Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2009

Transcriptie

1 Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2009 Ed 20 zijn de komensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens Onderzoek 2009 van het CBS beschikbaar gekomen. Eerder verscheen daarover een Feitenkaart met komensgegevens over Rotterdam en haar deelgemeenten en buurten; deze Feitenkaart bevat de vergelijkbare gegevens over de Rotterdamse regio en haar gemeenten. De vorige versie van het Regionaal Inkomens Onderzoek, dat voornamelijk is gebaseerd op gegevens van de Belastgdienst, gg over 2008, en is voor wat Rotterdam en de Rotterdamse regio betreft beschreven twee COS-Feitenkaarten: Inkomensgegevens Rotterdam op deelgemeente- en buurtniveau 2008 en Inkomensgegevens Rotterdam en regio De gegevens hieruit vormden tot voor kort de meest recente betrouwbare gegevens over de komenssituatie op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau Rotterdam en de stadsregio. Eerder bracht het COS een Feitenkaart uit met komensgegevens over 2009 over Rotterdam en haar deelgemeenten en buurten (Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam op deelgemeente- en buurtniveau 2009); de voorliggende Feitenkaart bevat overeenkomstige gegevens over de Rotterdamse regio en haar gemeenten (plus die over Amsterdam, Den Haag, Utrecht en heel Nederland). Deze Feitenkaart kent als komensbegrip het besteedbaar komen volgens de defitie van het CBS. Dit komt ruwweg overeen met het tuïtieve begrip netto-komen (loon/uitkerg/pensioen, mus belastg en sociale premies), met dien verstande dat fiscale huurwaarde bijgeteld, en betaalde hypotheekrente afgetrokken is. Ook is Kderbijslag meegeteld. Sds het Regionaal Inkomens Onderzoek 2003 worden voorts ook ziektekostenpremies mderg gebracht. Huursubsidie is buiten beschouwg gelaten. Voor de terpretatie van de gegevens op deze Feitenkaart is de precieze komensdefitie echter niet zo van belang: de komensgegevens dienen immers vooral geïnterpreteerd te worden door middel van onderlge vergelijkg. Onder meer door de veranderde behandelg van ziektekostenpremies is een vergelijkg met bedragen uit Regionale Inkomens Onderzoeken van vóór 2002 onmogelijk. Deze Feitenkaart beperkt zich tot de komens van particuliere ; dat wil zeggen dat studenten en zogeheten stitutionele (personen stellgen, stituten en tehuizen) niet zijn meegeteld. In de nu volgende tabellen is geheimhoudg toegepast ( x ) als het aantal woners mder is dan 200 of het aantal mder dan 70; voor kleere gebieden is het risico van onthullg van dividuele gegevens te groot, en zou ook de toevalsmarge van de achterliggende steekproef te groot zijn. Voorts zijn om technische redenen enkele gegevens onbekend; deze zijn aangegeven met een.. Het is nog niet bekend wanneer de eerste gegevens uit het volgende Regionaal Inkomens Onderzoek (dat over 200) zullen verschijnen. Waarschijnlijk zal dit ed 202 worden. Centrum voor Onderzoek en Statistiek

2 Gemiddeld komen per huishouden Onderstaande tabel bevat de gemiddelde komens per huishouden 2009 en de zes jaar daarvóór. Aantal --'0 Gemiddeld besteedbaar komen per huishouden * 2003* Albrandswaard Barendrecht Bernisse Brielle Capelle aan den IJssel Hellevoetsluis Krimpen aan den IJssel Lansgerland Maassluis Ridderkerk Rotterdam Rozenburg Schiedam Spijkenisse Vlaardgen Westvoorne Stadsregio excl. Rotterdam Rotterdam Stadsregio cl. Rotterdam Amsterdam 's-gravenhage Utrecht Nederland ): Door verschillen methodologie mogen de precieze hoogten van komens uit de RIO s van 2007 en latere jaren en die van eerdere jaren niet zonder meer worden vergeleken. Het gemiddelde besteedbaar komen lag de Rotterdamse regio 2009 ruim 5% lager dan elders Nederland: , terwijl het landelijk bedroeg. In Rotterdam lag het nóg een stuk lager ( ); elders de regio een stuk hoger ( ). In tegenstellg tot elders Nederland is Rotterdam en de rest van de regio het gemiddelde komen 2009 nog wel wat toegenomen. Centrum voor Onderzoek en Statistiek 2

3 Om de besteedbaar komens van diverse typen beter vergelijkbaar te maken, bevat het Regionaal Inkomens Onderzoek ook zogeheten gestandaardiseerde komens: het besteedbaar komen, gecorrigeerd voor verschillen grootte en samenstellg van het huishouden. (Een groter huishouden heeft immers een hoger komen nodig dan een kleer huishouden om op een vergelijkbaar welvaartniveau te komen.) Voor een stad als Rotterdam met zijn grote aantallen klee vormt zo n gecorrigeerd komensbegrip zuiverder vergelijkgsmateriaal met elders dan louter de hoogte van een komen. Aantal --'0 Huishoudens komen, gestandaardiseerd * 2003* Albrandswaard Barendrecht Bernisse Brielle Capelle aan den IJssel Hellevoetsluis Krimpen aan den IJssel Lansgerland Maassluis Ridderkerk Rotterdam Rozenburg Schiedam Spijkenisse Vlaardgen Westvoorne Stadsregio excl. Rotterdam Rotterdam Stadsregio cl. Rotterdam Amsterdam 's-gravenhage Utrecht Nederland ): Gecorrigeerd voor verschillen grootte en samenstellg van het huishouden. Door verschillen methodologie mogen de preieze hoogten van komens uit de RIO s van 2007 en latere jaren en die van eerdere jaren niet zonder meer worden vergeleken. Het eerder gepresenteerde lage gemiddelde komen geeft met name voor Rotterdam een wat vertekend beeld, omdat Rotterdam zo veel klee kent. Als rekeng wordt gehouden met verschillen grootte en samenstellg van de, zijn de verschillen een stuk mder groot. Ook op deze wijze bezien lijkt het gemiddelde komen In Rotterdam en de rest van de regio 2009 iets sterker te zijn toegenomen dan elders Nederland. Centrum voor Onderzoek en Statistiek 3

4 Lage, midden- en hoge komens Aan de hand van de verdelg van komens kunnen lage-, midden- en hoge-komensgroepen worden gedefieerd. Gangbaar is, dat de onderste 40% van de landelijke komensverdelg als laag, de bovenste 20% als hoog, en de rest als midden wordt beschouwd. Ruwweg komt de grens tussen laag en midden ongeveer overeen met het besteedbaar komen van een kostwner met een modaal komen ( bruto per jaar) en twee kderen ( Jan Modaal ). Aantal Laag: Midden: Hoog: --'0 onderste 40% (tot ) middelste 40% (tot 47.00) bovenste 20% (v.a ) Albrandswaard % 42% 34% Barendrecht % 42% 32% Bernisse % 44% 28% Brielle % 44% 27% Capelle aan den IJssel % 38% 22% Hellevoetsluis % 43% 23% Krimpen aan den IJssel % 42% 25% Lansgerland % 39% 36% Maassluis % 43% 20% Ridderkerk % 43% 20% Rotterdam % 33% 3% Rozenburg % 46% 8% Schiedam % 37% 5% Spijkenisse % 44% 20% Vlaardgen % 39% 6% Westvoorne % 38% 33% Stadsregio excl. Rotterdam % 4% 23% Rotterdam % 33% 3% Stadsregio cl. Rotterdam % 37% 8% Amsterdam % 32% 6% s-gravenhage % 34% 7% Utrecht % 36% 22% Nederland % 40% 20% De komensverdelg de Rotterdamse regio 2009 verschilt niet wezenlijk met de voorgaande jaren. (Zie hierover ook het Nawoord.) 45% van de heeft een komen waarmee het tot de onderste 40% van Nederland behoort, 8% behoort tot de bovenste 20% en de overige 37% behoort tot de middelste 40%. De middenkomens, maar vooral de hoge komens, komen Rotterdam veel mder vaak voor dan landelijk, en elders de regio wat vaker. Het zijn vooral de kleere gemeenten waar relatief weig lage komens, en relatief veel hoge komens voorkomen. Centrum voor Onderzoek en Statistiek 4

5 Een verdelg van gestandaardiseerde komens levert weer wat zuiverder vergelijkgsmateriaal. Aantal Laag: Midden: Hoog: --'0 onderste 40% (tot 9.00) middelste 40% (tot ) bovenste 20% (v.a ) Albrandswaard % 42% 33% Barendrecht % 44% 30% Bernisse % 46% 28% Brielle % 43% 29% Capelle aan den IJssel % 40% 22% Hellevoetsluis % 43% 23% Krimpen aan den IJssel % 4% 25% Lansgerland % 4% 33% Maassluis % 43% 2% Ridderkerk % 43% 20% Rotterdam % 34% 5% Rozenburg % 47% 9% Schiedam % 37% 6% Spijkenisse % 44% 9% Vlaardgen % 40% 7% Westvoorne % 38% 35% Stadsregio excl. Rotterdam % 42% 23% Rotterdam % 34% 5% Stadsregio cl. Rotterdam % 38% 9% Amsterdam % 32% 2% s-gravenhage % 34% 20% Utrecht % 38% 25% Nederland % 40% 20% Op deze wijze heeft 44% van de de regio een komen waarmee het tot de onderste 40% van Nederland behoort, 38% een komen waarmee het tot de middelste 40% behoort en 9% een komen waarmee het tot de bovenste 20% behoort. En ook nu heeft Rotterdam meer lage en mder hoge komens terwijl de rest van de stadsregio juist wat mder lage en wat meer hoge komens voorkomen. En ook nu is de totale regio de balans negatief, doch mder sterk dan vóór de standaardiserg, omdat de standaardiserg het negatieve Rotterdamse beeld wat nuanceert. (Rotterdam heeft immers relatief veel klee.) Centrum voor Onderzoek en Statistiek 5

6 Inkomens tot 05% van het sociaal mimum Het Regionaal Inkomens Onderzoek 2008 bevat ook gegevens over aantallen met een komen tot 05% van het sociaal mimum (bijstands- dan wel AOW-niveau). Let wel: net als elders deze Feitenkaart betreft het hier komens op jaarbasis; die ook een deel van het jaar een hoger komen hadden, zijn hier dus niet begrepen. Aantal Tot 05% meegetelde van het sociaal --'0 mimum als perc * 2003* 2002* Albrandswaard % 5% 5% 5% 5% 5% 5% 4% Barendrecht % 4% 4% 4% 4% 5% 4% 4% Bernisse % 4% 5% 5% 5% 5% 4% 5% Brielle % 5% 5% 6% 6% 6% 6% 5% Capelle aan den IJssel % 9% 9% 9% 8% 8% 8% 8% Hellevoetsluis % 6% 6% 7% 6% 7% 7% 8% Krimpen aan den IJssel % 5% 5% 5% 6% 6% 5% 4% Lansgerland % 4% 5% 5% 5% 6% 5% 5% Maassluis % 6% 7% 8% 7% 7% 6% 7% Ridderkerk % 5% 6% 6% 5% 6% 5% 5% Rotterdam % 5% 6% 6% 4% 6% 5% 6% Rozenburg % 5% 5% 5% 5% 6% 5% 6% Schiedam % 0% 0% % 0% % % 0% Spijkenisse % 6% 7% 7% 7% 7% 7% 7% Vlaardgen % 9% 9% 0% 9% 9% 9% 9% Westvoorne % 4% 5% 7% 6% 7% 6% 5% Stadsregio excl. Rotterdam % 7% 7% 7% 7% 8% 7% 7% Rotterdam % 5% 6% 6% 4% 6% 5% 6% Stadsregio cl. Rotterdam % % % 2% % 2% % 2% Amsterdam % 5% 6% 6% 6% 7% 6% 6% 's-gravenhage % 3% 4% 4% 3% 4% 3% 3% Utrecht % 9% 9% % 0% % 0% 0% Nederland % 8% 8% 9% 8% 9% 8% 8% ): Exclusief met niet het hele jaar komen en die afhankelijk zijn van studiefancierg. 2% van de de Rotterdamse regio had 2009 een jaarkomen van niet meer dan 05% van het sociaal mimum: 6% Rotterdam, en 7% elders de regio. Landelijk was dit 8%. In Rotterdam gaat het hier om 44.0, elders de regio om nog eens 8.230, dus de totale regio om Het grootste deel daarvan bestaat uit niet-actieven (werklozen, arbeidsongeschikten en gepensioneerden). De grootste risicogroepen zijn een-oudergeznen en alleenstaanden tot 65 jaar, en niet-westerse allochtonen. Landelijk zowel als de Rotterdamse regio zowel als Rotterdam zelf nam het aandeel met een jaarkomen van niet meer dan 05% van het sociaal mimum licht toe. De gevolgen van de economische crisis begnen zich hier nu heel langzaam af te tekenen. Centrum voor Onderzoek en Statistiek 6

7 Inkomens onder de welvaartsvaste armoedegrens van CBS en SCP Het Regionaal Inkomens Onderzoek bevat ook gegevens over aantallen met een komen onder een per type huishouden verschillende lage-komensgrens die door het CBS al jaren wordt gehanteerd als een welvaartsvaste armoedegrens; bijvoorbeeld de periodieke Armoedemonitor van SCP en CBS. (Inmiddels opgevolgd door de publicatiereeks Lage komens, armoede en kans op uitsluitg.) Deze wat abstracte grens is gebaseerd op de koopkracht van een alleenstaande met een bijstandsuitkerg 979. In 2009 lag deze armoedegrens niet ver van het sociaal mimum; voor (echt-)paren met kderen wat hoger, maar voor bejaarden (sds 2007) en (al sds 2006) eenoudergeznen met één kd lag hij iets eronder. Daardoor lag voor deze laatste groepen het sociaal mimum dus al niet meer onder die armoedegrens, waardoor deze grens nu helemáál nog maar van betrekkelijke waarde is. Aantal meegetelde Onder de armoedegrens --'0 als perc * 2003* 2002* Albrandswaard % 4% 4% 5% 6% 6% 5% 4% Barendrecht % 4% 4% 4% 5% 5% 5% 3% Bernisse % 4% 4% 5% 5% 6% 4% 4% Brielle % 5% 5% 7% 7% 6% 6% 5% Capelle aan den IJssel % 7% 7% 8% 0% 8% 8% 7% Hellevoetsluis % 5% 5% 6% 7% 7% 7% 7% Krimpen aan den IJssel % 4% 4% 5% 7% 7% 5% 4% Lansgerland % 4% 4% 5% 6% 7% 5% 5% Maassluis % 5% 6% 8% 9% 8% 7% 7% Ridderkerk % 4% 5% 6% 7% 6% 5% 5% Rotterdam % 3% 3% 6% 8% 6% 5% 5% Rozenburg % 4% 5% 5% 6% 6% 5% 5% Schiedam % 9% 9% % 3% % % 0% Spijkenisse % 6% 6% 7% 8% 7% 7% 6% Vlaardgen % 8% 8% 9% % 0% 9% 9% Westvoorne % 4% 5% 7% 7% 7% 6% 5% Stadsregio excl. Rotterdam % 6% 6% 7% 8% 8% 7% 7% Rotterdam % 3% 3% 6% 8% 6% 5% 5% Stadsregio cl. Rotterdam % 0% 0% 2% 3% 2% % % Amsterdam % 4% 4% 7% 9% 7% 6% 5% 's-gravenhage % 2% 2% 4% 6% 4% 4% 3% Utrecht % 9% 9% 0% 3% % % 0% Nederland % 7% 7% 9% 0% 9% 9% 8% ): Exclusief met niet het hele jaar komen en die afhankelijk zijn van studiefancierg. 0% van de de Rotterdamse regio had 2009 een komen onder deze armoedegrens: 4% Rotterdam, en 6% elders de regio. Landelijk was dit 7%. Historisch gezien is dat vrij laag, wat onder meer komt doordat AOW-uitkergen sds 2007 boven deze armoedegrens liggen. De grootste risicogroepen zijn een-oudergeznen en alleenstaanden tot 65 jaar, en niet-westerse allochtonen. In Rotterdam gaat het hier om , elders de regio om nog eens 5.90, dus de totale regio om Het grootste deel daarvan bestaat uit nietactieven (werklozen, arbeidsongeschikten en gepensioneerden). Centrum voor Onderzoek en Statistiek 7

8 Huishoudens met komen naar belangrijkste bron In onderstaande tabel is aangegeven hoeveel 2009 loon of wst (als zelfstandige), pensioen of een werkloosheids-, bijstands- of arbeidsongeschiktheidsuitkerg als belangrijkste bron van komen hadden. De klee restcategorie overig bestaat met name uit die een andersoortige uitkerg hadden; met komen uit vermogen als belangrijkste komensbron (ongeveer een half procent van de ) worden door het CBS sds het RIO 2009 meegeteld bij de zelfstandigen. De categorie pensioen betreft bijna alle gevallen van 65 jaar of ouder. Aantal --'0 Loon of wst Werkloos/bijstand of Pensioen arbeidsongeschikt Overig Albrandswaard = 73% 2.20 = 23% 320 = 3% 90 = % Barendrecht = 73% = 22% 60 = 3% 250 = % Bernisse = 68%.480 = 29% 20 = 2% x Brielle = 68%.820 = 27% 250 = 4% 80 = % Capelle aan den IJssel = 67% 6.80 = 24% = 8% 40 = % Hellevoetsluis = 69% 4.40 = 24%.020 = 6% 60 = % Krimpen aan den IJssel = 64% 3.50 = 30% 560 = 5% 90 = % Lansgerland = 75% = 2% 680 = 3% 00 = % Maassluis = 62% = 29%.040 = 8% 80 = % Ridderkerk = 62% = 33% 970 = 5% 0 = % Rotterdam = 62% = 23% = 4% = 2% Rozenburg = 65%.590 = 29% 30 = 6% x Schiedam = 65% = 24% 3.20 = 9% 340 = % Spijkenisse = 68% = 24% = 8% 290 = % Vlaardgen = 63% = 29% = 8% 280 = % Westvoorne = 64%.900 = 32% 240 = 4% x Stadsregio excl. Rotterdam = 67% = 26% = 6% = % Rotterdam = 62% = 23% = 4% = 2% Stadsregio cl. Rotterdam = 64% = 24% = 0% = % Amsterdam = 68% = 7% = 4% = % 's-gravenhage = 66% = 2% = 2% = % Utrecht = 73% = 6%.40 = 9%.760 = % Nederland = 66% = 25% = 8% = % ): Inclusief met komen uit vermogen als belangrijkste komensbron. Landelijk zowel als regionaal als Rotterdam betreft dit ongeveer een half procent van de. 64% van de de Rotterdamse regio had 2009 komen uit arbeid (loon of wst als zelfstandige): 62% Rotterdam, en 67% elders de regio. Landelijk had 66% van de hun komen (mede) uit arbeid. Het verschil tussen Rotterdam en de rest van de regio komt geheel voor rekeng van het grote aantal Rotterdamse met een werkloosheids-, bijstands- of arbeidsongeschiktheidsuitkerg als belangrijkste komensbron: 4%. Elders de regio was dit maar 6%. Het aandeel pensioenontvangers is Rotterdam lager dan elders de regio. Verder zijn de onderlge verschillen de regio ruwweg samen te vatten als: hoe groter de gemeente, hoe groter het percentage dat tot de uitkergsontvangers behoort. De komens van de werkenden (niet de tabel opgenomen) waren overal overigens natuurlijk een stuk hoger dan die van de gepensioneerden en die van de uitkergsontvangers. Centrum voor Onderzoek en Statistiek 8

9 Ontwikkelg van het aantal met komen naar belangrijkste bron In onderstaande tabel is de ontwikkelg aangegeven van het percentage die loon of wst (als zelfstandige) als belangrijkste bron van komen hadden. Aantal --' * 2003* 2002* 200* 2000 Loon of wst 2009 Albrandswaard = 73% 72% 7% 7% 7% 7% 72% 72% 72% 69% 66% Barendrecht = 73% 73% 73% 73% 73% 73% 73% 75% 73% 70% 66% Bernisse = 68% 67% 68% 68% 68% 68% 69% 70% 72% 69% 70% Brielle = 68% 68% 68% 69% 68% 68% 69% 7% 7% 68% 67% Capelle aan den IJssel = 67% 67% 67% 67% 66% 66% 67% 68% 68% 65% 63% Hellevoetsluis = 69% 69% 69% 69% 68% 69% 69% 7% 7% 68% 65% Krimpen aan den IJssel = 64% 64% 64% 64% 64% 64% 65% 66% 68% 63% 62% Lansgerland = 75% 75% 74% 74% 74% 73% 74% 75% 76% 73% 70% Maassluis = 62% 63% 62% 62% 63% 63% 65% 65% 66% 63% 62% Ridderkerk = 62% 6% 6% 62% 6% 62% 62% 64% 64% 6% 62% Rotterdam = 62% 62% 6% 59% 58% 57% 58% 58% 58% 54% 48% Rozenburg = 65% 66% 66% 65% 66% 66% 68% 70% 7% 65% 66% Schiedam = 65% 66% 64% 63% 62% 6% 62% 62% 62% 58% 55% Spijkenisse = 68% 68% 68% 67% 67% 67% 68% 69% 69% 66% 65% Vlaardgen = 63% 62% 6% 60% 59% 59% 60% 6% 62% 58% 56% Westvoorne = 64% 62% 62% 63% 63% 64% 64% 66% 67% 62% 63% Stadsregio excl. Rotterdam = 67% 67% 66% 66% 65% 65% 66% 67% 67% 64% 62% Rotterdam = 62% 62% 6% 59% 58% 57% 58% 58% 58% 54% 48% Stadsregio cl. Rotterdam = 64% 64% 63% 62% 6% 6% 62% 62% 62% 58% 54% 996 Amsterdam = 68% 68% 67% 66% 64% 64% 65% 65% 65% 60% 53% 's-gravenhage = 66% 66% 64% 63% 62% 62% 63% 63% 62% 57% 5% Utrecht = 73% 73% 72% 70% 69% 68% 69% 69% 69% 64% 58% Nederland = 66% 66% 65% 65% 64% 64% 65% 66% 66% 62% 60% ): In 2009 clusief met komen uit vermogen als belangrijkste komensbron. Landelijk zowel als regionaal als Rotterdam betreft dit ongeveer een half procent van de. Het percentage met komen uit arbeid (loon of wst als zelfstandige) ligt de Rotterdamse regio al jaren iets onder het landelijke percentage, maar het verschil wordt heel langzaam kleer. In Rotterdam was het altijd nóg wat lager dan elders de regio, en elders de regio altijd iets hoger dan landelijk. Tussen 2004 en 2007 nam dit percentage Rotterdam echter relatief sterk toe, en middels ( 2009) bedraagt het 62%. Elders de regio en landelijk was sprake van een bescheidener toename. Centrum voor Onderzoek en Statistiek 9

10 Nawoord: De afstand tussen stad en regio Van oudsher wonen Rotterdam veel meer met lage, en veel mder met midden- en hoge komens dan elders de stadsregio. Zoals op blz. 3 te zien was, had 2009 Rotterdam 53% een laag komen, 33% een middenkomen en 3% een hoog komen, terwijl elders de regio deze percentages 37%, 4% respectievelijk 23% bedragen. Deze percentages, en dus ook de verschillen tussen stad en regio, zijn al zeer lange tijd niet wezenlijk veranderd, zoals uit onderstaande grafieken blijkt. Lage, midden- en hoge komens Rotterdam: 00% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 0% 0% 2,5% 2,5% 2,8% 2,0% 2,2% 2,3% 2,5% 2,7% 3,0% 3,% 3,2% 3,4% 3,9% 32,0% 32,% 32,0% 32,3% 32,8% 33,0% 32,9% 33,0% 33,% 33,2% 33,4% 55,6% 55,4% 55,% 56,0% 55,4% 54,9% 54,4% 54,5% 54,0% 53,7% 53,7% 53,2% Hoog Midden Laag Lage, midden- en hoge komens de rest van de stadsregio: 00% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 0% 0% 22,8% 22,4% 22,3% 2,7% 2,8% 22,% 2,9% 22,3% 22,2% 22,% 22,% 22,6% 4,6% 4,9% 4,7% 4,9% 4,6% 4,5% 4,6% 4,4% 4,2% 4,2% 4,2% 40,9% 35,6% 35,7% 36,0% 36,4% 36,6% 36,4% 36,6% 36,3% 36,7% 36,7% 36,7% 36,6% Hoog Midden Laag Bij gestandaardiseerde komens is het beeld niet anders. Centrum voor Onderzoek en Statistiek; december 20. Auteur: Paul de Graaf. Verplichte bronvermeldg bij gebruik: CBS, bewerkg COS. Voor meer formatie: Centrum voor Onderzoek en Statistiek 0