Openb 21: Thes 4: 13-18

Transcriptie

1 Votum en vredegroet Zingen Ps 84: 1,2,3 Tien Woorden GK 176b Gebed Lezen uit de Bijbel Openb. 21: 1-8 Zingen GK 73: 1,3,4 Lezen uit de Bijbel 1 Thess 4: Zingen GK 114: 3,4,5 Prediking HC 22 Zingen Ps 16: 3,4,5 Geloofsbelijdenis Ps 91: 1,7 Dankgebed Collecte Slotzang Ps 138: 1,4 Zegen Leven met God op de nieuwe wereld lokt 1. Onze zoektocht in het duister 2. Gods belofte als zoeklicht. 3. Met geloofsogen leven in Gods licht 4. Zie de eeuwige relatie met God 5. Zie de eeuwige toekomst Openb 21: Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. 2 Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. 3 Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. 4 Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij. 5 Hij die op de troon zat zei: Alles maak ik nieuw! Ik hoorde zeggen: Schrijf het op, want wat hier wordt gezegd is betrouwbaar en waar. 6 Toen zei hij tegen mij: Het is voltrokken! Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Wie dorst heeft geef ik vrij te drinken uit de bron met water dat leven geeft. 7 Wie overwint komen al deze dingen toe. Ik zal zijn God zijn en hij zal mijn kind zijn. 8 Maar voor hen die laf en trouweloos zijn geweest, die zich hebben ingelaten met gruwelijke dingen, met moord, ontucht, toverij of afgodendienst, voor allen die de leugen hebben gediend: hun deel is de vuurpoel met brandende zwavel, dat is de tweede dood. 1 Thes 4: Broeders en zusters, wij willen u niet in het ongewisse laten over de doden, zodat u niet hoeft te treuren, zoals zij die geen hoop hebben. 14 Want als wij geloven dat Jezus is gestorven en is opgestaan, moeten wij ook geloven dat God door Jezus de doden naar zich toe zal leiden, samen met Jezus zelf. 15 Wij zeggen u met een woord van de Heer: wij, die in leven blijven tot de komst van de Heer, zullen de doden in geen geval voorgaan. 16 Wanneer het signaal gegeven wordt, de aartsengel zijn stem verheft en de bazuin van God weerklinkt, zal de Heer zelf uit de hemel neerdalen. Dan zullen eerst de doden die Christus toebehoren opstaan, 17 en daarna zullen wij, die nog in leven zijn, samen met hen worden weggevoerd op de wolken en gaan we de Heer in de lucht tegemoet. Dan zullen we altijd bij hem zijn. 18 Troost elkaar met deze woorden. 1

2 Gemeente, Ik geloof de opstanding van het vlees en een eeuwig leven. God brengt ons als complete mensen op zijn nieuwe wereld. Dit geloof geeft je hoopvol uitzicht op de toekomst. Hoe raakt dit evangelie ons ook vandaag? LEVEN MET GOD OP DE NIEUWE WERELD LOKT 1. Onze zoektocht in het duister Stel je voor dat er geen lichamelijke opstanding uit de dood is! Je bent dan een reiziger met als laatste halte de dood. Met de dood breekt ook je relatie met God, want er is niets meer. Dat zet een domper op je hele leven: Je bent altijd een doodloper! Het eindstation bepaalt de route die je wilt volgen. Je zoektocht begint, want waar leef je vandaag voor? Ga je vandaag met God op weg in het licht van het eeuwige leven? Of leef je elke dag in de schaduw van het zwarte gat van de dood? Waarom zou je dan waarde hechten aan God, Bijbel en geloof? In die duisternis leven vele mensen op deze aarde. Het wordt echt tastend zoeken zonder licht! Ja, waar kom ik vandaan en waar ga ik naar toe? Wat is de zin van mijn leven? Waarom lach ik, werk ik, ben ik ziek, heb ik pijn, huil ik en sterf ik. Wat blijft er over van mijn bestaan? Wat is er na de dood? Eeuwig niets? Een zwart gat? Een geestenwereld? Zoek, zoek...! Wie ben ik? Je weet: ik leef, ik heb een lichaam en een ziel. Maar dan begint het zoeken: wat blijft er van mij over? Sommige mensen hebben bijna-dood ervaringen en komen los van hun lichaam. De één ziet een mooi licht en de ander een angstig zwart gat. Zegt zo n ervaring iets van je eeuwige toekomst? De iets-isten zeggen: er moet toch in de eeuwigheid iets zijn, maar wat? Zoek, zoek...! Velen zoeken een toekomst voor de ziel in reïncarnatie. Dat je opnieuw geboren worden met ander lichaam. De oude Griekse filosofen dachten dat de mens een eeuwige onsterfelijke ziel heeft. En dat de goden deze zielen straften met een lichaam. Ze denken dat de ziel na de dood steeds opnieuw een andere gestalte krijgt. Net zolang tot je je straf geheel hebt gedragen. Zo geloven ook vele hindoe-ïsten vandaag in reïncarnatie. Het leven hier moet toch een doel hebben? We tasten als mensen in het duister. Geen mens kan in deze zoektocht naar het hiernamaals bewijzen geven. Zoek, zoek. 2

3 2. Gods belofte als zoeklicht. Onze Schepper laat ons niet zoeken in het duister! Hij spreekt ons aan met zijn belofte. Hij laat zichzelf vinden en wil in liefde bij ons zijn. Dat is het mooiste wat God ons aanbiedt! Hij draagt ons door dit leven, over de drempel van de dood heen, de toekomst met Hem in. Niets kan ons scheiden van zijn liefde. Want God wil een nieuwe hemel en een nieuwe aarde maken. Daar wil Hij voor altijd bij ons wonen en zijn tent onder ons opslaan. Daarom belooft Hij dat Hij vandaag al daarheen met ons op weg is. Gods belofte gaat niet alleen over een verre ongrijpbare toekomst. Het eeuwige leven met God is er vandaag. Dit evangelie klinkt terwijl de dood de laatste halte lijkt als gevolg van de zonde. De mens zondigde als compleet mens, lichaam en ziel! Hij moet ook helemaal sterven. Ons perspectief is daarmee niet het eeuwige leven maar de eeuwige dood. Maar Gods belofte geeft ons opnieuw het perspectief van eeuwig leven met Hem. Bij de doop verbindt de Drie-enige God zich in liefde aan ons. God de Vader wil in liefde voor je zorgen. Vanaf het prilste begin in de moederschoot, bij je geboorte en verder God de Zoon draagt aan lichaam en ziel Gods straf over onze zonde. Hij gaat voor ons door de doodsrivier heen het nieuwe leven in. De Heilige Geest verbindt ons door geloof aan Christus. Hij verwekt in ons een nieuw leven, dat toegewijd is aan God. Kijk, dit is de eerste opstanding uit de dood! De Heilige Geest verwekt ons tot leven met God vandaag! Hij lokt ons met de belofte van Gods eeuwige gemeenschap. Kijk hoe Hij bij jongeren werkt vanaf geboorte, bij opvoeding, onderwijs. Hij bouwt de kerk tot een gemeenschap die weer bruist van leven. Een nieuwe gemeenschap in dienst van God en elkaar voor de nieuwe aarde. God zaait zijn belofte van eeuwige liefde uit. Hij laat vruchten van nieuw leven ontkiemen in de gemeente! Wat een oogst: liefdevolle omgang tussen mensen en God. God is vandaag zo dichtbij je met zijn belofte van eeuwig leven! Je lichaam mag vandaag al tempel van de Heilige Geest zijn. Hij maakt je geschikt voor het eeuwig leven met Hem. 3. Met geloofsogen leven in Gods licht Wat wij zien is: Ons leven is nu door de zonde van glans beroofd. Het leven is broos en kwetsbaar als gevolg van de zonde. Maar hoe zie je dat juist ons moeitevol leven de moeite waard is? Hoe zie je dat God dwars door jouw moeitevol leven zijn heerlijke toekomst bewerkt? Daarin vraagt Hij je geloof! De Heilige Geest je geloofsogen geven! 3

4 Met die geloofsogen vragen mensen in moeite sterker naar Hem. In geloof leef jij in vertrouwen met God! Alleen sta je zwak - met Hem sta je sterk. Juist bij moeite en ziekte draagt Hij je al voel je dat misschien niet zo. Bij Hem wordt je weer mens die glanst in zijn liefde, Zijn kind. Hij wil dat je op moeilijke wegen Hem ziet en met Hem meegaat! De Heilige Geest herstelt je helemaal voor God, met lichaam en ziel. Hij maakt je tot een nieuwe schepping. Lichaam en ziel komen tot het doel waartoe God ze schiep. Handicaps en verdriet zullen verdwijnen. God omringt ons vandaag al met zijn liefde. Juist als er moeiten zijn, mogen wij zijn zorg zien en ervaren. Dan kunnen we getuigen van de kracht die God ons geeft in moeite. God is met ons tijdens ernstige ziekte of ernstige operaties. Hij steunt ons als we verdriet hebben. Hij draagt ons door depressies heen. Hij waakt over ons als we dement zijn of in coma liggen. Want we zijn met lichaam en ziel gekocht door Christus! God gaat een eeuwige relatie met ons aan! Dat is veel meer dan een relatie totdat de dood ons scheidt. Nee, God wil ons voor eeuwig bij zich hebben, met lichaam en ziel. Daarom hoeven we niet te vragen: zou ik ook in de hemel komen? We hoeven ook niet te wachten op tekens of beelden van bijna-dood-ervaring. God biedt ons immers vandaag zijn liefde en gemeenschap aan! Niets kan ons scheiden van Gods liefde in Christus. God laat ons geen moment uit zijn liefdevolle bescherming. Onze Herder trekt ons over de drempel van de dood de poort van Jeruzalem in. Hebr 13,20 Zie het in geloof: we zijn bij het sterven terstond bij Christus! 4. Zie de eeuwige relatie met God In Jezus' tijd geloven de Sadduceeën niet in de opstanding! Ze komen met een vraag: een vrouw trouwt tot zeven keer toe. Steeds overlijdt haar echtgenoot. Wie zal op de nieuwe wereld haar man zijn? Maar Christus antwoordt heel duidelijk! Er is geen huwelijk op de nieuwe aarde, dus het probleem is er niet. Maar God is een God van levenden, van Adam, van Abraham, van Jakob. Hij blijft in eeuwige trouw aan zijn kinderen verbonden. De HC zegt: na dit leven zijn we terstond bij Christus! Daar mag je aan denken als je geliefde de laatste adem uitblaast. En als je aan het geopende graf staat. Denk dan aan wat Jezus tegen de moordenaar aan het kruis zei. Ik verzeker je: nog vandaag zul je met mij in het paradijs zijn. Vandaag, terstond, onmiddellijk! Niet over zoveel jaren of eeuwen! 4

5 Sommige mensen kunnen dat niet geloven. Ze zeggen: de mens is toch een eenheid van lichaam en ziel? (B.Telder, C. Vonk) Bij het sterven ontsnapt je ziel toch niet uit het lichaam? Zoals een vogel uit de kooi? Je leeft met lichaam en ziel of je bent dood met lichaam en ziel. Hoe kan dan je lichaam in het graf liggen en je ziel bij God zijn? Ze zeggen: de ziel slaapt, ze bestaat in Gods herinnering. Dus zo zeggen ze- de doden slapen in de tussentijd. De (tussen)tijd tussen het sterven en de jongste dag. Bij de opstanding zullen ze ontwaken. Hun sterfdag is voor hun besef als de dag van gisteren. Maar de HC zegt: Mijn ziel is terstond bij Christus haar Heer! Dus geen slaap van de ziel. Het is waar dat lichaam en ziel een onlosmakelijke eenheid zijn. Maar wij zijn dan ook geschapen voor het eeuwig leven met God. Kijk, het lichaam van de moordenaar aan het kruis werd begraven. Maar zijn ziel was terstond in het paradijs. Gods laat de band met zijn kinderen geen moment los. Gods Geest laat ons opnieuw geboren worden in de eerste opstanding!! Vandaag mogen we als nieuwe mensen met God leven. Niets kan ons scheiden van Gods liefde in Christus - niets, ook de dood niet. 5. Zie de eeuwige toekomst Als we sterven neemt God onze ziel op in de hemel bij Christus Ons lichaam blijft voorlopig in het graf. Ja, het lichaam rust in het graf, maar de ziel slaapt niet. Dat is een groots en onbegrijpelijk wonder, dat God verricht. Mijn ziel kan in de hemel voortleven zonder mijn lichaam. Maar God verzamelt geen incomplete mensen in zijn hemel. Hij schept een nieuwe hemel en een nieuwe aarde! Hij werkt aan de vervulling van de laatste belofte. Op de jongste dag klinkt de trompet als Jezus teruggaat naar de aarde. Op de grote Paasdag komen alle lichamen weer tot leven. De heilige Geest geeft alle mensen een nieuw lichaam. De ziel wordt met het lichaam herenigd. Onze God is zo machtig! Wat kunnen wij fantaseren, over hoe het zijn zal op de nieuwe aarde! Ieder maakt zo zijn eigen voorstelling, maar Gods Woord is opvallend sober. We zullen net zo zijn als Christus. Vol heerlijkheid en eer. We krijgen ons eigen lichaam herkenbaar met de vrucht van ons leven. Maar de heerlijkheid die ons te wachten staat is met geen pen te beschrijven. Want we kunnen het gewoonweg nog niet bevatten. Daar zullen we in grote vreugde bij God zijn. 5

6 Wat een feest zal het zijn als we met Jezus spreken en God groeten! We zullen het vaak zeggen: bedankt Heer! Fijn, dat we bij u mogen zijn! Wat bent u goed en genadig voor ons geweest, toen wij zondaren waren! Maar nu zijn we er met heel ons volmaakte lichaam voor U. 1 Tess. 4 zegt Troost en vermaan elkaar hiermee! Mensen die geen hoop hebben gaan blijvend gebukt onder verdriet. Maar God heeft voor ons een heerlijke erfenis weggelegd. Daarvan mogen we vandaag al de vruchten plukken. Wij hebben immers Gods liefde en gemeenschap! De vreugde over Gods belofte is een kracht in ons leven. Met die blijde belofte werft Hij zijn volk voor de nieuwe aarde. Amen. 6