TenneT De vermogenskostenvoet van TenneT Maart PwC

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "TenneT De vermogenskostenvoet van TenneT Maart PwC"

Transcriptie

1 TenneT De vermogenskostenvoet van TenneT Maart 2006 PwC

2 Agenda Belangrijke mededeling Management samenvatting Inleiding Huidig voorstel Kritiek op huidig voorstel Methodologie voor het berekenen van de vermogenskostenvoet Input parameters Overzicht Overzicht gebruikte symbolen en afkortingen

3 Belangrijke mededeling van PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (hierna PwC ) heeft in opdracht van TenneT een studie verricht naar de hoogte van de vermogenskostenvoet voor de 3e reguleringsperiode. Deze studie bouwt voort op het onderzoek dat PwC heeft uitgevoerd voor EnergieNed waarvan TenneT als lid van de branchevereniging mede opdrachtgever was. Dit rapport kan alleen gebruikt worden voor de in de offerte omschreven doelstelling en mag niet voor andere doeleinden worden gebruikt. PwC aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid naar derden aan wie dit rapport is of wordt verstrekt of op enigerlei andere wijze beschikbaar is gesteld. Het rapport vormt samen met eventuele bijlagen een integraal geheel en kan niet in afzonderlijke delen worden gesplitst. De resultaten van de studie, zoals uitgevoerd door PwC, kunnen slechts bij gebruik van het integrale rapport tot een juiste oordeelsvorming leiden. De studie heeft plaatsgevonden met de kennis van zaken per de datum van dit rapport. De informatie, aannames en veronderstellingen, zoals gebruikt in dit rapport, zijn aan verandering onderhevig en hebben een beperkte geldigheidsduur. Na verloop van tijd dienen de gehanteerde aannames en veronderstellingen dan ook opnieuw te worden beoordeeld. Voor de overige bepalingen verwijzen wij naar onze offerte d.d. 28 februari 2006 met als bijlage de Algemene Voorwaarden van PricewaterhouseCoopers. Pwc 3

4 Management samenvatting (1) Dit rapport presenteert: Een analyse van de methodologie en gehanteerde assumpties zoals weergegeven in het rapport van Frontier Economics in opdracht van DTe, d.d. februari 2006; een zelfstandige studie naar een redelijke vermogenskostenvoet voor TenneT per februari 2006; een beknopte discussie van de in de financiële en academische wereld geaccepteerde theoretische modellen en formules om tot deze vermogenskostenvoet te komen; en een uiteenzetting van de variabelen die PwC heeft gebruikt om tot deze resultaten te komen. Onze bevindingen zijn als volgt: De door Frontier Economics in opdracht van DTe bepaalde vermogenskostenvergoeding voor de landelijke netbeheerder van 6,8% (nominaal en vóór belastingen) ligt onder een voor TenneT acceptabel niveau; Een acceptabele vermogenskostenvergoeding bedraagt volgens PwC 7,6%, het middenpunt van een bandbreedte tussen 7,0% en 8,1%; Zorgvuldige bestudering van het Frontier Economics rapport wijst uit dat de methodologie die is toegepast niet volledig consistent en theoretisch juist is; Bepaalde aannames zoals gehanteerd door Frontier Economics zijn niet realistisch en dienen heroverwogen te worden; Er wordt geen aandacht besteedt aan kwalitatieve argumenten zoals het bestaan van regulatorisch risico en illiquiditeitspremie. In het onderzoek wordt geen aandacht besteedt aan een eventuele overdracht van beheer en / of eigendom van het hoogspanningsnetwerk. Naar onze mening heeft een dergelijke overdracht een verhogend effect op de vermogenskostenvoet aangezien het risicoprofiel van TenneT na een dergelijke overdracht hoger zal komen te liggen. Pwc 4

5 Management samenvatting (2) Onderstaand overzicht geeft een kwalitatief inzicht in de verschillende methodieken van PwC en DTe Assumptie over vermogensstructuur Methodiek om bèta's om te rekenen Asset bèta Risicovrije rentevoet PwC vaste vermogensstructuur, 60% vreemd 40% eigen vermogen Miles Ezzel, consistent met een vaste vermogensstructuur Bepaald door middel van regressieanalyse, peer groep van 59 gereguleerde bedrijven Historisch gemiddelde op 10-jaars staats obligatie, meetperiode 5 en 10 jaar. DTe vaste vermogensstructuur, 60% vreemd 40% eigen vermogen Modigliani Miller, consistent met een vaste hoeveelheid vreemd vermogen Laagste van het ongewogen gemiddelde van peer groep van 14 beperkt vergelijkbare ondernemingen op basis van 2-jaars en 5-jaars data Historisch gemiddelde op 10-jaars staats obligatie, meetperiode 2 en 5 jaar. Krediet spread Credit ratings Credit ratings Marktrendement Historisch marktrendement in Nederland gemeten over periode en Benadering via de Marktrisicopremie De belangrijkste verschillen, op basis van de hoogte van de vermogenskostenvoet, zijn: De gehanteerde meetperiode voor de risicovrije rentevoet; Het gebruik van het totale marktrendement i.p.v. de markrisicopremie; Het gebruiken van het Miles Ezzel model i.p.v. het Modigliani Miller model voor het omrekenen van bèta's en bepalen van de WACC. Pwc 5

6 Management samenvatting (3) Onderstaand overzicht geeft een kwantitatief inzicht in de uitkomsten van de verschillende methodieken van PwC en DTe. Bandbreedte vermogenskostenvergoeding voor PwC PwC DTe DTe DTe DTe DTe DTe 3e reguleringsperiode DTe Laag Hoog Laag Hoog Laag Hoog Laag Hoog Nominale risicovrije rente 4,3% 4,8% 3,7% 4,3% 4,90% 4,90% 4,75% 5,25% Rente-opslag 0,7% 0,7% 0,8% 0,8% 0,7% 0,7% 0,6% 1,0% Kostenvoet vreemd vermogen 5,0% 5,5% 4,5% 5,1% 5,6% 5,6% 5,4% 6,3% Marktrisicopremie 4,0% 6,0% 5,5% 5,5% 4,0% 7,0% Equity bèta (asset bèta gebruikt bij berekeningen 1 e en 2 e reguleringsperiode) 0,58 0,58 Kostenvoet eigen vermogen 6,7% 7,9% 6,0% 7,8% 7,8% 7,8% 7,1% 12,2% Marktrendement 9,5% 11,2% 7,7% 10,3% 10,4% 10,4% 8,8% 12,3% Asset bèta 0,30 0,30 0,28 0,28 0,27 0,27 0,3 0,50 Unlevered vermogenskostenvoet 5,9% 6,7% 4,8% 6,0% 6,4% 6,4% 6,0% 8,8% Vreemd vermogen als factor van het totale vermogen 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 Vreemd vermogen als factor van het eigen vermogen 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 Belastingvoet 29,1% 29,1% 29,1% 29,1% 34,5% 34,5% 34,5% 34,5% Nominale vermogenskostenvoet vóór belastingen 7,0% 8,1% 6,1% 7,4% 7,7% 7,7% 7,2% 10,6% Gemiddelde nominale vermogenskostenvoet vóór belastingen Inflatie 1,25% 1,25% 1,25% 1,25% 2,20% 2,20% 2,20% 2,20% Reële vermogenskostenvoet vóór belastingen 5,7% 6,8% 4,8% 6,1% 5,4% 5,4% 4,9% 8,2% Gemiddelde reële vermogenskostenvoet vóór belastingen 3e reguleringsperiode 7,6% 6,8% 6,3% 3e reguleringsperiode 5,5% 2e reguleringsperiode 7,7% 5,4% 1e reguleringsperiode 8,9% 6,6% Pwc 6

7 Sectie 1 Inleiding Voorstel 3 e reguleringsperiode Kritiek op voorstel 3 e reguleringsperiode Methodologie voor het berekenen van de vermogenskostenvoet Input parameters PwC voorstel 3 e reguleringsperiode Overzicht gebruikte symbolen en afkortingen

8 Inleiding Achtergrond PricewaterhouseCoopers heeft in opdracht van TenneT onderzoek verricht naar de vermogenskostenvoet voor regulatorische doeleinden onder de huidige marktomstandigheden. De basis voor dit rapport is het rapport van PwC, getiteld De vermogenskostenvoet van netbeheerders, uit december 2005 welke in opdracht van EnergieNed voor de regionale netbeheerders is gemaakt. Uitgangspunt van dit rapport is om Tennet een inzicht te verschaffen in een redelijke vermogenskostenvoet voor de landelijke netbeheerder voor de 3e reguleringsperiode, die ingaat per 1 januari De tarieven die de Nederlandse hoogspanningsnetbeheerders voor hun diensten kunnen vragen zijn volledig gereguleerd. Sinds de aanvang van de zogenaamde Eerste Reguleringsperiode in 2001 zijn de maximale tarieven voor het transport van elektriciteit door DTe vastgesteld. Een belangrijke component in de tariefsopbouw zijn de vermogenskosten, welke zijn opgebouwd uit afschrijvingen en een redelijk rendement. Dit redelijke rendement wordt door de DTe berekend als de vermogenskostenvoet (vermenigvuldigd met de waarde van het geïnvesteerd vermogen). Dit rapport presenteert eerst een overzicht van de huidige situatie (totstandkoming van de vermogenskostenvoet zoals deze op dit moment is voorgesteld) en zal daarna ingaan op de onderliggende theorie en alternatieve methoden om de vermogenskostenvoet te berekenen. De nadruk van dit rapport zal, zoals in de meeste studies naar de vermogenskostenvoet, liggen op de kostenvoet van het eigen vermogen, aangezien de parameters die een uitspraak hierover mogelijk maken nu eenmaal moeilijker in te schatten zijn dan de parameters die de kostenvoet voor het vreemd vermogen bepalen. Een belangrijke analyse in dit geheel is de bèta, welke bepaald is door een regressieanalyse uit te voeren op basis van een aantal vergelijkbare ondernemingen. De scope van deze studie is niet beperkt tot het updaten van de kritische parameters, maar richt zich ook op de door de DTe gehanteerde methodologie. Pwc 8

9 Inleiding Rapportopzet Dit rapport is als volgt opgezet: 1. Allereerst wordt bekeken op welke wijze de nominale vermogenskostenvoet, zoals door DTe bepaald voor de 3 e reguleringsperiode, tot stand is gekomen. 2. Hierop volgt een uiteenzetting van de wijze waarop de DTe de onderliggende parameters heeft vastgesteld en, waar van toepassing, een voorstel gedaan tot het objectiever vast stellen van de parameters, 3. Vervolgens wordt ingegaan op de algemene formules om de vermogenskostenvoet te berekenen en welke formules PwC gebruikt. 4. Nadat de theorie is uiteengezet worden de diverse input parameters die benodigd zijn om de berekeningen uit te voeren nader bekeken. De input parameters die wij hebben bestudeerd zijn: risicovrije rentevoet krediet spread marktrendement vergelijkbare ondernemingen (zullen worden gebruikt voor regressie om bèta te bepalen) bèta vermogensstructuur 5. Volgend op de uiteenzetting van de input parameters wordt een overzicht gepresenteerd van hetgeen DTe voor de 3 e reguleringperiode heeft gehanteerd en wat op basis van onze studie redelijk wordt geacht, met de daarbij behorende vermogenskostenvoet. Pwc 9

10 Sectie 2 Inleiding Voorstel 3e reguleringsperiode Kritiek op voorstel 3e reguleringsperiode Methodologie voor het berekenen van de vermogenskostenvoet Input parameters PwC voorstel 3e reguleringsperiode Overzicht gebruikte symbolen en afkortingen

11 Voorstel voor 3 e reguleringsperiode De vermogenskostenvoet volgens DTe De door DTe gehanteerde vermogenskostenvoet is een puntschatting gebaseerd op een Laag en Hoog scenario. De inputs voor beide scenario s worden hieronder weergegeven. De hieronder gepresenteerde nominale vermogenskostenvoet vóór belastingen wordt door DTe omgezet met gebruikmaking van een inflatieniveau van 1,25%. Op deze wijze wordt de door de DTe gehanteerde reële vermogenskostenvoeten vóór belastingen van 4,8% en 6,1% verkregen. In dit rapport zullen wij deze laatste omzetting achterwege laten en ons concentreren op de nominale vermogenskostenvoet voor belasting. 3e reguleringsperiode Bandbreedte vermogenskostenvergoeding voor DTe DTe 3e reguleringsperiode DTe Laag Hoog Nominale risicovrije rente 3,7% 4,3% Rente-opslag 0,8% 0,8% Kostenvoet vreemd vermogen 4,5% 5,1% Marktrisicopremie 4,0% 6,0% Equity bèta (asset bèta gebruikt bij berekeningen 1 e en 2 e reguleringsperiode) 0,58 0,58 Kostenvoet eigen vermogen 6,0% 7,8% Vreemd vermogen als factor van het totale vermogen 0,6 0,6 Vreemd vermogen als factor van het eigen vermogen 1,5 1,5 Belastingvoet 29% 29% Nominale vermogenskostenvoet vóór belastingen 6,1% 7,4% Gemiddelde nominale vermogenskostenvoet vóór belastingen Inflatie 1,25% 1,25% Reële vermogenskostenvoet vóór belastingen 4,8% 6,1% Gemiddelde reële vermogenskostenvoet vóór belastingen 5,5% Bron: Frontier Economics, The cost of capital for TenneT, a report for DTE, februari ,8% Pwc 11

12 Voorstel voor 3 e reguleringsperiode Vermogenskostenvoet 3 e periode vs. vermogenskostenvoet in 2 e periode De grafiek hiernaast toont welke parameters de grootste invloed hebben op de vermogenskostenvoet. 8,0% Nominale WACC voor belasting - DTe voorstel Het verlagen van de risicovrije rentevoet van 4,9% naar gemiddeld 7,5% 4,0% heeft de meest significante uitwerking op de vermogenskostenvoet, aangezien de risicovrije rentevoet een factor is 7,0% die zowel door de kostenvoet van het eigen vermogen als het vreemd 6,5% vermogen loopt. Het aanpassen van de marktrisicopremie heeft, gezien de beperkte 6,0% aanpassing van deze parameter, slechts een kleine verlaging tot gevolg. De bèta is ten opzichte van de vorige periode marginaal hoger, wat resulteert in een fractioneel hogere vermogenskostenvoet. 5,5% DTe 1e en 2e periode Aanpassen risicovrije rente Aanpassen krediet spread Aanpassen marktrisicopremie Aanpassen bèta Gewijzigde belastingvoet Gewijzigde methodologie DTe 3e periode De op één na grootste verandering in de vermogenskostenvoet wordt echter veroorzaakt door de gewijzigde methodologie. Het invoeren van de huidige parameters in het vorige DTe model resulteert in een vermogenskostenvoet die bijna 0,5% punt lager ligt. Pwc 12

13 Sectie 3 Inleiding Voorstel 3e reguleringsperiode Kritiek op voorstel 3e reguleringsperiode Methodologie voor het berekenen van de vermogenskostenvoet Input parameters PwC voorstel 3e reguleringsperiode Overzicht gebruikte symbolen en afkortingen

14 Kritiek op voorstel 3 e reguleringsperiode Methodologie en gehanteerde assumpties in Frontier Economics rapport (1) Na een zorgvuldige analyse van The cost of capital for TenneT, d.d. februari 2006, zijn wij tot de volgende conclusie gekomen: De gehanteerde methodologie van DTe is over het algemeen juist. De enige inconsistentie die wij hebben kunnen ontdekken betreft het gebruik van de Modigliani Miller formule voor de omrekening van equity bèta s naar asset bèta s. De Modigliani Miller formule gaat alleen op bij een gelijkblijvende hoeveelheid vreemd vermogen, niet bij een gelijkblijvende leverage. In het laatste geval dient gebruik gemaakt te worden van het Miles Ezzel model voor de omrekening van equity bèta s naar asset bèta s. Echter, zolang een formule zowel voor het unleveren als het releveren van de bèta gebruikt wordt is de deviatie tussen beide methoden minimaal. Echter, ook de formules voor het berekenen van de vermogenskostenvoet die horen bij elk van de methodieken verschillen enigszins van elkaar. DTe maakt gebruik van de Marktrisicopremie (MRP) terwijl PwC er de voorkeur aan geeft om het Marktrendement te gebruiken. Historisch gezien blijkt het Marktrendement stabieler te zijn dan de MRP en zal gebruik van het marktrendement dan ook betrouwbaardere resultaten opleveren. DTe heeft de risicovrije rentevoet bepaald aan de hand van historische rendementen op 10-jaars staatsobligaties gemeten over een periode van 2 en 5 jaar voorafgaand aan dit onderzoek. PwC is van mening dat deze periode om twee redenen niet representatief is. Allereerst geldt dat leningen die door een netbeheerder worden aangetrokken een looptijd van ongeveer 10 jaar hebben. Dit brengt met zich mee dat de huidige lasten die hieruit voortvloeien een gewogen gemiddelde van de rente over de voorafgaande 10 jaar bedragen. Daarnaast geldt dat met de huidige rentestanden, die historisch laag liggen, een termijn van 2 jaar het absolute dieptepunt vastlegt. Voor het bepalen van de risicovrije rente die zal gelden gedurende de reguleringsperiode opteert PwC voor een risicovrije rentevoet die gemeten is over een periode die een stabieler beeld geeft. Wij gebruiken periodes van 5 en 10 jaar voorafgaand aan februari DTe heeft in haar rapport gebruik gemaakt van een beperkte peer groep. PwC heeft met een aanzienlijk grotere groep gewerkt en een regressieanalyse uitgevoerd om de bèta voor gereguleerde bedrijven te bepalen. De bedrijven in de peer groep van DTe zijn slechts in beperkte mate vergelijkbaar en daarnaast bevinden zich slechts weinig Europese bedrijven in de peer groep. De bedrijven in de PwC peer groep zijn ook slechts in beperkte mate vergelijkbaar, maar door middel van de grotere peer groep en de regressieanalyse worden veel meer factoren onderscheiden en kan een nauwkeurigere inschatting gemaakt worden van de werkelijke bèta (zie ook pagina 15 voor een uitgebreider commentaar op de bèta). Pwc 14

15 Kritiek op voorstel 3 e reguleringsperiode Methodologie en gehanteerde assumpties in Frontier Economics rapport (2) DTe meet de bèta op basis van een 2-jaars dagelijkse en 5-jaars wekelijkse dataset. PwC gebruikt een 2-jaars wekelijkse en 5-jaars maandelijkse dataset. In de financiële literatuur 1 wordt veelvuldig gerefereerd aan het feit dat een te hoge datafrequentie (zoals bijv. 2-jaars dagelijks i.p.v. 2-jaars wekelijks) kan resulteren in autocorrelatie en derhalve de gemeten bèta ernstig kan verstoren. Het is niet duidelijk of Frontier Economics zorgvuldig hierop getest heeft, hoewel zij het punt wel erkennen in hun stuk The cost of capital for Regional Distribution Networks. PwC opteert om de bèta te berekenen op basis van 2-jaars wekelijkse en 5-jaars maandelijkse gegevens, zonder daarbij te impliceren dat de methode van Frontier Economics onjuist is aangezien wij de gegevens niet hebben kunnen inzien. DTe stelt dat er geen verschil in risicoprofiel bestaat tussen grote en kleine bedrijven. De regressieanalyse die wij hebben uitgevoerd erkent dat er een verschil bestaat in bèta voor grote en kleine bedrijven. DTe houdt in haar analyse geen rekening met de verhandelbaarheid van de aandelen in een transportbedrijf. De non-marketability van deze aandelen kan leiden tot een premie of discount op de vermogenskostenvergoeding. De Belgische toezichthouder CREG geeft nietbeursgenoteerde netwerkbedrijven een additionele 20% rendement op de kostenvoet voor het eigenvermogen. 2 1 zie bijvoorbeeld C. Brooks, Introductory econometrics for finance, Cambridge University Press 2 CREG (2003), Lignes directrices (R) CDC-219 concernant la marge beneficiaire equitable applicable aux enterprises de transport du gaz naturel et aux gestionnaires des reseaux de distribution du gaz actifs sur le territoire belge, le 18 jun 2003, Section 21, p 11. Pwc 15

16 Kritiek op voorstel 3 e reguleringsperiode Methodologie en gehanteerde assumpties in Frontier Economics rapport (3) Een bijzonder aandachtspunt betreft de bèta. Hoewel er meerdere parameters zijn waarvan wij hebben opgemerkt dat de methode om de desbetreffende parameter vast te stellen heroverwogen dient te worden (bijv. de historische periode om de risicovrije rente op te baseren) vinden wij in het bijzonder de methodiek die DTe toepast om de bèta vast te stellen op meerdere punten niet correct. Allereerst is er het punt met betrekking tot het releveren en unleveren van de bèta. Indien de theorie consistent toegepast zou worden dan zou niet het Modigliani Miller model worden gebruikt, maar het Miles Ezzel model. Dit heeft een minimaal effect op de uiteindelijke bèta die wordt vastgesteld, echter de uiteindelijk formules om de vermogenskostenvoet te berekenen verschillen aanzienlijk: Modigliani Miller: r a r a VV T EV + VV Miles Ezzel: r a r d VV 1+ r T EV + VV 1+ r a d Uit de formule blijkt dat in Modigliani Miller model de unlevered vermogenkostenvoet wordt verminderd met een factor gebaseerd op eveneens de unlevered vermogenskostenvoet (r a ), terwijl deze bij het Miles Ezzel model gebaseerd is op de kostenvoet van het vreemd vermogen (r d ). Gegeven het feit dat de kostenvoet van het vreemd vermogen aanzienlijk lager is dan de unlevered vermogengskostenvoet is dit relevant. Daarnaast geldt dat de bedrijven die in de peer groep zijn opgenomen verre van vergelijkbaar zijn. De meeste bedrijven hebben een breed scala aan activiteiten (risico-diversificatie, wat een lagere bèta tot gevolg kan hebben), zijn aanzienlijk groter van omvang en hebben in sommige gevallen internationale activiteiten (het is algemeen geaccepteerd dat grotere bedrijven een lager risicoprofiel hebben). Voor wat betreft de uiteindelijke vaststelling van de bèta, op basis van bovengenoemde niet representatieve peer groep, heeft DTe vervolgens zonder enige theoretische onderbouwing gekozen voor de laagste van de twee datasets. Naar onze mening zou een toezichthouder een objectieve waarneming moeten doen en in dit geval kunnen wij ons niet aan de indruk onttrekken dat er een subjectief oordeel is geveld. Pwc 16

17 Sectie 4 Inleiding Voorstel 3e reguleringsperiode Kritiek op voorstel 3e reguleringsperiode Methodologie voor het berekenen van de vermogenskostenvoet Input parameters PwC voorstel 3e reguleringsperiode Overzicht gebruikte symbolen en afkortingen

18 Methodologie voor het berekenen van de vermogenskostenvoet Modigliani Miller versus Miles Ezzel In het overzicht op de volgende pagina worden de twee meest gebruikte varianten van de vermogenskostenvoet gepresenteerd: het Modigliani Miller model en het Miles Ezzel model. Een verschil tussen deze twee varianten is het soort geldstromen waarop ze van toepassing zijn. De Modigliani Miller formule is van toepassing indien de geldstromen eeuwigdurend worden verondersteld. Het cruciale verschil tussen de twee varianten betreft de aannames rond het vreemd vermogen. De aannames in deze twee varianten zijn dat óf het huidige niveau van vreemd vermogen constant zal blijven in de toekomst (Modigliani Miller), óf dat het niveau aangepast zal worden om de ratio vreemd vermogen / eigen vermogen constant te houden (Miles Ezzel). DTe veronderstelt een constante verhouding tussen het vreemd vermogen en het eigen vermogen (VV/EV ratio), maar maakt daarbij wel gebruik van de Modigliani Miller formule, wat vanuit een puur theoretisch perspectief gezien inconsistent is. Alhoewel Frontier Economics in hun stuk The cost of capital for TenneT terecht opmerkt dat er slechts een beperkt verschil op zal treden in de uiteindelijke vermogenskostenvoet zijn wij wel van mening dat het verschil in dit geval, gezien het aanzienlijke totaal geïnvesteerde vermogen, zeker relevant is. In het algemeen houdt de aanname dat VV/EV constant is in dat de toekomstige rentelasten (en daarbij het belastingvoordeel dat daaruit voortvloeit) niet constant zijn (en derhalve risicovoller). Dit kan leiden tot een hogere vermogenskostenvoet. In de praktijk komt een vast niveau van het vreemd vermogen of een constante VV/EV nauwelijks voor. Wij sluiten ons aan bij de huidige redenatie van DTe om een ratio te hanteren, maar maken dan wel gebruik van het juiste theoretische model (Miles Ezzel) om tot de vermogenskostenvoet te komen. Op de volgende pagina wordt een overzicht getoond van de twee varianten. Voor een verdere uitleg over de exacte berekeningen verwijzen wij naar het rapport De vermogenskostenvoet van netbeheerders d.d. december Pwc 18

19 Methodologie voor het berekenen van de vermogenskostenvoet Modigliani Miller versus Miles Ezzel schematisch overzicht De twee methoden zoals gebruikt door DTe sluiten niet op elkaar aan, verschil is 0,5% DTe formule 3 e periode DTe formule 1 e en 2 e periode r A r E VV r A (1 T ) EV + VV VV + ( ra rd ) (1 T ) EV EV VV + rd (1 T ) EV + VV EV + VV r A r A r D T VV 1+ R EV + VV 1+ R ra rd VV + ( ra rd (1 + T )) 1+ r EV d a d PwC formule β A VV (1 + (1 T ) ) EV β (1 + A 1+ rd VV ) EV VV (1 T ) EV + VV 1+ r d ¹Modigliani, F. en M. Miller, (1963), Corporate income taxes and the cost of capital: a correction, American Economic Review 48 ² Miles, J.A. en J.R. Ezzel, (1980), The weighted average cost of capital, perfect capital markets and project life: a clarification, Journal of Financial and Quantitative analysis 15 Pwc 19

20 Sectie 5 Inleiding Voorstel 3e reguleringsperiode Kritiek op voorstel 3e reguleringsperiode Methodologie voor het berekenen van de vermogenskostenvoet Input parameters PwC voorstel 3e reguleringsperiode Overzicht gebruikte symbolen en afkortingen

21 Input parameters Risicovrije rentevoet (1) Omdat de vermogenskostenvoet de rendementen voor de komende jaren zal bepalen, moet men een schatting maken van de in de komende jaren geldende rente. Zoals reeds eerder opgemerkt is de risicovrije rentevoet een van de meest bepalende (want: meest volatiele, andere parameters liggen redelijk vast en zullen slechts geleidelijk wijzigen gedurende de tijd) parameters binnen de vermogenskostenvoet. Op dit moment gebruikt de DTe een historisch gemiddelde van de effectieve rente op staatsobligaties met 10 jaar looptijd als basis voor toekomstige projecties. Zij berekenen deze op basis van een 2-jaars historische en een 5-jaars historische periode. Wij sluiten ons aan bij de methodiek om de risicovrije rentevoet te berekenen op basis van het historisch gemiddelde, maar opteren voor een langere meetperiode. PwC is van mening dat deze periode om twee redenen niet representatief is. Allereerst geldt dat de investeringshorizon van TenneT langer is dan 2 tot 5 jaar. Daarnaast geldt dat met de huidige rentestanden, die historisch laag liggen, een termijn van 2 jaar het absolute dieptepunt vastlegt. Voor het bepalen van de risicovrije rente die zal gelden gedurende de reguleringsperiode opteert PwC voor een risicovrije rentevoet die gemeten is over een periode van 5 en 10 jaar voorafgaand aan februari Een analyse van de ontwikkeling van de risicovrije rentevoet volgt op pagina 27. Pwc 21

22 Input parameters Risicovrije rentevoet (2) De laatste jaren is de risicovrije rentevoet aanzienlijk gedaald. De trendlijn van de laatste twee jaar geeft aan dat de risicovrije rentevoet in deze periode harder is gedaald dan wanneer een langere meetperiode wordt gehanteerd. Daarnaast blijkt ook dat de huidige rentestand zich op een absoluut dieptepunt bevindt. Wanneer specifiek wordt gekeken naar de ontwikkeling van de rentestand gedurende de periode juli 2005 (publicatie van het GTS rapport) tot en met februari 2006 (publicatie van het TenneT rapport) Risicovrije rentevoet in % dan blijkt dat er een opwaartse trend is. Vreemd genoeg heeft DTe in de drie achtereenvolgende rapporten laagste rente afgelopen 20 jaar Trendlijn 10 jaar historische risicovrije rentevoet Trendlijn 5 jaar historische risicovrije rentevoet Trendlijn 2 jaar historische risicovrije rentevoet die gedurende deze periode zijn verschenen (GTS, regionale netbeheerders, landelijke netbeheerder) telkens een lagere risicovrije 3,6 rentevoet gehanteerd. Achtereenvolgens zijn risicovrije rentevoeten gebruikt van 4,25%, 4,05% en 4,0% (allen gemiddelden van het laag en hoog scenario). Daarnaast geldt dat de forward curve voor de risicovrije rentevoet een stijgende lijn vertoont. Het vastleggen van de risicovrije rentevoet op basis van het huidige dieptepunt, wetende dat de risicovrije rentevoet gestegen is de afgelopen periode en verwacht wordt nog verder te stijgen, is op zijn minst discutabel te noemen. Risicovrije rentevoet in % 3,5 3,4 3,3 3,2 3, Trendlijn risicovrije rentevoet juli 2005 tot februari 2006 Pwc 22

23 Input parameters Krediet spread Huidige benadering DTe hanteert de krediet spreads die horen bij de voor de netbeheerders geldende kredietwaardigheid (volgens Moody s en Standard & Poor s). Dit is een redelijke en veelvoudig gebruikte manier om aan de kostenvoet van het vreemd vermogen van een niet-genoteerde onderneming te komen. Naar onze mening is TenneT in beperkte mate minder risicovol dan de regionale netbeheerders en PwC hanteert om die reden de krediet spread van 0,7% zoals gebruikt door DTe in de 1 e en 2 e reguleringsperiode. Moody's en Reuters Krediet Spreads voor nutsbedrijven Rating 1 yr 2 yr 3 yr 5 yr 7 yr 10 yr 30 yr Aaa/AAA Aa1/AA Aa2/AA Aa3/AA A1/A A2/A A3/A Baa1/BBB Baa2/BBB Baa3/BBB Ba1/BB Ba2/BB Ba3/BB B1/B B2/B B3/B Caa/CCC Overzicht van ratings voor Europese nutsbedrijven Onderneming Land Rating Onderneming Land Rating Landsvirkjun Ijsland Aaa Red Electrica de Espana Spanje A2 EVN Oostenrijk Aa3 Iberdrola Spanje A2 Fingrid Finland Aa3 National Grid Company Groot Brittanië A2 EdF Frankrijk Aa3 United Utilities Electricity Groot Brittanië A2 E.on Duitsland Aa3 Eesti Energia Estland A3 Terna Italië Aa3 Energie Baden-Wuerttemberg Duitsland A3 Statnett Noorwegen Aa3 Electricidade de Portugal Portugal A3 Scottish & Southern Energy Groot Brittanië Aa3 Endesa Spanje A3 Verbund Oostenrijk A1 Vattenfall Zweden A3 RWE Duitsland A1 CEZ Tsjechië Baa1 ENEL Italië A1 Public Power Corp Griekenland Baa1 Suez Frankrijk A2 Latvenergo Litouwen Baa1 EWE Duitsland A2 Scottish Power Plc Groot Brittanië Baa1 Essent Nederland A2 Union Fenosa Spanje Baa2 Nuon Nederland A2 WPD Holdings UK Groot Brittanië Baa3 Eneco Nederland A2 CE Electric Groot Brittanië Baa3 Bron: Moody's, maart 2005 Pwc 23

24 Input parameters Marktrendement Het marktrendement kan op basis van historische gegevens worden ingeschat. Dimson et al. (2001) rapporteert de historische reële rendementen in Nederland voor verschillende perioden, zoals hieronder weergegeven. Periode Rendement 7,5 5,6 Op basis hiervan schatten we het marktrendement tussen 7,5% en 9,2% in reële termen. Wij komen tot deze range op basis van de rendementen gedurende de perioden 1950 tot 1990 en 1950 tot Er is voor gekozen om ook de reeks van 1950 tot 1990 op te nemen om het laatste gedeelte van de 20 e eeuw, welke qua rendement exceptioneel goed was, enigszins te matigen en het beeld niet te laten vertekenen. Er is bewust gekozen voor een niet langere historische periode aangezien er in de eerste helft van de 20 e eeuw een aantal gebeurtenissen, zoals de 1 e en 2 e wereldoorlog en een recessie, hebben plaatsgevonden die niet representatief zijn voor de huidige economische periode. In nominale termen, waarbij we rekenen met de lange termijn inflatie doelstelling van 2% van de ECB, levert dit een markt rendement tussen 9,5% en 11,2% op. Het werkelijke nominale rendement lag 1% a 2% hoger dan het door ons gestelde niveau aangezien de werkelijke inflatie 3% a 4% bedroeg Historische marktrendementen 7,1 16,8 9,2 8,1 10,0 16,1 15,5 Bron: Dimson et al, 2001, en PricewaterhouseCoopers Valuation & Strategy analyse Pwc 24

25 Input parameters Bèta: de keuze van vergelijkbare ondernemingen De peer groep is qua samenstelling identiek aan de peer groep die is gebruikt voor de regionale netbeheerders. Gezien het feit dat ook voor TenneT geen perfect vergelijkbare ondernemingen geselecteerd kunnen worden gebruiken wij een regressieanalyse methode en hanteren daarbij een brede peer groep. Voor verdere informatie over de peer groep verwijzen wij naar het rapport De vermogenskostenvoet van netbeheerders, d.d. december Allegheny Energy Elektriciteit US 2 Alliant Energy Elektriciteit US 3 Ameren Elektriciteit US 4 American Electric Power Elektriciteit US 5 Anglian Water Water UK 6 Aquila Elektriciteit US 7 BAA (Airport) Luchthaven UK 8 Bristol Water Group Water UK 9 Centrica Elektriciteit UK 10 Cinergy Corp Elektriciteit US 11 Con Edison Elektriciteit US 12 Dominion Resources Elektriciteit US 13 DPL Inc. Elektriciteit US 14 DTE Energy Elektriciteit US 15 Duke Energy Elektriciteit US 16 Edison International Elektriciteit US 17 Enel Elektriciteit IT 18 Energias de Portugal Elektriciteit PL 19 Entergy Elektriciteit US 20 ERG Elektriciteit IT 21 Exelon Corp. Elektriciteit US 22 First Energy Corp Elektriciteit US 23 Flughafen Wien Luchthaven AU 24 Florida Power & Light Elektriciteit US 25 Fraport Luchthaven GE 26 Great Plains Elektriciteit US 27 Iberdrola Elektriciteit ES 28 Idacorp Inc. Elektriciteit US 29 International Power Elektriciteit UK 30 Kelda Group Water UK 31 Kopenhagen Airport Luchthaven DK 32 National Grid Transco Elektriciteit UK 33 Northeast Utilities Elektriciteit US 34 Northumbrian Water Water UK 35 NSTAR Elektriciteit US 36 OgE Energy Elektriciteit US 37 Pacificorp / PPL Elektriciteit US 38 Pennon Group Water UK 39 Pepco Holdings Elektriciteit US 40 Pinnacle West Capital Elektriciteit US 41 PNM Resources Elektriciteit US 42 Progress Energy Elektriciteit US 43 PSEG Elektriciteit US 44 Puget Energy Inc. Elektriciteit US 45 Scottish & Southern Elektriciteit UK 46 Scottish Power Elektriciteit UK 47 Severn Trent Water UK 48 Teco Elektriciteit US 49 TXU Corp Elektriciteit US 50 UIL Holdings Elektriciteit US 51 Union Fenosa Elektriciteit ES 52 Unique Zurich Airport Luchthaven SW 53 United Utilities Water UK 54 Vattenfall Elektriciteit GE 55 Verbund Elektriciteit AU 56 Viridian Elektriciteit UK 57 Wisconsin Energy Elektriciteit US 58 WPS Resources Elektriciteit US 59 Xcel Energy Elektriciteit US Pwc 25

26 Input parameters Bèta: regressieanalyse op basis van vergelijkbare ondernemingen (1) Om de bèta voor de nutsbedrijven in te schatten, hebben we (in lijn met de eerdere discussie) de volgende variabelen gebruikt: Sector (elektriciteit, water, luchthaven) Land (als proxy voor de reguleringsmethodiek) Niet-gereguleerde omzet als percentage van totale omzet Omvang (gemeten aan de hand van omzet) Soort niet-gereguleerde activiteit (generatie, verkoop, non-aviation bij luchthavens, of overige) Hierna worden de resultaten van de regressieanalyse getoond. De regressie is uitgevoerd met het softwareprogramma Eviews. Voor elektriciteit worden de resultaten weergegeven van twee regressies (een op basis van de raw data en een op basis van de adjusted data, gemeten op basis van wekelijkse koersen gedurende twee jaar) waarin de bèta verklaard wordt aan de hand van bovenstaande variabelen. Uit de analyses blijkt dat noch land noch de aard van de niet-gereguleerde activiteit van statistisch significante invloed zijn voor bèta en om deze reden in onderstaande regressies niet worden meegenomen. Omvang is wel in de regressies meegenomen, hoewel deze variabele slechts marginaal statistisch significant is (statistisch significantieniveau van respectievelijk 90% en 80%). De regressie levert een constante op die geldt voor alle gereguleerde bedrijven. Daarnaast zijn er additionele coëfficiënten die van toepassing zijn als een bedrijf in een bepaalde sector opereert, een bepaald omvang heeft etc. In dit geval is de constante van toepassing, tezamen met de coëfficiënt voor de sector elektriciteit en de coëfficiënt voor de omvang. Pwc 26

27 Input parameters Bèta: regressieanalyse op basis van vergelijkbare ondernemingen (2) De regressie die we hebben uitgevoerd ziet er als volgt uit: Bèta = constante + a1 Niet-gereguleerd + a2 Elektriciteit + a3 Luchthaven + a4 Omvang De coëfficiënten zijn als volgt: (scores voor de raw bèta regressie) Constante: 0,26 (0,24) Luchthaven: 0,32 (0,34) Niet-gereguleerd: 0,21 (0,20) Omvang: -0,02 (-0,04) Elektriciteit: 0,23 (0,29) De gemiddelde omzet van TenneT is omgezet naar een logaritmische schaal, wat resulteert in de 5,7 die in de formule hieronder wordt gebruikt. Ingevuld met de berekende coëfficiënten, levert dit voor elektriciteit het volgende op: Bèta adjusted = 0,26 + 0, , ,32.0-0,02.5,7 = 0,38 Bèta raw = 0,24 + 0, , ,34.0-0,04.5,7 = 0,34 Gemiddelde is 0,36 Gehanteerde bèta voor TenneT is 0,3 gelijk aan de onderkant van de range van de regionale netbeheerders De gehanteerde raw bèta komt overeen met de onderkant van de range die is vastgesteld voor de regionale netbeheerders. De berekende raw bèta ligt fractioneel lager dan de berekende raw bèta van de regionale netbeheerders. De reden hiervoor is dat de omzet van Tennet licht hoger is dan de gemiddelde omzet van de regionale netbeheerders, wat resulteert in een lagere bèta. Het risicoprofiel van TenneT ligt lager dan dat van de regionele netbeheerders. Dit punt wordt in bovenstaande formule nog niet tot uitdrukking gebracht, aangezien dezelfde peer groep is gebruikt. Het is echter niet mogelijk om een perfecte peer groep op te stellen aan de hand waarvan de bèta van TenneT exact gemeten zou kunnen worden. De bèta voor TenneT is door ons vastgesteld op 0,30, gelijk aan de onderkant van de range voor de regionale netbeheerders. De coëfficiënten a1-a3 zijn statistisch significant met een betrouwbaarheid van meer dan 99%, het coëfficiënt a4 heeft een betrouwbaarheid van 90%. Beide regressies zijn in het geheel significant met een betrouwbaarheid boven de 99% en de R 2 ligt boven 40%. De adjusted regressie presteert statistisch gezien iets beter dan de regressie op de raw data. Pwc 27

28 Input parameters Vermogensstructuur Huidige benadering Op basis van een quick-scan van de daadwerkelijke vermogensstructuur van de grootste Nederlandse elektriciteitsbedrijven blijkt dat in de praktijk een vermogensstructuur van 1,5 te hoog is. Daarnaast blijkt dat er over de jaren heen geen duidelijke tendens richting een bepaalde vermogensstructuur valt waar te nemen. Het opleggen van een target structuur heeft klaarblijkelijk geen empirische onderbouwing, echter, evenmin als het aannemen van een vast niveau van het VV. Voor de vermogenskostenvoet berekeningen hanteren wij een vermogensstructuur van 1,5, zoals voorgesteld door DTe. Indien gebruik gemaakt zou worden van de werkelijke vermogensstructuur zou de vermogenskostenvoet hoger uitkomen. Pwc 28

29 Sectie 6 Inleiding Voorstel 3e reguleringsperiode Kritiek op voorstel 3e reguleringsperiode Methodologie voor het berekenen van de vermogenskostenvoet Input parameters PwC voorstel 3e reguleringsperiode Overzicht gebruikte symbolen en afkortingen

30 Huidige situatie PwC vermogenskostenvoet vs. vermogenskostenvoet in 2 e periode De grafiek hiernaast toont de vermogenskostenvoet zoals PwC die voorstelt en de invloed van de gewijzigde parameters op de uiteindelijke vermogenskostenvoet voor de 3 e reguleringsperiode ten opzichte van de vermogenskostenvoet uit de 2 e reguleringsperiode. 8,0% 7,5% 7,0% Nominale WACC voor belasting - DTe voorstel In lijn met het DTe voorstel, heeft ook in de PwC analyse het neerwaarts bijstellen van de risicovrije rentevoet de grootste impact. Echter, naar onze mening dient de risicovrije rentevoet niet in de mate te worden aangepast zoals DTe dat doet. Het gebruik maken van de marktrisicopremie heeft slechts een lichte verhoging tot gevolg. In de vermogenskostenvoet voor TenneT in de 2 e reguleringsperiode werd een marktrisicopremie van 5,5% gebruikt, welke weinig afwijkt van de impliciete marktrisicopremie die in het door PwC gebruikte marktrendement zit. Ten opzichte van de vorige periode heeft PwC de bèta marginaal verhoogd. Uit onze regressieanalyse (zie ook De vermogenskostenvoet van netbeheerders d.d. december 2005) blijkt dat voor TenneT een bèta van 0,30 resulteert. Deze bèta is voornamelijk het gevolg van de licht hogere omzet van TenneT vergeleken met het gemiddelde van de regionale netbeheerders. Vergeleken met de peer groep van DTe is TenneT echter een zeer kleine speler en is een hogere bèta correct. Het verschil veroorzaakt door de andere methodiek zit hem in het feit dat PwC het Miles Ezzel model gebruikt. 6,5% 6,0% 5,5% DTe 1e en 2e periode Aanpassen risicovrije rente Aanpassen krediet spread Aanpassen marktrisicopremie Aanpassen bèta 3e reguleringsperiode Bandbreedte vermogenskostenvergoeding voor PwC PwC 3e reguleringsperiode DTe Laag Hoog Gewijzigde belastingvoet Gewijzigde methodologie Nominale risicovrije rente 4,3% 4,8% Rente-opslag 0,7% 0,7% Kostenvoet vreemd vermogen 5,0% 5,5% Marktrendement 9,5% 11,2% Asset bèta 0,30 0,30 Unlevered vermogenskostenvoet 5,9% 6,7% Vreemd vermogen als factor van het totale vermogen 0,6 0,6 Vreemd vermogen als factor van het eigen vermogen 1,5 1,5 Belastingvoet 29,1% 29,1% Nominale vermogenskostenvoet vóór belastingen 7,0% 8,1% Gemiddelde nominale vermogenskostenvoet vóór belastingen Inflatie 1,25% 1,25% Reële vermogenskostenvoet vóór belastingen 5,7% 6,8% Gemiddelde reële vermogenskostenvoet vóór belastingen PwC 3e periode 7,6% 6,3% Pwc 30

31 Huidige situatie Vergelijking methodologie en assumpties Item Methodiek PwC Methodiek DTe Parameter PwC Parameter DTe Model Miles Ezzel Vaste vermogensstructuur Modiglianie Miller Vaste vermogensstructuur nvt nvt Risicovrije rentevoet Gemiddelde historische rates op 10-jaars staatsobligatie; meetperiode 5 en 10 jaar Gemiddelde historische rates op 10-jaars staatsobligatie; meetperiode 2 en 5 jaar 4,3% - 4,8% 3,7% - 4,3% Vermogensstructuur 1,5 1,5 Asset bèta Regressieanalyse 59 gereguleerde bedrijven Laagste van het ongewogen gemiddelde van peer groep van 14 beperkt vergelijkbare ondernemingen o.b.v. 2-jaars en 5-jaars data 0,30 0,28 Marktrendement Marktrendement Risicovrij + MRP 9,5% - 11,2% 7,7% - 10,3% Unlevered vermogenskostenvoet CAPM - marktrendement CAPM - marktrisicopremie 5,9% - 6,7% 4,8% - 6,0% Credit spread Credit ratings Credit ratings 0,70% 0,80% Nominale WACC voor belasting 7,0% - 8,1% 6,1% - 7,4% Pwc 31

32 Sectie 7 Inleiding Voorstel 3e reguleringsperiode Kritiek op voorstel 3e reguleringsperiode Methodologie voor het berekenen van de vermogenskostenvoet Input parameters PwC voorstel 3e reguleringsperiode Overzicht gebruikte symbolen en afkortingen

33 Overzicht gebruikte symbolen en afkortingen r f r d r e r m r a a e d T VV EV vermogenskostenvoet MRP Krediet Spread = risicovrije rentevoet = rentevoet van het vreemd vermogen (voor belasting) = rentevoet van het eigen vermogen = marktrendement = unlevered vermogenskostenvoet (vermogenskostenvoet indien volledig met EV gefinancierd) = asset bèta = equity bèta (bèta van het eigen vermogen) = debt bèta (bèta van het vreemd vermogen) = belastingvoet = vreemd vermogen = eigen vermogen = gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet (Weighted Average Cost of Capital) = marktrisicopremie = opslag boven risicovrije rentevoet ter compensatie van additioneel risico Pwc 33

34 2004 PricewaterhouseCoopers. All rights reserved. PricewaterhouseCoopers refers to the network of member firms of PricewaterhouseCoopers International Limited, each of which is a separate and independent legal entity. *connectedthinking is a trademark of PricewaterhouseCoopers. PwC

EnergieNed De vermogenskostenvoet van netbeheerders December PwC

EnergieNed De vermogenskostenvoet van netbeheerders December PwC EnergieNed De vermogenskostenvoet van netbeheerders December 2005 PwC Agenda Belangrijke mededeling Management samenvatting Inleiding Huidige situatie Methodologie voor het berekenen van de vermogenskostenvoet

Nadere informatie

BIJLAGE B BIJ X-FACTORBESLUIT

BIJLAGE B BIJ X-FACTORBESLUIT Nederlandse Mededingingsautoriteit BIJLAGE B BIJ X-FACTORBESLUIT Nummer: 101847-69 Betreft: Bijlage B bij het besluit tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering ingevolge

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 29303 29 oktober 2013 Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 28 oktober 2013, nr. IENM/BSK-2013/239467,

Nadere informatie

BIJLAGE B BIJ ONTWERP X-FACTORBESLUIT

BIJLAGE B BIJ ONTWERP X-FACTORBESLUIT Nederlandse Mededingingsautoriteit BIJLAGE B BIJ ONTWERP X-FACTORBESLUIT Nummer: 101847-57 Betreft: Bijlage B bij het besluit tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 58700 25 oktober 2017 Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 9 oktober 2017, nr. IENM/BSK-2017/216399,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34546 13 oktober 2015 Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 12 oktober 2015, nr. IENM/BSK-2015/ 197529,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19540 31 oktober 2011 Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 24 oktober 2011, nr. DP2011055738,

Nadere informatie

Gevolgen CBb-uitspraak en update WACC 1. Rebel: Draft report The WACC for the Dutch TSO s and DSO s 2. Rebel: Memo Resultaten actualisatie WACC

Gevolgen CBb-uitspraak en update WACC 1. Rebel: Draft report The WACC for the Dutch TSO s and DSO s 2. Rebel: Memo Resultaten actualisatie WACC Notitie WACC Onderwerp Bijlagen Gevolgen CBb-uitspraak en update WACC 1. Rebel: Draft report The WACC for the Dutch TSO s and DSO s 2. Rebel: Memo Resultaten actualisatie WACC Aanleiding Op 28 september

Nadere informatie

De gemiddelde vermogenskosten en optimale vermogensstructuur

De gemiddelde vermogenskosten en optimale vermogensstructuur Hoofdstuk 5 De gemiddelde vermogenskosten en optimale vermogensstructuur 5.1 Inleiding In de vorige hoofdstukken hebben we het vreemd vermogen en het eigen vermogen van een onderneming besproken. De partijen

Nadere informatie

SYNTHESERAPPORT VALIDATIE VERMOGENSKOSTENVERGOEDING TENNET

SYNTHESERAPPORT VALIDATIE VERMOGENSKOSTENVERGOEDING TENNET SYNTHESERAPPORT VALIDATIE VERMOGENSKOSTENVERGOEDING TENNET Inhoud 1 Executive summary 1 2 Inleiding 5 3 Samenvatting ontwerpmethodenbesluit 9 4 Beoordelingskader 10 5 Resultaten validatie 13 6 Conclusies

Nadere informatie

1/7. 1 Inleiding. 2 Zienswijze Vewin BIJLAGE II

1/7. 1 Inleiding. 2 Zienswijze Vewin BIJLAGE II BIJLAGE II Behorende bij het advies aan de minister van Infrastructuur en Milieu over de vaststelling van gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet voor drinkwaterbedrijven 1 Inleiding 1. Zoals genoemd in

Nadere informatie

SYNTHESERAPPORT VALIDATIE VERMOGENSKOSTENVERGOEDING REGIONALE NETBEHEERDERS

SYNTHESERAPPORT VALIDATIE VERMOGENSKOSTENVERGOEDING REGIONALE NETBEHEERDERS SYNTHESERAPPORT VALIDATIE VERMOGENSKOSTENVERGOEDING REGIONALE NETBEHEERDERS Inhoud 1 Executive summary 1 2 Inleiding 5 3 Samenvatting ontwerpmethodenbesluit 9 4 Beoordelingskader 10 5 Resultaten validatie

Nadere informatie

Toepassen van Adjusted Present Value

Toepassen van Adjusted Present Value Toepassen van Adjusted Present Value Blz. 1 van 8 In deze bijdrage wordt ingegaan op het berekenen van economische waarde. Naast de bekende discounted cash flow (DCF) methode wordt ook wel gebruik gemaakt

Nadere informatie

Netbeheer Nederland Visie van investeerders financiële marktpartijen

Netbeheer Nederland Visie van investeerders financiële marktpartijen www.pwc.nl Netbeheer Nederland Visie van investeerders en financiële marktpartijen ten aanzienn van de vermogenkostenvergoeding January 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding en samenvatting 3 2. Opzet interviews

Nadere informatie

BIJLAGE C BIJ ONTWERP-METHODEBESLUIT

BIJLAGE C BIJ ONTWERP-METHODEBESLUIT Nederlandse Mededingingsautoriteit BIJLAGE C BIJ ONTWERP-METHODEBESLUIT Nummer: 102135-18 Betreft zaak: Methodebesluit TenneT derde reguleringsperiode Inhoudsopgave 1 Bepalen vermogenskostenvergoeding...

Nadere informatie

WACC Drinkwater 2014-2015

WACC Drinkwater 2014-2015 WACC Drinkwater 2014-2015 Reactie Vewin op het advies van The Brattle Group d.d. 6 mei 2013 Van: Aan: Vewin NMa en Ministerie van I&M Datum: 27 mei 2013 1 van 6 Samenvatting De primaire en wettelijke opdracht

Nadere informatie

Bijlage 2 Uitwerking van de methode voor de WACC

Bijlage 2 Uitwerking van de methode voor de WACC Bijlage 2 Uitwerking van de methode voor de WACC Bijlage bij het besluit van 11 oktober 2011 met kenmerk 103557_1/331. Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Kostenvoet vreemd vermogen... 4 2.1 Risicovrije rente...

Nadere informatie

1 Inleiding Kostenvoet vreemd vermogen Risicovrije rente Rente-opslag Conclusie Kostenvoet eigen vermogen...

1 Inleiding Kostenvoet vreemd vermogen Risicovrije rente Rente-opslag Conclusie Kostenvoet eigen vermogen... 1 Inleiding... 2 2 Kostenvoet vreemd vermogen... 4 2.1 Risicovrije rente... 4 2.2 Rente-opslag... 6 2.3 Conclusie... 8 3 Kostenvoet eigen vermogen... 9 3.1 Marktrisicopremie... 9 3.2 Bèta... 11 3.3 Algemene

Nadere informatie

Bijlage 2 Uitwerking van de methode voor de WACC Bijlage bij het ontwerp-besluit van 12 maart 2010 met kenmerk _1/74

Bijlage 2 Uitwerking van de methode voor de WACC Bijlage bij het ontwerp-besluit van 12 maart 2010 met kenmerk _1/74 Bijlage 2 Uitwerking van de methode voor de WACC Bijlage bij het ontwerp-besluit van 12 maart 2010 met kenmerk 103339_1/74 1 Inleiding... 2 2 Kostenvoet vreemd vermogen... 4 2.1 Risicovrije rente... 4

Nadere informatie

Bijlage bij het besluit van 13 september 2010 met kenmerk _1/242.BT831.

Bijlage bij het besluit van 13 september 2010 met kenmerk _1/242.BT831. Bijlage bij het besluit van 13 september 2010 met kenmerk 103096_1/242.BT831. 1 Inleiding... 2 2 Kostenvoet vreemd vermogen... 4 2.1 Risicovrije rente... 4 2.2 Rente-opslag... 6 2.3 Conclusie... 8 3 Kostenvoet

Nadere informatie

Formule Beschrijving parameter Waarde 29 Afschrijvingen 2003 van investeringen na Totale afschrijvingen

Formule Beschrijving parameter Waarde 29 Afschrijvingen 2003 van investeringen na Totale afschrijvingen Nummer: 101155-54 Betreft: Bijlage D bij het besluit tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering ingevolge artikel 41, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 voor

Nadere informatie

BIJLAGE E BIJ METHODEBESLUIT

BIJLAGE E BIJ METHODEBESLUIT Dienst uitvoering en toezicht Energie BIJLAGE E BIJ METHODEBESLUIT Nummer: 1001155-44 Betreft: Bijlage E bij het besluit tot vaststelling van de methode van de korting ter bevordering van de doelmatige

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Zienswijze VEMW BIJLAGE II

1 Inleiding. 2 Zienswijze VEMW BIJLAGE II BIJLAGE II Behorende bij het advies aan de minister van Infrastructuur en Milieu over de vaststelling van gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet voor drinkwaterbedrijven voor 2018 en 2019 1 Inleiding 1.

Nadere informatie

EXTRA RENDEMENTSEIS BIJ DE WAARDERING VAN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN

EXTRA RENDEMENTSEIS BIJ DE WAARDERING VAN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN !"# $ %&'()()*+$ %&'()(,-. /,-- ) EXTRA RENDEMENTSEIS BIJ DE WAARDERING VAN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN Over het algemeen worden kleinere ondernemingen relatief lager gewaardeerd dan grotere ondernemingen

Nadere informatie

Hoofdstuk 14: Kapitaalstructuur in een perfecte markt.

Hoofdstuk 14: Kapitaalstructuur in een perfecte markt. Hoofdstuk 14: Kapitaalstructuur in een perfecte markt Bedrijven gebruiken bonden om investeringen te financieren of om fondsen te collecteren om schulden mee af te betalen Wat voor soort bonden zouden

Nadere informatie

Pagina. Minister van Infrastructuur en Milieu Mevrouw drs. M.H. Schultz van Haegen Postbus EX 'S-GRAVENHAGE. Den Haag, 23 juli 2015

Pagina. Minister van Infrastructuur en Milieu Mevrouw drs. M.H. Schultz van Haegen Postbus EX 'S-GRAVENHAGE. Den Haag, 23 juli 2015 Minister van Infrastructuur en Milieu Mevrouw drs. M.H. Schultz van Haegen Postbus 20901 2500 EX 'S-GRAVENHAGE Den Haag, 23 juli 2015 Aantal bijlage(n): 6 Uw kenmerk: IENM/BSK-2014/277270 Ons kenmerk:

Nadere informatie

Reactie op consultatiedocument vermogenskostenvergoeding regionale netbeheerders

Reactie op consultatiedocument vermogenskostenvergoeding regionale netbeheerders 0 Reactie op consultatiedocument vermogenskostenvergoeding regionale netbeheerders presentatie bij DTe Den Haag, dinsdag 28 februari 2006 Doel en reikwijdte van deze presentatie 1 Gupta Strategists heeft

Nadere informatie

Oefenopgaven Hoofdstuk 8

Oefenopgaven Hoofdstuk 8 Oefenopgaven Hoofdstuk 8 Opgave 1 Hazelkoning Onderneming Hazelkoning NV heeft 7 jaar geleden een obligatielening uitgegeven met een oorspronkelijke looptijd van 30 jaar. De couponrente van de lening bedraagt

Nadere informatie

Autoriteit Consument Markt

Autoriteit Consument Markt Consument Markt BIJLAGE 1 Behorende bij het advies aan de minister van Infrastructuur en Milieu over de vaststelling van gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet voor drinkwaterbedrijven 1 Inleiding 1. Op

Nadere informatie

Economische waarde voor de waardering van de onderneming

Economische waarde voor de waardering van de onderneming Economische waarde voor de waardering van de onderneming Kort geleden werd het volgende artikel gepubliceerd: Waardebepaling rammelt aan alle kanten. Een Registeraccountant had in het kader van een geschillenwaardering

Nadere informatie

Klankbordgroep REG2017. 4 e bijeenkomst 28 september 2015

Klankbordgroep REG2017. 4 e bijeenkomst 28 september 2015 Klankbordgroep REG2017 4 e bijeenkomst 28 september 2015 Agenda voor vandaag 1. Opening 13:00-13:10 2. Status ingediende agendapunten kbg-leden 13:10-13:20 3. Agendering volgende klankbordgroep bijeenkomsten

Nadere informatie

Bijlage 2 De methodiek voor de WACC Bijlage bij besluit /122.

Bijlage 2 De methodiek voor de WACC Bijlage bij besluit /122. Bijlage 2 De methodiek voor de WACC Bijlage bij besluit 102610/122. 1 Inleiding...2 2 Kostenvoet vreemd vermogen... 3 2.1 Risicovrije rente... 3 2.2 Rente-opslag... 5 3 Kostenvoet eigen vermogen... 7 3.1

Nadere informatie

Bijlage 2 Uitwerking van de methode voor de WACC

Bijlage 2 Uitwerking van de methode voor de WACC Bijlage 2 Uitwerking van de methode voor de WACC Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Kostenvoet vreemd vermogen... 4 2.1 Risicovrije rente... 4 2.2 Rente-opslag... 6 2.3 Conclusie... 8 3 Kostenvoet eigen

Nadere informatie

Ondernemersvergoeding Rendac

Ondernemersvergoeding Rendac Ondernemersvergoeding Rendac Ministerie van Economische Zaken Auteur Danny Chan Nick van der Lijn Floris van der Veen Datum Status Klant 20.02.15 definitief Ministerie van Economische Zaken Inhoudsopgave

Nadere informatie

Consultatiedocument vermogenskostenvergoeding regionale netbeheerders. Den Haag, december 2005

Consultatiedocument vermogenskostenvergoeding regionale netbeheerders. Den Haag, december 2005 Consultatiedocument vermogenskostenvergoeding regionale netbeheerders Den Haag, december 2005 PROJECTNAAM: Consultatiedocument vermogenskostenvergoeding regionale netbeheerders PROJECTNUMMER: 101729 NEDERLANDSE

Nadere informatie

Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie

Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie 11 januari 2006 BEPALING VAN DE WACC VOOR 2006 Opgesteld door het BIPT in samenwerking met Bureau van Dijk Management Consultants blanco pagina

Nadere informatie

Advies Commissie Parameters

Advies Commissie Parameters Advies Commissie Parameters Voorstel tot herziening van verwachte rendementen Sprenkels&Verschuren Maart 2014 Copyright 2014 Sprenkels & Verschuren. Geen enkele reproductie van het document of een deel

Nadere informatie

De vermogens- kostenvergoeding voor drinkwater- bedrijven Second opinion

De vermogens- kostenvergoeding voor drinkwater- bedrijven Second opinion www.pwc.nl De vermogens- kostenvergoeding voor drinkwater- bedrijven Second opinion 1.0 30 juni 2011 Inhoudsopgave 1. Executive summary 4 2. Inleiding 6 2.1.1. Doel en status rapport 6 2.1.2. Uitgangspunten

Nadere informatie

Bijlage 1 bij het gewijzigd methodebesluit netbeheerder van het net op zee TenneT Uitwerking van de methode in rekenkundige formules

Bijlage 1 bij het gewijzigd methodebesluit netbeheerder van het net op zee TenneT Uitwerking van de methode in rekenkundige formules Ons kenmerk Zaaknummer : ACM/UIT/505482 : ACM/18/033723 Bijlage 1 bij het gewijzigd methodebesluit netbeheerder van het net op zee TenneT 2017-2021 Uitwerking van de methode in rekenkundige formules ACM/UIT/505482

Nadere informatie

De vermogens- kostenvergoeding voor drinkwater- bedrijven Second opinion

De vermogens- kostenvergoeding voor drinkwater- bedrijven Second opinion www.pwc.nl De vermogens- kostenvergoeding voor drinkwater- bedrijven Second opinion 1.0 16 juni 2011 Inhoudsopgave 1. Executive summary 4 2. Inleiding 7 2.1.1. Doel en status rapport 7 2.1.2. Uitgangspunten

Nadere informatie

Bijlage 2 Uitwerking van de methodiek voor de WACC

Bijlage 2 Uitwerking van de methodiek voor de WACC Bijlage 2 Uitwerking van de methodiek voor de WACC Nummer 102615-108 Betreft zaak: Ontwerp Methodebesluit vierde reguleringsperiode TenneT 1 1. In onderhavig besluit geeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse

Nadere informatie

Klankbordgroep Methodebesluiten Netbeheer Elektriciteit en Gas september2013

Klankbordgroep Methodebesluiten Netbeheer Elektriciteit en Gas september2013 Klankbordgroep Methodebesluiten Netbeheer Elektriciteit en Gas 2014-2016 10 september2013 Onderwerpen brede klankbordgroep voor methodebesluiten RNB s, GTS, TenneT WACC Aanpassen begininkomsten ( one-off

Nadere informatie

Pagina 1/26. Bijlage 2 Uitwerking van de methode voor de WACC

Pagina 1/26. Bijlage 2 Uitwerking van de methode voor de WACC Ons ACM/DE/2013/104033/224 kenmerk: Zaaknummer: 104033/Methodebesluiten GTS vanaf 2014 Reguleringsmethode Gasunie Transport Services B.V. Bijlage 2 Uitwerking van de methode voor de WACC Pagina 1/26 T

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

Bijeenkomst Klankbordgroep herstel methodebesluiten ACM 18 december 2018

Bijeenkomst Klankbordgroep herstel methodebesluiten ACM 18 december 2018 Bijeenkomst Klankbordgroep herstel methodebesluiten 2017-2021 ACM 18 december 2018 Agenda Welkom en proces update Frontier shift Pauze Inkoopkosten energie en vermogen Rondvraag en afsluiting 2 Frontier

Nadere informatie

Onderstaande tabel toont de nieuwe parameters ( ), waarbij tussen haakjes de oude waarden ( ) zijn opgenomen.

Onderstaande tabel toont de nieuwe parameters ( ), waarbij tussen haakjes de oude waarden ( ) zijn opgenomen. Advies Commissie Parameters 2019 Pagina 1 van 5 Op 6 juni 2019 heeft de Commissie Parameters advies uitgebracht over de te hanteren parameters 2020 2024 en over de ultimate forward rate (UFR). Op 11 juni

Nadere informatie

Pagina. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer: Bijlage 1 bij het methodebesluit netbeheerder van het net op zee TenneT

Pagina. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer: Bijlage 1 bij het methodebesluit netbeheerder van het net op zee TenneT Pagina 1/7 Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Postbus 16326 2500 BH Den Haag T 070 722 20 00 F 070 722 23 55 info @acm.nl www.acm.nl www.consuwijzer.nl Ons kenmerk: ACM/DE/2016/205076 Zaaknummer: 16.0140.52

Nadere informatie

Pagina 1/26. Bijlage 2. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Bijlage - Uitwerking van de methode voor de WACC

Pagina 1/26. Bijlage 2. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Bijlage - Uitwerking van de methode voor de WACC Bijlage 2 Ons kenmerk: ACM/DE/2016/201586 Bijlage - Uitwerking van de methode voor de WACC Deze bijlage bevat een gedetailleerde beschrijving van de methode waarmee ACM het redelijk rendement vaststelt.

Nadere informatie

Bijlage 2 De methode voor de bepaling van de WACC

Bijlage 2 De methode voor de bepaling van de WACC Bijlage 2 De methode voor de bepaling van de WACC 1 Inleiding 1. In onderhavig besluit geeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) uitvoering aan artikel 41, lid

Nadere informatie

Waardering van een Onderneming

Waardering van een Onderneming Waardering Congres Financieele Dagblad: Private Equity in de Praktijk 6 april 2006 Dr Michel van Bremen Partner First Dutch Capital B.V. Waardering, essentie: Res tantum valet quantum vendi potest Iets

Nadere informatie

Bijlage 2 Uitwerking van de methode voor de WACC. Pagina 1/26. Bijlage bij het ontwerpbesluit met kenmerk ACM/DE/2013/103999/227

Bijlage 2 Uitwerking van de methode voor de WACC. Pagina 1/26. Bijlage bij het ontwerpbesluit met kenmerk ACM/DE/2013/103999/227 Bijlage 2 Uitwerking van de methode voor de WACC Pagina 1/26 Bijlage bij het ontwerpbesluit met kenmerk ACM/DE/2013/103999/227 T 070 722 20 00 F 070 722 23 55 info @acm.nl www.acm.nl www.consuwijzer.nl

Nadere informatie

Bijlage 2 Uitwerking van de methodiek voor de WACC

Bijlage 2 Uitwerking van de methodiek voor de WACC Bijlage 2 Uitwerking van de methodiek voor de WACC 1 1. In onderhavig besluit geeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) uitvoering aan artikel 81, lid 1 van

Nadere informatie

BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V.

BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V. BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V. VERONDERSTELLINGEN Vraagprijs 2.500.000 (pand en inventaris). Inkomsten: In totaal 40 kamers; Bezetting kamers: T1 45%, T2 52%, T3 63%, vanaf T4 en verder 68%;

Nadere informatie

Onderbouwing van de rendementsverwachtingen 2014

Onderbouwing van de rendementsverwachtingen 2014 Onderbouwing van de rendementsverwachtingen 2014 Portfolio Management Ostrica BV Januari 2014 Rendementsverwachtingen Ostrica 2014 In dit document wordt een onderbouwing gegeven van de rendementsverwachtingen

Nadere informatie

: ACM/18/033721, ACM/18/033722, ACM/18/033723, ACM/18/033724, ACM/18/033725, ACM/18/033726

: ACM/18/033721, ACM/18/033722, ACM/18/033723, ACM/18/033724, ACM/18/033725, ACM/18/033726 Ons kenmerk Zaaknummers : ACM/UIT/505475 : ACM/18/033721, ACM/18/033722, ACM/18/033723, ACM/18/033724, ACM/18/033725, ACM/18/033726 Bijlage 2 bij het gewijzigd methodebesluit regionale netbeheerders gas

Nadere informatie

Hoofdpuntenverslag. Bijeenkomst met appellanten inzake wijziging methode kostenvoet vreemd vermogen d.d. 21 januari 2016, 15:00-17:00h, te Den Haag

Hoofdpuntenverslag. Bijeenkomst met appellanten inzake wijziging methode kostenvoet vreemd vermogen d.d. 21 januari 2016, 15:00-17:00h, te Den Haag Hoofdpuntenverslag Bijeenkomst met appellanten inzake wijziging methode kostenvoet vreemd vermogen d.d. 21 januari 2016, 15:00-17:00h, te Den Haag Aanwezigen Partij ACM GTS TenneT Netbeheer Nederland Persoon

Nadere informatie

Rendementsmonitor warmte

Rendementsmonitor warmte Rendementsmonitor warmte Klankbordgroep ACM, Den Haag, 7 september 2015 Doel van deze klankbordgroep: goed begrijpen van resultaten Wij hebben aangeleverde gegevens geanalyseerd. Deze klankbordgroep heeft

Nadere informatie

Pagina. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummers: Bijlage 2 bij het methodebesluit netbeheerder van het net op zee TenneT

Pagina. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummers: Bijlage 2 bij het methodebesluit netbeheerder van het net op zee TenneT Pagina 1/28 Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Postbus 16326 2500 BH Den Haag T 070 722 20 00 F 070 722 23 55 info@acm.nl www.acm.nl www.consuwijzer.nl Ons kenmerk: ACM/DE/2016/205076 Zaaknummers: 16.0140.52

Nadere informatie

Pagina. WACC drinkwater

Pagina. WACC drinkwater WACC drinkwater 2018-2019 Bijlage I behorende bij het advies aan de minister van de Infrastructuur en Milieu over de vaststelling van de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet voor drinkwaterbedrijven

Nadere informatie

1 november 2011 Examenhal (18:30 21:30)

1 november 2011 Examenhal (18:30 21:30) Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Naam: Studentnummer: Tentamen Financiering voor Vastgoedkunde Antwoordsuggesties 1 november 2011 Examenhal (18:30 21:30) Omcirkel het meest juiste antwoord bij de Multiple

Nadere informatie

Onderbouwing van de rendementsverwachtingen

Onderbouwing van de rendementsverwachtingen Onderbouwing van de rendementsverwachtingen 2013 Portfolio Management Ostrica BV Februari 2013 Rendementsverwachtingen Ostrica 2013 In dit document wordt een onderbouwing gegeven van de rendementsverwachtingen

Nadere informatie

4 Goodwill en overige immateriële vaste activa Het verloop van de goodwill en de overige immateriële vaste activa is opgenomen in de volgende tabel.

4 Goodwill en overige immateriële vaste activa Het verloop van de goodwill en de overige immateriële vaste activa is opgenomen in de volgende tabel. J A A R V E R S L A G 2 0 1 3 3 Acquisities In het verslagjaar 2013 heeft Q-Park 'control' verkregen over de Nederlandse vennootschap Q-Park Heerlen BV (voorheen: Parkeer Heerlen BV) waarvan Q-Park 49%

Nadere informatie

Business Valuation : groeiend belang

Business Valuation : groeiend belang Business Valuation : groeiend belang Inleiding Vandaag de dag worden we steeds vaker geconfronteerd met de vraag hoeveel een onderneming waard is en of ze gelet op de huidige crisis financieel gezond is.

Nadere informatie

EMPEN C REDIT L INKED N OTE

EMPEN C REDIT L INKED N OTE EMPEN C REDIT L INKED N OTE per juli 2011 Profiteer van een aantrekkelijke rente met een beperkt risico Profiteer van een aantrekkelijke rente met een beperkt risico De Europese rente staat momenteel op

Nadere informatie

Openbaar. Besluit. Herstel Methodebesluiten netbeheerders - conceptteksten WACC

Openbaar. Besluit. Herstel Methodebesluiten netbeheerders - conceptteksten WACC Besluit Herstel Methodebesluiten netbeheerders - conceptteksten WACC Ons kenmerk : ACM/UIT/502520 Zaaknummers : GTS ACM/18/033724, RNBs Gas ACM/18/033726, RNBs E ACM/18/033725, TenneT transport ACM/18/033721,

Nadere informatie

Welkom. RB Studiekring Lezing ondernemingswaardering. ValuePro - RB Studiekring 1

Welkom. RB Studiekring Lezing ondernemingswaardering. ValuePro - RB Studiekring 1 Welkom RB Studiekring Lezing ondernemingswaardering 1 Voorstellen drs. Chris Denneboom RV RAB cdenneboom@valuepro.nl Master in Business Valuation Register Valuator Register adviseur bedrijfsopvolging Gerechtelijk

Nadere informatie

De meest frequente Engelse waarderingstermen toegelicht

De meest frequente Engelse waarderingstermen toegelicht De meest frequente Engelse waarderingstermen toegelicht In publicaties betreffende waarderingen van ondernemingen worden we vaak geconfronteerd met diverse Engelse termen, al dan niet eenvoudig te plaatsen

Nadere informatie

Pagina. Bijlage bij ACM/DE/2016/ Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Bijlage - Uitwerking van de methode voor de WACC

Pagina. Bijlage bij ACM/DE/2016/ Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Bijlage - Uitwerking van de methode voor de WACC Bijlage bij ACM/DE/2016/200758 Ons kenmerk: ACM/DE/2016/200759 Bijlage - Uitwerking van de methode voor de WACC Bijlage 2 bij de volgende besluiten Methodebesluiten GTS 2014-2016, kenmerk ACM/DE/2016/200757,

Nadere informatie

WACC Drinkwater

WACC Drinkwater WACC Drinkwater 2018-2019 Reactie Vewin op het advies van The Brattle Group d.d. 9 juni 2017 en concept advies ACM WACC drinkwater d.d. 9 juni 2017 Van: Aan: Vewin ACM en Ministerie van IenM Datum: 6 juli

Nadere informatie

Update over Advies Commissie UFR Alleen voor professionele beleggers

Update over Advies Commissie UFR Alleen voor professionele beleggers Investment Solutions & Research Update oktober 2013 Update over Advies Commissie UFR Alleen voor professionele beleggers Door Peter van der Spek, Remmert Koekkoek, Daniel Lai - Customized Overlay Management

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Uitvoering van artikel 260 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie Aanpassing van de gegevens die worden

Nadere informatie

Klankbordgroep REG2017. 9 e bijeenkomst 18 januari 2016

Klankbordgroep REG2017. 9 e bijeenkomst 18 januari 2016 Klankbordgroep REG2017 9 e bijeenkomst 18 januari 2016 Agenda voor vandaag 1. Opening 13:00-13:10 1a. Update WACC 13:10-13:25 2. STROOM 13:25-13:55 3. Agendering volgende klankbordgroep bijeenkomsten 13:55-14:00

Nadere informatie

BIJLAGE B BIJ ONTWERP METHODEBESLUIT

BIJLAGE B BIJ ONTWERP METHODEBESLUIT Dienst uitvoering en toezicht Energie BIJLAGE B BIJ ONTWERP METHODEBESLUIT Nummer: 101732-6 Betreft: Bijlage B bij het ontwerpbesluit tot vaststelling van de methode van de korting ter bevordering van

Nadere informatie

Energieprijzen in vergelijk

Energieprijzen in vergelijk CE CE Oplossingen voor Oplossingen milieu, economie voor milieu, en technologie economie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 611 HH Delft 611 HH Delft tel: tel: 015 015 150 150 150 150 fax: fax:

Nadere informatie

A billion here, a billion there, and pretty soon you're talking about real money.!!!! Everitt Dirksen (US Senator)

A billion here, a billion there, and pretty soon you're talking about real money.!!!! Everitt Dirksen (US Senator) !! A billion here, a billion there, and pretty soon you're talking about real money.!!!! Everitt Dirksen (US Senator) FINANCIERING VAN WONINGCORPORATIES Een verkenning & modelmatige doorrekening Rik van

Nadere informatie

Samenvatting. Analyses. Kostendekkende premie

Samenvatting. Analyses. Kostendekkende premie Samenvatting Op 14 juli 2015 heeft DNB aangekondigd dat zij de berekeningsmethodiek van de Ultimate Forward Rate (UFR), welke onderdeel vormt van de rekenrente waarmee pensioenfondsen hun verplichtingen

Nadere informatie

Stakeholdermeeting herstel methodebesluiten. ACM 5 november 2018

Stakeholdermeeting herstel methodebesluiten. ACM 5 november 2018 Stakeholdermeeting herstel methodebesluiten ACM 5 november 2018 Agenda Welkom en proces update WACC EHD Frontier shift Pauze Proces update e&v opex NOZ Rondvraag en afsluiting 2 WACC Opdracht CBb ACM dient

Nadere informatie

Behorend bij de Macro Economische Verkenning 2014

Behorend bij de Macro Economische Verkenning 2014 CPB Achtergronddocument Schatting effect btw-verhoging op inflatie Behorend bij de Macro Economische Verkenning 4 7 september Martin Mellens Centraal Planbureau M.C.Mellens@cpb.nl Jonneke Dijkstra Centraal

Nadere informatie

De Grafiek. De waarde van een onderneming. Het lezen van de grafiek. Value drivers Interactief gebruik van de grafiek. Het lezen van de grafiek.

De Grafiek. De waarde van een onderneming. Het lezen van de grafiek. Value drivers Interactief gebruik van de grafiek. Het lezen van de grafiek. De Grafiek De waarde van een onderneming John Burr Williams definieerde al in 1938 de waarde van een onderneming: De waarde van een onderneming wordt bepaald door de netto verwachte kasstroom gedurende

Nadere informatie

Financial due diligence: Toegevoegde waarde due diligence adviseur bij afrekenmechanismen

Financial due diligence: Toegevoegde waarde due diligence adviseur bij afrekenmechanismen Financial due diligence: Toegevoegde waarde due diligence adviseur bij afrekenmechanismen Door: Gijs van Reen Transacties vinden veelal plaats op een 'cash and debt' free basis. Een analyse van de netto

Nadere informatie

Notitie WACC voor KBG 10 september. 1. Referentieperiode

Notitie WACC voor KBG 10 september. 1. Referentieperiode Notitie WACC voor KBG 10 september ACM heeft uitgebreide zienswijzen ontvangen ter zake van de WACC. In deze notitie geeft ACM op hoofdlijnen weer wat haar voorgenomen reactie is op deze zienswijzen, ter

Nadere informatie

Zanders: Treasury and Finance Solutions 6-Nov-15 9:02 tel.:

Zanders: Treasury and Finance Solutions 6-Nov-15 9:02 tel.: Interest Rate Swap (IRS) tarieven (EUR) Rij: duur van de fixatie. Kolom: storting per ASK Spot Zero 3 maands 6 maands 9 maands 1 jaar 1,5 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 10-Nov-15 10-Nov-15 10-Feb-16 10-May-16

Nadere informatie

Ons kenmerk: ACM/DE/2015/206743 Zaaknummer: 15.0383.52, 15.0384.52, 15.0385.52 en 15.0859.53. Bijlage - Uitwerking van de methode voor de WACC

Ons kenmerk: ACM/DE/2015/206743 Zaaknummer: 15.0383.52, 15.0384.52, 15.0385.52 en 15.0859.53. Bijlage - Uitwerking van de methode voor de WACC Ons kenmerk: ACM/DE/2015/206743 Zaaknummer: 15.0383.52, 15.0384.52, 15.0385.52 en 15.0859.53 Bijlage - Uitwerking van de methode voor de WACC Bijlage 2 bij de volgende besluiten Gewijzigd methodebesluit

Nadere informatie

Zanders: Treasury and Finance Solutions 15-Jan-16 8:40 tel.:

Zanders: Treasury and Finance Solutions 15-Jan-16 8:40 tel.: Interest Rate Swap (IRS) tarieven (EUR) Rij: duur van de fixatie. Kolom: storting per ASK Spot Zero 3 maands 6 maands 9 maands 1 jaar 1,5 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 19-Jan-16 19-Jan-16 19-Apr-16 19-Jul-16

Nadere informatie

Zanders: Treasury and Finance Solutions 20-Jan-16 8:52 tel.:

Zanders: Treasury and Finance Solutions 20-Jan-16 8:52 tel.: Interest Rate Swap (IRS) tarieven (EUR) Rij: duur van de fixatie. Kolom: storting per ASK Spot Zero 3 maands 6 maands 9 maands 1 jaar 1,5 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 22-Jan-16 22-Jan-16 22-Apr-16 22-Jul-16

Nadere informatie

Zanders: Treasury and Finance Solutions 6-Jan-16 8:58 tel.:

Zanders: Treasury and Finance Solutions 6-Jan-16 8:58 tel.: Interest Rate Swap (IRS) tarieven (EUR) Rij: duur van de fixatie. Kolom: storting per ASK Spot Zero 3 maands 6 maands 9 maands 1 jaar 1,5 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 8-Jan-16 8-Jan-16 8-Apr-16 8-Jul-16 10-Oct-16

Nadere informatie

Zanders: Treasury and Finance Solutions 9-Feb-16 9:45 tel.:

Zanders: Treasury and Finance Solutions 9-Feb-16 9:45 tel.: Interest Rate Swap (IRS) tarieven (EUR) Rij: duur van de fixatie. Kolom: storting per ASK Spot Zero 3 maands 6 maands 9 maands 1 jaar 1,5 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 11-Feb-16 11-Feb-16 11-May-16 11-Aug-16

Nadere informatie

Zanders: Treasury and Finance Solutions 18-Feb-16 8:11 tel.:

Zanders: Treasury and Finance Solutions 18-Feb-16 8:11 tel.: Interest Rate Swap (IRS) tarieven (EUR) Rij: duur van de fixatie. Kolom: storting per ASK Spot Zero 3 maands 6 maands 9 maands 1 jaar 1,5 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 22-Feb-16 22-Feb-16 23-May-16 22-Aug-16

Nadere informatie

Zanders: Treasury and Finance Solutions 4-Jan-16 8:39 tel.:

Zanders: Treasury and Finance Solutions 4-Jan-16 8:39 tel.: Interest Rate Swap (IRS) tarieven (EUR) Rij: duur van de fixatie. Kolom: storting per ASK Spot Zero 3 maands 6 maands 9 maands 1 jaar 1,5 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 6-Jan-16 6-Jan-16 6-Apr-16 6-Jul-16 6-Oct-16

Nadere informatie

Zanders: Treasury and Finance Solutions 2-Mar-16 8:49 tel.:

Zanders: Treasury and Finance Solutions 2-Mar-16 8:49 tel.: Interest Rate Swap (IRS) tarieven (EUR) Rij: duur van de fixatie. Kolom: storting per ASK Spot Zero 3 maands 6 maands 9 maands 1 jaar 1,5 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 4-Mar-16 4-Mar-16 6-Jun-16 5-Sep-16 5-Dec-16

Nadere informatie

Herstelplan 2016. Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG)

Herstelplan 2016. Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG) Herstelplan 2016 Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG) Onderwerp: Herstelplan PPF APG 2016 Datum: 10 maart 2016 1. Inleiding Deze notitie geeft een overzicht van de uitgangspunten die gehanteerd

Nadere informatie

Rendementseis preferente aandelen bij bedrijfsopvolging

Rendementseis preferente aandelen bij bedrijfsopvolging Jaarcongres Overname Adviseurs Rendementseis preferente aandelen bij bedrijfsopvolging cdenneboom@valuepro.nl Voorstellen Voorstellen Register Valuator Master in Business Valuation Register adviseur bedrijfsopvolging

Nadere informatie

DCFA themabijeenkomst

DCFA themabijeenkomst DCFA themabijeenkomst 25 april 2013 Waarderen in crisistijd José de Wit RA RV Programma Introductie Prijs / waarde Invloed crisis op waarderen? Valkuilen bij waarderen Prijs Transactie onderhandelen over

Nadere informatie

De kosten van ongeborgde financiering voor woningcorporaties

De kosten van ongeborgde financiering voor woningcorporaties De kosten van ongeborgde financiering voor woningcorporaties Finance Ideas 24 november 2011 Nieuwe financiële realiteit voor woningcorporaties Woningcorporaties maken zich klaar voor een nieuwe realiteit

Nadere informatie

BIJLAGE B BIJ METHODEBESLUIT

BIJLAGE B BIJ METHODEBESLUIT Dienst uitvoering en toezicht Energie BIJLAGE B BIJ METHODEBESLUIT Nummer: 101732-31 Betreft: Bijlage B bij het besluit tot vaststelling van de methode van de korting ter bevordering van de doelmatige

Nadere informatie

In deze nieuwsbrief willen wij u graag informeren over onze visie op obligaties en dan in het bijzonder op bedrijfsobligaties.

In deze nieuwsbrief willen wij u graag informeren over onze visie op obligaties en dan in het bijzonder op bedrijfsobligaties. Nieuwsbrief Vooruitzichten obligaties In deze nieuwsbrief willen wij u graag informeren over onze visie op obligaties en dan in het bijzonder op bedrijfsobligaties. Sinds begin dit jaar zijn obligaties

Nadere informatie

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/204226 Zaaknummer: 12.0246.52/12.0238.52/103998/103999. Bijlage - Uitwerking van de methode voor de WACC

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/204226 Zaaknummer: 12.0246.52/12.0238.52/103998/103999. Bijlage - Uitwerking van de methode voor de WACC Ons kenmerk: ACM/DE/2013/204226 Zaaknummer: 12.0246.52/12.0238.52/103998/103999 Bijlage - Uitwerking van de methode voor de WACC Bijlage 2 bij de volgende besluiten Methodebesluiten GTS 2014-2016, kenmerk

Nadere informatie

Reken maar! t.b.v. training CFP-examen (FPSB-Nederland) Donald van As

Reken maar! t.b.v. training CFP-examen (FPSB-Nederland) Donald van As Reken maar! t.b.v. training CFP-examen (FPSB-Nederland) Donald van As 10-12-2009 Geld (uit)lenen Typen leningen / hypotheken Annuïteitenlening: afl. + rente = constant Lineaire lening: afl. = constant

Nadere informatie

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014 BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014 Sarajane Marilfa Omouth Paramaribo, juni 2015 1. Inleiding De totale

Nadere informatie