bouwfysica Licht themanummer Kwartaalblad van de nederlands vlaamse bouwfysica vereniging

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "bouwfysica Licht themanummer Kwartaalblad van de nederlands vlaamse bouwfysica vereniging"

Transcriptie

1 bouwfysica Kwartaalblad van de nederlands vlaamse bouwfysica vereniging themanummer Licht lichtontwerp verpleeghuis visueel comfort senioren gezeefdrukt glas intelligente daglichtsystemen ideale raam de schaduwkant jrg 19 22

2 Zuurstof voor uw woning Ventileren volgens Systeem C Natuurlijke toevoer Natuurlijke doorvoer Mechanische afvoer Duco CO 2 System Natuurlijk eenvoudig ventileren eren NIEUW! Duco Comfort System Plug & Play met Vraaggestuurde Ventilatie DucoTronic System De ultieme vorm van Natuurlijke Ventilatie De DucoBox wordt gestuurd op basis van Eenvoudig te installeren Vraaggestuurd CO 2 metingen in de leefruimte. Dit maakt Natuurlijk Ventilatiesysteem VNV. Ideaal voor het eenvoudig, efficiënt en budgetvriendelijk. renovatieprojecten. Ventileert op basis van CO 2 Voor de toevoer is een uitgebreid gamma en RH. Meting aan de bron. Communiceert zelfregelende roosters beschikbaar. draadloos via Z-wave protocol. Keuze uit compleet gamma ZR roosters. e 0,24 winst C We inspire at e 0,24 winst C Vraaggestuurd Natuurlijk Ventilatiesysteem VNV. Stuurt de luchttoevoer en -afvoer volledig automatisch op basis van C, CO 2 en RH. Meting aan de bron. Communiceert draadloos via Z-wave protocol. Keuze uit compleet gamma elektronische toevoerroosters. e 0,28 winst C NATUURLIJKE VENTILATIE info@duco.eu - Handelsstraat Veurne - Belgium - tel fax

3 inhoud Bouwfysica Marco van Beek van de redactie Licht is leven. Licht hebben we niet alleen nodig om te kunnen zien, maar licht heeft ook invloed op onze gezondheid, zowel lichamelijk als geestelijk. Het positieve effect van daglicht merken we allemaal als de dagen langer worden en als het zonnetje lekker schijnt. Daglicht is dus essentieel voor het functioneren van de mens lichtontwerp voor een verpleeghuis voor mensen met dementie ir. M.P.J. Aarts, TU/e, faculteit Bouwkunde, unit Building Physics and Systems, dr. ir. A.D. Tenner, Stichting Onderzoek Licht en Gezondheid (SOLG), Eindhoven 07 visueel comfort voor senioren dr. G.J. de Bruin-Hordijk, TU Delft, Bouwkunde, Bouwfysica, e.a. 12 gezeefdrukt glas en decoratief én functioneel? dr. ir. M.B.C. Aries, ing. J.F.L. Diepens, TU/e, faculteit Bouwkunde 17 intelligente daglichtsystemen ir. H.IJ. Hellinga, ir. C.M.J.L. Lelieveld, TU Delft, faculteit Bouwkunde 22 op zoek naar het ideale nederlandse raam ir. T.F. Bolster, ir. M.P.J. Aarts, TU/e, Building Physics and Systems 28 er zit muziek in de schaduwkant van het licht dr. G.J. de Bruin-Hordijk, TU Delft, faculteit Bouwkunde 31 actueel 36 vereniging Een groot deel van onze tijd brengen wij binnen door. Het is hierdoor van belang dat in gebouwen daglicht in voldoende mate toe kan treden en dat een goede lichtkwaliteit wordt gerealiseerd. Bij het ontwerpen van een gebouw dient hier rekening mee gehouden te worden, zonder de overige bouwfysische aspecten uit het oog te verliezen. In voorliggend themanummer wordt daglicht vanuit verschillende invalshoeken bekeken, door het behandelen van recente onderzoeken en productontwikkelingen. In het artikel op zoek naar het ideale Nederlandse raam wordt de relatie tussen de raamafmetingen, de lichtkwaliteit en het energiegebruik onderzocht. In het artikel intelligente daglichtsystemen worden nieuwe technieken uiteengezet die het mogelijk maken de eigenschappen van beglazing op ieder moment aan te passen. Aanpassing kan bijvoorbeeld als doel hebben verblinding te voorkomen. Of dit ook kan door het toepassen van een bedrukking op het glas wordt in het artikel over gezeefdrukt glas onderzocht. Daarnaast worden ontwerpuitgangspunten voor woningen voor mensen met dementie, een methode om schaduw in de beoordeling van de lichtkwaliteit te betrekken alsmede een onderzoek naar de visuele situatie in de woonomgeving van senioren, behandeld. warmte, lucht en vocht brandveiligheid energie en milieu bouwfysica van monumenten binnenmilieu en gezondheid geluid en trillingen Een gevarieerde inhoud waarbij nieuwe technieken en nieuwe inzichten aan bod komen. Namens de redactie wens ik u veel leesplezier met dit themanummer. Marco van Beek (redactielid) wet- en regelgeving stedenbouwfysica advertentie Nieman, LBP Sight

4 Bouwfysica Lichtontwerp voor een verpleeghuis voor mensen met dementie het aantal mensen dat lijdt aan dementie wordt geschat op ongeveer 24 miljoen wereldwijd en zal in 2040 gestegen zijn naar 81 miljoen [1]. Bepaalde gedragskenmerken zoals nachtelijke onrust en dwalen, leiden vaak tot een situatie waarin het voor deze mensen niet langer mogelijk is om in hun eigen fysieke en sociale omgeving te blijven wonen. opname in een verpleeghuis is dan het gevolg [2]. Licht en verlichting kunnen een positieve bijdrage leveren aan het welbevinden en het gedrag van dementerenden. er zijn hiervoor al diverse richtlijnen opgesteld [3, 4, 5, 6]. in dit artikel zal aangetoond worden dat het mogelijk is een lichtontwerp te maken waarbij het goed kunnen zien (visueel effect van licht) en de nachtrust (slaap-waak ritme, niet-visueel effect van licht) bevorderd worden met behoud van een comfortabele sfeer. de lichtontwerpen zijn gemaakt voor een verpleeghuis in nederland. ir. M.P.J. (Mariëlle) Aarts, TU Eindhoven, faculteit Bouwkunde, unit Building Physics and Systems ir. S. (Sanae) Chraibi, TU Eindhoven, faculteit Bouwkunde, unit Building Physics and Systems dr. ir. A.D. (Ariadne) Tenner, Stichting Onderzoek Licht en Gezondheid (SOLG), Eindhoven inleiding Dementie is de verstoring van geestelijke vermogens door aandoeningen in de hersenen. Ongeveer 1 op de 10 ouderen in Nederland lijdt aan een vorm van dementie, waarvan de bekendste de ziekte van Alzheimer is. Typische symptomen voor mensen met dementie zijn geheugenverlies, onrust, verminderde sociale vaardigheden, angst en depressies. Ruwweg 95% van de mensen die aan dementie lijden is ouder dan 65 jaar, vandaar dat leeftijd het grootste risico vormt om dementie te ontwikkelen. Typische licht gerelateerde ouderdomsaspecten zijn gedeeltelijk verlies van gezichtsvermogen, immobiliteit veroorzaakt door valangst en een verstoord slaap-waakritme. Een goed lichtontwerp voor een woonomgeving voor mensen met dementie zal allereerst rekening moeten houden met de bewoners zelf en bij voorkeur hun activiteiten ondersteunen. Een dagritme voor bewoners van een verpleeghuis ziet er vaak als volgt uit: ontwaken, wassen/ aankleden, ontbijten, individuele activiteiten ondersteund door medewerkers, lunch, individuele of groepsactiviteiten, avondeten, eventueel televisie kijken en tenslotte naar bed. De meeste activiteiten vinden plaats in de gemeenschappelijke woonkamer. De verlichting in een verpleeghuis moet in ieder geval afgestemd worden op de visuele en niet-visuele behoeften van de bewoners, maar moet het ook mogelijk maken voor de verzorging en medische staf om hun werkzaamheden veilig uit te kunnen voeren. Voor de bewoners, maar ook voor de bezoekers, is het zeer belangrijk dat de verlichting een aangename sfeer creëert. visuele aspecten Bewoners Er bestaat een sterke correlatie tussen activiteit en levenskwaliteit bij ouderen [8]. Vandaar dat het van belang is dat ouderen de mogelijkheid hebben om dagelijkse activiteiten uit te voeren. Goede verlichting, aangepast op de activiteiten en het verouderde oog, zou hierbij kunnen helpen. Bij het verouderde oog vermindert de transparantie van het optische systeem onder andere door vertroebeling en vergeling van de lens [9]. Dit betekent dat ouderen meer licht nodig hebben om bepaalde visuele taken uit te voeren. Een ander gevolg van lens- en oogvertroebeling is dat er verstrooiing van licht in het oog plaatsvindt, waardoor er bij lagere luminanties verblindingklachten optreden. Daarnaast vermindert bij het oudere oog de capaciteit om snel te adapteren aan veranderende helderheden. Dit betekent dat grote helderheidverschillen in het blikveld moeten worden vermeden. Als uitgangspunt worden hierbij maximale waardes van 1:3 in het blikveld aangenomen. Vallen is een belangrijke oorzaak waardoor mensen niet langer meer zelfstandig in hun eigen omgeving kunnen blijven wonen [10]. Slechte visuele scherpte verdubbelt het risico om te vallen [11]. Aan het verouderde oog aangepaste verlichting kan het aantal valincidenten en ook de vrees om te vallen verminderen. Deze valangst leidt in veel gevallen al tot verhoogde immobiliteit. Medewerkers Verlichting dient niet alleen afgestemd te zijn op de bewoners, maar moet er ook voor zorgen dat medewerkers hun verantwoordelijke taak optimaal kunnen uitvoeren. De NEN-EN [19] vermeldt dat voor eenvoudig medisch onderzoek 300 lux nodig is en dat gedurende de nacht de verlichtingssterkte minimaal 5 lux moet bedragen. Voor badkamers en toiletten wordt 200 lux aanbevolen. Een samenvatting van de visuele aspecten is weergeven in figuur 1.

5 BinnenmiLieu en gezondheid Bouwfysica De visuele aspecten voor de woonkamer, gang en slaapkamer in de dag- en nachtsituatie 2 De niet-visuele aspecten voor de woonkamer, gang en slaapkamer gedurende de ochtend

6 Bouwfysica 3 slaapkamer bij ontwaken psychologische/emotionele aspecten Voor in een verpleeghuis wonende mensen met dementie is het extra belangrijk dat hun woonomgeving een huiselijke sfeer kent. Huiselijkheid wordt meestal geassocieerd met warm licht en een laag lichtniveau [3]. Daarnaast moeten de verschillen tussen privé en gezamenlijk gebied passen bij de daarbij behorende associaties; een gezamenlijke woonkamer moet een dusdanige sfeer kennen dat de bewoners niet in verwarring gebracht worden en ze zich beginnen af te vragen wie al die vreemde mensen zijn in hun huiskamer. De verlichting, maar ook andere aspecten van de ruimte, moeten daarom consistent zijn met de verwachting. Een gezamenlijke woonkamer moet dus een publieke uitstraling hebben; bijvoorbeeld door het gebruik van fluorescentie verlichting in plaats van de schemerlampen zoals in de eigen slaapkamer. niet-visuele aspecten Diverse veldstudies [12, 13, 15] hebben aangetoond dat lichttherapie: de nachtelijke onrust kan verminderen, een stabieler slaap-waakritme kan bevorderen, tot een langere nachtelijke slaap kan leiden, mogelijk het onrustige en geagiteerde gedrag overdag kan verminderen, depressieve gevoelens kan verminderen, en de cognitie kan verbeteren. Positieve resultaten werden gevonden bij lichttherapie waarbij de verlichtingssterkte minimaal 1000 lux op het oog bedroeg. Een onderzoek door Sloane et al. [15] toonde aan dat 2,5 tot 3 uur lichttherapie (E = 2500 lux) per dag even effectief was als blootstelling aan hoge lichtniveaus gedurende de hele dag. Daarnaast liet dit onderzoek zien dat het mogelijk was om de fase van de slaap te verschuiven, afhankelijk van het tijdstip van lichttherapie. Een Nederlands onderzoek door van Hoof et al. [7] toonde aan dat een hoog lichtniveau (>1000 lux op het oog) in combinatie met een hoge kleurtemperatuur (CCT kunstlicht ~6500 K) onrustig gedrag bij dementerenden verminderde en dat de amplitude van de lichaamstemperatuur verhoogde. Dit laatste is een indicator dat het circadiane ritme beter functioneert. Bij een hoog lichtniveau (>1000 lux op het oog) en een lage kleurtemperatuur (CCT kunstlicht ~2700 K) trad geen effect op. Uit een vervolgonderzoek [14] waarbij mensen werden blootgesteld aan een gemiddelde verlichtingssterkte (~400 lux) met een ultra hoge CCT (~ K) en met een lage CCT (~2700 K), bleek dat er voor beide situaties geen effect optrad. Het verstoorde slaap-waakritme is een van de belangrijkste oorzaken waarom mensen met dementie niet langer thuis kunnen blijven wonen en in een verpleeghuis belanden. Door in de slaapkamer de ochtend- en avondcondities te simuleren bleek, uit een studie door Fontana Gasio et al. [16], dat de slaap 1 uur en 14 minuten vervroegd werd, mensen langer sliepen en minder onrustig waren gedurende de nacht. Ook de periode om in slaap te komen werd verkort. Een samenvatting van de niet-visuele aspecten is weergegeven in het lichtplan in figuur 2. daglichtopeningen Een goed lichtontwerp voor mensen met dementie moet aan bovenstaande aspecten voldoen. De hoeveelheid daglicht op een sombere dag in de winter ligt met waardes rond de lux nog vele malen hoger dan waardes die we binnen kunnen verwachten. Omdat aangegeven wordt dat voor het dagelijks gelijkzetten van de biologische klok aan het 24 uur ritme, waardes boven de 1000 lux en wellicht zelfs rond de 3000 lux nodig zijn, kan het daglicht hierbij een belangrijke rol spelen. Het zou de voorkeur verdienen om mensen elke dag naar buiten te laten gaan. Uit praktische overwegingen is dit echter vaak niet haalbaar. Het plaatsen van grote daglichtopeningen, bijvoorbeeld in de gemeenschappelijke woonkamer, zou hiervoor een oplossing kunnen zijn. Bijkomend voordeel van grote ramen is dat er ook uitzicht en direct contact met de buitenwereld ontstaat. Een aantrekkelijk en/of interessant uitzicht kan therapeutisch werken en het comfort verhogen. Uitzicht geeft ook vaak aanleiding tot sociale communicatie [20]. Uit onderzoeken blijkt echter dat de meeste ouderen in een slecht verlichte omgeving wonen en te weinig buiten komen, waardoor ze te weinig licht krijgen om het niet-visuele systeem te stimuleren [17, 18]. Het weloverwogen gebruik van daglicht in de ruimtes zou daarom een veel belangrijkere rol kunnen spelen dan dat het momenteel vaak doet. Omdat ouderen meer moeite hebben om te adapteren aan grote helderheidverschillen in het blikveld, is het wel van belang om de helderheidverschillen te beperken door een maximale luminantieverhouding van 1:3 aan te houden. Lichtontwerpen Sommige eisen lijken tegengesteld te zijn, zoals veel licht en toch een gezellige sfeer. In deze paragraaf zal aan de hand van lichtplannen duidelijk gemaakt worden op welke wijze alle aspecten zo goed mogelijk aan bod kunnen komen en wanneer op bepaalde momenten welke aspecten de overhand nemen. In deze paragraaf zijn afbeeldingen gemaakt met behulp van het programma DIALux (versie 4.9). Dit programma is ontwikkeld voor het maken van kunstlichtberekeningen en gratis te downloaden ( Het is ook mogelijk om er daglichtberekeningen mee te maken. Omdat het niet de bedoeling was om absolute waardes

7 BinnenmiLieu en gezondheid Bouwfysica te berekenen, maar om het algemene principe aan te tonen, is in de afbeeldingen een geheel bewolkte hemel meegenomen voor de dagsituatie. De afbeeldingen zijn niet volledig natuurgetrouw, maar geven een indicatie van de lichtverdeling. In de figuren laten we aan de hand van met DIALUX gesimuleerde afbeeldingen zien hoe we een goed verlichte woonomgeving zouden kunnen maken voor ouderen met dementie. Lichtscenario s gedurende een etmaal Om ervoor te zorgen dat de mensen op een zo natuurlijk mogelijke wijze wakker worden, wordt in de slaapkamer gebruik gemaakt van verlichting waarbij het lichtniveau langzaam stijgt. Hierbij dient een maximale waarde van circa 200 tot 400 lux [16] op het oog verkregen te worden (zie figuur 3). 4 Na de avondmaaltijd is er nog gelegenheid voor bijvoorbeeld televisie kijken (zie figuur 5). Belangrijk is dat de bewoners niet vallen en dat het lichtniveau gedimd wordt naar een waarde rond 200 lux. Dit is voldoende voor de visuele taken, maar onvoldoende om de slaap uit te stellen. Als de bewoner gedurende de nacht onverhoopt uit bed moet, bijvoorbeeld voor een bezoek aan het toilet, kan de verlichting worden ingezet om hem of haar de goede richting op te sturen (zie figuur 6). Door gebruik te maken van roodachtig licht wordt de melatonineprogezamenlijke woonkamer in de ochtend Als de oudere zich heeft aangekleed, kan hij naar de gezamenlijke woonkamer gaan (zie figuur 4) om te ontbijten. Door de grote ramen in de woonkamer is het mogelijk om gedurende een groot deel van het jaar voldoende licht op het oog te krijgen om de biologische klok te synchroniseren. Een blootstelling van 2,5 tot 3 uur is hiervoor voldoende. Mocht er onvoldoende daglicht zijn dan kan dit worden aangevuld met kunstverlichting, bijvoorbeeld in de vorm van plafondarmaturen. Een hoog lichtniveau (~1000 lux verticaal op het oog) met een hoge kleurtemperatuur (>6500 K) heeft het meeste effect. Voldoende licht op de looproutes (~200 lux) moet ervoor zorgen dat mensen niet struikelen. Voor een goede luminantieverhouding in de ruimte moeten wanden en plafond bij voorkeur licht van kleurtint zijn en extra worden aangelicht. Dit gebeurt door uplighters die de achterwand en het plafond aanlichten en door downlighters in het plafond die de zijwanden aanlichten. Een goede zon- en helderheidwering voorkomen dat er verblinding ontstaat door direct zonlicht. Lampenkappen worden toegepast voor het creëren van een vriendelijkere sfeer. 5 gezamenlijke woonkamer in de avondsituatie ductie en daarmee het slaap-waakritme zo min mogelijk verstoord. Hierdoor kan de bewoner weer snel in slaap komen. Door extra licht op de deur naar het toilet te richten kan voorkomen worden dat bewoners over de gang gaan dwalen. Het verdient de voorkeur om in de slaapkamers lampen met een huiselijke uitstraling te gebruiken, terwijl in de woonkamer het gebruik van lampen met een zakelijkere uitstraling beter is. Dit komt echter nog niet tot uitdrukking in de keuze van de armaturen in de afbeeldingen. Na het ontbijt vinden er meestal individuele activiteiten plaats. Het licht dient hierbij voornamelijk ter ondersteuning van de visuele aspecten. De looproute moet te allen tijde goed verlicht blijven en ook de luminantieverhoudingen moeten aangehouden worden. Later op de middag verzamelen de bewoners zich weer in de woonkamer voor de avondmaaltijd. Om ervoor te zorgen dat het slaap-waakritme niet te vroeg intreedt, waardoor men vroeg in slaap valt maar ook vaak weer vroeg in de ochtend wakker wordt, is het verstandig om nog een licht boost te geven waardoor het ritme iets verschoven wordt. Deze boost kan bestaan uit een korte periode met dezelfde lichtkarakteristieken als in de ochtend. Bovenstaande lichtontwerpen laten zien dat er diverse lichtbronnen en armaturen nodig zijn om het gewenste resultaat te bereiken. Dat wil echter niet zeggen dat ze continu op vol vermogen moeten branden. Het verdient de voorkeur om gebruik te maken van dimbare lichtbronnen. Hiermee kan de lichtbehoefte geregeld worden op het daglichtaanbod wat energetisch gunstiger is. Door goed gebruik van daglicht zal het gebruik van kunstlicht veel lager worden. Een voldoende lichtniveau op de looproutes moet echter gegarandeerd zijn. conclusie De lichtplannen zijn gemaakt voor een verpleeghuis. Het doel hiervan is het verbeteren van de levenskwaliteit van de bewoners, maar ook de zorglast van het personeel waar mogelijk te verminderen. De verlichtingsplannen zijn gemaakt op basis van wat er in de literatuur bekend is over de visuele, de niet-visuele en de emotionele aspecten van licht. Om er echter zeker van te zijn dat al deze aspecten ook naar verwachting zullen functioneren en ter vergroting van de kennis over dit onderwerp is er een grote behoefte aan praktijktesten. Het stappenplan naar een zonnigere toekomst voor mensen met dementie zou er als volgt uit zien:

8 Bouwfysica 6 slaapkamer gedurende de nachtsituatie om de bewoner richting badkamer te begeleiden 1. Testen in de praktijk: Breng alle deskundigen (zowel de onderzoekers als de praktijkdeskundigen) op het gebied van licht, dementie, gerontologie, etcetera bij elkaar en test de bovenstaande protocollen op papier. Definieer een eenduidig meetprotocol. Voer testen uit in de praktijk. 2. Vertaal de verworven kennis naar begrijpelijke aanbevelingen analoog aan bijvoorbeeld de website 3. Maak door middel van geslaagde projecten zichtbaar wat licht kan betekenen voor mensen met dementie. Door het toepassen van goede verlichting in de thuissituatie, zouden ouderen met dementie mogelijk langer in hun eigen omgeving kunnen blijven wonen. Dit is niet alleen prettig voor de mensen zelf, maar ook gunstiger voor de rest van de maatschappij. De kosten en zorgbehoefte van thuiswonenden zijn immers lager dan voor bewoners van een zorginstelling. Aangezien het aantal ouderen met dementie in 2040 in Westerse landen verdrievoudigd zal zijn, nemen de zorgbehoeften en bijbehorende kosten alleen maar verder toe. n Bronnen [1] Ferri, C.P., Prince, M., Brayne, C., Brodaty, H., Fratiglioni, L., Ganguli, M., Global prevalence of dementia: a Delphi consensus study, The Lancet, 366 (9503), pp , [2] Abbott, A., Restless nights, listless days, Nature, 245 (6961), pp , 2003 [3] Torrington, J.M., Tregenza, P.R., Lighting for people with dementia, Lighting Research and Technology, 39 (1), pp , 2007 [4] Webb, A.R., Considerations for lighting in the built environment: non-visual effects of light, Energy and Buildings, 38 (7), pp , 2006 [5] Hoof, J. van, Schoutens, T., Van voorlichting tot verlichting - Licht voor ouderen en mensen met dementie, Vilans Zicht op Zorg en Technologie (3), Den Haag: Lemma, 2007 [6] Figuero, M., Lighting the Way: a key to independence, Download van LRC website: edu/programs/lighthealth/aarp/pdf/aarpbook3.pdf [7] Hoof, J. van, Aarts, M.P.J., Rense, C.G., Schoutens, A.M.C., Ambient bright light in dementia: effects on behaviour and circadian rhythmicity, Building and Environment, 44 (1), pp , 2009 [8] Menec, V.H., The relation between everyday activities and successful ageing; a 6-year longitudinal study, J. Gerontol. B Psychol. Sci. Soc. Sci., 58B (2), pp , 2003 [9] Weale, R.A., The ageing eye, London: Lewis, 1963 [10] Bouwens, M., Klinische les over valgevaar bij ouderen en fixatiemiddelen, Bevordering beroepsinhoudelijke ontwikkelingenkrant 19, pp , 2002 [11] Harwood, R.H., Visual problems and falls, Age and Ageing, 30 (S4), pp , 2001 [12] Someren, E.J.W. van, Kessler, A., Mirmiran, M., Swaab, D.F., Indirect bright light improves circadian rest-activity rhythm disturbances in demented patients, Biological Psychiatry, 41 (9), pp , 1997 [13] Riemersma-van der Lek, R.F., Swaab, D.F., Twisk, J., Hol, E.M., Hoogendijk, W.J.G., Someren, E.J.W. van, Effect of bright light and melatonin on cognitive and noncognitive function in elderly residents of group care facilities. A randomized controlled trial, The Journal of the American Medical Association, 299 (22), pp , 2008 [14] Hoof, J. van, Aarts, M.P.J., Schoutens, A.M.C., High colour temperature lighting for institutionalised older people with dementia, Building and Environment, 44 (9), pp , 2009 [15] Sloane, P.D., Williams, C.S., Mitchell, C.M., Preisser, J.S., Wood, W., Barrick, A., Hickman, S.E., Gill, K.S., Connell, G.R., Edinger, J., Zimmerman, S., High-intensity environmental light in dementia: effect on sleep and activity, J Am Geriatr Soc 55, pp , 2007 [16] Fontana Gasio, P., Kraüchi, K., Cajochen, C., Someren, E. van, Amrhein, I., Pache, M., Savaskan, E., Wirz-Justice, A., Dawn dusk simulation light therapy of disturbed circadian rest activity cycles in demented elderly, Experimental Gerontechnology, 38, pp , 2003 [17] Aarts, M.P.J., Westerlaken, A.C., Field study of visual and biological light conditions of independently-living elderly people, Gerontechnology, 4 (3), pp , 2005 [18] Lepeleire, J. de, Bouwen, A., Coninck, L. de, Buntinx, F., Insufficient Lighting in Nursing Homes, Journal of American Medical Directors Association, 8, pp , 2007 [19] CEN, Light and lighting - Lighting of work places - Part 1: Indoor work place, PR-EN 12464, Brussels: CEN, 2009 [20] Chalfont, G.E., Connections to nature at the building edge; towards a therapeutic architecture for dementia care environments, PhD thesis, University of Sheffield, 2006

9 Binnenmilieu en gezondheid Bouwfysica ViSueel ComFoRT VooR SenioRen de toenemende vergrijzing van de samenleving is een actueel onderwerp dat bouwend nederland voor nieuwe uitdagingen plaatst. in dit artikel wordt de visuele situatie geschetst van geestelijk gezonde senioren. daartoe zijn 60+ ouderen geïnterviewd in hun eigen woningen en verzorgingshuizen. met verlichtingssterkte metingen en luminantiefoto s zijn de visuele situaties in kaart gebracht. deze studie laat zien dat de hoeveelheid licht in de daglichtzone in de meeste van de beschouwde situaties onvoldoende is voor senioren om hobby s uit te kunnen oefenen. Senioren in verzorgingshuizen hebben daarnaast minder grip op hun eigen situatie waardoor de verlichtingssituatie verre van optimaal is. er wordt echter nauwelijks geklaagd over hinder van daglicht. dr. G.J. (Truus) de Bruin-Hordijk, TU Delft, Bouwkunde, Bouwfysica ir. D. (Dennis) Bankersen, TU Delft, Bouwkunde, Bouwfysica ir. V. (Vincent) Vallenduuk, Deerns raadgevende ingenieurs, Rijswijk inleiding Een van de grote problemen voor de nabije toekomst is de sterke vergrijzing van de bevolking. Dat betekent nieuwe uitdagingen voor de bouwindustrie. Meer seniorenwoningen zijn nodig en de onafhankelijke generatie van 60 + senioren zal daarbij een hoog niveau van comfort vragen. Veel van de toekomstige ouderen starten hun 60 + seniorenleven als gezonde mensen, maar ze verschillen wel van jongeren. Gedurende het leven veranderen onze zintuigen behoorlijk, dus ook onze ogen. Wanneer men een goede visuele woonomgeving voor senioren wil creëren om de kwaliteit van leven te behouden dan zal men terdege rekening moeten houden met het verouderingsproces van de ogen. Normen en bouwregelgeving hebben eisen voor de bouwfysische aspecten van gebouwen om een goed en comfortabel binnenklimaat te verkrijgen, maar er wordt bij deze voorschriften geen rekening gehouden met verschillen tussen jongere mensen en senioren. Het wordt daarom hoog tijd om goede ontwerpprincipes te ontwikkelen voor seniorenwoningen en verzorgingshuizen. Een goed binnenklimaat kan een preventieve werking hebben voor verschillende problemen waar ouderen mee te maken kunnen krijgen. Zo zullen goede daglichtsituaties minder depressiviteit klachten en slaapproblemen geven en kunnen slechte lichtomstandigheden leiden tot meer valpartijen [1]. In het algemeen kan men zeggen dat goede lichtomstandigheden stimulerend zijn en er mede voor kunnen zorgen dat senioren langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Er bestaan verschillende onderzoeken naar een goede visuele omgeving voor demente of slechtziende senioren [2, 3, 4], maar in het hier besproken onderzoek wordt gekeken naar de visuele omgeving van geestelijk gezonde senioren zonder afwijkingen aan de ogen. Over het verouderingsproces van het menselijk oog is vanuit de literatuur voldoende bekend [5-10]. Daarvan wordt in dit artikel een korte samenvatting gegeven. Deze literatuur was voor ons de aanleiding om de werkelijke visuele situatie van senioren nader te onderzoeken in een pilot studie. Er zijn metingen gedaan in elf woningen van senioren en in vier verzorgingshuizen. Aan de senioren werden vragen gesteld over hun visuele woonomgeving. In de verzorgingshuizen werden ook vragen gesteld aan enkele verzorgers. Wij zijn van mening dat het noodzakelijk is om de senioren zelf te enquêteren, want in veel bouwfysische experimenten zijn proefpersonen vaak studenten, dus jonge mensen. Dit onderzoek is in onze faculteit sinds twee jaar een onderzoek voor afstudeerstudenten. Het enquêteren van senioren bleek in het begin voor hen een speciale uitdaging, want sommige senioren zijn blij met een bezoek van een onderzoeker, maar geven niet altijd adequaat antwoord op de onderzoeksvragen. het VeRoudeRingSPRoCeS VAn het oog Naarmate de ogen ouder worden merken we dat de leesbril en/of de computerbril nodig wordt en dat we meer licht nodig hebben. Dit wordt veroorzaakt door het natuurlijk verouderingsproces van het oog. Gedurende het leven wordt het lensmateriaal stijver, neemt met name de maximale pupildiameter af (figuur 1) en wordt de lens troebeler en geler (figuur 2). Bovendien verandert het gezichtsveld (figuur 3), neemt het aantal staafjes en kegeltjes op het netvlies af en veranderen ook de neurale visuele processen in de hersenen. Daarnaast neemt de regulering van het oogvocht af waardoor de ogen wateriger worden en komen oogproblemen als staar en glaucoom alsook diabetes, waardoor eveneens extra oogproblemen kunnen ontstaan, veel meer voor bij senioren. Door deze combinatie van factoren is voor senioren het vermogen van de ogen om zich aan wisselende lichtsituaties aan te passen kleiner. Hierdoor zijn er hogere verlichtingssterkten en luminantiecontrasten nodig in de oogtaak in vergelijking met jonge mensen, maar zal verblinding en versluierende reflecties tegelijkertijd eerder problemen

10 Bouwfysica Pupil diameter (mm) Age (years) De maximale en minimale pupildiameter gedurende het leven [5] 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0 2 De relatieve transmissie van de lens [7] pasgeborenen jaar jaar golflengte (0m) 3 Het gezichtsveld voor een oog, voor twee verschillende leeftijden [5] geven. De verwachting is daarom dat de marges voor een goede visuele omgeving kleiner zijn voor senioren. Woningen VAn SenioRen Twaalf senioren in elf woningen hebben vragen beantwoord over hun visuele omgeving. Vier personen hadden een leeftijd tussen de 60 en 70 jaar en acht personen waren tussen de 75 en 87 jaar. Er zijn verlichtingssterktemetingen gedaan in de huiskamers van deze senioren en met de luminantiecamera zijn foto s gemaakt om de luminantiecontrasten in beeld te brengen. Statistische analyses kunnen niet toegepast worden op dit onderzoek omdat het aantal personen te klein is, maar we vatten de antwoorden hier samen: negen van de twaalf mensen kunnen donkere plaatsen in hun woning aanwijzen en twee personen ervaren zelfs hun gehele woning als donker. Drie personen zijn tevreden over het licht in hun woning. Niemand vindt zijn woning te licht, slechts één persoon kan een te heldere plek in huis aanwijzen. Niemand ervaart verblindingproblemen ten gevolge van het daglicht in de huiskamer. De meest genoemde lichthinder problemen zijn lichtreflecties in auto s in de straat, in huisdeuren van de buren of reflecties aan dakpannen. Een persoon noemt reflecties in een deurtje van een kast in de huiskamer. Zonwering of gordijnen worden alleen gesloten ter bescherming tegen directe zonnestralen of warmte in de zomer. Vijf personen sluiten hun zonwering nooit. Alle senioren hebben hun favoriete stoel of plaats op de bank in de buurt van het raam (figuur 4) om hun hobby s zoals lezen, puzzelen, knutselen en borduren uit te kunnen voeren. De afstand tussen het raam en de favoriete stoel is in het algemeen kleiner dan 2 meter. Voor borduren en ander precies werk is er ook altijd een lamp om bij te lichten omdat daglicht dan vaak niet voldoende 4 De favoriete stoel van de senior is altijd dicht bij het raam is. Op één persoon na heeft iedereen overdag genoeg licht in huis om zich goed te kunnen bewegen en te oriënteren. Maar men is zich bewust van mogelijke val ongelukken, de meeste 75 + senioren doen het licht aan als ze s nachts naar het toilet gaan. De indicatie van de senioren over donkere plekken in huis stemmen overeen met de gemeten verlichtingssterktes. Tijdens de metingen in vijf woningen was het bewolkt weer, dus voor die situaties kunnen daglichtfactoren berekend worden. Tabel 1 laat de daglichtfactoren in de huiskamers zien op de plek van de favoriete stoel. De jongste senior van 60 jaar had voldoende daglicht met een daglichtfactor van 5% om te lezen en te puzzelen. Voor de persoon van 86 jaar is een daglichtfactor van 4,3% niet voldoende om ontspannen te lezen. Hij raakt er snel vermoeid van. De senior van 87 jaar heeft ook het kunstlicht aan om haar hobby uit te voeren, een daglichtfactor van 2,8% is niet voldoende. Zes senioren geven aan bij borduren en ander naaiwerk vrijwel altijd een lamp nodig te hebben. Ook de jonge senior van 62 jaar, ondanks de daglichtfactor van 5,6%. Met de luminantiecamera en een fish-eye-lens zijn foto s gemaakt in diverse richtingen in de huiskamers (figuur 5). In alle huiskamers zijn luminantiefoto s gemaakt in de lengte richtingen van de huiskamers met het zicht naar Tabel 1: Daglichtfactoren in de huiskamers op de plek van de favoriete stoel woning nummer daglichtfactor (%) 5,6 5 4,8 4,3 2,8 leeftijd senior

11 Binnenmilieu en gezondheid Bouwfysica Luminantie afbeelding in de lengterichting van een huiskamer; buiten is het bewolkt 5 Luminantie afbeelding vanaf een favoriete plek en vanaf een donkere plek Er waren geen klachten over verblinding door daglicht of over daglicht reflecterend in de kunststof tafelbladen, hoewel onze luminantiecamera dat regelmatig registreereen raam (figuur 6). Het bijbehorende computer programma van de luminantiecamera berekende de minimale, maximale en gemiddelde luminantie binnen een cirkel. De door ons gekozen cirkel correspondeert met een kijkhoek van ± 55. Figuur 7 laat de verhoudingen zien tussen de maximale en de gemiddelde luminantie in alle huiskamers. Daaruit blijkt dat voor deze huiskamers de luminantieverhoudingen gemiddeld rond de 40:1 liggen, met uitschieters naar boven en beneden. Bij deze verhoudingen waren er geen verblindingklachten bij de senioren. VeRzoRgingShuizen Metingen van de verlichtingssterkten en de luminanties zijn in vier verzorgingshuizen gedaan in de eet- en recreatiezalen, de gemeenschappelijke huiskamers en in de gangen. De afmetingen van de eetzalen waren 100 tot 160 m 2, de gemeenschappelijke huiskamers hadden afmetingen vergelijkbaar met de afmetingen van de huiskamers uit de woningen (25-50 m 2 ). De metingen zijn gedaan voor de lichtsituatie zoals de ruimten iedere dag gebruikt werden, een combinatie van daglicht en kunstlicht. Niet alle senioren in de verzorgingshuizen zijn geïnterviewd. De senioren werden geïnterviewd wanneer ze aanwezig waren in de ruimten waar ook gemeten werd. De leeftijd van de geïnterviewden lag tussen de 75 en de 90 jaar. Lmax/Lgem maximum luminantie / gemiddelde luminantie woning nummer 7 De luminantieverhoudingen in de diverse huiskamers In de grote recreatiezalen gaven de senioren aan dat de ruimten in het midden te donker waren, ze voerden hun hobby s van lezen en handwerken alleen uit op plaatsen dicht bij het raam, in feite op dezelfde manier als in de privéwoningen uit de vorige paragraaf. Maar de tafels waaraan de senioren kunnen zitten worden niet altijd geplaatst in de daglichtzone van het raam. Deze zone is soms een opslagplaats voor stoelen, katheders, microfoons, koffiepotten, etc. (figuur 8). De kunstlichtplannen van deze zalen laten niet altijd een gelijkmatige lichtverdeling zien, de metingen van de verlichtingssterkten vertonen grote pieken recht onder de armaturen (figuur 9). De hier getoonde lichtniveaus zijn voor ouderen voldoende om algemene activiteiten uit te kunnen voeren, maar voor hobby s zoals lezen zijn deze lichtniveaus te laag, behalve misschien recht onder de lampen. De luminantieverhoudingen in de recreatiezalen zijn op dezelfde manier bepaald als voor de huiskamers uit de vorige paragraaf. Er zijn in verschillende richtingen in de recreatiezalen luminantiefoto s gemaakt. Figuur 10 laat zien dat de luminantieverhoudingen in de recreatiezalen veel hoger zijn en veel meer uit elkaar lopen dan in de huiskamers van de privé woningen. Verhouding tot meer dan 80:1 kwamen voor. Zowel de verlichtingssterkten als de luminanties laten zien dat de visuele situaties in deze grote zalen onevenwichtig en onrustig zijn. De gemeenschappelijke huiskamers hebben dezelfde afmetingen als huiskamers in privé huizen, maar de zeggenschap van de senioren over hun woonsituatie is minder groot, helemaal als ze minder mobiel zijn (figuur 11). Tafels worden midden in de kamer geplaatst, buiten de daglichtzone van het raam, zodat de verzorgers er gemakkelijk omheen kunnen lopen. Ramen hebben vitrages of half gesloten zonwering (figuur 12) die het daglicht temperen en heel diffuse lichtsituaties opleveren. De senioren gaven aan dat er in deze huiskamers niet voldoende licht was om hun hobby uit te kunnen voeren. Dat werd nog verergerd doordat lampen vaak niet boven de tafels hangen omdat de tafels nog wel eens verplaatst werden. De verzorgsters vertelden dat de opstelling van de tafels gevarieerd werd om steeds weer andere gezellige situaties te creëren.

12 Bouwfysica 8 De recreatieruimten van twee verzorgingshuizen. De linker heeft dakramen als aanvullend licht, de rechter heeft vitrages voor de ramen E [lux] verlichtingssterkte E in recreatiezaal AS AS1 AS2 Lm max/lgem recreatiezaal: maximale luminantie / gemiddelde luminantie afstand [m] verschillende verzorgingshuizen verlichtingssterkten gemeten in de lengterichting van een recreatiezaal de (figuur 12 boven). Er waren alleen klachten over lampen die in de ogen schenen. De luminantieverhoudingen in de huiskamers zijn voor de diverse verzorgingshuizen van dezelfde ordegrootte als in de huiskamers van de privé woningen (figuur 14). Verzorgingshuis nummer 1 laat wel een evenwichtiger beeld zien dan de andere verzorgingshuizen. Figuur 15 laat een meting zien van de verlichtingssterkten in één van de gangen van een verzorgingshuis. De verzorgers klaagden dat het licht in deze gang niet voldoende was om bij het uitdelen van de medicijnen de opschriften op de medicijndoosjes goed te kunnen lezen. Figuur 13 laat de luminantie afbeeldingen in twee verschillende gangen zien, waaronder de genoemde gang. Verlichtingssterkten die sterk variëren (uniformiteit circa 0,25) en gemiddeld in een gang nog geen 50 lux geven leveren een slechte lichtsituatie. Senioren klagen dat er niet genoeg licht in deze gangen is om een eenvoudige inscriptie op een laatje te lezen of om een chipknip op te laden die gebruikt wordt in het huiswinkeltje. Een senior vertelde dat ze de lichtlijn in de gang nodig heeft om haar weg te vinden (figuur 13 onder). s Avonds raakt ze gedesoriënteerd, omdat het licht dan gedeeltelijk uitgeschakeld is om energie te besparen. ConCluSie De resultaten van de woningen laten zien dat senioren allemaal een voorkeur hebben om in de daglichtzone van het raam te zitten om hun hobby s te kunnen uitvoeren. Deze oriënterende studie laat zien dat een daglichtfactor van 4% niet genoeg is voor een oudere senior om ontspannen te kunnen lezen en een daglichtfactor van 5% niet genoeg is om nauwkeurig te kunnen borduren of De luminantieverhoudingen in de diverse recreatiezalen handwerken, ook niet voor jonge senioren. Terwijl dit toch overeenkomt met situaties waarbij circa 70% van het jaar (tussen 9 uur en 17 uur) een gemiddelde verlichtingssterkte aanwezig is van tenminste 500 lux diffuus daglicht. In de verzorgingshuizen zijn de lichtsituaties voor senioren minder goed dan in zelfstandige woningen voor senioren. Tafels staan niet altijd in de daglichtzone, het kunstlicht hangt niet altijd boven de tafels en gordijnen en zonwering zijn vaker gesloten dan bij senioren in een privé woning. Daardoor ontstaan klachten dat er niet voldoende licht is om de hobby te kunnen uitoefenen. Er zijn veel klachten over lampen die in de ogen schijnen, maar er zijn geen klachten over verblinding door daglicht anders dan over hinderlijke reflecties van direct zonlicht. Luminantieverhoudingen van 1:40 (of zelfs 1:80) lijken geen problemen op te leveren voor een senioren oog. Tot diezelfde conclusie komt Westerlaken in haar afstudeeronderzoek ook [11]. Senioren lijken minder last van luminantiecontrasten bij daglicht te hebben dan we theoretisch zouden verwachten. 11 Een gemeenschappelijke huiskamer

13 Binnenmilieu en gezondheid Bouwfysica Luminantie afbeeldingen in twee verschillende huiskamers, één met vitrage voor de ramen en één met een gedeeltelijk gesloten zonwering 13 Luminantie afbeeldingen in twee verschillende gangen. De bovenste afbeelding toont de gang van figuur 15 Lmax/Lgem maximale luminantie / gemiddelde luminantie in de gemeenschappelijke huiskamers E [lux] verlichtingssterkte in een gang verschillende verzorgingshuizen De luminantieverhoudingen in de gemeenschappelijke huiskamers afstand [m] De verlichtingssterkten in een gang laat geen gelijkmatige lichtverdeling zien Dit is een oriënterend onderzoek, maar het laat zien dat senioren een goede daglichtsituatie nodig hebben om hun hobby s nog uit te kunnen voeren. Vooral in verzorgingshuizen zou er een betere visuele situatie gecreëerd kunnen worden. Wat betreft de mogelijke verblinding door daglicht laat dit oriënterende onderzoek zien dat er wellicht grotere verhoudingen mogelijk zijn dan verwacht. Maar die conclusie vereist eerst een veel uitgebreider vervolgonderzoek. Wij zijn dan ook op zoek naar sponsors die een dergelijk uitgebreid onderzoek zouden willen financieren. n BRonnen [1] Stephen, R. Lord, Visual risk factors for falls in older people, Age and Aging 35-S2, 2006 [2] Evans, et al., A pilot study of lighting and low vision in older people, Lighting Research & Technology 42: , 2010 [3] Sinoo, M.M., van Hoof, J., van Dijken, F. & Kort, H.S.M., Design of a healthy living environment for older adults with low vision, Proceedings of the 8th international conference Healthy Buildings, 2006 [4] van Hoof, J., Aarts, M.P.J., Schoutens, A.M.C., Ambient bright light improves behaviour and circadian rhythmicity of institutionalised older adults with dementia, Indoor Air, Paper ID 63, 2008 [5] Boyce, P.R., Human factors in lighting, 2 e druk, Londen: Taylor & Francis, 2003 [6] Cavallotti, C.A.P., Cerulli, L., Age related changes of the human eye, 1 e druk. Totowa: Humana Press, 2008 [7] Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde, Licht, welzijn en de ouder wordende mens, Ede: NSVV, 2006 [8] Commission Internationale de L Eclairage, Low Vision Lighting needs for the partially sighted, Vienna: CIE, 1997 [9] Haegerstrom-Portnoy, G., Schneck, M. E. & Brabyn, J.A., Seeing into old age: vision function beyond acuity, Optometry and Vision Science 3: , 1999 [10] Hennelly, M.L. et al., The effect of age on the light scattering characteristics of the eye, Ophthalmic Physiological Optics, 18(2): , 1998 [11] Westerlaken A.C., Onderzoek naar visuele en biologische lichtcondities en lichtbehoeften van senioren in verzorgingshuizen, Afstudeerrapport, Technische Universiteit Eindhoven, augustus 2003

14 Bouwfysica GEZEEFDRUKT GLAS DECORATIEF ÉN FUNCTIONEEL? HAALBAARHEIDSTUDIE DOOR MIDDEL VAN LICHTSIMULATIE Het gebruik van een glasprint op de gevel is erg populair. Vaak wordt een zeefdruk niet alleen vanuit een decoratief, maar ook vanuit een functioneel oogpunt overwogen: als zon- en/of helderheidswering. Met behulp van een RADIANCE lichtsimulatiestudie is onderzocht in hoeverre een verlopende zeefdruk op het volledig glazen gevelontwerp van een kantoorgebouw kan voldoen als helderheidswering. De visueel comforteisen voor het kantoor zijn zodanig gekozen (DGP < 0,4) dat tijdens kantooruren weinig tot geen beeldschermreflecties en/of te hoge contrasten ontstaan. Resultaten laten zien dat enkel en alleen het toepassen van glas met een bedrukking de kans op discomfort slechts reduceert met maximaal 1%. dr. ir. M.B.C. (Myriam) Aries, TU Eindhoven, faculteit Bouwkunde ing. J.F.L. (Jan) Diepens, TU Eindhoven, faculteit Bouwkunde INTRODUCTIE De afgelopen jaren is het gebruik van een glasprint op de gevel erg populair bij architecten. In Nederland zien we meer en meer vliesgevels met een print of zeefdruk in/op de beglazing. Een voorbeeld hiervan is het Twinning Center in Eindhoven, gerealiseerd in 2000 (figuur 1). Zeefdrukbeglazing bestaat grofweg uit twee soorten prints [1]: standaardprints (een vast terugkerend patroon) en customprints (speciaal voor een gebouw ontworpen). Beglazing met een print wordt door architecten en ontwerpers gebruikt om een gebouw of gevel een bijzondere uitstraling of een eigen identiteit te geven, dikwijls in de vorm van een customprint met reclame of een bedrijfsnaam. Standaardprints worden vaker toegepast om functionele redenen, bijvoorbeeld als visuele scheiding of als zon- en/of helderheidswering. Veel glasproducenten hebben een aantal glastypen met standaardprints in hun assortiment. Aanvankelijk werd zonwerend gezeefdrukt glas gebruikt in niet-doorzicht gedeelten van het dak of een wand. Er is een toenemende trend om prints te gebruiken in de zichtdelen van de gevel, voornamelijk voor het esthetische effect. Een dergelijke print beperkt echter het uitzicht en verhoogt de kans op verblinding significant, vooral als de print wordt aangelicht door de zon. Zon- en/of helderheidswering Volledig glazen kantoorgebouwen hebben een hoog risico op visueel en/of thermisch ongemak, vooral onder zonnige hemelcondities. In een klimaat zoals het Nederlandse moet, afhankelijk van de gebouworiëntatie, zon- en helderheidswering worden gebruikt om discomfort te voorkomen. Echter, gebruik van de juiste zon- en helderheidswering is een van de vele praktische uitdagingen bij het ontwerpen en toepassen van volledig glazen gevels [2]. Zonwering of reductie van zonlicht kan worden ontworpen met behulp van verschillende materialen: ondoorzichtig in de vorm van geweven doek of een geperforeerde metalen plaat of transparant, zoals een geëtst, doorschijnend of gezeefdrukt glas of kunststof. De effectiviteit van zonwering wordt in het algemeen bepaald door het percentage ondoorzichtig materiaal. De effectiviteit zal variëren met de dikte, de lichtdoorlaatbaarheid, de reflectie/absorptie van het materiaal en de positie binnen of buiten de gevelconstructie. Gezeefdrukt glas controleert de mate van zonwering op basis van een patroon (stippen, lijnen, figuren, enz.). In veel gevallen heeft de print een beperkte invloed op de mate van zonwering en een onvoldoende invloed op de helderheidswering, zie figuur 2. 1 glasprint op de gevel van het Twinning center (Eindhoven) 2 Beperkte zonwerende en onvoldoende helderheidswerende werking van een zeefdruk (vertigo gebouw, Eindhoven)

15 BINNENMILIEU EN GEZONDHEID Bouwfysica reductie van het uitzicht bij toepassing van gezeefdrukt glas (center of Excellence headquarters, syracuse, usa) 4 Het radiance model gezien vanaf de buitenzijde Gezeefdrukt glas heeft slechts een klein effect op het energieverbruik van een gebouw [3]. Zeefdrukken reduceren weliswaar de ZTA-waarde van het glas, maar bijvoorbeeld een low-e coating zorgt voor een effectievere verlaging. ZICHT EN UITZICHT Naast daglichttroetreding heeft een daglichtopening ook nog een functie door het bieden van uitzicht naar buiten. Een raam met uitzicht geeft informatie over tijd en weer, vermindert het gevoel van claustrofobie en kan een positieve bijdrage aan de gezondheid leveren. Visueel discomfort wordt niet alleen door de luminantie van de daglichtopening en contrasten bepaald, maar wordt ook beïnvloed door de kwaliteit van het uitzicht [4]. Bij toepassing van gezeefdrukt glas wordt, afhankelijk van de plaatsing en de soort bedrukking van het glas, het uitzicht naar buiten vaak sterk gereduceerd, zie bijvoorbeeld figuur 3. Dit kan door gebruikers negatief worden ervaren. Als een lichtgekleurde zeefdrukprint in de avond- of nachtsituatie van binnenuit worden aangelicht, zal de opening van een zwart gat in een dichter oppervlak in de wand veranderen. Dit zal in veel gevallen door gebruikers juist weer positief worden ervaren. DOELSTELLING Het gevelontwerp van veel nieuwe kantoren bestaat nagenoeg volledig uit glas, waarbij de kans groot is dat er beeldschermreflecties en/of te hoge contrasten ontstaan. Door middel van lichtsimulatie is onderzocht hoe functioneel een (verlopende) decoratieve zeefdruk op de beglazing kan zijn als helderheidswering om visueel discomfort te voorkomen. METHODE Met behulp van lichtsimulatie software is het visuele comfort (verblinding, reflecties) bepaald voor een PCgebruiker in een fictief gebouw, voor verschillende oriëntaties, op verschillende tijden van de dag en het jaar. Voor de periode van december tot juni (zeven maanden) is voor elke 15 de dag van de maand het visueel comfort berekend. Dit is gebeurd voor elk half uur tussen 8:00u en 18:00u, onder de voorwaarde dat er daglicht aanwezig is. Aangezien de daglichtsituatie tussen januari en juni gespiegeld gelijk is aan de situatie tussen juni en december, is op basis van de halfjaarlijkse resultaten bepaald hoe groot de kans op overschrijding van het visuele comfort op jaarbasis wordt. Daarnaast zijn voor alle berekende tijdstippen ook luminantieplaatjes gemaakt, 5 Plattegrond van het fictieve gebouw met de vier geanalyseerde werkplekken waarmee de contrastverdeling over de ruimte kan worden bestudeerd. Varianten met en zonder print en met en zonder additionele zon- en helderheidswering (horizontale lamellen) zijn vergeleken. Kunstlicht is volledig buiten beschouwing gelaten. De simulatie is uitgevoerd met behulp van een simulatiemodel in het softwarepakket RADIANCE [5]. RADIANCE is een lichtsimulatieprogramma, dat geschreven is om onder andere lichtontwerpers en onderzoekers behulpzaam te zijn bij het voorspellen van verlichtingsniveaus in de ontwerpfase van een gebouw. Het pakket bevat programma s voor het modelleren van ruimten, lichttechnische data en materiaaleigenschappen, die nodig zijn voor de input van een simulatie. Het programma produceert zowel kwantitatieve (meetwaarden) als kwalitatieve (visuele indrukken) resultaten. MODEL Voor de simulatie is een model gemaakt van een fictief gebouw, zie figuur 4 en 5. Het gebouw bestaat grofweg uit drie delen: twee grote werkruimtes, twee kleine gesloten ruimten en een atrium. Het dak en de vloer zijn uitgevoerd als lichtdichte delen, met uitzondering van het dak van het atrium. Zowel de buitengevel als de gevel van het atrium is uitgevoerd in glas. Specifieke constructiedetails zijn in de modellering achterwege gelaten. Eventuele belemmeringen in de omgeving van het gebouw zijn niet meegenomen.

16 Bouwfysica 6 Links: verloop van het stippenpatroon met constante afstand op het glas zoals gesimuleerd in radiance. rechts: voorbeeld van een verlopende (ijskristallen)print bij het icelandic institute of natural History (ontwerp/foto arkís/vigfus Birgisson) Het ontwerp telt tien werklocaties, waarvan er vijf zijn gelegen in elke open ruimte, zie figuur 5. Op iedere werkplek is één computerscherm gesimuleerd. Een analyse van de visuele kwaliteit van de werklocaties is uitgevoerd voor vier representatieve locaties, hier aangeduid als 1 tot 4: werkplek 1: west oriëntatie werkplek 2: noord oriëntatie werkplek 3: oost oriëntatie werkplek 4: zuid oriëntatie GLAS De karakteristieken voor het toegepaste glas staan in tabel 1. In het model zijn kleurstellingen (RAL-kleuren) gebruikt. Het gebouw voorzien van Low-E glas met een transmissie (normaallijn) van T n = 0,49 en geen aanvullende voorzieningen voor zowel zon- als helderheidswering. Het gebouw voorzien van glas met een print met een stippenpatroon als (zon- en/of) helderheidswering. Het gebouw voorzien van helder Low-E glas en aan de binnenzijde voorzien van lichtgrijze horizontale lamellen (RAL9007 aluminium grijs) met een diepte van 25 mm. Een berekening is uitgevoerd voor twee verschillende lamellenstanden: een kanteling van 45 en een rechte stand (kanteling 0 ). In de simulatieberekeningen is uitgegaan van lamellen die helemaal naar beneden zijn (tot onderzijde glas). Hierdoor is het uitzicht naar buiten, zeker in de situatie met 45 -kanteling, beperkt. HEMELCONDITIES Alle varianten zijn doorgerekend voor twee verschillende hemelcondities: Heldere hemel, zijnde een hemelconditie met direct zonlicht zonder bewolking. Verwacht wordt dat er in een situatie met direct zonlicht de meeste problemen optreden. Semibewolkte hemel, welke een combinatie van een heldere hemel en bewolking (± 50%) representeert. Aangezien ook een bewolkte hemel een luminantie van meer dan cd/m² kan hebben en dus comfortproblemen kan veroorzaken, is ook een situatie met bewolking meegenomen in de simulaties. TOETSINGSCRITERIA Er zijn vele indexen beschikbaar voor het bepalen en beoordelen van verblinding. Voor dit onderzoek is gebruikt gemaakt van de Daylight Glare Probability afgekort tot DGP [6]. De DGP is als volgt gedefinieerd: Tabel 1: Karakteristieken voor toegepast glas aantal glaslagen 2 buitenkant glaslaag 1 binnenkant glaslaag 1 buitenkant glaslaag 2 binnenkant glaslaag 2 reflectie buiten* 0,12 reflectie binnen* 0,12 transmissie* 0,49 *normaal hemisferische helder glas ve1-2m low-e coating PvB gelamineerd helder glas De bedrukking van het glas is grijs-wit (RAL9002) gemodelleerd, heeft 0% translucentie en verloopt van een dichte bedrukking bovenaan naar een transparante zone op ooghoogte ten behoeve van onbelemmerd uitzicht, waarna deze richting de vloer weer in dichtheid toeneemt (zie figuur 6 links). De afstand tussen het middelpunt van de stippen is constant gehouden, de diameter verschilt. VARIANTEN HELDERHEIDWERING Ten behoeve van het effect van verschillende opties voor helderheidwering zijn de volgende varianten onderzocht: + 0,16 (1) De DGP is een index voor oncomfortabele verblinding, die is bepaald op basis van laboratoriumstudies bij daglicht. In de berekening van de index worden de verticale verlichtingssterkte op ooghoogte E v [lux], de luminantie van de lichtbron L s [cd/m²], een zichthoek ω s ten opzichte van de lichtbron en een positie index P meegenomen. De validiteit van de DGP is getest voor waarden tussen 0,2 en 0,8 [6]. In tabel 2 zijn vier comfortklassen voor de DGP-index weergegeven. De voorkeur heeft om medewerkers geen enkel visueel discomfort (in de vorm van beeldschermreflecties en/of te hoge contrasten) te laten ervaren, wat Tabel 2: classificatie behorende bij daglicht -verblindingsindex DgP [6] DGP-index beschrijving < 0,35 verblinding niet waarneembaar 0,35 0,4 waarneembare verblinding 0,4 0,45 storende verblinding 0,45 onacceptabele verblinding

17 BINNENMILIEU EN GEZONDHEID Bouwfysica Jaarlijks overschrijdingspercentage van de DgP-index (> 0,40) voor de vier representatieve werkplekken bij toepassing van glas met en zonder bedrukking voor twee verschillende hemelcondities betekent dat DGP-index in het zichtveld van de medewerker de waarde van 0,35 niet mag overschrijden. Een lichte overschrijding wordt hier echter toegestaan, dus vandaar dat als beoordelingcriterium voor de analyse een DGP-index van maximaal 0,40 (waarneembare verblinding) is aangehouden. Daarnaast is gekeken of een absolute luminantiewaarde van meer dan cd/m² in het directe gezichtsveld niet wordt overschreden. Een (daglichtopening met een) luminantie van meer dan cd/m² resulteert nagenoeg altijd in verblinding [7]. RESULTATEN EN DISCUSSIE De uitgangssituatie voor alle doorgerekende varianten is de situatie, waarin het glas is voorzien van een bedrukking met stippen. Er is een vergelijking gemaakt tussen een situatie waarin onbedrukt (Low-E) glas is toegepast en een situatie met bedrukt (Low-E) glas als (zon- en/of) helderheidswering. Bedrukt glas Figuur 7 laat zien dat voor alle vier de geanalyseerde werkplekken een overschrijding van de Daylight Glare Probability (DGP) van 0,40 in het zichtveld van de medewerker voorkomt. De werkplek met de slechtste resultaten is werkplek 4. De overschrijding op werkplek 4 (zuid oriëntatie) bij een situatie met helder Low-E glas in de gevel zal voor meer dan 55% van de tijd dat het helder weer is voorkomen. In situaties met bewolking wordt de DGP nog steeds 43% van de tijd overschreden. Een noord oriëntatie (werkplek 2) is met betrekking tot verblinding vaak de meest gunstige werkpleklocatie, maar ook voor een werkplek op deze oriëntatie treedt er met helder glas meer dan 13% van de tijd visueel discomfort op. Figuur 7 laat tevens zien dat het toepassen van een bedrukking met stippen de DGP-index overschrijding met maximaal 1% reduceert. Voor alle berekende tijdstippen is de luminantieverdeling over de ruimte inzichtelijk gemaakt. Figuur 8 laat een voorbeeld zien voor deze verdeling op werkplek 3 (oost) bij een heldere hemel op 15 mei om 10:30u bij toepassing van helder Low-E glas zonder bedrukking (bovenste) en 8 voorbeeld van de luminantieverdeling op werkplek 3 (oost) bij een heldere hemel op 15 mei om 10:30u bij toepassing van helder Low-E glas zonder bedrukking (boven), met bedrukking (onder) met bedrukking (onderste plaatje). De twee figuren laten zien dat er te hoge luminantiewaarden (> cd/m²) in het gezichtsveld van de medewerker optreden. Daarnaast treedt er ook een ander effect op. Het stippenpatroon op het glas kan op bepaalde momenten van de dag een patroon op het bureau van de medewerker veroorzaken met luminanties van afgewisseld ±200 en > cd/m². Het contrast (> 1:10) dat daarbij ontstaat, is oncomfortabel en hinderlijk voor het menselijk oog. Een groot contrast tussen relatief donkere stippen en de heldere hemel treedt nagenoeg de hele dag op in het gevelvlak. Dit geldt vooral als de print wordt aangelicht door de zon. Toepassing horizontale lamellen Omdat de situatie met bedrukt glas onvoldoende resultaat geeft, is ook een situatie met helder glas in combinatie met horizontale lamellen doorgerekend. Figuur 9 laat de resultaten zien voor een situatie met glas in combinatie met horizontale lamellen. Toepassing van lamellen die 45 gekanteld worden, voorkomt het overschrijden van de DGP-index op de vier werkplekken bij beide hemelcondities gedurende het hele jaar (overschrijdingspercentage = 0-1%). In de situatie waarin de lamellen horizontaal worden gezet (kanteling 0 ) treedt er echter wel visueel discomfort op; tot bijna 24% van het jaar

18 Bouwfysica 9 Jaarlijks overschrijdingspercentage van de DgP-index (> 0,40) voor de vier representatieve werkplekken bij toepassing bedrukking of horizontale lamellen bij twee kantelingstanden voor twee verschillende hemelcondities op werkplek 4. Dit percentage zal iets lager zijn als de daglichtopening naast lamellen ook nog voorzien is van bedrukt glas. Opnieuw zijn ter vergelijking met de situatie met bedrukt glas zonder lamellen de luminantieverdelingen bekeken, wederom voor werkplek 3 om 10:30u (figuur 10). De berekende DGP-index voor de situatie met 45 -lamellen is 0,20, dus ruim onder het gestelde comfortcriterium. In Nederland schijnt ongeveer 35% van het jaar, op de momenten dat er daglicht aanwezig is, de zon [8]. Dit betekent dat op de overige momenten de lamellen niet onder een hoek van 45 hoeven te staan, maar bijvoorbeeld horizontaal (0 ) kunnen staan, waardoor vrij doorzicht naar buiten mogelijk is. Door gebruik te maken van automatisch gestuurde lamellen kan optimaal gebruik gemaakt worden van daglicht en uitzicht en kunnen comfortproblemen voorkomen worden. CONCLUSIES Onderzocht is hoe functioneel een decoratieve zeefdruk op de beglazing kan zijn als helderheidswering om visueel discomfort te voorkomen. Enkel en alleen het toepassen van glas met een (verlopend) stippenpatroon reduceert de kans op discomfort met maximaal 1% bij semibewolkte condities en zonnige condities (tussen 8:00u en 18:00u), en kan het visueel discomfort niet wegnemen. De resultaten van deze studie laten zien dat alleen de situatie waarin glas in combinatie met horizontale lamellen onder een hoek van 45 is toegepast aan het gestelde criterium voldoet (overschrijding van een DGP van 0,40 is 0% tot 1%; dit percentage zal zelfs nog iets lager zijn als de daglichtopening naast lamellen ook nog voorzien is van bedrukt glas). De kans dat in deze situatie (tussen 8:00u en 18:00u) beeldschermproblemen, hinderlijke reflecties of te hoge contrasten ontstaan, is acceptabel. Uitzicht naar buiten is in die situatie echter volledig beperkt. n 10 voorbeeld van de luminantieverdeling op werkplek 3 (oost) bij een heldere hemel op 15 mei om 17:00u bij toepassing van helder Low-E glas zonder (boven) en met horizontale lamellen met 45 kanteling (onder) BRONNEN [1] Haan, K. de, (2008), De invloed van gezeefdrukt glas op de daglichttoetreding en het uitzicht in verblijfsruimtes, Master 1 rapport TU Eindhoven, 41 pagina s [2] Altan, H., Ward, I., Mohelnikova, J., Vajkay, F., (2009), An internal assessment of the thermal comfort and daylighting conditions of a naturally ventilated building with an active glazed facade in a temperate climate, Energy and Buildings, Volume 41(1): [3] LBNL, (2011), Solar control façades, Commercial building facades, [4] Tuaycharoen, N., Tregenza, P. R., (2007), View and discomfort glare from windows, Lighting Research and Technology, 39(2): [5] Larson, G.W., Shakespeare, R., (1998), Rendering with Radiance, Morgan Kaufmann Publishers, 664 pp., ISBN [6] Wienold, J., Christoffersen, J., (2006), Evaluation methods and development of a new glare prediction model for daylight environments with the use of CCD cameras, Energy and Buildings, Volume 38(7): [7] Osterhaus, W.K.E. (2009), Design Guidelines for Glare-free Daylit Work Environments, Proceedings Lux Europa, Istanbul, 9-11 September 2009 [8] Velds, C.A., (1992), Zonnestraling in Nederland, Thieme-Baarn / KNMI, ISBN X, 170 pagina s

19 Binnenmilieu en gezondheid Bouwfysica intelligente daglichtsystemen de toepassingsmogelijkheden Van smart materials dit artikel gaat over intelligente daglichtsystemen, waarbij smart materials in het glasoppervlak van de gevel zijn geïntegreerd. Bij deze daglichtsystemen kan de transmissie van de beglazing op ieder moment aangepast worden aan de hand van klimaat en/of gebruikseisen. hierdoor kan zowel het comfort van het binnenklimaat worden verbeterd, als het energieverbruik voor verwarming, koeling en verlichting worden teruggedrongen. er zijn twee soorten intelligente daglichtsystemen: passieve en actieve systemen. Verschillende technologieën worden besproken, waarbij hun voor en nadelen worden toegelicht. daarnaast wordt onderzocht met welke factoren bij het gevelontwerp rekening dient te worden gehouden. op dit moment zijn nog niet veel technologieën terug te vinden als commerciële applicatie, maar de ontwikkelingen zijn veelbelovend, met name op het gebied van electrochromische daglichtsystemen. ir. H.IJ. (Hester) Hellinga, Faculteit Bouwkunde, TU Delft ir. C.M.J.L.(Charlotte) Lelieveld, Faculteit Bouwkunde, TU Delft inleiding In de hedendaagse architectuur worden veel gebouwen gerealiseerd met grote raamvlakken of volledig glazen gevels. Ondanks hoogwaardige glasontwikkelingen zijn deze raamvlakken nog vaak zwakke plekken in het gebouw op het gebied van energieverbruik en comfort. Mensen hebben echter behoefte aan ramen, omdat ramen zorgen voor daglichttoetreding voor contact met buiten en de mogelijkheid bieden om met buitenlucht te ventileren. Door toepassing van daglichtsystemen kan de dag- en zonlichttoetreding door het raam worden beïnvloed. Dit heeft twee doelen: het visueel en thermisch comfort te verbeteren; het energieverbruik door HVAC (verwarming, ventilatie en koeling) en kunstlicht terug te dringen. intelligente daglichtsystemen De term smart materials is een bekende Engelse term die wordt gebruikt voor een specifieke materialengroep [1]. Deze materialen beschikken over intrinsieke eigenschappen die het mogelijk maken om hun karakteristieken te Bij traditionele mechanische systemen, zoals lamellen en (rol)gordijnen, worden deze twee doelen niet altijd bereikt. Wanneer het daglichtsysteem bijvoorbeeld aan de binnenzijde van het raam is bevestigd, zijn de warmtewerende eigenschappen van het systeem beperkt. Ook kan door verkeerd gebruik van het systeem zowel het comfort als het energieverbruik nadelig worden beïnvloed. Het komt regelmatig voor dat in kantoorgebouwen het kunstlicht de hele dag aanstaat terwijl de zonwering volledig is gesloten (figuur 1). Dit artikel gaat over een ander soort systemen, namelijk over intelligente daglichtsystemen. Hierbij zijn smart materials in het glasoppervlak van het raam geïntegreerd. Eerst worden verschillende intelligente daglichtsystemen en hun eigenschappen besproken en worden de voor- en nadelen van de systemen gegeven in vergelijking met traditionele mechanische systemen. Vervolgens wordt onderzocht welke ontwerpparameters een rol spelen bij het ontwerp van intelligente gevels waarin smart materials worden toegepast. 1 Een voorbeeld van een traditioneel daglichtsysteem, waarbij de lamellen volledig gesloten zijn, en kunstlicht gebruikt wordt

20 Bouwfysica Tabel 1: overzicht passieve systemen en lichttransmissie waarden technologie stimulus visuele lichttransmissie transparant visuele lichttransmissie translucent fotochromisch (Pc) ultraviolet licht 60% 4% thermotropisch (Tc) temperatuur 70 % 16-44% thermochromisch temperatuur > 50% < 10% veranderen onder invloed van externe stimuli [2]. De materialen beschikken over sensorische en responsieve eigenschappen, hierdoor kunnen ze hun fysieke verschijning aanpassen aan de hand van een impuls. In het geval van daglichtsystemen kan bijvoorbeeld de transmissie, transparantie en/of kleur van het materiaal worden aangepast, aan de hand van lichtintensiteit, temperatuur of elektriciteit. In de literatuur wordt de toepassing van smart materials in beglazing aangeduid met smart window [3], intelligent window [4], of switchable window [5-9], in dit artikel wordt de term intelligente daglichtsystemen gebruikt voor systemen waarbij de transmissie van de beglazing op ieder moment aangepast kan worden aan de hand van klimaat en/of gebruikerseisen [5]. Hiermee onderscheiden deze systemen zich van statische systemen waarbij gebruikt wordt gemaakt van bijvoorbeeld coatings, folies of geëmailleerd glas. Er zijn twee soorten intelligente daglichtsystemen. Ten eerste zijn er de passieve systemen, waarbij de omgevingsstimuli direct de fysieke verschijning van het glasoppervlakte beïnvloeden, zonder inmenging van een extern systeem. Omdat het bij deze systemen een materiaaleigenschap betreft, is het lichtniveau of de temperatuur waarbij er omgeschakeld wordt niet aanpasbaar tijdens het gebruik. Daarnaast zijn er de actieve systemen, waarbij het glasoppervlak extern gestimuleerd wordt. Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan door een controlesysteem, welke in de meeste gevallen geschakeld is aan één of meerdere sensors. Een voordeel van deze systemen is dat de activeringswaarden aangepast kunnen worden aan de lokale omstandigheden en wensen van de gebruiker. passieve systemen Passieve systemen worden aangestuurd door omgevingsstimuli zoals licht (fotoresponsief) en warmte (thermosresponsief). Het toepassen van bedrading en controlesystemen is hiervoor overbodig. Voor architectonische toepassingen zijn er twee soorten systemen: de chromische materialen; de tropische materialen. 2 Thermochromisch systeem [11] Bij chromische materialen treedt een kleurverandering op onder invloed van ultraviolet licht (fotochromisch) of temperatuur (thermochromisch). Een voordeel van chromische systemen boven veel traditionele zonweringsystemen is dat het mogelijk is om naar buiten te kijken door het donker gekleurde oppervlak (zie figuur 2). Bij tropische materialen ontstaat een diffuus oppervlak door een polaroid effect. Thermotropische materialen zijn transparant tijdens lage temperaturen en translucent bij hoge temperaturen. In translucente toestand verdwijnt het uitzicht en ontstaat er een oppervlak dat een diffuus licht verspreidt. In tabel 1 is een overzicht gegeven van de verschillende passieve systemen en de bijbehorende transmissiewaarden voor zichtbaar licht. Doordat passieve systemen door omgevingsstimuli worden geactiveerd, verloopt de transitie tussen de transparante en translucente fase niet homogeen over het oppervlak [9]. Er zal hierdoor een fase ontstaan waarbij delen van het glas transparant zijn en delen translucent. Passieve systemen zijn weinig terug te vinden in commerciële applicaties. Een nadeel van de systemen is dat de gebruiker niet de mogelijkheid heeft om het systeem te controleren. Uit gebruikersonderzoek is gebleken dat er een voorkeur uitgaat naar systemen waarbij wel individuele controle mogelijk is [10]. Ook is het niet altijd gunstig voor het energiegebruik dat passieve systemen alleen op omgevingsparameters reageren. In de zomer zal het gewenst zijn om de zonnewarmte te blokkeren, in de winter wil men juist de warmte binnenlaten. actieve systemen Op het gebied van actieve systemen is er veel ontwikkeling gaande. In tabel 2 is een overzicht gegeven van de verschillende soorten actieve daglichtsystemen en de bijbehorende transmissiewaarden voor zichtbaar licht. Van al deze systemen zijn de electrochromische systemen het meest ontwikkeld. Externe stimuli De stimulus voor electrochromische, liquid crystal en suspended particle daglichtsystemen is elektriciteit. Zowel liquid crystal systemen, als suspended particle daglichtsystemen vereisen over het algemeen een continue energietoevoer voor het behouden van de transparante fase [3], hoewel er recent systemen zijn ontwikkeld waarbij dit niet nodig is [7, 12]. Electrochromische zonwering beschikt over een geheugen van 12 tot 48 uur, waardoor er alleen een onderhoudende pulscorrectie vereist is. Hierbij, is de frequentie afhankelijk van het gebruikte materiaal [8, 13]. Gasochromische ramen worden geactiveerd door waterstof in plaats van elektriciteit. Omdat er lage concentraties

21 Binnenmilieu en gezondheid Bouwfysica Tabel 2: overzicht actieve systemen en bijbehorende lichttransmissie waarden technologie stimulus visuele lichttransmissie transparant visuele lichttransmissie translucent energie consumptie electrochromisch (Ec) electriciteit % 3,5-10% 1-5 v gasochromisch (gc) waterstof 50-60% 11-15% niet bekend Polymer Dispersed Liquid crystal (PDLc) electriciteit 80% 30% v suspended Particle Device (spd) electriciteit 80% 50% 100 v waterstof worden gebruikt (0,1-10%) bestaat er geen brandgevaar [9]. Door toevoeging van waterstof aan de raamconstructie verandert deze in gekleurde toestand. Het raam wordt transparant wanneer de waterstof wordt verwijderd door toevoeging van een ander transparant gas, zoals zuurstof [3]. Een nadeel van deze technologie is dat er gasleidingen nodig zijn voor de aansturing, welke installatieruimte vereisen [9]. Kleur en lichttransmissie De translucente fase van de electrochromische systemen kunnen in verschillende kleuren uitgevoerd worden. Het is bij deze systemen bovendien mogelijk de transparantie stapsgewijs aan te passen. Als een groot glasoppervlakte is opgebouwd uit verschillende glaselementen, zal er altijd een klein kleurverschil ontstaan tussen de verschillende elementen, er ontstaat een zogenaamd schaakbord effect [14]. Een belangrijk nadeel van electrochromische beglazing is dat de kleurintensiteit van de translucente fase degradeert over lange tijd. Omdat de verschillende panelen in een gevel niet in gelijke mate zullen degraderen, zal er in de loop van de tijd een verkleuring waarneembaar zijn. Ook bij het vervangen van panelen zal het kleurverschil met de oude panelen opvallen [15]. Bij liquid crystal systemen kan, net als bij de electrochromische systemen, de translucente fase ook in verschillende kleuren uitgevoerd worden en is het mogelijk om de transparantie te variëren. Een verschil tussen het liquid crystal daglichtsysteem en de andere systemen is dat de verschillende standen van het systeem niet de zontransmissie beïnvloeden, waardoor de transmissiewaarden gelijk blijven aan die van het glas zelf [16]. Een nadeel van liquid crystal systemen is dat door UV licht er bij de systemen degradatie kan optreden, waardoor de transparante fase een beetje gelig wordt [3]. omschakelsnelheden gevonden variërend van 1 tot 7 minuten [14]. De omschakelsnelheid neemt af bij omgevingstemperaturen onder de 10 C, waarbij de omschakeltijd kan oplopen tot soms wel 85 minuten [3]. Liquid crystal en suspended particle systemen hebben een veel lagere omschakelsnelheid van respectievelijk 10 milliseconden [17] tot enkele seconden [13]. De gemiddelde levensduur van liquid crystal en suspended particle systemen ligt op 3*10 6 [17] tot 10 6 cycli [13]. Electrochromisch glas ligt daarbij in de buurt met 10 5 cycli [3]. Het is bij electrochromisch glas gebruikelijk een garantie van 5 tot 10 jaar te gegeven [3, 18]. Gasochromische systemen zijn nog niet commercieel leverbaar, deze bevinden zich in een onderzoeksfase. intelligente Versus mechanische daglichtsystemen Intelligente daglichtsystemen worden op dit moment bij weinig projecten toegepast. Verschillende factoren moeten nog geoptimaliseerd worden, voordat de systemen geschikt zijn voor applicatie op grote schaal, zoals de afmetingen, omschakelsnelheid en duurzaamheid van de systemen. De toepassing van actieve intelligente daglichtsystemen op grote glasoppervlakken is niet optimaal. Bij de fabricatie op grote oppervlakken treden defecten op [7]. Een ander nadeel van intelligent daglichtsystemen systemen zijn de hoge productiekosten, waardoor de toepassing van HR-glas met een traditionele zonwering een stuk rendabeler is. De kosten voor HR-glas is op het moment 145 /m 2 in vergelijking met 700 /m 2 voor electrochromische beglazing [19]. Intelligente daglichtsystemen hebben ten opzichte van mechanische systemen echter een paar belangrijke voordelen. Voor mechanische systemen is er een grotere con- Bij suspended particle en gasochromische systemen is er slechts een zeer beperkte keuze mogelijk tussen verschillende kleuren. Suspended particle systemen worden alleen uitgevoerd in grijs en zwart tinten en de gasochromische systemen alleen in blauwtinten. Een voordeel van gasochromische systemen ten opzichte van electrochromische systemen is dat de ramen in de transparante fase over een hogere lichttransmissie beschikken, waardoor er meer zichtbaar licht wordt binnengelaten. Omschakelsnelheid en levensduur De omschakelsnelheid van electrochromische systemen is afhankelijk van de gebruikte kleurtechnologie en afmetingen van het systeem. Bij grotere paneelafmetingen neemt 3 de reactietijd af. Bij temperaturen boven de 10 C worden Liquid crystal systeem [11] 4 Electrochromisch systeem [18]

22 Bouwfysica 5 Liquid crystal systeem, transparant [18] 6 Liquid crystal systeem, translucent [18] structieruimte nodig en ze zijn vaak onderhoudsgevoelig. Buitenzonwering is onderhevig aan weersinvloeden, waardoor deze sneller zullen uitvallen dan binnenzonwering (figuur 7) De meeste intelligente daglichtsystemen hebben deze nadelen niet, waardoor de installatie- en onderhoudskosten voor klimaatinstallaties en mechanische zonwering worden verlaagd. Daarnaast kunnen externe mechanische daglichtsystemen niet op grote hoogte worden toegepast in verband met de windbelasting. Intelligente systemen ondervinden geen nadelige effecten bij toepassing op hoogbouw. Ook produceren ze geen geluid bij de overgang tussen transparant en translucent, wat bij mechanische systemen meestal wel het geval is. ontwerpparameters Er zijn veel factoren die van invloed zijn op de prestatie van intelligente daglichtsystemen. Voor de bouwfysische prestatie is de range aan transmissiewaarden van zowel het zichtbare licht als het niet zichtbare deel van het lichtspectrum (IR en UV) van belang. In de literatuur wordt vaak alleen de transmissie van een enkele golflengte gegeven, maar dit geeft weinig informatie over de algemene prestatie van het systeem [3]. Daarnaast zijn de kosten vaak bepalend voor de keuze voor een bepaald systeem. De kosten hangen samen met de aanschafkosten, levensduur, het benodigde onderhoud en het energiegebruik. Andere kenmerken van intelligente daglichtsystemen zijn de thermische eigenschappen van de materialen, de bedieningsmogelijkheden, de overgangstijd van transparant naar translucent en eventueel het benodigde voltage. Tabel 3 geeft een overzicht van parameters die van belang zijn voor het ontwerp van intelligente daglichtsystemen. In de volgende paragraaf wordt verder ingegaan op de materiaalkeuze. 7 Traditionele mechanische daglichtsystemen zijn vaak erg onderhoudsgevoelig Materiaalkeuze van de verschillende geveldelen Voor de materiaalkeuze is het aan te raden om niet naar de gevel als één geheel te kijken, maar een onderscheid te maken tussen verschillende delen van de gevel. Wanneer gekeken wordt naar bijvoorbeeld de glazen vliesgevel van een kantoorvertrek kan deze opgedeeld worden in drie delen met ieder hun eigen functie. De bovenkant dient er vooral voor om daglicht diep in de ruimte te brengen, zodat er een gelijkmatige lichtverdeling ontstaat. Het middelste deel is belangrijk voor het uitzicht, en zorgt voor een hogere daglichttoetreding voor in de ruimte. De onderkant kan het gevoel van veiligheid en privacy van de kantoormedewerkers beïnvloeden. Ieder van deze delen heeft andere aandachtspunten. Door te kiezen voor afzonderlijk bedienbare geveldelen is het mogelijk om een gevel te ontwikkelen waarbij de verschillende functies optimaal tot hun recht komen. Het kan interessant zijn om hierbij verschillende (intelligente) daglichtsystemen met elkaar te combineren. Hiervan zijn echter nog nauwelijks voorbeelden te vinden. Nitz en Hartwig [5] bespreken een ontwerpoplossing waarbij thermotropische systemen worden gecombineerd met mechanische zonwering. Een nadeel van dit voorstel is dat het uitzicht op zichthoogte volledig wordt geblokkeerd. Voor het behoud van uitzicht kan beter gebruik worden gemaakt van chromische systemen. conclusie Intelligente daglichtsystemen beschikken over de voordelen van in het raam geïntegreerde materialen en dynamische zonwering. Met de toepassing van intelligente daglichtsystemen is het mogelijk om het uitzicht te handhaven en tegelijk de lichttransmissie en warmtetransmissie te verlagen, waardoor verblinding en nadelige effecten voor de warmte- en/of koellast worden voorkomen. Hierbij is een aanzienlijke energiewinst te halen.

23 Binnenmilieu en gezondheid Bouwfysica Tabel 3: ontwerpparameters voor het ontwerp van intelligente daglichtsystemen, gebaseerd op [20] input omvat bepaalt project locatie en omgeving gebouw dimensies gebruik coördinaten locatie, context (bijv. stad of dorp), klimaattype (wind- en zonbelasting) diepte, hoogte breedte gebouw, oriëntatie gevel, plattegrond functie gebouw/ruimte, benodigde lichtniveaus, belastingschema s (energie, warmte- en koellast) raamgrootte, systeemkeuze: isolatiewaarden, kleur en reflectie raamgrootte, systeemkeuze: isolatiewaarden zonwering en lichttransmissie bediening intelligent daglichtsysteem en kunstlicht, type ventilatie (natuurlijk of mechanisch), benodigde installaties ontwerpdoelstellingen m.b.t. visueel comfort uitzicht, daglichttoetreding, verblinding raamgrootte, systeemkeuze: transparantie en transmissie zichtbaar licht, zonwering complexiteit mate van automatisering, installaties bediening intelligent daglichtsysteem, kunstlicht en ventilatie, benodigde installaties kosten aanschafkosten, levensduur, onderhoud, energiegebruik systeemkeuze, onderhoud, bedieningsstrategie Op dit moment worden intelligente daglichtsystemen nog bij weinig projecten toegepast. Verschillende factoren moeten nog geoptimaliseerd worden, voordat de systemen geschikt zijn voor applicatie op grote schaal, zoals de kosten, afmetingen, omschakelsnelheid en duurzaamheid. Van alle beschikbare systemen is de ontwikkeling van electrochromische systemen op dit moment het verst gevorderd. Deze systemen hebben als groot voordeel dat in de translucente fase het uitzicht wordt behouden. Een nadeel van electrochromische systemen is dat er problemen kunnen ontstaan met de omschakelsnelheid tussen de transparante en translucente fase. Er zijn veel parameters die een rol spelen bij de uiteindelijke keuze voor een bepaald type intelligente daglichtsysteem. Voor de materiaalkeuze wordt aanbevolen een onderscheid te maken tussen verschillende delen van de gevel, omdat deze ieder een andere functie hebben ten aanzien van het visueel comfort. n Een uitgebreide beschrijving van intelligente daglichtsystemen kunt u vinden in een artikel van Baetens e.a. [3]. Hierin worden de systemen besproken die op de markt zijn, evenals de materialisatie en precieze eigenschappen. Bronnen [1] Addington, M. and Schodek, D., Smart Materials and Technologies, 2005, Oxford: Architectural Press [2] Ansari, F., Maji, A., and Leung, C., Intelligent civil engineering materials and structures a collection of stateof-the-art papers in the applications of emerging technologies to civil structures and materials, 1997, New York: ASCE, 299 [3] Baetens, R., Jelle, B.P., and Gustavsen, A., Properties, requirements and possibilities of smart windows for dynamic daylight and solar energy control in buildings: A state-of-the-art review, Solar Energy Materials and Solar Cells, 2010, 94(2): p [4] Watanabe, H., Intelligent window using a hydrogel layer for energy efficiency, Solar Energy Materials and Solar Cells, 1998, 54(1-4): p [5] Nitz, P. and Hartwig, H., Solar control with thermotropic layers, Solar Energy, 2005, 79(6): p [6] Platzer, W.J., Switchable Facade Technology - Energy Efficient Offices with Smart Facades, in ISES Solar World Congress, 2003: Goteborg, Sweden [7] Lampert, C.M., Progress in switching windows, in Solar and Switching Materials 2001, San Diego, CA, USA: SPIE [8] Lampert, C.M., Large-area smart glass and integrated photovoltaics, Solar Energy Materials and Solar Cells, 2003, 76(4): p [9] Lampert, C.M., Chromogenic smart materials, Materials Today, 2004, 7(3): p [10] Wilson, H.R., Chromogenic Glazing: Performance and Durability Issues as Adressed in IEA task 27, 2002, Fraunhofer Institute for Solar Energy Systems [11] Pleotint, [12] Peer+ Glass, [13] Smart Glass, [14] Lee, E.S., et al., Advancements of Electrochromic Windows, P. California Energy Commission, Editor, 2006: Berkeley [15] Lee, E.S. and DiBartolomeo, D.L., Application issues for large-area electrochromic windows in commercial buildings, Solar Energy Materials and Solar Cells, 2002, 71(4): p [16] Carmody, J., Window systems for high-performance buildings, 2004, New York: Norton, 400 [17] Interpane, [18] Saint- Gobain, 10/11/2009 [19] National Renewable Energy Laboratory, [20] Ochoa, C.E. and Capeluto, I.G., Advice tool for early design stages of intelligent facades based on energy and visual comfort approach, Energy and Buildings, 2009, 41(5): p [21] Hubalek, S., Brink, M., and Schierz, C., Office workers daily exposure to light and its influence on sleep quality and mood, Lighting Research and Technology, 2010, 42(1): p [22] Velarde, M.D., Fry, G., and Tveit, M., Health effects of viewing landscapes - Landscape types in environmental psychology, Urban Forestry & Urban Greening, 2007, 6(4): p [23] Begemann, S.H.A., Van Den Beld, G.J., and Tenner, A.D., Daylight, artificial light and people in an office environment, overview of visual and biological responses, International Journal of Industrial Ergonomics, 1997, 20(3): p

24 Bouwfysica Op zoek NAAr het IDeAle NeDerlANDse raam WAt Is De IDeAle raamafmeting gelet Op VIsueel comfort en energie VerBruIk? Bij de meeste kantoorgebouwen worden er voor de verschillende geveloriëntaties identieke ramen (daglichtopeningen) toegepast. Dat is vreemd want de baan van de zon is voor iedere oriëntatie anders en daarmee ook de hoeveelheid zonne-energie die via dit raam de ruimte binnentreedt. In dit onderzoek is voor een standaard kantoor in Nederland bepaald welke afmeting het gunstigst zou zijn voor zowel het visueel comfort als voor het energiegebruik ten gevolge van kunstlicht, verwarming en koeling. Als helderheidwering werden horizontale lamellen aan de binnenzijde toegepast. De conclusie van dit onderzoek is dat het minste energie verbruikt wordt bij een gemiddeld glasoppervlak van 14% van de gevel, oriëntatie onafhankelijk. Voor de noordgevel heeft de raamafmeting de minste invloed op het energieverbruik terwijl dit voor de zuidgevel het grootst is. ir. T.F. (Thomas) Bolster, TU/e, Building Physics and Systems ir. M.P.J. (Mariëlle) Aarts, TU/e, Building Physics and Systems INleIDINg Probleemstelling Veel Nederlandse kantoorgebouwen hebben identieke gevelopeningen voor alle oriëntaties. De vraag is of dit vanuit energetisch oogpunt en visueel comfort ook de beste oplossing is. Figuur 1[1] geeft aan wat de invloed van raamafmeting is op het energieverbruik. Naar mate het raam groter wordt, stijgt de daglichttoetreding in de ruimte en zal de energie die nodig is om de ruimte te verlichten dalen. Echter, doordat het raam vaak het slechtst isolerende deel van de gevel is, vindt hierdoor het meeste warmteverlies plaats gedurende de koude maanden. Daarnaast brengt de zon warmte via het raam in de ruimte waardoor in de warme maanden een hogere koellast zal ontstaan. Bij een groter raam zal hierdoor het energieverbruik voor verwarmen en koelen van de ruimte juist stijgen. Ergens zit er een optimum; de raamafmeting waarbij er het minste extra energie nodig is om de ruimte comfortabel te houden. In figuur 1 zijn echter twee aspecten niet meegenomen. Allereerst de oriëntatie van de gevel. Op het noorden is de zontoetreding anders dan op het zuiden. Zo zal er bij een zuidelijk georiënteerde gevel meer warmte en meer licht binnen komen dan bij een gevel op het noorden. Ten tweede het visueel comfort. Meer zontoetreding in een ruimte verhoogt de kans op verblinding. Tegen verblinding van de zon worden in kantoren vaak horizontale lamellen toegepast. Het nadeel hiervan is dat ze ook het 1 relatie tussen energieverbruik en raamafmeting, overgenomen uit naker en steemer [1]

25 energie en milieu Bouwfysica niet verblindende licht tegen houden. Hierdoor zullen ze dus direct invloed hebben op het energieverbruik. Tabel 1: Betekenis Dgi verblindinggraad DgI In Nederlandse kantoorgebouwen wordt een groot deel van het energieverbruik (21%) gebruikt voor verlichting [2]. Vandaar dat er veel onderzoek gedaan wordt om dit energieverbruik te verminderen. Dit kan gedaan worden door energiezuinigere lampen, maar het is effectiever om een passieve integratie van daglicht en elektrisch licht te realiseren. net waarneembaar acceptabel 20 grens tussen comfortabel en niet comfortabel 22 net oncomfortabel onverdraagbaar 28 Kortom: Wat zou de ideale raamgrootte zijn, per gevelorientatie, op basis van optimaal visueel comfort en minimaal energiegebruik in een kantoorruimte in Nederland, uitgaande van horizontale lamellen voor zonwering? methode VAN ONDerzOek Onderstaand zijn de uitgangspunten van het onderzoek weergegeven en de methode beschreven. Voor de verschillende aspecten worden de eenheden en formules nader toegelicht. Visueel comfort Het visueel comfort van de ruimte bestaat uit de aspecten (dis)comfort ten gevolge van verblinding en de behoefte aan licht voor het goed kunnen uitvoeren van visuele taak, uitgedrukt in verlichtingssterkte. Ter bepaling van (dis)comfort ten gevolge van verblinding zijn er diverse indices ontwikkeld. Enkele hiervan zijn de CIE Glare Index (GI), Daylight Glare Index (DGI), Unified Glare Rating (UGR), Visual Discomfort Probablity (VCP) en de Daylight Glare Probability (DGP) [3]. In dit onderzoek is gewerkt met de DGI. De DGI wordt berekend door vanuit een kijkerpositie de luminantie en verdeling van grote verschillen van luminantie te berekenen. De daylight glare index wordt uitgedrukt in de volgende formule [4]: (1) De DGI wordt berekend vanuit de glare index, de GI. Deze wordt berekend uit de volgende formule: (2) Waarin: GI = verblindingsfactor, GI L w = gemiddelde luminantie van het raam gezien vanuit het meetpunt [cd/m 2 ] L b = de luminantie van het oppervlak rondom het raam [cd/m 2 ] ω = de ruimtehoek van de bron [sr] Ω = de ruimtehoek vanuit het raam, gemodificeerd voor de zichthoek [sr] In tabel 1 is te zien wat de waardes van de DGI betekenen [5]. Hoe hoger de DGI, hoe minder comfortabel. Ter bepaling van de benodigde hoeveelheid energie ten behoeve van het verlichten wordt uitgegaan van een minimum verlichtingssterkte voor het verrichten van bepaalde visuele taken. In dit onderzoek zijn de waardes omschreven in NEN [6] voor kantoorruimtes aangehouden. Dit betekent een minimale verlichtingssterkte van 500 lux op het werkvlak. Berekeningsprogramma Om een antwoord op de onderzoeksvraag te krijgen zijn er computersimulaties uitgevoerd met het programma EnergyPlus [7]. EnergyPlus is een programma ontwikkeld door de Amerikaanse overheid om het energie- en waterverbruik van gebouwen te voorspellen en is op meerdere methodes gevalideerd [8]. Tevens kan met EnergyPlus de verlichtingsterkte en Daylight Glare Index (DGI) worden berekend. Invoergegevens In EnergyPlus is een gestandaardiseerde kantoorruimte gemodelleerd [9], waarbij de raamafmeting en oriëntatie gevarieerd worden. In tabel 2 staat een overzicht van de invoergegevens en in figuur 2 is te zien welke zeven raamafmetingen zijn gebruikt. EnergyPlus maakt gebruik van klimaatbestanden. In dit onderzoek is gekozen voor Amsterdam als locatie van het kantoorgebouw [10]. Het Tabel 2: invoergegevens EnergyPlus instellingen algemeen: kantoorafmetingen 3,5 m x 5,3 m x 2,7 m kantooruren 09:00u 18:00u verwarmingssetpoint 20 c koelingsetpoint 23 c verlichting 200 w (10,8 w/m 2 ) warmtedoorgangscoëfficiënt façade warmtedoorgangscoëfficiënt andere oppervlaktes glas: transmissiewaarde (LTa) 0,81 g-waarde 0,72 warmtedoorgangscoëfficiënt raamafmetingen (7) 0,3 w/m 2 K adiabatisch 2,56 w/m 2 K centraal in het gevelvlak (5%, 14%, 20%, 35%, 55%, 79% en 87%)

26 Bouwfysica Protocol Om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden is een protocol opgezet. Dit protocol geeft de stappen weer die genomen zijn. Schematisch wordt het protocol in figuur 5 weergegeven. 2 De verschillende raamafmetingen Fase 1 Om te bepalen of en wanneer er verblinding optreedt, is er allereerst gekeken naar de kantoorruimte zonder zonwering. Per oriëntatie wordt de gemiddelde dagelijkse verblindingsfactor (DGI) bij het grootste raam (87%) en kleinste raam (5%) berekend. Fase 2 Omdat de waardes van de DGI de grens met regelmaat overschrijden worden de horizontale lamellen in een stand van 90, voor het raam geplaatst. Dit zou de verblindingsfactor moeten verlagen. Wederom wordt de gemiddelde dagelijkse DGI per oriëntatie berekend bij de twee uiterste raamafmetingen. 3 overzicht van het kantoor kantoor wordt verwarmd en gekoeld met een zogenaamd ideal loads system. Dit betekent dat er precies zo veel energie wordt gebruikt om de ruimte te koelen en verwarmen, opdat de temperatuur binnen de setpoints blijft. Dit gebeurt met het toevoeren van warme (50 C) of koude (13 C) lucht. Het glas van het raam is normaal dubbelglas. Aan de binnenkant van het raam bevinden zich horizontale lamellen met een lamelbreedte van 2,5 cm. Het meetpunt voor de verlichtingssterkte en verblinding bevindt zich 1000 mm vanaf het raam op werkvlak hoogte (800 mm), zoals schematisch wordt weergegeven in figuur 3. De berekeningen zijn gemaakt voor kantoortijden van 09:00-18:00 uur. In dit onderzoek is ervoor gekozen om de zuidelijke, oostelijke en noordelijke gevel orientaties te nemen. De westgevel is niet meegenomen aangezien de verwachting was dat de resultaten vergelijkbaar zouden zijn met de oostelijke oriëntatie. Bepaling gebruik zonwering In dit onderzoek is de maximaal toelaatbare grens voor de DGI gesteld op 22 [4]. Dit is de grens tussen wat over het algemeen als acceptabel en onacceptabel wordt gezien (zie ook tabel 1). Om dit te kunnen bereiken zal de directe zoninstraling moeten worden tegen gehouden. In deze simulaties wordt gebruik gemaakt van interne horizontale lamellen, omdat deze vaak te vinden zijn in een kantoorgebouw. Deze kunnen omhoog en omlaag, en de hoek van de bladen kan worden aangepast. Hierbij is 0 de verticale positie parallel aan het raam en 90 een horizontale positie. Echter, door de fluctuaties van de zon kan het zijn dat deze grens van 22 soms wordt overschreden, zelfs met gesloten horizontale lamellen. De uiterste grens voor de DGI is 28. Waardes boven deze grens zou een verblinding opleveren die onverdraagbaar is. Fase 3 Uit fase 2 blijkt dat niet op ieder moment verblinding optreedt en de lamellen dus niet voor iedere situatie gewenst zijn. Lamellen zouden in dat geval alleen maar zonlicht tegenhouden en voor een hoger energieverbruik zorgen. Tevens blijkt dat voor andere situaties de lamellen, in een stand van 90, onvoldoende in staat zijn om de DGI te verlagen en dus niet voldoen. De volgende stap is het bepalen van de positie van de horizontale lamellen per geveloriëntatie. Dit is gedaan door voor de twee uiterste raamafmetingen lamellen op zeven verschillende hoeken te modelleren, namelijk 20, 40, 60, 80, 90, 100 en 120. Hiermee wordt de DGI en het energieverbruik bepaald. Omdat in de zomer- en wintersituatie de verblindingsfactor sterk verschilt is ervoor gekozen om een tijdsschema op te stellen voor de hoek van de lamellen. Het tijdschema met de hoeken per oriëntatie staat in tabel 3. Dit is gedaan door te kijken naar de gemiddelde maandelijkse verblindingsfactor. In figuur 4 is de gemiddelde DGI per maand uitgezet voor verschillende hoeken van de lamellen, voor de zuidgevel. Duidelijk wordt dat de grens van 22 ook met lamellen (90 ) overschreden wordt. Bij een hoek kleiner dan 60, is de maandelijkse gemiddelde DGI heel het jaar onder de 22. Ook de dagelijkse gemiddelde DGI komt dan niet boven de 28, wat de uiterste grens is. Voor het visueel comfort is een hoek kleiner dan 60 dan Tabel 3: Tijdschema voor de horizontale lamellen per oriëntatie maand zuidgevel oostgevel noordgevel januari 60 geen geen februari - maart geen april - juli september oktober geen november - december 60 geen geen

27 energie en milieu Bouwfysica Basis 3 oriëntaties Grootste (87%) en kleinste (5%) raamafmeting Analyse van de dagelijkse DGI Voldoen niet, Zonwering noodzakelijk 2. Lamellen 4 Dgi op de zuidgevel 3 oriëntaties Grootste (87%) en kleinste (5%) raamafmeting Analyse van de dagelijkse DGI DGI verbetert door lamellen 3. Bepaling hoek lamellen 3 oriëntaties Grootste (87%) en kleinste (5%) raamafmeting Analyse van de dagelijkse en de maandelijkse DGI Schema opgesteld voor lamellen per oriëntatie 4. Simulaties 6 Energieverbruik op de noordgevel 3 oriëntaties 7 verschillende raamafmetingen Analyse van het jaarlijkse energieverbruik koellast, warmtevraag en elektriciteit ook gunstig. In figuur 4 is ook te zien dat in de zomermaanden het verschil tussen de 60 en de 90 voor verblinding nihil is. Echter, bij een hoek van 90 komt er meer licht in het kantoor en waarmee ook het energieverbruik zal dalen. Daarom is er gekozen om de lamellen op de zuidgevel in de zomer onder een hoek van 90 te zetten en de rest van het jaar onder een hoek van 60. Met deze stand blijft de verblinding beperkt en is energetisch gezien het beter dan de hoeken kleiner dan 60. Op identieke wijze is dit ook voor de twee andere oriëntaties bepaald. Fase 4 In deze fase wordt per oriëntatie het tijdschema voor de lamellen toegevoegd. Per oriëntatie zijn zeven raamafmetingen gemodelleerd, zoals aangegeven in figuur 2. Vervolgens wordt het energieverbruik door EnergyPlus berekend. Door per oriëntatie en per raamafmeting het energieverbruik in grafieken uit te zetten volgt hieruit een ideale raamafmeting. Hierbij wordt gekeken naar het totale energieverbruik. Deze kunnen per oriëntatie vergeleken worden, waaruit vervolgens conclusies worden getrokken. resultaten Het energieverbruik in relatie tot raamafmeting is weergegeven in grafieken per geveloriëntatie. In de grafiek wordt onderscheid gemaakt tussen de koellast, warmtevraag, elektriciteit ten gevolge van kunstlicht en de som van deze waardes. 5 Bepaling optimum, Conclusies schematische weergave van de methode Noordgevel In figuur 6 is het resultaat te zien van de simulaties van een kantoorruimte met daglichtopeningen op de noordgevel. Te zien is hoeveel energie er wordt gebruikt voor het verwarmen, koelen en het verlichten van het kantoor bij de verschillende raamafmetingen. De grafiek laat zien dat het energieverbruik voor verlichting daalt bij een toenemend raamoppervlak. De ideale raamafmeting voor de noordgevel ligt bij de 14% van het geveloppervlak. Het verschil van het energieverbruik bij raamoppervlaktes tot 35% is 6,3% en daarmee uiterst gering. Daarna neemt het energieverbruik in de ruimte toe, met name door het toenemen van de warmtevraag door het warmteverlies door de slecht isolerende daglichtoppervlakten. Zuidgevel In figuur 7 is het energieverbruik te zien op de zuidgevel. Het verloop van deze grafiek komt qua vorm overeen met figuur 1. Het verschil tussen het minimum en het maximum energieverbruik is echter groter. De koellast is bij grote ramen de bepalende factor. Het optimum voor het totale energieverbruik ligt rond de 14%. Het optimum is

28 Bouwfysica Energieverbruik op de zuidgevel Energieverbruik op de oostgevel duidelijker aanwezig dan bij de noordgevel waarbij het dal van de grafiek veel platter is. Het maximale verschil tussen de raamoppervlaktes tot 35% is 8%, terwijl het verschil bij de raamoppervlaktes van 35% en groter 60% is. Op de zuidgevel speelt de zoninstraling en daarmee het ontstaan van een koudebehoefte de grootste rol. Oostgevel In figuur 8 is het resultaat van het onderzoek op de oostgevel te zien. Ook de oostgevel laat een vergelijkbare grafiek zien als de zuidgevel. De koellast en warmtevraag stijgen bij een groter wordend raamoppervlak. Het energieverbruik voor het kunstlicht daalt. Het optimum ligt nabij de 14% van het geveloppervlak. Het maximale verschil tussen de raamoppervlaktes tot 35% is 16%, terwijl het verschil bij de raamoppervlaktes van 35% en groter 52% is. Deze oriëntatie geeft een vergelijkbaar beeld als de zuidorientatie, alleen neemt hier niet alleen de koudebehoefte, maar ook de warmtevraag toe. Verder ligt het energieverbuik bij alle raamoppervlaktes hoger dan bij de noord- en zuidgevel. In figuur 9 is duidelijk te zien dat de eerste aannames klopten. Bij een groter raam daalt de energievraag voor het verlichten van de ruimte en stijgt de koellast en warmtevraag. Ten tweede is er te zien dat er weinig verschil zit tussen de gevels. Bij de noordgevel loopt de lijn van de totale energie minder snel op dan bij de andere twee gevels. Het totale energieverbruik is het hoogst bij de oostgevel en voor de kleine raamafmetingen is het energieverbruik bij de zuidgevel het laagst. conclusies Het protocol voor het onderzoeken van de ideale raamafmeting is relatief eenvoudig. Allereerst wordt per raamafmeting het visueel comfort gegarandeerd, vervolgens wordt gekeken welk energieverbruik daaraan gekoppeld is. Hieruit volgt dat er bij iedere oriëntatie verblinding optreedt. Voor een kantoorgebouw betekent dit dat op alle geveloriëntaties maatregelen moeten worden genomen om dit te kunnen beperken. Ten tweede zou de optimale raamgrootte voor alle oriëntaties rond de 14% van het geveloppervlak liggen. Op de noordgevel is het verschil tussen het beste en het slechtste raam het kleinst; 43% energieverbruik. Als men de raamgrootte verdubbelt van bijvoorbeeld 40% naar 80%, stijgt het totale energieverbruik slechts met 22%. Bij de andere gevels is dit veel hoger; op de zuidgevel 50% en oostgevel 43%. Gevels op het zuiden zijn met kleinere raamafmetingen het energiezuinigst. Opvallend is dat bij iedere raamafmeting de oostgevel de meeste energie verbruikt. Bij de ideale raamgroottes kan worden geconcludeerd dat bij de noord- en oostgevel bijna de helft (respectievelijk 45% en 48%) van de energie naar verlichting gaat, terwijl dat bij de zuidgevel maar 13% van het totaal is. Bij de gevel op het zuiden gaat de meeste energie (67%) naar de koeling, wat in vergelijking met de andere gevels relatief veel is. Mocht er een energiezuiniger klimaatsysteem worden toegepast dan zal de koellast dalen en de warmtevraag waardoor de optimale raamafmeting groter wordt. De energie die naar de verlichting gaat wordt dan belangrijker. Dit effect is het grootst op de zuidgevel, want daar wordt significant meer energie verbruikt door de thermische systemen dan door de verlichtingssystemen. Om de verblindingsfactor te verlagen en de ruimte visueel comfortabel te maken, is in dit onderzoek gebruik gemaakt van horizontale lamellen. Echter, om de verblindingsfactor te verlagen onder de grens van 22, zouden deze lamellen helemaal gesloten moeten zijn. Dit is niet wenselijk omdat dan het uitzicht volledig geblokkeerd wordt. Als de lamellen deels open staan, wordt de grens van 22 soms overschreden. Hieruit kan geconcludeerd worden dat horizontale lamellen niet geschikt zijn als zonwering. DIscussIe Een simulatiemodel is gebruikt om zo goed mogelijk de werkelijkheid te benaderen. Het gebruik van dit simulatiemodel brengt een aantal discussiepunten met zich mee. Allereerst is bij dit onderzoek gebruik gemaakt van de DGI om de verblinding te bepalen. Echter, er zijn veel indices om de verblinding te bepalen. Het feit dat er zoveel verschillende indices zijn geeft aan dat het lastig is om te bepalen wanneer het hinderlijk wordt en wat hiervan de precieze gevolgen zijn. Een andere index en een andere grenswaarde hebben direct gevolgen voor de resultaten van dit onderzoek. Daarnaast zullen de meeste indices een mate van subjectiviteit hebben, aangezien niet iedereen even gevoelig is voor daglicht. Er zouden zelfs culturele verschillen mee kunnen spelen [11].

29 energie en milieu Bouwfysica Totale energieverbuik per oriëntatie vergelijking van de zuidgevel Bij dit onderzoek is gebruik gemaakt van horizontale lamellen als zonwering. In deze berekening worden per oriëntatie maximaal drie verschillende standen berekend. In EnergyPlus bestaat de optie om te berekenen wat het energieverbruik is bij volledig geautomatiseerde lamellen die zo zijn ingesteld dat de verblindingsfactor onder de grenswaarde blijft. Figuur 10 laat zien dat het energieverbruik hierbij nog met 11% verder omlaag gaat. Echter, gekeken naar de stand van de lamellen, zijn deze het grootste deel van het jaar gesloten en kunnen de mensen dus ook niet naar buiten kijken. Tevens wordt in deze stand de grenswaarde van de verblindingsfactor nog soms overschreden waaruit nogmaals blijkt dat horizontale lamellen niet geschikt zijn als zonwering. Een volgende stap zou zijn om te zien wat de invloed is van andere typen zonwering op het visuele comfort en het energieverbruik. Volgens de gebruikte methode kan ook voor andere systemen de ideale raamafmeting bepaald worden. Het regelgedrag van zonneschermen door gebruikers is erg verschillend [12]. Hierdoor staan de horizontale lamellen niet altijd in de meest gunstige stand. In deze simulaties is het gedrag van de gebruiker buiten beschouwing gelaten. Door het gedrag van de gebruikers zouden de resultaten kunnen veranderen. In een volgend onderzoek zou de invloed van het gebruikersgedrag toegevoegd kunnen worden. Een ander punt dat de resultaten kan beïnvloeden is de positie van de gebruiker (meetpunt). Standaard wordt gekozen om deze één meter vanaf de gevel te plaatsen. Dit heeft echter wel tot gevolg dat het blikveld vanuit het meetpunt zelfs bij de kleinste ramenafmetingen al vrijwel alleen maar glas is. Daarbij komt dat gebruikers van kantoorgebouwen niet altijd recht voor het raam zitten en naar buiten kijken. Voor een volgend onderzoek zou het interessant zijn om ook te kijken naar wat de verblindingsfactor is wanneer de kijkrichting niet naar het raam toe is. De verwachting is dat dit gunstiger is voor het energiegebruik. Ten slotte zou er bij een vervolgonderzoek de invloed van beglazing op het energieverbruik en het visuele comfort nader bekeken kunnen worden. Glas met een lagere ZTAwaarde, hogere thermische isolatiewaarde en hogere LTA zullen gunstiger zijn voor het energieverbruik. n DANkWOOrD Graag bedank ik mijn twee begeleiders ir. M.P.J. Aarts en C.E. Ochoa Morales voor de begeleiding en hulp tijdens het afstudeerproject. BrONNeN [1] Naker, N.V., Steemers, K., THE LT METHOD 2.0, AN ENERGY DESIGN TOOL FOR NON-DOMESTIC BUILDINGS, Cambridge Architectural Research Ltd. (1992) [2] Senternovem, Meijer Energie & Milieumanagement B.V., ENERGIEVERBRUIK IN KANTOOR GEBOUWEN (2008) [3] Dogrusoy, I.T., Toreyen, M., A FIELD STUDY ON DETERMINATION OF PREFERENCES FOR WINDOWS IN OFFICE ENVIRONMENTS, Building and Environment 42, (2007) [4] Chauvel, P., Collins, J.B., Dogniaux, R., Longmore, J., GLARE FROM WINDOWS: CURRENT VIEWS OF PROBLEM, Lighting Research and Technology 14, (1982) [5] Velds-Knupp, GLARE FROM WINDOWS REPORT OF CIE DIVISION 3 R3-19 (2006) [6] NEN-EN , LICHT EN VERLICHTING WERK- PLEKVERLICHTING -DEEL 1: WERKPLEKKEN BINNEN (2003) [7] Software EnergyPlus: buildings/energyplus/ [8] Validatie EnergyPlus: buildings/energyplus/energyplus_testing.cfm [9] Dijk, D. van, REFERENCE OFFICE FOR THERMAL, SOLAR, LIGHTING CALCULATIONS, TNO Building and construction Research Department Sustainable Energy and Buildings (2001) [10] Klimaatbestand EnergyPlus Amsterdam: weather_data3.cfm/region=6_europe_wmo_region_6/ country=nld/cname=netherlands [11] Ghisi, E., Tinker, J.A., AN IDEAL WINDOW AREA CONCEPT FOR ENERGY EFFICIENT INTEGRATION OF DAYLIGHT AND ARTIFICIAL LIGHT IN BUILDINGS, Building and Environment 40, (2005) [12] Galasiu, A.D., Veitch, J.A., OCCUPANT PREFERENCES AND SATISFACTION WITH THE LUMINOUS ENVIRONMENT AND CONTROL SYSTEMS IN DAYLIT OFFICES: A LITERATURE REVIEW, Energy and Buildings 38, (2006)

30 Bouwfysica ER ZIT MUZIEK IN DE SCHADUWKANT VAN HET LICHT Wat is goede lichtkwaliteit? Als we aan de normen en het Bouwbesluit voldoen is er dan sprake van goede lichtkwaliteit? Is het meten van een horizontale of van een verticale verlichtingssterkte beter? Of moeten we eigenlijk naar luminanties kijken? Naar contrasten? Dit soort vragen worden gesteld om grip te krijgen op wat licht met mensen en gebouwen doet. De gezondheidsaspecten, de architectonische aspecten, de gedragspsychologische aspecten; ze spelen allemaal een rol. Dit artikel gaat niet over licht maar over schaduw. Mijns inziens wordt er bij alle bovenstaande vragen over lichtkwaliteit te weinig aandacht besteed aan de andere kant, de schaduwkant van het licht. Er zit informatie over het licht in een ruimte opgeslagen in de schaduwbeelden. Het lijkt een theoretisch verhaal, maar heeft belangrijke implicaties wanneer men zich bijvoorbeeld afvraagt of LEDs voldoende lichtkwaliteit leveren of wanneer men zich afvraagt of de diffuse lichtomgeving wel voldoende schaduwvorming en contrasten oplevert om door senioren ogen gezien te worden. Onderstaand onderzoek is door mij al op conferenties verteld, maar het leek me goed ook in het bouwfysica tijdschrift meer aandacht te vragen voor de schaduwvorming in een ruimte. dr. G.J. (Truus) de Bruin- Hordijk, Faculteit Bouwkunde, TU Delft INLEIDINg Op HET ONDERZOEK Lichtonderzoekers en lichtontwerpers proberen de lichten schaduwpatronen in een ruimte te analyseren om daarmee de lichtkwaliteit en het karakter van een ruimte te kenschetsen. Cuttle gebruikte daarvoor een witte diffuse bal, een glimmende zwarte bal en een schijf met daarop een stang [1]. Andere onderzoekers probeerden met deze voorwerpen de lichtkwaliteit van een ruimte zichtbaar te maken, maar dat lukte niet altijd. [2]. Al eerder had Frandsen [3] een 10-stappen schaal voor licht en schaduw ontwikkeld door een diffuse bal, een spiegelende bal en een sinaasappel onder verschillende lichtomstandigheden te fotograferen. Een verlopende schaal van scherpe schaduwen tot aan zachte, heel diffuse schaduwen was het resultaat. Voor het blote oog is het echter moeilijk een 10-stappen schaal voor schaduwen te ontwikkelen die in een reële ruimte op de juiste manier te interpreteren is. Daarom wordt in dit artikel het lichtveld in een ruimte geanalyseerd door met een luminantiecamera de schaduwen van eenvoudige voorwerpen te fotograferen. Allereerst is onder laboratoriumomstandigheden met verschillende voorwerpen een 10-stappen schaal ontwikkeld. Daarna zijn diverse voorwerpen in een gewone kantoorruimte bekeken. het licht door de verschijningsvormen van de voorwerpen en hun licht en schaduwspel. Als we heel formeel naar een lichtveld kijken dan kunnen we dat wiskundig analyseren in sferisch harmonische functies. Dit is mogelijk niet voor iedere lezer gemakkelijk, maar kan inzichtelijk gemaakt worden door een parallel te trekken met de akoestische aspecten van een ruimte. De akoestische kwaliteit van een ruimte wordt niet alleen bepaald door wat die ruimte doet met de grondtoon van een klank, maar ook doordat het boventonen op de juiste wijze weergeeft. Zo zouden we ook graag mooie lichtkwaliteit in een ruimte willen kunnen beschrijven. Daarvoor kan de wiskundige beschrijving van de harmonische functies een handvat bieden, maar je kunt het ook vertalen en zeggen dat de grondtoon een volledig diffuus lichtveld is en de eerste boventoon de richting van het licht. De volgende boventonen zijn ingewikkelder, maar maken in feite meerdere lichtbronnen en lichtaccenten in een ruimte zichtbaar. In de schaduw van een voorwerp, zoals bij een bal, zit in feite de informatie over de verschillende boventonen verstopt in zijn grijstinten die variëren over het oppervlak (figuur1). THEORIE De verschijningsvorm van een voorwerp wordt bepaald door het aanwezige licht, de vorm van het voorwerp zelf, de reflectiecoëfficiënt en de ruwheid van het oppervlak. Een lichtveld kun je niet zien, maar het wordt zichtbaar doordat het zijn effect heeft op de aanwezige voorwerpen. Onze ogen ervaren het licht en dus ook de kwaliteit van 1 Bolvorm en dodecaëder

31 BINNENMILIEU EN gezondheid Bouwfysica De koepel in de daglichtkamer 3 Luminantie-afbeeldingen van de 10-stappen schaduwschaal voor een bol en voor een dodecaëder 4 De kantoorruimte met de dodecaëder op de standaard Met een regelmatig 12-vlak, een dodecaëder, is het mogelijk de grondtoon en de eerste paar boventonen van een lichtveld zichtbaar te maken. Dat gaat beter dan met een bolvorm, omdat de dodecaëder in 12 richtingen het licht op zijn vlakken reflecteert en niet zoals bij een bol in oneindig veel richtingen. ExpERIMENTEN IN DE DAgLICHTKAMER Voor dit onderzoek zijn er experimenten uitgevoerd in de daglichtkamer. Een zwarte koepel met een opening aan de bovenkant werd in de daglichtkamer geplaatst (figuur 2). De koepel was opgebouwd uit 10 ringen die de mogelijkheid gaven om de openingshoek van de koepel te varieren (tabel 1). Door het variëren van de hoek is de schaduwvorming rondom een voorwerp steeds anders. 5 Luminantieafbeelding van de 10-stappen schaduwschaal voor een dodecaëder met zwarte stekels Er is een 10-stappen schaal voor schaduw gemaakt voor zowel een witte diffuus reflecterende bal als een dodecaëder, door de openingshoek in de koepel te variëren (figuur 3). De verschillen in schaduwvorming waren goed zichtbaar te maken met een luminantiecamera, maar konden vaak ook met het blote oog onderscheiden worden. Proefpersonen konden de volgorde van de 10-stappen schaduwschaal aan de hand van grijstinten afbeeldingen goed bepalen wanneer de dodecaëder uitgevoerd was met extra stangetjes op de vlakken (zie figuur 5). ExpERIMENTEN IN EEN KANTOORRUIMTE Vervolgens zijn de bal en de twee dodecaëders geplaatst in een gewone kantoorruimte, dichtbij het raam en twee meter dieper in de ruimte. Figuur 4 laat deze kantoorruimte zien met gesloten zonwering. Het bovenraam heeft Tabel 1: De verlichtingssterkte in de koepel openingshoek verlichtingssterkte [lux] daglichtfactor [%] 11,5 99 1,6 23, ,4 34, ,7 47, ,1 60, ,0 73, ,1 88, ,3 106, ,9 128, ,1 180, ,0

32 Bouwfysica daglicht daglicht en kunstlicht zonwering open 6 De verschillende voorwerpen op 0,75 m en op 2,75 m vanaf het raam 8 Luminantie-afbeeldingen bij een geopende zonwering, bij een gesloten zonwering met de lamellen horizontaal en bij een volledig gesloten zonwering (2,75 m vanaf het raam en het kunstlicht uit) geen zonwering. In de vensterbank staat de dodecaëder op een standaard. Figuur 6 laat luminantie afbeeldingen zien van de verschillende objecten gefotografeerd met de luminantiecamera. De bovenste afbeeldingen zijn gemaakt op 0,75 m vanaf het raam, de onderste op 2,75 m vanaf het raam. In alle situaties was de zonwering omhoog en het kunstlicht uit. Deze afbeeldingen laten zien wat de problemen van eerdere onderzoekers waren om in een reële ruimte met het blote oog de schaduwvorming van voorwerpen goed te interpreteren en aan te geven op welke stap in de schaduwschaal de afbeelding thuishoorde. Naarmate een voorwerp zich dieper in de ruimte bevindt, is de richting van het licht minder duidelijk door de lichtreflecties in de ruimte. Met name de luminantieringen op de bal gaan krommer lopen. Voor het blote oog betekent dit dat het verloop van de grijsheid van een schaduw over een boloppervlak gekromd verloopt, daardoor moeilijker te interpreteren is en zeker niet meer gerelateerd kan worden aan de 10-stappen schaduw schaal. De figuren 7 en 8 laten echter wel zien dat de dodecaëder, vooral die met stangen, goed verschillen in schaduwvorming kan laten zien, wanneer al of niet het kunstlicht aangezet wordt in de kantoorruimte en de lamellen van de zonwering in stand gevarieerd worden; open, gesloten of horizontaal. Dat betekent dat de dodecaëder door zijn schaduwvorming, subtiele verschillen in lichtvelden al zichtbaar kan maken en dus ook veranderingen van lichtkwaliteit kan laten zien. DISCUSSIE EN CONCLUSIE Experimenten in de daglichtkamer hebben laten zien dat een luminantiecamera een heel geschikt instrument is om een 10-stappenschaal van schaduwen te ontwikkelen voor verschillende voorwerpen zoals een bol of een dodecaëder. Experimenten in een reële ruimte hebben echter aangetoond dat schaduwbeelden veelal niet gerelateerd kunnen worden aan een stap op de schaduwschaal. De zonwering dicht 7 Diverse luminantieafbeeldingen onder verschillende lichtomstandigheden op 2,75 m vanaf het raam. Er bevinden zich 2 kunstlichtarmaturen in de kantoorruimte. De dodecaëder bevindt zich tussen 2 armaturen in, wat de afbeelding rechts onder goed toont dodecaëder met stangen is echter wel in staat om subtiele nuances in het lichtveld van een ruimte te laten zien. Theoretisch gezien brengt de dodecaëder een aantal harmonische functies ( boventonen ) van het lichtveld in beeld. Daardoor is de dodecaëder een goed object om de lichtkwaliteit in ruimten verder te gaan onderzoeken. Welke harmonische functies zouden aanwezig moeten zijn bij een goede lichtkwaliteit, is daarbij een goede onderzoeksvraag. Ik denk dat het goed is om verder na te denken over de precieze schaduwvorming in een ruimte, omdat schaduwen iets vertellen over het karakter van de ruimte. De dodecaëder kan met behulp van de luminantiecamera helpen om nieuwe aspecten zichtbaar te maken. Een belangrijk onderwerp voor vervolgonderzoek over schaduwvorming is de vraag wat senioren met hun ouder wordende ogen nog kunnen waarnemen van de schaduwwerking bij voorwerpen. Het lichtveld kan met de juiste schaduwvorming voor voldoende lichtkwaliteit zorgen voor een goede oriëntatie in een ruimte. Goede lichtkwaliteit geeft senioren meer stabiliteit [4] en voorkomt daardoor val incidenten. Ook vanuit preventie oogpunt is het belangrijk om verder onderzoek te doen naar de schaduwkant van het licht. Een andere onderzoeksvraag is hoe de schaduwvorming van voorwerpen bij LED en OLED verlichting eruit gaat zien. Gezien de samenstelling van een witte LED kan de schaduwvorming geheel anders zijn dan bij bijvoorbeeld een gloeilamp. n BRONNEN [1] Cuttle, C., Lighting by Design, Oxford, Architectural Press, 2003 [2] Madsen, M., and Donn, M., Experiments with a digital light-flow-meter in daylight art museum e-buildings, 2006 [3] Frandsen, S., The scale of Light. International Lighting Review, 1987/3, [4] Brooke-Wavell, K., Perrett, L.K., Howarth, P.A., Haslam, R.A., Influence of the Visual Environment on the Postural Stability in Healthy Older Women, Gerontology, vol. 48, no 5, 2002

33 actueel Bouwfysica promovendi aan het woord ontwerpondersteunende methode evaluatie van energiegebruik en zomercomfort van woongebouwen vanaf de vroege ontwerpfase Naam: Nationaliteit: Universiteit: Lieve Weytjens Belgische Universiteit Hasselt/ Provinciale Hogeschool Limburg Vakgroep/leerstoel: Dpt. Architecture Studie-achtergrond: Master in de architectuur wat is het onderwerp van je promotie-onderzoek? Het verbeterpotentieel van de energiesystemen voor verwarmen en koelen van gebouwen is enorm. De traditionele energieanalyse laat echter niet zien wat dit potentieel is, omdat deze analyse geen onderscheid maakt tussen de verschillende vormen van energie en hoe deze idealiter in elkaar kunnen worden omgezet. Met een exergieanalyse wordt dit potentieel wel zichtbaar, omdat elke omzetting wordt vergeleken met de ideale omzetting die theoretisch haalbaar is. Dit promotieonderzoek richt zich op het toepasbaar maken van exergieanalyse voor het beoordelen en ontwerpen van de energiesystemen voor verwarmen en koelen in de gebouwde omgeving. Aandacht wordt besteed aan het duidelijk maken van de toegevoegde waarde van exergieanalyse, het ontwikkelen van geschikte rekenmethodieken en het analyseren van bestaande energievoorzieningssystemen (voor een voorbeeld zie het artikel van Arnaud Blom in Bouwfysica ). Het streven is om met behulp van de verkregen inzichten tot verbeteringen te komen, die leiden tot een lager gebruik van hoogwaardige energiebronnen. wat is het onderwerp van je promotie-onderzoek? Tegenwoordig zijn er heel wat gebouwsimulatieprogramma s beschikbaar om het energiegebruik en zomercomfort van een gebouw te evalueren. De meeste hiervan zijn echter niet afgestemd op het gebruik ervan door architecten in de vroege ontwerpfase, omdat ze een zeer gedetailleerde input vereisen of complex zijn in gebruik. Nochtans worden de belangrijkste beslissingen met impact op energie en comfort in deze fase genomen, wanneer parameters zoals de oriëntatie, het gebouwvolume en de compactheid worden vastgelegd. In deze context focust mijn onderzoek op de ontwikkeling van een ontwerpondersteunende methode, om de evaluatie van het energiegebruik en zomercomfort van een gebouw toegankelijker te maken voor architecten tijdens het ontwerpen. Hierbij wordt onderzocht hoe reeds vanaf de schetsontwerpfase relatief nauwkeurige output kan worden gegeven, ondanks de beperkte input die op dat moment over het ontwerp is gekend. De ontwerpondersteunende methode wordt in eerste instantie begrensd tot woongebouwen. waarom is jouw onderzoek interessant voor lezers van bouwfysica? Het onderzoek tracht de integratie van energie en zomercomfort in de vroege ontwerpfases te stimuleren bij architecten. Hiervoor werd eerst een comparatieve analyse van bestaande rekenmodellen gedaan. Aan de hand van een gevoeligheidsanalyse wordt nu de impact van ontwerpparameters bepaald, met als doel de benodigde inputdata sterk te reduceren. Het onderzoek wordt steeds uitgevoerd vanuit het perspectief van de ontwerper, waardoor nieuwe inzichten worden gecreëerd die bovendien van belang kunnen zijn voor multidisciplinaire (ontwerp-)teams. waarom is jouw onderzoek interessant voor lezers van bouwfysica? De exergiebenadering is naar mijn mening essentieel voor alle disciplines die met energiebehoefte of energie-omzetting te maken hebben, omdat een exergieanalyse een veel eerlijker beeld geeft van de prestatie van een energiesysteem. In de gebouwde omgeving is dit met name van belang, omdat hier veel verbetering mogelijk is. De exergiebehoefte voor verwarmen en koelen is namelijk heel laag: het kan dus slimmer en daar ligt een mooie taak voor de bouwfysicus en de installatieadviseur! chronologisch overzicht van energie en comfortgerelateerde ontwerpparameters in het ontwerpproces (bron: eigen onderzoek) exergie in de gebouwde omgeving toepassen van exergieanalyse voor vermindering van gebruik van hoogwaardige energiebronnen Naam: Sabine Jansen Nationaliteit: Nederlandse Universiteit: TU Delft Vakgroep/leerstoel: Afdeling Bouwtechnologie / Sectie Climate Design Studie-achtergrond: Bouwkunde - Bouwtechnologie

34 Bouwfysica AGENDA EvENEmENtEN 27 juni - 1 juli 2011 forum acusticum 2011, aalborg, Denemarken, juli th international conference on wind Engineering, amsterdam, september 2011 PassiveHouse Beurs, Brussel, België, 21 september 2011 sbr Duurzaamheidscongres 2011, amersfoort, september 2011 nationale Dubo Dagen, Houten, 7 oktober 2011 PassiveHouse symposium, Brussel, België, oktober 2011 world sustainable Building conference, Helsinki, finland, november th international symposium on Heating, ventilating and air-conditioning, shanghai, china, november 2011 geluid, Trillingen en Luchtkwaliteit in nederland symposium en beurs, nieuwegein, 11 november 2011 Dag van de Duurzaamheid, november 2011 Building simulation 2011, sydney, australië, november 2011 Beurs Domotica en slim wonen, Eindhoven, 30 november 2011 nationaal sustainability congres 2011, s-hertogenbosch, juli 2012 Healthy Buildings 2012, Brisbane, australië, CursussEN 13 oktober en 15 november 2011 cursus Brandveiligheid: ontwerpen en Toetsen, utrecht, sbr, oktober 2011 Luchtkwaliteit, geluid en verkeer, utrecht, 3 november 2011 cursus rekenen aan brandveiligheid: vluchten en wbdbo, utrecht, sbr, OplEiDiNGEN 6 oktober juni 2012 skb Post HBo Bouwakoestiek, utrecht, 6 oktober juni 2012 skb Post HBo Milieu-geluid, utrecht, najaar 2011 voorjaar 2012 skb Post HBo fire safety Engineering, utrecht, skb Post HBo Bouwfysica, wilt u uw evenement, cursus of opleiding ook in onze agenda vermelden, stuur dan een naar agenda@nvbv.org. AllEs NOG NAAr wens? Het bestuur en de redactie willen graag jullie interesses voor bouwfysica op een zo goed mogelijke manier invullen. Indien dit verbeterd kan worden vernemen wij dit graag. Profiteer hiervan en vul de enquête in op:

35 actueel Bouwfysica Nieuwe NeN-NormeN in deze rubriek wordt een overzicht gegeven van de normen, ontwerpnormen, correctiebladen en aanvullingsbladen op het gebied van de bouwfysica die vanaf januari 2011 zijn verschenen. DefiNitieve NormeN NormNummer titel PublicatieDatum NPR 2917+a2:2010 v.2.2 Rekenprogramma energieprestatie utiliteitsbouw op cd-rom met handboek in pdf-formaat NPR 5129+a2:2010 v.2.2 Energieprestatie van woonfuncties en woongebouwen - Rekenprogramma (EPw) NEN-EN 12758:2011 Glas voor gebouwen - Beglazing en luchtgeluidisolatie - Productbeschrijvingen en bepaling van eigenschappen NEN-iso 18292:2011 Energieprestatie van fenestratiesystemen - calculatieprocedure NEN-EN-iso 28439:2011 werkplekatmosfeer - Karakterisering van ultrafijne en nano-aerosolen - Bepaling van de deeltjesgrootteverdeling en deeltjesaantallenconcentratie met differentiële mobiliteits analysesystemen NVN 7125:2011 Energieprestatienorm voor maatregelen op gebiedsniveau (EMG) - Bepalingsmethode NEN 7120:2011 Energieprestatie van gebouwen - Bepalingsmethode NEN :2011 NormoNtwerPeN Ventilatie en luchtdoorlatendheid van gebouwen - Bepalingsmethode voor de toevoerluchttemperatuur gecorrigeerde ventilatie- en infiltratieluchtvolumestromen voor energieprestatieberekeningen - Deel 1: Rekenmethode NormNummer titel PublicatieDatum NEN 3087:2010 ontw. Ergonomie - Visuele ergonomie: achtergronden, principes en toepassingen NEN 1068:2011 concept Thermische isolatie van gebouwen - Rekenmethoden Utrecht Atoomweg 400 Postbus AA Utrecht T (030) F (030) Rijswijk Nassaukade 1 Postbus DT Rijswijk T (070) F (070) Zwolle Dr. Van Lookeren Campagneweg 16 Postbus DC Zwolle T (038) F (038) Eindhoven Verdunplein 17 Postbus BJ Eindhoven T (040) F (040) info@nieman.nl Maak kennis met de professionals van Adviesburo Nieman Adviesburo Nieman is een ingenieursbureau voor kwaliteitszorg en bouwfysica. Wij zijn sinds 1988 actief als kennis- en adviescentrum voor woning- en utiliteitsbouw. Diepgaande kennis van het Bouwbesluit is één van onze grondvesten. U kunt bij ons terecht met al uw vragen op de gebieden van: bouwfysica bouwregelgeving bouwtechniek en bouwpraktijk brandveiligheid akoestiek installatietechniek energie en duurzaamheid kwaliteitsmanagement

36 actueel Bouwfysica nieuw duurzaam verlichtingsconcept pay per lux de gebruiker van verlichting betaalt alleen voor de werkelijke hoeveelheid verbruikt licht (lux) Het kantoor van architectenbureau RAU in Amsterdam wordt op basis van dit nieuwe dienstverleningsconcept verlicht. In dit concept is Philips de hoofdaannemer, wat betekent dat zowel de installatie van de verlichting als de energienota voor rekening van Philips komen en dat Philips eigenaar blijft van de producten. Dit laatste om de innovatiesnelheid van het energiegebruik van verlichting te stimuleren. Na afloop van de contractperiode zal Philips de verlichtingsproducten weer terug in het productieproces nemen en de grondstoffen weer hergebruiken. Zo wordt er geen onnodig afval geproduceerd en wordt recycling geoptimaliseerd. lux in plaats van producten Pay per lux past in de visie van Thomas Rau om niet onnodig producten te bezitten. Vanuit dit gedachtegoed komt het idee van performance based consumption. Architectenbureau RAU gebruikt alleen de performance, oftewel prestatie, van producten. Dit is de werkelijk gebruikte hoeveelheid lux; het aantal lichteenheden. De producten blijven in het bezit van Philips. Thomas Rau: Bij RAU zijn wij alleen geïnteresseerd in voldoende verlichting in het kantoor, niet in het bezitten van de lichtproducten. Met deze vraag heb ik Philips benaderd en zij stonden hier meteen voor open. Vanaf nu betalen wij alleen voor de prestatie verlichting en niet meer voor de toegepaste grondstoffen in de producten. Op ons kantoor maken wij nu gebruik van dynamisch licht, waarbij de lichthoeveelheid precies is afgestemd op de werkzaamheden in een bepaalde ruimte. Na een vastgestelde gebruiksperiode gaan de lampen weer terug naar Philips. In tijden van schaarser wordende grondstoffen is het in het belang van producenten om eigenaar te blijven van die grondstoffen. De verwerkte grondstoffen kunnen gemakkelijk hergebruikt worden voor een nieuwe generatie producten. Bovendien gaat de innovatiesnelheid omhoog, het gebruik van milieuvriendelijke producten wordt voor consumenten aanzienlijk goedkoper. Dit is een heel nieuwe, duurzame manier om over lichtoplossingen en over consumeren van licht na te denken. energiegebruik reduceren met slimme meters Philips is altijd op zoek naar innovatie op het gebied van duurzaamheid. Er zijn daarom slimme energiemeters geplaatst. Deze meters registreren het energiegebruik en geven hiermee inzicht in het gebruik per ruimte, waardoor er efficiënter met energie kan worden omgegaan. Frank van der Vloed, General Manager Philips Lighting Benelux, licht toe: We zijn heel trots op deze Pay per lux proef met architectenbureau RAU. Met Pay per lux denken we niet in termen van losse peertjes, maar in geïntegreerde lichtoplossingen, welke energiebesparend zijn. Zo kan er in een kantoor waar gemiddeld 100 mensen werken, op deze manier tot 70%, ofwel euro per jaar, aan energie bespaard worden. Dit proefproject met RAU architecten is een eerste stap om in de toekomst op een geheel nieuwe manier met verlichting om te gaan. Het Pay per lux model is een voorbeeld hoe wij samen met de klant denken en innoveren: welke verlichtingsoplossing het beste zou kunnen werken voor hen. Als Philips spelen we met dit vernieuwde verlichtingsconcept in op twee belangrijke trends: Enerzijds het feit dat de samenleving in zijn geheel, waaronder het bedrijfsleven, energie wil besparen en CO 2 uitstoot wil verminderen. Anderzijds een economische reden: de nood om operationele kosten omlaag te krijgen. Bedrijven kunnen gemiddeld 30 tot 40% op hun energierekening besparen met energiezuinige kantoorverlichting. Dit percentage kan oplopen tot wel 70% energiebesparing. Voor een bedrijf met gemiddeld 100 werknemers kan dit een energiebesparing tot wel euro per jaar opleveren. n nieuwe energieprestatienorm nen 7120 gepubliceerd De nieuwe norm voor de bepaling van de energieprestatie van gebouwen, NEN 7120, is gepubliceerd. Deze norm bevat bepalingsmethoden voor woningen en utiliteitsbouw voor zowel nieuwbouw als bestaande bouw. Met de publicatie van NEN 7120 begint een nieuw tijdperk voor de energieprestatie van gebouwen. De nieuwe norm doet recht aan de bouwfysische werkelijkheid en de huidige specifieke omstandigheden in Nederland. Ook sluit NEN 7120 beter aan bij de ervaringen die men de afgelopen jaren in de praktijk heeft opgedaan. Daarmee is de waardering van diverse (product)innovaties realistischer dan voorheen. nen 7120 NEN 7120 vervangt de huidige normen voor de bepaling van energieprestaties van ge bouw en, NEN 5128 en NEN Deze vervanging gaat echter niet direct in. Het Ministerie van BZK bepaalt de datum van aansturing van deze norm via de Bouwregelgeving. Op de website van het Ministerie staat nu dat dit 1 januari 2012 zal zijn. Tot die tijd blijven de huidige normen voor de bepaling van de energieprestaties van gebouwen gelden, maar kunnen marktpartijen al wel kennisnemen van deze nieuwe bepalingsmethoden. Hoewel NEN 7120 op termijn gaat gelden als bepalingsmethode voor energieprestatie van bestaande bouw, blijven de huidige bepalingsmethoden van ISSO hiervoor nog voor onbepaalde tijd van kracht. nen en nvn 7125 Naast NEN 7120 spelen twee andere normen een belangrijke rol bij de energieprestatie. Dit zijn NEN (Bepalingsmethode voor de toevoerluchttemperatuur gecorrigeerde ventilatie en infiltratieluchtvolumestromen voor energieprestatieberekeningen) en NVN 7125 (Energieprestatienorm voor Maatregelen op Gebiedsniveau (EMG)). Deze normen zijn gelijktijdig gepubliceerd. De genoemde normen zijn te bestellen via NEN. n

37 Bouwfysica Van het bestuur - Verslag alv 30 maart 2011 Twee jaar vervul ik inmiddels al weer de rol van secretaris in het bestuur. Door het grote aantal wisselingen tijdens de Algemene Ledenvergadering (ALV) van vorig jaar behoor ik ondanks die twee jaar inmiddels al weer tot de oude garde, samen met Piet Heijnen, Casper Esmeijer en Ruud Veen. Met vijf nieuwe bestuursleden was de nieuwe garde afgelopen jaar in de meerderheid. Zo n aanzienlijke wijziging in het bestuur komt niet zo vaak voor, en heeft natuurlijk voor en nadelen. Het bestuur heeft na deze aanzienlijke wisseling dan ook enige tijd genomen om zich te verdiepen in de lopende zaken en om prioriteiten te stellen. Daarnaast is van gedachten gewisseld over de te volgen koers in de komende jaren. Een van de speerpunten zal zijn het verbeteren van de plaats van de bouwfysisch adviseur in ontwerptrajecten. Na een inwerkperiode zijn wij hiermee hard aan de slag gegaan. Op de ALV van 30 maart waren er geen bestuurswisselingen, waardoor wij het komende jaar met dezelfde club kunnen werken aan de te volgen koers. Wat is er nog meer besproken op de ALV 2010, gehouden op woensdag 30 maart 2011? Laat ik beginnen met te vermelden dat we dit jaar met 28 leden (inclusief bestuur) te gast waren bij Agentschap NL in Utrecht. We zijn er gastvrij onthaald, waarvoor bij deze nogmaals onze dank. Het jaarverslag 2010 en het jaarplan 2011 konden zoals elk jaar vooraf via de website worden gedownload. Tijdens de vergadering werden het jaarverslag en het jaarplan door de verantwoordelijke bestuursleden en de hoofdredacteur toegelicht. Hieronder wordt kort een aantal punten genoemd (niet in chronologische volgorde). De hoofdredacteur van het blad Bouwfysica, Jérôme Eijsackers, meldde de ALV dat het blad met in totaal 164 pagina s in 2010 dikker was dan ooit. Dit komt onder andere door de groei van het aantal opiniestukken en bijdragen van de redactie zelf, een goede ontwikkeling dus. Helaas kondigde hij ook aan dat hij het komende jaar terug zal treden als hoofdredacteur. Maar na een periode van 10 (!) jaar goed hoofdredacteurschap is dat natuurlijk niet zo gek. Jérôme, bij deze alvast heel veel dank voor jouw inzet voor het blad! En alvast heel veel succes voor jouw opvolg(st)er. Verder kwam de kascontrolecommissie aan het woord over de controle van de financiën van het boekjaar 2010: de afgegeven cijfers waren helemaal in orde. De overstap naar Davilex is een grote stap vooruit gebleken. Een belangrijk verbeterpunt, dat vorig jaar door de kascontrolecommissie werd geopperd, is dit jaar eveneens doorgevoerd: de acceptgiro s zijn al in het eerste kwartaal verstuurd, zodat er meer tijd is om de contributies te innen. Het programma van de Kennisdag 2011 werd in hoofdlijnen toegelicht, dit jaar georganiseerd met medewerking van het Nederlands Akoestisch Genootschap (NAG). Inmiddels weten we dat deze weer zeer succesvol is verlopen. Ook werd aangekondigd dat tijdens de Kennisdag het Handboek Bouwfysische Kwaliteit Kantoorgebouwen onthuld zou worden. De NVBV heeft het afgelopen jaar gefungeerd als facilitator voor dit nieuwe handboek, dat mede mogelijk is gemaakt door de Rijksgebouwendienst en een groot aantal bureaus. Over de verschijningsvorm zal in een later stadium een besluit genomen worden. Het ledenaantal is in 2010 licht gedaald tot ruim 340 leden, maar zowel het aantal Belgische leden als het aantal studentleden is iets gestegen. Uiteraard is ook de begroting voor 2011 behandeld en is het besluit genomen om de contributie iets te verhogen. Daarna volgde zoals elk jaar een zeer interessante tweespraaklezing, waarover elders in dit blad meer. En als afsluiting hebben we uiteraard weer genoten van een goed verzorgde borrel. Hopelijk tot ziens bij de ALV volgend jaar, of eerder natuurlijk bij de excursie naar Brussel in september. Houd de website en het blad in de gaten voor meer informatie hierover. ir. M. (Marieke) Nijland Huinen, secretaris NVBV

38 Vereniging Bouwfysica tweespraaklezingen bouwfysicavereniging 30 maart 2011 Aansluitend op de algemene ledenvergadering 2011 is een tweetal lezingen verzorgd over actuele onderwerpen. Als eerste is de opzet en de achtergrond van de nieuwe energieprestatienorm, de EPG, door Tom Haartsen en Hans Crone op dynamische wijze besproken. Daarna zijn door Arie Mooiman de sociale aspecten van duurzaamheid en de wijze waarop deze getoetst kunnen worden volgens een op handen zijnde Europese norm helder uiteengezet. Dit artikel geeft een door de redactie van Bouwfysica opgestelde samenvatting van de inhoud van deze lezingen. lezing 1: opzet epg (nen 7120:2010) ir. Tom J. Haartsen van Climatic Design Consult en drs. Hans Crone van Technisch Adviesbureau Crone De NEN 7120:2010 beschrijft de nieuwe methode om de energieprestatie van gebouwen te berekenen. Deze norm zal als instrument voor het bepalen van overheidsbeleid met betrekking tot de energiezuinigheid van gebouwen gebruikt gaan worden. Hiertoe is het van belang dat de berekening de invloed van een bepaalde maatregel op het energiegebruik van een gebouw voor een gemiddeld jaar en voor een gemiddeld gebruik juist weergeeft. Om dit te bereiken zijn onder andere enkele aanpassingen aan de uitgangspunten van de momenteel gehanteerde normen doorgevoerd, zodanig dat beter wordt aangesloten bij de huidige macrocijfers van Nederland. Zo zijn bijvoorbeeld de binnentemperatuur en de interne warmtelast aangepast. De norm zal worden gebruikt voor nieuwbouw én bestaande bouw van woningen én utiliteitsgebouwen. Er is gekozen al deze gebouwtypen in één norm onder te brengen om ervoor te zorgen dat de rekenmethoden in de basis intrinsiek overeenkomstig zijn. Verschillen als gevolg van arbitraire keuzes door meerdere commissies die de normen opstellen (zoals momenteel bij de EPC en de EPA methode) worden zo voorkomen. Een berekening volgens de nieuwe norm geeft voor elk van de gebouwtypen een energieprestatie indicator in MJ/m². Er wordt nog wel gebruik gemaakt van twee verschillende handelingsindicatoren: de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) voor nieuwbouw en de energie index (EI) voor bestaande bouw. Hiervoor is vooralsnog gekozen omdat de sturingsmiddelen om energie te besparen voor nieuwbouw anders zijn dan voor bestaande bouw. Het is met de nieuwe norm (nog) niet mogelijk met de EPC waarde van een gebouw het Energielabel te bepalen. Door de commissie is een voorstel gedaan om dit in de toekomst wel te kunnen doen. NEN 7120 zal voor nieuwbouw per 1 januari 2012 worden aangewezen. Naar verwachting zal voor bestaande bouw de norm per 1 juli 2012 van kracht worden. lezing 2: sociale aspecten Van duurzaamheid Arie Mooiman van Stichting Verenigde Keramische Organisaties Momenteel is er veel aandacht voor duurzaamheid. Achterliggende gedachte bij duurzaamheid is dat toekomstige generaties op eenzelfde wijze en met eenzelfde welvaart moeten kunnen leven als wij dat nu doen. Dit is door de omvangrijke bevolkingsgroei in de wereld echter geen gemakkelijke opgave. Een middel om duurzaamheid in de gebouwde omgeving te realiseren, is het van toepas sing verklaren of zelfs wettelijk vastleggen van normen op product en op gebouwniveau. Om een eenduidige wijze van berekenen van de duurzaamheid van bouwwerken te bevorderen, wordt er op Europees niveau een normenserie opgesteld. Naast normen voor het meten van de ecologische en economische aspecten van duurzaamheid wordt er ook gewerkt aan een norm voor het meten van de sociale aspecten van duurzaamheid. Hierin zijn een groot aantal bouwfysische elementen verwerkt. De Europese norm is opgedeeld in zes hoofdonderwerpen: gezondheid en comfort, veiligheid, toegankelijkheid en bereikbaarheid, onderhoud, invloed op de omgeving en tot slot aanpasbaarheid. Deze hoofdonderwerpen zijn elk onderverdeeld in meerdere deelaspecten, waarvoor is beschreven op welke wijze deze eenduidig getoetst kunnen worden. Als voorbeeld wordt het aspect thermisch comfort genoemd waarvoor de NEN 7730 wordt aangewezen. De conceptnorm voor het meten van de sociale aspecten van duurzaamheid wordt binnenkort ter commentaar uitgegeven, zodat de verschillende lidstaten via NEN kunnen reageren. ir. M. (Marco) van Beek, redactielid Bouwfysica

39 Bouwfysica sponsors Van de nvbv Bodegraven - Ede - Rijssen - Amsterdam Advies- en ingenieursbureau dhv.nl/bouwfysica Altijd een oplossing verder M+P - raadgevende ingenieurs Müller-BBM groep geluid trillingen luchtkwaliteit bouwfysica w w w. l a n d s t ra. n l Thema s stiller wegverkeer stiller railverkeer industrie en bedrijven luchtkwaliteit ruimtelijke ordening bouwakoestiek en -fysica Vestigingen Aalsmeer: T Vught: T info@landstra.nl lid NLingenieurs ISO 9001 Op zoek naar een baan met adviseurs ingenieurs uitdagende projecten? Bouwfysica Akoestiek Brandveiligheid Driebergen ~ Delft ~ Tilburg T (070) F (070) info@zri.nl Balistraat XK Den Haag Postbus CG Den Haag

Binnenmilieu en gezondheid. Bouwfysica

Binnenmilieu en gezondheid. Bouwfysica Binnenmilieu en gezondheid Bouwfysica VISUEEL COMFORT VOOR SENIOREN De toenemende vergrijzing van de samenleving is een actueel onderwerp dat bouwend Nederland voor nieuwe uitdagingen plaatst. In dit artikel

Nadere informatie

Lichtontwerp voor een verpleeghuis voor mensen met dementie

Lichtontwerp voor een verpleeghuis voor mensen met dementie 2 2 2011 Bouwfysica www.nvbv.org Lichtontwerp voor een verpleeghuis voor mensen met dementie Het aantal mensen dat lijdt aan dementie wordt geschat op ongeveer 24 miljoen wereldwijd en zal in 2040 gestegen

Nadere informatie

Licht en Gezondheid. Effecten van licht gaan veel verder dan alleen perceptie. IE&IS / Human Technology Interaction

Licht en Gezondheid. Effecten van licht gaan veel verder dan alleen perceptie. IE&IS / Human Technology Interaction Licht en Gezondheid Effecten van licht gaan veel verder dan alleen perceptie IE&IS / Human Technology Interaction 18-12-2008 PAGE 1 Licht en Gezondheid Licht blootstelling Visuele effecten Non-visuele

Nadere informatie

Licht voor ouderen. 19 oktober Mariëlle Aarts, Building Lighting

Licht voor ouderen. 19 oktober Mariëlle Aarts, Building Lighting Licht voor ouderen 19 oktober 2015 Mariëlle Aarts, Building Lighting Realiteit In 2040, aantal mensen boven de 65 zal ongeveer 25% van de totale Westerse populatie zijn Sociale en Economische consequenties

Nadere informatie

, relatieve luchtvochtigheid (RH) en temperatuur hoeft u zelf helemaal niets te doen.

, relatieve luchtvochtigheid (RH) en temperatuur hoeft u zelf helemaal niets te doen. DUCO at HOME De standaard voor woningventilatie Bij Duco Ventilation & Sun Control staat de gezondheid van de bewoners op de eerste plaats. Het Duco Comfort System en het DucoTronic System bieden de garantie

Nadere informatie

Inhoud. Het belang van ramen en een aangenaam uitzicht in de werkomgeving

Inhoud. Het belang van ramen en een aangenaam uitzicht in de werkomgeving Het belang van ramen en een aangenaam uitzicht in de werkomgeving ir. H.IJ. (Hester) Hellinga Faculteit Bouwkunde, Leerstoel Bouwfysica 17-04-2008 NVvA Symposium, Zeist Inhoud 02 1. Onderwerp van het onderzoek

Nadere informatie

Aanbeveling. Licht, welzijn en de ouder wordende mens. Definitief concept, d.d. oktober 2006. Colofon

Aanbeveling. Licht, welzijn en de ouder wordende mens. Definitief concept, d.d. oktober 2006. Colofon Aanbeveling Licht, welzijn en de ouder wordende mens Definitief concept, d.d. oktober 2006 Colofon Uitgegever Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde Galvanistraat 1 Postbus 539 6710 BM Ede telefoon:

Nadere informatie

Onderzoek werpt nieuw licht op de zaak

Onderzoek werpt nieuw licht op de zaak Onderzoek werpt nieuw licht op de zaak Dr. ir. (Myriam) M.B.C. Aries TU/e Department of the Built Environment Unit Building Physics and Systems Building Lighting group LED event 17 september 2015 Verlichting

Nadere informatie

, relatieve luchtvochtigheid (RH) en temperatuur hoeft u zelf helemaal niets te doen.

, relatieve luchtvochtigheid (RH) en temperatuur hoeft u zelf helemaal niets te doen. DUCO at HOME De standaard voor woningventilatie Bij Duco Ventilation & Sun Control staat de gezondheid van de bewoners op de eerste plaats. Het Duco Comfort System en het DucoTronic System bieden de garantie

Nadere informatie

, relatieve luchtvochtigheid (RH) en temperatuur hoeft u zelf helemaal niets te doen.

, relatieve luchtvochtigheid (RH) en temperatuur hoeft u zelf helemaal niets te doen. DUCO at HOME De standaard voor woningventilatie Bij Duco Ventilation & Sun Control staat de gezondheid van de bewoners op de eerste plaats. Het Duco Reno System, Duco Comfort System en DucoTronic System

Nadere informatie

Licht in de verpleeghuiszorg. Toine Schoutens Stichting Onderzoek Licht & Gezondheid SOLG Technische Universiteit Eindhoven

Licht in de verpleeghuiszorg. Toine Schoutens Stichting Onderzoek Licht & Gezondheid SOLG Technische Universiteit Eindhoven Licht in de verpleeghuiszorg Toine Schoutens Stichting Onderzoek Licht & Gezondheid SOLG Technische Universiteit Eindhoven Gezonde verlichting w at doet licht via het oog: zien, zonder licht geen zicht

Nadere informatie

Daglicht, gebouwen en mensen

Daglicht, gebouwen en mensen Daglicht, gebouwen en mensen NSVV Nationaal Lichtcongres 29 januari 2015 Prof. Dr.-Ing. A.L.P. Rosemann Dr. ir. M.B.C. Aries Natuurlijke verlichting Gebouwen: beschutting voor weersomstandigheden Voorkeur

Nadere informatie

Verlichtingskunde 2009 Verlichtingskunde 2009 7S630

Verlichtingskunde 2009 Verlichtingskunde 2009 7S630 7S630 Laurens Zonneveldt Mariëlle Aarts Doel van het college Gereedschap bieden om via een doordacht PvE tot het gewenste doel te komen Opzet Hoe kom je tot eisen, wat speelt een rol Zoeken naar oplossingen

Nadere informatie

LED licht in de zorg. Hoe belangrijk is dat nou eigenlijk?

LED licht in de zorg. Hoe belangrijk is dat nou eigenlijk? LED licht in de zorg Hoe belangrijk is dat nou eigenlijk? Een belangrijke omgevingsfactor in de zorg wordt vaak vergeten of als niet beïnvloedbaar gezien. De invloed die licht heeft op het welzijn van

Nadere informatie

Gezonde verlichting in gebouwen

Gezonde verlichting in gebouwen Gezonde verlichting in gebouwen Dr. ir. M.B.C. Aries BPS Building Lighting group Intelligent Lighting Institute CIE info dag 19 oktober 2015 Gezonde verlichting in gebouwen Gezonde verlichting Gebouwen

Nadere informatie

Lichtcondities in ziekenhuizen.

Lichtcondities in ziekenhuizen. Lichtcondities in ziekenhuizen. Ir. Mariëlle Aarts Building Lighting Project Creating Healthy Environments Hospitals (CHEH) Focus op Akoestiek (1 promovendus en junior onderzoekers) Licht (1 promovendus

Nadere informatie

Lichtplan. Receptie kantoorpand Inspiratie veste. Een voorbeeld van een lichtplan. - Versie 1.0

Lichtplan. Receptie kantoorpand Inspiratie veste. Een voorbeeld van een lichtplan. - Versie 1.0 Lichtplan Receptie kantoorpand Inspiratie veste. Een voorbeeld van een lichtplan - Versie 1.0 Inleiding Voor u ligt het lichtplan dat wij voor u hebben gemaakt voor uw receptieruimte in het nieuwe kantoorgebouw

Nadere informatie

EFFECTEN VAN LICHT OP DE GEZONDHEID

EFFECTEN VAN LICHT OP DE GEZONDHEID EFFECTEN VAN LICHT OP DE GEZONDHEID Prof. Ir. Wout van Bommel Lighting Consultant www.woutvanbommel.eu De ontdekking in 2002 van een nieuwe type lichtgevoelige cel in het oog maakt het makkelijker te begrijpen

Nadere informatie

PULSE VTL BIODYNAMISCH LICHT VOOR HET MODERNE KANTOOR

PULSE VTL BIODYNAMISCH LICHT VOOR HET MODERNE KANTOOR PULSE VTL BIODYNAMISCH LICHT VOOR HET MODERNE KANTOOR 2 PULSE VTL 3 V I S U E E L E M O T I O N E E L LICHT B I O I S C H L O G De dimensies van licht: licht stelt ons in staat om onze omgeving waar te

Nadere informatie

Effecten van verlichting

Effecten van verlichting Effecten van verlichting Whitepaper Inleiding Zonder dat we er ons bewust van zijn, heeft licht effect op uiteenlopende processen in ons lichaam. Zonder licht kunnen we niets waarnemen en daarnaast hebben

Nadere informatie

Verlichting door de ogen van de gebruiker

Verlichting door de ogen van de gebruiker Kwaliteit van installaties in de utiliteitsbouw: Verlichting door de ogen van de gebruiker Dr. ir. H.IJ. (Hester) Hellinga Themabijeenkomst Kwaliteit van Installaties door DEKRA en UNETO-VNI 29 maart 2017

Nadere informatie

Licht&is&energie.&Energie&die&door& de&miljoenen&jaren&van&evolu6e& buiten&via&ons&menselijk&oog& een&posi6eve&invloed&hee:&op&

Licht&is&energie.&Energie&die&door& de&miljoenen&jaren&van&evolu6e& buiten&via&ons&menselijk&oog& een&posi6eve&invloed&hee:&op& Licht&is&energie.&Energie&die&door& de&miljoenen&jaren&van&evolu6e& buiten&via&ons&menselijk&oog& een&posi6eve&invloed&hee:&op& ons&gedrag&en&welbevinden&& &LIFE&NEEDS&LIGHT&E&& Menselijke&evolu6e&is&sterk&

Nadere informatie

DUCO at WORK. Hét antwoord voor gezonde en energiezuinige kantoren. We inspire at

DUCO at WORK. Hét antwoord voor gezonde en energiezuinige kantoren. We inspire at DUCO at WORK Hét antwoord voor gezonde en energiezuinige kantoren Een derde van de kantoorgebouwen in de Europese unie heeft een ondermaats binnenklimaat. Onvoldoende geventileerde kantoorgebouwen of kantoren

Nadere informatie

DUCO at CARE. De beste zorg voor een gezond binnenklimaat. We inspire at www.duco.eu

DUCO at CARE. De beste zorg voor een gezond binnenklimaat. We inspire at www.duco.eu DUCO at CARE De beste zorg voor een gezond binnenklimaat Het binnenklimaat in ziekenhuizen of zorginstellingen laat nog al te vaak te wensen over. Te warm of te koud, onvoldoende verse en frisse lucht

Nadere informatie

Ochtend- avondtype vragenlijst Zelfbeoordelingsversie (MEQ-SA) 1. Naam: Datum:

Ochtend- avondtype vragenlijst Zelfbeoordelingsversie (MEQ-SA) 1. Naam: Datum: Ochtend- avondtype vragenlijst Zelfbeoordelingsversie (MEQ-SA) 1 Naam: Datum: Kies bij iedere vraag het antwoord dat het beste bij u past. Zet een cirkeltje om het antwoord dat het beste aangeeft hoe u

Nadere informatie

Dynamisch daglicht. Een studie naar dynamiek in daglichttoetreding. Afstudeerpresentatie Lies Schaberg Climate Research & Design

Dynamisch daglicht. Een studie naar dynamiek in daglichttoetreding. Afstudeerpresentatie Lies Schaberg Climate Research & Design Dynamisch daglicht Een studie naar dynamiek in daglichttoetreding Afstudeerpresentatie t ti Lies Schaberg Climate Research & Design Hoofdmentor Dr. G.J. Hordijk Vakgroep Bouwfysica TUDelft Tweede mentor

Nadere informatie

Ruimte voor Vergetelheid

Ruimte voor Vergetelheid Ruimte voor Vergetelheid presentatie ontwerpend onderzoek Ruimte voor Vergetelheid door Interieur+Dementie woensdag 10 april 2013 Congres Dementievriendelijke architectuur en inrichting dementievriendelijke

Nadere informatie

Investeren in een doordacht gebruik van verlichting bij bewoners met dementie. 26 februari 2014

Investeren in een doordacht gebruik van verlichting bij bewoners met dementie. 26 februari 2014 Investeren in een doordacht gebruik van verlichting bij bewoners met dementie 26 februari 2014 Pilotcase Healing Environment en zorgtechnologie 1. Motivatie keuze pilotcase 2. Healing Environment en zorgtechnologie.

Nadere informatie

Lang leven het Smart Grid! Nu het gebouw nog! Wim Zeiler

Lang leven het Smart Grid! Nu het gebouw nog! Wim Zeiler Lang leven het Smart Grid! Nu het gebouw nog! Wim Zeiler Context 40% van alle energie wordt in de westerse wereld gebruikt in gebouwen [1] Elektriciteit is een duurzame energie drager Een nieuw type elektriciteitsnet

Nadere informatie

Blauw licht: the fake news en de nuttige toepassingen. Peter Bracke Cluster manager Groen Licht Vlaanderen Gent, 12 september 2017

Blauw licht: the fake news en de nuttige toepassingen. Peter Bracke Cluster manager Groen Licht Vlaanderen Gent, 12 september 2017 1 Blauw licht: the fake news en de nuttige toepassingen Peter Bracke Cluster manager Groen Licht Vlaanderen Gent, 12 september 2017 2 3 4 Wat is een te hoge blootstelling? Overdag: de mens is aangepast

Nadere informatie

Natuurlijk ventileren DUCO AT SCHOOL. beter studeren! We inspire at

Natuurlijk ventileren DUCO AT SCHOOL. beter studeren! We inspire at Natuurlijk ventileren beter studeren! SCHOOL EÉN OPLOSSING, DRIE PIJLERS > Basisventilatie > Doorvoerventilatie > Luchtafvoer > Ventilatieve koeling > Buitenzonwering 1 Basisventilatie Natuurlijke luchttoevoer

Nadere informatie

Natuurlijk ventileren DUCO AT HOME. een verademing! We inspire at

Natuurlijk ventileren DUCO AT HOME. een verademing! We inspire at Natuurlijk ventileren een verademing! HOME WAAROM & HOE VENTILEREN? DE STILSTE BOX + DE SLIMSTE VENTILATIE DE HOOGSTE -! > Basisventilatie > Doorvoerventilatie > Luchtafvoer > Ventilatieve koeling > Buitenzonwering

Nadere informatie

Natuurlijk ventileren DUCO AT WORK. werkt beter! We inspire at

Natuurlijk ventileren DUCO AT WORK. werkt beter! We inspire at Natuurlijk ventileren werkt beter! WORK EÉN OPLOSSING, DRIE PIJLERS > Basisventilatie > Doorvoerventilatie > Luchtafvoer > Ventilatieve koeling > Buitenzonwering 1 Basisventilatie Natuurlijke luchttoevoer

Nadere informatie

~omazo... l'v Ambachte'ß. j\ Hoofdbedrijfs(hap. TNO: "Zonwering al in bouwontwerp meenemen"

~omazo... l'v Ambachte'ß. j\ Hoofdbedrijfs(hap. TNO: Zonwering al in bouwontwerp meenemen ~omazo..... j\ Hoofdbedrijfs(hap l'v Ambachte'ß -c TNO: "Zonwering al in bouwontwerp meenemen" AUTOMATISCHE ZONWERING BESPAART ENERGIE EN VERBETERT BINNENKLIMAAT Automatische zonwering kan op kantoor en

Nadere informatie

HUMAN CENTRIC LIGHTING. LED EVENT 30 november 2017 Den Bosch Jan Van Riel

HUMAN CENTRIC LIGHTING. LED EVENT 30 november 2017 Den Bosch Jan Van Riel HUMAN CENTRIC LIGHTING LED EVENT 30 november 2017 Den Bosch Jan Van Riel Human Centric Lighting AGENDA De mens staat centraal Werking van het oog Niet visuele werking van het oog HCL en normen: Functionele

Nadere informatie

Intelli Air Valve (iav)

Intelli Air Valve (iav) Intelli Air Valve (iav) Slimme regelklep met CO 2 - of vochtmeting NIEUW Compacte oplossing voor collectieve wooneenheden Snelle & eenvoudige installatie én onderhoud Centrale of zonale vraagsturing Sturing

Nadere informatie

Daidalos bouwfysisch ingenieursbureau

Daidalos bouwfysisch ingenieursbureau Invloed van zonwering op de daglichttoetreding in kantoren project: studie van de invloed van een zonwering het visueel comfort in kantoren in samenwerking met Amber Imaging (programmatuur interface) opdrachtgever:

Nadere informatie

natural comfort inside

natural comfort inside RAAMVenTiLATie nl natural comfort inside Een optimaal binnenklimaat is gezond en geeft een goed gevoel. Daarom ontwikkelde Duco haar Green Building Solution, waarbij basisventilatie, intensieve ventilatie

Nadere informatie

Natuurlijke ventilatie van leslokalen

Natuurlijke ventilatie van leslokalen Natuurlijke ventilatie van leslokalen Seminar Actiflow - CFD in de bouw 20 mei 2011 ir. Henk Versteeg Inhoud presentatie Introductie LBP SIGHT Binnenmilieu basisscholen Ventilatie basisschool De Schakel

Nadere informatie

VERLICHTING VAN KLASLOKALEN, DE PRAKTIJK

VERLICHTING VAN KLASLOKALEN, DE PRAKTIJK 8 3 2009 BOUWFYSICA VERLICHTING VAN KLASLOKALEN, DE PRAKTIJK In het blad Bouwfysica van december 2006 werd een goed kunstlichtconcept voor klaslokalen beschreven. In de hier besproken studie worden luminantiebeelden

Nadere informatie

NBN-EN : Werkplekverlichting binnen

NBN-EN : Werkplekverlichting binnen NBN-EN 12464-1: Werkplekverlichting binnen In 2011 is er een aanpassing gebeurd aan de Europese norm, NBN-EN 12464-1 Licht en verlichting - Werkplekverlichting - Deel 1: Werkplekken binnen. Het is een

Nadere informatie

Natuurlijk ventileren DUCO AT HOME. een verademing! We inspire at

Natuurlijk ventileren DUCO AT HOME. een verademing! We inspire at Natuurlijk ventileren een verademing! HOME WAAROM & HOE VENTILEREN? MAXIMALE Epeil winst > Basisventilatie > Doorvoerventilatie > Luchtafvoer > Ventilatieve koeling > Buitenzonwering Waarom ventileren?

Nadere informatie

Hoe moet het: gokt u ernaar of weet u het?

Hoe moet het: gokt u ernaar of weet u het? Kleine parkeergarage Kleine parkeergarages bevinden zich in woongebouwen of zakenhotels. De afmetingen van de ruimte zijn kleiner en er is geen tdurend verkeer: dat neemt toe in de ochtend en de avond

Nadere informatie

regio Gooi en Vechtstreek Niet uitgeslapen? Jongeren en slapeloosheid www.cjggooienvechtstreek.nl

regio Gooi en Vechtstreek Niet uitgeslapen? Jongeren en slapeloosheid www.cjggooienvechtstreek.nl regio Gooi en Vechtstreek Niet uitgeslapen? Jongeren en slapeloosheid www.cjggooienvechtstreek.nl n Niet uitgeslapen? Jongeren en slapeloosheid We slapen gemiddeld zo n zeven tot acht uur per nacht. Dat

Nadere informatie

Licht voor welzijn en welbevinden senioren

Licht voor welzijn en welbevinden senioren verlichting ir. Mariëlle Aarts, ir. Nancy Westerlaken Verhoging zelfstandigheid van toekomstige senioren Licht voor welzijn en welbevinden senioren In 2040 zal bijna een kwart van de Nederlandse bevolking

Nadere informatie

Invloed van CO 2 op rusteloosheid van een Alzheimerpatiënt

Invloed van CO 2 op rusteloosheid van een Alzheimerpatiënt Invloed van CO 2 op rusteloosheid van een Alzheimerpatiënt Bart Cremers TREFWOORDEN Zehnder Group Nederland Lingenstraat 2 8028 PM Zwolle, Nederland bart.cremers@zehndergroup.com Binnenluchtkwaliteit,

Nadere informatie

Forfetaire Reductiefactoren. Ing. Stefan Verbrugge Innovatie manager Duco

Forfetaire Reductiefactoren. Ing. Stefan Verbrugge Innovatie manager Duco Forfetaire Reductiefactoren Ing. Stefan Verbrugge Innovatie manager Duco Enkele termen : Duco componenten afvoerventilator DucoBox Silent Geen regelkleppen RF communicatie Centrale regeling Boxsensoren

Nadere informatie

Gemaakt door: Rik van den Elzen Edwin Caspers Datum:

Gemaakt door: Rik van den Elzen Edwin Caspers Datum: Gemaakt door: Rik van den Elzen 0608913 Edwin Caspers 0609277 Datum: 19-06- 07 Opdracht en eisen pag. 2 Onderzoek pag. 3-4 Ontwerp pag. 5-8 Test in de bezonnings- pag. 9-15 simulator Conclusie pag. 16

Nadere informatie

lezing ventilatie & luchtkwaliteit

lezing ventilatie & luchtkwaliteit 902.317 lezing & luchtkwaliteit Nederlands Vlaamse Bouwfysica Vereniging elphi nelissen 30 maart 2006 nelissen ingenieursbureau bv lezing NVBV maart 2006 1 inhoudsopgave lezing & luchtkwaliteit introductie

Nadere informatie

Frisse School Verlichting,

Frisse School Verlichting, Frisse School Verlichting, Fris licht stimuleert leerling en docent Dr ir Ellie de Groot Ir Nancy Westerlaken Drs Laurens Zonneveldt 1 Doelstelling Verlichting voor optimale prestatie van leerling en docent

Nadere informatie

DucoBox NIEUW! De stilste én slimste box van Europa HOME OF OXYGEN. Ontdek de 10 unieke voordelen van de nieuwe DucoBox!

DucoBox NIEUW! De stilste én slimste box van Europa HOME OF OXYGEN. Ontdek de 10 unieke voordelen van de nieuwe DucoBox! NIEUW! DucoBox De stilste én slimste box van Europa Stil Slim Energiezuinig Ontdek de 10 unieke voordelen van de nieuwe DucoBox! > Stil: akoestisch geoptimaliseerd > Slim: met of zonder gepatenteerd regelkleppensysteem

Nadere informatie

Helder verlichte ruimtes zijn een steuntje in de rug voor ouderen

Helder verlichte ruimtes zijn een steuntje in de rug voor ouderen De foto's bij dit artikel zijn gemaakt op de PG-afdeling van De Bolder in Huizen. Licht en ouderen Helder verlichte ruimtes zijn een steuntje in de rug voor ouderen Met het klimmen van de jaren gaan de

Nadere informatie

Informatie over Lenzen

Informatie over Lenzen Informatie over Lenzen Camera CCD Sensor: De grootte van de camerabeeld sensor (CCD) beïnvloed ook de kijkhoek, waarbij de kleinere beeldsensoren een smallere kijkhoek creëren wanneer gebruikt met eenzelfde

Nadere informatie

Licht voor ouderen en mensen met dementie

Licht voor ouderen en mensen met dementie Factsheet Zorg & Technologie voor bestuurders en managers in de zorg Licht voor ouderen en mensen met dementie Gebaseerd op de brochure Van voorlichting tot verlichting van Joost van Hoof en Toine Schoutens.

Nadere informatie

Onderzoek KIEN dynamische. Uitgangspunten en oplossingen

Onderzoek KIEN dynamische. Uitgangspunten en oplossingen * Ing. Jan Meutzner Onderzoek KIEN dynamische verlichting intramuraal Uitgangspunten en oplossingen Lichtadvies Projectaanpak Afsluiting Jan Meutzner Jan Meutzner Jan Meutzner Jan Meutzner Nico Koreman

Nadere informatie

Maximalisatie van concentratie

Maximalisatie van concentratie Light Lines 01 Optimal light Door de combinatie van een strak design, slanke vormgeving en een optimale lichtverdeling zijn de Light Lines een essentieel en integraal onderdeel van de totale beleving in

Nadere informatie

Disclosure slide. (potentiële) belangenverstrengeling. Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven

Disclosure slide. (potentiële) belangenverstrengeling. Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Disclosure slide (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder

Nadere informatie

Biodynamische LED verlichting in de zorg

Biodynamische LED verlichting in de zorg Biodynamische LED verlichting in de zorg Dynamisch licht wordt onder andere toegepast in de medische wereld en de zorgsector. Licht heeft namelijk een bewezen positieve invloed op de lichamelijke en geestelijke

Nadere informatie

VISUEEL EN THERMISCH COMFORT VOOR SENIOREN IN EEN GETRANSFORMEERD KANTOOR

VISUEEL EN THERMISCH COMFORT VOOR SENIOREN IN EEN GETRANSFORMEERD KANTOOR 12 2 2014 BOUWFYSICA WWW.NVBV.ORG VISUEEL EN THERMISCH COMFORT VOOR SENIOREN IN EEN GETRANSFORMEERD KANTOOR TIJD VOOR BETERE SENIORENWONINGEN! Senioren blijven langer fit en wonen langer zelfstandig. Maar

Nadere informatie

Chronobiologie en de bipolaire stoornis

Chronobiologie en de bipolaire stoornis Chronobiologie en de bipolaire stoornis Rixt Riemersma-van der Lek, psychiater Polikliniek voor bipolaire stoornissen Universitair Medisch Centrum Groningen Email: r.f.riemersma@umcg.nl GGNet Symposium

Nadere informatie

VERLICHTINGSVERBLINDING

VERLICHTINGSVERBLINDING VERLICHTINGSVERBLINDING VERLICHTING EN VERBLINDING Bij verblinding kan onderscheid gemaakt worden tussen directe, rechtstreeks vanuit het armatuur en indirecte verblinding door weerkaatsing van bijvoorbeeld

Nadere informatie

Duco. www.atc-ventilation.be

Duco. www.atc-ventilation.be Duco www.atc-ventilation.be Duco Ducobox Classic ventilator pagina 3 Duco Comfort System pagina 4 Duco Comfort Plus System pagina 6 Duco Tronic System pagina 9 Duco Tronic Plus System pagina 11 Ducobox

Nadere informatie

> Stil: akoestisch geoptimaliseerd. > Slim: met of zonder gepatenteerd regelkleppensysteem. > Energiezuinig: afvoer op maat

> Stil: akoestisch geoptimaliseerd. > Slim: met of zonder gepatenteerd regelkleppensysteem. > Energiezuinig: afvoer op maat Nieuw! DucoBox De stilste en slimste box van Europa Conform 30 db eis Slim Energiezuinig Ontdek de 10 unieke voordelen van de nieuwe DucoBox! > Stil: akoestisch geoptimaliseerd > Slim: met of zonder gepatenteerd

Nadere informatie

Intelli Air Valve (iav)

Intelli Air Valve (iav) Intelli Air Valve (iav) Slimme regelklep met CO 2 - of vochtmeting NIEUW Compacte oplossing voor collectieve wooneenheden Snelle & eenvoudige installatie én onderhoud Ø 125 mm & Ø 160 mm Centrale of zonale

Nadere informatie

Soundlight Comfort Ceiling

Soundlight Comfort Ceiling Soundlight Comfort Ceiling Waar geluid en licht elkaar treffen, ontstaat comfort De uitdagingen voor kantoren Moderne communicatiemiddelen hebben zonder enige twijfel onze manier van werken veranderd.

Nadere informatie

Vraaggestuurde ventilatie met warmteterugwinning. Combinatie VNV/WTW: optimaal rendement! Vraaggestuurde ventilatie op basis van CO 2

Vraaggestuurde ventilatie met warmteterugwinning. Combinatie VNV/WTW: optimaal rendement! Vraaggestuurde ventilatie op basis van CO 2 Duco WTW System Vraaggestuurde ventilatie met warmteterugwinning Combinatie VNV/WTW: optimaal rendement! Vraaggestuurde ventilatie op basis van CO 2 Maximale EPC-winst bij nieuwbouw Twee EPA-labels winst

Nadere informatie

Ontmoet de stille kracht van ons complete ventilatiesysteem

Ontmoet de stille kracht van ons complete ventilatiesysteem Ontmoet de stille kracht van ons complete ventilatiesysteem Powered by DYKA AIR powered by Duco Vanaf nu hoeft u voor de levering van complete ventilatiesystemen nog maar één naam te onthouden: DYKA AIR.

Nadere informatie

heroal zonweringsystemen

heroal zonweringsystemen Persdossier R+T 2015 Persbericht: heroal uitbreiding van het portfolio heroal zonweringsystemen heroal introduceert zonweringcollectie op R+T 2015 Stuttgart / Verl, februari 2015 Op de R+T 2015 presenteert

Nadere informatie

JBo/ /NRe Rotterdam, 29 januari 2003

JBo/ /NRe Rotterdam, 29 januari 2003 Notitie 20021236-4: Het ClimaRad ventilatieconcept en het thermische binnenklimaat in de zomerperiode. JBo/20021236-4/NRe Rotterdam, 29 januari 2003 1. Inleiding. In opdracht van Brugman Radiatoren is

Nadere informatie

RAFFINESSE TECHNOLOGIE ONTMOET KWALITEIT. De ideale glasgevel

RAFFINESSE TECHNOLOGIE ONTMOET KWALITEIT. De ideale glasgevel Het isolatieglas met jaloezieën TECHNOLOGIE ONTMOET KWALITEIT sunblind visor privacy protection De ideale glasgevel In moderne gevels, met name bij structurele beglazing, is goed zonwerend glas een must.

Nadere informatie

Waarom Ventileren? 24 uur per dag ventileren zorgt voor het beste resultaat. Luchtkwaliteit. Ideaal voor integratie in een ventilatiesysteem.

Waarom Ventileren? 24 uur per dag ventileren zorgt voor het beste resultaat. Luchtkwaliteit. Ideaal voor integratie in een ventilatiesysteem. Waarom Ventileren? 24 uur per dag ventileren zorgt voor het beste resultaat Luchtkwaliteit We hebben allemaal nood aan verse én gezonde buitenlucht om goed te kunnen functioneren. In onze moderne maatschappij

Nadere informatie

Artikelen. Energiegebruik

Artikelen. Energiegebruik De eerste onderzoeksresultaten zijn gebaseerd op de vragenlijst. In de grafieken zijn de gemiddelden weergegeven. In twee artikelen, beide in de Engelse taal, zijn de resultaten meer diepgaand geanalyseerd

Nadere informatie

Duco Reno Garantieplan

Duco Reno Garantieplan NL Duco Reno Garantieplan Hét garantieplan voor totaalrenovatie en vervanging van ventilatiesystemen in woonhuisprojecten 100 % ontzorging door Duco JAAR PROJECTGARANTIE Projectgarantie van 15 jaar bij

Nadere informatie

Introductie 4/25/2013. Impacts of climate change on the indoor environmental and energy performance of buildings Klimaatadaptatiemaatregelen op

Introductie 4/25/2013. Impacts of climate change on the indoor environmental and energy performance of buildings Klimaatadaptatiemaatregelen op 4/25/2013 Kennisconferentie Deltaprogramma 2013 Impacts of climate change on the indoor environmental and energy performance of buildings op Part of Climate Proof Cities consortium of the gebouwniveau:

Nadere informatie

De invloed van licht op stemming en prestaties

De invloed van licht op stemming en prestaties De invloed van licht op stemming en prestaties Toine Schoutens Stichting Onderzoek Licht & Gezondheid Eindhoven DAVITA Nederland BV Eindhoven Wie is SOLG? De Stichting Onderzoek Licht & Gezondheid SOLG

Nadere informatie

Het SenseLab. Een Speeltuin voor de Zintuigen. Philomena M. Bluyssen

Het SenseLab. Een Speeltuin voor de Zintuigen. Philomena M. Bluyssen Het SenseLab Een Speeltuin voor de Zintuigen Philomena M. Bluyssen COLOFON Tekst Dit boekje is geschreven door Philomena M. Bluyssen van de Technische Universiteit Delft, Faculteit Bouwkunde, leerstoel

Nadere informatie

Schothorst Amersfoort

Schothorst Amersfoort Schothorst Amersfoort Veel voorkomende Vragen/problemen Achterstallig onderhoud Verouderde installaties Klachten over tocht en kou Ventilatie problemen ( buitenluchtkwaliteit en binnenklimaat) Verouderde

Nadere informatie

licht en onderwijs Wij weten wat LED voor u betekent

licht en onderwijs Wij weten wat LED voor u betekent licht en onderwijs Wij weten wat LED voor u betekent Natuurlijk licht onze norm Na inmiddels bijna twee miljoen jaar op deze aarde te lopen zijn we geëvolueerd in natuurlijk licht. We hebben elektrische

Nadere informatie

Een aangenaam binnenklimaat, het hele jaar rond.

Een aangenaam binnenklimaat, het hele jaar rond. Een aangenaam binnenklimaat, het hele jaar rond. Verbeter uw comfort met de ideale zonwerende en isolerend glasfolie. Verbeter de isolatie tot 41% (K-waarde), bespaar energie, hou overdreven warmte buiten

Nadere informatie

LUX op energiezuinige stand

LUX op energiezuinige stand Seminaire Duurzame gebouwen LUX op energiezuinige stand 5 maart 2015 Leefmilieu Brussel De uitdagingen op verlichtingsvlak Ingrid VAN STEENBERGEN, Zaakvoerder Adviesbureau voor verlichting ODID Vervangen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) (Dutch Summary) 9 (Dutch Summary) Slechtziendheid en blindheid (visuele beperking) vormt in onze vergrijzende samenleving een steeds groter probleem in het leven van veel ouderen. Dit uit zich niet alleen

Nadere informatie

Vraaggestuurde ventilatie met warmteterugwinning. Combinatie VNV/WTW: optimaal rendement! Vraaggestuurde ventilatie op basis van CO 2

Vraaggestuurde ventilatie met warmteterugwinning. Combinatie VNV/WTW: optimaal rendement! Vraaggestuurde ventilatie op basis van CO 2 Duco WTW System Vraaggestuurde ventilatie met warmteterugwinning NEEM VOORSPRONG! A++ energielabel Combinatie VNV/WTW: optimaal rendement! Vraaggestuurde ventilatie op basis van CO 2 Twee sprongen in het

Nadere informatie

Binnenlucht kwaliteit in verpleegtehuizen en het effect op de verspreiding van infectieziekten

Binnenlucht kwaliteit in verpleegtehuizen en het effect op de verspreiding van infectieziekten Binnenlucht kwaliteit in verpleegtehuizen en het effect op de verspreiding van infectieziekten Marije te Kulve BEZO 14-10-2013 Supervisors: Prof.dr. H.S.M. Kort, TU/e Dr.ir. M.G.L.C. Loomans, TU/e Ir.

Nadere informatie

Soundlight Comfort Ceiling

Soundlight Comfort Ceiling Soundlight Comfort Ceiling Waar geluid en licht elkaar treffen, ontstaat comfort De uitdagingen voor kantoren Moderne communicatiemiddelen hebben zonder enige twijfel onze manier van werken veranderd.

Nadere informatie

De mechanische ventilatie type C is in te delen in twee stromingen die nog in de huidige huizen aanwezig zijn:

De mechanische ventilatie type C is in te delen in twee stromingen die nog in de huidige huizen aanwezig zijn: 1 Introductie In een huishouden is ventilatie nodig om ervoor te zorgen dat het huis van schone en gezonde lucht is voorzien. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen natuurlijke ventilatie (type A), en

Nadere informatie

Slaapproblemen en het ouder wordende brein. Julia van den Berg Onderzoeker Parnassia, divisie 55+ Den Haag

Slaapproblemen en het ouder wordende brein. Julia van den Berg Onderzoeker Parnassia, divisie 55+ Den Haag Slaapproblemen en het ouder wordende brein Julia van den Berg Onderzoeker Parnassia, divisie 55+ Den Haag 4 oktober 2012, Current Biology Oktober 2012: Archives of General Psychiatry 28 september 2012:

Nadere informatie

Sunlite. Daglichtspot. Bespaar Energie met Natuurlijk Daglicht

Sunlite. Daglichtspot. Bespaar Energie met Natuurlijk Daglicht Sunlite Daglichtspot Bespaar Energie met Natuurlijk Daglicht Sunlite Een Sunlite van Keylite brengt natuurlijk daglicht in ruimtes waar de gebruikelijke dakramen voor een hellend of plat dak niet gebruikt

Nadere informatie

Slimme keuzes voor woningconcepten met warmtepompen

Slimme keuzes voor woningconcepten met warmtepompen Slimme keuzes voor woningconcepten met warmtepompen Interactie tussen gevelisolatie, ventilatiesystemen en capaciteit warmtepompsystemen Per 1 januari 2015 worden de EPCeisen aangescherpt. Voor woningen

Nadere informatie

Waarom Ventileren? 24 uur per dag ventileren zorgt voor het beste resultaat. Luchtkwaliteit. Ideaal voor integratie in een ventilatiesysteem.

Waarom Ventileren? 24 uur per dag ventileren zorgt voor het beste resultaat. Luchtkwaliteit. Ideaal voor integratie in een ventilatiesysteem. Waarom Ventileren? 24 uur per dag ventileren zorgt voor het beste resultaat Luchtkwaliteit We hebben allemaal nood aan verse én gezonde buitenlucht om goed te kunnen functioneren. In onze moderne maatschappij

Nadere informatie

...brengt ideeën tot leven

...brengt ideeën tot leven ...brengt ideeën tot leven Lichtontwerp van Deerns Licht en architectuur Foto: Ronald Tilleman 2 Foto: AVA Twee Steden Ziekenhuis 3 Uw uitdaging Verlichting in gebouwen, met name kunstverlichting, is traditioneel

Nadere informatie

DYNAMISCH LICHT NU HAALBAAR VOOR IEDEREEN

DYNAMISCH LICHT NU HAALBAAR VOOR IEDEREEN Dynamisch licht DYNAMISCH LICHT NU HAALBAAR VOOR IEDEREEN Het aanbrengen van dynamiek in de intensiteit, kleur en verdeling van (kunst)licht heeft vele toepassingen. U kent natuurlijk de effecten van extra

Nadere informatie

ArtEZ Faculteit Dans & Theater Arnhem Bouwfysische uitdagingen bij ondergronds bouwen

ArtEZ Faculteit Dans & Theater Arnhem Bouwfysische uitdagingen bij ondergronds bouwen 1 Climatic Design Consult, 25 juni 2004 ArtEZ Faculteit Dans & Theater Arnhem Bouwfysische uitdagingen bij ondergronds bouwen ir. K.C.J. Nobel ir. T.J. Haartsen Een ondergronds gebouw heeft bouwfysisch

Nadere informatie

welke woonstijl past bij u? Landelijk Klassiek

welke woonstijl past bij u? Landelijk Klassiek 1 De woonkamer is de plek bij uitstek om heerlijk te ontspannen in huis. Het interieur van de leefruimte kunt u volledig aanpassen aan uw eigen smaak en stijl. Landelijk Houdt u van gezelligheid, warmte

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

In 10 stappen een Active House

In 10 stappen een Active House In 10 stappen een Active House Wat is een Active House? Een Active House is een woning waar de mens centraal staat en elementen als energie, milieu en comfort in balans zijn. Dit resulteert in een gezonde,

Nadere informatie

Licht en duisternis. Eindhoven 18 februari 2015 1

Licht en duisternis. Eindhoven 18 februari 2015 1 Licht en duisternis Eindhoven 18 februari 2015 1 Aarde op 11 000 000 000 km Eindhoven 18 februari 2015 2 Aarde op 385 000 km Eindhoven 18 februari 2015 3 Eindhoven 18 februari 2015 4 Eindhoven 18 februari

Nadere informatie

Relighting LED. Technologische verkenning voor een case study. Arnaud Deneyer. 22 oktober 2014

Relighting LED. Technologische verkenning voor een case study. Arnaud Deneyer. 22 oktober 2014 Relighting LED Technologische verkenning voor een case study Arnaud Deneyer 22 oktober 2014 Laboratorium Licht Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf Relighting LED : Technologische

Nadere informatie

Waarom Ventileren? 24 uur per dag ventileren zorgt voor het beste resultaat. Luchtkwaliteit. Ideaal voor integratie in een ventilatiesysteem.

Waarom Ventileren? 24 uur per dag ventileren zorgt voor het beste resultaat. Luchtkwaliteit. Ideaal voor integratie in een ventilatiesysteem. Waarom Ventileren? 24 uur per dag ventileren zorgt voor het beste resultaat Luchtkwaliteit We hebben allemaal nood aan verse én gezonde buitenlucht om goed te kunnen functioneren. In onze moderne maatschappij

Nadere informatie

Roos Hensen Fijn wonen vragenlijst. Ben jij blij met je huis en de spullen die erin staan? Beantwoord de volgende vragen om daar achter te komen.

Roos Hensen Fijn wonen vragenlijst. Ben jij blij met je huis en de spullen die erin staan? Beantwoord de volgende vragen om daar achter te komen. Roos Hensen Fijn wonen vragenlijst Ben jij blij met je huis en de spullen die erin staan? Beantwoord de volgende vragen om daar achter te komen. Fijn wonen vragenlijst Persoonlijke vragen: Wat vind je

Nadere informatie

Cognitieve achteruitgang: ook verlies van het persoonlijk netwerk?

Cognitieve achteruitgang: ook verlies van het persoonlijk netwerk? Cognitieve achteruitgang: ook verlies van het persoonlijk netwerk? M. J. Aartsen, TG. van Tilburg, C. H. M. Smits Inleiding Veel mensen worden in hun dagelijks leven omringd door anderen waarmee ze een

Nadere informatie