Hoofdstuk 1b VERKENNING Muntenpuzzel Oplossing Muntenpuzzel Werken en evalueren Oplossing Werken en evalueren...
|
|
- Philomena Eilander
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Docent lessuggesties INLEIDING... 3 Hoofdstuk 1a VERKENNING... 4 Introductie van het Jan de Ruiterplein... 4 Lineair... 7 Circulair... 7 Quiz laten maken (diagnostische toets)... 8 Hoofdstuk 1b VERKENNING Muntenpuzzel Oplossing Muntenpuzzel Werken en evalueren Oplossing Werken en evalueren Hoofdstuk 2a INITIATIEFFASE Brainstorm over intakevragen Rollenspel Karel Alcoholgebruik van Karel Maslow en Pinto Hoofdstuk 2b INITIATIEFFASE Kennismaken met je naam Dichtbij kennismaken Hoofdstuk 3a ANALYSE Casus Marie Mishandeling Marie Micro, meso en macroniveau, de Sorteeroefening Hoofdstuk 3b ANALYSE Raar maar waar Hoofdstuk 4a PROBLEEMSTELLING Casus familie Stokkers: Gooi het maar in de prullenbak! Diagnose Karel Stokkers Wondervraag en schaalvraag Hoofdstuk 4b PROBLEEMSTELLING Een streep door de rekening Oplossing oefening Een streep door de rekening Hoofdstuk 5a DOELSTELLING Diagnose Rik Doelstelling voor Rik Rik hoort stemmen Hoofdstuk 5b DOELSTELLING Lijnenspel Hoofdstuk 6a STRATEGIE Casus Het Duifje Casus luiercontainer Wij en Zij? Hoofdstuk 6b STRATEGIE Logische reeks... 46
2 Oplossing oefening Logische reeks Giraffe Oplossing oefening Giraffe Hoofdstuk 7a UITVOERING Casus meneer De Cock Ken jezelf Analfabeet Hoofdstuk 7b UITVOERING Zoek de zevende dwerg Hoofdstuk 8a NETWERKEN Casus Jouw natuurlijke netwerk Casus mevrouw Jansen, haar netwerk Mevrouw Jansen heeft suikerziekte Hoofdstuk 8b NETWERKEN Netwerk kwartetten Hoofdstuk 9a EVALUEREN Casus Muziektent Schets je eigen puberteit Feedback oefening Hoofdstuk 9b EVALUEREN Evalueren zonder woorden Kies je plek Hoofdstuk 10a BIJSTELLEN Casus Joost Je leerhouding bijstellen Je eigen valkuilen Hoofdstuk 10b BIJSTELLEN In de juist volgorde
3 INLEIDING Om de inhoud van het boek Methodisch handelen inzichtelijk over te dragen en/of te verhelderen krijgt de docent een aantal werkvormen aangereikt waaruit hij kan kiezen. Van elk hoofdstuk zijn werkvormen in twee varianten aanwezig: een A-variant en een B- variant. De A-variant biedt ondersteuning bij de leerstof op een meer serieuze, inhoudelijke manier. De B-variant biedt deze ondersteuning meer spelenderwijs. Vaak gaat het hier om puzzels, spellen of raadsels. Door deze variatie in werkvormen kan de docent kiezen welke werkvorm het beste past bij de lessituatie. Niet elke werkvorm is geschikt voor elke docent en de ene werkvorm zal meer aanspreken dan de andere. Een woord vooraf voor de docent. Een dikke handleiding met veel suggesties voor de lessen methodiek. Is dat nu wel nodig? Ik kan er toch wel mijn eigen invulling aan geven? Maar natuurlijk! Ter overweging het volgende verhaal. Rollade braden Een pas getrouwde jongedame wil haar echtgenoot verwennen met een heerlijke zondagse maaltijd. De liefde gaat immers door de maag. Zij besluit op zaterdagavond ter voorbereiding een rollade te gaan braden. Haar echtgenoot bekijkt dit tafereel en ziet dat zij het begin en einde van de rollade afsnijdt en het vlees dan pas in de pan legt. Hij vindt dit vreemd omdat zijn moeder dat nooit zo heeft gedaan. De man besluit een paar dagen later opheldering te vragen bij zijn schoonmoeder. Wat blijkt? De schoonmoeder had haar hele leven lang een wat kleine braadpan waar de rollade niet in paste. Vandaar dat zijn echtgenote stukken van de rollade afsneed. Zij had dit altijd gezien bij haar moeder en nooit geweten wat hiervan de reden was. En, een goed voorbeeld doet immers goed volgen! Alle werkvormen hebben met elkaar gemeen dat ze betekenis geven aan de inhoud van het boek. Het zijn kapstokken waaraan de theorie kan blijven hangen. 3
4 Hoofdstuk 1a VERKENNING Introductie van het Jan de Ruiterplein Deze kapstok/oefening is beschikbaar in PowerPoint. Om de studenten een beeld te laten vormen van het Jan de Ruiterplein zijn een aantal foto s gemaakt en is de plattegrond van het plein in PowerPoint te bekijken. Ook is in PowerPoint een aantal casussen en achtergrondinformatie over het plein beschikbaar. De volgende dia s zijn te gebruiken voor de eerste introductie van het plein. De eerste dia van de presentatie, de plattegrond. Op deze dia staan alle objecten van het plein. Dit zijn hyperlinks. Als je erop klikt dan krijg je een casus te zien met de bijbehorende foto. Wanneer de student klikt op het woord Beschrijving (midden onder op de dia) dan gaat hij naar de tweede dia van de presentatie. 4
5 Tweede dia, beschrijving Jan de Ruiterplein. Na het lezen van de informatie op deze tweede dia, kan de student twee keuzes maken onderin de dia: 1. Gemeentelijke cijfers over de buurt. Wanneer de student dit kiest wordt de volgende dia getoond. 2. Terug naar plattegrond plein. Hierdoor komt de student weer uit op de eerste dia: de plattegrond. 5
6 Derde dia, gemeentelijke cijfers over de buurt. Tip De cijfers van het plein zijn ook als Excel-bestand beschikbaar. Boven in de tabel staan de jaren, te beginnen met vorig jaar. De aanduiding -1 betekent vorig jaar min 1 jaar. De laatste kolom geeft -11 aan, dit gaat over vorig jaar min 11 jaren. We kunnen dus 12 hele jaren terugkijken. Opdracht 1. Het huidige jaar staat niet in de tabel. Waarom is dat? (Antwoord: het jaar is nog niet afgelopen waardoor de definitieve cijfers nog niet bekend zijn). 2. Bekijk de kolom van vorig jaar en de kolom van -11. Wat valt je op? (Antwoord: de cijfers (aantallen) zijn nagenoeg gelijk). 3. Welke conclusie kun je uit je antwoord trekken? (Antwoord: de opbouw van de populatie is niet veel veranderd. Het is wat dat betreft een stabiel plein). 4. Je bent een opbouwwerker en wilt een tienergroep gaan starten voor alleen meiden. Hoe groot is je doelgroep? (Antwoord: de tienergroep bestaat uit jongeren in de leeftijd jaar. Dit waren er vorig jaar 47. Omdat het om een meiden tienergroep gaat, kun je de groep grofweg delen door 2 (een helft jongens en een helft meisjes). Je zou dus ongeveer 24 meiden kunnen verwachten in deze leeftijdsgroep). 6
7 Lineair Om de studenten te laten ervaren wat lineair is, kan de volgende oefening gedaan worden. 1. Schuif stoelen en tafels aan de kant in het lokaal. 2. Maak een groepje van 5 studenten en laat ze plaatsnemen tegen een muur van het lokaal. 3. Geef ze de volgende voorwerpen: - een tafel; - 2 stoelen; - een halve pagina van een krant (formaat Spits, Metro); - en een enveloppe (A5-formaat). 4. Met deze voorwerpen moeten de studenten de overkant van het lokaal bereiken zonder dat ze met hun schoenen op de vloer staan. 5. De overige studenten gaan observeren en mogen geen commentaar of hints geven. Oplossing De voorwerpen (aantal voorwerpen is gelijk aan het aantal spelers) moeten zo worden gebruikt dat er een pad ontstaat waarop de studenten kunnen staan. Het laatste voorwerp wordt dan naar voren doorgegeven zodat het vooraan de rij komt te liggen. Circulair De eerste groep studenten uit de oefening Lineair wordt vervangen door een nieuwe groep studenten met dezelfde opdracht. Deze studenten zullen gebruikmaken van hun ervaring van het observeren. De overkant van het lokaal wordt sneller en efficiënter gehaald. Dit is het gevolg van het toepassen van de opgedane ervaring. In de nabespreking kan de docent aandacht besteden aan de voordelen van cyclisch werken: Je handelt bewust en doelgericht. Je handelen kun je uitleggen en verantwoorden. Je hebt het psychologische voordeel dat je niet het gevoel hebt te mislukken als je doelresultaat niet meteen wordt behaald. Je bent in staat om veel beter het proces te volgen. Je bent in staat om duidelijk procesmatig te werken. Daardoor kun je makkelijk de ene begeleidingsvorm voor de andere vervangen. Je bent flexibel omdat je rekening kunt houden met nieuwe ontwikkelingen. Je cliënt wordt niet afgerekend op zijn falen, hij krijgt immers de ruimte om te experimenteren. 7
8 Quiz laten maken (diagnostische toets) Voorbereiding Neem gekleurd A4-papier, het liefst van 120 gram, voor elke student 1 vel. Voor elk hoofdstuk neem je een andere kleur, bijvoorbeeld groen is hoofdstuk 1, rood is hoofdstuk 2, enzovoort. Snij of knip het papier in vier gelijke stukken. Geef elke student 4 kaarten, als voorbereiding voor de eerstvolgende les. Opdracht Elke student krijgt de opdracht om als voorbereiding thuis op elk van de 4 kaarten een vraag over het betreffende hoofdstuk te schrijven. Onder de vraag wordt door de student het antwoord gegeven. Aan het begin van de les worden de kaarten bij de docent ingeleverd. Hierdoor krijgt de docent een veelvoud aan kaarten over dit hoofdstuk waarmee hij kan overhoren of in de laatste les een spel, zoals vijf op een rij of boter, kaas en eieren (kruisje/nulletje), kan gaan spelen. De student moet door deze werkwijze de stof voorbereiden. Voorbeeld kaart Werkwijze quiz Verdeel de studenten in tweetallen (een ploeg). Bij veel vragen (of beschikbare tijd) kun je vijf op een rij spelen. Bij minder vragen (of minder beschikbare tijd) speel je boter, kaas en eieren (kruisje/nulletje). De ploegen stellen elkaar om de beurt een vraag die op het kaartje staat. Bij een juist antwoord wordt er een vakje in het schema ingekleurd. Wie als eerste vijf op een rij of drie op een rij (bij boter, kaas en eieren) heeft, heeft gewonnen. 8
9 Schema s: Vijf op een rij en Boter, kaas en eieren 9
10 Hoofdstuk 1b VERKENNING Muntenpuzzel De volgende hersenbreker kan als huiswerk worden meegegeven. Aan het begin van de daaropvolgende les kan de oplossing worden gegeven en besproken. De metafoor bij deze puzzel is dat methodisch werken niet een trial and error-methodiek is, maar een bewust vooraf bedachte werkwijze. De opdracht kun je uitvoeren met bijvoorbeeld 6 suikerzakjes, 6 bierviltjes, 6 koekjes of (zoals in dit voorbeeld) 6 munten. Kun jij door 1 munt te verplaatsen 2 rijen van 4 munten krijgen? De oplossing staat op de volgende pagina. 10
11 Oplossing Muntenpuzzel 11
12 Werken en evalueren Deze kapstok/oefening is beschikbaar in PowerPoint. Een eenvoudig model van methodisch werken kenmerkt zich door uitvoering en evalueren. De volgende puzzel maakt dit duidelijk. De plaatjes met de E staan voor evalueren en de plaatjes met de twee personen staan voor werken. Kun jij het werken en evalueren zo neerleggen dat er een rij van afwisselend werken en evalueren ontstaat? Spelregels zijn: Je moet deze oefening in maximaal vier stappen volbrengen. Bij elke stap moet je twee naast elkaar liggende items oppakken en die op een andere plek weer naast elkaar neerleggen. Door de student hiermee te laten schuiven, worden de begrippen werken en evalueren actueel. Tip Je kunt de student acht kleine briefjes (bijvoorbeeld Post-it) laten beschrijven: vier keer werken en vier keer evalueren. Op de volgende pagina staat de oplossing. 12
13 Oplossing Werken en evalueren Stap 1: Stap 2: Stap 3: Stap 4: Resultaat: 13
14 Hoofdstuk 2a INITIATIEFFASE Brainstorm over intakevragen 1. Laat de studenten voor zichzelf in 2 minuten opschrijven welke vragen ze hebben bij de volgende categorieën intakevragen: a. biografische gegevens; b. de leefsituatie in beeld brengen. 2. Na 2 minuten gaan de studenten tweetallen vormen en vergelijken ze elkaars lijst. Ze maken een nieuwe lijst met daarop elkaars unieke vragen. De twee lijstjes zijn nu 1 nieuwe lijst geworden. Discussie is in dit stadium niet gewenst, het doel is een nieuwe lijst te maken. 3. Na 3 minuten gaan de tweetallen zich samenvoegen met een ander tweetal. Dit viertal gaat de twee lijsten samenvoegen tot een nieuwe unieke lijst met vragen. Discussie is niet gewenst. 4. Na 4 minuten gaan de viertallen zich samenvoegen met een ander viertal tot een achttal. Deze gaan de twee lijsten samenvoegen tot 1 unieke lijst. Ook hier is geen discussie toegestaan. 5. Er zijn nu een aantal lijsten van 8 personen gemaakt. In een klas van 24 zijn er dan 3 lijsten. Deze worden door een vertegenwoordiger van elke groep in een kolom op het bord geschreven. 6. Nu wordt er klassikaal besproken wat men van deze opsomming vindt. In schema: 14
15 Rollenspel Karel Totale duur ongeveer 35 minuten De studenten lezen de casus over Karel in hoofdstuk 2.2. De rollen worden verdeeld in: Student 1: Karel; Student 2: hulpverlener; Student 3: observator. Laat alle drie de studenten nadenken over een aantal relevante intakevragen. Het rollenspel wordt in drietallen gedaan. Na 5 minuten stopt het spel en geeft de observant zijn reactie op wat hij gehoord heeft. Hiervoor kan de observatielijst gebruikt worden. De nabespreking duurt ook 5 minuten. Daarna wisselen de studenten van rol totdat ieder elke rol heeft gehad. Vraag type Probleem verduidelijken Oorzaken probleem Aantal keren gesteld Reactie Karel Beleving Invloed op dagelijks leven Omgaan met probleem Anamnese Compenserende omstandigheden Sociale omgeving Wensen en behoeften Verwachting van hulpverlening Bijstelling van hulpvraag Alcoholgebruik van Karel In de casusbeschrijving lezen wij: 15
16 In het gesprek met de politie blijkt dat Karel per se drank nodig heeft om de dag door te komen. Hij drinkt per dag een kratje bier en ongeveer drie tot vier flessen vlierbessenwijn. En, zoals Karel zelf vertelt, tussendoor nog een beetje jenever. 1. Zoek op internet de norm op van aanvaardbaar alcoholgebruik. Antwoord volgens De Gezondheidsraad adviseert gezonde volwassen mannen niet meer dan 2 standaardglazen alcohol per dag te drinken en gezonde volwassen vrouwen niet meer dan 1 standaardglas. Deze hoeveelheden veroorzaken weinig risico's voor de gezondheid. Wel hebben vrouwen ook bij deze hoeveelheid mogelijk een licht verhoogd risico op borstkanker. Wie meer drinkt, loopt meer kans op een hoge bloeddruk, een hersenbloeding, kanker en andere gezondheidsklachten. Het is echter niet zo dat personen die meer dan deze hoeveelheden drinken, per definitie aan alcohol verslaafd zijn. Voor iedereen gelden de volgende adviezen: Hoe minder alcohol, hoe beter! Streef ernaar niet iedere dag alcohol te drinken om zo te voorkomen dat het een gewoonte wordt. Drink geen alcohol wanneer u nog wilt werken, studeren of sporten. Drink geen alcohol als u of uw partner zwanger willen worden. Drink geen alcohol als u nog moet deelnemen aan het verkeer. De wettelijke grens voor deelname aan het verkeer is 0,5 promille. Dit is ongeveer twee standaardglazen. Voor mensen die nog geen vijf jaar hun rijbewijs hebben, is deze grens 0,2 promille. Drinken als reactie op stress of persoonlijke problemen is riskant. Het risico dat u dan meer gaat drinken is groter. Ook kan het een gewoonte worden om bij spanningen te gaan drinken. Pas op met alcohol bij medicijngebruik. Alcohol kan de werking van een medicijn verminderen of de bijwerkingen versterken. Raadpleeg de bijsluiter of vraag dit na bij uw huisarts. 2. Beoordeel het alcoholgebruik van Karel volgens de gevonden norm. Wat is je mening over zijn alcoholgebruik? 3. Onderzoek of jouw mening overeenkomt met die van andere studenten. Zijn er verschillende opvattingen? En zo ja, hoe komt dat? 4. Als je als hulpverlener zelf meer alcohol drinkt dan de geadviseerde norm, kun je Karel dan wel hulp bieden? Motiveer je antwoord. 16
17 Maslow en Pinto Om de begrippen die Maslow en Pinto gebruiken voor studenten te verduidelijken, kun je deze werkvorm gebruiken. 1. Kopieer de afbeelding van de driehoeken van Maslow en Pinto op een A4- of A3-papier. De afbeeldingen staan op de volgende pagina. 2. Laat de student vanuit zijn eigen referentiekader bij elk niveau een aantal concrete voorbeelden beschrijven. Hierbij kan hij denken aan voorbeelden uit zijn eigen leven of die van familie en vrienden. 3. Probeer de student te laten nadenken en voorbeelden te benoemen van beide driehoeken (Maslow en Pinto). 4. De studenten gaan de uitkomsten in groepjes met elkaar vergelijken. Wat valt op? Wat is gelijk aan elkaar? Kun je uit al die voorbeelden per niveau een conclusie trekken? 17
18 Menselijke behoeften in westerse, grofmazige culturen volgens Abraham Maslow. 18
19 Menselijke behoeften in niet-westerse, fijnmazige culturen volgens Pinto. 19
20 Hoofdstuk 2b INITIATIEFFASE Kennismaken met je naam In de initiatieffase is kennismaken een belangrijk onderdeel. De eerste lessen met een groep studenten kun je zien als de initiatieffase. Vragen als: wat gaat ons deze lessen brengen? en wie zijn mijn klasgenoten? spelen bij de meesten door het hoofd. Vandaar een kennismakingsspel. 1. Zorg voor blanco naamstickers. De stickers die gebruikt worden op poststukken zijn prima. Ten minste 1 sticker per student. 2. Laat de student zijn voornaam schrijven op een sticker. Deze sticker plakt de student goed zichtbaar op de voorkant van zijn bovenlichaam. 3. Laat de studenten op een stoel zitten, het liefst in een cirkel- of carrévorm. Om de beurt zeggen de studenten alleen hun voornaam. Na de laatste gaat het spel beginnen. 4. Je vertelt als docent je voornaam en wat je mee neemt naar school. Dit moet beginnen met de eerste letter van je voornaam. Bijvoorbeeld: Ik heet Jos en neem een judopak mee naar school of Ik heet Peter en ik neem een pen mee naar school. Na deze eerste zin zeg je dat het voorwerp (bijvoorbeeld judopak of pen) een goed voorwerp is om mee te nemen. 5. Vervolgens vraag je aan de eerstvolgende student wat hij meeneemt naar school. Als de eerstvolgende student Kim heet dan zeg je bijvoorbeeld: En Kim, wat neem jij mee? Als deze student Kim een voorwerp noemt dat begint met de eerste letter van haar voornaam (in haar geval een K) dan is het een goed voorwerp. Is het een woord dat niet begint met de eerste letter van haar voornaam (alles behalve de K) dan zeg je dat het een fout voorwerp is. 6. De tweede student mag nu zeggen wat hij meeneemt naar school. Ook hier gelden weer dezelfde regels: goed is een voorwerp dat begint met de eerste letter van zijn voornaam. Zo gaan we de kring af en na elke student geven we aan of het een goed of fout voorwerp is. 7. De verwarring ontstaat als Kim bijvoorbeeld een lantaarnpaal wil meenemen (fout) terwijl een lantaarnpaal voor Leo wel weer goed is. 8. Het spel duurt ongeveer 10 minuten. 20
21 Dichtbij kennismaken Deze oefening is een snelle methode om mensen dicht bij elkaar te laten komen. 1. Laat de studenten hun (voor)naam op een sticker schrijven en deze zichtbaar op hun bovenlichaam plakken. 2. Maak groepjes van vier studenten. Groepjes van drie kan ook. Elk groepje krijgt een krant. De exemplaren die gratis bij de spoorwegstations worden uitgedeeld hebben een fijn formaat. 3. De krant wordt vóór elk groepje op de grond gelegd. De gehele groep gaat vervolgens op de krant staan terwijl de schoenen niet buiten de krant de grond raken. De tijdsduur van het staan op de krant is 3 seconden. 4. De krant wordt nu een kwart deel kleiner gevouwen. Ook dan geldt dezelfde opdracht: de deelnemers van de groep moeten erop staan zonder dat hun schoenen buiten de krant de grond raken. De 3 seconden blijft de norm. Overleg is nu noodzakelijk. Let op wie met wie praat. 5. Nogmaals wordt de krant een kwart kleiner gemaakt. De opdracht is bekend en verandert ook niet meer. 6. Het groepje dat de krant het kleinste formaat heeft weten te geven en er toch nog 3 seconden op kon staan, zonder dat de schoenen buiten de krant de grond raakten, heeft gewonnen. Oplossingen waarbij deelnemers elkaars lichaam als steun gebruiken zijn natuurlijk ook prima. 21
22 Hoofdstuk 3a ANALYSE Casus Marie Opdracht 1. Lees de casus over Marie (mevrouw VandenAcker) aan het begin van hoofdstuk Maak een schema waarin je kort een aantal problemen van Marie beschrijft. In de tweede kolom van het schema geef je aan of de problemen belangrijk zijn voor de hulpverlening. 3. In de derde kolom geef je aan of je het probleem kunt indelen in de objectieve, de subjectieve of de sociale wereld van de cliënt (Marie). 4. In de vierde kolom geef je aan of het probleem te categoriseren is binnen het microniveau, het mesoniveau of het macroniveau. 5. Geef nu een volgorde van belangrijkheid aan door voor elk probleem een cijfer (1, 2, 3, enzovoort) te plaatsen. Je gaat een lijstje maken waarbij je elk cijfer maar 1 keer kunt gebruiken. 6. Wat zou je als eerste aanpakken en waarom? In schema: Problemen van Marie Belang hulpverlening? Ja/nee Ja/nee Objectief Subjectief Sociaal Micro Meso Macro 22
23 Mishandeling Marie In de casus lezen wij: Ze werd mishandeld, zo bleek. Ze werd geslagen en geschopt, ze werd psychisch zwaar onder druk gezet. Hij was zeer dominant, hij wilde alles onder controle hebben en deed voortdurend zijn best haar te betrappen op de kleinste fout. 1. Zoek op internet naar algemene gegevens over huiselijk geweld, zoals: - wat is huiselijk geweld? - wat is het vaak vertoonde gedrag van een dader? Tip De site van Steunpunt huiselijk geweld ( geeft informatie over dit onderwerp. 2. Nu je meer informatie hebt gevonden, verandert dat je opvatting over de casus van Marie in hoofdstuk 3? Waarom wel, of waarom niet? 3. Wat zou je verder willen analyseren in deze casus? Hoe ga je dat doen? 23
24 Micro-, meso- en macroniveau, de Sorteeroefening Micro-, meso- en macroniveau zijn termen die binnen de hulpverlening veelvuldig gebruikt worden. In de Sorteeroefening gaan de studenten zicht krijgen op de inhoud van deze termen. 1. Zorg voor drie dozen, bijvoorbeeld lege dozen van kopieerpapier. Op doos 1 zet je microniveau, op doos 2 mesoniveau en op de laatste doos macroniveau. 2. Laat de student op een papiertje een voorbeeld schrijven van microniveau. Dit papiertje wordt in de doos gelegd. Op een volgend papiertje een voorbeeld van mesoniveau. Dit wordt ook in de goede doos gestopt. Het voorbeeld van macroniveau komt in de derde doos. 3. De docent gaat rond met de dozen en laat elke student uit een willekeurige doos een papiertje pakken. 4. Om beurten leest de student zijn papiertje voor en geeft aan of dit papiertje terecht in de goede doos heeft gelegen. Een korte discussie is mogelijk. Variatie op deze oefening 5. Gebruik de volgende voorbeelden (zie volgende pagina) uit hoofdstuk 3.2 om papieren strookjes te knippen. Deze strookjes laat je door de studenten verdelen over de drie dozen. 24
25 Microniveau Je biedt je cliënt in de regel hulp bij problemen van sociaal, psychologische of lichamelijke aard. Bijvoorbeeld, je cliënt heeft te maken met: - een gevoel van overspannen zijn omdat de werkomgeving je cliënt ongelukkig maakt; - rouwverwerking; - opvoedingsproblemen; - grote schulden; - wonen in een leefgroep; - altijd ruzie met partner; - huiselijk geweld; - het feit dat hij in een instelling is geplaatst vanwege het plegen van strafbare feiten; - het feit dat hij wordt behandeld in een instelling; - drankmisbruik, ambulant of residentieel; - angst om dood te gaan. Mesoniveau Bij het mesoniveau moet je denken aan de omgeving waarbinnen de hulpverlening georganiseerd wordt. Je hebt dan iets meer afstand van de cliënt en zijn directe omgeving. Bijvoorbeeld, je cliënt: - voelt zich onveilig in de buurt; - heeft klachten over de vorige hulpverleningsinstelling; - heeft problemen met slechte arbeidsomstandigheden; - heeft ruzie met de sociale dienst; - krijgt geen toegang tot zorginstellingen; - is onverzekerd; - heeft ruzie met zijn werkgever; - heeft ruzie met de woningbouwvereniging; - heeft conflicten met een uitkerende instantie; - heeft een conflict met de gemeente over de aanleg van een nieuw skateparcours. Macroniveau Op dit niveau neemt de hulpverlener deel aan beïnvloedingsprocessen die de grenzen van het micro- en mesoniveau overschrijden. Hij verruimt de kaders van het werkveld door andere samenlevingsverbanden dan het primair proces of de organisatie van de vormen van hulpverlening op te nemen. Bijvoorbeeld: - er komen steeds meer ADHD-kinderen; - cliënten kunnen geen hulporganisatie vinden door lange wachtlijsten; - dak- en thuislozen problematiek neemt toe; - alcoholgebruik onder jeugdigen neemt toe; - plaatsingsmogelijkheden zijn beperkt. 25
26 Hoofdstuk 3b ANALYSE Raar maar waar Deze kapstok/oefening is beschikbaar in PowerPoint. De volgende vraag roept veel hoofdbrekens op. Hij maakt duidelijk dat een goede analyse van het probleem een voorwaarde is voor een juiste interpretatie van de gegevens. Vraag: Als hulpverlener kom je in een gezin. Bij de kennismaking vertellen de ouders dat zij twee kinderen hebben. Eén kind is een jongen. Hoe groot is de kans dat het andere kind een dochter is? De mogelijke antwoorden waaruit je kunt kiezen zijn: A 25% B 33% C 50% D 66% E 100% Bij de analyse van het probleem komen veel studenten tot de oplossing dat het juiste antwoord ongeveer 50% is. Immers bij de geboorte van een kind is er ongeveer 50% kans op of een jongen of een meisje. Dit is wat onze intuïtie ons vertelt. Het goede antwoord is echter 66%! De oplossing ligt erin dat er niet gezegd is dat het eerste kind een jongen is. Het tweede kind kan ook een jongen zijn! De volgende vier combinaties zijn mogelijk: Eerste kind zoon zoon dochter dochter Tweede kind zoon dochter zoon dochter De combinatie van twee dochters is niet mogelijk (er is een zoon!): Eerste kind zoon zoon dochter Tweede kind zoon dochter zoon In de overgebleven combinaties strepen we in elke mogelijkheid een zoon weg (die is immers benoemd!): Eerste kind dochter Tweede kind zoon dochter Wat overblijft zijn drie combinaties met 1 zoon en 2 dochters. Dus 1 staat tot 2, oftewel er is 33% kans op een zoon en 66% kans op een dochter! 26
27 Met deze kapstok is het belang van een goede analyse aan te tonen. Ga niet te snel uit van aannames die niet onderbouwd worden. 27
28 Hoofdstuk 4a PROBLEEMSTELLING Casus familie Stokkers: gooi het maar in de prullenbak! Om een discussie niet te laten beïnvloeden door persoonlijke opvattingen over de deelnemers aan de discussie, kun je deze oefening gebruiken. Voorbereiding Zorg voor een lege prullenbak en voor elke deelnemer 1 vel A4-papier. 1. Schrijf allemaal op een stuk papier wat jij het grootste probleem vindt van de familie Stokkers uit hoofdstuk 4. Gebruik daarvoor niet meer dan 2 zinnen. 2. Vouw het papier dubbel en gooi het in een lege prullenbak. Als iedereen zijn papier in de prullenbak heeft gegooid, dan pakt een deelnemer een willekeurig papier uit de prullenbak en leest dit voor. Als het papier door hemzelf beschreven is, dan mag hij een ander pakken. 3. Hierna geeft hij zijn mening over deze probleemstelling: is hij het ermee eens of niet? 4. Hij motiveert zijn mening. 5. Nu is het de beurt aan een volgende deelnemer die dezelfde cyclus doorloopt: pakken, voorlezen, mening geven en motiveren. 6. Als docent kun je ervoor kiezen om wel of geen groepsdiscussie te houden over elke mening. 28
29 Diagnose Karel Stokkers In de casus van hoofdstuk 4 kun je onder ander lezen: Op nummer 50 woont de familie Stokkers. Henk en Anja werken beiden op de bierfabriek. Lieve mensen, die altijd tijd en ruimte in hun leven hebben voor anderen. Ze hebben drie kinderen. Alle drie geadopteerd. Twee schatjes van meiden. Alleen die jongen, daar is wat mee. Karel is op tweejarige leeftijd geadopteerd. Iedereen op het plein weet het, wat een ondeugend ventje, nou ja ventje, hij is inmiddels 17. Er zijn al verschillende diagnoses gesteld: ADHD of ADD, zei de huisarts. Hechtingsproblemen, zei de kinderarts. Dat jong dat deugt niet, zeiden de buren. Henk en Anja moeten eens wat strenger optreden, een draai om zijn oren, dat helpt. Hij is ook verslaafd en staat altijd bij de school om drugs aan kinderen te verkopen, fluistert het plein. Reken maar dat bij Stokkers veel meer aan de hand is. Want dat heeft die jongen niet van een vreemde... Met de meisjes schijnt het op school ook niet goed te gaan Zoek op internet informatie over de volgende diagnoses: - ADHD; - ADD; - hechtingsproblematiek. 2. Hoe zou jij de problematiek van Karel analyseren? Bedenk wat je wilt vragen of onderzoeken en bespreek dat met een andere student. 3. Benoem de probleemstelling zoals jij denkt dat die voor Karel geldt. 4. Hoe zou je deze (voorlopige) probleemstelling kunnen bespreken met Karel? 29
30 Wondervraag en schaalvraag 1. Zoek op internet naar achtergronden bij de wondervraag, zoals: Wie heeft de wondervraag bedacht? In welke situatie vond dat plaats? Zijn er ook varianten op de wondervraag? Waarop is de wondervraag gericht? 2. Zoek op internet naar achtergronden bij de schaalvraag, zoals: Wie heeft de schaalvraag bedacht? In welke situatie vond dat plaats? Zijn er ook varianten op de schaalvraag? Waarop is de schaalvraag gericht? 3. Bedenk ten minste één schaalvraag voor de volgende personen van de familie Stokkers uit de casus van hoofdstuk 4: Schaalvraag voor Henk (vader). Schaalvraag voor Anja (moeder). Schaalvraag voor Karel (geadopteerde jongen van 17 jaar). 4. Bedenk ten minste één wondervraag voor de volgende personen van de familie Stokkers uit de casus van hoofdstuk 4: Wondervraag voor Henk (vader). Wondervraag voor Anja (moeder). Wondervraag voor Karel (geadopteerde jongen van 17 jaar). 5. Wat is jouw opvatting over de wondervraag en schaalvraag? Zou jij die kunnen hanteren? 30
31 Hoofdstuk 4b PROBLEEMSTELLING Een streep door de rekening Deze kapstok/oefening is beschikbaar in PowerPoint. Het boek zegt: In deze fase, de probleemstellingsfase, is het de bedoeling om erachter te komen wat nu precies het probleem is. Het is per slot van rekening toch wel prettig als we de vinger op de zere plek kunnen leggen. Je zult merken dat je analyse en onderzoeksperiode niet is afgesloten maar gewoon doorgaat. Echter, nu ben je niet bezig met een algemene analyse maar spitst jouw speurwerk zich veel meer toe op het probleem. Al jouw vragen, analyse, onderzoek is gericht op waar er nu precies aan gewerkt moet worden om je cliënt te helpen zijn situatie ten goede te keren. De volgende metafoor kun je gebruiken om de student te laten spelen met de begrippen huidige situatie, probleemstellingruimte en gewenste situatie. Probeer het volgende probleem op te lossen: Oplossing op de volgende pagina. 31
Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld
Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Groep 8 Les 1. Boeven in beeld Les 1. Boeven in beeld Nationaal Gevangenismuseum Groep 8 120 minuten Samenvatting van de les De les begint met een klassikaal
Nadere informatieLes 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"
Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer "Welkom:..." Introductiefase: 1. "We gaan vandaag proberen te voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?" 3. Discussie:...
Nadere informatieReflectie #Zo dus! Hieronder vind je een aantal oefeningen om te leren reflecteren waar je zelf mee aan de slag kunt.
Reflectie #Zo dus! Hieronder vind je een aantal oefeningen om te leren reflecteren waar je zelf mee aan de slag kunt. In je eentje Time-out reflectie Time-out reflectie is een snelle manier om in je eentje
Nadere informatieBijeenkomst over geloofsopvoeding Moeilijke kindervragen
DOELSTELLINGEN De ouders hebben ervaren dat hun kind niet het enige is dat moeilijke vragen stelt en dat zij elkaar kunnen ondersteunen in de omgang hiermee. De ouders kunnen met hun kind in gesprek gaan
Nadere informatieEenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les
8 Inhoud 1 Eenzaam De Soms ben je alleen en vind je dat fijn. Als alleen zijn niet prettig aanvoelt, als je niet in je eentje wilt zijn, dan voel je je eenzaam. In deze leren de leerlingen het verschil
Nadere informatieBijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar
DOELSTELLINGEN Ouders zijn zich ervan bewust dat je altijd en overal communiceert Ouders wisselen ervaringen met elkaar uit over hoe de communicatie met hun pubers verloopt Ouders verwerven meer inzicht
Nadere informatieUitleg boekverslag en boekbespreking
Uitleg boekverslag en boekbespreking groep 7 schooljaar 2014-2015 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave
Nadere informatieWERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo
WERKVORMEN MAGAZIJN Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo Voorwoord Voor u heeft u Thema boekje 1 Wat is netwerken? Dit themaboekje is een onderdeel van de lessenserie Netwerken.
Nadere informatieGrenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub
Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub Leeftijd: 12-16 jaar Tijdsduur: 1 uur Doelen - De jongeren denken na over de betekenis van de muur tussen Israël en de Palestijnse gebieden in het dagelijks
Nadere informatieLes 17 Zo zeg je dat (niet)
Blok 3 We hebben oor voor elkaar les 17 Les 17 Zo zeg je dat (niet) Doel blok 3: Leskern: Woordenschat: Materialen: Leerlingen leren belangrijke communicatieve vaardigheden, zoals verplaatsen in het gezichtspunt
Nadere informatieZo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren
Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren 1. Inleiding Een mobiele telefoon; niet meer weg te denken uit de broekzak van elke scholier. In deze opdracht kijken de leerlingen naar een
Nadere informatieReflectiegesprekken met kinderen
Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen
Nadere informatie2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S
2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de
Nadere informatieZorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.
Werkstukwijzer Deze werkstukwijzer helpt je om een werkstuk in elkaar te zetten. Je vult eerst een formulier in. Op dit formulier komt te staan waar je werkstuk over gaat en hoe je het aanpakt. Met behulp
Nadere informatieSOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN
SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna
Nadere informatieSPELVARIANTEN. Heb je vragen, feedback of wil je op weg geholpen worden, neem contact met ons op. info@talentengenerator.nl.
SPELVARIANTEN Je ontdekt meer in een uur spelen dan in een jaar converseren Plato Het klinkt zo simpel we gaan bouwen aan het vertrouwen maar is het wel zo simpel? Zomaar vanuit het niets het thema vertrouwen
Nadere informatieCreatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus
Creatief en flexibel toepassen van Triplep Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus Programma Overzicht Kennismaking Persoonlijke werving van ouders Een goede relatie opbouwen met de ouders
Nadere informatieLesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8
Lesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8 Inhoud van deze lesbrief - Thema s in het boek - Lesopzet - Doel van de les - Uitwerking - Bijlage: opdrachtenblad Thema s
Nadere informatieSpelregels voor de kaarten Beroepskwaliteiten en Leerpunten. Het Beroepskwaliteitenspel
Het Beroepskwaliteitenspel Het Beroepskwaliteitenspel is een leermiddel voor de loopbaanoriëntatie van mensen in de leeftijd van twaalf jaar en ouder. Het spel heeft als doel de speler bewust te maken
Nadere informatieInstructie 1. Heb jij je voelsprieten uitstaan? De relatie met je cliënt
Instructie 1 De relatie met je cliënt Heb jij je voelsprieten uitstaan? Met behulp van dit werkblad onderzoek je of je je voelsprieten hebt uitstaan naar de cliënt. Kies een cliënt en vul met die cliënt
Nadere informatieInstructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.
VOORBEELD DE KLAS ALS TEAM (LEERLINGENBOEK) INHOUDSOPGAVE Instructie voor leerlingen.. 5 Gebruik van de lesbrieven. 6 Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7 Wat wil je zijn en worden. 11 Wat wil je zijn
Nadere informatieAdvies en verkoopvaardigheden
Advies en verkoopvaardigheden en 1/6 Voorbereidingsopdracht bijeenkomst 1 Wat versta jij onder verkoop? Bewust worden wat verkopen in de apotheek is. Voorafgaand aan de eerste bijeenkomst oriënteer je
Nadere informatieWie ben jij? HANDLEIDING
HANDLEIDING Wie ben jij? Korte omschrijving lesactiviteit Iedereen legt vijf vingers op tafel. Om de beurt vertel je iets over jezelf, waarvan je denkt dat het uniek is. Als het inderdaad uniek is, dan
Nadere informatieLesvoorbereiding Leef! Sociaal-emotionele vaardigheden klas 3-4
Lesvoorbereiding Leef! Sociaal-emotionele vaardigheden klas 3-4 Hoofdstuk Vaardigheid: Leerdoel: 1 Geluk Weten wat geluk is en dit kunnen omschrijven De leerling kan: zijn definitie van geluk geven; feiten
Nadere informatieRV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164
R.K. Basisschool De Vlinder RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 GOEDE STUDIEGEWOONTEN Bij goed studeren (leren) of huiswerk maken
Nadere informatieChina Pagina 1. - Wie nodig jij uit voor een Chinese maaltijd? -
China Pagina 1 Colofon Uitnodiging voor maaltijd in Chinees Les voor groep 6-8 150-180 minuten Handvaardigheid Let op! In deze les opzet werken leerlingen in tweetallen, en maken samen 1 werkstuk, maar
Nadere informatieLes 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase
Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening "Welkom:... " Introductiefase 1. "In de afgelopen weken hebben we veel teksten gelezen. Deze teksten hebben we samengevat, we hebben vragen erbij gesteld, gekeken
Nadere informatieSPELVARIANTEN. Bonus: Ondertussen oefen je met het geven en ontvangen van feedback en bouw je aan het vertrouwen in jouw team.
SPELVARIANTEN Wil jij weten waar je in jouw huidige werk goed in bent? Hoe jij communiceert en je gedraagt en vooral hoe de ander dat ziet? En wil jij dit graag uitwisselen met je teamgenoten zodat jullie
Nadere informatie9. Schrijfopdrachten
9.1 Poëzie doel Creatief schrijven activeren voorkennis toepassen kennis wanneer n.v.t. groepssamenstelling individueel duur 20 minuten De leerkracht geeft leerlingen een begrip, apparaat, mening, enzovoort.
Nadere informatieopdrachten bij thema participatiesamenleving
opdrachten bij thema participatiesamenleving Wie gaat straks de Tena-luier van jouw moeder vervangen? opwarmen en oriënteren Opdracht 1 Placemat 1 Vorm een viertal en zorg voor één blanco A4 tje. 2 Beantwoord
Nadere informatieKop. Romp. Lesbrief Seksualiteit Leerjaar 1-Profiel1,2,3
Lesbrief Seksualiteit Leerjaar 1-Profiel1,2,3 Tijd: 50 minuten Voorbereiding: op www.meerdanliefde.nl is veel informatie te vinden in redelijk eenvoudige taal. Ook in het App Note Mouse draaiboek staan
Nadere informatieOPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID
OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid
Nadere informatieHet houden van een spreekbeurt
Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat
Nadere informatieHuiswerk Spreekbeurten Werkstukken
Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Kinderen
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.
Nadere informatieSpel: Wat heb ik geleerd dit jaar?
Spel: Wat heb ik geleerd dit jaar? Inleiding Traditioneel staat de decembermaand in het teken van jaaroverzichten en top 100 of top 2000 lijstjes. Allemaal bedoeld om terug te kijken op het afgelopen jaar.
Nadere informatieSpelenderwijs rijmen. Linda Willemsen. www.klasvanjuflinda.nl. www.klasvanjuflinda.nl
Spelenderwijs rijmen Linda Willemsen www.klasvanjuflinda.nl www.klasvanjuflinda.nl Spelenderwijs rijmen Spelenderwijs rijmen Tekst & vormgeving: Linda Willemsen 2014 www.klasvanjuflinda.nl Linda Willemsen
Nadere informatieLes 1 Kikker en de Vreemdeling
Les 1 Kikker en de Vreemdeling Benodigdheden: - Kikker en de Vreemdeling voorleesboek - Kaartje met groene en rode stip - Rode en groene kaartjes Algemene beschrijving: Deze les is een inleiding op de
Nadere informatieDe nieuwe zorgmedewerker
Werkblad De nieuwe zorgmedewerker De zorg verandert in snel tempo. Ook jouw rol als verzorgende of helpende verandert: meer aandacht voor individuele cliënten en hun netwerk. Werken met een zorg-leefplan
Nadere informatieWat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?
Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Verantwoordelijkheid. Ja, ook heel belangrijk voor school!!! Het lijkt veel op zelfstandigheid, maar toch is het net iets anders. Verantwoordelijkheid
Nadere informatieCommuniceren is teamwork
Communiceren is teamwork Je werkt vaak zelfstandig, maar blijft altijd onderdeel van je team. Samen met je collega s zorg je zo goed mogelijk voor jullie cliënten. Samenwerken vereist veel communicatie.
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 4 Gezondheid
Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid Opdracht 1 bij 4.1 * Doe de opdracht in groepjes. Uitleg voor de docent: Verdeel de klas in groepjes van vier à vijf cursisten. Op deze pagina staan kaartjes met lichaamsdelen
Nadere informatieTheorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,
3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol
Nadere informatieLesvoorbereiding Studie en loopbaan Keuze- en Loopbaanvaardigheden 3-4 vmbo
Lesvoorbereiding Studie en loopbaan Keuze- en Loopbaanvaardigheden 3-4 vmbo Bespreek met vakdocenten mogelijkheden om leerlingen in de vaklessen feedback over zichzelf te laten vergaren. Deel Vaardigheid:
Nadere informatieBreuknotatie, breuken in verschillende verschijningsvormen
Titel Breukenkwartet Groep / niveau Groep 5/6 Leerstofaspecten Benodigdheden Organisatie Bedoeling Lesactiviteit Breuknotatie, breuken in verschillende verschijningsvormen Per viertal een kopie van de
Nadere informatieChecklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding
Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Inleiding De checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die moeten leren schrijven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht
Nadere informatieOPBOUW ZELFSTANDIGE BASISHOUDING BIJ KINDEREN
OPBOUW ZELFSTANDIGE BASISHOUDING BIJ KINDEREN Afspraak 1. Maak samen met de kinderen afspraken over wat zelfstandig gedaan mag worden met betrekking tot naar de wc gaan, handen wassen, drinken, eten, de
Nadere informatieOnline Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week
onderbouw Les 1 Online Dit ben ik! Besef van jezelf Forming Ik kan mezelf voorstellen aan een ander. Ken je iemand nog niet? Vertel hoe je heet. Les 2 Online Hoe spreken we dit af? Keuzes maken Norming
Nadere informatieOPA EN OMA DE OMA VAN OMA
Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en
Nadere informatieHANDLEIDING TALENTENQUIZ
HANDLEIDING TALENTENQUIZ STAPPENPLAN TALENTENQUIZ 1. Download alle nodige bestanden van de talentenquiz kleur bekennen met kinderen op de studentenpagina bij de pagina voor de coördinator bedenk & doe
Nadere informatielesmateriaal Taalkrant
lesmateriaal Taalkrant Toelichting Navolgend vindt u een plan van aanpak en 12 werkbladen voor het maken van de Taalkrant in de klas, behorende bij het project Taalplezier van Stichting Wereldleren. De
Nadere informatieVoordoen (modelen, hardop denken)
week 11-12 maart 2012 - hardop-denktekst schrijven B Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet.
Nadere informatieLesideeën beroepenkaarten WERKEND NEDERLANDS
Lesideeën beroepenkaarten WERKEND NEDERLANDS Lesidee: Wat is weg? Speel dit spel met een klein groepje. Leg steeds vijf tot acht kaarten open op tafel. Geef de cursisten even de tijd om alle foto s in
Nadere informatieWereldgodsdiensten. Project Levensbeschouwing 2 e klas St. Nicolaaslyceum. Naam:
Wereldgodsdiensten Project Levensbeschouwing 2 e klas St. Nicolaaslyceum Naam: Inhoudsopgave Inleiding Schema Beoordeling Deel 1 Test jezelf! Deel 2 Kies je onderwerp en aan de slag! Deel 3 Het ervaren
Nadere informatieOPDRACHTEN BIJ THEMA 8 GESPREKSMODELLEN
OPDRACHTEN BIJ THEMA 8 GESPREKSMODELLEN Gespreksvoering is een kwestie van je gezond verstand gebruiken. INLEIDING Een professioneel gesprek is geen alledaags gesprek. Bij een professioneel gesprek heb
Nadere informatieHEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN
E-blog HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN In talent & groei Het is belangrijk om je talent goed onder woorden te kunnen brengen. Je krijgt daardoor meer kans om het werk te
Nadere informatieTITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.
TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. Beginsituatie: De lln doen als inleiding op het project rond geloven en de kerkwandeling, een filosofisch gesprek. Er komen verschillende
Nadere informatieDit stappenplan is ingevuld door:
STAPPENPLAN Dit stappenplan is ingevuld door: Dit is jullie opdracht: Bekijk de kranten en/of nieuwssites die je toegewezen krijgt. Ga op zoek naar een nieuwsartikel waarin techniek een belangrijke rol
Nadere informatieFOUT VRIENDJE? PAS OP! Hulp. Internet. Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.: 0900 044 33 22.
PAS OP! Hulp Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.: 0900 044 33 22. Internet Wil je meer lezen? Kijk op www.jipdenhaag.nl/loverboys En test jezelf op www.loverboytest.nl Dit is een
Nadere informatieProject Alcohol 2014
Project Alcohol 2014 Naam: Jong geleerd is oud gedaan!!!! Laat je niet Naam: F L s E s E N Klas:!!! 1 Inleiding De carnaval komt eraan. Een feest dat gevierd moet worden. Maar is het feestje van plezier
Nadere informatieLuisteren en samenvatten
Luisteren en samenvatten Goede communicatie, het voeren van een goed gesprek valt of staat met luisteren. Vaak denk je: Dat doe ik van nature. Maar schijn bedriegt: luisteren is meer dan horen. Vaak luister
Nadere informatieOver taaie taboes en lastige liefdes
Seksuele diversiteit graad 3 Lesvoorbereiding Over taaie taboes en lastige liefdes Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les: Print het artikel Huwelijken
Nadere informatieen zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht
I Lichamelijke ontwikkeling en zelfbeeld Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen worden zich meer bewust van eigen talenten en eigenschappen en ontwikkelen een positief zelfbeeld. Kinderen kunnen
Nadere informatieNieuwsbrief 3 De Vreedzame School
Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School Blok 3 Blok 3: We hebben oor voor elkaar Blok 3: Algemeen: In dit blok stimuleren we de kinderen om oor voor elkaar te hebben. De lessen gaan over communicatie, over praten
Nadere informatieTOOLBOX TOOLBOX. Betekenisvol Contact AAN DE SLAG MET DE. Draaiboek voor twee trainingsbijeenkomsten
AAN DE SLAG MET DE TOOLBOX Betekenisvol Contact Draaiboek voor twee trainingsbijeenkomsten TOOLBOX Ideeën voor betekenisvol contact tussen ouderen met dementie en familie of vrijwilligers Inleiding Voor
Nadere informatie3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?
Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat
Nadere informatieTrainershandleiding Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar
Trainershandleiding Brugklas Bikkels versie 2014 Inhoudsopgave Introductie Organiseer je training Praktische tips De werkmap Powerpoint presentatie Ouderbrieven Draaiboek Bijeenkomst 1 Bijeenkomst 2 Bijeenkomst
Nadere informatieGroep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie
Leerkrachtinformatie (dubbele les) Lesduur: 2 x 50 minuten (klassikaal) Introductie van de activiteit 1. Deze klassikale les bestaat uit twee delen: Voorbereiding Uitvoering voorbereiding Lesduur: 50 minuten
Nadere informatieSPEELWIJZE VAARDIGHEDENSPEL
SPEELWIJZE VAARDIGHEDENSPEL Met dit spel kun je op speelse wijze nagaan of je over de juiste vaardigheden beschikt om de omgang met anderen zo prettig en effectief mogelijk te maken. Het Vaardighedenspel
Nadere informatieLESBRIEF NR 2 OPDRACHT 1 ANDERS? VOOR GROEP 7 + 8 +
LESBRIEF NR 2 VOOR GROEP 7 + 8 + GROEP 7 + 8 DOWNLOAD DEZE LESBRIEF OOK OP SAMSAM.NET SAMSAM MIDDEN IN DE WERELD De wheelie van Robert uit Zambia ANDERS? NOU EN! Een slangenbeet veranderde Christabels
Nadere informatieHet verhaal van mijn leven. Biografische cursus waarin buurtgenoten zich verbinden
Het verhaal van mijn leven Biografische cursus waarin buurtgenoten zich verbinden Cursus voor Fact-cliënten en andere buurtbewoners door Ria Velema, Ann Evers-Schillhorn van Veen, casemanagers Fact Lentis
Nadere informatie2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27
Inhoud 1 > Uitgangspunten 9 2 > Kerndoelen 11 3 > Materialen 12 4 > Aan de slag 15 5 > Introductie van de manier van werken 22 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 7 > Waarom samenwerkend
Nadere informatieWerkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6
We gaan een werkstuk maken en je mag het helemaal zelf doen. Het is helemaal jouw eigen werkstuk. Maar om je even goed op weg te helpen hebben we hieronder alle stapjes even op een rij gezet. Wat moet
Nadere informatieWat is Kraak kracht? Kraak kracht
Wat is? Met de kaarten van Kraak Kracht evalueert u Kraak de Klas. U gaat door middel van de vragen die op de kaarten staan in gesprek met de leerlingen over de vaardigheden die ze hebben gebruikt. U kunt
Nadere informatieHandleiding voorbereidende les bij Democracity. Basisonderwijs. Versie 22 mei Handleiding voorbereidende les bij Democracity
Basisonderwijs Versie 22 mei 2018 INHOUD Inleiding... 2 Tijdsverloop... 2 Quiz: Waar gaat de gemeente over?... 3 Filmpje Hoe werkt de gemeenteraad?... 6 Wie is de baas in de gemeente?... 7 Van probleem
Nadere informatieSlachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg
Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Informatie voor cliënten Cliënten en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel hebben vaak nare dingen meegemaakt. Ze zijn geschokt
Nadere informatieVoordoen (modelen, hardop denken)
Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet. Het voordoen (modelen) van het schrijven van
Nadere informatieEen overtuigende tekst schrijven
Een overtuigende tekst schrijven Taalhandeling: Betogen Betogen ervaarles Schrijftaak: Je mening geven over een andere manier van herdenken op school instructieles oefenlesles Lesdoel: Leerlingen kennen
Nadere informatie1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent.
OPDRACHTFORMULIER Gesprekken voeren 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent. 2 Kijk in de bronnen welke informatie
Nadere informatieDe Keukentafel Uitdaging
De Keukentafel Uitdaging MAG HET WAT RUSTIGER AAN DE KEUKENTAFEL Gemaakt in het kader van het Swing project Een cliëntproces; tools voor samenwerking Door Nic Drion Aan de keukentafel Aan de keukentafel
Nadere informatieVragenkaartjes voor kinderen van 4 t/m 6 jaar
4 t/m 6 jaar 4 t/m 6 jaar 4 t/m 6 jaar Hoe vraag je aan iemand om met je te spelen? Wat speel je graag op het schoolplein? Jij kan al goed helpen hè. Wie help jij graag? Wat doe je dan? van 4 t/m 6 jaar
Nadere informatieTraining. Vergaderen
Training Vergaderen Halide Temel 1-5-2014 Inhoudsopgave Inleiding 3 Doelen 4 Deelnemers 4 Werkvormen 4 Programma 4 Voorstellen & introductie 5 Opdracht Luciferspel 6 Theorie 7 Opdracht - Vergaderen 12
Nadere informatieLesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?
Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen? Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding Zonder dat we het door hebben worden we steeds asocialer. Dit
Nadere informatieBijlage Stoere Schildpadden
Bijlage Stoere Schildpadden Deze bijlage hoort bij de beschrijving van de interventie Stoere Schildpadden, zoals die is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies. Meer informatie: www.nji.nl/jeugdinterventies
Nadere informatieATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN
ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN De meeste mensen, en dus ook leerlingen, praten niet alleen met anderen, maar voeren ook gesprekken met en in zichzelf. De manier waarop leerlingen over, tegen en in zichzelf
Nadere informatieHet keukentafelgesprek
Het keukentafelgesprek Informatie over het keukentafelgesprek Waarom een keukentafelgesprek? De Wmo heeft andere uitgangspunten dan de AWBZ. De AWBZ kent een recht op zorg. Er zijn landelijke richtlijnen
Nadere informatieGezond thema: DE HUISARTS
Gezond thema: DE HUISARTS 1. Wat gaan we doen? Praten over de huisarts en wat de huisarts doet. Nieuwe woorden leren over de huisarts. Het gesprek met de huisarts oefenen. 2. Wat vind ik van? Als je een-op-een
Nadere informatieOntdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek
Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Welkom in de bibliotheek. Je gaat op ontdekking in de bibliotheek. Hierbij doe je een onderzoek naar verschillende soorten media; zoals
Nadere informatietelefonische anamnese en advies bij kinderen met koorts: een oefening 1. Toelichting op de module 2. Doel, doelgroep en tijdsduur 3.
1. Toelichting op de module Deze module is gebaseerd op de NHG-Standaard M29 van mei 2008. De praktijkassistente heeft bij telefonische vragen over kinderen met koorts verschillende taken: zij moet onderscheid
Nadere informatieWorkshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?
Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt
Nadere informatie6.2.1 Dealen met afleiding onderweg
Stap 6: Deel 2 6.2.1 Dealen met afleiding onderweg In het tweede deel van jullie experiment ga je verder met het ondernemen van ACTies die je met de anderen hebt afgesproken te doen. Daarnaast krijg je
Nadere informatieSUGGESTIES VOOR GEBRUIK VAN PROGRAMMA S MET LEERLINGEN
Werken met het materiaal Het materiaal is kosteloos beschikbaar voor iedereen die het wil gebruiken. Gebruikers kunnen zelf selecteren welke hoofd- en reflectieprogramma s of inzoom s op welk moment voor
Nadere informatieColofon: Inge Bramsen, Kees Willemse, Chris Kuiper & Mieke Cardol, Kenniscentrum Zorginnovatie van Hogeschool Rotterdam, 2015.
Colofon: Mijn Pad is gemaakt door Inge Bramsen, Kees Willemse, Chris Kuiper & Mieke Cardol (2015), Lectoraat Disability Studies; Diversiteit in Participatie, Kenniscentrum Zorginnovatie van Hogeschool
Nadere informatieLesbrief bij Biertje Casper van Marleen Schmitz voor groep 8
Inhoud van deze lesbrief - Thema s in het boek - Lesopzet - Doel van de les - Uitwerking - Bijlage: opdrachtenblad en feiten over alcohol Lesbrief bij Biertje Casper van Marleen Schmitz voor groep 8 Thema
Nadere informatieWanneer ze op het schoolplein rond keek, dan zag ze dat sommige kinderen blij waren en andere kinderen verdrietig.
Ik wil sjoelemo (Sjoelen en uiten van emoties en gevoelens met kinderen tot ± 12 jaar) Een verhaaltje om in de klas voor te lezen. Een oefening om te doen in het gezin. Dit verhaaltje gaat over gevoelens;
Nadere informatieKnabbel en Babbeltijd.
Knabbel en Babbeltijd. (zorg ervoor dat je deze papieren goed leest, uitprint en meeneemt naar de VBW) Het thema van deze VBW-week is Zeesterren. Het thema is de titel van de week (dus geen kreet of korte
Nadere informatieLes 3 Vragenstellen Leestekst: De inbreker. 1. "Vandaag gaan we voor de derde keer een tekst lezen en daarbij vragen maken."
Les 3 Vragenstellen Leestekst: De inbreker "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we voor de derde keer een tekst lezen en daarbij vragen maken." 2. Vraag: "Welke vraag hebben we daarbij nodig?"
Nadere informatieOefenen 1 punt verdienen Onderwerpen van de presentaties
Presenteren vmbo-4 Presenteren is aan de ene kant een kunst de één is er beter in dan de ander maar aan de andere kant valt of staat elke presentatie met een goede voorbereiding en veel oefening. Bij presenteren
Nadere informatie