rif) er' ci e ci-e-kkeii, 3-e.e-le-cle, / d re- <If ct and ci chi' <-1 n cue() b e skci en ca un de noicrn Li-clen,..)

Transcriptie

1 Advies aan burgemeester en wethouders V gemeente Simpelveld Datum advies: 10 februari 2015 Afdeling: Leefomgeving Zaakkenmerk: Behandelend ambtenaar: Financiële consequenties: Openbare besluitenlijst: ja M.J.M. Verhoeve Ten laste van begrotingspost: FCL/ ECL: Omschrijving: Restant budget: / Portefeuillehouder: W.J.H. Schleijpen ja Aanbestedingstoets-. ' 7't.) Afde ėel., re- <If -,. re ger: -rs Mede-advies Manager Leefomgeving Manager Dienstverlening Manager Bedrijfsvoering nee Paraaf nee Paraaf ja Paraaf rif) Agenderen voor: Presidium: ja Op 24 maart 2015 WMO adviesraad: nee Op Commissie: ja Op 14 april 2015 Gehandicaptenplatf.: nee Op Raad: ja Op 23 april 2015 Ondernemingsraad: nee Op Onderwerp: Beleidsplan Openbare Verlichting Beslispunt: de Raad voor te stellen om in te stemmen met de in het Beleidsplan gehanteerde afschrijvingstermijnen van 40 jaar voor lichtmasten en 20 jaar voor armaturen. 3. in afwijking van hetgeen in het Beleidsplan is opgenomen het vervangingsbudget niet structureel te verhogen; ,-; 5. hiervoor te putten uit de algemene reserve. 6. onder voorbehoud van het ter beschikking stellen van het benodigde extra budget door de raad, cf. art. 3.7 van de Nota Inkoop- en aanbestedingsbeleid 2014, op basis van "Light as a Service" een overeenkomst met Ziut aan te gaan voor de periode inzake het beheer en onderhoud van de Openbare Verlichtingsinstallatie; 7. niet over te gaan tot het aanbrengen van verlichting langs het Hoogenbergervoetpad; besluitvorming burgemeester wethouder 1 wethouder 2 wethouder 3 akkoord bespreken / d behandeld in vergadering van: - 3 MRT 2015 a ndanum mer:... besluit: a ka_ootec.1 J r) cornry)un 1cc; 1-1 e ook uoog_ a (-I-) an cl e I,n j u un ck kuncie,l,n55 i- c-1 ct and ci chi' <-1 n cue()..) b e skci en ca un de noicrn Li-clen,..) er' ci e ci-e-kkeii, 3-e.e-le-cle, pagina 1/10

2 Sigemeentelye Id Toelichting: Inleiding Om het openbare leven bij duisternis (ca. 47% van het jaar) zo goed mogelijk te laten functioneren is een gedeelte van de openbare ruimte voorzien van verlichting. Deze openbare verlichting (OV) levert een belangrijke bijdrage aan een sociaal veilige, verkeersveilige en leefbare leefomgeving. De keuzes die wij als beheerder van de openbare ruimte en van de OVinstallatie maken hebben een directe invloed op de leefbaarheid van onze gemeente. Het is daarom van belang om deze keuzes helder te beschrijven. Het huidige beleidsplan dateert reeds uit Gezien de ontwikkelingen in de tussenliggende periode op het gebied van de techniek en gewijzigde inzichten ten aanzien de omgang met onze leefwereld, is dit beleidsplan dringend aan vernieuwing toe. In dit voorstel informeer en adviseer ik u over het Beleidsplan Openbare Verlichting en over het operationeel beheer van de technische installatie. Wet- en regelgeving - Energie-akkoord voor duurzame groei Strategische visie / beleidsprogramma - Beleidsprogramma 3: Mobiliteit Strategische visie In het hoofdstuk "Kaders" van de Strategische Visie wordt de Openbare Verlichting expliciet vermeld: "Duurzaamheid wordt steeds belangrijker. Voor openbare verlichting is hergebruik van grondstoffen (bijvoorbeeld het opwekken van energie door biomassa) en het terugdringen van energiegebruik van groot belang. Deze doelstellingen kunnen worden bereikt door het gebruik van moderne verlichtings- en regeltechnieken, maar ook door het kritisch kijken naar wat we wel of niet verlichten". Relatie met bestaand beleid / eerdere voorstellen nvt Overwegingen Evaluatie huidig Beleidsplan Het huidige beleidsplan Openbare Verlichting dateert uit Ten opzichte van de uitgangssituatie in 2004 kan worden geconcludeerd dat: - het aantal lichtmasten en armaturen is toegenomen met resp. 50 st. (+2%) en 90 st. (+4%); - de energieverslindende armaturen vrijwel allemaal zijn vervangen; - het energieverbruik hierdoor is gedaald met kwh (- 5,4%); - de CO2-uitstoot is gedaald met kg; - ten gevolge van lager dan benodigde beschikbare budgetten het achterstallig onderhoud is toegenomen. Het in de komende planperiode benodigde budget is nagenoeg verdubbeld t.o.v pagina 2/10

3 Toepassing moderne technieken In de afgelopen jaren heeft de ontwikkeling van moderne verlichtingsmiddelen, met name LEDlampen en de bijbehorende regelapparatuur, een sterke ontwikkeling doorgemaakt, waardoor deze qua verlichtingskwaliteit en (aanschaf)kosten vergelijkbaar is met de traditionele materialen. Vanwege een hogere levensduur, een lagere onderhoudsgevoeligheid en een aanzienlijk gunstiger energieverbruik liggen de exploitatiekosten echter beduidend lager. Bij de traditionele verlichtingsmiddelen is het gebruikelijk dat na middernacht een gedeelte van de verlichting wordt uitgeschakeld. Zo wordt bespaard op energieverbruik. Nadeel hiervan is echter dat er donkere plekken in het straatbeeld ontstaan. Dit kan leiden tot een gevoel van onveiligheid. Door bij de toepassing van LED-verlichting dimmers te installeren kan op een vooraf bepaald tijdstip de lichtsterkte worden teruggebracht. Alle lampen blijven de gehele nacht branden, zij het op een lager niveau. Op deze manier wordt het energieverbruik verder teruggebracht, met behoud van de gelijkmatigheid van de verlichting. Energie-akkoord voor duurzame groei Het Energieakkoord is een robuust en toekomstbestendig energie- en klimaatbeleid voor de periode tot Rijksoverheid, IPO, VNG, Unie van Waterschappen en meer dan veertig andere organisaties hebben zich eraan gecommitteerd om scherpe landelijke doelstellingen na te streven. Het belang dat in de landelijke politiek aan dit akkoord wordt gehecht blijkt uit de zorg die onlangs in de Tweede Kamer is geuit over het mogelijk niet halen van de doelstellingen hiervan. Ook de wijze van monitoring van de vorderingen is hiervan een duidelijk signaal. In het SER-Energieakkoord staan de volgende doelstellingen genoemd voor openbare verlichting (OVL) en verkeersregelinstallaties (VRI's): 1. 20% energiebesparing bij OVL en VRI's in 2020 ten opzichte van 2013; 2. 50% energiebesparing bij OVL en VRI's in 2030 ten opzichte van 2013; 3. 40% van de OVL is voorzien van slim energiemanagement in 2020; 4. 40% van de OVL is energiezuinig in 2020; 5. Rijkswaterstaat past per 2014 in tunnels energiezuinige OVL toe bij nieuwbouw en renovatie waarbij de verlichting wordt vervangen. De volledige tekst over OVL en VRI's in het Energieakkoord luidt: "Voor openbare verlichting wordt gestreefd naar een versnelde renovatie van het huidige, grotendeels verouderde park. Openbare verlichting en verkeersregelinstallaties zullen ten opzichte van % besparing leveren in 2020 en 50% in Op weg hiernaartoe is minimaal 40% van het bestaande openbare verlichtingspark in 2020 voorzien van slim energiemanagement en energiezuinige (led) verlichting. Rijkswaterstaat verplicht zich ertoe dat per 2014 in tunnels energiezuinige verlichting wordt toegepast bij nieuwbouw en renovatie waarbij de verlichting wordt vervangen. Partijen aan vraagzijde zijn gemeenten (VNG), provincies (IPO) en Rijkswaterstaat, aan de aanbodzijde FME/NLA (Nederlandse Licht Associatie) en Nederland ICT. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de kennis en expertise die de dochters van de netbednfven hierover hebben vergaard." pagina 3/ 1 0

4 Hierbij is van belang om te weten dat: - Deze doelstellingen gelden voor heel Nederland, alle openbare verlichting en verkeersregelinstallaties van gemeenten, provincies, waterschappen en Rijkswaterstaat tesamen. Dus niet iedere gemeente hoeft 20%150% energiebesparing te halen. - Het referentiejaar voor doelstelling 1 en 2 is Gemeenten die echter al veel energie bespaard hebben in de periode tot 2013 dragen wel bij aan doelstellingen 3 en 4 en kunnen bovendien tot voorbeeld dienen voor andere gemeenten en deze helpen. De VNG rapporteert aan de SER over de voortgang van het realiseren van de doelen van het SER-Energieakkoord. Aanvullend op deze monitoring bewaakt Rijkswaterstaat de realisatie van de doelstellingen voor OVL en VRI's. De expertise op dit specifieke terrein ligt namelijk grotendeels bij Rijkswaterstaat, het InterGemeentelijk-overleg Openbare Verlichting (IGOV) en de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV). Deze partijen werken samen om alle betrokkenen aan te sporen en activiteiten te ontplooien om de doelen te realiseren. Rijkswaterstaat bewaakt de mate waarin de doelstellingen voor openbare verlichting en verkeersregelinstallaties worden gerealiseerd. Zij vraagt jaarlijks bij elke deelnemer gegevens over OVL en VR l's op, waarmee een voortgangsrapportage wordt opgesteld. Rijkswaterstaat heeft de monitoring uitbesteed aan Ziut Advies. Voor Simpelveld worden de gegevens door Ziut, als beheerder van de installatie, aangeleverd. Afschrijvingstermijnen De gehanteerde afschrijvingstermijnen van masten en armaturen is gebaseerd op de technische levensduur. In het huidige regime is uitgegaan van afschrijvingen van 30 jaar voor masten en 15 jaar voor armaturen. Op basis van praktijkervaringen en technologische ontwikkelingen is het echter alleszins verantwoord om deze 'op te rekken' naar respectievelijk 40 en 20 jaar. Hierdoor worden de benodigde vervangingsinvesteringen verlaagd. (zie ook "Financiële aspecten") Verlichting wegen buiten de bebouwde omgeving In het beleidsplan is als beleidsuitgangspunt cq. ambitie opgenomen dat we "kritisch kijken naar het verlichten van buitengebieden". Vanuit ecologisch oogpunt is donkerte, dus de afwezigheid van kunstlicht, belangrijk voor het dierlijk nachtelijk leven. Ook het terugdringen van lichtvervuiling speelt hierbij een rol. Tenslotte past het in het beleid van presentatie als landelijke gemeente, om de niet-bebouwde gebieden echt als buitengebied te benaderen. We zijn daarom zeer terughoudend met het verlichten van wegen in de buitengebieden: in principe gaan we uit van afwezigheid van openbare verlichting. Hierbij mag de verkeersveiligheid van de (met name zwakkere) verkeersdeelnemers niet in het gedrang komen. In dit verband verwijs ik tevens naar de vraag van de CDA-fractie in de raadsvergadering van 13 november jl., waarin zij vragen naar de mogelijkheid om het Hoogenbergervoetpad te voorzien van verlichting. Deze vraag is eerder al via het Presidium gesteld. Op grond van het kostenaspect is hiertoe niet overgegaan: voor de plaatsing van 4 (reeds voorradige) lichtmasten een transportriool, een gasleiding en de wortels van grote bomen in dit pad zal de uitvoering moeizaam zijn, zodat het risico van meerkosten nadrukkelijk aanwezig is. Daarnaast geldt dat dit voetpad grenst aan de rand van het hellingbos, wat een fourageergebied is voor o.a. vleermuizen. Tenslotte is er een comfortabel, sociaal veilig alternatief via Rodeput en Kloosterstraat naar het Kloosterplein. ik adviseer u dan ook hier niet toe over te gaan. pagina 4/10

5 VONSS Sinds januari 2014 is informeel, op ambtelijk niveau bekeken in hoeverre samenwerking op het gebied van het beheer van de Openbare Verlichting tussen de VONSS-gemeenten tot de mogelijkheden behoort. Belangrijkste conclusie uit deze verkenning is dat bij alle gemeenten de beschikbare formatie voor het beheer van de Openbare Verlichting minimaal is. Samenwerking kan leiden tot een vermindering van de kwetsbaarheid op dit gebied. Ook blijkt uit deze verkenning dat qua beleidsuitgangspunten de verschillen tussen de gemeenten zeer klein zijn, en dat harmonisering daarom relatief eenvoudig kan zijn. Samenwerking op dit gebied kan daarmee als kansrijk en risico-arm worden gezien. Om die reden is ambtelijk reeds afgesproken de looptijden van de nieuwe Beleidsplannen Openbare Verlichting op elkaar af te stemmen, waarna eventueel een gezamenlijk Beleidsplan kan worden opgesteld. Mogelijke samenwerking en de optimale vorm hiervan zal nader onderzocht dienen te worden. Ziut als contractpartner Van tijd tot tijd ontvangen wij signalen dat er wordt getwijfeld aan Ziut als contractpartner. Hierbij gaat het met name om de afhandeling van storingen aan de openbare verlichting. Deze gevoelens van onvrede tonen het belang van een goed beheer en functioneren van de Openbare Verlichting, maar zijn niet gebaseerd op feiten. Analyse van de storingsafhandeling over 2013 en 2014 geeft het volgende beeld: Meldingen Verseon 100* 148 Storingen Gem. afhandelingstermijn (10) 5,3 4,5 Aantal binnen norm (%) 89,5 95,2 Schades Gem. afhandelingstermijn (30) 29,6 11,9 Aantal binnen norm (%) 72,0 81,3 Verhaalbaar / in behandeling 24 / 0 7 / 6 Kabelstoringen (Enexis) Gem. afhandelingstermijn (15) 12,2 11,4 Aantal binnen norm (%) 64,7 63,6 * vanaf medio 2013 zijn OV-meldingen in Verseon geregistreerd. Extrapolatie over geheel 2013 geeft het aantal van ca. 100 meldingen pagina 5/10

6 Hieruit kan worden afgeleid dat: - de storingsafhandeling, zowel voor de afhandelingstermijnen als voor het aantal dat binnen de vastgestelde norm wordt afgehandeld, ruimschoots voldoet. Ziut heeft tevens aangegeven dat, bij het aangaan van een nieuw contract, aanscherping van de servicenorm bespreekbaar is. - de afhandeling van kabelstoringen door Enexis langer duurt. Dit zijn over het algemeen storingen waarbij meerdere lichtmasten betrokken zijn, en daarom een grotere impact hebben. Enexis heeft verbetering van haar prestaties op dit gebied tot speerpunt benoemd. Tevens dient in het achterhoofd te worden gehouden dat het beheer van de openbare verlichtingsinstallatie meer inhoudt dan enkel de storingsafhandeling: naast dit correctief onderhoud omvat dit ook - preventief onderhoud, - (incidentele en projectmatige) vervangingen; - Daarnaast voert Ziut voor ons het bestandsbeheer en de volledige administratie in het beheersysteem en de 3-maandelijkse aanlevering van de verbruiksgegevens aan Enexis ten behoeve van de afrekening van de netgerelateerde kosten. maken van lichtplannen, waarbij zij merkonafhankelijk zijn. Het beheer van de openbare verlichtingsinstallatie is een samenspel tussen de eigenaar van de installatie (gemeente), de beheerder en de netbeheerder (Enexis) Ziut is een zelfstandige BV, die voortkomt uit het voormalige Essent, en voor 50% in handen is van Enexis en voor 50% van Aliander. Dit betekent dat er een directere link met de netbeheerder is dan bij marktpartijen. Dit maakt tevens dat de processen en systemen beter op elkaar zijn afgestemd, wat de kans op miscommunicatie verkleint. Personele aspecten nvt Financiële aspecten Verruimen afschrijvingstermijnen Verruiming van de afschrijvingstermijnen van 30 jaar (lichtmasten) en 15 jaar (armaturen) naar resp. 40 en 20 jaar levert gedurende de planperiode een jaarlijkse verlaging van de benodigde '1)A1)5i.trjḵ.1 )it.y.4-0. : 111 _.: totaal r totaal C C totaal C C , - j C/jr totaal I C C pagina 6/10

7 ik adviseer u dan ook de Raad voor te stellen om in te stemmen met de in het Beleidsplan gehanteerde afschrijvingstermijnen van 40 jaar voor lichtmasten en 20 jaar voor armaturen. Op basis van deze afschrijvingstermijnen bedraagt het jaarlijks benodigde budget gedurende de Vanwege de huidige situatie en de financiële kaders ontbreekt echter de ruimte om het vervangingsbudget structureel te verhogen. De consequentie hiervan is wel dat de achterstand in de onderhoudstoestand van de installatie verder zal toenemen, met toenemende veiligheids- en aansprakelijkheidsrisico's en dat wij geen of slechts een minimale inspanning verrichten om aan de doelstellingen van het Beleidsplan en het Energieakkoord te voldoen. Dit betekent ook dat de inspanning om dit in te halen in de toekomst in verhouding groter zal zijn. LaaS Per 31 december 2013 hebben wij de VOV 1993 (de lopende overeenkomst inzake het beheer en onderhoud) met Ziut opgezegd. Achterliggende gedachte hierbij was dat door aanbesteding van het beheer en onderhoud van de Openbare Verlichting kan worden bespaard op de exploitatielasten. Rekening houdend met de geldende opzegtermijn van 5 jaar dient het beheer en onderhoud vóór 1 januari 2019 opnieuw te zijn aanbesteed en gegund. Ziut heeft ons het aanbod gedaan om een nieuw, tijdelijk contract aan te gaan voor de duur van 8 jaar ( ), Light as a Service (LaaS) genoemd. Hierbij wordt uitgegaan van het huidige In deze aanbieding (variant 1) geeft Ziut een korting op de onderhoudskosten van 20% Daarnaast biedt Ziut gedurende de 1evier jaren een voorfinanciering aan, die verloopt van voorliggende Beleidsplan. Voordeel hiervan is dat over deze periode een versnelde afname van het energieverbruik en de onderhoudskosten wordt gerealiseerd. Kanttekening hierbij is dat vanaf 2019 de terugbetaling van het voorgefinancierde bedrag in mindering wordt gebracht op het investeringsbedrag, zodat dan een netto beschikbaar investeringsvolume resteert van Per saldo levert deze constructie ons, ten opzichte van het huidig beschikbare budget, een Ten opzichte van de benodigde investeringsomvang cf. het beleidsplan is er echter nog een wij niet aan de doelstellingen van het Energieakkoord kunnen voldoen. Op basis van de drempelbedragen uit art. 5.5 van de Nota Inkoop en Aanbesteding dient bij een aanbesteed. Hiervan kan niet worden afgeweken, waarmee deze optie vervalt. Om de stijging van het benodigde budget zo veel mogelijk te beperken, maar waarbij we toch binnen de regels van het aanbestedingsbeleid van deze constructie gebruik te kunnen maken is eenmalige extra investering in het eerste jaar in te brengen is het effect hiervan het grootst. Deze variant levert ons, ten opzichte van het huidig beschikbare budget, een netto voordeel op In deze variant wordt met een stijging van het vervangingsbudget van 25%, het aantal te vervangen masten/armaturen nagenoeg verdubbeld. Hiermee voldoen wij nog niet aan de pagina 7/10

8 doelstellingen van het Energie-akkoord of het beleidsplan, maar tonen wij wel aan dat wij - met de beperkte middelen die wij tot onze beschikking hebben - serieus werk maken van de realisatie hiervan. In deze variant kan - gemotiveerd - worden afgeweken van het aanbestedingsreglement. In onderstaande tabel zijn de consequenties van de verschillende scenario's weergegeven: verhoging vervangingsbudget cf. Beleids Ian LaaS v. ri nt LaaS variant cumulatief benodigd onderhoudsbudget ie 8 1 ~ 0 korting + besparing onderhoudskosten (herinvestering) cumulatief component vervanging component onderhou max. voorfinanciering (2018) aantal vervangen masten/armaturen 2022 st voldoet aan Energieakkoord / nee nee nee vetgedrukt - 111,11C1 = maatgevend ihkv aanbestedingsvorm Aanbesteding Op basis van art. 5.5 van de Nota Inkoop en Aanbesteding gelden onderstaande drempelbedragen: Bedrogen in deze tabel zijn exclusief BTW Leveringen en Werken Diensten Enkelvoudige uitnodiging _ Tot C Tot C Meervoudig onderhandse aanbesteding min 3, max 5 bedrijven aanschrijven. Van C tot C ** Van C tot C ' en ** Openbare / Nationale aanbesteding Van C tot, Van C tot C * Europese aanbesteding (waarde op basis artikel 2.1 en 2.2 uit de Aanbestedingswet, kan in de toekomst Vanaf C * Vanaf C * wijzigen) `) let op: een aanbesteding vaneen levering, dienst of een werk vanaf een bedrag van C dient verplicht voorzien te worden van een Social Return paragraaf. Hiertoe neemt de verantwoordelijke ambtenaar vroegtijdig contact op met het projectbureau Social Return Parkstad, zie van deze nota. '') let op. een aanbesteding van een levering, dienst of een werk vanaf eenbedrag van C tot een bedrag van C wordt door de verantwoordelijke ambtenaar advies gevraagd aan het projectbureau Social Return Parkstad aver het al dan niet opnemen van een Social Return paragraaf, zie van deze nota. pagina 8/10

9 Voor de bovenbeschreven varianten betekent dit het volgende: Variant huidis beleid LaaS variant LaaS variant 2 onderhoud (Dienst) Onderhoud (Dienst) Vervanging (We rk) Maatgevendcomponent Aanbestedings- I I Europees Europees Openbaar afwijking aanbestedingsreglement mo.eli -k? Nee Nee Ja Enkelvoudig onderhandse aanbesteding is bij geen van de varianten mogelijk zonder af te wijken van het aanbestedingsreglement. Naast het aanzienlijke financiële voordeel is er nog een aantal argumenten om af te wijken van het aanbestedingsreglennent en dit tijdelijk contract aan te gaan. - De huidige overeenkomst op basis van de V0V1993 loopt nog t/m Het voorgestelde contract kent een looptijd t/m Dit betekent dat de huidige situatie nog 4 jaar langer wordt voortgezet. Binnen deze periode wordt echter wel al een aanzienlijke reductie op het gebied van onderhouds- en energiekosten gerealiseerd, en hebben wij een groot voordeel in de vervangingsopgave ten opzichte van de beschikbare budgetten. - Na 2022 zal het benodigde onderhoudsbudget drastisch dalen, vanwege de gerealiseerde verbetering. - Het voorbereiden en aanbesteden van het beheer en onderhoud is een specialistische, complexe aangelegenheid. Aanbesteding op basis van het huidig beleid dient middels een Europese procedure te geschieden. Ervaringen bij andere gemeenten leren dat hier een gereserveerd. Daarbij komt dat het binnen onze organisatie ontbreekt aan de specialistische technisch-inhoudelijke kennis die nodig is om het schrijven van het bestek goed te kunnen begeleiden. - Aanbesteding is geen garantie voor kostenreductie. Hiaten in het bestek kunnen leiden tot aanzienlijke kostenverhogingen. Ervaringen bij andere gemeenten (o.a. Heerlen, Sittard- Geleen, Maastricht) bevestigen dit. - Zoals gesteld onder "Overwegingen" wordt samenwerking op het gebied van OV met de VONSS-gemeenten als kansrijk gezien. Momenteel hebben alle 5 de gemeenten het beheer en onderhoud bij Ziut ondergebracht. Nuth is voor de periode een LaaSovereenkomst aangegaan; in Voerendaal en Schinnen worden momenteel gelijke voorstellen in procedure gebracht, in Onderbanken zijn gesprekken hierover gaande. - Kijkend naar de toekomst is, bij samenwerking op dit gebied, de onderhandelingspositie naar marktpartijen toe sterker als de uitgangssituatie van de 5 gemeenten gelijk is. - Buiten de VONSS-gemeenten maakt Landgraaf al gebruik van een dergelijk contract, en voert Brunssum onderhandelingen hierover. Op basis van de argumenten onder "financiële aspecten" en "aanbesteding" adviseer ik u om de ,- excl. BTW. Tevens stel ik u voor om, onder voorbehoud van deze extra kredietvotering, overeenkomstig art. 3.7 van de Nota Inkoop en Aanbesteding af te wijken van het aanbestedingsbeleid en een tijdelijk contract, op basis van de bedragen genoemd onder "Laas variant 2", met Ziut aan te gaan voor de periode Bij de contractbesprekingen zal, in samenspraak met het projectbureau Social Return Parkstad Limburg, in het contract een social-return paragraaf worden opgenomen. in de Algemene Reserve. pagina 9/10

10 Opties Nvt Communicatie Na vaststelling zal door middel van publicatie via de gemeentelijke website en berichtgeving aan de pers aandacht worden besteed aan dit beleidsplan. Evaluatie Op basis van het op te stellen meerjarenuitvoeringsprogramma (zie Vervolg/planning) zal tweejaarlijks een evaluatie worden opgesteld, waarin de stand van zaken mbt de te behalen doelen zal worden belicht. Hierbij zal tevens gebruik worden gemaakt van de monitoring van het Energie-akkoord. Vervolg / planning - vaststelling in Raad. 23 april 2015 Na vaststelling van het Beleidsplan en de beschikbaarstelling van de benodigde kredieten door de Raad zal voor de periode een meerjaren-uitvoeringsprogramma worden opgesteld. In de tussenevaluatie in 2018 zal een nieuw uitvoeringsprogramma worden opgesteld. Voorstel de Raad voor te stellen om in te stemmen met de in het Beleidsplan gehanteerde afschrijvingstermijnen van 40 jaar voor lichtmasten en 20 jaar voor armaturen. 3. in afwijking van hetgeen in het Beleidsplan is opgenomen het vervangingsbudget niet structureel te verhogen; 4. de raad voor te stellen in 2015 een eenmalig extra vervangingsbbudget ter beschikking te 5. hiervoor te putten uit de algemene reserve; 6. onder voorbehoud van het ter beschikking stellen van het benodigde extra budget door de raad, cf. art. 3.7 van de Nota Inkoop- en aanbestedingsbeleid 2014, op basis van "Light as a Service" een overeenkomst met Ziut aan te gaan voor de periode inzake het beheer en onderhoud van de Openbare Verlichtingsinstallatie; 7. niet over te gaan tot het aanbrengen van verlichting langs het Hoogenbergervoetpad; pagina 10/10