KWANTITATIEVE RISICOANALYSE Windturbines Westpoortweg. Port of Amsterdam
|
|
- Esmée Christa de Veer
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 KWANTITATIEVE RISICOANALYSE Windturbines Westpoortweg Port of Amsterdam Report No.: , Rev. 0 Date:
2 Kwantitatieve risicoanalyse Report title: Windturbines Westpoortweg Customer: Port of Amsterdam Customer contact: C.M.T. Jong Date of issue: Project No.: GCS Organisation unit: Risk Management Advisory Report No.: , Rev. 0 DNV GL Oil & Gas Energieweg AN Groningen Nederland Tel: Prepared by: Verified by: Approved by: M.H. Plieger Consultant Risk Management Advisory M.T. Middel Senior Consultant Risk Management Advisory M. Gielisse Head of Section Asset Integrity Management [Name] [title] [Name] [title] [Name] [title] [Name] [title] Copyright DNV GL All rights reserved. Unless otherwise agreed in writing: (i) This publication or parts thereof may not be copied, reproduced or transmitted in any form, or by any means, whether digitally or otherwise; (ii) The content of this publication shall be kept confidential by the customer; (iii) No third party may rely on its contents; and (iv) DNV GL undertakes no duty of care toward any third party. Reference to part of this publication which may lead to misinterpretation is prohibited. DNV GL and the Horizon Graphic are trademarks of DNV GL AS. DNV GL Distribution: Unrestricted distribution (internal and external) Unrestricted distribution within DNV GL Group Unrestricted distribution within DNV GL contracting party No distribution (confidential) Keywords: QRA, windturbines, westpoortweg, W , kerosineleiding ASP CV, GOS W-437 Rev. No. Date Reason for Issue Prepared by Verified by Approved by First issue M.H. Plieger M.T. Middel M. Gielisse DNV GL Report No , Rev. 0 Page i
3 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... II SAMENVATTING INTRODUCTIE WINDTURBINES WESTPOORT GASONTVANGSTATION W UITGANGSPUNTEN RESULTATEN CONCLUSIE GASTRANSPORTLEIDING W UITGANGSPUNTEN Leidingparameters Bevolkingsdata RESULTATEN Plaatsgebonden risico W Groepsrisico W CONCLUSIES KEROSINELEIDING AMSTERDAM SCHIPHOL PIJPLEIDING CV UITGANGSPUNTEN Leidingparameters Bevolkingsdata Faalfrequenties Plasbrand berekening RESULTATEN Plaatsgebonden risico kerosineleiding Groepsrisico kerosineleiding CONCLUSIES REFERENCES...24 Bijlage A Bevolkingsdata QRA Windturbines Westpoort ( , Rev.0) DNV GL Report No , Rev. 0 Page ii
4 SAMENVATTING Port of Amsterdam is bezig met het ontwikkelen van windparken in de Amsterdamse haven. Om de invloed van een aantal van de geplande windturbines op de locatie Westpoort op de bestaande, nabijgelegen transportleidingen en installaties te bepalen, heeft Port of Amsterdam DNV GL gevraagd een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) uit te voeren. De windturbines die meegenomen worden in de risicoanalyse zijn de windturbines van de lijn G Westpoortweg. Deze rapportage beschrijft een raakkansberekening van gasontvangstation W-437 van Gasunie Grid Services B.V. (100% dochter van N.V. Nederlandse Gasunie) en kwantitatieve risicoberekeningen van gastransportleiding W van Gasunie Grid Services B.V. en de kerosineleiding van Amsterdam Schiphol Pijpleiding CV. Uit de berekeningen wordt het volgende geconcludeerd: GOS W-437 De raakkans van GOS W-437 door de windturbines van de lijn G Westpoortweg bedraagt per jaar. Hiermee wordt voldaan aan het beleid van Gasunie inzake de risicoverhoging van dergelijke installaties door plaatsing van windturbines. Dit beleid stelt dat plaatsing van windturbines slechts acceptabel is als de raakkans van het GOS lager is dan per jaar /7/. Gastransportleiding W De plaatsgebonden risicoberekening wijst uit dat de plaatsing van de windturbines op de aangegeven locaties lokaal leiden tot het ontstaan van 10-6 per jaar plaatsgebonden risicocontouren. Omdat er zich geen kwetsbare objecten binnen deze contouren bevinden, voldoet het plaatsgebonden risico van gastransportleiding W aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen /1/. Gastransportleiding W heeft zowel vóór als ná plaatsing van de windturbines op de aangegeven locaties geen scenario waarbij 10 of meer slachtoffers vallen. Hierdoor is er conform de definitie van het groepsrisico zoals gesteld in het Besluit externe veiligheid buisleidingen /1/ geen sprake van groepsrisico. Kerosineleiding De plaatsgebonden risicoberekening wijst uit dat de plaatsing van de windturbines op de aangegeven locaties lokaal leiden tot het ontstaan van 10-6 per jaar plaatsgebonden risicocontouren. Omdat er zich geen kwetsbare objecten binnen deze contouren bevinden, voldoet het plaatsgebonden risico van de kerosineleiding aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen /1/. De kerosineleiding van Amsterdam Schiphol Pijpleiding CV heeft zowel vóór als ná plaatsing van de windturbines op de aangegeven locaties geen scenario waarbij 10 of meer slachtoffers vallen. Hierdoor is er conform de definitie van het groepsrisico zoals gesteld in het Besluit externe veiligheid buisleidingen /1/ geen sprake van groepsrisico. DNV GL Report No , Rev. 0 Page 1
5 1 INTRODUCTIE Port of Amsterdam is bezig met het ontwikkelen van windparken in de Amsterdamse haven. Om de invloed van een aantal van de geplande windturbines op de locatie Westpoort op de bestaande, nabijgelegen transportleidingen en installaties te bepalen heeft Port of Amsterdam DNV GL gevraagd een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) uit te voeren. De windturbines die meegenomen worden in de risicoanalyse zijn de windturbines van de lijn G Westpoortweg. In Hoofdstuk 2 worden de uitgangspunten van de winturbineberekeningen weergegeven, die uitgevoerd zijn conform het Handboek risicozonering windturbines /3/. Tevens wordt in dit hoofdstuk een inventarisatie gemaakt van de nabijgelegen transportleidingen en installaties. Op basis van deze inventarisatie is gesteld dat er een raakkansberekening opgesteld dient te worden voor gasontvangstation W-437 en een kwantitatieve risicoanalyse voor gastransportleiding W en de kerosineleiding (K2-leiding). De raakkansberekening van gasontvangstation W-437 van Gasunie Grid Services B.V. (100% dochter van N.V. Nederlandse Gasunie) is beschreven in Hoofdstuk 3. De kwantitatieve risicoberekeningen van gastransportleiding W van Gasunie Grid Services B.V. en de kerosineleiding van Amsterdam Schiphol Pijpleiding C.V. zijn respectievelijk weergegeven in Hoofdstuk 4 en Hoofdstuk 5. DNV GL Report No , Rev. 0 Page 2
6 2 WINDTURBINES WESTPOORT De gegevens van de windturbines die gepland zijn op locatie Westpoort zijn weergegeven in Tabel 2-1 en Tabel 2-2. Deze gegevens zijn aangeleverd door Port of Amsterdam. Tabel 2-1 Locatie en type windturbines Westpoortweg Naam # Type RDX RDY G Westpoortweg 1 WPW1 Enercon E MW G Westpoortweg 2 WPW2 Enercon E MW G Westpoortweg 3 WPW3 Enercon E-82 3MW G Westpoortweg 4 WPW4 Enercon E-82 3MW G Westpoortweg 5 WPW5 Enercon E-82 3MW G Westpoortweg 6 WPW6 Enercon E-82 3MW G Westpoortweg 7 WPW7 Enercon E-82 3MW Tabel 2-2 Windturbine parameters Parameter Enercon E70 2.3MW Enercon E82 3MW Masthoogte [m] Rotordiameter [m] Bladlengte [m] Tiphoogte [m] 110.5* 125* Zwaartepunt blad [m] Toerental [rpm] * ashoogte + ½ rotordiameter ** voor het berekenen is de afstand tot het rotor centrum gemeten vanaf het rotorblad zwaartepunt (R z) van belang (dit komt overeen met het zwaartepunt van het blad + ½ rotordiameter zonder bladen. R z E70= 14.02m ; R z E80 = 13.98m Voor de massa van de windturbine onderdelen (blad, mast en gondel) zijn de uitgangspunten zoals beschreven in het Handboek risicozonering windturbines /3/ gebruikt. Dit betekent de standaard waarden voor 3 MW turbines van 10 ton voor massa van het blad, 120 ton voor de massa van de gondel en 250 ton voor de massa van de mast. De additionele faalkans voor de transportleidingen en installaties ten gevolge van falen van de windturbines is berekend aan de hand van het Handboek risicozonering windturbines /3/. Conform dit handboek zijn er 4 faalscenario s waarmee rekening gehouden dient te worden: 1. Mastbreuk: het omvallen van de turbine, waarbij de mast bij de voet afbreekt. - Faalfrequentie: per jaar 2. Gondelafworp: het afbreken van de gondel van de turbine, die vervolgens in de nabijheid van de voet van de mast neerkomt. - Faalfrequentie: per jaar 3. Bladafworp bij nominaal toerental. - Faalfrequentie: per jaar 4. Bladafworp bij overtoeren (overtoeren wordt gedefinieerd als twee maal nominaal toerental). - Faalfrequentie: De effectafstanden van de verschillende faalscenario s zijn weergegeven in Tabel 2-3. DNV GL Report No , Rev. 0 Page 3
7 Tabel 2-3 Effectafstanden windturbines per faalscenario Effectafstand Enercon E MW Enercon E-82 3MW Ondergrondse leidingen 1 Bovengrondse installatie 2 Ondergrondse leidingen Gondelafworp [m] Mastbreuk [m] Bovengrondse installatie Bladafworp nominaal toerental [m] Bladafworp overtoeren [m] Figuur 2-1 Ligging geplande windturbines Westpoortweg met effectafstanden (voor ondergrondse leidingen) voor mastbreuk en bladafworp. Het Handboek risicozonering windturbines /3/ beschrijft het beleid ten aanzien van windturbines in de nabijheid van o.a. een ondergrondse buisleiding. Hoewel voor ondergrondse buisleidingen enkel de risicocriteria van de beheerder Gasunie beschreven staat, blijkt dat in de praktijk door andere leidingeigenaren deze afstanden vaak overgenomen worden. Derhalve is in dit rapport dit beleid ook aangehouden voor de inventarisatie van de niet-gasunie leidingen die meegenomen dienen te worden de risicoanalyse beschreven in dit rapport. Voor ondergrondse leidingen geldt als afstandscriterium de hoogste waarde van: - Maximale werpafstand bij nominaal toerental - Ashoogte + ½ rotordiameter. 1 Bij deze effectafstanden voor ondergrondse leidingen moet de kritische strookbreedte nog opgeteld worden. Dit is de afstand waarbinnen een door de grond aan de ondergrondse leiding doorgegeven schokgolf als gevolg van het op de grond neerkomen van een windturbineonderdeel tot schade zal leiden aan de leiding. 2 De effectafstanden voor bladafworp van de windturbines die gelden voor bovengrondse installaties zijn gelijk aan de effectafstanden voor ondergrondse leidingen zoals weergegeven in de tabel plus de afstand van het zwaartepunt van het blad tot de tip van het blad. In het geval van mastbreuk is de effectafstand die geldt voor bovengrondse installatieonderdelen gelijk aan de tip hoogte van de windturbine. DNV GL Report No , Rev. 0 Page 4
8 Rekening houdend met deze risicocriteria, volgt uit Figuur 2-1 dat de leidingen W van Gasunie Grid Services B.V. en de kerosineleiding van Amsterdam Schiphol Pijpleiding C.V. meegenomen moeten worden in de risicoanalyse. Tevens ligt er aan het uiteinde van gastransportleiding W een gasontvangststation (GOS W-437 van Gasunie Grid Services B.V.) die meegenomen wordt in de risicoanalyse. Voor de overige leidingen weergegeven in Figuur 2-1 geldt dat deze niet binnen het afstandscriterium liggen en een kwantitatieve risicoanalyse niet nodig is /3/. DNV GL Report No , Rev. 0 Page 5
9 3 GASONTVANGSTATION W-437 In dit hoofdstuk wordt de raakkansberekening van gasontvangstation W-437 van Gasunie Grid Services B.V. (100% dochter van N.V. Nederlandse Gasunie) gepresenteerd. Dit gasontvangstation valt onder het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) gasdrukmeet- en regelstation categorie C 3 /4/. Het Activiteitenbesluit stelt regels aan de werking van een gasontvangstation en geeft de veiligheidsafstanden die aangehouden moeten worden (artikel 3.12). Voor een gasontvangstation hoeft geen QRA uitgevoerd te worden. Het beleid van Gasunie inzake de risicoverhoging door plaatsing van windturbines stelt dat plaatsing van een windturbine slechts acceptabel als de raakkans van het GOS lager is dan per jaar /7/. In dit hoofdstuk wordt getoetst aan dit criterium. 3.1 Uitgangspunten De tekeningen van GOS W-437 zijn aangeleverd door Gasunie op 3 mei De overzichtstekening van het GOS is weergegeven in Figuur 3-1. De exacte locatie van het GOS is bepaald met behulp van Google Maps en de leidingdata van de ingaande leiding van het GOS (gastransportleiding W ); het GOS bevindt zich aan het einde van deze leiding (RD: ; ). Figuur 3-1 Tekening GOS W-437; de regelstraten van het GOS bevinden zich binnen de groene rechthoek. 3 gasdrukmeet- en regelstation met een maximale operationele inlaatzijdige werkdruk die kleiner of gelijk aan 100 bar is, niet zijnde een gasdrukmeet- en regelstation categorie A of gasdrukmeet- en regelstation categorie B DNV GL Report No , Rev. 0 Page 6
10 In de analyse zijn alle geplande windturbines in de nabijheid van het GOS meegenomen (zie Hoofdstuk 2). Voor deze windturbines zijn de maximale effectafstanden uitgerekend en is vervolgens bepaald welke van de windturbines invloed kunnen hebben op het GOS. De effectafstanden van de nabijgelegen windturbines zijn weergegeven in Figuur 3-2. GOS W-437 Figuur 3-2 Ligging GOS W-437 (lichtblauwe rechthoek) en effectafstanden van nabijgelegen windturbines Uit dit figuur blijkt dat GOS W-437 binnen de effectafstand van bladafworp bij overtoeren van WPW3 en WPW4 ligt. Voor het berekenen van de raakkans van GOS W-437 door windturbine WPW 3 en WPW4 dienen de volgende stappen te worden doorlopen: 1. Per relevant faalscenario per windturbine de additionele faalfrequentie voor de installatieonderdelen berekenen: a. Bepalen van de kansdichtheid op de afstand van het GOS tot de windturbine. b. Bepalen van de trefkans (oppervlakte raken GOS * kansdichtheid). c. Bepalen van de raakkans van het GOS door dit faalscenario (trefkans * faalfrequentie faalscenario windturbine). 2. Sommeren van de raakkansen van de verschillende faalscenario s tot een totale raakkans van het GOS ten gevolge van falen van een windturbine. 3. Door het sommeren van de totale additionele faalkansen van alle windturbines op het GOS wordt de raakkans van het GOS gegeven. Deze waarde wordt getoetst aan het beleid van Gasunie. DNV GL Report No , Rev. 0 Page 7
11 3.2 Resultaten De minimale afstand tussen windturbine WTW3 en GOS W-437 is 300 meter. De maximale kansdichtheid van het neerkomen van een windturbineblad bij overtoeren tussen de minimale en maximale werpafstand waarbij het neerkomende windturbineblad het GOS kan raken is m -2. De oppervlakte van het GOS is berekend op basis van de tekening weergegeven in Figuur 3-1 en bedraagt m 2 (6.56 meter bij 5.25 meter). Er is conservatief aangenomen dat wanneer het zwaartepunt van het blad op deze oppervlakte of binnen een afstand van meter 4 van het GOS valt, het blad altijd het GOS raakt. De totale oppervlakte waarbinnen het neergekomen blad het GOS kan raken bedraagt 2966 m 2. De faalfrequentie van bladafworp bij overtoeren is per jaar. De raakkans van GOS W- 437 ten gevolge van falen van windturbines WTW3 wordt dus gegeven door: m -2 * 2966 m 2 * per jaar = per jaar. De minimale afstand tussen windturbine WTW 4 en GOS W-437 is 195 meter. De maximale kansdichtheid van het neerkomen van een windturbineblad bij overtoeren tussen de minimale en maximale werpafstand waarbij het neerkomende windturbineblad het GOS kan raken is m -2. De raakkans van GOS W-437 ten gevolge van falen van windturbines WTW4 wordt dus gegeven door: m -2 * m 2 * per jaar = per jaar. De totale raakkans van GOS W-437 bedraagt: per jaar per jaar = per jaar. 3.3 Conclusie De raakkans van GOS W-437 door de windturbines van de lijn G Westpoortweg bedraagt per jaar. Hiermee wordt voldaan aan het beleid van Gasunie inzake de risicoverhoging van dergelijke installaties door plaatsing van windturbines. Dit beleid stelt dat plaatsing van windturbines slechts acceptabel is als de raakkans van het GOS lager is dan per jaar /7/. 4 Dit is gelijk aan de afstand van het zwaartepunt van het blad tot de tip van het blad. DNV GL Report No , Rev. 0 Page 8
12 4 GASTRANSPORTLEIDING W In dit hoofdstuk wordt een kwantitatieve risicoanalyse gepresenteerd die is uitgevoerd voor gastransportleiding W van Gasunie Grid Services B.V. (100% dochter van N.V. Nederlandse Gasunie). 4.1 Uitgangspunten Leidingparameters De risicoberekeningen voor de W zijn uitgevoerd conform de richtlijnen voor het uitvoeren van risicoanalyse aan ondergronds gelegen hogedruk aardgastransportleidingen /1, 2, 6/ zoals gesteld door de overheid. Omdat het voorgeschreven rekenpakket CAROLA niet met additionele faalfrequenties kan rekenen, zijn de berekeningen uitgevoerd met het rekenpakket PIPESAFE. Het CAROLA rekenpakket is afgeleid van het niet-openbare pakket PIPESAFE. Het RIVM heeft aangetoond dat berekeningen aan ondergrondse aardgasleidingen met beide rekenpakketten vergelijkbaar zijn /5/. De bedrijfsspecifieke parameters van N.V. Nederlandse Gasunie zijn toegepast in de berekeningen. De berekeningen van de toename van de faalfrequentie van de leiding ten gevolg van falen van de nabij gelegen windturbine zijn uitgevoerd conform het Handboek risicozonering windturbines /3/. De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de door de N.V. Nederlandse Gasunie aangeleverde leidingdata. Deze data is aangeleverd op 4 mei De leidingparameters die voor de in dit rapport gepresenteerde berekeningen van belang zijn, zijn weergegeven in Tabel 4-1. Tabel 4-1 Leidingparameters W Parameter W Gevaarlijke stof [-] Aardgas Diameter [mm] Minimale wanddikte [mm] 4.37 Rekgrens [N mm -2 ] 241 Ontwerpdruk [barg] 40 Diepteligging [m min / m max] * * Dit is de minimale en maximale leidingdekking van het gedeelte van gastransportleiding W dat binnen de effectafstand van de windturbines ligt. De dekking van gastransportleiding W varieert over de lengte van de leiding. In de risicoberekeningen is deze variërende dekking ook toegepast. Er zijn geen mitigerende maatregelen van toepassing op de leiding. In de risicoberekeningen is gebruikgemaakt van de windroos van weerstation Schiphol. De ligging van de beschouwde leiding is weergegeven op een noord gerichte topografische kaart in Figuur 4-1. In dit figuur zijn tevens de locaties van de geplande windturbines en de bijbehorende effectafstanden weergegeven. DNV GL Report No , Rev. 0 Page 9
13 Figuur 4-1 Ligging gastransportleiding W inclusief ligging geplande windturbines aan de Westpoortweg met effectafstanden. Uit Figuur 4-1 volgt dat de volgende windturbines en faalscenario s invloed kunnen hebben op de gastransportleiding: - WTW 2: bladafworp bij overtoeren - WTW 3: mastbreuk, bladafworp bij nominaal toerental, bladafworp bij overtoeren - WTW 4: bladafworp bij overtoeren Bevolkingsdata De bevolkingsdata is opgevraagd via de Populatieservice ( De populatieservice is gebaseerd op de basisadministratie adressen en gebouwen (BAG). De via deze populatieservice ontvangen data is ter verificatie naar Port of Amsterdam gestuurd en voorgelegd aan gebiedsontwikkelaars. Er is geconcludeerd dat de bevolkingsdata zoals aangeleverd volledig is. SAFETI-NL heeft niet de mogelijkheid om het invloedsgebied (1% letaliteitsgrens) van een leiding weer te geven. Voor een inventarisatie van de afstand waarbinnen personen worden meegeteld voor de berekening van het groepsrisico (1% letaliteitsgrens) is daarom de per jaar plaatsgebonden risicocontour gebruikt. De per jaar plaatsgebonden risicocontour komt nagenoeg overeen met het invloedsgebied van een leiding. Het invloedsgebied van de leiding en de bevolking zoals verkregen van de Populatieservice is weergegeven in Figuur 4-2. Alle bevolkingsdata is tevens meegeleverd in Bijlage A. DNV GL Report No , Rev. 0 Page 10
14 Figuur 4-2 PR per jaar contour (gele stippellijn) van de W (oranje) met populatiedata van populatieservice (rode vlakken). DNV GL Report No , Rev. 0 Page 11
15 4.2 Resultaten In deze paragraaf worden de resultaten gepresenteerd van de uitgevoerde plaatsgebonden (PR) en groepsrisicoberekeningen (GR) van gastransportleiding W In deze berekeningen is de invloed van de plaatsing van de windturbines aan de Westpoortweg op het PR en GR berekend Plaatsgebonden risico W Het plaatsgebonden risico is in het Besluit externe veiligheid buisleidingen /1/ gedefinieerd als het risico op een plaats nabij een buisleiding, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die bepaalde plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval met die buisleiding. Het plaatsgebonden risico wordt weergegeven door contouren rondom de leiding met risicowaardes van, indien aanwezig, 10-4, 10-5, 10-6, 10-7 en 10-8 per jaar. De PR contouren van de gastransportleiding vóór plaatsing van de in Hoofdstuk 2 beschreven windturbines is weergegeven in Figuur 4-3; de PR contouren ná plaatsing van de windturbines zijn weergegeven in Figuur 4-4. In Figuur 4-4 is ingezoomd op de locatie waar het PR ten gevolge van plaatsing van de windturbines wijzigt om inzicht te krijgen in de verschillen. In dit figuur zijn zowel de PR contouren vóór plaatsing van de windturbines (gestippelde lijnen) als de PR contouren ná plaatsing van de windturbines weergegeven. Figuur 4-3 Resultaten plaatsgebonden risico W (oranje) vóór plaatsing geplande windturbines. DNV GL Report No , Rev. 0 Page 12
16 Figuur 4-4 Resultaten plaatsgebonden risico W (oranje) ná plaatsing geplande windturbines. Figuur 4-5 Verschil in plaatsgebonden risico van de W (oranje) nabij windturbine WPW3. Het huidige PR is weergegeven met de stippellijn; het toekomstige PR met de doorgetrokken lijn. DNV GL Report No , Rev. 0 Page 13
17 4.2.2 Groepsrisico W Het groepsrisico is een maat om de kans weer te geven dat een incident met meerdere dodelijke slachtoffers voorkomt. Het wordt in het Besluit externe veiligheid buisleidingen /1/ gedefinieerd als de cumulatieve kansen per jaar per kilometer buisleiding dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een buisleiding en een ongewoon voorval met die buisleiding". Het groepsrisico wordt berekend door rondom elk punt op de leiding een segment van een kilometer te kiezen, dat gecentreerd ligt ten opzichte van dit punt. Voor deze kilometer leiding wordt een FN-curve 5 berekend, welke wordt vergeleken met de oriëntatiewaarde 6 van het groepsrisico. Uit de maximale verhouding tussen de FN-curve en de oriëntatiewaarde volgt de overschrijdingsfactor 7. Vervolgens wordt voor alle punten op de leiding deze maximale overschrijdingsfactoren in een grafiek uiteengezet, waaruit het maximum voor de beschouwde leiding kan worden bepaald. Dit maximum wordt gerapporteerd als het groepsrisico. Gastransportleiding W heeft zowel vóór als ná plaatsing van de windturbines op de aangegeven locaties geen scenario waarbij 10 of meer slachtoffers vallen. Hierdoor is er conform de definitie het van groepsrisico zoals gesteld in het Besluit externe veiligheid buisleidingen /1/ geen sprake van groepsrisico. 4.3 Conclusies Plaatsgebonden risico: De berekening wijst uit dat de plaatsing van de windturbines op de aangegeven locaties lokaal leiden tot het ontstaan van 10-6 per jaar plaatsgebonden risicocontouren. Omdat er zich geen kwetsbare objecten binnen deze contouren bevinden, voldoet het plaatsgebonden risico van gastransportleiding W aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen /1/. Groepsrisico: Gastransportleiding W heeft zowel vóór als ná plaatsing van de windturbines op de aangegeven locaties geen scenario waarbij 10 of meer slachtoffers vallen. Hierdoor is er conform de definitie van het groepsrisico zoals gesteld in het Besluit externe veiligheid buisleidingen /1/ geen sprake van groepsrisico. 5 De handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico /6/ omschrijft: "Het groepsrisico wordt weergegeven als een curve in een grafiek met twee logaritmisch geschaalde assen, de zogenaamde FN-curve. Op de y-as wordt de cumulatieve frequentie F (per jaar) uitgezet en op de x-as het aantal te verwachten slachtoffers N. De curve geeft het verband tussen de omvang van de getroffen groep (N) en de kans (F) dat in één keer een groep van ten minste die omvang komt te overlijden". 6 Met de oriëntatiewaarde wordt in het Besluit externe veiligheid buisleidingen /1/ bedoeld "de lijn die de kans weergeeft op een ongeval met 10 of meer dodelijke slachtoffers van ten hoogste 10-4 per jaar en de kans op een ongeval met 100 of meer dodelijke slachtoffers van ten hoogste 10-6 per jaar". 7 De overschrijdingsfactor is de maximale verhouding tussen de FN-curve en de oriëntatiewaarde. Daarmee is de overschrijdingsfactor een maat die aangeeft in hoeverre de oriëntatiewaarde wordt genaderd of overschreden. Een overschrijdingsfactor kleiner dan één geeft aan dat de FNcurve onder de oriëntatiewaarde blijft. Bij een waarde van één zal de FN-curve de oriëntatiewaarde raken. Bij een waarde groter dan één wordt de oriëntatiewaarde overschreden. DNV GL Report No , Rev. 0 Page 14
18 5 KEROSINELEIDING AMSTERDAM SCHIPHOL PIJPLEIDING CV In dit hoofdstuk wordt een kwantitatieve risicoanalyse gepresenteerd die is uitgevoerd voor de kerosineleiding (K2-leiding) van Amsterdam Schiphol Pijpleiding CV. 5.1 Uitgangspunten Leidingparameters De risicoberekeningen voor de kerosineleiding van Amsterdam Schiphol Pijpleiding CV zijn uitgevoerd conform het voorschrift uit de Handleiding Risicoberekeningen Bevb, Module C /2/. De berekeningen zijn uitgevoerd met SAFETI-NL versie De kerosine wordt in de risicoberekeningen gemodelleerd met n- nonaan. Dit is conform de Handleiding Risicoberekeningen Bevb, Module C /2/ de voorbeeldstof voor categorie 2 vloeistoffen zoals kerosine. De berekeningen van de toename van de faalfrequentie van de leiding ten gevolg van falen van de nabij gelegen windturbines zijn uitgevoerd conform het Handboek risicozonering windturbines /3/. De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de leidinggegevens zoals door Port of Amsterdam aangeleverd op 8 april 2016, aangevuld met leidinggegevens van de risicokaart ( De leidingdata zijn waar nodig geïnterpoleerd zodat de onderlinge afstand tussen de leidingpunten maximaal 10 meter is. Dit is dezelfde afstand als waarop het softwarepakket CAROLA interpoleert /2/. De leidingparameters die voor de in dit rapport gepresenteerde berekeningen van belang zijn, zijn weergegeven in Tabel 5-1. Tabel 5-1 Leidingparameters kerosineleiding Parameter kerosineleiding Gevaarlijke stof [-] Kerosine Diameter [mm] Minimale wanddikte [mm] 6.35 Rekgrens [N mm -2 ] 415 Ontwerpdruk [barg] 40 Diepteligging [m] 1.2* * Dit is de diepteligging van de leiding met uitzondering van het tracé onder het zijkanaal F/Afwateringskanaal (diepteligging 12 meter) en onder de spoorweg en heining (diepteligging lokaal 2.7 meter) De ligging van het beschouwde gedeelte van de leiding is weergegeven op een noord gerichte topografische kaart in Figuur 5-1. In dit figuur zijn tevens de locaties van de geplande windturbines in de nabijheid en de effectgebieden van deze windturbines weergegeven. Hieruit volgt dat de volgende windturbines en faalscenario s invloed kunnen hebben op de kerosineleiding: - WTW 1: bladafworp bij overtoeren - WTW 2: mastbreuk, bladafworp bij nominaal toerental, bladafworp bij overtoeren - WTW 3: mastbreuk, bladafworp bij nominaal toerental, bladafworp bij overtoeren - WTW 4: bladafworp bij overtoeren De leiding ligt niet binnen het effectgebied van gondelafworp van een van de windturbines. In de risicoberekeningen is gebruikgemaakt van de windroos van weerstation Schiphol. DNV GL Report No , Rev. 0 Page 15
19 Figuur 5-1 Ligging beschouwde gedeelte van de kerosine leiding (lichtblauw) en de windturbines nabij deze leiding. Gele stippen zijn windturbines van type Enercon E70; rode stippen windturbines van type Enercon E Bevolkingsdata De bevolkingsdata is opgevraagd via de Populatieservice ( De populatieservice is gebaseerd op de basisadministratie adressen en gebouwen (BAG). De via deze populatieservice ontvangen data is ter verificatie naar Port of Amsterdam gestuurd en voorgelegd aan gebiedsontwikkelaars. Er is geconcludeerd dat de bevolkingsdata zoals aangeleverd volledig is. Deze bevolkingsdata is gelijk aan de bevolkingsdata gebruikt voor de berekeningen in Hoofdstuk 4. SAFETI-NL heeft niet de mogelijkheid om het invloedsgebied (1% letaliteitsgrens) van een leiding weer te geven. Voor een inventarisatie van de afstand waarbinnen personen worden meegeteld voor de berekening van het groepsrisico (1% letaliteitsgrens) is daarom de per jaar plaatsgebonden risicocontour gebruikt. De per jaar plaatsgebonden risicocontour komt nagenoeg overeen met het invloedsgebied van een leiding. Het invloedsgebied van de leiding en de bevolking zoals verkregen van de Populatieservice is weergegeven in Figuur 5-2. Alle bevolkingsdata is tevens meegeleverd in Bijlage A. Twee gebouwen met populatie zijn gedeeltelijk binnen het invloedsgebied van de kerosineleiding gelegen; dit betreft de distributieloods van Sligro en de loods van Wentzel. De populatiedata ontvangen voor deze beide gebouwen is verdeeld over de gehele oppervlakte van het gebouw. DNV GL Report No , Rev. 0 Page 16
20 Figuur 5-2 PR per jaar contour (gele stippellijn) van de kerosineleiding (lichtblauw) met populatiedata van Populatieservice (rode vlakken) Faalfrequenties Deze paragraaf beschrijft de faalfrequenties gebruikt in de berekening en de risicoreducerende maatregelen die van toepassing zijn op kerosineleiding. De informatie over de faalfrequentie en mogelijke risicoreducerende maatregelen is aangeleverd door Pipeline Control in opdracht van Port of Amsterdam. De kerosineleiding van Amsterdam Schiphol Pijpleiding CV voldoet aan alle voorwaarden voor een standder-technieken leiding zoals gesteld in tabel 13 Randvoorwaarden voor buisleidingen voor stand der techniek in de Handleiding Risicoberekeningen Bevb, Module C /2/. Dit betekent dat de faalfrequenties uit paragraaf 3.2 van de Handleiding Risicorekeningen Bevb, Module C /2/ zijn gebruikt in de berekening, deze faalfrequenties per faalscenario zijn gegeven in Tabel 5-2. Tabel 5-2 Faalfrequentie per faalscenario stand-der-technieken leiding Faalscenario Faalfrequentie [km -1 jaar -1 ] Fractie totaal [%] Schade door derden Mechanisch falen Interne corrosie Externe corrosie Natuurlijke oorzaken Operationeel/overig Totaal DNV GL Report No , Rev. 0 Page 17
21 De faalfrequentie ten gevolge van schade door derden is gecorrigeerd met de diepteligging van de leiding. The correctiefactor is: waarbij, z = diepteligging leiding [m] Factor = e 2.4 (0.84 z) (1) Er zijn geen overige mitigerende maatregelen van toepassing op het in dit rapport beschouwde gedeelte van de kerosineleiding. Voor de mee te nemen frequentie voor de plasbrand (zie paragraaf 5.1.4) geldt dat de frequentie uit Tabel 5-2 moet worden vermenigvuldigd met de van toepassing zijnde totale ontstekingskans voor K2- vloeistoffen. Deze totale ontstekingskans bedraagt 0.01 (de kans op vertraagde ontsteking is 0) /2/. De Handleiding risicoberekeningen bevb /2/ geeft echter geen informatie over of deze ontstekingskans ook verwerkt moet worden in de additionele faalfrequentie van de leiding door impact van een windturbineonderdeel. Er is besloten de ontstekingskans van 0.01 wél te verwerken in de faalfrequentie van de kerosineleiding bij impact van een windturbineblad of mast, maar níet bij impact van de gondel op de leiding. Dit omdat gondelonderdelen mogelijk warmer kunnen zijn en dit wellicht kan leiden tot een kleine verhoging van de ontstekingskans van kerosine. In de situatie beschreven in dit rapport kan de gondel enkel op de leiding terecht komen wanneer de mast breekt 8. Dit geldt voor de leidingdelen op een afstand van masthoogte (+/- 5 meter) tot de windturbine. Voor deze leidingdelen is de onstekingskans van 0.01 (en dus reductiefactor van 100) niet verwerkt in de additionele faalfrequentie van de kerosineleiding door mastbreuk; hierdoor zijn de resultaten conservatief Plasbrand berekening Kerosine is gecategoriseerd als een K2-vloeistof. Voor het berekenen van de risico s en effecten van falen van een kerosineleiding moet het plasbrand-model gebruikt worden /2/. Plasbranden worden gemodelleerd als een ronde plas met een vloeistofniveau (plashoogte) van 5 cm. De diameter van de plas hangt af van de hoeveelheid vloeistof die uitstroomt bij breuk. Conform /2/, wordt het totale uitstroomvolume berekend door de sommatie van de volgende bijdrages: 1. De hoeveelheid vloeistof vrijgekomen binnen de afslagtijd van de pomp (V 30min ) 2. Uitstroming ten gevolge van de expansie van de samengedrukte vloeistof (V expansie ) De hoeveelheid vloeistof vrijgekomen binnen de afslagtijd van de pomp wordt berekend door het debiet te vermenigvuldigen met de afslagtijd. Conform /2/ is ingrijpen na 1800 seconden (half uur) succesvol en dit is dus als maximale uitstroomduur aangehouden. Het uitstroomvolume als gevolg van expansie van de samengedrukte vloeistof wordt berekend met behulp van formule (2): V = π 4 D2 L P C e (2) 8 Voor de hoogte van de knik van de mast wordt conservatief uitgegaan van het knikken bij de voet. Dit betekent dat de gondel/rotor bij mastbreuk altijd op een mastlengte van de voet valt. DNV GL Report No , Rev. 0 Page 18
22 Waarbij, V uitstroomvolume [m 3 ] D interne diameter van de leiding[m] L lengte van de leiding tussen de pompen 9 [m] P druk[pa] C e compressibiliteit van het product [m 2 /N] Voor de compressibiliteit van het product is m 2 /N gebruikt /2/. De totale uitstroom van kerosine is de sommatie van 1 en 2. De berekende volumes voor de verschillende debieten zijn gegeven in Tabel 5-3. Terugstroming van kerosine vanuit opslagtanks is uitgesloten van de berekening van de plasbranddiameter. Er is enkel uitstroming mogelijk van de vloeistof ín de leiding. De diameter van de plasbrand wordt conform /2/, gegeven door formule (3): d = 2 V total π h (3) Waarbij, d diameter van de plasbrand [m] V totaal totaal uitstroomvolume [m 3 ] h hoogte plasbrand [m] (standaard waarde: 0.05 m) De plasbranddiameters met bijbehorende tijdsfracties zoals gebruikt in de berekeningen zijn weergegeven in Tabel 5-3. Tabel 5-3 Uitstroomvolumes en plasbranddiameters per debiet Debiet Tijdsfractie V 30min [m 3 ] V expansie [m 3 ] V totaal [m 3 ] Plasbrand diameter [m] 750 m 3 /uur 7 uur per etmaal m 3 /uur* 17 uur per etmaal * Wanneer er niet verpompt wordt is de leiding ingeblokt op een druk van 8.5 barg. Wanneer een leiding gevuld is zonder dat er verpompt wordt, zal bij breuk van de leiding alleen sprake zijn van uitstroming ten gevolge van expansie van de samengedrukte vloeistof (V expansie ) /2/. 9 Voor de kerosineleiding is de lengte van de totale leiding gebruikt; dit is meter. DNV GL Report No , Rev. 0 Page 19
23 5.2 Resultaten In deze paragraaf worden de resultaten gepresenteerd van de uitgevoerde plaatsgebonden (PR) en groepsrisicoberekeningen (GR) van de kerosineleiding van Amsterdam Schiphol Pijpleiding C.V.. In deze berekeningen is de invloed van de plaatsing van de windturbines aan de Westpoortweg op het PR en GR berekend Plaatsgebonden risico kerosineleiding Het plaatsgebonden risico (PR) is in het Besluit externe veiligheid buisleidingen /1/ gedefinieerd als het risico op een plaats nabij een buisleiding, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die bepaalde plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval met die buisleiding. Het plaatsgebonden risico wordt weergegeven door contouren rondom de leiding met risicowaardes van, indien aanwezig, 10-4, 10-5, 10-6, 10-7 en 10-8 per jaar. De PR contouren van de kerosine leiding vóór plaatsing van de in Hoofdstuk 2 beschreven windturbines is weergegeven in Figuur 5-3; de PR contouren ná plaatsing van de windturbines is weergegeven in Figuur 5-4. In Figuur 5-5 en Figuur 5-6 is ingezoomd op twee locaties waar het PR ten gevolge van plaatsing van de windturbines wijzigt om inzicht te krijgen in de verschillen. In deze beide figuren zijn zowel de PR contouren vóór plaatsing van de windturbines (gestippelde lijnen) als de PR contouren ná plaatsing van de windturbines weergegeven. Figuur 5-3 Plaatsgebonden risico kerosineleiding (lichtblauw) vóór plaatsing geplande windturbines. De kerosineleiding van ASP CV bereikt het plaatsgebonden risicocontour niveau van 10-7 per jaar niet, er is enkel een 10-8 per jaar. DNV GL Report No , Rev. 0 Page 20
24 Figuur 5-4 Plaatsgebonden risico kerosineleiding (lichtblauw) ná plaatsing geplande windturbines. De kerosineleiding van ASP CV bereikt het plaatsgebonden risicocontour niveau van 10-6 per jaar nabij de windturbines WTW2 en WTW3. Bij Figuur 5-4 moet opgemerkt worden dat bij berekening van de additionele faalfrequentie van de kerosineleiding door mastbreuk van de windturbine, waarbij de gondel de leiding raakt, er gerekend is met een totale ontstekingskans van 1 in plaats van 0.01 (zie paragraaf 5.1.4). Dit omdat rotoronderdelen warmer kunnen zijn en dit mogelijk kan leiden tot een kleine verhoging van de ontstekingskans van kerosine. Door de totale ontstekingskans van 0.01 niet mee te nemen in de faalfrequentie van schade aan de leiding door impact van de gondel zijn de gepresenteerde resultaten conservatief. DNV GL Report No , Rev. 0 Page 21
25 Figuur 5-5 Verschil in plaatsgebonden risico van de kerosineleiding (lichtblauw) nabij windturbine WPW2. Het huidige PR is weergegeven met de stippellijn; het toekomstige PR met de doorgetrokken lijn. Figuur 5-6 Verschil in plaatsgebonden risico van de kerosineleiding (lichtblauw) nabij windturbine WPW3. Het huidige PR is weergegeven met de stippellijn; het toekomstige PR met de doorgetrokken lijn. DNV GL Report No , Rev. 0 Page 22
26 5.2.2 Groepsrisico kerosineleiding Het groepsrisico is een maat om de kans weer te geven dat een incident met meerdere dodelijke slachtoffers voorkomt. Het wordt in het Besluit externe veiligheid buisleidingen /1/ gedefinieerd als de cumulatieve kansen per jaar per kilometer buisleiding dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een buisleiding en een ongewoon voorval met die buisleiding". Het groepsrisico wordt berekend door rondom elk punt op de leiding een segment van een kilometer te kiezen, dat gecentreerd ligt ten opzichte van dit punt. Voor deze kilometer leiding wordt een FN-curve 10 berekend, welke wordt vergeleken met de oriëntatiewaarde 11 van het groepsrisico. Uit de maximale verhouding tussen de FN-curve en de oriëntatiewaarde volgt de overschrijdingsfactor 12. Vervolgens wordt voor alle punten op de leiding deze maximale overschrijdingsfactoren in een grafiek uiteengezet, waaruit het maximum voor de beschouwde leiding kan worden bepaald. Dit maximum wordt gerapporteerd als het groepsrisico. De kerosineleiding van Amsterdam Schiphol Pijpleiding CV heeft zowel vóór als ná plaatsing van de windturbines op de aangegeven locaties geen scenario waarbij 10 of meer slachtoffers vallen. Hierdoor is er conform de definitie van het groepsrisico zoals gesteld in het Besluit externe veiligheid buisleidingen /1/ geen sprake van groepsrisico. 5.3 Conclusies Plaatsgebonden risico: De berekening wijst uit dat de plaatsing van de windturbines op de aangegeven locaties lokaal leiden tot het ontstaan van 10-6 per jaar plaatsgebonden risicocontouren. Omdat er zich geen kwetsbare objecten binnen deze contouren bevinden, voldoet het plaatsgebonden risico van de kerosineleiding aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen /1/. Groepsrisico: De kerosineleiding van Amsterdam Schiphol Pijpleiding CV heeft zowel vóór als ná plaatsing van de windturbines op de aangegeven locaties geen scenario waarbij 10 of meer slachtoffers vallen. Hierdoor is er conform de definitie van het groepsrisico zoals gesteld in het Besluit externe veiligheid buisleidingen /1/ geen sprake van groepsrisico. 10 De handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico /6/ omschrijft: "Het groepsrisico wordt weergegeven als een curve in een grafiek met twee logaritmisch geschaalde assen, de zogenaamde FN-curve. Op de y-as wordt de cumulatieve frequentie F (per jaar) uitgezet en op de x-as het aantal te verwachten slachtoffers N. De curve geeft het verband tussen de omvang van de getroffen groep (N) en de kans (F) dat in één keer een groep van ten minste die omvang komt te overlijden". 11 Met de oriëntatiewaarde wordt in het Besluit externe veiligheid buisleidingen /1/ bedoeld "de lijn die de kans weergeeft op een ongeval met 10 of meer dodelijke slachtoffers van ten hoogste 10-4 per jaar en de kans op een ongeval met 100 of meer dodelijke slachtoffers van ten hoogste 10-6 per jaar". 12 De overschrijdingsfactor is de maximale verhouding tussen de FN-curve en de oriëntatiewaarde. Daarmee is de overschrijdingsfactor een maat die aangeeft in hoeverre de oriëntatiewaarde wordt genaderd of overschreden. Een overschrijdingsfactor kleiner dan één geeft aan dat de FN-curve onder de oriëntatiewaarde blijft. Bij een waarde van één zal de FN-curve de oriëntatiewaarde raken. Bij een waarde groter dan één wordt de oriëntatiewaarde overschreden. DNV GL Report No , Rev. 0 Page 23
27 6 REFERENCES /1/ Besluit externe veiligheid buisleidingen. Staatsblad 2010 nr. 686, 17 september /2/ Handleiding Risicoberekeningen Besluit externe veiligheid buisleidingen. RIVM. Versie 2.0, 1 juli /3/ Handboek Risicozonering Windturbines, opgesteld door DNV KEMA in opdracht van AgentschapNL, versie 3.1 uitgave september versie%20september% pdf /4/ Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (activiteitenbesluit). 19 oktober /5/ Brief RIVM aan VROM, Oplevering rekenpakket CAROLA, kenmerk 012/10 CEV Vli/sij -1631, 25 januari /6/ Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico. I&M. Versie 1.0, november /7/ Het beleid van Gasunie Transport Services inzake het veilig plaatsen van windturbines bij haar gasinfrastructuur, GTS, Versie 8, , Ref: LAJ bines%20gts%20externe%20informatie%20v8% pdf DNV GL Report No , Rev. 0 Page 24
28 About DNV GL Driven by our purpose of safeguarding life, property and the environment, DNV GL enables organizations to advance the safety and sustainability of their business. We provide classification and technical assurance along with software and independent expert advisory services to the maritime, oil and gas, and energy industries. We also provide certification services to customers across a wide range of industries. Operating in more than 100 countries, our 16,000 professionals are dedicated to helping our customers make the world safer, smarter and greener.
Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleiding W-534-03 te Zwanenburg. N.V. Nederlandse Gasunie
Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleiding W-534-03 te Zwanenburg N.V. Nederlandse Gasunie Report No.: 74106856.120, Rev. 0 Date: 27-10-2015 Report title: Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleiding
Nadere informatieKwantitatieve risicoanalyse gastransportleidingen N-558-36 en N-558-40 te Bathmen. N.V. Nederlandse Gasunie
Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleidingen N-558-36 en N-558-40 te Bathmen N.V. Nederlandse Gasunie Report No.: 74105429, Rev. 0 Document No.: GCS 14.R.54520 Date: 03-11-2014 Report title: Kwantitatieve
Nadere informatieKwantitatieve risicoanalyse gastransportleiding Z-500-01 te Maastricht. N.V. Nederlandse Gasunie
Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleiding Z-500-01 te Maastricht N.V. Nederlandse Gasunie Report No.: 74106856.067, Rev. 0 Date: 29-06-2015 Report title: Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleiding
Nadere informatieKwantitatieve risicoanalyse gastransportleidingen W , W en W te Nieuw-Vennep. N.V. Nederlandse Gasunie
Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleidingen W-532-09, W-532-11 en W-532-17 te Nieuw-Vennep N.V. Nederlandse Gasunie Report No.: 10014588.008, Rev. 0 Date: 27 januari 2016 Report title: Kwantitatieve
Nadere informatieKWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING. OLST-WIJHE I CDM16 Olst N Bruinweg N.V. Nederlandse Gasunie
KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING GASTRANSPORTLEIDING N-556-60 N-556-60 EN EN N-557-30 N-557-30 TE TE OLST, OLST, GEMEENTE GEMEENTE OLST-WIJHE OLST-WIJHE I.012535.01 - CDM16 Olst N-566-60
Nadere informatieRAAMCONTRACT GU PROJECTS QRA Amersfoort W-500-01, W-500-05 en W-500-22. N.V. Nederlandse Gasunie
RAAMCONTRACT GU PROJECTS QRA Amersfoort W-500-01, W-500-05 en W-500-22 N.V. Nederlandse Gasunie Report No.: 74105429.041, Rev. 0 Document No.: GCS 14.R.54341 Date: 09-07-2014 Project name: Raamcontract
Nadere informatieDNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-533-19 Kromslootpark te Almere
DNV KEMA Energy & Sustainability Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-533-19 Kromslootpark te Almere Groningen, 12 december 2012 74101463-GCS 12.R.53340 Kwantitatieve Risicoanalyse
Nadere informatieKwantitatieve risicoanalyse gastransportleidingen N , N , N en N te Paterswolde. N.V. Nederlandse Gasunie
Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleidingen N-507-30, N-507-33, N-507-36 en N- 507-43 te Paterswolde N.V. Nederlandse Gasunie Report No.: 74106856.059, Rev. 1 Date: 16-09-2015 Report title: Kwantitatieve
Nadere informatieKWANTITATIEVE RISICOANALYSE. GASTRANSPORTLEIDING N TE TONDEN, GEMEENTE BRUMMEN I De Hoven N Rondweg N-345
KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING N-559-20 TE TONDEN, GEMEENTE I.012547.01 De Hoven N-559-20 Rondweg N-345 I.012547.01 De Hoven N-559-20 Rondweg N-345 N.V. Nederlandse Gasunie N.V. Nederlandse
Nadere informatieDNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding Z-517-17
DNV KEMA Energy & Sustainability Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding Z-517-17 Groningen, 12 april 2013 74102436- GCS 13.R.53691 Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding Z-517-17
Nadere informatieQRA Gastransportleiding Heerhugowaard W N.V. Nederlandse Gasunie
Opdrachtgever: Project: QRA Gastransportleiding W-574-02 Gasunie Projectnummer: I.012153.01 Gasunie Projectnaam: GNIPA-1620 Aartswoud-Heerhugowaard Behoort bij besluit van Burgemeester en wethouders van
Nadere informatieDNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-520-01. i.v.m. verlegging van de leiding
Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-520-01 i.v.m. verlegging van de leiding Groningen, 22 november 2013 74102436 - GCS 13.R.54017 Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-520-01
Nadere informatieLandelijk gebied Grootstukkerweg, gasleiding
Landelijk gebied Grootstukkerweg, gasleiding NL.IMRO.0037.OV1312-vs01 28 april 2014 Tekeningen en risocoanalyse 1 Tekening N-523-50-KR-031-A13 2 Tekening N-523-50-KR-031-B13 3 Tekening N-523-52-KR-001-A13
Nadere informatieQRA Gastransportleiding Verlegging W RLR KP5 Valkenburg Duyfrak Gasunie Transport Services B.V.
Opdrachtgever: Project: QRA Gastransportleidingen Gasunie Projectnummer: I.013262.01 Gasunie Projectnaam: Verl. W-535-01 RLR KP5 Valkenburg Duyfrak QRA Gastransportleiding Verlegging W-535-01 RLR KP5 Valkenburg
Nadere informatieDNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W i.v.m. plaatsing nieuwe afsluiter locatie
DNV KEMA Energy & Sustainability Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-521-01 i.v.m. plaatsing nieuwe afsluiter locatie Groningen, 16 oktober 2013 74102436- GCS 13.R.53962 Kwantitatieve
Nadere informatieDNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W i.v.m. verlenging van de leiding
DNV KEMA Energy & Sustainability Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-520-05 i.v.m. verlenging van de leiding Groningen, 27 november 2013 74102436 - GCS 13.R.53994 Kwantitatieve Risicoanalyse
Nadere informatieRapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-501-01. i.v.m. aanpassing afsluiterschema W-501-01-KR-054 / W-501-01-KR-055 Waddinxveen
Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-501-01 i.v.m. aanpassing afsluiterschema W-501-01-KR-054 / W-501-01-KR-055 Waddinxveen Groningen, 5 juli 2013 74102436- GCS 13.R.53792 Kwantitatieve
Nadere informatieDNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Pannenkoekenhuis Veenendaal i.v.m. Gastransportleiding W
Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Pannenkoekenhuis Veenendaal i.v.m. Gastransportleiding W-523-03 Groningen, 3 mei 2013 74102493 GCS 13.R.53726 Kwantitatieve Riscioanalyse Pannenkoekenhuis Veenendaal
Nadere informatieRapport. Kwantitatieve risicotoetsing van aardgastransportleiding W GCS 13.R i.v.m. verlegging nabij de A15/N3 -
Rapport 74102436 GCS 13.R.53877 Kwantitatieve risicotoetsing van aardgastransportleiding W-530-01 - i.v.m. verlegging nabij de A15/N3 - Groningen, 02 augustus 2013 DNV KEMA Energy & Sustainability 74102436
Nadere informatieDNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W (rev. 1)
DNV KEMA Energy & Sustainability Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-533-01 (rev. 1) Groningen, 26 maart 2013 74102436-GCS 13.R.53631 Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding
Nadere informatieDNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-521-06. knooppunt Kethelplein Schiedam
DNV KEMA Energy & Sustainability Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-521-06 knooppunt Kethelplein Schiedam Groningen, 21 december 2012 74101463-GCS 12.R.53415 Kwantitatieve Risicoanalyse
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-521-18
Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-521-18 Groningen, 16 augustus 2012 74101761-GCS 12.R.53034 Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-521-18 Groningen, 14 augustus Auteur M.H.
Nadere informatieDNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding N-568-10
DNV KEMA Energy & Sustainability Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding N-568-10 Groningen, 14 september 2012 74101761-GCS 12.R.53074 Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding N-568-10
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding 403190 & 403200
Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding 403190 & 403200 Groningen, 17 juli 2012 KEMA Nederland B.V., Arnhem, Nederland. Alle rechten voorbehouden. Het is verboden om dit document op enige manier
Nadere informatieBIJLAGE 7 RISICOANALYSE EXTERNE VEILIGHEID KEMA
BIJLAGE 7 RISICOANALYSE EXTERNE VEILIGHEID KEMA 24 april 2012 Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding Z-520-38 Groningen, 24 april 2012 74101109-GCS 12.R.52846 Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleidingen Z-529-25 en Z-529-26
Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleidingen Z-529-25 en Z-529-26 Groningen, 19 maart 2012 KEMA Nederland B.V., Arnhem, Nederland. Alle rechten voorbehouden. Het is verboden om dit document op enige
Nadere informatieDNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding Z-528-07
DNV KEMA Energy & Sustainability Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding Z-528-07 Groningen, 16 november 2012 74101109- GCS 12.R.53286 Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding Z-528-07
Nadere informatieDNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse ten behoeve van nieuwbouw in Loon op Zand
Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse ten behoeve van nieuwbouw in Zand Groningen, 16 november 2012 74101519- GCS 12.R.53276 Kwantitatieve Risicoanalyse ten behoeve van nieuwbouw in Zand Groningen, 16 november
Nadere informatieKWANTITATIEVE RISICOANALYSE N deel-1
N-559-05-deel-1 Gasunie Transport Services B.V. 18 JANUARI 2018 Contactpersoon HERMAN ROUWENHORST Consultant (Tunnel) Safety T +31 (0)88 4261261 M +31 (0)6 46132573 E Herman.Rouwenhorst@arcadis.com Arcadis
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-509-06 Den Haag Transvaalkwartier
DNV KEMA Energy & Sustainability Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-509-06 Den Haag Transvaalkwartier Groepsrisico Haagse Markt o.b.v. een realistische set van saneringsmaatregelen
Nadere informatieGevoeligheidsanalyse hotel NH Schiphol Airport nabij gastransportleidingen A-803, A-553 en A-554 gemeente Haarlemmermeer
Gevoeligheidsanalyse hotel NH Schiphol Airport nabij gastransportleidingen A-803, A-553 en A-554 gemeente Haarlemmermeer Groningen, 2 augustus 2011 74100564-GCS 11-R.52204 Gevoeligheidsanalyse Hotel NH
Nadere informatieKWANTITATIEVE RISICOANALYSE Besluit externe veiligheid buisleidingen
KWANTITATIEVE RISICOANALYSE Besluit externe veiligheid buisleidingen Heizenschedijk 1 te Moergestel Gemeente Oisterwijk Opdrachtgever: Contactpersoon: BRO de heer J. Miellet Documentnummer: 20130525, C02
Nadere informatieKwantitatieve risicoanalyse hogedrukaardgasleiding Bestemmingsplan Kern Nieuwveen & Zevenhoven & Noordeinde
Kwantitatieve risicoanalyse hogedrukaardgasleiding Bestemmingsplan Kern Nieuwveen & Zevenhoven & Noordeinde Kwantitatieve risicoanalyse hogedrukaardgasleiding Bestemmingsplan Kern Nieuwveen & Zevenhoven
Nadere informatieZoetermeer. Innovatiefabriek. Kwantitatieve risicoanalyse. 090301.1778700 14-05-2013 concept. ir. R.A. Sips. ing. J. Lauf
Zoetermeer Innovatiefabriek Kwantitatieve risicoanalyse identificatie status projectnummer: datum: status: 090301.1778700 14-05-2013 concept opdrachtleider: ir. R.A. Sips auteur: ing. J. Lauf Adviesbureau
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Hoogegeest Akersloot
Kwantitatieve Risicoanalyse Hoogegeest Akersloot Samenvatting In dit rapport is zowel een plaatsgebonden risicoberekening als een groepsrisicoberekening uitgevoerd. Dit is gedaan in het kader van de bouw
Nadere informatieRapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding A-515 Tuincentrum De Bosrand. - op basis van werkelijke diepteligging -
Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding A-515 Tuincentrum De Bosrand - op basis van werkelijke diepteligging - Groningen, 14 maart 2013 74101519 - GCS 13.R.53524 Kwantitatieve Risicoanalyse
Nadere informatieAdvies: kennisnemen van het rapport kwantitatieve risicoanalyse gastransportleiding A-515 (15i.02411)
VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Van: B. Wouda Tel nr: 8621 Nummer: 15A.00695 Datum: 7 juli 2015 Tekenstukken: Nee Bijlagen: 1 Afschrift aan: N.a.v. (evt. briefnrs.): Team: Ruimtelijk beleid en
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Hoofdweg Oostvoorne
Kwantitatieve Risicoanalyse Hoofdweg Oostvoorne status datum: status: 19-01-2011 definitief Opdrachtgever: gemeente Westvoorne Opdrachtleider RBOI: mw. drs. J.P. Zevenbergen-Herweijer Samenvatting In dit
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Carola HO-Fort Hemeltje 18072011. Door: Peter van der Meiden Milieudienst Zuidoost-Utrecht 18 juli 2011
Kwantitatieve Risicoanalyse Carola HO-Fort Hemeltje 18072011 Door: Peter van der Meiden Milieudienst Zuidoost-Utrecht 18 juli 2011 Samenvatting In het kader van het project de Nieuwe Hollandse Waterlinie
Nadere informatieNotitie. Betreft : Berekening plaatsgebonden risico en groepsrisico hogedruk aardgasleiding t.b.v. bestemmingsplan Landgoed Heideburgh te Rucphen
Notitie Aan : BVR Projectontwikkeling B.V. en Langendijk B.V. Van : ir. S. Valk en ir. drs. D. Lobregt (Royal Haskoning) Datum : 29 november 2011 Kopie : L.J.A. Rombouts MSc, ing. E.M. Reurslag en J.J.H.
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Zuivelhoeve toekomstige situatie. Door: Afdeling Beleid en Advies
Kwantitatieve Risicoanalyse Zuivelhoeve toekomstige situatie Door: Afdeling Beleid en Advies Samenvatting De Zuivelhoeve heeft het voornemen om haar activiteiten, die nu nog verspreidt over verschillende
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse gastransportleiding Z nabij Bosschenhoofd
Kwantitatieve Risicoanalyse gastransportleiding Z-520-36 nabij Bosschenhoofd Groningen, 17 januari 2012 Kwantitatieve Risicoanalyse gastransportleiding Z-520-36 nabij Bosschenhoofd Groningen, 17 januari
Nadere informatieBijlage 5 - Kwantitatieve risicoanalyse aardgasleidingen Papendrecht
Bijlage 5 - Kwantitatieve risicoanalyse aardgasleidingen Papendrecht Kwantitatieve Risicoanalyse P101897 aardgastransportleidingen Papendrecht Door: Omgevingsdienst Zuid Holland - Zuid, M. Jongerius Inhoud
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse GR Berekening Gasunieleiding A Door: A.J. Lindenbergh RUD Zeeland 30 maart 2018 Versie 1.1
Kwantitatieve Risicoanalyse GR Berekening Gasunieleiding A 530-06 Door: A.J. Lindenbergh RUD Zeeland 30 maart 2018 Versie 1.1 Samenvatting Ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing van het bestemmingsplan
Nadere informatieHillegom. Ontwikkeling Pastoorslaan Hillegom. Kwalitatieve risicoanalyse. 25-10-2010 concept definitief 020104.14951.00. mw. mr. C.T.
Hillegom Ontwikkeling Pastoorslaan Hillegom Kwalitatieve risicoanalyse identificatie status datum: status: 25-10-2010 concept definitief projectnummer: 020104.14951.00 opdrachtleider: mw. mr. C.T. Ploeger
Nadere informatieNotitie aan : G. M. Valkenburg Gasunie. P.C.A. Kassenberg. Risicoberekening verlegde gastransportleiding Maastricht Balijeweg, Z
66910157-GCS 11-51723 21 januari 2011 PV Notitie aan : G. M. Valkenburg Gasunie van : P. Visser KEMA kopie : Registratuur KEMA Registratuur Gasunie P.C.A. Kassenberg Gasunie Betreft : Risicoberekening
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Externe veiligheidsberekening buisleiding Baarn. Door: R Polman
Kwantitatieve Risicoanalyse Externe veiligheidsberekening buisleiding Baarn Door: R Polman Samenvatting De Gasunie heeft per brief van mei 2011 aan de gemeente Baarn verzocht na te gaan of sprake is van
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse De Veldkamp
Kwantitatieve Risicoanalyse De Veldkamp 13 maart 2014 Gemeente Hengelo afdeling wijkzaken, beleid en advies B. Meijer Samenvatting Voor het bedrijventerrein De Veldkamp wordt een nieuw bestemmingsplan
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Nijmegen Template Synthon nieuw. Door: Mark Geurts, MARN
Kwantitatieve Risicoanalyse Nijmegen Template Synthon nieuw Door: Mark Geurts, MARN Samenvatting Risiconiveau buisleidingen Het plangebied ligt in de buurt van diverse hogedruk aardgastransportleiding.
Nadere informatieNotitie aan : G.G. Kavelaars Gasunie. van : T.T. Sanberg KEMA. kopie : Registratuur KEMA. P.C.A. Kassenberg
66912927-GCS 1-567 12-2-21 TTS Notitie aan : G.G. Kavelaars Gasunie van : T.T. Sanberg KEMA kopie : Registratuur KEMA Registratuur Gasunie P.C.A. Kassenberg Gasunie Betreft : Risicoberekening gastransportleidingen
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Qra hogedruk aardgastransportleidingen Wezelseveldweg. Door: Chris Rodoe
Kwantitatieve Risicoanalyse Qra hogedruk aardgastransportleidingen Wezelseveldweg Door: Chris Rodoe Samenvatting Het bestemmingsplan Wezelseveldweg 1 ligt in het invloedsgebied van diverse hogedruk aardgastransportleidingen
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse BP Schellingwoude incl ontwikkelingen. Door: SnMusc
Kwantitatieve Risicoanalyse BP Schellingwoude incl ontwikkelingen Door: SnMusc Inhoud Samenvatting... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 1 Inleiding... 3 2 Invoergegevens... 4 2.1 Interessegebied... 4
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse (Carola) Hogedruk aardgasleidingen gemeente Heusden
Kwantitatieve Risicoanalyse (Carola) Hogedruk aardgasleidingen gemeente Heusden Door: Theo Hurkens Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Invoergegevens... 4 2.1 Interessegebied... 4 2.2 Relevante leidingen... 5 2.3...
Nadere informatieMadewater en Westmade te Monster externe veiligheid. Concept
Madewater en Westmade te Monster externe veiligheid Rapportnummer O 15571-1-RA-001 d.d. 8 april 2015 Madewater en Westmade te Monster externe veiligheid opdrachtgever Gemeente Westland (Gemeentekantoor
Nadere informatieAddendum. memonummer datum 17 februari Christian van den Hoven Eneco
Addendum memonummer 20150217 400568 datum 17 februari 2015 aan Joost de Gooier Nuon Christian van den Hoven Eneco van Tom van der Linde Antea Group Jeroen Eskens Rudi van Rooij kopie project Externe veiligheid
Nadere informatieKwantitatieve risicoanalyse buisleiding N bestemmingsplan Waterwijk
Rapport Kwantitatieve risicoanalyse buisleiding N-533-20 bestemmingsplan Waterwijk Auteur: Gert-Jan vd Bovenkamp Almere, september 2015. Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Invoergegevens... 4 2.1 Interessegebied
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Thomashuis Parallelweg 58 De Krim. Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu
Kwantitatieve Risicoanalyse Thomashuis Parallelweg 58 De Krim Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu Samenvatting Onderhavige kwantitatieve risicoanalyse is uitgevoerd ten behoeve van bestemmingsplan Buitengebied
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Bestemmingsplan Hansweert
Kwantitatieve Risicoanalyse Bestemmingsplan Hansweert Samenvatting In dit rapport is zowel een plaatsgeboden risicoberekening als een groepsrisicoberekening uitgevoerd. Dit is gedaan in het kader van het
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse aargastransportleiding Stadslandgoed Barnewinkel
Kwantitatieve Risicoanalyse aargastransportleiding Stadslandgoed Barnewinkel Projectbureau externe veiligheid regio Stedendriehoek Opgesteld door: Hansjurgen Heinen Gezien door: Liesbeth Spoelma Datum:
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Bellertstraat 16
Kwantitatieve Risicoanalyse Bellertstraat 16 Door: Omgevingsdienst Veluwe IJssel T. Waanders DOS 2015 020690 27 mei 2015 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Invoergegevens... 4 2.1 Relevante leidingen... 4 2.2 Populatie...
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Nieuwe situatie Grift Noord 2
Kwantitatieve Risicoanalyse Nieuwe situatie Grift Noord 2 Mark Geurts Omgevingsdienst Regio Nijmegen 6-01-2015 Definitief Archief Z14.040289 Inhoud 1 Inleiding... 4 2 Invoergegevens... 5 2.1 Interessegebied...
Nadere informatieKwantitatieve risicoanalyse buisleiding N bestemmingsplan Muziekwijk
Rapport Kwantitatieve risicoanalyse buisleiding N-533-20 bestemmingsplan Muziekwijk Auteur: Gert-Jan vd Bovenkamp Almere, Oktober 2015. Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Invoergegevens... 4 2.1 Interessegebied
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Saaksum gemeente Zuidhorn
Kwantitatieve Risicoanalyse Saaksum gemeente Zuidhorn Door: W. Niessink Steunpunt Externe Veiligheid provincie Groningen Samenvatting Groepsrisicoberekening voor de hogedruk gasbuisleidingen van Gasunie
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Schuinesloot, Schuineslootweg 36. Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu
Kwantitatieve Risicoanalyse Schuinesloot, Schuineslootweg 36 Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu Samenvatting Aan de Schuineslootweg 36 te Schuinesloot, gemeente Hardenberg, ligt een voormalige agrarische
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Rodenrijse Zoom. (ruimtelijke onderbouwingen Bosplaatstraat en uitwerkingsplan Waddenweg 124 ev)
Kwantitatieve Risicoanalyse Rodenrijse Zoom (ruimtelijke onderbouwingen Bosplaatstraat en uitwerkingsplan Waddenweg 124 ev) Samenvatting In dit rapport is zowel een plaatsgebonden risicoberekening als
Nadere informatieRisicoberekening Hogedrukaardgasleiding W en W t.b.v. BP Driegatenbrug, Leiderdorp
Risicoberekening Hogedrukaardgasleiding W-515-03 en W-515-05 t.b.v. BP Driegatenbrug, Leiderdorp Beoordeling risico s ondergrondse hogedrukaardgasleidingen W-515-03 en W-515-05 In opdracht van: gemeente
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Reekstraat Wolfsbossingel Beuningen 7 woningen. Door: Mark Geurts, MARN
Kwantitatieve Risicoanalyse Reekstraat Wolfsbossingel Beuningen 7 woningen Door: Mark Geurts, MARN Samenvatting Betreft de beschrijving nulsituatie Pagina 2 van 42 Inhoud Samenvatting... 2 1 Inleiding...
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Verantwoording groepsrisico, Kerkstraat/R. Koetsierstraat,Lemelerveld. Door: Gemeente Dalfsen, mei 2011
Kwantitatieve Risicoanalyse Verantwoording groepsrisico, Kerkstraat/R. Koetsierstraat,Lemelerveld Door: Gemeente Dalfsen, mei 2011 Inhoudsopgave 2. Inleiding... 4 3. Invoergegevens... 5 3.1 Interessegebied...
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Carola Veenendaal-PR/GR-knelpunten Gasunie. Door: Peter van der Meiden Milieudienst Zuidoost-Utrecht 26 april 2012
Kwantitatieve Risicoanalyse Carola Veenendaal-PR/GR-knelpunten Gasunie Door: Peter van der Meiden Milieudienst Zuidoost-Utrecht 26 april 2012 Samenvatting Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Schutlandenweg, Hoogeveen. Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu
Kwantitatieve Risicoanalyse Schutlandenweg, Hoogeveen Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu Samenvatting Initiatiefnemer is voornemens de voormalige kantoorlocatie van De Nederlandsche Bank aan de Schutlandenweg
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse gasleiding W-517-04 Voorofsche Zoom Boskoop
Kwantitatieve Risicoanalyse gasleiding W-517-04 Voorofsche Zoom Boskoop Door: Omgevingsdienst Midden-Holland, R. Wegerif 5 augustus 2014 Samenvatting Deze risicostudie is uitgevoerd om de risico s in beeld
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Bestemmingsplan De Purmer. Door: Afdeling VTH, Team VBA, H.C.P.A. Deckers
Kwantitatieve Risicoanalyse Bestemmingsplan De Purmer Door: Afdeling VTH, Team VBA, H.C.P.A. Deckers Inhoud 1 Inleiding... 4 2 Invoergegevens... 6 2.1 Interessegebied... 6 2.2 Relevante leidingen... 7
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Risicoberekening gastransportleiding N ten behoeve van actualisatie bestemmingsplan dorpskern van Staphorst
Kwantitatieve Risicoanalyse Risicoberekening gastransportleiding N550-41 ten behoeve van actualisatie bestemmingsplan dorpskern van Staphorst Door: G. Haandrikman Datum: 9 december 2015 Opgesteld door:
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse EV-berekeningen buisleidingen Stadsdeel Blerick Door: Rossenberg, PJM van
Kwantitatieve Risicoanalyse EV-berekeningen buisleidingen Stadsdeel Blerick 26-02-2011 Door: Rossenberg, PJM van Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Invoergegevens... 4 2.1 Interessegebied...4 2.2 Relevante leidingen...5
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Wezep, van Pallandtlaan. Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu
Kwantitatieve Risicoanalyse Wezep, van Pallandtlaan Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu Samenvatting Aan de Zuiderzeestraatweg in Wezep, gemeente Oldebroek, ligt een voormalige bedrijfslocatie, met daarachter
Nadere informatieKwantitatieve risicoanalyse buisleiding N bestemmingsplan Hannie Schaftpark en Fanny Blankers-Koenpark
Rapport Kwantitatieve risicoanalyse buisleiding N-533-20 bestemmingsplan Hannie Schaftpark en Fanny Blankers-Koenpark Auteur: Gert-Jan vd Bovenkamp Almere, oktober 2016. Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Invoergegevens...
Nadere informatieKwantitatieve risicoanalyse hogedrukaardgasleiding Bestemmingsplan Kern Nieuwveen & Zevenhoven & Noordeinde
Kwantitatieve risicoanalyse hogedrukaardgasleiding Bestemmingsplan Kern Nieuwveen & Zevenhoven & Noordeinde Kwantitatieve risicoanalyse hogedrukaardgasleiding W-529 BP Kern Nieuwveen, Zevenhoven, Noordeinde
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Berekening nieuwe situatie Laarberg/Zuidgang. Door: F. Th. Geurts
Kwantitatieve Risicoanalyse Berekening nieuwe situatie Laarberg/Zuidgang Door: F. Th. Geurts Samenvatting Dit betreft een standaard gegenereerd rapport met het programma Carola. Het onderdeel Samenvatting
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Leiding W te Zaanstad
Kwantitatieve Risicoanalyse Leiding W-570-01 te Zaanstad Datum: 04 juli 2012 Auteur: Şoray Kiliç Afdeling: Planologische kaders Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Invoergegevens... 4 2.1 Interessegebied... 4 2.2
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Deelplan 26 Den Haag
Kwantitatieve Risicoanalyse Deelplan 26 Den Haag Inhoud 1 Inleiding...4 2 Invoergegevens...5 3 Presentatie rekenresultaten...6 4 Aardgastransportleiding A-517-10...7 4.1 Invloedsgebied A-517-10 van N.V.
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Werklandschap Groene Zoom
BIJLAGE 2 bij EV advies Werklandschap Groene Zoom Harderwijk Kwantitatieve Risicoanalyse Werklandschap Groene Zoom Door: Omgevingsdienst Veluwe IJssel T. Waanders DOS 2015 063019 2 december 2015 Inhoud
Nadere informatieP.C.A. Kassenberg. Betreft : Risicoberekening gastransportleiding N-523-77-KR-018 t/m 021
66912927-GCS 09.M.50268 09-10-01 FMB Notitie aan : A.J. Glas Gasunie van : F.M. den Blanken KEMA kopie : Registratuur KEMA Registratuur Gasunie P.C.A. Kassenberg Gasunie Betreft : Risicoberekening gastransportleiding
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Bestemmingsplan Stadsbedrijvenpark. Door: Steunpunt Externe Veiligheid Drenthe K.F.J. Bertels
Kwantitatieve Risicoanalyse Bestemmingsplan Stadsbedrijvenpark Door: Steunpunt Externe Veiligheid Drenthe K.F.J. Bertels Def. 1 augustus 2011 Samenvatting Binnen het bestemmingsplan is er geen overschrijding
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse
Kwantitatieve Risicoanalyse Hogedruk aardgasleidingen: A-530 (N.V. Nederlandse Gasunie) A-614 (N.V. Nederlandse Gasunie) A-657 (N.V. Nederlandse Gasunie) Ten behoeve van ontwikkellocatie:buntven Inhoud
Nadere informatieKwantitatieve risicoanalyses hogedrukaardgasleidingen Wassenaar
Kwantitatieve risicoanalyses hogedrukaardgasleidingen Wassenaar Rapport voor bestemmingsplannen Ammonslaantje-Maaldrift + Hofcamp door: G. Tweebeeke Bureau EV Haaglanden Juli 2012 Inhoud Samenvatting...
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse BP Buitengebied Epe t.a.v. 4 buisleidingen
Kwantitatieve Risicoanalyse BP Buitengebied Epe t.a.v. 4 buisleidingen Door: Omgevingsdienst Veluwe IJssel T. Waanders DOS-2015-008718 5 november 2015 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Invoergegevens... 4 2.1
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Buisleiding Schuilenburg Amersfoort. Door: R. Polman
Kwantitatieve Risicoanalyse Buisleiding Schuilenburg Amersfoort Door: R. Polman Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Invoergegevens... 5 2.1 Interessegebied... 5 2.2 Relevante leidingen... 5 2.3 Populatie... 7 2.4
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Haytinksdijk 1a Barchem
Kwantitatieve Risicoanalyse Haytinksdijk 1a Barchem (behorende bij project DOS 2012-502867) Door: Projectbureau externe veiligheid Stedendriehoek Projectleider/auteur Projectmanager Projectdirecteur J.J.G.
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Nijmegen Bestemmingsplan Noord-Oost Kanaalhavens
Kwantitatieve Risicoanalyse Nijmegen Bestemmingsplan Noord-Oost Kanaalhavens Door: Mark Geurts, Milieusamenwerking en Afvalverwerking Regio Nijmegen Datum: 11 februari 2013 Samenvatting Deze rapportage
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Externe veiligheidsberekening Amersfoort Oost. Door: R Polman
Kwantitatieve Risicoanalyse Externe veiligheidsberekening Amersfoort Oost Door: R Polman Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Invoergegevens... 4 2.1 Interessegebied... 4 2.2 Relevante leidingen... 5 2.3 Invloedsgebied...
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse QRA gasleiding W-553; Bestemmingsplan 'Vijfakkers-Noord' Gemeente Zuidplas
Kwantitatieve Risicoanalyse QRA gasleiding W-553; Bestemmingsplan 'Vijfakkers-Noord' Gemeente Zuidplas i Bestemmingsplan Vijfakkers-Noord Gemeente Zuidplas QRA gasleiding W-553 KuiperCompagnons Ruimtelijke
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Carola-berekening voor Bestemmingsplan Anstelvallei, gemeente Kerkrade
Kwantitatieve Risicoanalyse Carola-berekening voor Bestemmingsplan Anstelvallei, gemeente Kerkrade Door: Bram Kleijnen en Anita van Mulken Provincie Limburg 6 maart 2014 2014-01 Samenvatting In het kader
Nadere informatieRapport Kwantitatieve Risicoanalyse ten behoeve van (ontwerp) bestemmingsplan Youri Egorovweg 2013 Auteur: G.J. van de Bovenkamp Almere, maart 2013.
Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse ten behoeve van (ontwerp) bestemmingsplan Youri Egorovweg 2013 Auteur: G.J. van de Bovenkamp Almere, maart 2013. Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Invoergegevens... 4 2.1 Interessegebied...
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Bestemmingsplan bedrijventerrein Noord en West. Door: Steunpunt Externe Veiligheid Drenthe
Kwantitatieve Risicoanalyse Bestemmingsplan bedrijventerrein Noord en West Door: Steunpunt Externe Veiligheid Drenthe Samenvatting Binnen het bestemmingsplan ligt één locatie niet buiten de 10-6 risicocontour.
Nadere informatieQRA hogedruk aardgas buisleidingen
Auteur: N. den Haan Collegiale toets: L. Jansen Datum: 20-7-2011 QRA hogedruk aardgas buisleidingen Gemeente Woensdrecht t.b.v. bestemmingsplanwijziging Huijbergseweg 140 (theetuin) 2 Inhoudsopgave 1 Algemene
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse berekening buitengebied Berkelland. Door: Frans Geurts
Kwantitatieve Risicoanalyse berekening buitengebied Berkelland Door: Frans Geurts Samenvatting Pagina 2 van 46 Inhoud Samenvatting... 2 1 Inleiding... 5 2 Invoergegevens... 6 2.1 Interessegebied... 6 2.2
Nadere informatieRisicoberekening Hogedrukaardgasleidingen bestemmingsplan W4, Leiderdorp
Risicoberekening Hogedrukaardgasleidingen bestemmingsplan W4, [ Omgevingsdienst Samenvatting De gemeente is bezig met een nieuw bestemmingsplan W4 in. Het gaat hier hoofdzakelijk om een conserverend bestemmingsplan.
Nadere informatieNotitie aan : P.G. Meijers Gasunie. van : R.P. Coster KEMA. kopie : Registratuur KEMA. P.C.A. Kassenberg
66912927-GCS 10-51251 24 augustus 2010 RPC Notitie aan : P.G. Meijers Gasunie van : R.P. Coster KEMA kopie : Registratuur KEMA Registratuur Gasunie P.C.A. Kassenberg Gasunie Betreft : Risicoberekening
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse aardgasleidingen Lage Weide
Kwantitatieve Risicoanalyse aardgasleidingen Lage Weide Opsteller rapportage: J. van Berkel Organisatie: Stadsontwikkeling gemeente Utrecht Adres: Postbus 8406 3503 RK Utrecht Rapport datum: 6 april 2011
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse berekening buitengebied Berkelland dl 3. Door: Frans Geurts
Kwantitatieve Risicoanalyse berekening buitengebied Berkelland dl 3 Door: Frans Geurts Samenvatting Pagina 2 van 37 Inhoud Samenvatting... 2 1 Inleiding... 5 2 Invoergegevens... 6 2.1 Interessegebied...
Nadere informatie