2 /2 is forcing en belooft ten minste 9 punten 1 /1 3 /3 is preëmtief en belooft weinig punten (max.8) b) Vereisten voor een enkele verhoging van partner s lage kleur: Ten minste 9 punten Ten minste een 5-kaart in de openingskleur Geen 4-kaart( of langer) in of c) Vereisten voor een dubbele verhoging van partner s lage kleur: Maximum 8 punten,maar vaak(veel) minder Ten minste een 5-kaart in de openingskleur Geen 4-kaart (of langer) in of d) De herbieding na: / / : Echt (ten minste een 4-kaart), een onevenwichtige hand en nog onbekende kracht. 2SA: Met een verdeelde hand en minimaal (12-15 p.), een tweede kleur(4-kaart) is mogelijk. 3 : Onevenwichtig en minimaal 3 / / : Splinterbiedingen(renonce of singleton) in de geboden kleur en sleminteresse. 3SA: Verdeelde hand en maximaal(16-19 p.) e) De herbieding na: /2 /3 : Echt (ten minste een 4-kaart), een onevenwichtige hand en nog onbekende kracht. 2SA: Met een verdeelde hand en minimaal (12-15 p.), een tweede kleur(4-kaart) is mogelijk. 3 : Onevenwichtig en minimaal 3 /3 /4 : Splinterbiedingen en slem-interesse 3SA: Verdeelde hand en maximaal(16-19 p.) f) De herbieding na 1 /1 3 /3 Meestal pas. Na een zwakke dubbelverhoging zijn de manche perspectieven klein. 8

10 Bij een sterk spel, biedt hij een nieuwe kleur als stapje in de richting van 3SA Zo n bod belooft een sterke hand, een stop in de geboden kleur en ontkent een stop in een overgeslagen kleur. Een stop kan minder dan een 4-kaart zijn. g) Het tweede bijbod: De inverted verhoging is forcing tot 2SA of 3 /3. Openaar moet dus bieden na 1 2 of 1 2 en alleen als openaar 2SA of 3 / biedt, mag daarop gepast worden. Partner van openaar biedt volgens naturlijke principes, met dien verstande dat een bod in een nieuwe kleur geen lengte belooft maar honneurkracht. Vaak worden die biedingen gedaan met de bedoeling een mogelijk 3SA-contract te onderzoeken. h) Voorbeelden: 7 A H 5 3 A V B 6 4 H 9 2 H V 6 4 A V A B 9 4 V 10 3 B 10 2 A 7 H V B W O W O W O ? 2? 2? 2 : onevenwichtige hand, 3SA: verdeelde hand, 3 : een zwakke oneventen minste een 4-kaart punten wichtige unicolore 7 V B 3 A H A A B H H V 3 H B 6 4 A 5 A A B H W O W O SA Pas 2SA 3SA Pas 3 belooft een -stop, 3 ontkent een West biedt 2 (tweede kleur on- -stop(de overgeslagen kleur)en be- evenwichtig).oost geeft met 2 looft een -stop, waarna 3SA wordt be een stop aan en 3SA wordt het -reikt. logische eindcontract. D- Het SA-antwoord: 1- Wanneer geef je een 1SA-antwoord? ( 6 9 p.) Als je geen steun hebt voor partner s openingskleur. Geen 3-kaart voor zijn majeur Geen 5-kaart voor zijn mineur 9

11 Als je geen 4-kaart majeur hebt die je nog op 1-niveau kan bieden. Je verdeling kan willekeurig zijn.je geeft enkel punten aan. 2- Wanneer geef je een 2SA-antwoord? Met EXACT 11 punten. Geen 3-kaart steun als partner met een majeur geopend heeft. Geen 4-kaart majeur. Met een verdeelde hand 3- Wanneer biedt je 3SA? Met punten Geen 4-kaart majeur Een verdeelde hand 1.5. Het zonder troef complex A- Partner heeft geen 4-of 5-kaart majeur, noch een 6-kaart mineur: Hij biedt als volgt: Met 0-7 punten: Pas Met 8-9 punten: 2SA Met punten: 3SA Vanaf 16 punten: 4SA (kwantitatief, zie bij slembiedingen) B- Partner heeft één of twee 4-kaarten majeur: STAYMAN-conventie 2 1- Wat is de bedoeling van het 2 -bod : Je vraagt aan de openaar naar een 4-kaart majeur. Openaar antwoordt als volgt: 2 : Geen 4-kaart majeur 2 : Een 4-kaart, mogelijk nog een 4-kaart 2 : Een 4-kaart 2- Partner heeft twee 4-kaarten majeur en 0-7 punten: Zwakke Stayman Biedverloop: Na 1SA Pas of 2 (openaar kiest zijn beste kleur) 2 Pas 2 Pas 3- Partner heeft een 4-kaart majeur en 8-9 punten: Biedverloop: Na 1SA 2 2 2SA 2 3 met een 4-kaart, anders 2SA 2 3 met een 4-kaart, anders 2SA 4- Partner heeft een 4-kaart majeur en 10+ punten: Biedverloop: Na 1SA 2 2 3SA 2 4 met een 4-kaart, anders 3SA 2 4 met een 4-kaart, anders 3SA 5- Openaar heeft twee 4-kaarten majeur: Na 2 noemt de openaar zijn laagste 4-kaart. Als partner nu 2/3SA antwoordt, 10

12 weet hij dat partner een 4-kaart heeft. Hij biedt dan alsnog 3/4. 6- Opmerking: Maak geen gebruik van Stayman als je een verdeling hebt. Je hebt dan samen twee verdeelde handen. Een troefcontract is dan weinig succesvol. C- Partner heeft één 5-kaart (6-kaart) majeur: JACOBY-conventie 1- Wat betekent dat? Partner transfereert de kleur die hij voorstelt om te spelen over naar de openaar, zodat deze als sterkste speler de leider wordt en dus de uitkomst naar zich toe krijgt. Partner biedt dus één kleur lager dan diegene waarin hij wil spelen. Dus: 2 : met minimum een 5-kaart 2 : met minimum een 5-kaart Een transfert geeft alleen een lengte aan in een kleur, maar geen enkele kracht. Het kan dus al vanaf nul punten. 2- Het verder bieden na een transfert: 1SA 2 5+kaart Pas 0-7 punten kaart, 8-9 punten ( NF) 2SA 5-kaart, SA-verdeling, 8-9 punten 3 / 4+kaart /, 15+p.( MF, hoop op slem) 3 6-kaart, 8-9 punten 3SA 5-kaart, SA-verdeling, 10+ punten 4 6-kaart, 10+ punten 1SA 2 5+kaart Pas 0-7 punten 2 2SA 5-kaart, SA-verdeling, 8-9 punten 3 / / 4+kaart / /, 15+p.( MF, hoop op slem) 3 6-kaart, 8-9 punten 3SA 5-kaart, SA-verdeling, 10+ punten 4 6-kaart, 10+ punten 3- Bijzonder geval: De 1SA-openaar bezit: Een 4-kaart steun voor partner s majeur Is maximaal Een spel rijk aan azen en heren Dan biedt hij na: D- Transfert van de mineurs: 6-kaart 1-Met een zwakke hand: Met een 6-kaart : 1SA 2 3 Pas Met een 6-kaart : 1SA 3 3 Pas 11

13 2- Met een sterke hand niet geschikt voor 3SA: Het betreft een unicolore(6-kaart) met een renonce of een singleton. Biedschema: 1SA 2 1SA 3 3? 3? 3 = kort in 3 = kort in 3SA= kort in de andere mineur Samengevat: Een majeur = kort in de andere majeur 3SA = kort in de andere mineur Voorbeeld: A V B 5 A V 6 V 10 8 B 9 6 H 7 2 H 10 8 H B W O 1SA 3 3 3SA 4 5 Twee bijzondere gevallen: 1) Na 1SA 2 : Openaar is maximaal Heeft een 3-kaart Hij biedt 2SA 2) Partner heeft een bicolore mineur 5-5 en manche zekerheid Eerst transfert naar Daarna biedt je 3 E- Partner heeft een bicolore 5-4 in de majeurs:. 1- Met 0-7 punten HD: Gebruik Jacoby 2- Met 8-9 punten HD: Gebruik Stayman 3- Vanaf 10 punten HD Gebruik Stayman Als openaar een majeur heeft genoemd, biedt de manche Als openaar 2 heeft geantwoord, biedt op 3-niveau je 4-kaart majeur.zo blijft de openaar de leider en krijgt de uitkomst naar zich toe. 12

14 Dus: Na 1SA 2 2 F- Partner heeft een bicolore 5-5 in de majeurs: 1- Met hoop op een manche: 8-9 p. HD Begin met een transfert naar Daarna biedt je 2 (NF) 2- Met manche zekerheid: 10+ p. HD Biedt: 4 Openaar kiest uit 4 en De herbieding van de openaar A- De drie wetten: 3 toont 5 en 4 3 toont 5 en 4 1- Voeg je punten met het minimum aantal punten dat je partner U beloofd heeft.is het totaal voldoende om een manche te spelen, biedt ze direct of doe een forcing bod. 2- Voeg je punten met het maximum aantal dat je partner kan hebben. Is er hoop op een manche, doe dan een limiet bod.(nf) 3- Indien je vaststelt dat het aantal punten samen onvoldoende is voor de manche, zoek het best mogelijke contract en stop zo laag mogelijk af. B- Partner heeft een nieuwe kleur geboden: 1- Je hebt steun voor partner s kleur:(4+kaart) Partner s kleur steunen is de eerste prioriteit. Biedschema: STEUNBIEDINGEN OPENAAR HD Eenvoudige steun HD Steun met sprong HD Steun met dubbele sprong (alleen 4 of 4 ) 20+ HD Nieuwe kleur forcing of splinter ( slem mogl.) Als partner een 2 op 1 antwoord gegeven heeft (10+HD)in een mineur, en je te sterk bent om hem direct te steunen, biedt dan reverse, zelfs op een 3-kaart. Voorbeeld: Partner antwoordt: 2 Biedt: 2 A 10 8 A H V B 8 5 A Reverse: Zie herbieding openaar met een bicolore (blz.14) 2- Je hebt een verdeelde hand: 13

15 Tweede prioriteit: Een 4-kaart majeur die je op 1-niveau nog kan noemen mag je niet over slaan. Zonder een 4-kaart majeur die je nog op 1-niveau kan bieden, herbiedt je in SA. Partner heeft een 1 op 1 antwoord gegeven: Biedschema: HERBIEDING NA EEN 1 OP 1 VAN PARTNER H 1SA H 5-kaart / 2 e kleur goedkoop op 3-kaart H 2SA Partner heeft een 2 op 1 antwoord gegeven: Biedschema: HERBIEDING NA EEN 2 OP 1 VAN PARTNER H na 1 2 2SA H na kleur herhaling op een vijf kaart H na 1 / op. 2SA (MF) H 3SA 3- Je biedt een nieuwe kleur: Je hebt een willekeurige verdeling met drie mogelijkheden: Een bicolore: een tweekleurenspel met een 5-4, 5-5, 6-4 of een 6-5 verdeling Een tricolore: een driekleurenspel met een verdeling Een unicolore: een éénkleurenspel met minimum een 6-kaart. 1) Je hebt een bicolore: De drie soorten bicolore s: De goedkope bicolore: p. HD (NF) De tweede kleur die je biedt op 2-niveau is lager dan je eerste kleur.partner kan goedkoop(2-niveau) teruggaan naar openaar s eerste kleur. De dure bicolore: p. HD (RF) REVERSE De tweede kleur die je biedt op 2-niveau is hoger dan je eerste kleur.partner moet naar het duurdere 3-niveau gaan wil hij terugkeren naar openaar s eerste kleur. De bicolore met sprong: p. HD (MF) Mag ALLEEN als partner nog de mogelijkheid heeft om op 3-niveau naar de openingskleur terug te gaan. Speciaal geval: Partner is nu verplicht naar 4-niveau te gaan om je eerste kleur te steunen. Dit is super-forcing en is alleen toegestaan als een slem mogelijk is. Soms is het onmogelijk je verdeling of je kracht aan te geven: Twee voorbeelden: a) 1 1? - 2 is reverse en kan dus niet met 15 p. HD - 2 belooft een 6-kaart en je hebt een 5-kaart - Enige oplossing: 2 (Je 5-kaart herhalen) 8 A B 9 7 B 5 3 A H

16 b) 1 1? - Met 19 p. HD ben je net niet sterk genoeg voor een sprongbod in. - Je moet je tevreden stellen met 1, net als of je een minimum opening had H 7 A H A V B 8 3 2) Je hebt een tricolore: Je hebt geen steun voor partner s kleur,bijgevolg heb je slechts één kaart in die kleur.een SA-contract is dus te vermijden. Je biedt dus je tweede kleur zo goedkoop mogelijk, tenzij je sterk bent, biedt dan reverse. 3) Je hebt een unicolore: Biedschema: HERBIEDING MET EEN UNICOLORE H Verhoging met 1-niveau H Verhoging met sprong 18+ H (slechte kleur) Kondig een goedkope bicolore aan (3-kaart) 18+ H (robuste kleur) Kondig een nieuwe kleur aan op 3-niv.(MF) C- Partner heeft je gesteund: Directe steunbiedingen zijn non-forcing. Je mag er op passen. Biedverloop na een majeur opening: Je bent minimaal: p.h - Na: 1 / 2 / Pas - Na: 1 / 3 / Pas(12-13 p.) of 4 / (14 p.) Je bent maximaal: p. H - Na: 1 / 2 / 4 / - Na: 1 / 3 / Slem onderzoek Je hebt p.h: - Na: 1 / 3 / 4 / - Na: 1 / 2 / LONG SUIT TRIAL ( RF) De Long suit trial : Doel: Nagaan of het mogelijk is de manche te bieden na een majeur opening met p. en een eenvoudige steun van 6-9 p.mits een goede verdeling over de beide handen van een bepaalde kleur, kan met minder dan 25 p. een manche mogelijk zijn. Wat is het probleem? Je hebt 3 verliezers in een zijkleur.als de tegenpartij hiermee uitkomt ben je bijna verloren voordat je begonnen bent, tenzij partner in die kleur kort is of een tophon -neur heeft. Werkwijze: - Biedt de kleur met de 3 verliezers als uitnodiging voor de manche i.p.v. een verhoging van de troefkleur.(rf) - Partner biedt de manche, als hij niet minimaal is en geen 3 verliezers in die kleur heeft.zoniet stopt hij af op 3 /. -Voorbeeld: 15

17 A V A H 5 4 V H B 9 V 10 4 V H A 5 Openaar Partner Partner 1 2 Met drie kleintjes in Met A-tweede in en 4 3 stop je af in 3 troeven mee biedt je 4 Biedverloop na een mineur opening: Inverted Minors D- Partner heeft een SA-antwoord gegeven: Partner heeft 1SA geantwoord: (6-10 p.) Je moet antwoorden in twee gevallen: Met een sterk spel Met een onregelmatige verdeling 1) Met een sterk spel en een verdeelde hand: 2SA met punten 3SA vanaf 19 punten 2) Met een onregelmatige verdeling: Met een unicolore: Kleurherhaling (NF) Met punten: Enkelvoudige verhoging Met punten: Verhoging met sprong Met een bicolore: - Biedt je tweede kleur als je kan voldoen aan de 3 wetten van de bicolore. - Uw bieding is afhankelijk van het antwoord van je partner.je kan niet altijd een optimaal bod doen. Voorbeeld: Je hebt 1 geopend met het volgende spel 8 A B 9 7 B 5 3 A H Partner kan als volgt antwoorden: 1, geen probleem, je biedt 1 1, je moet partner steunen 1, je hebt te weinig punten voor 2, partner is dan verplicht op 3-niveau terug te keren naar. Er rest 16

18 slechts één mogelijkheid, herhaal je eerste kleur op een 5-kaart. Partner heeft 2SA geantwoord: ( 11 p.) Je hebt een verdeelde hand: Vanaf 14 punten biedt je 3SA Je hebt een willekeurige verdeling: - Met een bicolore: Biedt je tweede kleur. Dit is altijd forcing na 2SA - Met een 6-kaart majeur biedt je de manche Het tweede bijbod A- Stand van zaken na herbieding openaar: De openaar heeft zijn hand omschreven betreffende: Zijn verdeling Zijn kracht Meestal ben je voldoende ingelicht om de aard en de hoogte van het contract te bepalen Een raad: Kondig direct het eindcontract aan als je voldoende inlichtingen verkregen hebt van je partner. B- De fit is gevonden: 1- De openaar heeft je gesteund: Je kleur is majeur: Met voldoende punten samen (25 p.hd) biedt je de manche Met minder dan 25 p.hd zeg je pas Met hoop op een manche probeer een Long suit trial Voorbeeld: V H A B 8 3 A V 9 5 H 9 H A 8 V B 9 7 H 9 5 A Openaar Openaar 2 2 Met 14 p.s en boer-derde Met 16 p.s en aas-tweede van, biedt 3 van, biedt 4 Je kleur is mineur: Vermijd een manche in en Orienteer je naar een SA-contract Werkwijze: - Als je de niet geboden kleuren kan afstoppen, biedt 2/3SA. - Zoniet, begin met de laagste kleur die je gedekt hebt te bieden.enkel honneurkracht telt, niet de lengte. - Een kleur die je overgeslagen hebt is niet gedekt. - Blijkt dat een kleur niet gedekt is, ga je terug naar een troefcontract. De HALVE-STOP: 17

19 De 2 halve stoppen zijn: V-tweede en B-derde Als beide partners elk een halve stop hebben, is de kleur gedekt. Voorbeeld: V 9 A B H 8 H B 4 2 B A B 10 A V W O SA - Als west de gedekt had, bood hij 3SA. - Nu hij 3 biedt, zegt hij dat hij een halve-stop heeft in. - Oost heeft de tweede halve-stop en biedt alsnog 3SA 2- Je hebt steun voor de openaar: a) Openaar heeft 1SA herboden: Steun op 2-niveau is zwak. (6-10 p.s) Steun met sprong op 3-niveau: Regel: De indirecte steun met sprong van een majeurof mineur-opening is manche-forcing b) Openaar heeft zijn kleur herhaald: Met een zwak spel (6-10 p.s) zeg je pas Met p.s steun je op 3-niveau. Dit is non-forcing c) Openaar heeft een tweede kleur geboden op 1-niveau: Non-forcing Voorbeeld: Na 1 1 1? - Met 6-10 p.s: 2 - Met p.s: 3 - Met p.s: 4 d) Openaar heeft een tweede kleur geboden op 2-niveau: Non-forcing Voorbeelden: Met p.s: Met p.s: Met 16+ p.s: Slem ambitie - 3 is forcing, 4 is een eindbod e) Overzicht s tabel 18

20 STEUNBIEDINGEN VOOR EEN VAN PARTNERS KLEUREN KRACHT STEUN In punten S BIEDVERLOOP VOORBEELD H B Op 2-niveau 1 2 V Van de 1 e kleur Op 3-niveau Zonder sprong Van de 2 e kleur Op 3-niveau Op 4-niveau 6-10 S NON FORCING S NON FORCING S NON FORCING B A H H H A 10 5 B 9 5 A H V B 5 A B V 10 5 H H B A V 8 5 H B 9 5 A B A V 3 2 H 7 5 H B H 9 2 B A H B 6 3 H V 9 3 B 7 2 A V

21 STEUNBIEDINGEN VOOR EEN VAN PARTNERS KLEUREN KRACHT BIEDVERLOOP VOORBEELD STEUN In punten S H A H H V A 8 2 Van de 1 e kleur 1 1 H B Op 3-niveau 1SA 3 A H 7 3 Met sprong 3 Van de 1 e kleur Op 3-niveau Zonder sprong Vanaf 16 S FORCING SA H B A 7 2 A B H 8 H V H V C- Op zoek naar het contract: 1- De openaar heeft een regelmatig spel aangekondigd: De drie belangrijkste herbiedingen zijn: 1SA ( p. H) 2SA met sprong ( p. H) 2SA zonder sprong ( p.h) a) Openaar heeft 1SA herboden: De PING-PONG conventie Wanneer wordt deze conventie gebruikt? Na een majeur antwoord en een herbieding in 1SA BV SA? Hoe werkt deze conventie? Na 1SA biedt je 2. Partner is verplicht 2 te antwoorden.( Relais) 1 1 1SA 2 ( PING ) ( PONG ) 2 Met welk soort spel gebruik je de Ping-Pong 2 -conventie? Met een 5-kaart majeur, een verdeelde hand en een hoop of zekerheid van de manche., vanaf 10 p.h. Met een hoop op de manche in één of twee kleuren majeur. Met een zwak spel om af te stoppen in 3 of 2 20

22 Met een verdeelde hand en een 5-kaart majeur: Na de Ping-Pong 2 2 biedt je 2SA met p.h en 3SA vanaf 12 p.h Openaar is verplicht je majeur te steunen met een 3-kaart mee, anders wordt in SA gespeeld. Voorbeeld: H 7 5 V 9 4 A H B 3 V B 3 H B V 5 A 8 2 W O 1 1 1SA 2 2 3SA 4 Met hoop op de manche in één of twee kleuren majeur: 3 mogelijkheden Met een unicolore: ( 6-kaart) 1 1 1SA De openaar zal passen of steunen Met een bicolore 5 +4 en p.h: V 9 7 A V B SA A V H B 8 6 B De openaar kan na 1SA nog een 4-kaart hebben. - Dankzij de Ping-Pong kan nu een 4-4 fit in en een 5-3 fit in gevonden worden. - De openaar die minimaal is past op 2 of corrigeert naar 2.(NF) - De openaar die maximaal is steunt met 3 / of biedt 3SA. Openaar heeft geopend met 1 en je hebt -steun: - Gebruik de Ping-Pong om de manche voor te stellen. - Kleine hoop: 1 1 1SA A H V

23 - Duidelijke hoop: 1 1 1SA A V 7 6 V 10 8 H Met een zwak spel: Indien je in een mineur wil spelen en zo laag mogelijk wil afstoppen. Voorbeelden: 1 1 1SA 2 2 Pas H V V 7 Met de, geen probleem, je past op SA H B 7 3 H B Met de, moet je op 3-niveau spelen. Belangrijke gevolgtrekkingen als je de 2 -Ping-Pong conventie speelt: 1) Het direct steunen in SA ontkent een 5-kaart majeur. Vb SA 2SA 1SA 3SA 2) Elke bieding op 2-niveau, zonder de Ping-Pong te gebruiken toont een zwak spel. Voorbeelden: 1 1 1SA 2 Openaar moet passen op 2 V B V SA 2 H V B Openaar kan kiezen tussen Pas of 2 3) Met sterke handen: 22

24 Alle biedingen met sprong op 3-niveau, zijn natuurlijk, sterk en forcing Nieuwe kleur: Duidt een bicolore aan 1 1 1SA 3 A H V9 A B Kleurherhaling met sprong: Duidt een sterke unicolore aan 1 1 1SA 3 H B A B 5 H 10 9 Steun met sprong voor openaar: 1 1 1SA 3 A V B 5 H A B 9 8 b) Openaar heeft 2SA met sprong herboden: Met een verdeelde hand, biedt 3SA vanaf 6 p.h Met een bicolore: Biedt je tweede kleur op 3-niveau.(MF) Met een 5-kaart majeur en een verdeling mag dat ook met een 3-kaart om een eventuele 5-3 fit te ontdekken Met een bicolore 5 /4 : Biedt na de, de.openaar kan nog een 4-kaart hebben. Voorbeeld: H 8 H V 10 3 A H 7 H B 9 4 V A B W O 1 1 2SA 3 (MF) 4 Met een bicolore 5 /5 : - Biedt 4, zonder slem ambities. Openaar past of gaat naar 4 - Biedt 3, met een sterk spel en hoop op slem. 23

25 1 1 2SA 4 H V B SA 1 3 H B A V V Onthoudt de volgende regel : Ieder antwoord onder de manche, na een aanmoedigend bod van de openaar is forcing. Met een unicolore: Met een 6-kaart mineur biedt je 3SA Met een 6-kaart majeur biedt je 4 / c) Openaar heeft 2SA herboden na een 2 op 1 antwoord van partner: p. H Samen heb je minstens: = 25 H Logische conclusie: Je speelt tenminste een manche Met een sterk spel en slem interesse biedt je een niveau lager dan de manche. Dit is een forcing-bod. Voorbeelden: 1 2SA 2 3 H B 9 A 7 4 A V SA H 7 A 10 8 A V Openaar heeft een bicolore aangekondigd : Scenario: Openaar opent met 1 in een kleur. Partner antwoordt met een kleurverandering. Openaar noemt zijn tweede kleur. Er is nog geen fit gevonden en het is ondenkbaar dat met het bieden van de vierde kleur alsnog een fit gevonden wordt.wat partner nu moet doen hangt vooral van zijn sterkte af. Er zijn twee mogelijkheden: - Partner is zwak ( 6-9 p. H) - Partner heeft 10/11 p. H of meer a) Partner is zwak: Met een stop in de vierde kleur biedt hij 1SA Met een 6-kaart herhaalt hij zijn kleur. ( Stopbod) Zonder dekking in de vierde kleur gaat hij zolaag mogelijk terug naar partner s eerste kleur. ( Preferentie) b) Partner heeft 10/11 p. of meer: DE VIERDE KLEUR CONVENTIE Wat is de Vierde kleur-conventie? Als beide partners samen, zonder dat een troefkleur is vastgesteld, drie kleuren hebben geboden zonder sprong, dan is de ongeboden kleur de vierde kleur. De vierde kleur is dus een conventioneel bod dat niets zegt over het aantal kaarten in die kleur. De vierde kleur is ronde-forcing. Wanneer wordt de vierde kleur geboden? Als men geen goed omschrijvend bod ter beschikking heeft en toch partner aan de praat wil houden.wij vragen partner zijn hand te omschrijven met als prioriteiten: 24

26 Een 3-kaart steun voor je eerste kleur Een dekking in de vierde kleur Tot welk niveau moet er door geboden worden?: Openaar heeft je kleur op 2-niveau gesteund: Non-forcing Openaar heeft 2SA geboden: Non-forcing Openaar heeft je kleur op 3-niveau gesteund: Manche-forcing Hoe werken deze afspraken in de praktijk? Enkele voorbeelden: A H 7 2 B 4 3 H V W O 1 2 (4 de kl.) 4 V 8 4 A V A 8 5 V 4 2 toont een 3-kaart steun voor Oost s eerste kleur en Oost biedt 4 6 A B 2 A B H W 1 2 2SA O 1 2 (4 de kl.) Pas A B H 3 V 9 4 Oost sluit de manche nog niet uit na 2. Daarom een sur place nl. 2 (4 de kl.) en forcing voor één ronde. West toont zijn -dekking én minimale hand met 2SA, zodat Oost past. V 2 A B H V 10 2 B 3 W O 1 3 (4 de kl.) 4 A H A B Lastig voor West. Hij heeft geen 3-kaart -steun en ook geen dekking in. Hij kiest voor 3. Oost biedt 4 en dat heeft zeker kansen. A V H B 6 4 H 9 W SA O 1 2 (4 de kl.) 3 H 9 4 A V 7 6 A Na 2 (4 de kl.) toont west een 3-kaart -steun, maar dit is dit keer niet wat Oost wil horen. Daarom 3, niet echt, maar nogmaals de vierde kleur om een -dekking te vragen. Die heeft west en het wordt alsnog 3SA. 3- Openaar heeft een unicolore aangekondigd: a) Openaar is minimaal: Met een zwak spel moet je passen. 25

27 Openaar heeft zijn majeur kleur herhaald.( 6-kaart) Met p. en een 2-kaart mee steun je partner op 3-niveau.(NF) Als openaar maximaal is biedt hij de manche, anders past hij. Met een sterker spel: Vanaf 12 p. - Met steun: Biedt de manche - Zonder steun en dekking in de niet geboden kleuren: Biedt 3SA - Zonder steun en geen dekking in een niet geboden kleur: Biedt een nieuwe kleur op 3-niveau.(MF) VB B 7 5 A V B 8 2 A B 7 5 Zonder -dekking en zonder -fit, ken je het eindcontract nog niet. Biedt 3 manche-forcing,wat toelaat verdere informatie te verkrijgen van partner. Openaar heeft zijn mineur herhaald: (6-kaart) Met p. en een verdeelde hand oriënteer je U naar een SA-contract. Met een 5+kaart majeur ga je onderzoeken of er een fit is in je kleur. Twee voorbeelden: Na A H 7 H B V A V B 8 H 9 8 Je wil minstens een manche spelen; Je wil een manche spelen als openaar een biedt 2 (reverse en MF) -fit heeft en niet minimaal is, biedt 3, zeer aanmoedigend maar non-forcing b) Openaar is niet minimaal: Openaar heeft zijn kleur herhaald met sprong:( p.h) Met voldoende punten probeer je na 1 / 3 / naar 3SA te gaan; Met voldoende punten en een fit ga je na 1 / 3 / naar de manche in een troefcontract, anders probeer je 3SA. Als je als antwoorder voldoende punten en een 5+kaart majeur hebt, herhaal je uw eigen kleur met sprong met een 6-kaart of een nieuwe kleur op 3-niveau als je een 5-kaart hebt. Herinnering: Voorbeeld: Iedere bieding van de antwoorder op een aanmoedigend bod van de openaar, is forcing voor de manche. 26

28 V 8 5 A H H 10 B De openingen op twee niveau A- MULTI Betekenis: 3 mogelijkheden ( Openaar biedt 2 ) a) Landy: Een 5 en een 4-kaart majeur vanaf 7-11 p.( De punten zitten hoofdzakelijk in de majeurs) b) Acht speelslagen in één van de vier kleuren. c) Een SA-verdeling met p. 2- Eerste bijbod: a) Partner is zwak: Minder dan 15 p. 2 : Met een verschil tussen het aantal en van 0 of 1.(Differentie) 2 of 2 met een differentie van 2 of meer. b) Partner is sterk: Limiet bod: Met p. en een 4-kaart majeur Biedverloop: / 3 / met 7/8 p.: Pas met 9-11 p.: 4 / 2SA: vanaf 15 p. 3 of 3 Met een 6-kaart mineur, geen fit in een majeur en p. 3- Herbieding openaar: a) Landy: Partner is zwak: Na 2 : - 2 met een 5-kaart en een 4-kaart - 2 met een 5-kaart en een 4-kaart Na 2 / : Pas Partner heeft 2SA geboden: 3 : 5-kaart en 4-kaart en minimaal ( 7-8 p.) 3 : 5-kaart en 4-kaart en minimaal 3 : 5-kaart en 4-kaart en maximaal ( 9-11 p.) 3 : 5-kaart en 4-kaart en maximaal Partner heeft 3 of 3 geboden: Minimaal: Pas Maximaal en een goede fit: 5 of 5 b) Bij acht speelslagen: 3, 3, 3 of 3 : Partner past of maakt het bod af. c) Na 2SA: Met een 5-kaart majeur vanaf 0 p.: Jacoby Met een 3 of een 4-kaart majeur vanaf 2-3 p.: Niemeyer ( Zie bij 2SA opening) 27

29 B- MULTI Betekenis: Twee mogelijkheden (Openaar biedt 2 ) a) Een zwakke twee in één van de majeurs: 6-kaart en 7-11 p. b) Een hand met 24+ p. c) Opmerking: Niet openen met 2, als je in de andere majeur nog een 3-kaart hebt. 2- Eerste bijbod: a) Partner is zwak: Minder dan 15 p. 2 : Manche is onmogelijk b) Partner is sterk: Limietbod: Met een 3-kaart majeur en p. Biedverloop: Met een 3-kaart : 2 ( inversie) - Na 2 Pas met 6-kaart 2 met 6-kaart 3 Met 7-8 p.: Pas Met 9-11 p.: 4 Met een 3-kaart : 2 ( inversie) - Na 2 Pas met een 6-kaart 3 met een 6-kaart en 7-8 p. 4 met een 6-kaart en 9-11 p. Met p.: Invitatie voor de manche 2SA: Zonder voorkeur voor of Met een differentie van 2, volg je dezelfde procedure als bij het limietbod. Met 19 p.: 4 ( Openaar past als hij de heeft, zoniet biedt hij 4 ) 3- Herbieding openaar: a) Openaar heeft een zwakke twee: Partner heeft zwak geboden: Met een zwakke twee : Pas Met een zwakke twee : 2 Partner heeft een vraagbod gedaan: 2SA Biedverloop: 3 : Minimale zwakke twee in 3 3 : Minimale zwakke twee in 3 3 : Maximale zwakke twee in ( inversie) 4 3 : Maximale zwakke twee in ( inversie) 4 b) Openaar heeft 24+ p.: (MF) Openaar omschrijft verder zijn hand Met een zonder troefverdeling biedt hij 2SA Met voorkeur voor een troefcontract stelt hij een kleur voor: 3, 3, 3, 3 Vanaf 25+ p. kan rechtstreeks de manche geboden worden Partner biedt de manche vanaf 1 p. en start vanaf 7 p. met slemonderzoek C- DE MUIDERBERGSE TWEE 1- Definitie: 28

30 Een 2 /2 opening met een zwakke hand en 7-11 p. 2- Vereisten voor een Muiderberg: 2 : 5-kaart en 4+kaart / met 7-11 punten 2 : 5-kaart en 4+kaart / met 7-11 punten Opmerkingen: 1) De punten moeten hoofdzakelijk in de 5 en 4+kaart liggen 2) De majeur kaart moet exact een 5-kaart zijn 3) Het is wenselijk dat de mineur kaart langer is dan vier 4) Bij kwetsbaar is de mineur kaart een 5-kaart 5) Twee 5-kaarten majeur is geen Muiderberg 3- Het doel van de Muiderberg: Met goed fittende handen scherpe contracten bieden De tegenpartij het leven zuur maken 4- Antwoord op 2 /2 : Pas: Met slechts 2 à 3 troeven mee en te weinig punten samen om naar de manche te gaan zeg je pas. Het 3 -bod: Wanneer je kort bent in partner s openingskleur ( singleton of renonce) geef je regelmatig de voorkeur aan partner s lage kleur. Dus: Na 2 /2 3 Partner past met de -kleur Met de -kleur biedt hij 3 Steunbiedingen: 3 /3 : Dit is niet inviterend voor de manche maar preëmtief.partner zal hier op passen. Het is de bedoeling de tegenpartij uit de bieding te houden. 4 /4 : - Dit kan met een sterk spel om het contract te maken. - Dit kan bij niet kwetsbaar met een minder sterk spel om te beletten dat de tegen -partij een manche speelt in de andere hoge kleur. De fitlimiet: 3 -conventie Met p. en een 3-kaart steun: 3 Met 7-8 p.: 3 /3 Met 9-11 p.: 4 /4 Het 2SA-bod: Vraagbod vanaf 15+p. De antwoorden zijn: 2 / 2SA 3 : / + minimaal 3 / of pas 3 : / + minimaal 3 / of pas 3 : / + maximaal 4 / of azen vragen 3 : / + maximaal 4 / of azen vragen Het bieden van de andere hoge kleur: Het bod in de andere hoge kleur is echt en non-forcing Het toont een goede eigen kleur en weinig steun voor partner s kleur. 5- Antwoordschema: 29

31 2 /2 2 /3 : Echt en non-forcing (andere hoge kleur) 2SA: Forcing vraagbod 3 : Vraagt naar de lage kleur (NF) 3 : Invitatie voor 4 / 3 / : Preëmtief 4 / : Manche D- De 2SA-opening: punten 1- Antwoorden partner: Met 0-3 p., geen 5-kaart majeur, geen robuste 5-kaart mineur: Pas Vanaf 0 p. en een 5-kaart majeur: Jacoby Vanaf 4+ p. en 1 of 2 drie- of vier-kaarten majeur: Niemeyer 2- De Niemeyer- conventie: Wanneer toepassen? Bij een directe 2SA-opening (20-21 p.) Na multi SA (22-23 p.) Wat is de bedoeling? Vragen naar een 5 of 4-kaart majeur bij de openaar Wat hebt je nodig? Puntenkracht: - Na 2SA: 4+ p. - Na 2 2 2SA: 2+ p. Kaartverdeling: 1 of 2 drie- of vier-kaarten majeur Wat moet je antwoorden? 3 Herbieding openaar: Antwoordschema na 2SA 3 3 : Geen 5-kaart majeur, maar wel minstens een 4-kaart majeur 3 : 5-kaart 3 : 5-kaart 3SA: Geen 5- of 4-kaart majeur Tweede bijbod: a) Biedschema na 2SA 3 3 Waarom inversie? Om te beletten dat de zwakke hand de leider wordt. b) Na 2SA 3 3 : Met een 3-kaart : 4, anders 3SA c) Na 2SA 3 3 : Met een 3-kaart : 4, anders 3SA d) Na 3SA: Pas 1.9. De preëmtieve openingen 3 : 4-kaart ( inversie) 3 : 4-kaart ( inversie) 3SA: Geen 4-kaart of 4 : 4-kaart + 4-kaart 30

32 A- Definitie: B- Nut: Opening is gebaseerd op een 7+kaart Met een 7-kaart open je op 3-niveau Met een 8-kaart open je op 4-niveau Puntenkracht: 6-10 punten Punten geconcentreerd in je kleur Geen 4-kaart majeur als mogelijke 2 e kleur Met één bod heb je uw hand omschreven. Partner weet onmiddellijk waar hij aan toe is. Hij wordt de captain van de bieding en zal meestal het bod afmaken. De tegenpartij tast volledig in het duister omtrent elkaars bezit en worden gedwongen om op 3-niveau in de bieding te komen. C- De regel van twee en drie: De kwetsbaarheid: Als de tegenpartij voldoende punten heeft voor de manche, kan je met down gaan regelmatig een betere score behalen dan de tegenpartij. Dit is vooral zo als je niet kwetsbaar bent en zij wel. Tel het aantal slagen in je hand en zoek uit hoeveel slagen je hoger mag bieden om nog punten voordeel te hebben. De regel: D- Antwoorden op een preëmtieve opening: Met een zwak spel: Pas Met een sterker spel: 1) Openaar heeft met een mineur geopend: 3 of 3 Met minstens een 2-kaart mee, probeer je 3SA. Zoniet, biedt je een nieuwe kleur. Regel: VB Kwetsbaar: Openaar heeft maximum 2 slagen minder in zijn hand dan het openingsniveau aangeeft. Niet kwetsbaar: Openaar heeft maximum 3 slagen minder in zijn hand, dan het openingsniveau aangeeft. Kleurveranderingen na een preëmtieve opening zijn forcing 3 3 FORCING Een nieuwe kleur belooft minstens een sterke 6-kaart. 2) Openaar heeft met een majeur geopend: 3 of 3 De troefkleur staat vast. De hoogte van het contract hangt ervan af of je genoeg azen en heren bezit. Voorbeelden: 31

33 3 4 A B A H 7 5 H Pas H V 4 B 5 V B 9 5 H B 10 6 D- Verdediging tegen een preëmtieve opening: Met een robuste 5+kaart en openingskracht biedt je een nieuwe kleur. Met openingskracht en goede steun voor alle ongeboden kleuren geef je een informatie doublet. Met een sterke hand en een dubbele stop in de openingskleur probeer je 3SA De interventies A- Doel: Hoofdstuk 2: De competitieve biedingen Proberen het contract naar zich toe te halen. De tegenpartij hinderen bij het bieden. Partner een goede uitkomst bezorgen. B- De interventies na een kleuropening op 1-niveau: 1- Het kleurvolgbod: Volgbod op 1-niveau: Gebaseerd op Een robuste 5-kaart vanaf 9-15 p. Een zwakke 5-kaart vanaf p. Volgbod op 2-niveau: Is gevaarlijker. Je riskeert een strafdoublet. Wees dus voorzichtig! De regel is: Biedt alléén tussen met een sterke 5-kaart en openingskracht. Het sprongvolgbod: Dit is preëmtief: 6-10 p. Een sprongbod naar 2-niveau belooft een stevige 6-kaart. Een sprongbod naar 3-niveau belooft een stevige 7-kaart. LANDY: 2 Na een 1 of 1 opening van de tegenpartij. Wat beloof je aan partner? - Een 5-kaart en een 4-kaart majeur punten Antwoord partner bij een ongestoord biedverloop: 32

34 - Hij kiest zijn beste kleur 2 /2 - Bij een gelijk aantal kaarten biedt hij 2. Partner biedt dan zijn beste kleur. BROZEL CONVENTIE: Na een 1 opening in het Sterke klaveren - biedsysteem. Opmerkingen: 1) Bieden op 1-niveau begint vanaf 0 punten en toont 2 vierkaarten. Ook met een 5- en een 4-kaart wordt op 1-niveau geboden. 2) Passen in de tweede hand betekent dat je geen twee 4-kaarten hebt. 3) Bieden op 2-niveau geeft punten aan en een 5-of 6-kaart.( geen 5-4) 4) De vierde man weet ongeveer hoeveel punten hij samen met zijn partner heeft. Hij moet nu beslissen op welk niveau hij het bod afmaakt. 5) Brozelen vanuit de vierde hand heeft weinig zin vermits partner slechts één 4-kaart heeft.anders had hij zelf geboden.de tegenpartij heeft trouwens ongehinderd kunnen vertellen hoeveel punten ze samen hebben. Biedschema: Na 1 Dbl.: 4+ en 4+ 1 : 4+ en 4+ 1 : 4+ en 4+ 1 : 4+ en 4+ onbekende mineur 1SA: 4+ en 4+ 2, 2, 2, 2 : unicolore (10-11p.) Verduidelijking: is de ankerkleur Met 1SA wordt naar de onbekende mineur gevraagd. Hoe vertel je aan partner dat je een volgbod met 16+punten hebt? De regel is: Geef eerst een informatiedoublet en biedt vervolgens je 5+kaart 2- Een 1SA-volgbod: Twee voorwaarden: Een verdeelde hand zonder 5-kaart majeur en punten. Een goede dekking in de geboden kleur. 3- Een 2SA-volgbod: Wat belooft een 2SA-volgbod? Twee 5-kaarten mineur 9-12 punten Antwoord partner: hij kiest tussen 3 en 3 ( stopbod) Opmerking: Doe nooit een 2SA-volgbod als je kwetsbaar bent.je bent niet al te sterk en partner kan weinig punten hebben. 4- Het informatiedoublet: a) Het gewone informatiedoublet: Voorwaarden: 33

35 Punten: p. Belooft MINSTENS EEN 3-KAART in elke niet geboden kleur. Geldt: Uitsluitend na een kleuropening van de tegenpartij. Volgbod: (5-kaart en p;) heeft STEEDS voorrang op doublet Tot wanneer: Zolang partner niet geboden heeft op deelscore niveau. Antwoorden op een informatiedoublet: Met 0-8 p.: - Een nieuwe kleur zonder sprong. - Welke kleur?: Je beste kleur met grote voorkeur voor een majeur Met 9-11 p.: Een nieuwe kleur met sprong De kleur van de tegenpartij is je beste kleur: - Met 6-10 p.: 1SA - Met 11 p.: 2SA Met 12+ p.: - Met een goede 5-kaart majeur biedt je de manche - Met een SA-verdeling, lengte en goede dekking in de openingskleur biedt je 3SA. - Zonder goed bod, cuebid ( kleur van de tegenpartij). Dit is RF Opmerkingen: Wanneer er na een doublet een PAS volgt, MOET er geantwoord worden, zelfs met 0 punten. Wanneer na het doublet de tegenpartij verder biedt, vervalt de biedplicht.met 0-5 p. wordt dan gepast. Het teruggekaatst doublet: Wat is dat?: Een doublet als antwoord op partner s informatiedoublet Wat is hiervan de bedoeling? - De tegenpartij heeft een fit en de bieding dreigt stil te vallen in de deelscore - Met het teruggekaatst doublet wil je verhinderen dat de tegenpartij 2, 2 of 2 kunnen spelen. Wat heb je nodig? - Wat puntenkracht (6+ p.). - Kaartverdeling:Als de tegenpartij een fit heeft in de mineurs, heb je twee 4-kaarten majeur of omgekeerd. Herbieding eerste doubleerder: Hij kiest één van partner s kleuren waarin hij 4-kaarten beloofd heeft. De herbieding van de doubleerder: Na een nieuwe kleur zonder sprong : PAS Na een nieuwe kleur met sprong: 9-11 p. - Minimaal: Pas - Vanaf 14+ p:invitatie voor de manche door partner s kleur te steunen. Na 1SA: Pas of een nieuwe kleur( stopbod). Na 2SA: 11 punten - Minimaal: Pas - Vanaf 14+ p.: 3SA Na een cuebid: Biedplicht - Met een zwak spel: Een speelsoort voorstellen zo laag mogelijk 34

36 - Met een sterk spel: Een nieuwe kleur met sprong b) Het ongewone informatiedoublet: Wanneer? Met een 5-kaart en 16+ punten. Met een SA-verdeling en 18+ punten. Wat is de regel? Als je eerst een doublet geeft en daarna je 5-kaart of 1SA biedt, vertel je aan partner dat je te sterk bent voor een volgbod in kleur of een 1SA-volgbod. C- De interventie na een 1SA-opening: De verdediging tegen een 1SA-opening: De BROZEL-CONVENTIE 1) Opmerking: De conventie kan zowel in de tweede als in de vierde hand gebruikt worden. 2) Wat heb je nodig om te kunnen bieden? Twee 4-kaarten ( 5-4 is ook brozel ) Puntenkracht: In de tweede hand: p. In de vierde hand, na 1SA Pas Pas?, volstaan 10 p. 3) Hoe tussenbieden met een unicolore ( 6-kaart )? Afspraak: Doublet is niet voor straf, maar belooft een 6-kaart in een willekeurige kleur. Puntenkracht: In de tweede hand: vanaf 11 p. In de vierde hand: vanaf 8-9 p. Antwoord partner: Indien zwak: Het laagst mogelijk bod VB. W N O Z 1SA Dbl 2? Je biedt 2. Partner past als hij de heeft, zoniet biedt hij zijn kleur ( 2, 3, 3 ) Indien sterk: PAS ( doublet wordt omgezet in straf ) 4) Antwoordschema na een direct tussenbod:( zowel 2 e als 4 e hand ) Tussenbod Betekenis Antwoord 2 en Pas / 2 2 en Pas / 2 2 en Pas / 2 2 en / Pas / 2SA 2SA en / Verklaring: Pas: Fit in de eerste kleur 2SA: Na 2 tussenbod: Vragen naar de mineur 35

37 2.2. Verdediging tegen een interventie van de tegenpartij A- Tussenbod na een opening in kleur: 1- Na een volgbod in kleur: HET NEGATIEF DOUBLET Wanneer? : Na een kleuropening van partner en een kleurvolgbod van de tegenpartij. Aantal punten: Volgbod op 1-niveau: 6-7 p. Volgbod op 2-niveau: 8+ p. Welke mogelijkheden kunnen zich voordoen? Er wordt een mineur en een majeur geboden: - Met een 4-kaart in de andere majeur: doublet VB. 1 1 Dbl.( 4-kaart en 6-7 p.) 1 2 Dbl. ( 4-kaart en 8+ p.) 1 1 Dbl. ( 4-kaart en 6-7 p. of 5-kaart en 7-9 p.) - Een direct bod in de andere majeur toont een VIJFKAART en voldoende punten. VB ( 5-kaart en 6-7 p.) ( 5-kaart en 10+ p.) Er worden twee mineurs geboden: - Met twee 4-kaarten majeur: Doublet - Met één 4-kaart majeur biedt je die op 1-niveau.( Op 2-niveau zijn 10 p. nodig.) Er worden twee majeurs geboden: - Met twee 4-kaarten mineur: Doublet - Met één 4-kaart mineur en 10+ p.biedt je die tot 2-niveau VB ( 4-kaart en 10+ p.) 1 2? - Tot 11 p.: Pas - Vanaf 12 p.: 3 of 3 ( MF) De strafpas: Als je het negatief doublet speelt kun je niet meer doubleren voor straf. Je hebt nochtans de meerderheid van de punten en een 4-kaart tegen.gedoubleerd tegenspelen zou lucratief zijn. Hoe dit oplossen? Door te passen en de bieding open te houden met een doublet van partner. Voorbeeld: A X X X X A X X H X X X X B X H V X X V X X X N H X X A B X X W O V X X H V X Z B X X X X B X X X X X H X X X X 36