De Zuiderzeelijn: de kansen in beeld. Stuurgroep Zuiderzeelijn. Een pleidooi voor de start van de prijsvraag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Zuiderzeelijn: de kansen in beeld. Stuurgroep Zuiderzeelijn. Een pleidooi voor de start van de prijsvraag"

Transcriptie

1 De Zuiderzeelijn: de kansen in beeld Een pleidooi voor de start van de prijsvraag Stuurgroep Zuiderzeelijn Een reactie op de rapporten van de Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten JANUARI 2005

2 Een reactie op de rapporten van de Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten Inhoudsopgave De Zuiderzeelijn: de kansen in beeld Een pleidooi voor de start van de prijsvraag 5 Waarom dit rapport? 5 Onderlinge verplichtingen nakomen 5 Start prijsvraag 5 Bestuurlijke aansturing en beheersing 5 Het rapport Het project Zuiderzeelijn: toetsing met terugwerkende kracht 6 I. Ruimtelijke en economische meerwaarde 6 II. Vragen rond nut en noodzaak 8 III. Is er sprake van een te vroeg besluit? 8 Bijlage 1: Commentaar op hoofdstuk 3 van het bijlagenrapport over de Zuiderzeelijn van de Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten (TCI) 11 I. Thema: de Zuiderzeelijn en de besluitvorming 12 II. Thema: nut en noodzaak aangetoond 17 III. Thema: uitwerking ruimtelijk kader 22 IV. Thema: projectaanpak met gefaseerde besluitvorming 26 Bijlage 2: Feitelijke onjuistheden rapporten Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten 31 Bijlage 3: Historie politieke besluitvorming Rijk over de Zuiderzeelijn ( ) 39 I. Chronologisch overzicht brieven en Kamerstukken (niet limitatief) 40 II. Samenvatting standpuntbepaling rijk en Tweede Kamer 42 Bijlage 4: Lijst van afkortingen 53 3

3 De Zuiderzeelijn: de kansen in beeld 4

4 Een reactie op de rapporten van de Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten De Zuiderzeelijn: de kansen in beeld Een pleidooi voor de start van de prijsvraag Waarom dit rapport? Op 15 december 2004 verscheen het onderzoeksrapport van de Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten (TCI), in de wandelgangen de commissie Duivesteijn geheten. Bijlage 9 betreft het rapport: Het Project Zuiderzeelijn: toets met terugwerkende kracht. De stuurgroep Zuiderzeelijn (daarin werken samen de provincies Drenthe, Groningen, Fryslân en Flevoland en de gemeenten Groningen, Smallingerland, Heerenveen, Leeuwarden, Noordoostpolder, Lelystad en Almere) heeft met belangstelling kennis genomen van het werk van de TCI. Dat geldt in het bijzonder voor de betekenis die aan de ruimtelijke ordening wordt gegeven en het door de commissie ontwikkelde toetsingskader voor grote projecten. Volgens de stuurgroep Zuiderzeelijn kan de voorbereidingsfase van het project Zuiderzeelijn die toets doorstaan. Naast de waardering is er ook kritiek. Daarom deze reactie: een terugblik, maar zeker ook een vooruitblik. Met als doel: de start van de prijsvraag, een prijsvraag die de kansen in beeld brengt. Dit rapport staat stil bij het waarom van de Zuiderzeelijn, voorziet de hoofdconclusie van commentaar en doet ten slotte suggesties voor de verdere voortgang van de Zuiderzeelijn. In bijlage 1 gaan we in op de analyse van de TCI. Bijlage 2 staat stil bij feitelijke onjuistheden en bijlage 3 geeft een overzicht van de historie van de politieke besluitvorming. Onderlinge verplichtingen nakomen Na een lange voorgeschiedenis is in april 1998 een akkoord gesloten tussen het kabinet en het Noorden. In dit akkoord zijn afspraken gemaakt om de ruimtelijk-economische structuur van Noord-Nederland te vergroten. De afspraken betreffen de strategische uitgangspunten voor de ruimtelijk-economische ontwikkeling van het Noorden en de bijbehorende financiële kaders tot en met 2006 (algemeen) en 2010 (infrastructuur). Daarbij is het streven erop gericht om vóór 2010 met de uitvoering te starten van de snelle Zuiderzeelijn en de Hanzelijn rond die tijd gerealiseerd te hebben. Dit vanwege de betekenis van beide verbindingen voor de aansluiting van het Noorden op het economisch kerngebied Randstad en de ruimtelijke structurerende werking voor de noordelijke kernzones. Op basis van vervolgstudies zijn daaraan door het kabinet extra doelstellingen toegevoegd: de bijdrage van de Zuiderzeelijn aan het ontsluiten van de Noordvleugel van de Randstad en een betere positionering van Flevoland. Uit de vele studies is gebleken dat de geformuleerde doelen door de investering in de Zuiderzeelijn bereikbaar worden. Vervolgens is de toezegging omgezet in een voornemen. Het Rijk heeft taakstellende financiële middelen gereser- veerd. De regio is gevraagd substantieel mee te betalen om daardoor de meerwaarde van de snelste verbindingen magneetzweefbaan (MZB) of hogesnelheidslijn (HSL) mogelijk te maken. De regio heeft die vraag positief beantwoord. De politieke realiteit is dat er veel méér is dan alleen een politieke afspraak. Het gaat om een breed gedragen proces, waarin naast het kabinet ook de betrokken raden en Staten zowel in 2002 als 2004 nadrukkelijk hebben ingestemd met de gestelde projectdoelen, de voorgestane samenwerking tussen Rijk en regio, de bijbehorende verdeling van bevoegdheden en risico s, de taakstellende overheidsbijdragen en de gefaseerde besluitvorming via vijf expliciete go/no gobesluiten. Het point of no return ligt pas in 2009 of Tot dan is er nog steeds sprake van een omkeerbaar proces. Start prijsvraag Stap voor stap gaan we na of de geformuleerde doelen bereikt kunnen worden binnen de afgesproken budgetten. Volgens de stuurgroep moet de prijsvraag starten. De markt is aan zet! Zonder committment van de markt is er überhaupt geen project voor het aanleggen en exploiteren van een Magneetzweefbaan of Hogesnelheidslijn. De prijsvraag moet voorzien in de belangrijkste - nu nog - ontbrekende informatie om een beslissing te kunnen nemen over deelname aan een of beide snelste varianten aan de planontwikkelingsfase, waarin de Tracéwetprocedure centraal staat. De prijsvraag is feitelijk de toets van de private haalbaarheid van beide snelste varianten. De toets vindt plaats binnen vooraf vastgelegde kaders: functioneel, procesmatig, ruimtelijk en financieel. De prijsvraag kan ook worden gezien als de vraag aan de markt over nut en noodzaak. In 2006 nemen we met aanvullende informatie uit de prijsvraag, de uitwerking van de overige alternatieven, de noordvleugelstudies én het ruimtelijk masterplan een verantwoorde beslissing over de vraag of en zo ja op welke wijze en met welk alternatief we het project gaan voortzetten. Daarvoor is een besluit tot het starten van de prijsvraag een voorwaarde. Politiek gezien zijn Rijk en regio deze procedurestap aan elkaar verplicht! Bestuurlijke aansturing en beheersing Meer dan de Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten (TCI) uitspreekt komt onze projectaanpak Zuiderzeelijn tegemoet aan de behoefte aan een betere sturing en beheersing. De stuurgroep stelt vast dat er op onderdelen sprake is van interpretaties die op z n zachtst gezegd voor discussie vatbaar zijn. Ook zijn er feiten en omstandigheden die naar de mening van de stuurgroep onjuist worden voorgesteld of anders geduid moeten worden. De conclusies van de commissie Duivesteijn worden er echter wél op gebaseerd. Dat is niet in het belang van een zorgvuldige besluitvorming. 5

5 De Zuiderzeelijn: de kansen in beeld Het rapport Het project Zuiderzeelijn: toetsing met terugwerkende kracht Het kabinet heeft in 2001 de volgende doelen vastgelegd voor de Zuiderzeelijn: het leveren van een bijdrage aan de verbetering van de bereikbaarheid van het Noorden en de Noordvleugel van de Randstad; het leveren van een bijdrage aan de versterking van de ruimtelijk-economische structuur van Noord-Nederland; het versterken van de ruimtelijke ontwikkelingen én het sociaal-economisch evenwicht in Nederland. De besluitvorming door kabinet, raden en Staten heeft geleid tot een samenwerking tussen Rijk en regio. Het belang van de Zuiderzeelijn voor de noordvleugel van de Randstad is zo groot dat de betrokken partijen belang hebben bij het project en op het punt staan zich daarbij ook effectief aan te sluiten. Vanaf 2002 maakt de verdere ontwikkeling van Almere als onderdeel van de noordvleugel van de Randstad onderdeel uit van de samenwerkingsovereenkomst: de IJmeer-variant is daarvan het gevolg. De TCI zet nu met haar conclusies en aanbevelingen grote spanning op het voorzetten van het project, op de unieke samenwerking tussen Rijk en regio, en op het bieden van kansen aan de markt. In het TCI rapport staat de volgende hoofdconclusie te lezen: Thans is niet het moment om een verantwoord besluit te nemen over de uitwerking van de ZZL in een trajectnota omdat er nog teveel vragen liggen over nut en noodzaak en te weinig inzicht is op de ruimtelijke en economische meerwaarde. Daaruit zijn drie elementen te destilleren, die we van commentaar voorzien: 1. er is te weinig inzicht op de ruimtelijke en economische meerwaarde; 2. er zijn te veel vragen over nut en noodzaak; 3. het is te vroeg om een besluit te nemen. Zuiderzeelijn in de Nota Ruimte Met een snelle OV-verbinding van Schiphol en Amsterdam naar Almere en Groningen, wordt een verbetering van de bereikbaarheid van het noorden en de Noordvleugel van de Randstad beoogd. Deze snelle verbinding kan tevens de positionering van het noorden en van het nationaal stedelijk netwerk Groningen-Assen op de as Amsterdam-Hamburg (en verder) verbeteren en mogelijkheden bieden om de regionaal-economische structuur van het noorden te versterken en wel op een zodanig wijze, dat de huidige kernkwaliteiten van het noorden worden behouden en versterkt. Daarnaast kan een snelle OV-verbinding een structurerend element zijn in de verdere ruimtelijke ontwikkeling van de as Schiphol- Amsterdam-Almere en de verbinding van Flevoland met het noorden verbeteren. Citaat Nota Ruimte- blz. 76 Commissie Langman De commissie Langman constateerde in 1997 dat Noord- Nederland qua economische groei en qua ontwikkeling van het arbeidsvolume de laatste jaren niet onderdoet voor de ontwikkelingen in de rest van Nederland. Het niveau van de werkloosheid lag echter nog steeds ruim boven het landelijke gemiddelde. Deze achterstand is een erfenis uit het verleden en kan alleen worden weggewerkt als de groei van de werkgelegenheid een aantal jaren boven het landelijk gemiddelde komt te liggen. De commissie wijst op het belang van goede verbindingen. Ook goede weg- en vaarverbindingen, een betere railontsluiting voor het goederenvervoer en snelle spoorverbindingen voor personenvervoer dragen bij aan de gewenste economische ontwikkelingen en daarmee aan het scheppen van nieuwe arbeidsplaatsen. De commissie roept Noord-Nederland op een gezamenlijke aanpak te kiezen. Dat is terug te vinden in het Kompas voor het Noorden. Daarnaast zouden er afspraken moeten worden gemaakt over de ondersteuning vanuit Den Haag en Brussel en dat is terug te vinden in het zogeheten Langman-akkoord van 16 april Daarin is de toezegging voor een snelle verbinding van Schiphol naar Groningen opgenomen via het Zuiderzeelijntracé. I. Ruimtelijke en economische meerwaarde De inzet van het kabinet, de regio en de noordvleugel is gebaseerd op een ruimtelijk- economische ontwikkelingsvisie voor Nederland. Die visie gaat uit van een ontwikkelingsproces vanuit de Randstad, richting Flevoland en Noord-Neder- 6

6 Een reactie op de rapporten van de Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten land, die ten goede komt aan Nederland als geheel. Dit ontwikkelingsproces maakt onderdeel uit van de vorming van een internationale noordelijke ontwikkelingsas. De Zuiderzeelijn wordt door alle partners Rijk, het Noorden en de noordvleugel van de Randstad gezien als een vliegwiel voor nieuwe ontwikkelingen. Van het begin af aan hebben we ons gerealiseerd dat het om veel meer gaat dan een vervoersverbinding alleen. Het gaat juist ook om het ruimtelijke perspectief voor de lange termijn. Deze visie was de basis waarop het kabinet in 2001 de procesgang voor het project Zuiderzeelijn in werking heeft gezet. Het huidige kabinet heeft in april 2004 dit besluit opnieuw gewogen en besloten het proces voort te zetten. Het kabinet is klaar voor de start van de prijsvraag. Dit kader is terug te vinden in de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening (als basis voor het besluit in december 2001) en in de Nota Ruimte (als basis voor het besluit van het huidige kabinet in april 2004). In beide besluiten, maar in het besluit van het huidige kabinet het meest uitgesproken, gaat het zowel om de versterking van de ruimtelijk-economische structuur van het Noorden als de positionering van de noordvleugel van de Randstad en de positie van Flevoland. Het perspectief van de noordelijke ontwikkelingsas, met als ruggengraat de snelle Zuiderzeelijn, is één van de projectenveloppes voor de uitvoering van de Nota Ruimte. Het kabinet zal nog deze kabinetsperiode een besluit nemen over de wijze waarop (financieel, versnelling procedures) in een goede bereikbaarheid van de as Haarlemmermeer-Amsterdam-Almere voor de periode tot 2030 kan worden voorzien met het oog op de ontwikkeling van Almere. De visie uit 2001 die deze ontwikkeling ondersteunt vormt ook het kader voor het Masterplan Zuiderzeelijn waar de regio aan werkt. Een masterplan waar de ruimtelijke inbedding van de lijn aan de orde is: de ruimtelijke ontwikkelingsvisie waarmee de lijn omgeven is en waarin de positie van de halteplaatsen en de regio s en stedelijke netwerken in een breder ruimtelijk perspectief worden geplaatst. Een plan dat kansen grijpt, ontwikkelingen op elkaar afstemt en kwaliteiten toevoegt. Niet alleen aan het openbaar vervoer, maar ook op het terrein van stedelijke ontwikkeling, vastgoedontwikkeling rond terminallocaties en een hoogwaardige inrichting van het tussenliggende landelijke gebied. Het masterplan en de uitwerkingen voor de noordvleugel zijn aan het slot van de prijsvraag beschikbaar. De ruimtelijke kaders krijgen daarmee hun invulling. Deze plannen vormen daarbij een opmaat voor de trajectnota/mer en de verdere planuitwerking van de Zuiderzeelijn. Conclusie: Een nationaal ruimtelijk kader voor de Zuiderzeelijn is beschikbaar. Op regionaal schaalniveau vindt uitwerking ervan plaats in het Masterplan Zuiderzeelijn dat de opmaat vormt voor de trajectnota/mer en de verdere planuitwerking van de Zuiderzeelijn. Waar gaat het ook al weer om? De aanleg van de snelle Zuiderzeelijn dient meerdere doelen en past in de indrukwekkende traditie van Nederland het land eigenhandig te vormen en te scheppen. De aanleg van de lijn houdt een belofte in: het gaat om veel meer dan een vervoersverbinding alleen. Het gaat ook om het ruimtelijke perspectief, de economische concurrentiekracht en de sociaal-maatschappelijke effecten en innovaties op technisch, stedenbouwkundig en bestuurlijk terrein. Nederland is ruimtelijk en economisch gezien te klein, het kan zich niet veroorloven zich te beperken tot de huidige economische vitale gebieden. De komst van een snelle verbinding voor Flevoland en Noord-Nederland biedt nieuwe distributiemogelijkheden, maakt ruimte en ontsluit hoogwaardige vestigingslocaties. De Zuiderzeelijn vergroot de betekenis van Nederland door de mental map ervan kleiner te maken. Daarmee verandert zowel mentaal als fysiek de afstand tussen West- en Noord-Nederland. Wat ver weg leek, komt heel nabij en biedt nieuwe perspectieven op regionaal, nationaal en internationaal niveau. Binnen één uur gaans vanuit de Randstad bevinden zich recreatieve gebieden, stedelijke kernen, landschappen en natuurgebieden en een vestigingsklimaat voor bedrijvigheid van hoogwaardige kwaliteit. Aanleg van der Zuiderzeelijn heeft effecten op meerdere schaalniveaus. In de 20e eeuw gold de stad als het vertrekpunt van waaruit ruimtelijke ontwikkelingen werden bedacht en vormgegeven. Daarmee ontstond een simpel tweeledig denken over stad en platteland, waarbij de groei van de één steeds ten koste ging van de ander. Inmiddels ziet men Nederland als een netwerk van steden en verbindingslijnen, gespannen over een door de eeuwen heen gevormd cultuurlandschap. Dat inzicht opent nieuwe mogelijkheden die hard nodig zijn voor de oplossing van ruimtelijke en sociaal economische vraagstukken. De opvangcapaciteit van de bestaande steden is eindig. Nieuwe samenhang is nodig om segmentering en congestie tegen te gaan. Niet langer zal één stad of stedelijk centrum centraal staan maar het geheel van stedelijke netwerken met het landschap als onderliggende drager van deze netwerken. De concurrentiekracht van Nederland heeft verbindingen tussen stedelijke netwerken nodig. In de toekomst vergt dat ook de weloverwogen inzet van het kapitaal van Flevoland en Noord-Nederland: ruimte en openheid in combinatie met vitale steden. Dat vraagt om een samenhangende aanpak van de inrichting en vormgeving van het landschap: van de agrarische, recreatieve en stedelijke functies op regionale en bovenregionale schaal. Van de Zuiderzeelijn gaat innovatiekracht uit. Dat zit hem in de aanpak en mogelijk ook de techniek in combinatie met een bijzondere ontwerpopgave. Daar is de inzet van nieuwe creativiteit voor nodig, van andere inpassingstechnieken, van creatieve vormgeving met aandacht voor bijzondere vormen van energieopwekking en de ontwikkeling van terminals met een eigen identiteit. Citaat Zevensprong - BVR - Riek Bakker 7

7 De Zuiderzeelijn: de kansen in beeld II. Vragen rond nut en noodzaak De nut-en-noodzaakdiscussie is in 2001 uitgebreid gevoerd. Er heeft toen ook een maatschappelijke consultatie plaats gevonden (met departementen, overheden, bedrijfsleven, universiteiten en economische bureaus, maatschappelijke partijen, VROM-raad en de Raad voor Verkeer en Waterstaat). Dit proces heeft geresulteerd in een breed gedragen besluit. Het kabinet komt eind 2001 tot de conclusie alles afwegend, inclusief het feit dat de lasten de baten overtreffen dat het realiseren van een snelle verbinding tussen het Noorden en de Randstad via het Zuiderzeelijn-tracé wenselijk is. Het kabinet constateert dat met name bij de snelste alternatieven (hogesnelheidstrein of magneetzweefbaan) de bereikbaarheid van het Noorden sterk wordt verbeterd. En dat de impuls voor de economie met deze verbetering van de bereikbaarheid relatief fors is. De vervoersas en de daaraan gekoppelde concentratie van ontwikkelingen vormen volgens het kabinet een basis voor de gewenste regionaal-economische ontwikkeling. Deze conclusie van het kabinet werd gedeeld door de Tweede Kamer (februari 2002). Het is goed er hier op te wijzen dat het kabinet besloot om een bedrag van 2,73 miljard euro beschikbaar te stellen, omdat het zich bewust was dat er ook zonder de Zuiderzeelijn voor minstens dit bedrag in de betreffende regio s geïnvesteerd zou moeten worden in de verbetering van de bereikbaarheid. Als er op grond van hoogwaardige plannen als MZB of HSL meer gevraagd werd, dan zou dit moeten komen uit aanvullende bronnen als bijdragen van de regio, van marktpartijen en de EU. Inmiddels is er sprake van een unieke ontwikkeling. Vier provincies en zeven haltegemeenten hebben overeenstemming bereikt over deelname aan het project. Zij hebben besloten uit eigen middelen ruim 1 miljard euro in te zetten. Er is vergaande samenwerking tussen Rijk, regio en partijen uit de noordvleugel. Nu dient de markt de vraag naar de haalbaarheid binnen de gestelde kaders eerst te beantwoorden. Feitelijk geven marktpartijen in de prijsvraag ook het private oordeel over nut en noodzaak. Deze aanvullende informatie over kosten, opbrengsten en effecten is nodig voor de besluitvorming over de volgende fase van de planstudie, waarin de procedure van de Tracéwet centraal staat. Conclusie: Het onderzoek naar nut en noodzaak heeft wel degelijk plaatsgevonden en heeft geleid tot kabinetsbesluiten in 2001 en 2004 over het starten van de planstudiefase. Deze fase kenmerkt zich door de PPS-aanpak en de gefaseerde besluitvorming op basis van een geïntegreerde tracé/mer-aanbestedingsprocedure. De besluitvorming vindt plaats binnen strak geformuleerde functionele, ruimtelijke, procesmatige en financiële kaders. Kabinetsbesluit 21 december 2001 Het besluit houdt het volgende in: - de voorkeur gaat uit naar een hogesnelheidslijn of een magneetzweefbaan; - de intercity en de Hanzelijn Plus zijn terugvalopties; - het Rijk reserveert taakstellend een bedrag van 2,73 miljard euro (prijspeil 2002 en netto contante waarde 2010); - er start een planstudie met een geïntegreerde tracé/mer procedure, - dit onder de voorwaarde dat er met de regio samenwerkingsafspraken worden gemaakt (inclusief een forse financiële bijdrage van meer dan 1 miljard euro). III. Is er sprake van een te vroeg besluit? De TCI gaat er van uit dat het voorliggende besluit zou gaan om het uitwerken van de Zuiderzeelijn in een trajectnota, maar dat is niet het geval. De Zuiderzeelijn bevindt zich nu in de fase van een private haalbaarheidstoets (oftewel de prijsvraag). Na de prijsvraag valt een besluit over het wel of niet doorzetten van de procedure met snelle varianten. Eerst daarna start de ontwikkeling van de trajectnota/mer. Daarbij worden in ieder geval de varianten Zuiderzeelijn Intercity en de Hanzelijn Plus meegenomen. Daaraan voorafgaand komt de Tweede Kamer nog op drie belangrijke momenten in beeld. Dan zijn de volgende besluiten aan de orde: 1. de samenwerkingsovereenkomst tussen Rijk - regio (eerste go/no go); 2. het programma van eisen (tweede go/no go); 3. de besluitvorming na de prijsvraag: of en zo ja met welk alternatief (derde go/no go). De prijsvraag moet antwoord geven op een aantal vragen. Zijn de snelle alternatieven realiseerbaar binnen de gestelde randvoorwaarden (procesmatig, ruimtelijk, functioneel en financieel)? Hoe verhouden deze uitgewerkte alternatieven zich ten opzichte van de doelstellingen van het project? Pas wanneer er bereidheid van een marktpartij is om deel te nemen aan het project, een deel van de kosten te dragen en belangrijke risico s op zich te nemen kan een besluit vallen over de betrokkenheid van de snelle varianten bij de vervolgfase van de trajectnota/mer. In het proces tussen 1998 (toezegging) en 2001 (voornemen) en 2004 (herbevestiging van het voornemen) is er reeds veel aandacht besteed aan nut en noodzaak. De prijsvraag geeft op een meer concreet ingevulde wijze inzicht in kosten, opbrengsten en effecten. Er zijn lessen geleerd van eerdere grote projecten. Dat is terug te vinden in de risicobenadering (± 26% risico-opslag) en de de wijze waarop met eerdere ervaringen rekening is gehouden in de samenwerkingsovereenkomst. De ruimtelijke aspecten hebben bij ieder besluit een belangrijke rol gespeeld. In de komende periode is dat 8

8 Een reactie op de rapporten van de Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten opnieuw het geval bij het masterplan en de uitwerking voor de noordvleugel. Daarmee doen we recht aan een aantal aanbevelingen van de TCI. Lessen zijn al geleerd en worden geleerd! In het rapport, maar ook in andere commentaren, klinkt vaak de angst door dat er sprake is van een fuikwerking. Dat er na de start van de prijsvraag geen weg terug meer zou zijn. Dat is onjuist. Bewust hebben we het proces zodanig ingericht dat er enkele zelfstandige momenten zijn waarop een go/no go besluit genomen kan worden. Het besluit aan het eind van de prijsvraag is zo n moment (derde go/no go). In de samenwerkingsovereenkomst tussen Rijk en regio is dat moment duidelijk omschreven. In deze besluitvorming kan dan ook de wijze waarop Rijk, regio en marktpartij zich verbinden aan een samenwerkingsvorm aan de orde komen. Een vierde go/no go-besluit betreft het Principe Projectbesluit. Hierin worden het zogeheten Standpunt in het kader van de Tracéwetprocedure en de keuze van de Preferred Tenderer vastgelegd. Aan het eind van planstudiefase (2009/2010) hoeven we pas een definitief projectbesluit te nemen (vijfde go/no go) en is sprake van een Contract Close en Financial Close. Pas dan is er sprake van een onomkeerbaar besluit. Conclusie: Er is nu geen sprake van een te vroeg besluit. Het is wél het moment voor het uitschrijven van een prijsvraag om de marktpartijen te laten aantonen of private haalbaarheid van de MZB en/of HSL tot de mogelijkheden behoort. Daarmee wordt geen onomkeerbaar proces vastgelegd. 9

9 De Zuiderzeelijn: de kansen in beeld 10

10 Een reactie op de rapporten van de Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten Bijlage 1: Commentaar op hoofdstuk 3 van het bijlagenrapport over de Zuiderzeelijn van de Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten (TCI) 11

11 De Zuiderzeelijn: de kansen in beeld In dit deel reageert de stuurgroep Zuiderzeelijn op hoofdstuk 3 (Analyse) van het deelrapport over de Zuiderzeelijn. Aan de orde komen de thema s: de Zuiderzeelijn en de besluitvorming; nut en noodzaak aangetoond; uitwerking ruimtelijk kader; projectaanpak met gefaseerde besluitvorming. Per thema zullen we stilstaan bij de inzet van het rapport, ons commentaar daarop geven en afsluiten met een conclusie. I. Thema: de Zuiderzeelijn en de besluitvorming In dit hoofdstuk tonen we aan dat de Zuiderzeelijn een afzonderlijke en door de Tweede Kamer gedragen besluitvorming heeft gekend en dat er geen sprake van is dat het kabinet zich met het Langman-akkoord al aan de Zuiderzeelijn heeft gebonden. 1. De kwaliteit van het proces De commissie Duivesteijn concludeert: Zo begint het proces met een toezegging en ontbreekt de nut-en-noodzaakdiscussie. Op pagina 77 merkt de commissie op: Het initiatief van de Zuiderzeelijn kent een overeenkomst met die van de Betuweroute. Bij beide projecten is er sprake geweest van een effectieve lobby. ( ) Bij de Zuiderzeelijn was het een lobby van het Samenwerkingsverband Noord- Nederland. Het SNN heeft toegeslagen bij een opportunity die haar was geboden door de instelling van de commissie Langman en het advies dat zij daarover mocht uitbrengen en door de steun in de Tweede Kamer voor een snelle aanleg van de Zuiderzeelijn, naar aanleiding van het MIT Eigenlijk hoefde het SNN nauwelijks te lobbyen. Het kabinet nam de aanleg van de Zuiderzeelijn zonder enige substantiële onderbouwing over en de Tweede Kamer steunde dit. Wie dit leest vraagt zich af waarover we ons in Noord-Nederland en Flevoland de afgelopen jaren zo druk over hebben gemaakt! Maar dat terzijde. Is deze analyse juist? Wij dachten van niet: In het Tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer is de Zuiderzeelijn opgenomen als niet onmogelijk te maken verbinding. Op 21 december 1993 zegt minister May-Weggen van Verkeer en Waterstaat er naar te streven de Zuiderzeelijn in het volgende Structuurschema Verkeer en Vervoer op te nemen. Bij de behandeling van het MIT op 13 november 1995 dienen de leden Verbugt (VVD), van Heemst (PvdA), van t Riet (D66) en Reitsma (CDA) de volgende motie in: De Kamer, Gehoord de beraadslaging, van mening dat de aanleg van de Zuiderzeespoorlijn een belangrijke bijdrage kan leveren aan de economische groei van Noord-Nederland; Overwegende dat het belang van deze verbinding als schakel in de railverbinding Randstad-Noord-Nederland-Duitsland- Scandinavië Europees wordt onderkend; Spreekt als haar opvatting uit voorbereidingen te treffen om de realisatie van dit project op middellange termijn mogelijk te maken; En gaat over tot de orde van de dag. Deze motie wordt met algemene stemmen aangenomen. In het Langman-akkoord van 16 april 1998 is de volgende passage aan te treffen: De minister van Verkeer en Waterstaat geeft aan dat de snelle spoorverbinding Zuiderzeelijn zal worden opgenomen in het SVV-II, waarbij het streven erop is gericht om de uitvoering vóór 2010 te beginnen. Conclusie: We kunnen vaststellen dat de discussie over de Zuiderzeelijn al geruime tijd gevoerd is in verschillende kabinetten alvorens hierover in het Langman-akkoord afspraken zijn gemaakt. 2. Financiering Zuiderzeelijn niet met Langman geregeld Op pagina 65 van het rapport van de commissie Duivesteijn gaat de commissie in op het Langman-akkoord: Het kabinet committeert zich daarin aan een serie maatregelen ter waarde van f. 10,35 miljard (ƒ 4,7 miljard euro) plus een Zuiderzeelijn van f 6 miljard (2,73 miljard euro) zonder dat de Tweede Kamer een directe stem heeft. Getuige de reactie van de kamerfracties in het algemeen overleg dat daarop volgde (25.017, nr. 9) staat de Tweede Kamer hier echter volledig achter. Het betreft niettemin een investering van ongeveer 7,5 miljard euro, oftewel f. 16,35 miljard. Het wordt met terugwerkende kracht steeds mooier. Maar helaas klopt het voorgaande niet. De commissie Duivesteijn geeft een onjuiste voorstelling van zaken. Het voorstel van de commissie Langman bedroeg ƒ 10,35 miljard voor de periode t/m Echter in het Langman-akkoord is dit niet overgenomen. In het Langman-akkoord is sprake van continuering van het beleid van ƒ miljoen (t/m 2006); nieuw beleid V en W van ƒ 123 miljoen (t/m 2010) en Europese fondsen van ± ƒ miljoen (t/m 2006). Dekking voor de toezegging inzake de Zuiderzeelijn ontbreekt in het geheel. 12

12 Een reactie op de rapporten van de Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten In de kabinetsbrief van 23 oktober 1998 versterking ruimtelijk-economische structuur 25017, nr. 11., wordt daaraan het volgende toegevoegd: * bereikbaarheid ƒ 893 miljoen * ruimtedruk ƒ 60 miljoen plus pm * milieu ƒ miljoen plus pm * kennis ƒ 120 miljoen plus pm * vitaliteit steden pm * totaal ƒ mln.+ pm ethyleenleiding Hanzelijn ƒ 100 mln. ƒ 1450 mln. Over de Zuiderzeelijn wordt merkt het kabinet op: Op dit moment ontbreken nog de gegevens die nodig zijn om de planvorming van de Zuiderzeelijn af te sluiten. Deze wordt op korte termijn afgerond, waarbij het steven erop is gericht voor 2010 met de uitvoering te kunnen beginnen. In relatie tot de Hanzelijn wordt bezien in hoeverre Hanze- en Zuiderzeelijn rivaliserend zijn en welke gevolgen daaraan worden verbonden. De Zuiderzeelijn wordt niet alleen bezien vanuit een nationale, maar ook vanuit een internationale invalshoek bezien. Het kabinet zal aan het einde van de kabinetsperiode een besluit nemen, ook over de financiering. Opnieuw stellen we vast dat de toezegging in het Langmanakkoord niet gefinancierd is. Sterker nog: het kabinet deelt mee dat het aan het eind van de kabinetsperiode een besluit zal nemen, ook over de financiering. Het kabinet gaat er daarbij vanuit dat het nog ruimte heeft voor afweging, ook gelet op het gestelde over de eventuele rivaliteit van de Hanze- en Zuiderzeelijn. Om elk misverstand te voorkomen: zowel de Hanze- als de Zuiderzeelijn maken deel uit van de Langman-afspraken. De commissie Duivesteijn citeert in haar rapport een brief van minister Netelenbos aan de Tweede Kamer (26.828, nr.2.) van 2 november De minister voegt aan haar toezegging voor de aanleg van de Zuiderzeelijn wel toe: Het streven duidt op een inspanningsverplichting en nog geen resultaat verplichting. Naar de mening van de commissie houdt dit in dat de afspraak door het kabinet nog niet als een definitief besluit voor de lijn wordt beschouwd, maar wel als een toezegging om de lijn, indien de mogelijkheden dit toelaten, te realiseren. In de brief aan de Tweede Kamer d.d. 14 maart 2000 deelt het kabinet mee: De Hanzelijn en de Zuiderzeelijn zijn grotendeels complementair aan elkaar. ( ) De Commissie Zuiderzeelijn heeft berekend dat bij aanleg van de magneetzweefbaan de afname van het aantal reizigers op de Hanzelijn maximaal 9% zal zijn. De afname van het aantal reizigers op de Hanzelijn als gevolg van de andere Zuiderzeelijn-alternatieven zal nog onderzocht worden. De veronderstelde rivaliteit is daarmee de wereld uit. Conclusie: De financiering van de Zuiderzeelijn is niet in het Langman-akkoord geregeld, maar kent een eigen besluitvormingstraject. 3. Het onderzoek naar nut en noodzaak De brief aan de Tweede Kamer van 14 maart 2000 gaat vervolgens in op het vervolgproces: Voor de verschillende alternatieven wordt een (maatschappelijke) kosten-batenanalyse op basis van kengetallen (conform OEEI-systematiek ) uitgevoerd. In ieder geval zullen de onderstaande aspecten worden onderzocht: Vervoerwaarde Sociaal-economische effecten Ruimtelijke effecten (nationaal en regionaal) Ruimtelijke inpassing, inpassings- en compensatiemaatregelen en kosten Milieueffecten (o.a. geluid en energie) Meekoppelingsmogelijkheden (gelijktijdig uitvoeren van verschillende activiteiten in een gebied) Financieringsmogelijkheden van de verschillende alternatieven (inclusief inschatting bijkomende kosten zoals toeleidende infrastructuur) Verdeling verantwoordelijkheden en risico s rijk en decentrale overheden Mogelijke samenwerkingsvormen tussen overheid en private partijen (PPS) Inbedding van de alternatieven in het nationale en internationale spoornet (relatie met NVVP, rondje Randstad, initiatieven Duitsland en EU-beleid inzake TEN ) Relatie snelle verbinding en de effecten hiervan met de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen (relatie met de Vijfde nota) Verdere procesgang Op deze wijze kunnen de alternatieven onderling worden vergeleken. Deze informatie zal inzicht verschaffen in de vraag in hoeverre de positieve ruimtelijk-economische effecten van een snelle verbinding naar het Noorden opwegen tegen de kosten (zowel financieel als op het gebied van ruimtelijke inpassing en milieu) die hier tegenover staan. De uitkomsten van deze verkenning vormen vervolgens input voor de verdere (formele) besluitvormingsproces over de aanleg van een snelle verbinding tussen de Randstad en het Noorden. Ook hieruit kunnen we concluderen dat het kabinet zich de vrijheid voorbehoudt om tot een totaalafweging te komen. De geschetste MKBA bevat vele elementen die gerekend mogen worden tot de nut-en-noodzaakdiscussie. De financiering is nog altijd niet geregeld: De Zuiderzeelijn is in het MIT opgenomen als een van de projecten in categorie 1a. Tot nu toe is er nog geen budget gereserveerd voor de snelle verbinding tussen de Randstad en het Noorden. In een brief aan de Tweede Kamer d.d. 23 maar 2001 schrijft het kabinet: Het kabinet heeft besloten op basis van de verkenning Zuiderzeelijn en uitgaande van bovenstaande doelstelling een proces in te zetten, gericht op het in beeld brengen van aanvullende informatie en het nakomen van de gemaakte afspraken met het Noorden in het kader van de Commissie Langman. Dit proces moet ertoe leiden dat het kabinet aan het eind van 2001 een keuze kan maken tussen de alternatieven voor de Zuiderzeelijn. ( ) 13

13 De Zuiderzeelijn: de kansen in beeld Mede op basis hiervan kan het kabinet aan het eind van 2001 een keuze maken voor de alternatieven die in het vervolgproces verder uitgewerkt zullen worden. Hierbij zal het kabinet eveneens een besluit nemen over het eventuele procedurele vervolg van de Zuiderzeelijn. Zelfs in dit stadium spreekt het kabinet nog over het eventuele procedurele vervolg. Conclusie: De besluitvorming maakt duidelijk dat het kabinet ruimte laat voor een zelfstandige afweging over de Zuiderzeelijn. Citaat brief aan Tweede Kamer: Het kabinet heeft besloten op basis van de verkenning Zuiderzeelijn en uitgaande van bovenstaande doelstelling (de 5 punten) een proces in te zetten, gericht op het in beeld brengen van aanvullende informatie en het nakomen van de gemaakte afspraken met het Noorden in het kader van de Commissie Langman. Dit proces moet ertoe leiden dat het kabinet aan het eind van 2001 een keuze kan maken tussen de alternatieven voor de Zuiderzeelijn. Voorgesteld wordt de volgende procesarchitectuur: Bestuurlijk overleg overheden met: ministeries: V&W, VROM, FIN, EZ, LNV; provincies: Groningen, Friesland, Drenthe, Flevoland, Noord- Holland, Overijssel; gemeenten: Groningen, Drachten, Heerenveen, Emmeloord, Lelystad, Almere, Amsterdam, Leeuwarden, Zwolle en Assen; - Overleg niet-overheden met een onafhankelijk voorzitter waarin relevante belangengroepen zijn vertegenwoordig zoals: natuur- en milieuorganisaties, Locov, ANWB, VNO- NCW, MKB, LTO-Nederland, AVBB, FNV, CNV; Commissie van experts, waarin onafhankelijke deskundigen zitting hebben. Daarnaast worden de Raad V&W en VROM raad om een gezamenlijk advies gevraagd. In een brief d.d. 21 december 2001 informeert het kabinet de Tweede Kamer over zijn besluit: Na afweging van alle aspecten, die in kaart zijn gebracht in de verkenningen, is het kabinet van mening dat realisatie van de snelle verbinding tussen het Noorden en de Randstad via het Zuiderzeelijn-tracé wenselijk is. Met name bij de snelste alternatieven HSL en MZB/MZM verbetert de bereikbaarheid van het Noorden sterk. De impuls voor de economie van het Noorden is met deze verbetering van de bereikbaarheid relatief fors. Het kabinet is van mening dat de vervoersas die ontstaat na realisatie van de Zuiderzeelijn, met daarbij een concentratie van de ruimtelijk economische effecten binnen de bundelinggebieden van de stedelijke netwerken als randvoorwaarde, een basis vormt voor de gewenste regionaal-economische ontwikkeling van het Noorden. Een geconcentreerde ruimtelijke ontwikkeling levert een bijdrage aan centrumvorming. Tevens wordt hiermee een ongewenste ruimtelijke spreiding van effecten voorkomen. Derhalve besluit het kabinet om, in lijn met de bestuurlijke afspraken met het Noorden, zich in te blijven zetten voor de realisatie van een snelle verbinding tussen de Randstad en het Noorden.. Conclusie: Hier is dus sprake van een besluit om de afspraken gestand te doen omdat de verkenningen duidelijk maken dat de door het kabinet geformuleerde doelstellingen daarmee worden gediend. 4. Aangetoonde toegevoegde waarde De commissie Duivesteijn spreekt over het besluit van het kabinet haar verbazing uit: Het derde opvallende procesonderdeel is het kabinetsbesluit van 21 december Hierin besluit het kabinet door te gaan met de Zuiderzeelijn op basis van een positieve uitkomst van de verkenningen, terwijl de algemene strekking van de rapporten die gedurende de verkenningen van objectieve hand verschenen, luidt dat het project een zwakke basis heeft. Het kabinet heeft de Tweede Kamer daarbij geen van de drie rapporten doen toekomen, waardoor de Tweede Kamer alleen is geïnformeerd door middel van gegevens die het kabinet zelf uit die rapporten heeft overgenomen en bijgevoegd. Om dit te kunnen duiden is het goed om de brief van 21 december 2001 van het kabinet aan de Tweede Kamer nader te omschrijven: 1. de brief beslaat 8 pagina s; 2. de bijgevoegde toelichting op het kabinetsbesluit beslaat 11 pagina s; 3. de bijgevoegde notitie Snelle verbinding tussen de Randstad en het Noorden; resultaten van de verkenningen deel I en deel II beslaat 28 pagina s; 4. advies Stakeholdersoverleg is toegevoegd; 5. Verdieping KKBA Zuiderzeelijn: samenvatting, inzichten en methoden 6. Samenvatting tracé/mer-aanbestedingsmodel De toelichting op het kabinetsbesluit gaat in op de maatschappelijke kosten en baten: In de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) zijn alle relevante effecten van de onderzochte alternatieven geïnventariseerd en zoveel mogelijk gemonetariseerd. ( ). Een deel van de externe effecten op milieu en natuur & landschap, alsmede de (politieke) waardering van de ruimtelijke herverdelingseffecten ten gunste van te Noorden, zijn op kwalitatieve wijze in de analyse betrokken. Over de MKBA uit verkenning deel I is discussie ontstaan tussen diverse economische instituten (NEI, NYFER en RUG ). In het kader van verkenningen deel II zijn de verschillen van inzicht tussen de instituten geconcretiseerd. Er is nu duidelijkheid over de verschillen van inzicht tussen de instituten en meer overeenstemming over de baten. Over de kosten is geen discussie ontstaan. Op grond van fundamentele en methodische inzichten blijven verschillende uitkomsten resulteren. De RUG en NYFER schatten de maatschappelijke baten van de Zuiderzeelijn hoger in dan het NEI. Mede op basis van de voorlopige conclusies van de toetsing door het CPB gaat het kabinet voor de besluitvorming uit van de resultaten van het NEI. ( ) Op basis van de gemonetariseerde effecten alléén, zijn voor alle alternatieven de kosten hoger dan de baten. 14

14 Een reactie op de rapporten van de Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten De notitie Snelle verbindingen tussen de Randstad en het Noorden; resultaten van de verkenningen deel I en deel II gaat in paragraaf 10 (Maatschappelijke kosten- batenanalyse) hier verder op in. Bovendien worden hierin de resultaten van de verdiepte KBA s van NEI, RUG en NYFER beschreven. Het bovenstaande citaat van de commissie Duivesteijn geeft aan dat het kabinet de bedoelde rapporten niet heeft doen toekomen overigens zijn deze rapporten op de site van de Zuiderzeelijn beschikbaar, met uitzondering van de CPB-notitie die eerst later op de site is geplaatst - maar we kunnen vaststellen dat de Tweede Kamer daarover wel is geïnformeerd, inclusief de conclusie dat op basis van de gemonetariseerde effecten bij alle alternatieven de kosten hoger zijn dan de baten. De Vaste Kamercommissie voor Verkeer en Waterstaat spreekt op 27 februari 2002 met de minister van Verkeer en Waterstaat over het kabinetsbesluit. Daarin wordt duidelijk dat een meerderheid van de fracties het kabinetsbesluit steunt (zie TK, 27658, nr. 4). Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de uitkomsten van de MKBA. Mw. Giskes (D66 ): Haar fractie vindt het -gelet op het doel - een verantwoorde investering, ook al zullen de maatschappelijke baten hoogstwaarschijnlijk niet opwegen tegen de kosten; zij ziet het kabinetsbesluit als een strategische keuze.. Dhr. Stellingwerf (ChristenUnie): hij zet vraagtekens bij de magneettechniek: En ten slotte vindt hij de uitzonderlijk hoge maatschappelijke kosten van deze techniek belangrijk. Conclusie: We kunnen vaststellen dat de Kamer, blijkens het verslag van het overleg van 27 februari 2002, wel degelijk aandacht aan de uitkomsten van de MKBA heeft besteed, anders dan de commissie Duivesteijn lijkt te suggereren. 5. Toetsing met terugwerkende kracht In de paragraaf Een bestuurlijk committment zonder voorbehoud merkt de commissie Duivesteijn op: Bij de reconstructies van de Betuweroute en de HSL-Zuid zijn veel problemen die later in het dossier optreden te herleiden tot de vroege fasen van de besluitvorming. Deze problemen vinden hun oorzaak in een onduidelijke agendering, het gebrek aan een tijdige discussie over nut en noodzaak en een financiële prioriteitstelling die zich aan het blikveld van de Tweede Kamer onttrok. Bij de Zuiderzeelijn gebeurt dat opnieuw. De betrouwbaarheid van de overheid lijkt zo langzamerhand een van de dragende motieven voor de regering om het Zuiderzeelijn-project door te zetten. Die betrouwbaarheidsvraag is terug te voeren op de politieke wil tot het naleven van het bestuurlijk akkoord dat naar aanleiding van het Langman-rapport uit 1997 tot stand is gekomen. De reconstructie laat echter zien dat de Zuiderzeelijn in het rapport van deze commissie niet voorkomt als een maatregel die op korte termijn zou moeten worden ingevoerd: de lijn wordt gepresenteerd als een uitwerking van het perspectief richting Pas in het advies van het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) verschijnt de Zuiderzeelijn als een project voor Die stellingname komt terug in het Langman-akkoord tussen het kabinet en het SNN. Deze tekst bevat een groot aantal fouten die niet onvermeld mogen blijven of suggesties die niet onweersproken mogen blijven. 1. Onduidelijke agendering: Daarvan is echter in het geheel geen sprake. De reconstructie van de commissie laat zien dat er reeds vele jaren tussen regering en de Tweede Kamer gesproken wordt over de Zuiderzeelijn. Minister Maij-Weggen van Verkeer en Waterstaat zegt al in 1993 er naar te streven dat de Zuiderzeelijn in het volgende Structuurschema Verkeer en Vervoer wordt opgenomen. In een breed (door VVD, PvdA, D66 en CDA) ondertekende motie spreekt de Tweede Kamer zich in 1995 unaniem uit voor het treffen van voorbereidingen van de realisatie van de Zuiderzeelijn op middellange termijn. In de overweging van deze motie wordt als de mening uitgesproken dat de aanleg een belangrijke bijdrage kan leveren aan de economische groei van Noord-Nederland. Het is dus niet vreemd dat in het kader van het rapport van de commissie Langman de Zuiderzeelijn aan de orde komt; 2. Gebrek aan een tijdige discussie over nut en noodzaak: In de Langman-afspraken van 16 april 1998 is een toezegging opgenomen over de Zuiderzeelijn. Vervolgens zijn er tal van studies waaronder over nut en noodzaak uitgevoerd voordat het kabinet op 21 december 2001 (drieënhalf jaar later ) de toezegging omzet in een voornemen; 3. Een financiële prioriteitstelling die zich aan het blikveld van de Tweede Kamer onttrok: In de brief van 21 december 2001 gaat het kabinet in op alle facetten van het besluit om de toezegging nu om te zetten in een voornemen, inclusief de financiën. Het kabinet maakt duidelijk dat zij maximaal ƒ 6 miljard (2,73 miljard euro, netto contante waarde 2010, prijspeil 2002) reserveert. Dit betreft een maximum bijdrage met een all-in karakter. Dekking van de hiervoor benodigde kasuitgaven vindt plaats binnen de begroting van het Infrafonds (gevoed uit de begroting van het ministerie van Verkeer & Waterstaat). Een en ander is besproken in een algemeen overleg van de Vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat (27 februari 2002). De betrokken leden wisten derhalve dat de financiering plaats zou vinden binnen de middelen van Verkeer en Waterstaat en niet uit FES. Het valt moeilijk in te zien dat de Kamer hier buiten het blikveld zou zijn gebleven! 4. De betrouwbaarheid van de overheid een van de dragende motieven: Uit het voorgaande is al duidelijk dat tussen toezegging en de omzetting daarvan in een voornemen heel wat tijd is verlopen. Tijd die gebruikt is om alle aspecten te bestuderen om tot dit besluit te komen. Dat daarbij voortdurend is overwogen dat er hierover afspraken zijn gemaakt is niet meer dan legitiem. Inderdaad, de betrouwbaarheid van de overheid is een groot goed! 5. De Zuiderzeelijn wordt in het rapport Langman niet gezien als een maatregel voor de korte termijn, maar als uitwerking van het perspectief richting 2030 (Langman) zich in de eerste plaats op de maatregelen en acties die nodig. Hoofdstuk 2 heeft hieraan reeds aandacht besteed. In het advies van de commissie Langman is hierover het volgende aan te treffen: Conform haar opdracht richt de Commissie zich in de eerste plaats op maatregelen en acties die nodig worden geacht voor de periode 2010 en op maatregelen die nu reeds getroffen moeten worden om effect te sorteren in de periode tot 2030 ( ) Op de langere termijn acht de Commissie ( ) alsmede een meer rechtstreekse railverbinding vanuit de Randstad naar Noord-Nederland in de plannen op te nemen als uitwerking van het perspectief richting Er kan dus geen misverstand over bestaan dat de Zuiderzeelijn onderdeel uitmaakt 15

15 De Zuiderzeelijn: de kansen in beeld van het advies van de commissie Langman. Passend binnen haar opdracht is deze maatregel geplaatst in het perspectief na Pas in het advies van SNN verschijnt de Zuiderzeelijn als een project voor Een stellingname die terug komt in het Langman-akkoord: In het Langman-akkoord is de volgende passage opgenomen: De minister van Verkeer en Waterstaat geeft aan dat de snelle spoorverbinding Zuiderzeelijn zal worden opgenomen in het SVV-III, waarbij het streven erop is gericht om de uitvoering vóór 2010 te beginnen. Mogen we hieruit nu concluderen dat in tegenstelling tot het advies van de commissie Langman het een project is geworden van voor 2010? Nee, natuurlijk niet. Zelfs als de uitvoering zou beginnen vóór 2010 zal duidelijk zijn, gelet op de complexiteit van het project, dat de eerste trein niet zou rijden voor Het gaat dus om een project dat, zoals de commissie Langman dat noemt: effect zou sorteren in de periode tot 2030 en niet in de periode tot 2010! (De Nota Mobiliteit spreekt over een periode tot 2010: Totaal is voor de Zuiderzeelijn een bedrag gereserveerd van 2,7 miljard in de periode ) Wie de rest van de paragraaf Een bestuurlijk committment zonder voorbehoud op zich laat inwerken, moet concluderen dat de commissie Duivesteijn op grond van een onjuiste interpretatie van het proces vergaande negatieve conclusies formuleert. Eindconclusie Thema I: De scherpe kritiek van de commissie Duivesteijn op het proces is onterecht: Het proces is begonnen met een toezegging die overigens aansloot bij bestaande opvattingen van regering en parlement die vervolgens uitgebreid is getoetst, alvorens de toezegging om te zetten in een besluit (in de zin van een concreet voornemen). In het besluit van 21 december 2001 heeft het kabinet aan de hand van die toetsing geconcludeerd dat er sprake is van zodanig positieve uitkomsten dat het besluit genomen kan worden om in lijn met de bestuurlijke afspraken, zich in te zetten voor realisatie van een snelle verbinding tussen de Randstad en het Noorden. Een besluit dat door het huidige kabinet op 28 april 2004 is herbevestigd. De Langman-afspraken en het besluit van 21 december 2001 zijn onderwerp van overleg geweest tussen regering en Tweede Kamer en hebben de instemming van de Tweede Kamer gekregen. De Tweede Kamer is in de periode van 16 april 1998 tot en met 21 december 2001 voortdurend op de hoogte gehouden van de voortgang van de ontwikkelingen. a. In hoofdstuk 1 is reeds uitvoerig geschetst dat er inderdaad sprake is geweest van een toezegging in het Langmanakkoord. Een toezegging die overigens niet uit de lucht kwam vallen, omdat de Zuiderzeelijn al geruime tijd daaraan voorafgaande op de agenda stond van regering en Tweede Kamer. Duidelijk is ook gemaakt dat er nog een aanmerkelijk verschil is tussen een toezegging en een voornemen. Een aanmerkelijke verschil ook in tijd: toezegging op 16 april 1998 en een voornemen op 21 december b. We mogen vaststellen dat aan het omzetten van de toezegging in een voornemen uitvoerige studies (inclusief een nut-en-noodzaakdiscussie) ten grondslag liggen. c. Verder mogen we vaststellen dat op het moment (21 december 2001) dat het kabinet besloot de toezegging om te zetten in een voornemen het zich bewust was van het feit dat op basis van de gemonetariseerde effecten alléén voor alle alternatieven de kosten hoger zijn dan de baten. d. Hetzelfde kunnen we vaststellen voor de Tweede Kamer. Gezien het verslag van het algemeen overleg van 27 februari 2002 (27658, nr.4.) was dit gegeven niet alleen bekend bij de leden van de Vaste Kamercommissie voor Verkeer en Waterstaat, maar is het ook expliciet gewogen in de besluitvorming. De Vaste Kamercommissie heeft in meerderheid ingestemd met het kabinetsbesluit van 21 december 2001 en dus met het omzetten van de toezegging in en voornemen! Conclusie: Tegen deze achtergrond is een pleidooi van de commissie Duivesteijn om weer van voren af te beginnen niet te begrijpen. 16

Bijlage 1 Overzicht besluitvorming Zuiderzeelijn

Bijlage 1 Overzicht besluitvorming Zuiderzeelijn Bijlage 1 Overzicht besluitvorming Zuiderzeelijn 1998 Kabinet - Verslag Algemeen Overleg 16-4-1998, kamerstuk 25017, nr. 9 Naar aanleiding van aanbeveling van Commissie Langman om de mogelijkheden van

Nadere informatie

Overview Zuiderzeelijn. Convent Noordelijke Tweede Kamerleden. 6 november 2007

Overview Zuiderzeelijn. Convent Noordelijke Tweede Kamerleden. 6 november 2007 Overview Zuiderzeelijn Convent Noordelijke Tweede Kamerleden 6 november 2007 1. Algemeen Zuiderzeelijn is een hoogwaardige OV-verbinding Randstad-Noorden Basis in Langman-akkoord (1998): eerst Hanzelijn,

Nadere informatie

Structuurvisie Zuiderzeelijn

Structuurvisie Zuiderzeelijn Structuurvisie Zuiderzeelijn Resultaatgericht werken in een veranderende context Rondetafelbijeenkomst Resultaatgericht werken 30 juni 2006 Bob Demoet Projectleider Zuiderzeelijn Ministerie Verkeer en

Nadere informatie

provinsje fryslân provincie fryslân

provinsje fryslân provincie fryslân Heerenveen provinsje fryslân provincie fryslân Provinciale Staten van Fryslân postbus 20120 8900 hm leeuwarden tweebaksmarkt 52 telefoon: (058) 292 59 25 telefax: (058) 292 5125 ;vvsv.fryslan.ni provincie@fryslan.nl

Nadere informatie

AL IN JANUARI 2007 BEREIKTEN WE MET HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EZ) VOLLEDIGE INSTEMMING OVER DE INHOUD VAN HET NIEUWE PROGRAMMA VOOR

AL IN JANUARI 2007 BEREIKTEN WE MET HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EZ) VOLLEDIGE INSTEMMING OVER DE INHOUD VAN HET NIEUWE PROGRAMMA VOOR 20 AL IN JANUARI 2007 BEREIKTEN WE MET HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EZ) VOLLEDIGE INSTEMMING OVER DE INHOUD VAN HET NIEUWE PROGRAMMA VOOR ECONOMISCHE STRUCTUURVERSTERKING KOERS NOORD: OP WEG NAAR

Nadere informatie

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de

Nadere informatie

Uitkomst besluitvorming Zwolle - Herfte

Uitkomst besluitvorming Zwolle - Herfte De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000 F 070-456 1111 Getypt door / paraaf H.C.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 658 Zuiderzeelijn Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VERKEER EN WATERSTAAT EN VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEU- BEHEER Aan

Nadere informatie

Aan de voorzitter van Provinciale Staten in de provincie Drenthe De heer J. Tichelaar Postbus 122 9400 AC Assen. Datum: 27 juni 2013

Aan de voorzitter van Provinciale Staten in de provincie Drenthe De heer J. Tichelaar Postbus 122 9400 AC Assen. Datum: 27 juni 2013 Aan de voorzitter van Provinciale Staten in de provincie Drenthe De heer J. Tichelaar Postbus 122 9400 AC Assen. Datum: 27 juni 2013 Betreft: schriftelijke vragen ex artikel 41 Reglement van orde voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 283 Onderzoek naar infrastructuurprojecten Nr. 9 HET PROJECT ZUIDERZEELIJN: TOETSING MET TERUGWER- KENDE KRACHT Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Onderwerp: Gemeentelijke opschaling, regionale samenwerking en decentralisaties

Onderwerp: Gemeentelijke opschaling, regionale samenwerking en decentralisaties Voorstel aan de raad Nummer: 131027418 Portefeuille: Programma: Programma onderdeel: Steller: Afdeling: Telefoon: E-mail: G.M. Asselman BLD Beleid Burgemeester 2.6 Voor de Lelystedeling 2.6.1 Gemeentelijke

Nadere informatie

Commentaar bij het Onderzoeksrapport Tussenfase Planstudie Ring Utrecht (Twijnstra&Gudde, november 2009)

Commentaar bij het Onderzoeksrapport Tussenfase Planstudie Ring Utrecht (Twijnstra&Gudde, november 2009) Commentaar bij het Onderzoeksrapport Tussenfase Planstudie Ring Utrecht (Twijnstra&Gudde, november 2009) Op 3 juli 2009 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen over De Kracht van Utrecht. Deze luidde

Nadere informatie

Statenvoorstel PS 04/06 A

Statenvoorstel PS 04/06 A Statenvoorstel PS 04/06 A Voorgestelde behandeling: PS-vergadering : 20 januari 2006 Statencommissie : Commissie Economie, Mobiliteit en Grote Stedenbeleid, 16 december 2005 Onderwerp Evaluatieonderzoek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 561 Tracé A4 Delft Schiedam Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Leden van de Provinciale Staten Provincie Flevoland Postbus AB LELYSTAD. Geachte leden van de Provinciale Staten Provincie Flevoland,

Leden van de Provinciale Staten Provincie Flevoland Postbus AB LELYSTAD. Geachte leden van de Provinciale Staten Provincie Flevoland, gemeente Leden van de Provinciale Staten Provincie Flevoland Postbus 55 8200 AB LELYSTAD Uw brief van Onderwerp resultaten Stuurgroep Standpuntbepaling Provinciale Herindeling Uw kenmerk Bijlagen 1 Ons

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 29 697 Gebiedsgerichte economische perspectieven en Regionaal Economisch Beleid Nr. 48 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 283 Onderzoek naar infrastructuurprojecten Nr. 9 HET PROJECT ZUIDERZEELIJN: TOETSING MET TERUGWER- KENDE KRACHT Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

NOTITIE COLLEGES BESLUITVORMING AFSPRAKEN KWALITEIT BEDRIJVENTERREINEN REGIO GRONINGEN-ASSEN

NOTITIE COLLEGES BESLUITVORMING AFSPRAKEN KWALITEIT BEDRIJVENTERREINEN REGIO GRONINGEN-ASSEN NOTITIE COLLEGES BESLUITVORMING AFSPRAKEN KWALITEIT BEDRIJVENTERREINEN REGIO GRONINGEN-ASSEN Notitie voor: Colleges van B&W van de deelnemers aan het regionaal programma Bedrijventerreinen van de Regio

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

SAMENWERKINGSVERBAND NOORD-NEDERLAND (SNN) IS EEN SAMENWERKING VAN DE DRIE NOORDELIJKE PROVINCIES FRYSLÂN, GRONINGEN EN DRENTHE. DEZE SAMENWERKING IS

SAMENWERKINGSVERBAND NOORD-NEDERLAND (SNN) IS EEN SAMENWERKING VAN DE DRIE NOORDELIJKE PROVINCIES FRYSLÂN, GRONINGEN EN DRENTHE. DEZE SAMENWERKING IS 14 SAMENWERKINGSVERBAND NOORD-NEDERLAND (SNN) IS EEN SAMENWERKING VAN DE DRIE NOORDELIJKE PROVINCIES FRYSLÂN, GRONINGEN EN DRENTHE. DEZE SAMENWERKING IS VASTGELEGD IN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING IN

Nadere informatie

S. Jansen (PVV) (d.d. 5 januari 2012) Nummer Onderwerp Bereikbaarheid Bollenstreek. Aan de leden van Provinciale Staten

S. Jansen (PVV) (d.d. 5 januari 2012) Nummer Onderwerp Bereikbaarheid Bollenstreek. Aan de leden van Provinciale Staten S. Jansen (PVV) (d.d. 5 januari 2012) Nummer 2595 Onderwerp Bereikbaarheid Bollenstreek Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller In het Haarlems Dagblad d.d. 20 december 2011 uitten

Nadere informatie

Stuurgroep Zuiderzeelijn

Stuurgroep Zuiderzeelijn Stuurgroep Zuiderzeelijn De Colleges van Gedeputeerde Staten van Groningen, Fryslân, Drenthe en Flevoland De Colleges van Burgemeester en Wethouders van Groningen, Smallingerland, Heerenveen, Leeuwarden,

Nadere informatie

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk Nationale landschappen: aandacht en geld nodig! 170610SC9 tk 7 Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk De Rekenkamer Oost-Nederland heeft onderzoek

Nadere informatie

1. Nota van antwoord. Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties.

1. Nota van antwoord. Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties. 1. Nota van antwoord Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties. Daarnaast zijn enkele petities/handtekeningenacties gevoerd: Petitie Voordorp 975 handtekeningen Petitie NMU meer dan 19.000

Nadere informatie

2018D22525 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2018D22525 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2018D22525 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen

Nadere informatie

PLANSTUDIE OPENBAAR VERVOER SCHIPHOL-AMSTERDAM-ALMERE-LELYSTAD

PLANSTUDIE OPENBAAR VERVOER SCHIPHOL-AMSTERDAM-ALMERE-LELYSTAD PLANSTUDIE OPENBAAR VERVOER SCHIPHOL-AMSTERDAM-ALMERE-LELYSTAD DOEL Het doel van de planstudie Openbaar Vervoer Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad (Planstudie OV SAAL), is een OV-kwaliteitssprong door

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 658 Zuiderzeelijn Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Rijksstructuurvisie Almere, Amsterdam, Markermeer

Rijksstructuurvisie Almere, Amsterdam, Markermeer Rijksstructuurvisie Almere, Amsterdam, Markermeer Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 28 mei 2013 / rapportnummer 2518 238 Toetsing van het MER Het kabinet heeft in de RAAM 1 -brief van 6 november

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag

Nadere informatie

CONCEPT-SAMENWERKINGSOVEREENKOMST RIJK-REGIO. inzake PROJECT ZUIDERZEELIJN. d.d /04

CONCEPT-SAMENWERKINGSOVEREENKOMST RIJK-REGIO. inzake PROJECT ZUIDERZEELIJN. d.d /04 CONCEPT-SAMENWERKINGSOVEREENKOMST RIJK-REGIO inzake PROJECT ZUIDERZEELIJN d.d. 08-06/04 ter verlening van mandaat van de ministerraad voor ondertekening van deze conceptovereenkomst door de minister van

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum Aanpak Regio Deals. Geachte Voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum Aanpak Regio Deals. Geachte Voorzitter, > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Regio Portefeuille LNV Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

Investeren in ontwikkelingen. De reserve ontwikkelingsinvesteringen nader beschouwd.

Investeren in ontwikkelingen. De reserve ontwikkelingsinvesteringen nader beschouwd. Investeren in ontwikkelingen De reserve ontwikkelingsinvesteringen nader beschouwd. B&W 11 februari 2003 1. INLEIDING 1.1. Algemeen In de notitie Ruimte voor ontwikkelen van de ruimte voorstel tot het

Nadere informatie

PS2009RGW : Concept-Ontwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht (Eindbalans) Ontwerpbesluit pag. 5. Toelichting pag. 7

PS2009RGW : Concept-Ontwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht (Eindbalans) Ontwerpbesluit pag. 5. Toelichting pag. 7 PS2009RGW06-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum : 3 februari 2009 Nummer PS : PS2009RGW06 Afdeling : PRO Commissie : RGW Registratienummer: 2009INT235473 Portefeuillehouder : Krol

Nadere informatie

Reactienota en eindconclusie inzake de visie op de lokaal-bestuurlijke inrichting van Zuidoost-Fryslân en de Friese Waddeneilanden

Reactienota en eindconclusie inzake de visie op de lokaal-bestuurlijke inrichting van Zuidoost-Fryslân en de Friese Waddeneilanden Reactienota en eindconclusie inzake de visie op de lokaal-bestuurlijke inrichting van Zuidoost-Fryslân en de Friese Waddeneilanden 1. Inleiding Op 11 april 2012 hebben wij onze visie op de lokaal-bestuurlijke

Nadere informatie

Bijgevoegd zenden wij u de motie die de gemeenteraad van Stadskanaal in zijn vergadering van 26 januari 2015 heeft aangenomen.

Bijgevoegd zenden wij u de motie die de gemeenteraad van Stadskanaal in zijn vergadering van 26 januari 2015 heeft aangenomen. GEMEENTE Stadskanaal De Provinciale Staten van de provincie Drenthe Postbus 122 9400 AC ASSEN PROVINCIE DREN HE No.: Ingek.: 09 FEB. 2015 TEAM: TE BEH. DOOR: DWS: 1 GTAFD.: BSN uw kenmerk uw brief van

Nadere informatie

Bijlage 3 Overzicht van alternatieven en varianten Structuurvisie ZZL

Bijlage 3 Overzicht van alternatieven en varianten Structuurvisie ZZL Bijlage 3 Overzicht van alternatieven en varianten Structuurvisie ZZL De alternatieven en varianten die binnen de Structuurvisie Zuiderzeelijn worden uitgewerkt, kunnen worden onderverdeeld in drie oplossingsrichtingen:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 681 Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke

Nadere informatie

Commentaar van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake leeftijdsgrenzen in wet- en regelgeving

Commentaar van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake leeftijdsgrenzen in wet- en regelgeving Commentaar van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake leeftijdsgrenzen in wet- en regelgeving Advies nummer 8 's-gravenhage, 16 oktober 1996 ROP-advies nr. 8, blad 2 Commentaar gericht aan de

Nadere informatie

Overzicht documenten programma Noordvleugel

Overzicht documenten programma Noordvleugel Overzicht documenten programma Noordvleugel PROGRAMMA NOORDVLEUGEL: - Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 1 - Basisdocument Noordvleugel en NV -Utrecht 1 - Structuurdocument Noordvleugel VERSTEDELIJKING ALMERE

Nadere informatie

Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer. 13 februari 2001 Nr , IEV Nummer 8/2001

Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer. 13 februari 2001 Nr , IEV Nummer 8/2001 Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer 13 februari 2001 Nr. 20012.669, IEV Nummer 8/2001 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen inzake de financiering van de A31. SAMENVATTING:

Nadere informatie

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar.

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar. Bestaande overcapaciteit aan bedrijventerreinen In de stadsregio Arnhem-Nijmegen bestaat een groot overaanbod aan bedrijventerreinen. Voor de periode 2016-2025 bedraagt dit minstens 150 ha. Van het bestaande

Nadere informatie

No Emmeloord, 17 november Onderwerp. Inpassingsplan ten behoeve van de Maritieme Servicehaven FievoPort

No Emmeloord, 17 november Onderwerp. Inpassingsplan ten behoeve van de Maritieme Servicehaven FievoPort No. 348852-1 gemeente NOORDOOSTPOLDER Emmeloord, 17 november 2015. Onderwerp Inpassingsplan ten behoeve van de Maritieme Servicehaven FievoPort Advies raadscommissie Hamerstuk voor de fracties van ONS,

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 4. Doetinchem, 14 februari 2018 ALDUS VASTGESTELD 22 FEBRUARI 2018

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 4. Doetinchem, 14 februari 2018 ALDUS VASTGESTELD 22 FEBRUARI 2018 Aan de raad AGENDAPUNT NR. 4 ALDUS VASTGESTELD 22 FEBRUARI 2018 Vaststellen gedachtenlijn naar de toekomst bedrijventerreinen West Achterhoek Te besluiten om: 1. De gedachtenlijn naar de toekomst voor

Nadere informatie

Vragen van de heer A.E. van Liere MA, MSc. (Partij voor de Dieren) en de heer A. Hietbrink (GroenLinks) over verlaging storting reserve groen

Vragen van de heer A.E. van Liere MA, MSc. (Partij voor de Dieren) en de heer A. Hietbrink (GroenLinks) over verlaging storting reserve groen Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland Haarlem, 22 september 2015 Vragen nr. 87 Vragen van de heer A.E. van Liere MA, MSc. (Partij voor de Dieren) en de heer A. Hietbrink (GroenLinks) over

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland

Provinciale Staten van Noord-Holland Provinciale Staten van Noord-Holland ` Voordracht Haarlem, Onderwerp: Kaderstelling Europabeleid door Provinciale Staten Inleiding Op 11 juni 2007 jl. is door de commissie FEPO de werkgroep Europa ingesteld.

Nadere informatie

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten Checklist Informatievoorziening Grote Projecten Najaar 2010 Rekenkamercommissie Berkelland, Bronckhorst, Lochem, Montferland 1. Inleiding De uitvoering van grote projecten in Nederland heeft nogal eens

Nadere informatie

jaar stuknr. categorie/agendanr. stuknr. B. en W /837 låçéêïéêéw= Vaarverbinding Erica-Ter Apel; gemeentelijke garantstelling

jaar stuknr. categorie/agendanr. stuknr. B. en W /837 låçéêïéêéw= Vaarverbinding Erica-Ter Apel; gemeentelijke garantstelling séêòçéâ=~~å=çé=ê~~ç=çé=öêçåç=î~å=~êíáâéäéå=nsmi=äáç=n=ëìä= É=Éå=NSVI=äáÇ=Q=î~å=ÇÉ=dÉãÉÉåíÉïÉí=EÜÉí=âÉåÄ~~ê=ã~âÉå= î~å=ïéåëéå=éå=äéçéåâáåöéå=çîéê=çåíïéêéäéëäìáí=åçääéöéfk= jaar stuknr. categorie/agendanr.

Nadere informatie

Structuurvisie Zuiderzeelijn

Structuurvisie Zuiderzeelijn Structuurvisie Zuiderzeelijn Briefadvies Briefadvies Aan: De Minister van Verkeer en Waterstaat, mevrouw drs. K.M.H. Peijs De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, mevrouw

Nadere informatie

Programma Noordvleugel. schakelen en versnellen. A.H.M. Buffing. Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer, Amsterdam. t.buffing@ivv.amsterdam.

Programma Noordvleugel. schakelen en versnellen. A.H.M. Buffing. Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer, Amsterdam. t.buffing@ivv.amsterdam. Programma Noordvleugel schakelen en versnellen A.H.M. Buffing Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer, Amsterdam t.buffing@ivv.amsterdam.nl Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 2006,

Nadere informatie

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet. Hieronder het antwoord van de staatssecretaris van BZK op vragen uit de Kamer over de voorgestelde verlenging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand. Van deze tekst zijn twee versies in omloop geweest

Nadere informatie

Het is noodzakelijk om dit proces zorgvuldig te doorlopen en de rapportages en het voorstel voor het alternatief zorgvuldig te beoordelen.

Het is noodzakelijk om dit proces zorgvuldig te doorlopen en de rapportages en het voorstel voor het alternatief zorgvuldig te beoordelen. > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Concept-GS-besluit: Voortgaande groei luchtvaart alléén binnen harde randvoorwaarden

Concept-GS-besluit: Voortgaande groei luchtvaart alléén binnen harde randvoorwaarden 15 mei 1997 97-000635 strategische luchtvaartontwikkeling Concept-GS-besluit: Voortgaande groei luchtvaart alléén binnen harde randvoorwaarden Gedeputeerde Staten van Noord-Holland (GS) stellen harde randvoorwaarden

Nadere informatie

2015D44592 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2015D44592 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2015D44592 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 18 november 2015 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief

Nadere informatie

Voorstelnummer: Houten, 27 augustus 2013

Voorstelnummer: Houten, 27 augustus 2013 Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2013-057 Houten, 27 augustus 2013 Onderwerp: Raadsvoorstel Zienswijze Noordvleugelprovincie Beslispunten: 1. In te stemmen met de zienswijze van de gemeente Houten op het

Nadere informatie

Den Haag : 9 mei 2008 Ons kenmerk : S.A /K Uw Kenmerk : DB U Betreft : Inkoop ouderdomspensioen over achterliggende dienstjaren

Den Haag : 9 mei 2008 Ons kenmerk : S.A /K Uw Kenmerk : DB U Betreft : Inkoop ouderdomspensioen over achterliggende dienstjaren Aan de Staatssecretaris van Financiën, de heer mr. drs. J.C. de Jager, Ministerie van Financiën, Postbus 20 201 2500 EE DEN HAAG Den Haag : 9 mei 2008 Ons kenmerk : S.A.08.03728 /K Uw Kenmerk : DB 2008-00019

Nadere informatie

SPOORBOEKJE Bestuurlijke Besluitvorming. MIRT Verkenning Haaglanden Infrastructuur en ruimte

SPOORBOEKJE Bestuurlijke Besluitvorming. MIRT Verkenning Haaglanden Infrastructuur en ruimte SPOORBOEKJE Bestuurlijke Besluitvorming MIRT Verkenning en ruimte 2020 2040 2 november 2011 Een bereikbare toekomst begint vandaag 1/11 Colofon MIRT Verkenning Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den

Nadere informatie

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 15 mei 2017 / projectnummer: 2732 1. Toetsingsadvies Inleiding De gemeente Moerdijk

Nadere informatie

Voorstel. : J.C. Niemeijer

Voorstel. : J.C. Niemeijer Voorstel Aan : Burgemeester en Wethouders Kenmerk : 1021013 Status : Openbaar / Ter besluitvorming Datum : 20 september 2017 Afdeling : Ruimte en Veiligheid Raad : Ja Medewerk(st)er : J.C. Niemeijer Ter

Nadere informatie

2011D36661 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2011D36661 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2011D36661 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Financiën hebben enkele fracties de behoefte om over de brief van de minister van Financiën d.d. 7 juni 2011 over

Nadere informatie

Onderwerp: Oprichten stichting Bevordering kwaliteit omgeving Schipholregio

Onderwerp: Oprichten stichting Bevordering kwaliteit omgeving Schipholregio Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 70 Haarlem, 14 augustus 2007 Onderwerp: Oprichten stichting Bevordering kwaliteit omgeving Schipholregio Bijlagen: - Ontwerpbesluit - Convenant Omgevingskwaliteit

Nadere informatie

Zicht op doorwerking

Zicht op doorwerking Rekenkamercommissie Zicht op doorwerking Onderzoek naar de doorwerking van de aanbevelingen uit zes onderzoeken van de rekenkamercommissie Hoogeveen Deel 1: Conclusies en aanbevelingen Januari 2015 1 Rekenkamercommissie

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64 Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 64 Haarlem, 17 augustus 2004 Onderwerp: Agenda Provinciaal Waterplan Bijlagen: - ontwerpbesluit - procesplanning provinciaal waterplan - op weg naar een

Nadere informatie

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op PROVINCIALE COMMISSIE OMGEVINGSVRAAGSTUKKEN LIMBURG MEMO ADVIESSTUK: Structuurvisie Randweg N266 Nederweert 1. Onderwerp / plan Structuurvisie Randweg N266 Nederweert inclusief onderliggende stukken (Plan-

Nadere informatie

Datum Antwoorden op schriftelijke vragen naar aanleiding van het stopzetten van de uitbesteding van de cateringdiensten bij Defensie

Datum Antwoorden op schriftelijke vragen naar aanleiding van het stopzetten van de uitbesteding van de cateringdiensten bij Defensie > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

Rapport Concept Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen

Rapport Concept Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen Rapport Concept Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen Datum behandeling OVW i : 1 juni 2005 Kenmerk: OVW-2005-484 Aanleiding Het ministerie heeft het Overlegorgaan Goederenvervoer (OGV) advies gevraagd over

Nadere informatie

2. Weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere

2. Weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere 2. Weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere doel Uitbreiding van de wegcapaciteit in de corridor Schiphol-Amsterdam-Almere, inclusief bijbehorende groenblauwe maatregelen ten behoeve van de ruimtelijke

Nadere informatie

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

P r o v i n c i e F l e v o l a n d Aan: Provinciale Staten Onderwerp: Startdocument Project De Uitweg Statenvergadering: 16 mei 2002 Agendapunt 15 1. Wij stellen u voor: - Kennis te nemen van het Startdocument De Uitweg; - in te stemmen

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De heer dr. R.H.A. Plasterk Postbus EA DEN HAAG. Geachte heer Plasterk,

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De heer dr. R.H.A. Plasterk Postbus EA DEN HAAG. Geachte heer Plasterk, De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De heer dr. R.H.A. Plasterk Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG Datum 25 augustus 2017 Onderwerp Consultatie wijzigingsvoorstel Wet BRP Uw kenmerk Ons

Nadere informatie

Den Haag, 3 mei Openbaar gedeelte. 1. Verslag van de vergadering van 15 februari 2017 Voorstel: vaststellen

Den Haag, 3 mei Openbaar gedeelte. 1. Verslag van de vergadering van 15 februari 2017 Voorstel: vaststellen Den Haag, 3 mei 2017 Hierbij nodig ik u uit voor een vergadering van uw commissie op woensdag 10 mei 2017 van 09.30 uur tot uiterlijk 10.15 uur in de Aletta Jacobszaal met de volgende agenda Openbaar gedeelte

Nadere informatie

PROVINCIE FLEVOLAND. MededeMng

PROVINCIE FLEVOLAND. MededeMng PROVINCIE FLEVOLAND MededeMng Onderwerp Kamerbrief milieueffectrapport en geluidberekeningen Lelystad Airport Kern mededeling: Middels deze mededeling informeren wij u over de belangrijkste aspecten en

Nadere informatie

Collegevoorstel - 1 - Gemeente Amersfoort

Collegevoorstel - 1 - Gemeente Amersfoort Collegevoorstel Sector : SOB Reg.nr. : 4540609 Opsteller : J.C. Engels Telefoon : (033) 469 42 99 User-id : ENGH Onderw erp Indiening Europese subsidieaanvraag FI-PPP Media in the City Voorstel: 1. De

Nadere informatie

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid BESLUITENLIJST Voorronde Open Huis Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid Aanwezig: Voorzitter: dhr. J. Buzepol Locogriffier: mw. A. van Wees (locogriffier) Leden:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) Nr. 117 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14 november

Nadere informatie

Gescand arc^i- rt 2 5JULI2011

Gescand arc^i- rt 2 5JULI2011 Gescand arc^i- rt 2 5JULI2011 Raadsvoorstel Aan de gemeenteraad eindparaaf wathcürk:. 1 i, v-»? bou der ^Vüv^.. Van Datum Pfh. Steller tel.nr. e-mail Doelstelling Registratie nr. Stuk Onderwerp College

Nadere informatie

Schematisch feitenrelaas impactanalyse Wet Open Overheid (d.d. 10 november 2017)

Schematisch feitenrelaas impactanalyse Wet Open Overheid (d.d. 10 november 2017) 1 (d.d. 10 november 2017) Vraag van de commissie: De commissie ontvangt daarom graag alsnog een feitenrelaas waarin schematisch wordt aangegeven welke bewindspersoon, op welk moment, welke beslissing heeft

Nadere informatie

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Weert, 6 september 2011. Rekenkamer Weert Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. De wijze van onderzoek 4. Deelvragen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag. Datum 29 november 2010 Betreft Uitvoering Nota Ruimte

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag. Datum 29 november 2010 Betreft Uitvoering Nota Ruimte > Retouradres Postbus 30940 2500 GX Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 8 Postbus 30940 2500 GX Den Haag Betreft Uitvoering Nota

Nadere informatie

Meerjarenprogramma infrastructuur en transport

Meerjarenprogramma infrastructuur en transport vra2000vw.004 Meerjarenprogramma infrastructuur en transport 2000 2004 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Verkeer en Waterstaat

Nadere informatie

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard gemeente Valkenswaard Team Ruimtelijke ontwikkeling en economie 25-09-2013 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Definitie 3 3. Vergelijking veegplannen en postzegelbestemmingsplannen

Nadere informatie

Aanbieden notitie A16 corridor en Rotterdam University Business District. De VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam verzoeken het college daarom:

Aanbieden notitie A16 corridor en Rotterdam University Business District. De VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam verzoeken het college daarom: Verzoek VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam Aanbieden notitie A16 corridor en Rotterdam University Business District De A16 is voor de Metropoolregio en de Randstad een belangrijke verbinding met Antwerpen,

Nadere informatie

RUZIE OVER DE FUSIE?

RUZIE OVER DE FUSIE? RUZIE OVER DE FUSIE? resultaten van een enquête onder gemeentebestuurders en raadsleden in Noord-Holland, Utrecht en Flevoland Amsterdam, november 2011 Projectnummer: 1578 ERGO: BUREAU VOOR MARKT- EN BELEIDSONDERZOEK

Nadere informatie

R e g i s t r a t i e k a m e r. Vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal

R e g i s t r a t i e k a m e r. Vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal R e g i s t r a t i e k a m e r Vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal..'s-Gravenhage, 2 november 1998.. Onderwerp Wetsvoorstel onderwijsnummer

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders 10 mei Steller Documentnummer Afdeling. G. van Dijk z Ruimte. Doorkiesnummer Communicatie Portefeuillehouder

Burgemeester en Wethouders 10 mei Steller Documentnummer Afdeling. G. van Dijk z Ruimte. Doorkiesnummer Communicatie Portefeuillehouder Burgemeester en Wethouders Steller Documentnummer Afdeling G. van Dijk z160020251 Ruimte Doorkiesnummer Communicatie Portefeuillehouder 036 5229492 Nee G.M. Dijksterhuis Kabinet Brief bijgevoegd Te volgen

Nadere informatie

2017D25309 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2017D25309 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2017D25309 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de

Nadere informatie

Raadsvoorstel. J.A.E. Landwehr 29 november september De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Raadsvoorstel. J.A.E. Landwehr 29 november september De raad wordt voorgesteld te besluiten: Portefeuillehouder Datum raadsvergadering J.A.E. Landwehr 29 november 2018 Datum voorstel 18 september 2018 Agendapunt Onderwerp Herontwikkeling locatie Utrechtseweg 341, De Bilt De raad wordt voorgesteld

Nadere informatie

Betreft : RAADSVOORSTEL - vaststelling jaarrekening 2006

Betreft : RAADSVOORSTEL - vaststelling jaarrekening 2006 Betreft : RAADSVOORSTEL - vaststelling jaarrekening 2006 Datum voorstel : 5 juni 2007 Raadsvergadering d.d. : 5 juli 2007 Volgnummer : 2007R0031, agendanummer 6 Taakveld : Financiën Portefeuillehouder

Nadere informatie

Gebied, locatie of lijn!? Projectontwikkeling ViA15

Gebied, locatie of lijn!? Projectontwikkeling ViA15 Gebied, locatie of lijn!? Projectontwikkeling ViA15 David van Hasselt Projectbureau ViA15 t.b.v. Kennismiddag RO & bereikbaarheid LEF Futurcenter Rijkswaterstaat d.d. 22 oktober 2008 Problemen rond Arnhem

Nadere informatie

Openbaar Vervoer in Noordoostpolder Stand van zaken. Datum: Door: Hans Cnossen

Openbaar Vervoer in Noordoostpolder Stand van zaken. Datum: Door: Hans Cnossen Openbaar Vervoer in Noordoostpolder Stand van zaken Datum: 12-02- 18 Door: Hans Cnossen Agenda Ontwikkelingen in het OV en de rol van Noordoostpolder Beeld OV OV visie 2014 Coalitieakkoord provincie 2015

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Nederland Uw

Nadere informatie

Financieringssystematiek Wet werk en bijstand

Financieringssystematiek Wet werk en bijstand De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden Jacobi en Cegerek (beiden PvdA) over waterveiligheid in het kustgebied.

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden Jacobi en Cegerek (beiden PvdA) over waterveiligheid in het kustgebied. > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 29 mei 2012 nummer: 2012_BW_00060 Onderwerp Beslispunten inzake RijnlandRoute en RijnGouweLijn vergadering AB Holland Rijnland

Nadere informatie

Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer

Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer Portefeuillehouder: A. van den Berg Vergaderdatum: 2 maart 2010 Agendapunt: Beleidsveld: 150 Kenmerk D&H: 840252 Aard voorstel: Besluitvormend Kenmerk VV: Steller:

Nadere informatie

Gemeente Delft. : Geactualiseerde investerings- en exploitatiebegroting HNK, geactualiseerde strategienota en procedure van wensen en bedenkingen

Gemeente Delft. : Geactualiseerde investerings- en exploitatiebegroting HNK, geactualiseerde strategienota en procedure van wensen en bedenkingen Gewijzigd Raadsvoorstel Aan de gemeenteraad Van : College van B&W Datum : lojuni 2011 Pfh. : Milène Junius Steller : Simone Groeneweg tel.nr. ; 7842 e-mail ; sgroeneweg@delft.nl Doelstelling Registratienr.

Nadere informatie

Stijn Smeulders / september 2017

Stijn Smeulders / september 2017 Agendapunt commissie: 5.4 steller telefoonnummer email Stijn Smeulders 06-14164246 stijn.smeulders@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 280559/287224 21 september 2017 portefeuillehouder

Nadere informatie

Verslag informatiebijeenkomst spoorlijn Heerenveen - Groningen

Verslag informatiebijeenkomst spoorlijn Heerenveen - Groningen Verslag informatiebijeenkomst spoorlijn Heerenveen - Groningen Datum dinsdag 23 november 2010 Locatie Tijd Aanwezig namens de Provincie Fryslân Hotel Hajé, Loire-zaal 20.00 22.30 uur Piet Adema (gedeputeerde)

Nadere informatie

Onderstaand vindt u de antwoorden op de vragen van de leden Cegerek en Albert de Vries.

Onderstaand vindt u de antwoorden op de vragen van de leden Cegerek en Albert de Vries. > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Doetinchem, 19 juni Te besluiten om: 1. Het Regionaal Programma Werklocaties Achterhoek met bijlagen (RPW Achterhoek) vast te stellen.

Doetinchem, 19 juni Te besluiten om: 1. Het Regionaal Programma Werklocaties Achterhoek met bijlagen (RPW Achterhoek) vast te stellen. Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7.2 ALDUS VASTGESTELD 27 JUNI 2019 Te besluiten om: 1. Het Regionaal Programma Werklocaties Achterhoek 2019-2023 met bijlagen (RPW Achterhoek) vast te stellen. Context De Achterhoek

Nadere informatie