Belangrijke begrippen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Belangrijke begrippen"

Transcriptie

1 Belangrijke begrippen Met forward guidance bedoelt men de communicatie van een centrale bank (in dit geval de ECB) tot het publiek waarbij men indicaties geeft over het toekomstige monetaire beleid ( de rentevoeten zullen nog geruime tijd laag blijven ). Hierdoor neemt men onzekerheid in de markt omtrent het monetair beleid van de CB weg en dit schept vertrouwen en bevordert LT beslissingen. Met deze beleidsindicatie kunnen marktpartijen ervan uitgaan dat de ECB haar rentevoeten niet meteen zal verhogen wanneer de economische groei zal aantrekken en de inflatie zal toenemen. Hiermee wordt beoogd dat financiële markten het vertrouwen hebben dat de korte rente geruime tijd "vaststaat", hetgeen een drukkend effect heeft op de rentestand over die totale periode (lange termijn). De yieldcurve wordt als het ware "omlaag getrokken". Het verhoopte effect is dat banken die lagere rentes zullen "doorgeven" aan hun kredietnemers. Een yieldcurve is een grafiek die het verband weergeeft tussen het rendement op overigens gelijke of vergelijkbare leningen met diverse looptijden. Wordt vaak gebruikt in het kader van obligaties. Een comprehensive assessment is een uitgebreide beoordeling of gezondheidscheck uitgevoerd door de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale toezichthouder. In België is de nationale toezichthouder de Nationale Bank van België (NBB). Het beoordeelt enerzijds de kwaliteit van de belangrijkste activaportefeuilles, anderzijds de weerstand van de bank in de toekomst bij een basis- en een negatief stress-scenario. Vanaf 4 november 2014 zullen de 130 belangrijkste Europese banken niet meer gecontroleerd worden door hun nationale toezichthouders. In de nasleep van de financiële crisis neemt de ECB dat toezicht over voor deze groep die ongeveer 85 % van alle bankactiva in Europa in bewaring heeft. Voor deze overname heeft de ECB, samen met de nationale toezichthouders, een uitgebreide beoordeling of financiële gezondheidscheck uitgevoerd bij die groep van 130 om de transparantie van de balans van belangrijke banken te verbeteren en het vertrouwen onder beleggers te herstellen. Waar nodig zal de ECB ook herstelmaatregelen opleggen via aanbevelingen. TLTRO ( Teltro ) = Targeted Long-Term Refinancing Operation zijn voorwaardelijke en goedkope langlopende kredieten van de ECB aan Europese banken, met het vriendelijke

2 verzoek dat geld vervolgens om te zetten in bedrijfskredieten, m.a.w. dat geld ter beschikking stellen van de private sector. Asset-backed securities (herverpakte bedrijfskredieten) zijn activa (obligaties of andere schuldeffecten) die worden samengevoegd en worden omgevormd tot verhandelbare effecten, m.a.w. die kunnen gekocht en verkocht worden. Ze hebben een portefeuille van activa als onderpand. Een belangrijk voordeel van asset-backed securities is dat zij een pool van financiële activa samenbrengen die anders in hun bestaande vorm niet eenvoudig konden worden verhandeld. Bovendien wordt het (totale) risico verminderd door de onderliggende activa te diversificeren. De financiële activa opgenomen in de portefeuille van asset-backed securities, strekken zich uit van hypotheken en creditcardschulden tot debiteuren. Een covered bond of gedekte obligatie is een bijzondere vorm van een obligatie die jou als obligatiehouder meer zekerheid geeft (door middel van een onderpand) dan een normale obligatie. Het onderpand betekent dat de uitgever van de obligaties (bijvoorbeeld een bank) tegenover de schuld die hij heeft aan jou als obligatiehouder een vordering heeft op één of meer derden. Via deze derden kan je als belegger alsnog je ingelegde geld terugkrijgen wanneer de uitgever van de obligaties bijvoorbeeld failliet gaat. Ook heb je als houder van een covered bond voorrang boven andere schuldeisers in geval van een faillissement van de uitgever van de obligaties. Het transmissiemechanisme van het monetair beleid is de manier waarop monetaire beleidsbeslissingen van invloed zijn op de economie in het algemeen en het prijspeil in het bijzonder. Het transmissiemechanisme wordt gekenmerkt door lange, variabele en onzekere vertraagde doorwerkingen. Het is daardoor lastig te voorspellen welke effecten monetaire beleidsacties precies zullen hebben op de economie en het prijspeil.

3 Werking (niet-)conventionele monetaire beleidsmaatregelen Bron: PP ter beschikking gesteld door NBB (eurogeneration students award wedstrijd)

4

5

6

7

8

9 Wat is kwantitatieve versoepeling? Kwantitatieve versoepeling of vrijer vertaald kwantitatieve geldverruiming (in het Engelse financiële jargon aangeduid als quantitative easing) is vergroting van de geldvoorraad door een centrale bank door middel van de aankoop van effecten zoals staatsobligaties. Wanneer is kwantitatieve versoepeling nodig? Bij een (dreigende) recessie probeert de centrale bank de economie te stimuleren door renteverlaging. Leningen worden hierdoor goedkoper waardoor burgers en bedrijven meestal meer besteden. In geval van sterk oplopende werkloosheid en dalende prijzen werkt dit echter aanmerkelijk minder. Dit is ook het geval naarmate de officiële rentetarieven lager worden, of zelfs tot nagenoeg nul dalen. Ongeacht de rentestand zullen dan geen (grote) leningen worden afgesloten en zullen dure aankopen worden uitgesteld. Verdere renteverlagingen of zelfs een rentestand van nul leiden dan niet tot toename van economische activiteiten en een afnemende vraag leidt tot verdere prijsdalingen (deflatie). De centrale bank kan in dat geval besluiten om de geldhoeveelheid te vergroten. Een grotere geldhoeveelheid leidt immers tot prijsverhogingen en doorbreking van de deflatoire spiraal. Hoe werkt kwantitatieve versoepeling? Vroeger zou hiertoe de geldpers worden aangezet maar nu koopt de centrale bank staatsobligaties, hypotheekobligaties of andere obligaties en financiert deze transacties door de eigen balans te verhogen. Er worden dus geen fysieke bankbriefjes bijgedrukt. Het mechanisme werkt aldus dat centrale banken in de markt, of rechtstreeks van banken, obligaties kopen, hetgeen via banken wordt afgewikkeld. Banken worden voor het aankoopbedrag gecrediteerd in de rekeningen die zij bij de centrale bank aanhouden. Op deze wijze verkrijgen banken liquiditeiten. Tegenover deze liquiditeiten kunnen banken dan nieuwe leningen verstrekken. Opmerking verdient dat kwantitatieve versoepeling slechts effect heeft voor zover de aan het bankwezen (via de omweg van het opkopen van staatsleningen) ter beschikking gestelde middelen ook daadwerkelijk door het bankwezen worden uitgeleend aan bedrijven en/of particulieren. Als het bankwezen geen andere bestemming voor zijn middelen heeft, dan kan men die bij de centrale bank stallen.

10 Kwantitatieve versoepeling kan leiden tot inflatie die uiteindelijk zal moeten worden beteugeld door bijvoorbeeld de rente te verhogen. Een andere mogelijke maatregel is dat de gekochte leningen te zijner tijd weer worden verkocht. Waarom wordt kwantitatieve versoepeling pas als laatste redmiddel ingezet? Kwantitatieve versoepeling wordt algemeen beschouwd als een "ultimum remedium": iets dat slechts ingezet wordt nadat gebleken is dat andere maatregelen (met name renteverlagingen) niet voldoende effect hebben gehad. Voor de ECB gold (en geldt) dit met nadruk. Het verstrekken van leningen door centrale banken aan overheden is in artikel 123 van het Verdrag van Lissabon in beginsel verboden: " 1. Overdraft facilities or any other type of credit facility with the European Central Bank or with the central banks of the Member States (hereinafter referred to as "national central banks") in favour of Union institutions, bodies, offices or agencies, central governments, regional, local or other public authorities, other bodies governed by public law, or public undertakings of Member States shall be prohibited, as shall the purchase directly from them by the European Central Bank or national central banks of debt instruments. 2. Paragraph 1 shall not apply to publicly owned credit institutions which, in the context of the supply of reserves by central banks, shall be given the same treatment by national central banks and the European Central Bank as private credit institutions." De achtergrond van deze bepaling was (is) gelegen in de vrees dat centrale banken door hun nationale overheden gedwongen zouden kunnen worden, hun tekorten te financieren door het eenvoudigweg "drukken van geld", hier niet in de vorm van bankbiljetten maar in de vorm van giraal geld. Dit zou kunnen leiden tot hyperinflatie. De passage "the purchase directly from them" placht te worden uitgelegd als inhoudende een verbod op het kopen van (staats-)leningen uit emissie; aankoop op de secundaire markt zou niet verboden, en daarmee toegestaan zijn. Doelstelling ECB De doelstelling van de ECB (eigenlijk: de ECB en de nationale centrale banken van de eurozone) is vastgelegd in artikel 127 lid 1 van het Verdrag van Lissabon:

11 "The primary objective of the European System of Central Banks (hereinafter referred to as "the ESCB") shall be to maintain price stability. Without prejudice to the objective of price stability, the ESCB shall support the general economic policies in the Union with a view to contributing to the achievement of the objectives of the Union as laid down in Article 3 of the Treaty on European Union. The ESCB shall act in accordance with the principle of an open market economy with free competition, favouring an efficient allocation of resources, and in compliance with the principles set out in Article 119." Waarom was kwantitatieve versoepeling noodzakelijk voor de ECB? De ECB legde (en legt) de doelstelling van prijsstabiliteit uit dat een inflatie van "close to, but below, 2%" wordt nagestreefd. Over een langere periode gezien blijkt dit gemiddeld betrekkelijk goed te lukken; over kortere perioden beschouwd zijn er regelmatig duidelijke afwijkingen. Tevens was er sprake van duidelijke verschillen tussen eurozone-lidstaten: zo was in april 2014 in de Noordelijke landen sprake van een inflatie van ruim 1% op jaarbasis, terwijl in de perifere landen de inflatie vrijwel nul was, en in Griekenland duidelijk negatief. Naarmate de recessie die samenhing met de Europese staatsschuldencrisis hardnekkiger was, en andere beleidsinstrumenten uitgeput raakten, werd de als te laag ervaren inflatie door de financiële markten steeds meer gezien als een reden voor het voortduren van die recessie. Consumenten zouden, in het vooruitzicht van dalende prijzen, bestedingen uitstellen; ondernemingen zouden, in het vooruitzicht van terugvallende afzetmogelijkheden, investeringen en uitbreidingen uitstellen, met negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid; door de daaruit voortvloeiende lagere groei (of krimp) van het GDP zou de schuldquote van overheden toenemen, met daaruit voortvloeiende stijgende (relatieve) financieringslasten en mogelijk ratingverlagingen. Tevens werd (in het voorjaar van 2014) de te hoge koers van de euro als een probleem gezien: de exportmogelijkheden naar buiten de eurozone namen daardoor af. Waarom heeft ECB langer dan andere centrale banken gewacht met kwantitatieve versoepeling? In het algemeen kan gezegd worden dat de ECB "strenger in de leer" is (was) ten aanzien van de onwenselijkheid van (te hoge) inflatie dan de andere grote centrale banken. Ten dele had (en heeft) dit een historische achtergrond: de herinnering aan de Duitse hyperinflatie van 1923 komt hierin terug. Een ander punt was (is) dat de ECB niet te maken heeft met één "partner" in de vorm van de eigen nationale overheid, maar met een veelheid aan

12 nationale overheden, die soms diametraal verschillende opvattingen hebben over het te voeren monetaire beleid. De ECB zou, bij het toepassen van kwantitatieve versoepeling, ook stuiten op diverse vragen die niet eenduidig te beantwoorden zouden zijn. Waar een andere centrale bank de "eigen" staatsleningen zou kunnen kopen, zou de ECB de staatsleningen van alle eurozone-lidstaten moeten kopen (volgens enige verdeelsleutel), of het risico lopen ervan beschuldigd te worden een bepaald land een voorkeursbehandeling te geven. Voorts rees de vraag of de verlaging van het rendement op staatsleningen wel zou worden "doorgegeven" in de vorm van lagere tarieven voor kredietverlening aan het bedrijfsleven.

13 Analyse economische situatie en uitleg van wijze waarop ECB met monetair beleid heeft gereageerd (Mario Draghi, 21 november 2014) Situatie: 1. Economische situatie in het eurogebied blijft precair en het vertrouwen in de algehele vooruitzichten voor de economie is broos en snel verstoord, waardoor er weinig wordt geïnvesteerd. 2. Risico dat een te lang aanhoudende lage inflatie in de inflatieverwachtingen verankerd raakt en op het grote belang van een in alle omstandigheden stevige verankering van de inflatieverwachtingen. ECB zal haar verantwoordelijkheid blijven nemen om prijsstabiliteit (hoofdmandaat) op middellange termijn te garanderen. Indien nodig worden interventiekanalen verder verbreed door de omvang, het tempo en de samenstelling van de aankopen dienovereenkomstig te wijzigen. De huidige situatie in het eurogebied Tweeënhalf jaar geleden: eurogebied stond er zeer ongunstig voor het financiële stelsel was gefragmenteerd de bankensector gaf geen krediet economie verkeerde in een recessie. De Europese economieën ontwikkelden zich in uiteenlopende, maar doorgaans neerwaartse richtingen. Sindsdien financiële situatie in het eurogebied drastisch verbeterd. De spreads op staatsobligaties zijn met gemiddeld 3 procentpunt gedaald. Rentes op bedrijfs- en bankobligaties zijn eveneens naar elkaar toegegroeid. En de fragmentatie van grensoverschrijdende financiële stromen is verminderd, al is deze in sommige markten nog steeds groter dan voor de crisis. Bovendien met de schoonmaak binnen bankensector grote vorderingen geboekt. Met name onze zogenaamde Comprehensive Assessment heeft de banken ertoe gebracht om sneller een begin te maken met balansherstel en herkapitalisering. Door dit alles neemt het vertrouwen in de sector toe en zijn banken in het eurogebied beter toegerust om de kredietverlening aan de reële economie weer op te pakken.

14 Toch werken deze positieve ontwikkelingen in de financiële wereld niet volledig door in de economie. o o o o o economische situatie in het eurogebied blijft precair. eurogebied kwam in het tweede kwartaal van 2013 uit haar recessie maar de ontwikkeling van de onderliggende groei blijft zwak. werkloosheid daalt maar zeer langzaam. vertrouwen in de algehele economische vooruitzichten is broos en snel verstoord, waardoor er weinig wordt geïnvesteerd. bovendien is sterker herstel de komende maanden onwaarschijnlijk. In deze omstandigheden is ook de dalende inflatie in het eurogebied een steeds grotere uitdaging gaan vormen. o neerwaartse beweging van de inflatie was vooral het gevolg van dalende energie- en voedselprijzen, deze twee componenten zijn doorgaans volatiel en hebben meestal slechts een tijdelijk effect en dus niet zo erg. In de huidige omstandigheden vormen lage voedsel- en energieprijzen zelfs nuttige ondersteuning voor de economie doordat ze het reëel besteedbaar inkomen verhogen. Maar we zien ook dat de kerninflatie het inflatiecijfer dat deze volatiele en tijdelijke componenten buiten beschouwing laat laag is. Dit betekent dat niet alleen tijdelijke factoren een rol spelen, maar dat ook de onderliggende vraag zwak is. o o geringe vraag vermindert het prijszettingsvermogen van bedrijven hoge werkloosheid in veel eurolanden zorgt ervoor dat minder gemakkelijk hogere lonen kunnen worden bedongen, wat de inflatiedruk verlaagt. Alert zijn dat de lage inflatie niet zodanig in de economie doordringt dat de economie en de inflatievooruitzichten verder verslechteren. (Te) lage inflatie kan bovendien de opgehoopte schulden in delen van eurogebied verergeren (benadeelt schuldenaars) Risico dat te lang aanhoudende lage inflatie in de inflatieverwachtingen verankerd raakt. Het is cruciaal dat inflatieverwachtingen (cfr. mandaat ECB) stevig verankerd zijn. o o dit voorkomt dat tijdelijke inflatieschommelingen doorwerken in de lonen en prijzen en daarmee permanent worden. de reële rente, de rente die er voor investeringsbeslissingen het meest toe doet, stijgt als de inflatieverwachtingen dalen. En omdat de nominale korte rentes in het eurogebied de feitelijke ondergrens al hebben bereikt, kunnen deze niet, ter

15 compensatie, verder verlaagd worden. Met andere woorden: als de verwachtingen van hun anker losraken, zou dat in feite een verkrapping van het monetair beleid betekenen, precies het tegenovergestelde van wat we willen. Het was essentieel dat de ECB handelend optrad - en blijft optreden - om de inflatie weer richting 2% te brengen en stevige verankering van de inflatieverwachtingen te waarborgen. Hoe zag monetaire beleidsreactie eruit? STAP 1: daggeldrentes helemaal tot de effectieve ondergrens verlaagd, inclusief een negatief rentetarief voor de depositofaciliteit. STAP 2: directere beïnvloeding van de rentetermijnstructuur door vanaf juli 2013 beleidsindicaties ( forward guidance ) te geven. De beleidsindicatie dat de belangrijkste rentetarieven lange tijd laag zullen blijven, in lijn met de zwakke inflatievooruitzichten, werd onlangs opnieuw bevestigd. Dit werd ondersteund met het TLTRO-programma (Targeted Long-term Refinancing Operations, gerichte, langerlopende herfinancieringstransacties) door tegen een zeer lage, vaste rente financiering te verstrekken voor een termijn van maximaal vier jaar. Banken ontvangen zo goedkope langlopende financiering op voorwaarde dat zij hun kredietverlening aan huishoudens en bedrijven uitbreiden. STAP 3: centrale bank moest (buiten de geldmarkt om) direct in andere markten interveniëren om met behulp van prijzen en volumes de diverse transmissiekanalen van het monetair beleid te beïnvloeden. Wegens een algemene verzwakking van de geaggregeerde vraag die een bedreiging vormt voor ons basisscenario van herstel en/of het losser worden van de verankering van de inflatieverwachtingen op middellange termijn, was stap 3 noodzakelijk. aankoop van ABS (asset-backed securities) aankoop gedekte obligaties WAAROM DE AANKOOP VAN ACTIVA DE ECB HELPT HAAR DOEL TE BEREIKEN? Wij verwachten dat deze interventies de groei en de inflatie via twee belangrijke kanalen zullen beïnvloeden. Eerste kanaal: onmiddellijke doorwerking Het eerste kanaal is de aanpak van verstoringen op financiële markten met onmiddellijke doorwerking in de reële economie.

16 Begonnen bij de ABS-markt, omdat deze markt zowel verstoord was als nauw samenhing met de bancaire kredietverlening, en dat is het belangrijkste transmissiemechanisme van het monetair beleid in het eurogebied. Hiermee versterkten we ons algehele doel, ervoor te zorgen dat er geen belemmeringen voor de kredietverlening bestaan wanneer de kredietvraag geleidelijk weer toeneemt. De aankopen van ABS vermindert voor beleggers in die markten de beschikbare volumes en op die manier worden banken aangemoedigd deze schaarste tegen te gaan door meer ABS uit te geven. Aangezien zij dit alleen kunnen doen door meer leningen te creëren, zou dit het aanbod van krediet moeten doen toenemen en de prijs waartegen krediet wordt aangeboden, moeten doen dalen. Het effect van deze aankopen wordt versterkt doordat daarnaast de TLTRO's worden uitgebreid. Omdat banken goedkope langlopende financiering ontvangen op voorwaarde dat zij hun kredietverlening aan huishoudens en bedrijven uitbreiden, vergroten de TLTRO's het aanbod van krediet en in een concurrerende omgeving zou dat tot lagere prijzen voor krediet moeten leiden. Bovendien worden beide maatregelen ingevoerd juist nu de Comprehensive Assessment met succes is afgerond, waardoor de banken nu veel beter zijn toegerust om onze nieuwe monetaire beleidsimpuls door te geven. Reeds aanwijzingen dat de banken hun kredietvoorwaarden aan het versoepelen en hun kredietvolumes aan het vergroten zijn en dat we meer in het algemeen bij de kredietgroei het keerpunt gepasseerd zijn. Tweede kanaal: portefeuilleverschuivingseffecten Als wij activa opkopen, zullen beleggers geneigd zijn de door ons aangekochte activa met een relatief gering risico te vervangen door meer risicovolle beleggingen, zoals langerlopende activa, aandelen en mogelijk ook vastgoed. De gevolgen daarvan voor de rente over de gehele curve, voor de kosten van kapitaal, voor vermogensposities (door hogere aandelenkoersen en vastgoedprijzen) en daarmee voor balansen in het algemeen zijn welbekend. Het is onzeker hoe sterk deze effecten in het eurogebied zullen zijn (andere financiële structuur dan VS of Japan). Maar over het signaal dat van de effecten uitgaat, kan geen twijfel bestaan, dat is duidelijk positief.

17 Aangezien wij [het eurogebied] onze financiering relatief vaak van banken betrekken, zouden deze balanseffecten zich vooral via het kanaal van de kredietverlening door banken kunnen uiten. Bij de banken zouden stijgende koersen van activa kapitaal vrijmaken voor extra leningen. Voor bedrijven en huishoudens kan een betere vermogenspositie, in combinatie met betere economische vooruitzichten en dus hogere toekomstige winsten en inkomens, juist betekenen dat ze meer kunnen lenen. Verschuivingen in de portefeuille kunnen ook de wisselkoers beïnvloeden, wanneer beleggers in euro luidende activa vervangen door activa in landen en valuta's met een hoger rendement. In de VS en Japan heeft de grootschalige aankoop van activa tot een aanzienlijke daling van de wisselkoersen van deze landen geleid. Sowieso geeft dit het signaal is dat wij binnen ons mandaat en zonder onnodige vertraging alle ons ter beschikking staande middelen zullen gebruiken om de inflatie weer naar het door ons gestelde doel te brengen. Dit helpt vervolgens de inflatieverwachtingen te verankeren en daarmee de reële rente te verlagen en de bedrijvigheid en inflatie te stimuleren. Zowel de economische theorie als de ervaringen elders in de wereld wijzen erop dat de omvang van de portefeuilleverschuivingseffecten een functie is van de balansomvang van de centrale bank. Het is logisch dat de verschuiving tussen beleggingscategorieën groter wordt naarmate de aankopen groter zijn. Raad van Bestuur verwachting uitgesproken dat de combinatie van alle besloten maatregelen ertoe zal leiden dat de balans van het Eurosysteem naar het niveau van begin 2012 groeit. ECB benadrukt dat afhankelijk van de resultaten de omvang, het tempo en de samenstelling van deze aankopen zullen herbekeken worden als dat nodig mocht blijken om haar mandaat te vervullen. Conclusie Essentieel dat de inflatie onverwijld naar het inflatiedoel wordt teruggebracht. Het monetair beleid kan en zal daarin zijn aandeel leveren, maar er is nood aan flankerend beleid dat het ondersteunt, of in elk geval niet tegenwerkt. o de algehele begrotingskoers van het eurogebied moet aansluiten bij onze positie in de conjunctuurcyclus en moet worden gevolgd op een wijze die het vertrouwen vergroot (kader voor budgettaire governance)

18 o o gebrek aan vertrouwen ondermijnt de investeringsbereidheid en doet de positieve vraageffecten van het begrotingsbeleid teniet passende structurele maatregelen spelen een sleutelrol in de beleidsmix. Nood aan aantrekkelijk ondernemingsklimaat. Dat helpt vervolgens om optimaal te profiteren van de effecten van het monetair beleid. Kort samengevat: er is een combinatie nodig van beleidsmaatregelen waarmee groei en inflatie weer op de goede weg gebracht kunnen worden, en we moeten allemaal onze verantwoordelijk nemen om dat te bereiken. ECB zal alles doen wat nodig is. Als ons huidige beleid niet afdoende blijkt, dan zullen de interventiekanalen verder verbreed worden door de omvang, het tempo en de samenstelling van de aankopen dienovereenkomstig te wijzigen.

19 Veel gestelde vragen over aankopen van activa (22/01/2015) Hoe kan het programma voor de aankoop van activa de ECB helpen haar mandaat, het handhaven van prijsstabiliteit, te vervullen? De ECB hanteert een symmetrische definitie van prijsstabiliteit hoge inflatie is net zo gevaarlijk voor onze economie als deflatie. In de huidige periode van zwakke groei en lage inflatie is het rente-instrument alleen niet voldoende om de inflatie dichter naar 2% te sturen. Als de ECB nog ruimte zou hebben om de rente te verlagen, zou zij dit al hebben gedaan. Gezien het feit dat deze optie niet langer tot de mogelijkheden behoort, was het programma voor de aankoop van activa het enige geschikte instrument om de ECB in staat te stellen eenzelfde resultaat te bereiken. Om haar mandaat te vervullen dient de ECB gebruik te maken van alle instrumenten die haar ter beschikking staan. Kan het programma voor de aankoop van activa de ECB helpen de groei en werkgelegenheidscreatie in Europa te bevorderen? De ECB heeft een duidelijk mandaat: het handhaven van prijsstabiliteit. Dit programma zal helpen de inflatie weer terug te brengen naar een niveau dat in overeenstemming is met de doelstelling van de ECB. Maar het zal tevens helpen bedrijven in Europa betere toegang tot krediet te geven, de investeringen bevorderen, banen creëren en op die manier steun geven aan de algehele economische groei, die een eerste voorwaarde is waardoor de inflatie kan terugkeren naar en stabiliseren op een niveau dicht bij 2%. Onverminderd het doel van prijsstabiliteit, zijn ook dit belangrijke doelstellingen waaraan de ECB, in overeenstemming met het Verdrag, bijdraagt. Is het programma voor de aankoop van activa wettelijk toegestaan? Jazeker. De ECB legt het monetair beleid van het eurogebied ten uitvoer. Zij tracht haar mandaat te vervullen met behulp van de instrumenten die in de Verdragen zijn vastgelegd. Rechtstreekse aankopen van verhandelbare instrumenten worden expliciet vermeld als een monetairbeleidsinstrument (in Artikel 18.1 van de Statuten van het ESCB). Dit omvat de mogelijkheid om instrumenten zoals staatsobligaties aan te kopen, zolang deze worden aangekocht op de secundaire markt van beleggers, en niet op de primaire markt, d.w.z. rechtstreeks van de lidstaten. Is het programma voor de aankoop van activa monetaire financiering? De ECB houdt zich strikt aan het verbod op monetaire financiering door geen aankopen te verrichten op de primaire markt. De ECB zal uitsluitend obligaties aankopen nadat een

20 marktkoers tot stand is gekomen. Dit zorgt ervoor dat de ECB de marktprijzen voor risico niet verstoort. Is de ECB de enige centrale bank die activa-aankopen uitvoert? Veel centrale banken hebben gebruik gemaakt van rechtstreekse aankopen als onderdeel van hun monetair beleid; dit wordt vaak "quantitative easing" (QE) of "kwantitatieve verruiming" genoemd. Zo hebben de Federal Reserve Board, de Bank of England en de Bank of Japan alle hiervan wel gebruik gemaakt. Openmarkttransacties zijn een essentieel instrument van centrale banken, zelfs in normale tijden. Rechtstreekse aankopen worden van nut wanneer beleidsrentes niet verder kunnen worden verlaagd. Zij kunnen centrale banken helpen hun mandaat te vervullen (in het geval van de ECB het handhaven van prijsstabiliteit) en op die manier de groei en werkgelegenheidscreatie te ondersteunen. Brengt het programma voor de aankoop van activa een risico van hoge inflatie met zich mee? De ECB heeft zich consequent gehouden aan haar mandaat de inflatie op de middellange termijn onder, maar dicht bij 2% te houden. Dientengevolge heeft de ECB de koopkracht van alle burgers van het eurogebied gewaarborgd. Op dit moment bevindt het eurogebied zich echter in een lange periode van lage groei en zeer zwakke inflatie. Het is daarom niet waarschijnlijk dat een toename van de centralebankliquiditeit zal leiden tot een hoog inflatiecijfer. Wanneer de inflatie eenmaal aantrekt, zal de ECB het monetair beleid verkrappen om de inflatoire druk te beperken en de prijsstabiliteit te handhaven. Kortom: de ECB heeft het mandaat en de instrumenten om inflatoire risico's het hoofd te bieden zodra deze zich in de toekomst zouden voordoen en de ECB heeft op dit vlak een uitstekende staat van dienst opgebouwd. Kan de ECB een "bad bank" worden? Sinds de financiële crisis van 2008 heeft de ECB een aantal onconventionele beleidsmaatregelen genomen, die critici deden waarschuwen dat de ECB grote verliezen zou oplopen. Het is echter een feit dat de ECB vanaf haar oprichting winst is blijven maken. Zij heeft deze winsten via de nationale centrale banken doorgegeven aan alle burgers van het eurogebied. Net als in het verleden zal de ECB verstandig handelen.

21 Maar veroorzaakt het nieuwe programma geen verliezen voor de nationale centrale banken? Hoe is dat te rijmen met een gemeenschappelijk monetair beleid? Het is waar dat in het nieuwe programma enkele risico's niet door het gehele Eurosysteem worden gedeeld maar bij de nationale centrale bank blijven. De ECB hecht ten volle aan het beginsel van risicodeling, en daarom worden voor 20% van de aankopen de risico's volledig gedeeld. Maar het besluit het delen van risico's te beperken vermindert ook de bezorgdheid omtrent mogelijke onbedoelde begrotingseffecten. Het is de Raad van Bestuur die, overeenkomstig de Statuten van het ESCB, besluit over de manier waarop en de mate waarin door nationale centrale banken opgelopen verliezen binnen het Eurosysteem zullen worden gedeeld. Interne verliesdelingsmechanismen ondermijnen op geen enkele wijze de gemeenschappelijkheid van ons monetair beleid. Alle nationale centrale banken en de ECB nemen deel aan de aankopen van activa. Er is één totale hoeveelheid en de aankopen worden centraal gecoördineerd door de ECB. Zij worden gekalibreerd om de prijsstabiliteit in het eurogebied als geheel te handhaven, en daarbij wordt rekening gehouden met de unieke institutionele structuur van het eurogebied, waar een gemeenschappelijke munt en een gemeenschappelijk monetair beleid bestaan naast door 19 landen gevoerd nationaal en economisch beleid. Precies omdat bij onze regeling rekening wordt gehouden met onze institutionele structuur aangezien deze op de specifieke maatregel is afgestemd zorgt deze voor de hoogste mate van effectiviteit. Is het programma voor de aankoop van activa bedoeld specifieke landen te helpen? Het programma is opgezet om de inflatie en de inflatieverwachtingen terug te brengen naar niveau's dichter bij de doelstelling van de ECB in het eurogebied als geheel. Het programma vermindert niet de schuld van een bepaald land.

22 Obligatiekoersen en rendementen: omgekeerd verband Als een obligatie wordt uitgegeven dan betaald het gedurende looptijd een vaste rente, ook wel couponrente genoemd. Deze rente is gerelateerd aan de op het moment van uitgifte actuele marktrente en de veronderstelde mate van risico die de uitgever van de obligaties biedt (het risico dat de koper van de obligatie loopt dat hij zijn geld niet terugkrijgt). Als een belegger besluit om de obligatie te verkopen voordat hij afloopt, dan wordt de waarde van de obligatie niet bepaald door de couponrente, maar door de op dat moment actuele marktrente en de resterende looptijd van de obligatie. Renterisico is het risico dat een belegger loopt dat de veranderende marktrente de koers van zijn obligatie beïnvloedt. De marktrente kan zowel een positieve als negatieve impact hebben. Als de huidige marktrente hoger is dan de couponrente van de obligatie dan zal de obligatie worden verkocht met een korting ten opzichte van zijn nominale waarde. Als de marktrente lager is dan de couponrente, dan wordt de obligatie verkocht met een premie ten opzichte van de nominale waarde. Een rekenvoorbeeld verduidelijkt bovenstaande: Stel je hebt een obligatie van EUR met een looptijd van 10 jaar en een couponrente van 5 procent. Nou remt de ECB de oververhitte economie of inflatie af met een renteverhoging. Nieuwe obligaties zullen dan een hogere couponrente krijgen. Jouw obligatie van 5 procent wordt minder waard want een belegger kan meer verdienen met een nieuwe obligatie met hogere rente. Je kunt nu twee dingen doen: Je obligatie aanhouden, maar je weet dat je minder rente krijgt dan bij nieuwe obligaties. Je obligatie verkopen en je verlies nemen. Andere beleggers zullen minder voor je obligatie willen betalen dan de oorspronkelijke prijs (nominale waarde) van EUR 5.000, omdat ze met jouw obligatie een lagere rente krijgen. Bij een renteverlaging treedt het tegenovergestelde effect op: Stel je hebt een obligatie van EUR met een looptijd van 10 jaar en een couponrente van 5 procent. Nou gaat het slecht met de economie en de ECB wil deze stimuleren door de rente te verlagen, waardoor het voor ondernemingen en particulieren goedkoper wordt om geld te lenen. Nieuwe obligaties zullen dan een lagere couponrente krijgen. Jouw obligatie van 5

23 procent wordt meer waard want een belegger kan meer verdienen met jouw obligatie van 5 procent dan met een nieuwe obligatie met lagere rente. Je kunt nu twee dingen doen: Je obligatie gewoon in portefeuille houden. Je krijgt immers voor je oude obligatie een hogere rente dan voor nieuwe obligaties. Je obligatie verkopen en winst pakken. Andere beleggers zullen meer voor je obligatie willen betalen dan de oorspronkelijke prijs (nominale waarde) van EUR 5.000, omdat ze met jouw obligatie een hogere rente krijgen. Obligatiekoersen bewegen zich omgekeerd evenredig met de richting van de rentevoeten. Daalt de rente, dan stijgen de obligatieprijzen. Stijgt de rente, dan dalen de obligatieprijzen. Waarom zou je obligaties met een negatieve rente willen kopen? Als je een staatsobligatie in Zwitserland koopt met een looptijd van 10 jaar, dan weet je van te voren al dat het een negatief rendement oplevert. In andere worden, je betaalt momenteel 0,2 procent per jaar voor het recht om in Zwitserse staatsobligaties te zitten. Dit is de eerste keer dat zoiets gebeurt en heeft zelfs in Japan niet plaatsgevonden. Waarom zou iemand bereid zijn om iets te kopen waarvan ze vooraf al weten dat het geld kost? 3 redenen: 1. Als je denkt dat er deflatie aan komt. Zolang de prijzen van goederen en diensten sterker dalen dan de negatieve rente die je betaalt, ben je beter af. Maar in dat geval ben je nog beter af door het geld onder je matras te leggen, al loop je dan het risico om bestolen te worden. 2. Het tweede argument om de obligaties te kopen met negatieve rente is omdat je als buitenlandse belegger overtuigd bent van het rendement dat je zal maken door het aanhouden van Zwitserse franken in plaats van door de obligatie zelf. Als de frank 10 procent in waarde toeneemt, lig je natuurlijk niet wakker van een negatieve rente van 0,2 procent. 3. De derde reden is een meer technische, maar daarbij is het zelfs met negatieve rentes nog steeds mogelijk om geld te verdienen. Wanneer je een obligatie koopt, kan je vermoeden dat de obligatie in de tussentijd (voor de vervaldag) hoger zal verhandeld kunnen worden (koersstijging). Natuurlijk zullen de rentetarieven dan verdere moeten dalen, wil dat gebeuren.

24 Verklaring sterke depreciatie euro ten opzichte van USD 05/01/2015: euro op laagste peil sinds 2006 (t.o.v. USD) 1. = teken van zwakte van Europese economie (slabakkende Europese economie), versterkt door vrees voor Grexit => vrees mogelijke nieuwe eurocrisis eind januari 2015: verkiezingen in Griekenland (linkse partij Syriza dreigt te winnen en wil af van opgelegde besparingen door Europa en IMF) 2. Wordt in de hand gewerkt door monetair beleid van ECB Er wordt verwacht dat ECB begin 2015 zal aankondigen dat het Europese staatsobligaties van banken en beleggers zal opkopen om de economie uit het slop te halen (QE = quantitative easing = kwantitatieve versoepeling) Koers obligaties stijgt (vraag stijgt) Rente obligaties daalt (steeds omgekeerd verband) Verdere renteverlagingen van andere financiële producten in eurozone Beleggers zullen euro ruilen (voor USD), beleggen in VS interessanter en beleggen in eurozone minder interessant Koers euro daalt (t.o.v. USD) 3. Dollar apprecieert omdat Amerikaanse economie op volle toeren draait (zomer 2014 groei op jaarbasis van 5%) Verwachting dat Federal Reserve economie niet langer zal ondersteunen Renteverhoging door Federal Reserve (verstrakken monetair beleid) USD stijgt (beleggen in USD wordt interessanter) Zwakke/goedkope euro = opsteker voor Europese economie Export wordt goedkoper Goedkoper voor buitenlandse ondernemingen om in Europa te investeren Lage olieprijzen (uitgedrukt in dollar) worden getemperd, want deflatiespook wat tegenhoudt Opmerking: Dure dollar is wat betreft olieprijzen niet steeds een zegen, want maakt energieprijzen duurder en vertraagt economie. Dit is momenteel met de zeer lage olieprijzen uiteraard niet van toepassing.

25 Verklaring lage olieprijs De prijselasticiteit van vraag en aanbod is voor olie heel hoog. Dat houdt concreet in dat slechts een kleine wijziging in vraag en/of aanbod een relatief grote impact heeft op de prijsvorming. In de praktijk leidt dit tot vaak grote schommelingen in de olieprijs. Terwijl in 2008 menig econoom nog de mond vol had van peak oil en het zwarte goud bijna 150 USD/vat aantikte, werd slecht een jaar later op een gegeven moment nog slechts 35 USD/vat betaald. Toen was overduidelijk de dip in de vraag de boosdoener. Ook nu is het wereldwijd economisch geen vetpot, maar deze keer is vooral het aanbod de determinerende factor. Landen zoals Libië en Irak, waarvan de productie nog niet zo heel lang geleden vrij beperkt was, dragen nu wel aardig bij. Zelfs de aartsvijand van het westen, Iran, lijkt stilaan uit zijn isolement te geraken. En de VS zijn door hun productie van schalieolie tot de tweede grootste olieproducent ter wereld opgeklommen. Aan aanbod is er dus geen tekort. De OPEC, een grote organisatie van olieproducerende landen onder leiding van Saoudi-Arabië, toont bovendien geen intentie om minder olie op te boren. Integendeel, de Arabieren zien er heil in om de productie minstens op peil te houden en om zo de olieprijs verder te drukken. Niet om aan zelfkastijding te doen, maar om verloren marktaandeel te herwinnen en om de nieuwe niet-conventionele manieren om olie op te boren de nek om te wringen. Deze laatsten produceren immers tegen een hogere kostprijs. Nu voor steeds meer van die projecten de olieprijs ontoereikend is om de kosten te dekken, mag verwacht worden dat daar veel minder geïnvesteerd zal worden. En dat bepaalde projecten zelfs genoodzaakt stilgelegd moeten worden. Kwatongen stellen dan ook dat de recente olieprijsdaling een vorm van oorlog is, gevoerd door de oude oliemogendheden. Aantal olieboorputten in VS gehalveerd sinds oktober (De Tijd, 11 april 2015) Het aantal actieve olieboorplatformen in de Verenigde Staten is sinds oktober meer dan gehalveerd tot 760, het laagste peil in meer dan vier jaar tijd. Dat is het gevolg van de sterk gedaalde olieprijzen. De daling is hoofdzakelijk merkbaar in de schalie-olievelden. Dat blijkt uit vrijdag gepubliceerde cijfers van de Amerikaanse dienstverlener aan de olie- en gasindustrie Baker Hughes. Afgelopen week werden 42 operationele platformen buiten werking gesteld. Het is de achttiende week op rij dat het aantal actieve olieboorplatformen daalt. Door de lage

26 olieprijzen snijden oliemaatschappijen drastisch in de kosten en worden platformen stilgelegd. Ondanks de sterke daling neemt de olieproductie in de VS nog steeds toe doordat oliebedrijven met behulp van de allernieuwste technologie bestaande olieputten efficiënter leegpompen. Het Amerikaanse energiebureau EIA verwacht dat de olieproductie in de VS dit jaar zal stijgen naar gemiddeld 9,3 miljoen vaten per dag, het hoogste niveau sinds 1972.

27 Voordelen prijsstabiliteit 1. het verminderen van onzekerheid omtrent de algemene prijsontwikkeling en zo tot het verbeteren van de transparantie van relatieve prijzen. Door prijsstabiliteit kan men gemakkelijker veranderingen in de prijzen waarnemen uitgedrukt in termen van andere goederen. Het risico dat consumenten en/of producenten veranderingen in het algemene prijspeil verkeerd interpreteren als relatieve prijsveranderingen vermindert. Consumenten gaan normaal gezien producten die relatief goedkoper worden, meer kopen en producten die relatief duurder worden minder kopen. Deze informatie over relatieve prijsveranderingen wordt vertroebelt door inflatie. Ondernemingen gaan normaal gezien beslissen minder de produceren (investeren) bij dalende relatieve prijzen (aanbodoverschot) en meer te produceren (investeren) bij stijgende relatieve prijzen (vraagoverschot). Inflatie vertroebelt deze maatstaf om investeringsbeslissingen te nemen. Prijsstabiliteit vermindert inflatie-onzekerheid en voorkomt verkeerde allocatie (toewijzing) van middelen, waardoor de economie efficiënter werkt en de welvaart vergroot. 2. het verminderen van inflatierisicopremies in de rente. Vermits i i r e zal de nominale rente lager zijn bij prijsstabiliteit, wat het investeren (lenen goedkoper) en de jobcreatie bevordert. 3. het vermijden van onnodige indekkingsactiviteiten. Particulieren en ondernemingen zullen minder geneigd zijn middelen die al productief ingezet worden een minder productieve bestemming te geven alleen maar om zichzelf in te dekken tegen inflatie. Zo kan inflatie leiden tot een overdreven voorraadaanlegging (echte goederen behouden immers beter waarde dan geld/financiële activa), wat tot minder efficiënte investeringsbeslissingen kan leiden en de economische groei belemmert.

28 4. het verminderen van verstorende effecten van belasting- en socialezekerheidsstelsels Belastingpercentages en socialezekerheidsbijdragen meestal niet geïndexeerd. Bij inflatie zullen werknemers dan meer belastingen moeten betalen (cold progression of taxation without representation). 5. het vergroten van de voordelen van het aanhouden van contant geld Een zekere mate van liquiditeit of aanhouden van cash vergemakkelijkt het uitvoeren van transacties. Inflatie is een verborgen belasting op het aanhouden van geld. Hogere (verwachte) inflatie zorgt voor hogere nominale rentevoeten, wat een negatieve invloed heeft op de vraag naar geld. De rentes op andere beleggingsmogelijkheden zullen immers groter zijn, wat opportuniteitskosten betekenen voor het aanhouden van bankbiljetten. Het minder aanhouden van geld zorgt voor schoenleerkosten en hogere transactiekosten. 6. het voorkomen van de willekeurige verdeling van vermogen en inkomen. Door inflatie wordt vermogen op willekeurige wijze overgeheveld van kredietverschaffers (of spaarders) naar leners omdat het geld dat men uiteindelijk terugbetaalt een kleinere koopkracht vertegenwoordigt. Bij deflatie komen leners (zij die vorderingen hebben) vaak in de problemen en dreigen faillissementen (jobverlies werknemers). Algemeen zijn het de armste groepen die het meeste last hebben van inflatie of deflatie omdat zij zich het minst kunnen indekken (en het meeste voelen als hun spaargeld wordt wegbelast). Prijsstabiliteit helpt dus sociale cohesie en stabiliteit. 7. het bijdragen aan financiële stabiliteit Banken verschaffen vaak krediet voor langere termijn dat wordt gefinancierd met kortetermijndeposito s. Onverwachte veranderingen in inflatie kunnen voor schokken zorgen in de reële waarde van nominale activa van een bank, wat waardeverminderingen en eventuele solvabiliteitsproblemen voor banken met zich meebrengt. Prijsstabiliteit versterkt dus de financiële stabiliteit.

Dames en heren, De huidige situatie in het eurogebied

Dames en heren, De huidige situatie in het eurogebied Door de heer Mario Draghi, President van de Europese Centrale Bank, op 21 november 2014 te Frankfurt uitgesproken openingsrede van het Euro Banking Congress Samenvatting De President van de Europese Centrale

Nadere informatie

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak? QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak? Komt er QE in de eurozone? Sinds enige maanden wordt er op de financiële markten gezinspeeld op het opkopen van staatsobligaties door de Europese

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie

Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 3 mei 2013 Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie Na in 2012 in een recessie te hebben verkeerd, zal de EU-economie

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Het monetair beleid van het Eurosysteem: een overzicht. Generation uro Students' Award September 2014

Het monetair beleid van het Eurosysteem: een overzicht. Generation uro Students' Award September 2014 Het monetair beleid van het Eurosysteem: een overzicht Generation uro Students' Award September 14 Overzicht van de uiteenzetting Wie doet wat in het Eurosysteem? (institutionele aspecten) Hoe wordt de

Nadere informatie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué Brussel, 15 september 2000 Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de

Nadere informatie

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering. Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie

Nadere informatie

MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD

MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD pdf18 MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD De macro-vraaglijn of geaggregeerde vraaglijn geeft het verband weer tussen het algemeen prijspeil en de gevraagde hoeveelheid binnenlands product. De macro-vraaglijn

Nadere informatie

Veranderingen in de syllabus voor het eindexamenprogramma 2017

Veranderingen in de syllabus voor het eindexamenprogramma 2017 Veranderingen in de syllabus voor het eindexamenprogramma 2017 100% 100% Gini coefficient = A/A+B Gini =0 dan helemaal gelijke verdeling Gini = 1 dan helemaal ongelijke verdeling Ink Ink A A B B 0% personen

Nadere informatie

ECONOMIE IN TIJDEN VAN MONETAIR EXPANSIEVE POLITIEK

ECONOMIE IN TIJDEN VAN MONETAIR EXPANSIEVE POLITIEK ECONOMIE IN TIJDEN VAN MONETAIR EXPANSIEVE POLITIEK Geert Gielens, Ph.D. hoofdeconoom 19 mei 2015 Agenda Het verschil met vorig jaar De euro zone De VS De ECB & haar beleid Besluit 2 Het verschil met vorig

Nadere informatie

DOUBLEDIVIDEND OUTLOOK 2015 KWALITEIT ONAFHANKELIJK BETROKKEN

DOUBLEDIVIDEND OUTLOOK 2015 KWALITEIT ONAFHANKELIJK BETROKKEN DOUBLEDIVIDEND OUTLOOK 2015 KWALITEIT ONAFHANKELIJK BETROKKEN DECEMBER 2014 1. Economie VS blijg anker Het IMF verwacht een wereldwijde economische groei van 3,8% in 2015 Met een verwachte economische

Nadere informatie

10-jaars rente Duitsland. 10-jaars rente VS. Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 4 e kwartaal 2017

10-jaars rente Duitsland. 10-jaars rente VS. Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 4 e kwartaal 2017 In onze tweede nieuwsbrief nieuwe stijl blikken wij terug op het afgelopen kwartaal, lichten wij ons beleggingsbeleid nader toe en presenteren wij onze visie op de financiële markten voor het komende kwartaal.

Nadere informatie

Beleggingrisico s. Rendement en risico

Beleggingrisico s. Rendement en risico Beleggingsrisico s Beleggingrisico s Onderstaand tref je de omschrijving aan van de belangrijkste beleggingsrisico s die samenhangen met jouw keuze voor een portefeuilleprofiel. Je neemt een belangrijke

Nadere informatie

= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land.

= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land. 1 De wisselmarkt 1.1 Begrip Wisselkoers = de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land. bv: prijs van 1 USD = 0,7

Nadere informatie

Eindexamen havo economie 2013-I

Eindexamen havo economie 2013-I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 bij (1) monopolie bij (2) toe

Nadere informatie

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug Het Nederlandse bedrijfsleven is in sterke mate afhankelijk van bancaire kredietverlening. De groei van de zakelijke kredietverlening is in de tweede helft van 28 vertraagd. Dit hangt grotendeels samen

Nadere informatie

Rabobank (leden)certificaten

Rabobank (leden)certificaten Rabobank (leden)certificaten Investment case Jaap Koelewijn De Rabobank verhoogt haar kapitaalbuffers door voor nominaal 1,5 miljard nieuwe certificaten Rabobank uit te geven. Niet geheel toevallig valt

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Zakelijk boeren 1 maximumscore 1 A, B, D, E, F, H Opmerking

Nadere informatie

Voorjaarsprognose : naar een licht herstel

Voorjaarsprognose : naar een licht herstel EUROPESE COMMISSIE - PERSBERICHT Voorjaarsprognose 2012-13: naar een licht herstel Brussel, 11 mei 2012 Na de productiekrimp eind 2011 wordt de EU-economie nu geacht in een milde recessie te verkeren.

Nadere informatie

Concept Welvaart en Groei

Concept Welvaart en Groei LESBRIEF 5 Inflatieverwachtingen Doelgroep: SLU: 5 havo, 5/6 vwo 1 lesuur exclusief huiswerkopdracht Concept Welvaart en Groei begrippen CE inflatie korte vs lange termijn vertrouwen prijsstabiliteit monetair

Nadere informatie

De financiële situatie van Pensioenfonds UWV vanaf 31 augustus 2014

De financiële situatie van Pensioenfonds UWV vanaf 31 augustus 2014 De financiële situatie van Pensioenfonds UWV vanaf 31 ustus 2014 Op 31 ustus 2014 liep het kortetermijnherstelplan van Pensioenfonds UWV af. Tegen de verwachting in heeft het pensioenfonds de pensioenen

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie II

Eindexamen vwo economie II Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat de particuliere

Nadere informatie

UIT theorie Fisher

UIT theorie Fisher De econoom Fisher. Fisher was een econoom die zijn theorie over de werking van geld lang voor de depressie in de jaren 30 van vorige eeuw publiceerde (the purchasing power of money 1911). Dit was een uitbreiding

Nadere informatie

Michiel Verbeek, januari 2013

Michiel Verbeek, januari 2013 Michiel Verbeek, januari 2013 1 2 Eens of oneens? De bankiers zijn schuldig aan de kredietcrisis. De huidige economische crisis is het gevolg van de kredietcrisis van 2008. Als een beurshandelaar voor

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een

Nadere informatie

Datum 26 april 2017 Betreft Vragen van het lid Leijten (SP) over het bericht dat spaarders geen rente meer krijgen op hun spaargeld

Datum 26 april 2017 Betreft Vragen van het lid Leijten (SP) over het bericht dat spaarders geen rente meer krijgen op hun spaargeld > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model 1. Opbouw van de AV-lijn A. Relatie tussen reële bbp en rente Fragment: Belgische glansprestatie (Tijd, 31/12/2004) Bestedingen De consumptie van de gezinnen groeide

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie I

Eindexamen vwo economie I Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Een van de informatiebronnen voor de ecb bij het voeren van het monetaire beleid is de Bank Lending Survey, een kwalitatieve kwartaalenquête naar

Nadere informatie

Het 4 e kwartaal van 2014.

Het 4 e kwartaal van 2014. 1 Het 4 e kwartaal van 2014. Zoals werd aangegeven aan het einde van het derde kwartaal van 2014 zou voorzichtigheid betracht worden bij het investeren in aandelen. De kansen op topvorming werden zo groot

Nadere informatie

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB 1 Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB (Nationale Bank van België) hebben gepubliceerd. Ondernemingen

Nadere informatie

Examen HAVO. Economie 1

Examen HAVO. Economie 1 Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Nieuwe. formule. De centrale bank en het monetair beleid in het eurogebied

Nieuwe. formule. De centrale bank en het monetair beleid in het eurogebied Nieuwe formule 2017-2018 De centrale bank en het monetair beleid in het eurogebied Generation uro Students Award 2017-2018 De centrale bank en het monetair beleid in het eurogebied Dit hoofdstuk (1) bevat

Nadere informatie

Laag, lager, negatief: de onstuitbare val van de rentevoeten

Laag, lager, negatief: de onstuitbare val van de rentevoeten Laag, lager, negatief: de onstuitbare val van de rentevoeten Thema-analyse Belfius Research Februari 2016 Inleiding De rente staat op een historisch laag niveau. Voor een 10-jarig krediet betaalt de Belgische

Nadere informatie

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind Europese Commissie - Persbericht Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind Brussel, 05 mei 2015 De economie in de Europese Unie profiteert dit jaar van een

Nadere informatie

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur : Oktober 2015 Macro & Markten 1. Rente en conjunctuur : VS Zoals al aangegeven in ons vorig bulletin heeft de Amerikaanse centrale bank FED de beleidsrente niet verhoogd. Maar goed ook, want naderhand werden

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming

Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming Elke beslissing heeft consequenties voor de toekomst en deze consequenties kunnen voordelig of nadelig zijn. Als de extra kosten de voordelen overschrijden,

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Beleggen voor het Rabo BedrijvenPensioen

Beleggen voor het Rabo BedrijvenPensioen Beleggen voor het Rabo BedrijvenPensioen Wat u moet weten over beleggen Uw werkgever betaalt pensioenpremies voor het Rabo BedrijvenPensioen. In deze brochure leest u hoe we die premies voor u beleggen.

Nadere informatie

De Europese schuldencrisis heeft aangetoond dat een zeer hoog niveau

De Europese schuldencrisis heeft aangetoond dat een zeer hoog niveau Chapter 6 Samenvatting (Dutch summary) De Europese schuldencrisis heeft aangetoond dat een zeer hoog niveau van de staatsschuld kan leiden tot oplopende rentelasten die economisch herstel tegengaan. In

Nadere informatie

BEKNOPTE INLEIDING OP CENTRAAL BANKIEREN EN MONETAIR BELEID IN HET EUROGEBIED

BEKNOPTE INLEIDING OP CENTRAAL BANKIEREN EN MONETAIR BELEID IN HET EUROGEBIED BEKNOPTE INLEIDING OP CENTRAAL BANKIEREN EN MONETAIR BELEID IN HET EUROGEBIED Deze bijlage bevat een kort overzicht van het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB), het Eurosysteem en een inleiding

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Samenvatting: dalende euro en dalende rente Nominale dekkingsgraad gedaald van 117,4% naar 115,1%

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's IP/11/565 Brussel, 13 mei 2011 Voorjaarsprognoses 2011-2012: Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's Het geleidelijke herstel van de EU-economie zet door, zo blijkt uit de vooruitzichten voor

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2016-1 januari 2016 t/m 31 maart 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gedaald van 106,3% naar 98,1%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie 2016. Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen

Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie 2016. Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie 2016. Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen De voorbeelden in de casussen zijn verzonnen door de auteurs en komen niet noodzakelijkerwijs

Nadere informatie

Wat u moet weten over beleggen

Wat u moet weten over beleggen Rabo BedrijvenPensioen Wat u moet weten over beleggen Beleggen voor het Rabo BedrijvenPensioen Uw werkgever betaalt pensioenpremies voor het Rabo BedrijvenPensioen. In deze brochure leest u hoe we deze

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 q v = 200 1,25 + 450 = 200 q a

Nadere informatie

Interpolis Obligaties 3e kwartaal 2012

Interpolis Obligaties 3e kwartaal 2012 Interpolis Obligaties 3e kwartaal 2012 De obligatiemarkten werden in het derde kwartaal vooral beïnvloed door de ingrepen van de Europese Centrale Bank (ECB). Aan het begin van het kwartaal bleven aanvankelijk

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 105,7% naar 110,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-I 4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

bruto inkomen (per persoon)

bruto inkomen (per persoon) Opgave 1 Lorenzcurve en economische kringloop Definities: Bruto inkomen Loon/pensioen, interest, winst/dividend, huur/pacht Netto inkomen Bruto inkomen inkomstenbelasting (IB) Netto besteedbaar inkomen

Nadere informatie

Monetaire beleidsinstrumenten van de ECB

Monetaire beleidsinstrumenten van de ECB Monetaire beleidsinstrumenten van de ECB Bronnen: www.nbb.be en www.ecb.int A. Definitie van prijsstabiliteit Prijsstabiliteit is gedefinieerd als inflatie beneden, maar dicht bij de 2%. Besluiten over

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-II 4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening is:

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 De maand dekkingsgraad ultimo juni is sterk gestegen t.o.v eind maart De beleidsdekkingsgraad is gedaald van

Nadere informatie

In economische termen is geld de voorraad bezittingen die direct voor handen is om transacties te doen. Geld heeft drie functies:

In economische termen is geld de voorraad bezittingen die direct voor handen is om transacties te doen. Geld heeft drie functies: Hoofdstuk 4 Monetair beleid gaat over de nationale munt, valuta en bankieren. Monetair beleid wordt bepaald door de centrale bank. Fiscaal beleid gaat over overheidsuitgaven en belastingheffing. Samen

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie pilot I

Eindexamen vwo economie pilot I Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat de principaal te maken kan krijgen met keuzemogelijkheden en daardoor kosten moet maken om de kwaliteit van de zorgproducenten te kunnen beoordelen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 113,6% naar 116,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

HOOFDSTUK 19: WISSELKOERS EN WISSELMARKT

HOOFDSTUK 19: WISSELKOERS EN WISSELMARKT 1 HOOFDSTUK 19: WISSELKOERS EN WISSELMARKT 1. PRIJSVORMING OP DE WISSELMARKTEN 1.1. Enkele begrippen Wisselkoers = prijs van de buitenlandse munt, uitgedrukt in nationale munt bv. wisselkoers () van de

Nadere informatie

Beleggingsthema s 2016. What a difference a day makes (1975), Dinah Washington

Beleggingsthema s 2016. What a difference a day makes (1975), Dinah Washington Beleggingsthema s 2016 What a difference a day makes (1975), Dinah Washington Inleiding De dagen die in 2015 het verschil maakten, zijn de dagen waarop centrale bankiers uitspraken deden, what a difference

Nadere informatie

Obligaties 4-4-2014. Algemeen economisch:

Obligaties 4-4-2014. Algemeen economisch: Obligaties 4-4-2014 Algemeen economisch: Over de afgelopen maanden zet de bestaande trend zich door. De rente blijft per saldo onder druk, ondanks een tijdelijke hobbel na de start van het afbouwen van

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave Is Brazilië uitgedanst? maximumscore 2 Op oktober 205 was

Nadere informatie

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken. Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo 2008-I

Eindexamen economie 1 vwo 2008-I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 vergemakkelijken van het ontslaan

Nadere informatie

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters In onze eerste nieuwsbrief nieuwe stijl willen wij terugblikken op het afgelopen kwartaal, lichten wij ons beleggingsbeleid nader toe en uiteraard geven wij onze visie op de financiële markten. Terugblik

Nadere informatie

Eindexamen economie pilot havo 2009 - I

Eindexamen economie pilot havo 2009 - I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 ja Een voorbeeld van een juiste

Nadere informatie

De Ezel en de Spiegel: over disjunctie van de reële economie en financiële markten

De Ezel en de Spiegel: over disjunctie van de reële economie en financiële markten De Ezel en de Spiegel: over disjunctie van de reële economie en financiële markten 1. Toen Ben Bernanke op 19 juni in een optimistische noot over de vooruitzichten van de VS economie de mogelijkheid opperde

Nadere informatie

2) sparen -> oppotten: chartaal of giraal geld op een betaalrekening. Direct kunnen gebruiken (=liquide). Geen rendement

2) sparen -> oppotten: chartaal of giraal geld op een betaalrekening. Direct kunnen gebruiken (=liquide). Geen rendement Samenvatting door C. 1209 woorden 29 mei 2016 7,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting Economie Monetaire Zaken H.1 Geld * Geld -> Chartaal (munten en bankbiljetten) + Giraal (geld

Nadere informatie

In de eurozone concentreerde de activiteit zich op de korte looptijden in de kernlanden en op de lange looptijden in de perifere landen

In de eurozone concentreerde de activiteit zich op de korte looptijden in de kernlanden en op de lange looptijden in de perifere landen De forse verlaging van de rente in de laatste versoepelingscyclus van de monetaire autoriteiten deed de overheidsrente in heel wat belangrijke landen, waaronder Duitsland, Frankrijk, Zweden, Denemarken

Nadere informatie

De macro-economische vooruitzichten voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan

De macro-economische vooruitzichten voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan Economie en onderneming De macro-economische vooruitzichten 2006-2012 voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan Meyermans, E. & Van Brusselen, P. (2006).

Nadere informatie

Commissie economische en monetaire zaken ONTWERPVERSLAG. over het jaarverslag 2015 van de Europese Centrale Bank (2016/2063(INI))

Commissie economische en monetaire zaken ONTWERPVERSLAG. over het jaarverslag 2015 van de Europese Centrale Bank (2016/2063(INI)) Europees Parlement 2014-2019 Commissie economische en monetaire zaken 2016/2063(INI) 9.6.2016 ONTWERPVERSLAG over het jaarverslag 2015 van de Europese Centrale Bank (2016/2063(INI)) Commissie economische

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie De kredietcrisis en verder

Praktische opdracht Economie De kredietcrisis en verder Praktische opdracht Economie De kredietcrisis en verder Praktische-opdracht door 1859 woorden 2 juni 2014 5 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Opdracht 1: D. E. Met de term economische groei wordt

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Samenvatting: dalende euro en dalende rente door monetair beleid De beleidsdekkingsgraad is gedaald

Nadere informatie

Kans op Amerikaanse dubbele dip is klein

Kans op Amerikaanse dubbele dip is klein Kans op Amerikaanse dubbele dip is klein De Verenigde Staten gaan meestal voorop bij het herstel van de wereldeconomie. Maar terwijl een gerenommeerd onderzoeksburo recent verklaarde dat de Amerikaanse

Nadere informatie

De Minister van Financiën Ir. J.R.V.A. Dijsselbloem Postbus EE Den Haag. DNB-analyse effecten langdurig lage rente

De Minister van Financiën Ir. J.R.V.A. Dijsselbloem Postbus EE Den Haag. DNB-analyse effecten langdurig lage rente De Minister van Financiën Ir. J.R.V.A. Dijsselbloem Postbus 20201 2500 EE Den Haag Onderwerp DNB-analyse effecten langdurig lage rente De Nederlandsche Bank N.V. Prof. dr. K.H.W. Knot President Postbus

Nadere informatie

Op zoek naar rendement? Zoek niet langer

Op zoek naar rendement? Zoek niet langer Op zoek naar rendement? Zoek niet langer High-yield en opkomende markten Juni 2014 Uitsluitend voor professionele beleggers De rente op staatsobligaties blijft nog lang laag. In het nauw gedreven door

Nadere informatie

Mario Draghi, President van de ECB, Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB, Frankfurt am Main, 3 september 2015

Mario Draghi, President van de ECB, Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB, Frankfurt am Main, 3 september 2015 Inleidende Verklaring Mario Draghi, President van de ECB, Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB, Frankfurt am Main, 3 september 2015 Dames en heren, de Vice-President en ik heten u van harte welkom

Nadere informatie

Eindexamen havo economie oud programma I

Eindexamen havo economie oud programma I Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat mensen met een hoog

Nadere informatie

Het cyclische herstel ombuigen in duurzame en inclusieve groei. Gouverneur Jan Smets NBB jaarverslag 2017

Het cyclische herstel ombuigen in duurzame en inclusieve groei. Gouverneur Jan Smets NBB jaarverslag 2017 Het cyclische herstel ombuigen in duurzame en inclusieve groei Gouverneur Jan Smets NBB jaarverslag 2017 DE WERELD EN EUROPA IN 2017: De economische groei versnelde Het monetaire beleid bleef ondersteunend...

Nadere informatie

Hoofdstuk 20: Financiële opties

Hoofdstuk 20: Financiële opties Hoofdstuk 20: Financiële opties Hoofdstuk 20 introduceert financiële opties, die beleggers het recht geven om een aandeel te kopen of te verkopen in de toekomst. Financiële opties zijn een belangrijk instrument

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind juni 2017 is 115,7% en is gestegen ten opzichte van

Nadere informatie

7,8. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 2.

7,8. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 2. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart 2015 7,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Samenvatting economie 2.1 Sparen en rente Redenen om te sparen: 1. Sparen uit voorzorg

Nadere informatie

Gevangen in vicieuze cirkels

Gevangen in vicieuze cirkels Gevangen in vicieuze cirkels 27 februari, 2013 door Gerard Deze crisis is precies het tegenovergestelde van de crisis van 1980. Goud en zilver, vaak graadmeters en gebruikt voor kapitaalszekering, gedroegen

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II 4 Antwoordmodel Opgave voorbeeld van een juiste berekening: 84.760.000 4 = 2.080 uur 63.000 2 voorbeeld van een juist antwoord: Een antwoord waaruit blijkt dat uitzendkrachten in deeltijd werken. 3 voorbeelden

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2016-1 oktober 2016 t/m 31 december 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 98,8% naar 105,7%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Datum 6 juni 2017 Betreft Vragen van het lid Leijten (SP) over het Telegraaf artikel "ING-topman sluit spaarrente van nul niet uit"

Datum 6 juni 2017 Betreft Vragen van het lid Leijten (SP) over het Telegraaf artikel ING-topman sluit spaarrente van nul niet uit > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500EA 's-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 Op de gegevens voor de top 10% van 1999

Nadere informatie

Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen

Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen 1. De kwartaalcijfers van de pensioenfondsen zijn negatief. Hoe komt dat? Het algemene beeld is dat het derde kwartaal, en dan in het bijzonder de maand

Nadere informatie

Het monetair beleid. Seminarie voor leerkrachten economie van het secundair onderwijs. 21 oktober 2015. Jef Boeckx 1

Het monetair beleid. Seminarie voor leerkrachten economie van het secundair onderwijs. 21 oktober 2015. Jef Boeckx 1 Het monetair beleid Seminarie voor leerkrachten economie van het secundair onderwijs 21 oktober 2015 Jef Boeckx 1 1 Met dank aan Naim Cordemans voor zijn bijdrage aan deze presentatie. Structuur van de

Nadere informatie

Oerend hard. 16 juni 2015

Oerend hard. 16 juni 2015 16 juni 2015 Oerend hard De laatste weken is de obligatierente in Europa en de VS hard op weg naar normaal. De lage rentegevoeligheid van de portefeuilles heeft de verliezen van obligaties beperkt gehouden

Nadere informatie

Als de Centrale Banken het podium verlaten

Als de Centrale Banken het podium verlaten Als de Centrale Banken het podium verlaten Als de centrale banken het toneel verlaten 1. Zichtbaar economisch herstel 2. Het restprobleem 3. Onbekend terrein 4. Wat betekent dit voor asset allocatie? Zichtbaar

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2014 130,4%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 30 juni 2014. Over de eerste negen maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie