Maart Jaarverslag 2015 en onderzoeksplan 2016 Rekenkamercommissie Ede

Transcriptie

1 Maart 2016 Jaarverslag 2015 en onderzoeksplan 2016 Rekenkamercommissie Ede

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding bij jaarverslag 2015 en onderzoeksplan Jaarverslag Vervolgonderzoek verbonden partijen Onderzoek invulling kaderstellende rol raad Ede Onderzoek vervanging en financiering kapitaalgoederen Onderzoek effectiviteit subsidiebeleid Onderzoek burgerparticipatie Onderzoek geheimhouding Overige (onderzoeks)activiteiten Financiën 6 3. Onderzoeksplan Werkwijze Onderzoek robuustheid ICT-inrichting van de gemeente Ede Onderzoek naar privacybeleid van de gemeente Ede in het sociale domein Onderzoek doorwerking aanbevelingen vervolgonderzoeken Onderzoeken die mogelijk worden opgestart Overige activiteiten Budget en samenstelling 9 Bijlagen I. Aanbevelingen naar aanleiding van rekenkameronderzoeken 10 2

3 1. Inleiding bij jaarverslag 2015 en onderzoeksplan 2016 Hierbij biedt de rekenkamercommissie Ede u het jaarverslag 2015 en onderzoeksplan 2016 aan. U leest in hoofdstuk 2 van dit document welke activiteiten de rekenkamercommissie in 2015 heeft uitgevoerd. In hoofdstuk 3 leest u onder meer welke nieuwe onderzoeken de commissie in 2016 wil starten. De rekenkamercommissie toetst het gevoerde bestuur van de gemeente Ede op rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid. Met onafhankelijk onderzoek wil de commissie bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van het openbaar bestuur. Het commissielid, de heer Janse, is op 15 november 2015 in dienst getreden bij de gemeente Ede als senior adviseur Financiën en Control en heeft vanwege onverenigbaarheid van functies zijn lidmaatschap van de rekenkamercommissie opgezegd. De commissie heeft onlangs besloten om de heer Bergshoef aan de raad voor te dragen voor benoeming als extern lid van de rekenkamercommissie Ede. Op 7 maart 2016 liep de benoemingstermijn van twee leden, het betreft de heer Van Kroonenburg en de heer Swinkels, van de commissie af. De commissie heeft in haar vergadering van 14 januari 2016 besloten beide leden voor een tweede termijn aan de raad voor te dragen. De gemeenteraad van Ede heeft in de besluitvormende vergadering van 3 maart 2016 ingestemd met het herbenoemingsvoorstel van de commissie. 2. Jaarverslag Vervolgonderzoek verbonden partijen 1 De gemeenteraad van Ede heeft op 29 januari 2015 het rekenkamerrapport Vervolgonderzoek verbonden partijen van de gemeente Ede in de besluitvormende vergadering behandeld en ingestemd met het raadsbesluit bij het rapport. De commissie is in dit onderzoek nagegaan hoe het college van B en W invulling gegeven heeft aan de aanbevelingen van het rapport Verbind en beheers uit Voor de aanbevelingen uit het rapport Vervolgonderzoek verbonden partijen van de gemeente Ede wordt verwezen naar het jaarverslag 2014/onderzoeksplan 2015, bijlage II. De raad heeft tijdens de besluitvormende vergadering van 29 januari 2015 een motie van de fractie GL/PE en de fractie van D66 aangenomen, waarin het college opgeroepen wordt om samen met de burgemeesters en wethouders van de partnergemeenten te komen tot een uniforme en afgestemde besluitvormingscyclus rondom gemeenschappelijke regelingen Onderzoek invulling kaderstellende rol raad Ede 3 De rekenkamercommissie heeft in samenwerking met de Stichting Beleidsanalyse en Bestuursondersteuning (StiBaBo) op 12 maart 2015 haar bevindingen uit het onderzoek aan de raad gepresenteerd. In dit onderzoek heeft de commissie onderzocht hoe de gemeenteraad van Ede zijn kaderstellende rol invult. De heer Elzinga, hoogleraar staatsrecht, heeft tijdens de presentatie op 12 maart 2015 zijn visie gegeven op de kaderstellende (en controlerende rol) van de gemeenteraad. In een workshop hebben toen raadsleden en fractievolgers aan de hand van drie casussen nagedacht en gediscussieerd over wat met het kaderstellen bereikt moet worden en wat hierbij de kritische aandachtpunten zijn. Mede naar aanleiding van dit rekenkamerrapport is er op 19 mei 2015 een benen-op-tafel overleg georganiseerd met de raadsfracties, het college van B en W, griffiemedewerkers en de rekenkamercommissie. Een van de thema s, die toen besproken zijn, ging over kaderstelling. De gemeenteraad heeft in de besluitvormende vergadering van 21 mei 2015 unaniem ingestemd met de vernieuwingsgedachte die uit het rapport Kaderstelling onder controle? spreekt. In het rapport is in paragraaf 5.3, aan de hand van vier denkrichtingen, beschreven hoe de raad zijn kaderstellende en controlerende functie kan versterken. Voor de vier denkrichtingen/scenario s zie verder het jaarverslag 2014/onderzoeksplan 2015, bijlage III. 2.3 Onderzoek vervanging en financiering kapitaalgoederen De rekenkamercommissie heeft in dit onderzoek onderzocht hoe de financiering en vervanging van de gemeentelijke kapitaalgoederen bij de gemeente Ede plaatsvinden en of de vervanging van een kapitaalgoed op de langere termijn financieel is geborgd. Het inventariserende onderzoek viel in twee 1 Zie voor dit vervolgonderzoek ook het jaarverslag 2014 van de RKC Ede, blz De fracties van de PvdA en SGP stemden tegen deze motie. 3 Zie voor dit onderzoek ook het jaarverslag 2014 van de RKC Ede, blz. 3 en 4. 3

4 onderdelen uitéén: het onderdeel Beheer Openbare Ruimte (BOR) en het onderdeel vastgoed. De commissie heeft dit onderzoek zelf uitgevoerd. De commissie concludeert op de basis van de onderzoeksbevindingen dat de financiering van de gemeentelijke kapitaalgoederen op verschillende manieren plaatsvindt en dat er geen vaste gedragslijn of beleidslijn is vastgesteld wanneer welke vorm van financiering wordt toegepast. Verder concludeert de commissie dat voor een deel van de kapitaalgoederen geldt dat de financiering op de langere termijn niet geborgd is. Het college van B en W vermeldt in zijn reactie op het rapport dat het college zich kan vinden in de aanbevelingen van de rekenkamercommissie, maar dat het van mening is dat het voor een deel reeds invulling heeft gegeven aan deze aanbevelingen. Tijdens een informatieve bijeenkomst op 29 oktober jl. heeft de commissie de uitkomsten van het onderzoek aan de raad gepresenteerd. De gemeenteraad heeft op 12 november 2015 ingestemd met de aanbevelingen uit het rapport (zie verder bijlage I). 2.4 Onderzoek effectiviteit subsidiebeleid Het onderzoeksbureau Necker van Naem heeft in 2015 in opdracht van de rekenkamercommissie Ede een onderzoek uitgevoerd naar de effectiviteit van het subsidiebeleid van de gemeente Ede. Met het onderzoekrapport Doelen gezocht biedt de rekenkamercommissie inzicht in het gemeentelijk subsidiebeleid, zijn er leereffecten benoemd met betrekking tot de effectiviteit van de uitvoering van het subsidiebeleid en tracht de commissie een bewuste(re) besluitvorming bij de raad met betrekking tot de inzet van het subsidieinstrument te bevorderen. De rekenkamercommissie concludeert in haar onderzoek dat procedureel het subsidiebeleid bijna op orde is. De gemeente beschikt over een Algemene subsidieverordening en diverse subsidieregelingen, maar er ontbreken kaders voor het doelmatig en rechtmatig toepassen van het subsidiebeleid. De uitvoering van het subsidiebeleid kan volgens de commissie echter nog worden verbeterd. Zo kent niet elke subsidieregeling of -afspraak een doelomschrijving, ontbreekt bij de vaststelling van een subsidie soms de motivering en evalueert de gemeente niet haar subsidiebeleid, zoals in de Algemene wet bestuursrecht (artikel 4:24) wordt voorgeschreven. De commissie heeft aan de hand van de subsidieverstrekking aan de stichting Opella, de stichting Sportservice Ede, Pure House Events en de Bennekomse muziekvereniging Oefening Baart Kunst de uitvoering van het subsidiebeleid onderzocht. Uit de onderzochte casussen blijkt dat tevens de effectiviteit van het subsidiebeleid niet bepaald kan worden, omdat de kaders hiervoor ontbreken. Uit de onderzochte casussen blijkt verder dat de gemeente niet afweegt of het verlenen van een subsidie de beste weg is om een doel te bereiken. Ten slotte blijkt uit het onderzoek dat de gemeenteraad wordt geïnformeerd over de aard en omvang van de verstrekte subsidies, maar weinig zicht heeft op en in welke mate de subsidie bijdraagt aan de gestelde doelen. Voor de aanbevelingen van dit onderzoek wordt verwezen naar bijlage I. Het college geeft in zijn reactie op het rapport aan dat het eens is met de conclusie van de commissie dat het kader voor de inzet van het subsidie-instrument om een herijking vraagt en dat het van groot belang is dat de gemeente inzicht heeft in de bijdrage van een subsidie aan de gemeentelijke doelstelling(en) en de gewenste maatschappelijke effecten. De rekenkamercommissie heeft op 26 november jl. tijdens een informatieve bijeenkomst de resultaten van het onderzoek gepresenteerd aan de gemeenteraad. De raadsbehandeling van het rapport is in verband met een overvolle raadsagenda tijdens de maand december onder meer als gevolg van de vluchtelingenproblematiek - verschoven naar februari/maart Onderzoek burgerparticipatie De rekenkamercommissie heeft in 2015 een onderzoek uitgevoerd naar burgerparticipatie bij de gemeente Ede, omdat burgerparticipatie steeds meer een vast onderdeel vormt van de besluitvormingsprocessen van de gemeentelijke overheden. Ook het huidige college van B en W van de gemeente Ede wil burgerparticipatie actief inzetten bij de voorbereiding en uitvoering van plannen en projecten 5. 4 Het rapport is behandeld in de oordeel- en besluitvormende vergadering van respectievelijk 11 februari en 3 maart Zie onder meer het Convenant

5 Het onderzoeksbureau PBLQ Zenc heeft in opdracht van de commissie een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van het beleidskader 6, dat de gemeente Ede ten aanzien van burgerparticipatie heeft geformuleerd. Daarnaast heeft het onderzoeksbureau aan de hand van enkele casussen onderzocht hoe de gemeente aan dit kader in de praktijk invulling geeft. In het onderzoek stonden de volgende participatietrajecten centraal: het traject medemaken, het Gemeentelijk Verkeers- en VervoersPlan (GVVP), het burgerinitiatief om een poppodium in Ede te realiseren, het Plan van Aanpak Levendig Centrum en de Overgangsnota Participatie door Integratie. Uit het onderzoek komt naar voren dat het beleidskader van de gemeente er weloverwogen uitziet, maar op onderdelen achterhaald is en niet aansluit bij de huidige praktijk van burgerparticipatie in de gemeente Ede. Verder blijkt uit het onderzoek dat de verschillende actoren (de inwoners, het college en de ambtenaren) de huidige praktijk van burgerparticipatie wisselend beoordelen. De commissie heeft de uitkomsten van het onderzoek op 18 februari jl. aan de raad gepresenteerd. Het rapport is behandeld in de oordeel- en besluitvormende vergadering van respectievelijk 3 en 17 maart Voor de aanbevelingen van dit onderzoek zie bijlage I. 2.6 Onderzoek geheimhouding Dit onderzoek is in het najaar van 2015 van start gegaan. Met het onderzoek wil de commissie inzicht bieden in hoe de gemeente in de praktijk omgaat met het opleggen, bekrachtigen en opheffen van geheimhouding en het in beslotenheid vergaderen. De commissie verwacht dat het gemeentebestuur met dit inzicht een weloverwogen afweging kan maken om wel of niet geheimhouding op een document te leggen en om in beslotenheid te gaan vergaderen en dat het bestuur hierbij zorgt dat de nationale wet- en regelgeving 7 en het gemeentelijke kader rondom geheimhouding wordt nageleefd. De commissie brengt op basis van onder meer de Gemeentewet en enkele wetenschappelijke artikelen de wettelijke procedures met betrekking tot het opleggen, bekrachtigen en opheffen van geheimhouding en het in beslotenheid vergaderen in kaart. De praktijk van geheimhouding en in beslotenheid vergaderen bij de gemeente Ede wordt onderzocht aan de hand van college- en raadsdocumenten en het voeren van enkele gesprekken met ambtenaren die nauw bij dit onderwerp zijn betrokken. De rekenkamercommissie voert dit onderzoek zelf uit. De commissie zal de resultaten van het onderzoek naar verwachting in juni 2016 presenteren aan de raad. 2.7 Overige (onderzoeks)activiteiten Huishoudelijk reglement De commissie heeft eind 2015 voor haar werkzaamheden een huishoudelijk reglement op- en vastgesteld. Het reglement is vooral een actualisatie van het onderzoeksprotol en is vooral bedoeld voor intern gebruik 8. Het onderzoeksprotocol komt hiermee te vervallen. Bij het opstellen van het document is overlap met de Verordening op de rekenkamercommissie Ede en het Visiedocument rekenkamercommissie Ede 9 zoveel als mogelijk voorkomen. In het huishoudelijk reglement wordt onder meer ingegaan op de wijze van vergaderen, de uitgangspunten die de commissie hanteert bij het uitvoeren van onderzoek, het selecteren van onderzoeksonderwerpen, de uitvoering van onderzoeken, de samenwerking met externe onderzoeksbureaus, de wijze van rapporteren en het ambtelijk en bestuurlijk wederhoor. Vooronderzoek gemeentelijk aanbestedingsbeleid De commissie heeft vanwege een praktische reden afgezien van dit vooronderzoek. De commissie kon voor dit onderzoek namelijk niet beschikken over de werkdocumenten van de accountant (Deloitte) betreffende de controle van het gemeentelijke aanbestedingsbeleid (in het kader van de jaarrekeningcontrole 2014). 6 Het betreft de Notitie Burgerparticipatie in de gemeente Ede uit Denk hierbij bijvoorbeeld naar het verwijzen naar een van de weigeringsgronden van artikel 10 van de Wob. 8 Het huishoudelijk reglement wordt binnenkort op de site van de rekenkamercommissie geplaatst. 9 De commissie gaat in dit document onder meer in op de missie en ambitie die zij heeft en de onderzoeksinstrumenten die zij inzet. 5

6 2.8 Financiën Bedragen x Budget Realisatie Resultaat Secretaris / onderzoeker Vergoeding commissieleden V Reis- en verblijfkosten V Contributies/lidmaatschappen N Drukwerk en diversen 2,5 0,5 2 V Kosten uitbesteed onderzoek V Totaal 106,5 88,5 18 V Uit het onderzoeksbudget is in 2015 betaald: De kosten in verband met het uitbesteden van het onderzoek naar de effectiviteit van het subsidiebeleid van de gemeente Ede ( ,-). De eerste termijnfactuur van het onderzoek naar burgerparticipatie ( 7.020,-). De totale kosten van dit onderzoek bedragen ,-. 6

7 3. Onderzoeksplan Werkwijze De rekenkamercommissie stelt jaarlijks een onderzoeksplan op waaruit blijkt welke nieuwe onderzoeken de commissie wil gaan uitvoeren. De commissie inventariseert onderwerpen voor onderzoek door het consulteren van de raadsfracties en het bijhouden van thema s die spelen in het lokale bestuur. De raad kan de rekenkamercommissie verzoeken naar een specifiek onderwerp onderzoek te doen. De beoordeling van de aangedragen onderwerpen vindt plaats op basis van de selectiecriteria uit het huishoudelijk reglement. In de onderzoeken wordt teruggekeken naar het verleden met de bedoeling te leren voor de toekomst. In de onderzoeken wordt inzicht geboden in het gevoerde bestuur en beleid. In de aanbevelingen worden suggesties en oplossingsrichtingen aangegeven voor verbeteringen. De commissie voert een deel van de onderzoeken zelf uit en huurt daarnaast externe onderzoekers in. Wanneer dat met het oog op specifieke deskundigheid nodig is, wordt zeker externe expertise ingehuurd. Deze inhuur voert dan samen met de commissie een of meer aspecten van het onderzoek uit. De onderzoeken worden uitgevoerd met inachtneming van de richtlijnen uit het huishoudelijk reglement. Het reglement biedt een handvat en waarborg voor de kwaliteit van het onderzoek en een zorgvuldig verloop van het onderzoeksproces. Per onderzoek stelt de commissie een onderzoeksopzet op waarin de aanleiding, de probleemstelling en de onderzoeksvragen wordt toegelicht. De onderzoeksopzet wordt ter kennisname aangeboden aan de raad, het college en de ambtelijke organisatie. De bevoegdheden, verantwoordelijkheden en middelen van de gemeente zijn in verband met de decentralisaties in het sociaal domein flink toegenomen. De gemeenteraad van Ede heeft daarom bij de Perspectiefnota besloten, met name ter versterking van de controlerende van de raad, om het budget van de rekenkamercommissie met ingang van 2016 structureel met ,- per jaar te verhogen. Dit betekent dat de commissie in 2016 meer onderzoeksactiviteiten gaat verrichten dan voorheen. Naar verwachting zal het extra onderzoeksbudget ook gevolgen hebben voor de werkwijze van de commissie. 3.2 Onderzoek robuustheid ICT-inrichting van de gemeente Ede Gemeenten bieden steeds meer van hun diensten en producten digitaal aan de burger aan. Digitale processen en databestanden worden meer en meer gekoppeld, zodat informatie sneller en efficiënter beschikbaar komt. Deze digitalisering biedt steeds weer nieuwe mogelijkheden om werkprocessen effectiever en efficiënter te maken en de dienstverlening te verbeteren. Maar aan deze ontwikkelingen kleven ook risico s. Denk onder meer aan de aantasting van de privacy of informatiemisbruik. De complexiteit van de digitale infrastructuur is de afgelopen decennia - in samenhang met steeds meer digitale toepassingsmogelijkheden - fors toegenomen. Ook de beheersbaarheid waar het gaat om het indammen van risicofactoren is veel complexer geworden. Binnen overheidsorganisaties is kennis over de toepassingsmogelijkheden over het algemeen in redelijke mate aanwezig. Veiligheidsrisico s ten aanzien van bijvoorbeeld het beheer van wachtwoorden, de verantwoorde opslag van gevoelige documenten, niet verantwoorde autorisaties staan echter vaak niet op het netvlies van de doorsnee ICT-gebruiker. In het rekenkameronderzoek wordt nagegaan of de robuustheid van de ICT-systemen van de gemeente Ede, en het gebruik hiervan, in voldoende mate in de pas loopt met de steeds verder gaande digitalisering. De rekenkamercommissie schakelt voor het organiseren en aansturen van het onderzoek een in ICT gespecialiseerd bureau in 10. Een op ICT-gericht onderzoek is immers complex en vraagt een deskundige voorbereiding. De commissie zal in samenspraak met het bureau een onderzoeksopdracht formuleren. Het bureau moet ook ondersteuning bieden bij het selecteren van het onderzoeksbureau dat het onderzoek gaat uitvoeren. De rekenkamercommissie start met de uitvoering van het onderzoek in september/oktober Het bureau zal tijdens het onderzoek als een soort van stafbureau fungeren. De rekenkamercommissie heeft gedurende het onderzoek de regie. 7

8 3.3 Onderzoek naar privacybeleid van de gemeente Ede in het sociale domein De gemeenten zijn vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de uitvoering van de taken die voortvloeien uit de Wet jeugdzorg, de Participatiewet en de Wet maatschappelijke ondersteuning. Het is voor uitvoeren van deze taken nodig dat privacygevoelige gegevens van burgers tussen de gemeente en de zorgaanbieders worden uitgewisseld. Het College Bescherming Persoonsgegevens heeft zich sinds 2014 al enkele keren kritisch uitgelaten over de wijze waarop het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de gemeenten zorgdragen voor het zorgvuldig en veilig omgaan met de privacygegevens van burgers. Uit een brief van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid blijkt - naar aanleiding van een steekproef onder 78 gemeenten in dat er ook bij de gemeente Ede ten aanzien van het gebruik van Suwinet nog het nodige te verbeteren valt. De commissie wil een kort onderzoek uitvoeren naar het beleid van de gemeente met betrekking tot het omgaan met privacygevoelige gegevens van burgers in het kader van de decentralisaties. Met dit onderzoek wil de commissie nagaan of c.q. inzicht bieden in: de gemeentelijke kaders voldoen aan de landelijke wetgeving; hoeverre de gemeentelijke kaders zijn verwerkt in de werkprocessen; hoeverre de werkprocessen werkbaar zijn; de juridische control ook functioneert ten aanzien van privacy-aspecten; hoeverre de privacy van gegevens van inwoners per 1 januari 2015 geborgd is. Het onderzoek richt zich op het privacybeleid dat de gemeente heeft ontwikkeld in het kader van de drie decentralisaties en de werkprocessen die zij hiervoor heeft ingericht. De onderzoeksperiode van het onderzoek loopt van 1 januari t/m 31 december Het onderzoek wordt uitbesteed en start in het tweede kwartaal van Onderzoek doorwerking aanbevelingen vervolgonderzoeken De rekenkamercommissie voert in 2016 een kort onderzoek uit naar de doorwerking van de aanbevelingen uit het rapport Vervolgonderzoek informatievoorziening grote projecten (juni 2014) en het rapport Vervolgonderzoek verbonden partijen (februari 2015). Met het onderzoek wil de commissie nagaan in hoeverre het college de aanbevelingen van de commissie heeft geïmplementeerd. Het onderzoek gaat naar verwachting in juni 2016 van start. 3.5 Onderzoeken die mogelijk worden opgestart De rekenkamercommissie is zich momenteel aan het beraden over welke onderzoeken, naast de hierboven beschreven onderzoeken, zij in 2016 wil opstarten. De raad wordt hierover te zijner tijd geïnformeerd. Onderzoek huishoudelijke hulp De rekenkamercommissie heeft na intern beraad en na consultatie van de raadsfracties, die dit onderwerp hebben aangedragen, besloten om voorlopig geen onderzoek uit te voeren naar huishoudelijke hulp 11. De commissie zal dit thema in 2016 wel op de voet volgen. Onderzoek bezuinigingen op de ambtelijke organisatie De rekenkamercommissie zal in 2016 mogelijk een onderzoek uitvoeren naar de bezuinigingen op de ambtelijke organisatie. Met dit inventariserende onderzoek wil de commissie nagaan of het college van B en W de doelen van de voorgenomen bezuiniging op de ambtelijke organisatie, d.w.z. een personeelsreductie van zo n 100 fte in 2017, heeft gerealiseerd. In een kort vooronderzoek in de eerste helft van 2016 wordt bepaald of het onderzoek goed uitvoerbaar is en relevante aanbevelingen zou kunnen opleveren. 3.6 Overige activiteiten De rekenkamercommissie heeft in 2014 een voorlopig visiedocument opgesteld. Het visiedocument gaat onder meer in op de visie van de commissie op hoe zij met haar werkzaamheden de controlerende rol van de raad kan versterken, haar ambities en de onderzoeksinstrumenten die zij wil inzetten. De commissie wil 11 Het (oorspronkelijke) doel van het onderzoek was om inzicht te bieden in het maatwerk dat de gemeente Ede c.q. de zorgaanbieder op het gebied van huishoudelijke hulp levert aan de cliënt. Tijdens het onderzoek zouden de ervaringen van cliënten met het maatwerk en het gevoerde keukentafelgesprek centraal staan. De raadsfracties vinden dat het college de raad momenteel goed informeert over de ontwikkelingen betreffende de huishoudelijke hulp in de gemeente Ede. 8

9 dit jaar het document - o.a. aan de hand van het Stappenplan doorwerking van de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies, actualiseren. 3.7 Budget en samenstelling De rekenkamercommissie voert haar werkzaamheden uit binnen het budget dat de raad hiervoor beschikbaar heeft gesteld. De commissie beschikt over een ambtelijk secretaris die samen met de (externe) commissieleden onderzoeken uitvoert. Daarnaast wordt externe onderzoekscapaciteit ingehuurd. De Rekenkamercommissie Ede beschikte in 2015 over een budget van ,- (voor de specificatie van het budget zie hiervoor paragraaf 2.8). Met ingang van 2016 is het (onderzoeks)budget van de commissie met ,- verhoogd. In 2015 had de commissie de volgende samenstelling: Voorzitter: Leden: Secretaris: dhr. A. Swinkels dhr. F. Janse dhr. J. van Kroonenburg mw. I. Wammes mw. L. Zwier dhr. S. de Jong De heer Swinkels is ook in 2016 voorzitter van de rekenkamercommissie Ede. 9

10 Bijlage I: Aanbevelingen naar aanleiding van rekenkameronderzoeken Onderzoek vervanging en financiering kapitaalgoederen Ontwikkel een eenduidige beleidslijn ten aanzien van het financieren, onderhouden en vervangen van de gemeentelijke kapitaalgoederen en weest u er van bewust dat de huidige werkwijze voor het vervangen van de gemeentelijke kapitaalgoederen jaarlijks bij de begrotingsvoorbereiding en - behandeling tot financiële claims kan leiden. Stel voor de verschillende categorieën kapitaalgoederen, wanneer van toepassing, een actuele meerjarenonderhouds- en -vervangingsplan op. Onderzoek effectiviteit subsidiebeleid Hou vast wat er wel op orde is en verbeter wat niet op orde is, door de volgende acties: - Stel uitvoeringskaders op; - Onderwerp alle subsidies boven een te bepalen bedrag (bijvoorbeeld ,-) aan een beoordeling. Zorg voor een kader dat recht doet aan de bijdrage die de subsidies leveren aan de gemeentelijke doelstellingen en de wijze waarop die doelstellingen samenhangen met de gewenste maatschappelijke effecten. Maak hier een leercurve van. Maak een afwegingskader voor het bewust kiezen van het instrument subsidies. Onderzoek burgerparticipatie Raad, college en ambtenaren: Ga samen aan de slag om de klokken gelijk te zetten wat betreft burgerparticipatie. Organiseer daarvoor een creatieve denktank die bestaat uit afgevaardigden uit de burgerij, de raad en de gemeentelijke organisatie. Raad: Initieer op basis van de resultaten van de denktank een nieuwe nota over burgerparticipatie. College: Zorg ervoor dat de participatietrajecten gestructureerd geëvalueerd worden. Raad, college en ambtenaren: Zorg ervoor dat aan een participatietraject naast de vertegenwoordigers van belangenorganisaties ook voldoende andere inwoners van Ede deelnemen. 10