afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur"

Transcriptie

1 gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Noorderkempen Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle bijlage III: toelichtingsnota tekst Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 9

2 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave Inleiding Doelstelling, reikwijdte en detailleringsgraad van het plan Toelichting bij het plan Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen De bindende bepalingen Het richtinggevend gedeelte Het afbakeningsproces voor de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur Het afbakeningsproces in de regio Noorderkempen Relatie met andere beleidsbeslissingen Ankerplaats Abdij van Westmalle te Malle, Brecht, Schilde en Zoersel Relatie met gemeentelijke en provinciale ruimtelijke structuurplannen Provinciaal ruimtelijk structuurplan Antwerpen Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Malle Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Zoersel Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Brecht Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Schilde Gebiedsspecifieke verantwoording van de gebieden in het ruimtelijk uitvoeringsplan Positionering van het gebied ten opzichte van de ruimtelijke elementen van de bestaande structuur regio Noorderkempen Visie en gewenste ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven Verantwoording voor opname van de gebieden in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bestaande feitelijke en juridische toestand Bestaande feitelijke toestand Bestaande juridische toestand Passende beoordeling ten aanzien van als speciale beschermingszones te beschouwen gebieden Onderzoek tot milieueffectrapportage Veiligheidsrapportage Watertoets Ruimtebalans Register van bestemmingswijzigingen die in aanmerkingen komen voor planbatenheffing, planschadevergoeding, kapitaal- en gebruikersschadecompensatie Vertaling naar verordenende stedenbouwkundig voorschriften Op te heffen stedenbouwkundige voorschriften...52 Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 10

3 2 Inleiding Voorliggend document is een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in de zin van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Een ruimtelijk uitvoeringsplan bevat (Art van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening): - een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is; - de bijhorende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichtingen en/of het beheer, en, desgevallend de normen, vermeld in artikel en van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid; - een weergave van de feitelijke en juridische toestand; - de relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke structuurplannen waarvan het een uitvoering is; - in voorkomend geval, een zo limitatief mogelijke opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden; - in voorkomend geval, een overzicht van de conclusies van (a) het planmilieueffectenrapport, (b) de passende beoordeling, (c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, (d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; - in voorkomend geval, een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, vermeld in artikel 2.6.1, een planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid; - in voorkomend geval, een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een gebruikerschadecompensatie vermeld in het decreet van 27 maart 2009 houdende vaststelling van een kader voor de gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen, overdrukken en erfdienstbaarheden tot openbaar nut. Het grafisch plan (Bijlage I) en de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften (Bijlage II) hebben verordenende kracht. De teksten en grafische plannen van de toelichtingsnota (Bijlage III) hebben als dusdanig geen verordenende kracht, maar behouden hun waarde als inhoudelijk onderdeel van het geheel van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. De registers met betrekking tot planschade, planbaten, kapitaal- of gebruikersschadecompensatie hebben slechts een informatief karakter (Bijlage IV). Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 11

4 3 Doelstelling, reikwijdte en detailleringsgraad van het plan De doelstelling van het ruimtelijk uitvoeringsplan is tweeledig: - uitvoering geven aan de richtinggevende en bindende bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) inzake de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur zoals nader uitgewerkt in de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos in de regio s Noorderkempen en Antwerpse Gordel/Klein-Brabant; - de ankerplaats Abdij van Westmalle te Malle, Schilde, Brecht en Zoersel opnemen als erfgoedlandschap in de zin van het landschapsdecreet Het plan zal de daarvoor noodzakelijk bestemmingen en stedenbouwkundige voorschriften vastleggen op perceelsniveau. Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 12

5 4 Toelichting bij het plan 4.1 Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen De bindende bepalingen 1 In de bindende bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen leggen vast dat: de oppervlakte van de bestemmingscategorie natuur zal toenemen tot ha; de oppervlakte van de bestemmingscategorie bos zal toenemen tot ha; de oppervlakte van de bestemmingscategorie overig groen ha blijft; de oppervlakte natuurverwevingsgebied in overdruk boven bestemmingscategorieën andere dan natuur, bos of overig groen ha zal bedragen, waarvan max ha in overdruk op gebieden van de bestemmingscategorie landbouw en min ha in overdruk op gebieden van andere bestemmingscategorieën. de oppervlakte van de bestemmingscategorie landbouw zal ha bedragen, bestemd voor de beroepslandbouw Het richtinggevend gedeelte Ruimtelijke visie op de ontwikkeling van Vlaanderen: Vlaanderen open en stedelijk Met de metafoor Vlaanderen, open en stedelijk wil het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) een trendbreuk realiseren met betrekking tot de ruimtelijke ontwikkeling. Deze trendbreuk beoogt de versterking van het buitengebied en het tegengaan van de versnippering door een optimaler gebruik en beheer van de stedelijke structuur. Daarom wordt de ruimtelijk structurerende werking van het fysisch systeem als principe vooropgesteld. Het fysisch systeem is ruimtelijk structurerend voor de natuurlijke structuur (inclusief de bosstructuur), de agrarische structuur, de nederzettingsstructuur en het landschap. Ruimtelijk structurerend betekent dat de huidige, intrinsieke kenmerken van het bestaand fysisch systeem het richtinggevend kader zijn voor de ruimtelijke ontwikkeling van de structuurbepalende functies natuur, bos, landbouw en wonen en werken op het niveau van het buitengebied. In Vlaanderen wordt de ruimtelijke structuur van het buitengebied vandaag bepaald door het samenhangend geheel (netwerk) van rivier- en beekvalleien, grote en aaneengesloten natuur- en boscomplexen, belangrijke landbouwgebieden, de nederzettingsstructuur, het landschap en de infrastructuur, Inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen Elk van de drie voor het buitengebied structuurbepalende functies landbouw, natuur en bos kan slechts op een duurzame wijze functioneren indien de gebieden die aan deze functie worden toegewezen, ingebed zijn in een goed gestructureerd geheel. Daarom wordt het buitengebiedbeleid gedifferentieerd naar een beleid voor de natuurlijke structuur, de agrarische structuur en de nederzettingsstructuur. De natuurlijke en de agrarische structuur kunnen elkaar in bepaalde gebieden (natuurverwevingsgebieden) overlappen. Het afbakenen van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische structuur in ruimtelijke uitvoeringsplannen moet daarom gelijktijdig en op gelijkwaardige basis gebeuren. De natuurlijke structuur kan in bepaalde gebieden ook overlappen met andere functies (recreatie, overige functies, ). 1 Herzien bij besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 en bekrachtigd bij decreet van 25 februari Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 13

6 Ontwikkelingsperspectieven voor gemeenschaps- en nutsvoorzieningen in het buitengebied De aan het wonen gekoppelde gemeenschaps- en nutsvoorzieningen worden geconcentreerd in de kernen van het buitengebied. Het niveau en de reikwijdte van de voorzieningen wordt in overeenstemming gebracht met het belang van de kern. Er wordt gestreefd naar de verweving van de verschillende activiteiten (onderwijs, huisvesting, cultuur, welzijnszorg). De bereikbaarheid van de mobiliteitsgenererende activiteiten (scholen, ziekenhuizen, culturele infrastructuur...) wordt door een locatie- en mobiliteitsbeleid gegarandeerd en versterkt. De niet aan het wonen gekoppelde gemeenschaps- en nutsvoorzieningen moeten voldoen aan volgende ruimtelijke voorwaarden: de schaal van de voorziening sluit aan bij de schaal van het landschap; de omvang van de voorziening tast de structuur en de functie van de structuurbepalende functies van het buitengebied niet aan. Specifieke ordening van elementen en componenten van het landschap Bij de ruimtelijke afweging van functies kunnen de consequenties voor het landschap ruimtelijke randvoorwaarden bij deze afweging stellen. Vanuit de kennis van de karakteristieke elementen en componenten zullen dan ook veeleer randvoorwaarden worden opgelegd aan de ontwikkeling van functies en activiteiten, zonder evenwel de ontwikkelingsmogelijkheden van de structuurbepalende functies in het gedrang te brengen. Ieder landschap wordt daarbij getypeerd door de specifieke ordening van abiotische, biotische en antropogene (incl. cultuurhistorische) elementen en componenten die binnen een landschap aanleiding geeft tot een specifiek ecologisch functioneren, een specifieke visuele beleving en een specifiek menselijk ruimtegebruik. De verschillen drukken zich uit in de diversiteit en herkenbaarheid van landschappen in Vlaanderen. In sommige situaties is de specifieke ordening van elementen en componenten intrinsiek of contextueel zo waardevol dat het behoud en de verdere ontwikkeling ervan dienen te worden verzekerd. Op basis van de karakteristieken en de kwaliteit van het landschap worden dan beleidsmatig stringente voorwaarden opgelegd aan ander (en wijzigingen van het) ruimtegebruik. In functie van de ruimtelijke draagkracht van een gebied kunnen voor karakteristieke landschapselementen en -componenten (waaronder het cultuurhistorisch erfgoed) functiewijzigingen mogelijk zijn indien deze wijzigingen kunnen bijdragen tot het behoud en de versterking ervan Het afbakeningsproces voor de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur De Vlaamse Regering besliste op 7 december 2001 de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur in uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen uit te voeren in twee fasen. In een eerste fase stelde de Vlaamse Regering op basis van procedure in het decreet Natuurbehoud een afbakeningsplan voor de ha grote eenheden natuur en grote eenheden natuur in ontwikkeling van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) definitief vast op 18 juli Parallel werden in deze fase via een reeks gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen ca ha bestemmingswijzigingen naar natuurgebied doorgevoerd voor een aantal onderdelen van het VEN. Op 17 oktober 2003 legde de Vlaamse Regering de werkwijze voor de tweede fase van het afbakeningsproces vast. In deze tweede fase werd in overleg met gemeenten, provincies en belangengroepen een geïntegreerde en gebiedsgerichte ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos opgesteld. In de periode werden daarvoor overlegprocessen gevoerd in 13 buitengebiedregio s. Het resultaat van deze overlegprocessen is een ruimtelijke visie die de krachtlijnen vastlegt voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur in een bepaald gebied én een uitvoeringsprogramma waarin een fasering en de beleidsmatige prioriteiten voor de opmaak van concrete afbakeningsplannen wordt vastgelegd. Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 14

7 4.1.4 Het afbakeningsproces in de regio Noorderkempen Voor de buitengebiedregio Noorderkempen werd het afbakeningsproces voor de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur opgestart begin In een verkenningsfase werd via een consultatie van de betrokken gemeenten, provincies en voornaamste belangengroepen gepeild naar inzichten op de gewenste natuurlijke en agrarische structuur. Samen met de inzichten vanuit de Vlaamse administratie en binnen het kader van de richtinggevende bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) werd op basis hiervan een eerste aanzet tot gewenste ruimtelijke structuur uitgewerkt in een verkenningsnota (februari 2007). Deze verkenningsnota werd voor formeel advies voorgelegd aan de betrokken gemeenten, provincies en belangengroepen. In het najaar 2007 werden een reeks overlegsessies georganiseerd waarbij de actoren hun adviezen konden toelichten en gepeild werd naar de marges waarbinnen concepten bijgestuurd zouden kunnen worden. Na deze overlegronde werd een eindvoorstel van gewenste ruimtelijke structuur en een uitvoeringsprogramma opgemaakt en voor advies voorgelegd aan de betrokken actoren (maart 2008). Op 12 december 2008 nam de Vlaamse Regering kennis van deze visie en keurde ze de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewesplannen goed voor ca ha agrarisch gebied én een operationeel uitvoeringsprogramma goed.voorliggend gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan geeft verder uitvoering aan de ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos zoals die in het kader van de uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen voor de buitengebiedregio Noorderkempen werd uitgewerkt en is één van de acties uit het operationeel uitvoeringsprogramma. De delen van het plangebied op grondgebied van de gemeenten Schilde en Brecht maakten het voorwerp uit van het planningsproces voor de buitengebiedregio Antwerpse Gordel/Klein- Brabant dat in 2009 afgerond werd en waarvoor de Vlaamse regering op 27 maart 2009 een beslissing nam. Voorliggend plan wordt opgemaakt in uitvoering van deze beslissingen. In overleg met de lokale besturen en middenveldorganisaties is in 2010 gestart met de uitwerking van het plan. Een voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan is op 18 mei 2010 voorgelegd aan een plenaire vergadering. Op basis van de opmerkingen van de lokale besturen en adviserende instanties is een ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan opgemaakt. De Vlaamse regering stelde het ontwerpplan op 16 december 2011 voorlopig vast. Over dat ontwerpplan is een openbaar onderzoek georganiseerd dat liep van 31 januari 2012 tot 30 maart Naar aanleiding van het openbaar onderzoek is op 14 februari 2012 in Westmalle een infomarkt georganiseerd waarop het plan is toegelicht. De wijze waarop al dan niet ingegaan is op de specifieke opmerkingen, adviezen en bezwaren uitgebracht tijdens het openbaar onderzoek is opgenomen in de overwegingen van het besluit van de Vlaamse regering houdende de definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. 4.2 Relatie met andere beleidsbeslissingen Ankerplaats Abdij van Westmalle te Malle, Brecht, Schilde en Zoersel Bij ministerieel besluit van 20 november 2007 werd de ankerplaats Abdij van Westmalle te Malle, Brecht, Schilde en Zoersel definitief aangeduid conform de procedures voorzien in het landschapsdecreet van 16 april Het besluit tot aanduiding omvat onder meer een beschrijving van de natuurwetenschappelijke, historische, esthetische, sociaal-culturele of ruimtelijk-structurerende waarden die aanleiding hebben gegeven tot de aanduiding, de kenmerken die typisch zijn voor de ankerplaats met inbegrip van de ruimtelijke kenmerken die eigen zijn aan de waarden. Door deze aanduiding worden de bepalingen omtrent de zorgplicht van het landschapsdecreet en het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2008 van kracht in dit gebied. Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 15

8 Doel van het ruimtelijk uitvoeringsplan is de definitief aangeduide ankerplaats maximaal op te nemen als erfgoedlandschap in de zin van het landschapsdecreet waarbij het specifiek karakter van de abdij, het compartimentenlandschap rondom de abdij met zijn orthogonaal dreven- en bomenrijenpatroon met bijhorend grachtenstelsel, de zandwegen en -paden, het waardevolle bosgebied en de gebouwen van openbaar nut, kan bewaard worden en het landschap kan beheerd worden als één structurerend geheel. 4.3 Relatie met gemeentelijke en provinciale ruimtelijke structuurplannen Conform de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening worden gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen opgemaakt in uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. De voor het plangebied relevante elementen of selecties uit de gemeentelijke en provinciale ruimtelijke structuurplannen worden hieronder ter informatie aangegeven Provinciaal ruimtelijk structuurplan Antwerpen Volgens het provinciaal ruimtelijk structuurplan Antwerpen behoort het plangebied tot de Open Kempen. De Open Kempen is een open gebied met grootschalige landbouw en verspreide natuurlijke gebieden. Een gebied met een sterke landbouwfunctie is het gebied rond o.a. Brecht en Malle. Een netwerk van bovenlokale meer natuurlijke gebieden (heidegebieden, kolonies, gave landschappen) bepaalt de externe en interne grenzen aan de open landbouwgebieden. Een voorbeeld van externe grenzen zijn de bosgebieden in Zoersel. De nederzettingen in het gebied zijn geconcentreerde kernen zoals Brecht en Malle. De visie in dit gebied is het stimuleren van open ruimte functies zoals grondloze en grondgebonden landbouw, natuur en recreatie. De provincie selecteert het gebied met en rond de abdij van Westmalle te Westmalle als gebied met een ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang. Het beleid van deze gebieden is gericht op het behoud en eventueel herstel van een zeer specifiek cultuurhistorisch en gemeentegrensoverschrijdend landschappelijk element. Dat landschappelijk element draagt ook een ecologische ontwikkeling. Het optimaal functioneren is enkel gegarandeerd wanneer het gebied als één geheel wordt beheerd Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Malle Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) Malle werd goedgekeurd op 2 februari Het GRS Malle omschrijft het Molenbos en de omgeving van de Trappistenabdij als een gebied met een combinatie van een interessant cultuurlandschap met een ecologisch waardevol bos- en natuurgebied. Het domein van de Abdij van Westmalle en haar directe omgeving vormen één vrij intact landschap, waarvan rust en stilte uitgaat. Het landschap rondom de abdij wordt gevormd door een historisch complex van landbouwgronden en bossen, doorkruist met dreven en afwateringsgrachten. Het bezit een hoge belevingswaarde door aanwezigheid van kleinschalig mozaïek van loof- en naaldbossen, heide, graslanden en akkers in een regelmatig patroon doorkruist met wegen, paden, dreven, grachten en bomenrijen. De visie die de gemeente voor dit plangebied nastreeft is 1) het behouden van de sterke, waardevolle landschapsstructuren zoals de drevenstructuur voor de omgeving van de Trappisten 2) de openheid benadrukken van de noordelijke agrarische gebieden en 3) het vrijwaren van de open ruimte corridor ter hoogte van de abdij van de Trappisten. De volledige overkant van de abdij wordt op het gewestplan ingekleurd als woongebied. Toch is het essentieel in het beeld van de N12; opeenvolging open gesloten, deze overkant zoveel mogelijk open te houden. De gemeente dringt er daarom bij de Vlaamse Overheid en de provincie op aan de bestemmingswijziging (omzetten van woongebied in open ruimte) zo snel mogelijk te realiseren, waardoor het beschermingsbesluit terug van kracht kan worden en nieuwe bebouwing onmogelijk wordt. Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 16

9 4.3.3 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Zoersel Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) Zoersel werd goedgekeurd op 11 augustus Het GRS Zoersel verwijst naar het Molenbos, dat deel uitmaakt van een goot bosgebied dat zich uitstrekt over St.-Job-in- tgoor en s Gravenwezel. Het Molenbos maakt ook deel uit van de abdij en is als bosrijk cultuurlandschap aantrekkelijk voor zachte recreatie zoals wandelen en fietsen. Ten noorden van St.-Antonius ligt een gebied voor verblijfsrecreatie De Welvaart, wat grotendeels bebost is. Het GRS geeft als knelpunt dat de zone voor verblijfsrecreatie momenteel niet echt gebruikt wordt en de waardevolle relatie met de omgeving niet benut wordt. De zone voor verblijfsrecreatie biedt kansen voor de uitbouw ervan als uitvalsbasis voor recreatief medegebruik van het bosgebied. Een ander knelpunt is de uitzaaiing van bebouwing en zonevreemde woningen. Voor de zonevreemde woningen maakte de gemeente een gemeentelijk RUP Zonevreemde woningen op (datum goedkeuring ) Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Brecht Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) Brecht werd goedgekeurd op 16 december Het deel van het plangebied op grondgebied van de gemeente Brecht maakt deel uit van de bossen van Brechtse Heide en deze lopen grotendeels door op het grondgebied van Schilde. Binnen het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Brecht wordt Brechtse Heide aanschouwd als kerngebied voor de natuur dat dient behouden en versterkt te worden Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Schilde Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) Schilde werd goedgekeurd op 2 maart Het deel van het plangebied op grondgebied van de gemeente Schilde maakt deel uit van de hoofdruimte Groengordel (Kotsbos) en wordt in het GRS Schilde aangeduid als een gemeentelijke kwetsbare zone. De doelstelling is de groengordel rondom de kernen te versterken. 4.4 Gebiedsspecifieke verantwoording van de gebieden in het ruimtelijk uitvoeringsplan Positionering van het gebied ten opzichte van de ruimtelijke elementen van de bestaande structuur regio Noorderkempen De relevante ruimtelijke elementen van het waternetwerk, de bestaande natuurlijke en agrarische structuur zijn hieronder weergegeven. Fysisch systeem Het fysisch systeem van de buitengebiedregio Noorderkempen wordt in belangrijke mate bepaald door de morfologische eenheid cuesta van de kleien van de Kempen. Deze cuesta vormt het interfluvium tussen het zuidwestelijke en zuidelijke Beneden Schelde- en Netebekken en het noordelijke Maasbekken. Het cuestafront is meestal laag en weinig steil. De steilrand van het cuestafront is te volgen van Zandvliet, langs Stabroek, Kapellen, over Brasschaat, Schoten, Schilde, Zoersel, Malle, Beerse, Vosselaar tot Turnhout. De hoogte van de waterscheidingslijn op deze cuestarug bereikt 20m in het westen en 35 m in het oosten. Alle waterlopen in het gebied behoren tot het bekken van de Schelde. Elementen van de natuurlijke structuur Rond de abdij van Westmalle maken loof- en naaldbossen, heide, graslanden, dreven, grachten, bomenrijen en houtkanten, deel uit van de natuurlijke structuur. Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 17

10 Het domein en de omgeving van de abdij van Westmalle en haar directe omgeving vormen één vrij intact gaaf landschap. Het betreft een uitgestrekt landschap met een orthogonaal patroon, dat zo goed als intact bewaard werd sinds de helft van de 19 de eeuw, als resultaat van de versnijding van de blokvormige percelen door een complex en imposant drevenstelsel. De kleinschalige mozaïek van loof- en naaldbossen, heide, graslanden en akkers in een regelmatig patroon doorkruist met wegen, paden, dreven, grachten en bomenrijen heeft een hoge visuele belevingswaarde. Elementen van de agrarische structuur Het oostelijk deel van het plangebied behoort tot de landbouwkamer van Malle dat gesitueerd wordt in de driehoek Westmalle, Sint-Antonius-Zoersel en Zoersel. Dit ruimtelijk functioneel minder samenhangend landbouwgebied is eerder klein en gelegen temidden van een verstedelijkt en bosrijk gebied. Het dichtst tegen de kernen van Westmalle en Zoersel zijn de kenmerken van oude plaggenbodems nog herkenbaar, weg van de kernen worden de percelen groter en regelmatiger. In het gebied komt hoofdzakelijk rundveehouderij voor Visie en gewenste ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven Het plangebied Omgeving abdij Westmalle ligt voor de buitengebiedregio Noorderkempen in de deelruimte Open Kempen. De relevante deelconcepten vanuit de gewenste ruimtelijke structuur 2 voor deze deelruimte zijn: Behoud en versterking van samenhangende boscomplexen (en van parkstructuren). - Zowel de grote boscomplexen als de kleinere waardevolle boskernen en parken moeten in samenhang met hun cultuurhistorische en landschappelijke context behouden en waar mogelijk versterkt worden. - De structuurbepalende bossen en boscomplexen worden gedifferentieerd als natuurverwevingsgebieden. Gebiedsgericht en in afweging met andere bosfuncties kunnen accenten worden gelegd op bepaalde functies (natuur, landschap, cultuurhistorie, bosbouw, recreatie, ). - Bosuitbreidingsdoelstellingen worden gerealiseerd door de bestaande of historische complexen te versterken of te herstellen zonder de samenhang van aaneengesloten en structuurbepalende landbouwgebieden aan te tasten en rekening houdend met de landschapsecologische en cultuurhistorische context. - De grote monotone naaldhoutaanplanten vormen belangrijke aandachtsgebieden voor versterking van de bosstructuur. Enerzijds via bosinbreiding, anderzijds via bosomvorming naar een meer gevarieerde bosstructuur (kwalitatieve versterking). - Kleine bossen in het agrarisch gebied worden behouden als stapsteenbossen tussen belangrijke natuurcomplexen. Ze kunnen ingeschakeld worden in de realisatie van droge natuurverbindingen doorheen de regio (bv. noord-zuid verbinding tussen Wortel en Vlimmeren). - De specifieke parkstructuur en vegetatiesamenstelling van de kasteelparken zijn belangrijke landschappelijke, ecologische en cultuurhistorische te behouden elementen. Waar nodig wordt gestreefd naar een betere integratie van de parken met de omliggende bosbestanden. - Het deelconcept is van toepassing op volgende gebieden: Gemeentebossen Westmalle 2 Ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos regio Noorderkempen, eindvoorstel gewenste ruimtelijke structuur, maart Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 18

11 Behoud en versterking van (complexen van) ecologische en landschappelijke waarden verweven met (grondgebonden) landbouw - Binnen het landbouwlandschap van Open Kempen liggen een aantal landschapsecologische en cultuurhistorisch waardevolle landschappen met een vlaksgewijze afwisseling van landbouwgronden, ecologisch waardevolle graslanden, beboste percelen, houtkanten en andere landschapselementen. - Deze mozaïek van grondgebonden landbouw met kleine bos-, natuur- en landschapselementen en de ruimtelijke samenhang met de beekvalleien wordt behouden en versterkt. - Delen van deze mozaïeklandschappen kunnen een hoofdfunctie natuur, bos of landbouw. Het beleid is gericht op het behoud van de grondgebonden landbouwfunctie, maar vrijwaart voldoende ruimte voor het behoud, de ecologische opwaardering en het landschappelijke herstel van de aanwezige bos-, natuur- en landschapselementen. - De kolonies en de omgeving van de abdij van Westmalle worden gekenmerkt door duidelijk herkenbare ontginningsrelicten (of landgoedelementen) zoals de rectangulaire dreven en de tussenliggende omsloten landbouwgronden. - Via stimulerende maatregelen wordt in landbouwgebieden met natuurverweving het beheer van deze kleine elementen bevorderd en wordt de landbouw zoveel mogelijk afgestemd op de aanwezige waarden. - Het deelconcept is van toepassing op volgende gebieden: abdij Westmalle en omgeving Vrijwaren en versterken van waardevolle landschappen en erfgoedwaarden - In Open Kempen moet het behoud van de historisch en landschappelijk waardevolle landbouwlandschappen, natuur- en bosgebieden en het behoud van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden die samenhangen met de ontginningsgeschiedenis, gegarandeerd worden. - Kenmerkende en waardevolle te vrijwaren elementen zijn: de geometrische ontginningsstructuren in grootschalige landbouwlandschappen, planmatig ontgonnen bossen en heiden, dreven, houtkanten, bomenrijen, vennen, kasteeldomeinen en enkele historische hoeves. - Het ruimtelijk beleid ondersteunt het behoud en herstel van deze waarden in hun onderlinge samenhang. De versterking ervan moet gebeuren met behoud en versterking van de historische kenmerkende elementen van het ontginningslandschap. Stimulerende maatregelen kunnen hierbij worden ingezet. - Het deelconcept is van toepassing op volgende gebieden: Brechtse Heide 24.7 abdij Westmalle Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 19

12 Ruimtelijk-functioneel samenhangende gebieden vrijwaren voor de land- en tuinbouw met grondgebonden landbouw als drager van de open ruimte - De - mede dankzij diverse ruilverkavelingen - goed gestructureerde agrarische gebieden van Open Kempen worden maximaal gevrijwaard voor de beroepslandbouw. - In deze landbouwgebieden vormt een sterke grondgebonden landbouw een garantie voor het open houden van het agrarisch cultuurlandschap. De grondgebonden landbouw functioneert hier als belangrijke ruimtelijke drager van het gebied. De niet-grondgebonden landbouw is in evenwicht met de ruimtelijke draagkracht. - Het ruimtelijk beleid is gericht op het garanderen van ontwikkelingsmogelijkheden en rechtszekerheid voor de grondgebonden landbouw, waarbij het open landschap behouden en versterkt wordt. - Het aaneengesloten, open en grootschalige karakter van recente landbouwontginningen, ruilverkavelingsgebieden met in het bijzonder in de omgeving van gebieden ingericht voor weidevogel en het behoud van de grondgebonden landbouw worden als basis gebruikt voor het aanduiden van bouwvrije agrarische zones. Nieuwe agrarische bebouwing sluit maximaal aan bij de bestaande bebouwing. - In de grote samenhangende landbouwgebieden van de Noorderkempen kan men enkele zones aanduiden die gekenmerkt worden door een ruimtelijke afwisseling van grondgebonden landbouw en verspreide glastuinbouw. Behoud van de landbouwfunctie staat hier voorop. De provincie werkt hierover een visie uit voor de gemeenten Wuustwezel, Brecht, Hoogstraten, Rijkevorsel, Malle, Merksplas en Beerse. - In relatie tot de visie op glastuinbouw kunnen eveneens gebieden aangeduid worden als bouw- of serrevrij gebied. - Binnen het landbouwgebied wordt een landschapsecologische basiskwaliteit gegarandeerd. Vaak is dit uitgewerkt in de ruilverkavelingen. Specifiek binnen de bouwvrije zones wordt het beheer van weidevogelwaarden (o.a. kleine landschapselementen, sloten en poelen) bevorderd. Vrijwillige stimulerende maatregelen kunnen hiervoor aangewend worden. - In de overstromingsgevoelige gebieden worden de landbouwfunctie en de waterbeheerfunctie zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. Vanuit het ruimtelijk beleid worden deze gebieden gevrijwaard van verdere bebouwing, zodanig dat de waterbergingsfunctie bewaard blijft en waar nodig hersteld kan worden. - Het deelconcept is van toepassing op volgende gebieden: landbouwgebied ten noorden van Malle De delen van het plangebied die betrekking hebben op het grondgebied van Brecht en Schilde werden uitgewerkt in het planningsproces voor de buitengebiedregio Antwerpse Gordel - Klein- Brabant 3. Deze delen van de buitengebiedregio Antwerpse Gordel/Klein-Brabant liggen in de deelruimte Verstedelijkt bosgebied ten NO van Antwerpen oostelijk deel. De relevante deelconcepten vanuit de gewenste ruimtelijke structuur voor deze deelruimte zijn: 3 Ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos regio Antwerpse Gordel - Klein-Brabant, eindvoorstel gewenste ruimtelijke structuur, september Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 20

13 Behoud en versterking van bestaande multifunctionele boscomplexen - Her en der in deze deelruimte komen multifunctionele boscomplexen voor die in samenhang met de landschappelijke context behouden en versterkt moeten worden. Deze bossen worden gedifferentieerd als natuurverwevingsgebieden. - Gebiedsgericht en in afweging met andere bosfuncties kunnen op bepaalde functies (natuur, landschap, cultuurhistorie, landbouw, bosbouw, recreatie ) accenten gelegd worden. - Er wordt gestreefd naar een kwalitatieve versterking van de bosstructuur, gericht op een meer gevarieerde bosstructuur. Ecologisch waardevolle elementen worden behouden en versterkt. - Bosuitbreidingsdoelstellingen worden gerealiseerd door de bestaande of historische complexen en patronen te versterken of te herstellen rekening houdend met de landschapsecologische en cultuurhistorische context. - Verspreid in het gebied kunnen belangrijke bestaande kastelen en/of kasteelparken liggen. De specifieke parkstructuur en vegetatiesamenstelling van de kasteelparken zijn belangrijke landschappelijke, ecologische en cultuurhistorische te behouden elementen. Waar nodig wordt gestreefd naar een betere integratie van de parken met de omliggende bosbestanden. - Het deelconcept is van toepassing op volgende gebieden: Bossen St. Antonius Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 21

14 De gewenste ruimtelijke structuur voor dit gebied wordt grafisch weergegeven in onderstaande figuren. Figuur 1. Gewenste ruimtelijke structuur Open Kempen (deelruimte 2): Gebied 2b: centraal westelijk deel (buitengebiedregio Noorderkempen) Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 22

15 Figuur 2. Gewenste ruimtelijke structuur Deelruimte 2: Verstedelijkt bosgebied ten NO van Antwerpen Oostelijk deel (buitengebiedregio Antwerpse Gordel/Klein-Brabant) Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 23

16 4.4.3 Verantwoording voor opname van de gebieden in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bestaande ruimtelijke structuur Het plangebied is gesitueerd in het noorden van de provincie Antwerpen, in de gemeenten Brecht, Malle, Schilde en Zoersel. Het omvat de Trappistenabdij met het omgevend domein, gelegen ten westen van de dorpskom van Westmalle en in het noordoosten rakend aan de ankerplaats Brechtse Heide. De begrenzing van het plangebied wordt bepaald door de St.-Jobbaan, Geuzenstraat, Heidemolenlaan en Wijngaardstraat in het noorden, het als woongebied bestemd gebied ter hoogte van de Wijngaardstraat en het gebied voor ambachtelijke bedrijven en kleine en middelgrote bedrijven op het gewestplan in het oosten, de Antwerpse Steenweg in het zuidoosten, de kadastrale percelen ter hoogte van de Kastanjeweg en de Emiel Vermeulensstraat in het zuiden en zuidwesten en tot slot de Waterstraat en Abdijlaan in het westen. Het plangebied omvat vier landschappelijke entiteiten 4 : de centraal verspreid gelegen gebouwen van algemeen nut in de beboste omgeving met dreven; het oostelijk gelegen open landbouwgebied met het orthogonaal drevenpatroon; het westelijk gelegen bosgebied met dreven en zandwegen; het noordoostelijk gelegen open landbouwgebied. De centraal en verspreid gelegen gebouwen van algemeen nut in de beboste omgeving met dreven Het Klooster van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart is het oudste van alle nu bestaande Trappistenkloosters, en is vandaag de hoofdabdij van de Trappisten in België. Ze vormt samen met de omgeving nog steeds het geheel dat sinds het einde van de 18de eeuw in onverbrekelijke samenhang werd ingericht en uitgebouwd. De abdij met brouwerij, kerk, gastenhuis en boerderij heeft een belangrijke historische waarde. De abdij betreft een neoromaans gebouw met een rechthoekig grondplan en aan de noordelijke zijde geflankeerd door de recent gemoderniseerde brouwerij en de boerderij uit De abdijkerk in 1964 binnenin volledig gerestaureerd- en het gastenhuis gaan respectievelijk terug tot 1885 en Aan de zuidzijde werd in 1907 een barokke ingangspoort geplaatst, afkomstig van een Antwerpse patriciërswoning. Achter het poortgebouw bevindt zich een beboomde tuin. Figuur 3. Abdij van Westmalle Begin 19de eeuw kregen de monniken bosbouw en landbouw als hoofdtaak om inkomsten en daarmee ook het voortbestaan van de gemeenschap te verzekeren. Hierdoor werd de heide bijna volledig ontgonnen en omgezet naar naaldbos enerzijds en akkers - in de nabijheid van de abdij 4 Gebaseerd op de beschrijving van de ankerplaats Abdij van Westmalle (Agentschap R-O Vlaanderen Onroerend Erfgoed, 2006) Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 24

17 anderzijds. Het bos bestaande uit overwegend naaldhout met de verschillende gebouwen van openbaar nut (zie verder) bevonden zich verder van de abdij. Figuur 4. Deelgebieden ankerplaats Abdij van Westmalle (Agentschap R-O Vlaanderen) Het vormingscentrum Drieboomkensberg, Huize Walden, het klooster Sint-Paulus, het klooster van de zusters Annuntiaten (1969) en de Sint-Pauluskerk ( ) in de Sint Pauluslaan werden de laatste decennia ten noorden en ten westen van de abdij in het gebied opgericht. De twee laatst genoemde kunnen tot het bouwkundig erfgoed gerekend worden. In het domein van het sanatorium Lizzie Marsily werden begin 20ste eeuw typische landhuizen in een park met vijver gebouwd. In de verschillende paviljoenen van het sanatorium werden tot 1974 TBC-patiënten behandeld. Daarna kregen deze paviljoenen een nieuwe functie als verpleeginrichting, thans woonzorg- en revalidatiecentrum De Dennen vzw. Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 25

18 Figuur 5. Dokterswoning van het voormalig sanatorium Lizzie Marsily (links) en paviljoen van het sanatorium, thans De Dennen (rechts) Het oostelijk gelegen open landbouwgebied met het orthogonaal drevenpatroon Begin 19 de eeuw kregen de monniken bosbouw en landbouw als hoofdtaak om inkomsten en daarmee ook het voortbestaan van de gemeenschap te verzekeren. Hierdoor werd de heide bijna volledig ontgonnen en omgezet naar naaldbos enerzijds en akkers - in de nabijheid van de abdij anderzijds. Hiervan is het open landbouwgebied met de orthogonale structuur met talrijke dreven en bijhorend grachtenstelsel rondom de abdij het overblijfsel. De kapel van de abdij bevindt zich in het zuidoosten van dit gebied. Figuur 6. Omgeving Trappistenabdij Het westelijk gelegen bosgebied met dreven en zandwegen Het gebied rondom de abdij heeft een hoge natuurwetenschappelijke waarde door de aanwezige heiderestanten en de oude bosrelicten (Molenbos, Gemeentebossen). Deze oude bosrelicten sluiten aan op de boscomplexen van de ankerplaats Brechtse Heide en vormen één groot boshabitat. Het gebied bestaat uit een naald- of gemengd boscomplex met een sterk geprofileerd microreliëf. Verder komen ook zandwegen, historische dreven, open plekken met grasland en heiderelicten, landduinen, ven (Zandven) als oud heiderelict met historische verbindingsgracht voor. Ter hoogte van de Drieboomkensberg zijn een kapel (overig bouwkundig erfgoed) en prehistorische sites aanwezig. Figuur 7. Bosrijke omgeving ter hoogte van het bedevaartsoord de Drieboomkensberg Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 26

19 Het noordoostelijk gelegen open landbouwgebied Het noordoostelijk gelegen open landbouwgebied bevat een open landbouwgebied, uitlopers van het drevenstelsel en ook een kapel. Figuur 8. Geregistreerde landbouwgebruikspercelen 2011 Gewenste ruimtelijke structuur De gewenste ruimtelijke structuur wordt opgebouwd aan de hand van volgende ruimtelijke principes. Behoud van de landbouwactiviteiten in een cultuurhistorisch waardevol landschap De gebieden in gebruik door de (beroeps)landbouw in het compartimentenlandschap blijven in hoofdzaak behouden voor de aanwezige landbouw en worden bestemd als agrarisch gebied. Daarbij wordt uitgegaan van de bestaande feitelijke toestand. Het centrale landbouwgebied rond de adbij van Westmalle wordt opgenomen als bouwvrij agrarisch gebied (gebied 1), met uitzondering van de percelen met de bestaande hoevegebouwen (gebieden 2 en 3, zijnde twee sites met hoevegebouwen historisch horend bij de abdij) die als agrarisch gebied bestemd worden en een aantal landbouwgebruikspercelen die opgenomen worden in de bestemming bosgebied in functie van het mogelijk maken van een versterking van de bosstructuur (zie verder). Het oprichten van gebouwen in het bouwvrij agrarisch gebied is niet toegelaten teneinde het kenmerkend compartimentenlandschap en de open zichten op de abdij te bewaren. In het gebied ten zuidwesten van de Nooitrustdreef worden delen in openbaar nuts- en woongebieden in landbouwgebruik eveneens opgenomen als bouwvrij agrarisch gebied met het oog op behoud van de afwisseling van landbouw en bos. De openheid van het landschap tussen het Bethaniënhuis en het bos en langs de beekvallei, wordt beschermd om de afwisseling in het compartimentenlandschap te behouden. Het gebied ten noorden van Huize Walden en het klooster Sint-Paulus blijft voor landbouw voorbehouden. Het gebied sluit aan op het grotere gebied Brechtse Heide dat opgenomen is als herbevestigd agrarisch gebied in de buitengebiedregio Noorderkempen. De agrarische structuur wordt versterkt door delen van het niet-gerealiseerd woongebied ter hoogte van de Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 27

20 Wijngaardstraat om te zetten naar een agrarische bestemming. In functie van het behoud van het onbebouwd en open karakter in de ankerplaats wordt dit landbouwgebied opgenomen als bouwvrij agrarisch gebied (gebied 4), met uitzondering van de reeds bebouwde delen (gebied 5). Rond de landbouwbedrijfszetels wordt op die manier een uitbreidingsperimeter gelaten. In functie van het behoud van het kenmerkend blokvormig percelenpatroon en het orthogonale dreven- en bomenrijenpatroon met bijhorend grachtenstelsel rondom de abdij worden de bepalende dreven en zandwegen in overdruk op het grafisch plan aangeduid. De dreven- en bomenrijen zijn zowel cultuurhistorisch als landschapsecologisch van belang. In functie van het behoud van een aantal landschappelijke waarden en structuren zijn twee percelen die behoren tot de eigendom van de vzw Emmaüs rond de site van het AZ Sint Jozef Malle en PC Bethaniën opgenomen binnen de afbakening van het erfgoedlandschap waarvoor een herbestemming wordt doorgevoerd i.f.v. van het behoud van deze openruimtestructuren: het gaat om bebost perceel ten noorden van de site (op het gewestplan bestemd als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen) en een perceel landbouwgrond ten oosten van de site (op het gewestplan bestemd als woongebied). De begrenzing van het erfgoedlandschap in het ruimtelijk uitvoeringsplan t.h.v. de ziekenhuiscampus vloeit voort uit de afweging die gemaakt is bij de definitieve afbakening van de ankerplaats (ministerieel besluit 20 november 2007) én de ruimtelijke afwegingen die gemaakt zijn bij het verlenen van de stedenbouwkundige vergunning voor de realisatie van een nieuwbouw voor het gehandicaptenzorgproject Amanis dat thans gefinaliseerd wordt. Beide afwegingen worden uitdrukkelijk bevestigd ter motivering van het voorliggend ruimtelijk uitvoeringsplan. Naar aanleiding van de weigering van de oorspronkelijke vergunningsaanvraag voor Amanis op een locatie tegen de bosrand is in 2006 in opdracht van de vzw Emmaüs door Studiegroep Omgeving een onderzoek gevoerd naar de landschappelijke inpassing van deze nieuwbouw in het gebied. Op basis van dat elementen uit dat onderzoek is de huidige inplanting vergund waarbij een afstand van 100 m tegenover de bosrand in acht genomen wordt, via de inrichting van een nieuwe houtkant de bebouwde site ruimtelijk-morfologisch begrensd wordt en een open landschapskamer tussen de ziekenhuissite en het bestaand bos gevrijwaard blijft. De gewestelijke diensten bevoegd voor ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed en het gemeentebestuur van Malle hebben op basis van de elementen uit de inpassingstudie (waarbij een nieuwe landschapskamer en nieuwe houtkant gecreëerd wordt) ingestemd met de bouw van Amanis. De begrenzing van de ankerplaats is bij de definitieve aanduiding na advies van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen daaraan aangepast. Deze grensaanpassing werd en wordt verantwoord geacht omdat bij het voorgestelde inrichtings- en bouwplan voor Amanis gestreefd wordt naar een landschappelijke integratie die kadert in de historische structuur van het waardevolle compartimentenlandschap waarbij het van het allergrootste belang werd geacht dat de landschappelijke inkadering volledig en aansluitend op de bouwwerkzaamheden wordt uitgevoerd. Door het aanplanten van een houtkant met streekeigen beplantingen in het verlengde van de Eekhoorndreef, aan de achterkant van het centrum en rond de parking, en door de aanleg van een zomereikendreef langsheen de Jagersdreef worden nieuwe compartimenten of orthogonale kamers toegevoegd aan de landschappelijke structuur en wordt tevens de open ruimte langsheen de waardevolle bosrand gevrijwaard, wat een essentieel gegeven is voor het centraal deel van het landschap dat tevens een hoge natuurwetenschappelijke waarde heeft. Voorliggend plan handhaaft en bevestigt deze motivering van de begrenzing en bestemt de open landschapskamer als bouwvrij agrarisch gebied i.f.v. het behoud van de huidige landbouwactiviteiten op het perceel en het behoud van een landschappelijk waardevolle openlandschapskamer zodat de nieuw aan te leggen houtkant langs Amanis een definitieve grens wordt voor de bebouwing en de openruimtekamer definitief gevrijwaard blijft. Het waardevolle bos ten noorden van de ziekenhuissite wordt bestemd als bosgebied. Ten aanzien van de uitbreidingsmogelijkheden van de vzw Emmaüs buiten het erfgoedlandschap en dus buiten het plangebied kan gesteld worden dat er voldoende onbebouwde ruimte overblijft (ca. 4 ha) en dat verdere ontwikkelingen rond het AZ Sint Jozef Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 28

21 maximaal moeten uitgaan van een zuinig ruimtegebruik en een maximale bundeling met de bestaande bebouwing. Op die manier wordt ook invulling gegeven aan de specifieke ontwikkelingsperspectieven voor gemeenschaps- en nutsvoorzieningen in het buitengebied uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen waarin o.a. opgenomen is dat de schaal van de voorzieningen moet aansluiten bij de schaal van het landschap en dat de omvang van de voorziening de structuur en de functie van de structuurbepalende functies van het buitengebied niet mag aantasten. Het verankeren van de nieuwe landschappelijke grens die na de bouw van Amanis tot stand komt, is een concrete vertaling van deze uitgangspunten uit het richtinggevend deel van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. De bestemmingswijzigingen in functie van het behoud van de open ruimte zijn daarnaast te verantwoorden op basis van de ontwikkelingsperspectieven ten aanzien van de elementen en componenten van het landschap die stellen dat in sommige situaties de specifieke ordening van elementen en componenenten van het landschap zo waardevol is dat het behoud en de verdere ontwikkeling ervan verzekerd moet worden en dat op basis van de karakteristieken en de kwaliteiten van het landschap dan beleidsmatig stringente voorwaarden opgelegd worden aan ander (en wijzigingen van het) ruimtegebruik, hetgeen in dit geval zo is en de herbestemmingen verantwoordt. Figuur 9. Toestand nieuwbouw Amanis en openruimtekamer, voorjaar 2012 Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 29

22 Figuur 10. Landschappelijke inpassing Amanis (bron: Rapport Studiegroep Omgeving in opdracht van vzw Emmaüs, 2006) Amanis PC Bethaniën AZ Sint-Jozef Behoud van de gesloten bosstructuur en versterken ervan met respect voor het compartimentenlandschap De bosstructuur gevormd door o.a. het Molenbos en de gemeentebossen van Drieboomkensberg wordt behouden en versterkt. De aaneengesloten bosstructuur wordt in z n geheel bestemd als bosgebied (gebied 6). Het bosgebied heeft een belangrijke faunistische waarde. Op die manier blijft een groot aaneengesloten boshabitat (samen met de bossen van de Brechtse Heide dat buiten het plangebied ligt) gevrijwaard. De bestemming bosgebied verhindert niet dat er open plekken in het bos kunnen blijven bestaan, onder meer in functie van behoud van de erfgoedwaarde. Door het herbestemmen van de beboste zones van een aantal niet gerealiseerde openbare nuts-, woon- en recreatiegebieden blijft het behoud van het bestaand bos maximaal gegarandeerd en worden een belangrijke oppervlakte zonevreemd bos planologisch verankerd als bosgebied. Door een aantal meer ingesloten landbouwgebieden mee op te nemen in het bosgebied, ontstaat de mogelijkheid om de bosstructuur op termijn te versterken door een buffering of bosuitbreiding. Om het evenwicht tussen het behoud van het compartimentenlandschap en het versterken van de bosstructuur te behouden worden daarin keuzes gemaakt. De bestaande verspreide vergunde bebouwing in het bos kan blijven bestaan, maar blijft opgenomen in de bestemming bosgebied om de ruimtelijke samenhang van de bosstructuur ook op lange termijn te kunnen garanderen. In voorkomend geval zijn gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen met specifieke stedenbouwkundige voorschriften inzake zonevreemde woningen of verkavelingsvoorschriften van geldende verkavelingsvergunningen van toepassing. In de andere gevallen gelden de basisrechten zoals voorzien in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Ten noorden van de Kastanjeweg/Emiel Vermeulenstraat ligt een cluster (zonevreemde) weekendverblijven in bosgebied. Hiervoor werd op Vlaams niveau een afweging gemaakt waarbij randvoorwaarden aan de ontwikkelingsmogelijkheden gesteld worden omwille van de ligging in de gewenste natuurlijke structuur op Vlaams niveau. De bestaande vergunde constructies kunnen in stand gehouden worden in het bosgebied. Uitbreiden, herbouw of nieuwe constructies zijn niet toelaatbaar in het bosgebied. Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 30

23 Behoud van het Zandven als een open plek in het bos Waar nu een uitgestrekt grasland midden in het Molenbos ligt, was er tot eind 19e eeuw een groot ven aanwezig, het Zandven (gebied 7). Bebossing van het gebied is niet aangewezen en het gebied is te groot om te beschouwen als een open plek in het bos: het is een afzonderlijke landschappelijke eenheid en wordt daarom aangeduid als natuurgebied met overdruk grote eenheid natuur. Behoud van de cultuurhistorische waarde van het bouwkundig erfgoed met gemeenschapsvoorzieningen De site van de abdij van Westmalle (gebied 8) wordt bestemd als gemengd openruimtegebied met cultuurhistorische waarde. Er wordt voorzien in beperkte uitbreidingsmogelijkheden. De bestaande bedrijfsactiviteiten (brouwerij/bottelarij, boerderij en kaasmakerij) blijven behouden binnen het bestaand cultuurhistorisch kader. De dreven rond de abdij worden mee opgenomen in het gemengd openruimtegebied met cultuurhistorische waarde. De bestaande verzorgingsinstellingen, kloosters en andere religieuze infrastructuur in het gebied kunnen blijven functioneren en krijgen een specifieke bestemming als gebied voor zorginfrastructuur. Daarin worden ook de grootste delen van de aangelegde tuinen opgenomen. Deze gemeenschapsvoorzieningen zijn ingebed in het landschap en maken onlosmakelijk deel uit van het erfgoedlandschap. Veel van de gebouwen op deze sites zijn cultuurhistorisch waardevol. De aanwezige zorgfuncties kunnen in het gebied behouden blijven en verder ontwikkelen mits de erfgoedwaarde van het gebied behouden blijft. Omwille van hun ligging binnen het landschappelijk en ecologisch waardvol gebied worden ze gedifferentieerd met een overdruk natuurverweving. Het gaat om: De site met de paviljoenen van het woonzorg- en revalidatiecentrum De Dennen (gebied 9), Zorginstelling Huize Walden (gebied 10), Cluster aan de Sint-Pauluslaan met het religieus bezinningscentrum Ter Dennen, het klooster van de Zusters Annuntiaten (deels dienst als Psychiatrisch centrum De Wijngaard) en het Monasterium aan de Sint-Pauluslaan en de parochiekerk en het parochiecentrum Sint-Paulus (gebied 11) het rusthuis Nooitrust (gebied 12). Het klooster Sint-Paulus en de Sint-Pauluskerk zijn op zich geen zorgvoorzieningen maar louter religieuze gebouwen (opgenomen in gebied 11). De bestaande activiteiten kunnen behouden blijven; bij eventuele stopzetting van de huidige activiteiten kunnen de gebouwen eveneens een herbestemming in de zorgsfeer krijgen. Het park met de vijver en de dokterswoning van het voormalige sanatorium Lizzie Marsily (gebied 13) en een bestaande woning ten westen van de Nooitrustdreef (gebied 14) zijn gekenmerkt door een specifieke tuin- en parkaanleg in een voor het overige bebost gebied. De gebouwen met de bijhorende tuin/park wordt daarom bestemd als gemengd openruimtegebied met cultuurhistorische waarde met overdruk natuurverweving. Recreatief (mede)gebruik in de open ruimte op basis van de draagkracht van de gebieden De bestaande voorzieningen voor jeugd- en/of groepsverblijven die in de bosstructuur geïntegreerd zijn, blijven behouden en kunnen in beperkte mate verder ontwikkelen voor zover dat verenigbaar is met de ruimtelijke draagkracht en de erfgoedwaarde van het bosgebied. Deze gebieden worden bestemd als een specifiek recreatiegebied met verblijfsaccommodatie voor groepen (jeugdkampen, bosklassen...). Omwille van de ligging centraal in het aangesloten bosgebied, worden deze recreatiegebieden gedifferentieerd met een overdruk natuurverweving. Het gaat om het jeugdverblijfscentrum Drieboomkensberg en Domein De Welvaart. Bij het jeugdverblijfscentrum Drieboomkensberg (gebied 15) is de infrastructuur verspreid over een groot deel van het terrein. Het terrein is op het gewestplan bestemd als zone voor openbaar nut en wordt uitgebaat door Scouts en Gidsen Vlaanderen. Het meest noordelijke deel is via het BPA Trappistenbossen van de gemeente Malle reeds herbestemd naar bosgebied. Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 31

24 De zone waarin de bestaande bebouwing zich bevindt (hoofdgebouw, conciërgewoning, blokhut ) wordt bestemd als gebied voor verblijfsrecreatie voor groepen. De overige terreinen (bos met open kampeerplekken, sport- en speelterreinen en kampvuurkring) worden bestemd als bosgebied met een specifieke overdruk in functie van het bestendigen van het bestaande recreatief gebruik van het bos voor groepskamperen (i.c. tentenkampen jeugdbewegingen). Figuur 11. Hoofdgebouw en blokhut jeugdverblijfscentrum Drieboomkensberg Het domein De Welvaart (gebied 16) omvat een gebouw met verblijfsvoorzieningen en een aantal sport- en spelterreinen. Het werd in het verleden uitgebaat door de stad Antwerpen i.f.v. bosklassen maar is thans buiten gebruik. De site met het gebouw en de sport- en spelterreinen werd op vraag van de gemeente Zoersel in 2006 gekocht door de intercommunale IGEAN i.f.v. het herstellen en renoveren van de gebouwen en het openstellen van het domein voor bosklassen en milieueducatie. De omliggende bossen en terreinen werden op het zelfde ogenblik aangekocht door de stichting Kempisch Landschap vzw die ze ook beheert. Enkel de site met de bestaande verblijfsvoorziening, de sportterreinen en de twee zuidelijk aangrenzende percelen worden weerhouden als recreatiegebied, zodat een logische eenheid ontstaat die herontwikkeld kan worden i.f.v. verblijfsrecreatie voor groepen. Centraal door het domein loopt een structuurbepalende dreef. Het bosperceel ten westen van de dreef is sterk geaccidenteerd en omvat een brede artificiële gracht omringd met dijken dat het terrein geschikt maakt voor specifieke inrichting, bijvoorbeeld als avontuurlijk speelbos. Het bosperceel ten oosten van de dreef is gaver, en behoort thans niet tot de eigendommen van IGEAN of Stichting Kempens Landschap maar vormt er een logisch geheel mee, zodat opname in binnen het recreatiegebied verantwoord kan worden. De overige delen van het op het gewestplan voorziene recreatiegebied worden herbestemd naar bosgebied, inclusief de waardevolle (te behouden) openruimtekamer tussen kerkhof en domein De Welvaart. Figuur 12. Gebouwen domein De Welvaart Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 32

25 Figuur 13.Centrale dreef doorheen domein De Welvaart met sport- en spelterreinen links en rechts van de dreef Figuur 14. Geaccidenteerd terrein met dijken en gracht ten westen van de centrale dreef Behoud van de zone voor gemeenschapsvoorzieningen gemeente Zoersel Ter hoogte van de Emiel Vermeulenstraat ligt een gebied dat op het gewestplan bestemd is voor openbaar nut en dat deels ingevuld als begraafplaats voor de gemeente Zoersel. De overige delen hebben tot op heden geen concrete invulling of inrichting i.f.v. gemeenschapsvoorzieningen gekregen: het bestaat uit een braakliggend terrein dat de gemeente Zoersel gebruikt i.f.v. tijdelijke opslag van grond of groenafval, op het zuidelijk deel is spontaan bos ontwikkeld. Het nog niet ingevulde deel van de zone voor gemeenschapsvoorzieningen krijgt een overdruk natuurverweving en wordt opgenomen binnen het erfgoedlandschap (gebied 17) gezien het een ruimtelijk-morfologische toegang tot het het openruimtelandschap en boscomplex vormt. Een eventuele ontwikkeling van deze zone voor gemeenschapsvoorzieningen is mogelijk zover rekening houdt met de typische kenmerken van het erfgoedlandschap en de nieuwe ontwikkeling landschappelijk ingepast wordt in de omgeving. Op vraag van de gemeente Zoersel worden een aantal opties voor de ontwikkeling van het gebied open gehouden. Delen van het gebied kunnen eventueel in de toekomst aangesneden worden voor uitbreiding van de begraafplaats indien daar behoefte aan zou bestaan. De zone zou ook een invulling kunnen krijgen in de inrichting van het gebied als toegangspoort tot het boslandschap (i.f.v. toeristischrecreatieve ontsluiting, onthaalinfrastructuur, natuur-educatieve functies ) cfr. de visie vanuit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Zoersel, al dan niet in combinatie met andere gemeenschapsvoorzieningen (bv. bepaalde zorgvoorzieningen). Dergelijke ontwikkelingen worden best bekeken in samenhang met de herontwikkeling van De Welvaart (gebied 16) i.f.v. verblijfsrecreatie voor groepen. Om die reden wordt ook de halfverharde toegangsweg tot De Welvaart en het graslandperceel links ervan mee opgenomen in het gebied voor gemeenschapsvoorzieningen. Bij de eventuele ontwikkeling van het gebied moet rekening gehouden met de specifieke landschappelijke kwaliteiten van de openruimtekamer tussen het kerkhof en het domein De Welvaart. Bij de ontwikkeling van het terrein wordt best uitgegaan van een noordzuidgradiënt van hardere naar zachtere voorzieningen waarbij eventuele bebouwing, ontsluitingsinfrastructuur voornamelijk aan de noordzijde aansluitend bij de Raymond Delbekestraat georganiseerd wordt en een zachte overgang naar de waardevolle openruimtekamer tussen kerkhof en domein De Welvaart gemaakt wordt, met maximaal behoud van de landschapswaarden van deze ruimtelijk-visuele toegangspoort tot het Molenbos. Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 33

26 Bepalende waardevolle elementen zijn o.a. de verschillende bosranden van deze openruimtekamer en de twee graslanden links en rechts van de toegangsweg, thans in beheer door de Stichting Kempens Landschap. Figuur 15. Bepalende landschapselementen openruimtekamer tussen kerkhof Zoersel en De Welvaart Behoud en versterken van de cultuurhistorische waarde van het gebied Het volledige plangebied wordt opgenomen met een overdruk erfgoedlandschap. Het gaat om het gebied dat aangeduid werd als ankerplaats adbij van Westmalle. De concrete perimeter van het erfgoedlandschap wijkt beperkt af van de contour van de definitief aangeduide ankerplaats omdat de overdruk vertaald werd naar kadastrale percelen en de begrenzing maximaal werd afgestemd op de bestemmingszones van het ruimtelijk uitvoeringsplan. Daarbij werd uitgegaan van de bestaande feitelijke begrenzing van de landschappelijke eenheden (bos, landbouwpercelen...) op het terrein. In de specifieke stedenbouwkundige voorschriften zullen bepalingen opgenomen worden gericht op het behoud van de erfgoedwaarde en de typische landschapskenmerken van het gebied. In functie van het behoud van het kenmerkend blokvormig percelenpatroon en het orthogonale dreven- en bomenrijenpatroon met bijhorend grachtenstelsel rondom de abdij worden de bepalende dreven en zandwegen in overdruk op het grafisch plan aangeduid. De dreven- en bomenrijen zijn zowel cultuurhistorisch als landschapsecologisch van belang. De typische landschapskenmerken en ruimtelijke kenmerken die eigen zijn aan de waarden, zijn 5 : Bossite met verzorgingsinstellingen en bebouwing: de beboste zone waarin een aantal gebouwencomplexen van instellingen, soms ruwweg, soms met tuin- of omgevingsaanleg zijn ingeplant. In de Sint Pauluslaan staan onder meer het vormingscentrum Drieboomkensberg, Huize Walden, het klooster Sint-Paulus, het klooster van de zusters Annuntiaten, nu ook deels Psychiatrisch Centrum De Wijngaard. In de Nooitrustdreef is de verpleeginrichting De Dennen ingeplant; naaldhoutbestanden met soms rijke natuurlijke opslag; landhuizen in een parkaanleg, waaronder Lizzie Marsily dat deel uitmaakt van De Dennen; zone met plaatselijk verspreide bewoning zonder erfgoedwaarde en weekendverblijven; bouwkundig erfgoed uit Inventaris Bouwkundig Erfgoed: - de moderne Sint-Pauluskerk, Sint Pauluslaan; - het klooster van de zusters Annuntiaten, Sint Pauluslaan 6; zandwegen en paden; onderdelen van de orthogonale en structuurbepalende dreven; 5 Ministerieel besluit van 20 november Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 34

27 open en half open gebieden met graslandvegetatie en heiderelicten; Abdij in open agrarisch gebied met orthogonaal drevenpatroon: bouwkundig erfgoed uit Inventaris Bouwkundig Erfgoed: centraal gelegen abdijsite met aanpalende brouwerij: monumentale abdijgebouwen, tuin, omwalling, ommuring, toegangspoorten en dreven, boerderij, Antwerpsesteenweg 496; overig bouwkundig erfgoed: - kapel abdij; - rusthuis Nooitrust met kapel; open agrarisch gebied dat voornoemd centraal punt omgeeft; het orthogonaal dreven- en bomenrijenpatroon met bijhorend grachtenstelsel; boerderij zonder erfgoedwaarde; landbouwgebied: open landbouwgebied met boerderij; uitlopers van drevenstelsel; kapel; naaldbosgebied met landduinen, vennen en bospadennet: naald- of gemengd boscomplex met soms rijke natuurlijke opslag; zandwegencomplex; historische drevencomplexen; open plekken met grasland en heiderelicten; ven (Zandven) met historische verbindingsgracht; landduinen; sterk geprofileerd microreliëf; overig bouwkundig erfgoed: - kapel (Drieboomkensberg) prehistorische sites ter hoogte van Drieboomkensberg; gemengd loof- naaldbosgebied: natuurwetenschappelijk waardevol gemengd- en loofboscomplex. Samen vormen de verschillende deelgebieden het kenmerkende compartimentenlandschap van de omgeving van de Trappistenabdij. De waarden die tot de aanduiding als ankerplaats aanleiding hebben gegeven: Natuurwetenschappelijke waarde: de wetenschappelijke waarde van het gebied wordt voornamelijk bepaald door de aanwezige heiderestanten en de oude bosrelicten die een waardevolle flora herbergen. De bosrelicten hebben ook een belangrijke faunistische waarde, vooral omdat ze aansluiten op de boscomplexen van de ankerplaats Brechtse Heide en zo één groot boshabitat vormen. Historische waarde: het klooster van O.-L.-Vrouw van het Heilig Hart, gesticht in 1794 en vandaag de hoofdabdij van de trappisten in België, vormt samen met de omgeving een geheel sinds het einde van de 18 de eeuw in onverbrekelijke samenhang werd ingericht en uitgebouwd. De ontginningsstructuur van het domein en zijn omgeving is nog gaaf en goed herkenbaar in vergelijking met de historische kaarten uit de 19 de eeuw (Vandermaelen, 1854) of begin 20 ste eeuw (MGI, 1909). Het gebouwenpatrimonium van de abdij met brouwerij, kerk, gastenhuis en boerderij heeft op zich ook een belangrijke historische waarde. Het Zandven, gelegen in de noordwestelijke punt van de ankerplaats, was vroeger het grenspunt voor Malle, Brecht en Schilde. Esthetische waarde: Het domein van de abdij en de directe omgeving vormen een vrij intact landschap, waarvan rust en stilte uitgaan. Door de aanwezigheid van een mozaïek van loof- en naaldbossen, heide, graslanden en akkers in een regelmatig patroon, doorkruist het wegen, paden, dreven, grachten en bomenrijen, heeft dat landschap een hoge belevingswaarde; Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 35

28 Sociaal-culturele waarde: De trappistenabdij of het klooster van O.-L.-Vrouw van het Heilig Hart is de hoofdabdij van de trappisten in België en het oudste van alle bestaande trappistenkloosters. Sinds haar oprichting op het einde van de 18 de eeuw hebben de abdij en haar bewoners een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van Westmalle en omgeving. Ruimtelijk-structurerende waarde: Deze ankerplaats betreft een uitgestrekt landschap met een orthogonaal patroon zo goed als intact bewaard sinds de helft van de 19 de eeuw- als resultaat van de versnijding van de blokvormige percelen door een complex en imposant drevenstelsel. Door de variatie van grootschalige gesloten en open structuren wordt een karakteristiek compartimentenlandschap gevormd. Figuur 16. Schematische weergave gewenste ruimtelijke structuur Behoud en versterking van landbouwgebieden met landschapsecologische en cultuurhistorische waarden Behoud en versterken van samenhangende boscomplexen Behoud van cultuurhistorische waarde van het bouwkundig erfgoed met gemeenschapsvoorzieningen Recreatief (mede)gebruik in de open ruimte op basis van de draagkracht van de gebieden 4.5 Bestaande feitelijke en juridische toestand Bestaande feitelijke toestand De bestaande feitelijke toestand wordt grafisch weergegeven op de kaarten in bijlage bij deze toelichtingsnota. Kaart 0. Situering plangebieden Kaart 1. Bestaande feitelijke toestand: luchtfoto met aanduidingen Bestaande juridische toestand De relevante elementen van de bestaande juridische toestand worden tekstueel aangegeven in de onderstaande tabel. Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 36

29 Tabel 1. Bestaande juridische toestand Plan Gewestplan(nen) of gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen Naam Gewestplan nr. 16 Turnhout (KB ) Gewestplan nr. 14 Antwerpen (KB ) Gemeentelijke plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen BPA Trappistenbossen (MB ) BPA Trappisten (MB ) Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Zonevreemde woningen gemeente Zoersel (datum goedkeuring ) Beschermde landschappen Brechtse Heide (ook te Brecht en Malle) (MB ) 6 Ankerplaatsen Abdij van Westmalle (MB ) Uitbreidingsperimeter Visiegebied Erkende natuurreservaten Onbevaarbare waterlopen Hegte Heyde E-341 (MB ) Verlengde van de Waterstraatse Loop (2 de categorie 3 de categorie n-geklasseerd) Zijloop van de Kleinebeek Achterstraatseloop Zoerselsebeek (2 de categorie 3 de categorie n-geklasseerd) Zijloop van de Groot Schijn Voorgracht Halsebeek Risschotse beek Moerbeek (3 de categorie n-geklasseerd) De overlappende delen van de BPA s Trappisten en Trappistenbossen van de gemeente Malle worden opgeheven. Grenzend aan het gebied liggen volgende BPA s: BPA Kotsbos (MB ) en BPA Sportterreinen der meubelfabr. Mintjens (MB ). De Kotsbosloop (onbevaarbare waterloop 2 de cat.) en de Kleine Beek Achterstraatseloop (onbevaarbare waterloop n-geklasseerd) grenzen aan het plangebied. De gewestweg N12 Antwerpsesteenweg grenst in het zuidoosten aan het plangebied. In of grenzend aan het gebied zijn verder géén vogelrichtlijngebieden, habitatrichtlijngebieden, ramsargebieden, gebieden van het Integraal Verwevend en Ondersteunend Netwerk (IVON) of spoorwegen gelegen die relevant zijn voor dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Bestaande rechtsgeldige niet-vervallen (delen van) verkavelingsvergunningen (o.m. langs de Wijngaardstraat) die binnen de gebieden van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan liggen, behouden hun rechtskracht, onverminderd de bepalingen van dit ruimtelijk uitvoeringsplan. Het bestaande gemeentelijk RUP zonevreemde woningen van de gemeente Zoersel (datum goedkeuring ) (perimeterplan) behoudt zijn rechtskracht en wordt niet opgeheven. De bestaande voet- en buurtwegen behouden hun rechtskracht. Er worden met dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplannen geen voet- of buurtwegen opgeheven of gewijzigd. De bestaande juridische toestand wordt grafisch weergegeven op de volgende kaarten: Kaart 2 Kaart 3 Bestaande juridische toestand: gewestplan, gewestplanwijzigingen en ruimtelijke uitvoeringsplannen Bestaande juridische toestand: andere plannen 4.6 Passende beoordeling ten aanzien van als speciale beschermingszones te beschouwen gebieden Artikel 36 ter van het decreet Natuurbehoud bepaalt dat ieder plan dat - afzonderlijk of in combinatie met één of meerdere bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of programma s - een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een als speciale beschermingszone te beschouwen gebied kan veroorzaken, dient onderworpen te worden aan een passende beoordeling. Het gaat om gebieden die door de Vlaamse Regering zijn voorgesteld of aangewezen 6 Voort dit beschermd landschap werd een beheerplan opgemaakt waarin voor deze gebieden een landschapsvisie is opgesteld. Dit beheerplan is bij ministerieel besluit goedgekeurd op 20/10/2009. Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 37

30 zijn als Speciale Beschermingszone in toepassing van de Vogelrichtlijn (Richtlijn 79/409/EEG van ) en de Habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG van ). Het plangebied ligt niet in of in de onmiddellijke nabijheid van een speciale beschermingszone. Het ruimtelijk uitvoeringsplan is bovendien gericht op het behoud van de onbebouwde open ruimte voor landbouw, natuur en bos, zodat gesteld kan worden dat het niet gaat om een plan dat een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een als speciale beschermingszone te beschouwen gebied kan veroorzaken. Er is bijgevolg geen passende beoordeling vereist in de zin van artikel 36ter van het natuurdecreet. 4.7 Onderzoek tot milieueffectrapportage In uitvoering van artikel van het decreet van 27 april 2007 houdende de wijziging van titel IV van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) is voorafgaand aan de opmaak van dit ruimtelijk uitvoeringsplan een onderzoek tot milieueffectenrapportage gevoerd. Uit de beschrijving van het voorgenomen plan en de inschatting van de mogelijke milieueffecten wordt afgeleid dat het ruimtelijk uitvoeringsplan geen aanzienlijke negatieve milieueffecten zal genereren en bijgevolg niet onderworpen moet worden aan een plan-mer in de zin van het plan- MER-decreet van 27 april Bij dit onderzoek tot milieueffectrapportage werden de besturen en instanties zoals bepaald in artikel 3 en 4 van het besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage van plannen en programma's, geraadpleegd op 15 april Conform de bepalingen van artikel van het DABM werden het onderzoek tot milieueffectrapportage en de uitgebrachte adviezen overgemaakt aan de dienst MER van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Op 18 juli 2010 keurde de dienst MER de bevindingen en de conclusie van dit onderzoek goed, zodat bijgevolg geen plan-mer moet opgemaakt worden. De resultaten van het onderzoek tot milieueffectrapportage kunnen geraadpleegd worden op (nummer screeningsdossier OHPL 0756). 4.8 Veiligheidsrapportage De Dienst Veiligheidsrapportering van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie heeft in haar advies van 10 mei 2010 naar aanleiding van de plenaire vergadering over het voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan gesteld dat er geen ruimtelijk veiligheidsrapport moet opgemaakt worden en dat voor wat het aspect externe veiligheid geen verdere actie ondernomen moet worden. 4.9 Watertoets Artikel 8 1 van het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003 stelt dat de watertoets moet toegepast worden op alle overheidsbeslissingen inzake vergunningen, plannen of programma s. Voorliggend gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan is gericht op behoud van de onbebouwde open ruimte voor landbouw, natuur en bos. Gelet op deze specifieke stedenbouwkundige voorschriften kan gesteld worden dat het plan in overeenstemming is met de doelstellingen vanuit het integraal waterbeleid. Om die reden kan geconcludeerd worden dat het plan geen betekenisvolle negatieve impact zal hebben op het watersysteem. Blijft uiteraard dat aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen onderworpen blijven aan de bepalingen van de watertoets en indien nodig op dat niveau bijkomende remediërende of compenserende maatregelen opgelegd kunnen worden. Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 38

31 4.10 Ruimtebalans De invloed van de bestemmingswijzigingen in dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan op de ruimteboekhouding uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) is weergegeven in volgende ruimtebalans. Tabel 2. Ruimtebalans Bestemmingscategorie Voor Na Verschil Wonen Recreatie Reservaat en natuur Overig groen Bos Landbouw Overige bestemmingen Natuurverweving in overdruk boven recreatie Natuurverweving in overdruk boven overige bestemmingen 25 ha 0 ha - 25 ha 11 ha 8 ha - 3 ha 13 ha 12 ha - 1 ha 0 ha 25 ha + 25 ha 195 ha 310 ha ha 145 ha 162 ha + 17 ha 163 ha 35 ha ha 0 ha 8 ha + 8 ha 0 ha 35 ha + 35 ha 4.11 Register van bestemmingswijzigingen die in aanmerkingen komen voor planbatenheffing, planschadevergoeding, kapitaal- en gebruikersschadecompensatie In voorkomend geval dient een ruimtelijk uitvoeringsplan een register te bevatten van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding 7, een planbatenheffing 8 of een kapitaal- of gebruikerssschadecompensatie 9 ingevolge een bestemmingswijziging of overdruk. Voor dit register wordt verwezen naar de afzonderlijke bijlage (bijlage IV) bij het besluit Vertaling naar verordenende stedenbouwkundig voorschriften Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Toelichting bij de verordenende stedenbouwkundige voorschriften Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie landbouw. Artikel 1. Agrarisch gebied Artikel 1.1 Het gebied is bestemd voor de beroepslandbouw. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven zijn toegelaten. Een landbouwbedrijfszetel mag alleen de noodzakelijke bedrijfsgebouwen en de woning van de exploitanten bevatten, alsook verblijfsgelegenheid, verwerkende en dienstverlenende activiteiten voor zover die een integrerend deel van het bedrijf uitmaken. Bepalingen m.b.t. de landbouwactiviteiten Landbouw is de hoofdbestemming in dit gebied. Naast landbouw in de eigenlijke zin van het woord zijn eveneens toegelaten: hoevetoerisme (dit valt onder de noemer verblijfsgelegenheid), verkoop van eigen landbouwproducten, zorgboerderijen en landbouweducatie voor zover dat een integrerend deel uitmaakt van een bedrijf, waterverzamelbekken op niveau van het bedrijf, kleinschalige werken om erosie te vermijden of te bestrijden... Een landbouwbedrijf is een werkelijk bedrijf en geen hobbylandbouw. 7 Zoals vermeld in artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. 8 Zoals vermeld in artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. 9 Zoals vermeld in boek 6, titel 2 of 3 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en zoals vermeld in het decreet van 27 maart 2009 houdende vaststelling van een kader voor de gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen, overdrukken en erfdienstbaarheden tot openbaar nut. Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 39

32 Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Artikel 1.2 Handelingen die nodig of nuttig zijn voor: - het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien, - het behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivieren beeksystemen, de waterkwaliteit en de verbindingsfunctie, - het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden, - het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen zijn toegelaten. De in artikel 1.1 genoemde handelingen kunnen slechts toegelaten worden voor zover ze verenigbaar zijn met de waterbeheerfunctie van het gebied en het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien niet doen afnemen. Toelichting bij de verordenende stedenbouwkundige voorschriften Verblijfsgelegenheid moet aan de onderstaande voorwaarden voldoen: het gaat om verblijfsgelegenheid binnen de bestaande gebouwen en ondergeschikt aan het landbouwbedrijf. Het gaat geenszins om grootschalige toeristische logies. Het voorzien in verblijfsgelegenheid moet proportioneel bekeken worden. Daarbij moet rekening worden gehouden met de sectorale wetgeving. Het gaat bijvoorbeeld om hoevetoerisme, het ter beschikking stellen van slaapruimten en sanitair voor jeugdkampen of het voorzien van sanitair voor hoevekamperen. Onder landbouw wordt verstaan landbouw in de ruime zin van het woord namelijk het beroepsmatig kweken van planten of dieren voor de markt en niet voor recreatieve doeleinden. Daaronder vallen veeteelt, planten- en bomenkwekerijen, akkerbouw Conform de bepalingen van artikels en van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn handelingen gericht op het socialeculturele of recreatieve medegebruik of handeling gericht op de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur en het natuurlijk milieu en van de landschapswaarden vergunbaar in het agrarisch gebied voor zover ze door hun beperkte impact de verwezenlijking van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen. Ten aanzien van de in het gebied aanwezige kleine landschapselementen gelden de algemene beschermingsmaatregelen vanuit het natuurdecreet. In die zin is het wijzigen van kleine landschapselementen afhankelijk van het verkrijgen van een natuurvergunning. Bebossing in agrarisch gebied is vergunningsplichtig op grond van artikel 35 van het Veldwetboek. Vergunningsaanvragen voor permanente bebossing moeten met de nodige omzichtigheid beoordeeld worden aangezien met dit ruimtelijk uitvoeringsplan het gebied bestemd wordt voor de landbouw. Dit geldt in mindere mate voor tijdelijke bebossing. Handelingen van algemeen belang zijn toelaatbaar op basis van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Daaronder vallen ook de aanleg van fiets- en wandelpaden, de herinrichting of aanpassing van lokale wegen, de aanleg van lokale nutsleidingen (elektriciteit, aardgas, drinkwater, telecommunicatie, afvalwater...). In de stedenbouwkundige voorschriften worden geen bepalingen opgenomen m.b.t. zonevreemde woningen en andere constructies, niet zijn de woningbouw. Voor deze woningen en constructies gelden de bepalingen van de artikels tot van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening inzake de basisrechten voor zonevreemde constructies en zonevreemde functiewijzigingen: - Volgens deze bepalingen is het toegelaten bestaande, niet verkrotte woningen en constructies niet zijnde woningbouw te verbouwen of te herbouwen. Bestaande woningen kunnen worden uitgebreid tot 1000 m³ en het aantal woongelegenheden blijft beperkt tot het bestaande aantal. Bij herbouw blijft het volume van de herbouwde woning beperkt tot 1000 m³, ook als het bestaande volume groter is. - Functiewijzigingen kunnen toegelaten conform de bepalingen van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Bepalingen m.b.t. waterbeheer In de rivier- en beekvalleien is waterbeheersing een nevengeschikte functie. Daaronder worden minstens de overstromingsgevoelige gebieden aangeduid op de kaarten van de watertoets begrepen. Buiten de rivier- en beekvalleien is waterbeheersing eerder een ondergeschikte functie. Werken en handelingen in functie van behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen zijn bv. hermeandering, verbreden of herinrichten van de bedding, herwaarderen winterbed, vertragen waterstroomsnelheid, structuurvariatie in oevers en bedding Werken en handelingen in functie van het verbeteren van de waterkwaliteit zijn bv. buffering van waterlopen tegen vervuiling Werken en handelingen in functie van het verbeteren van de verbindingsfunctie van waterlopen zijn bv. het opheffen barrières, behoud van ruimte voor de ontwikkeling van natuurwaarden In functie van het behoud, het herstel en de ontwikkeling (aanleg, inrichting, onderhoud ) van specifieke overstromingsgebieden zijn specifieke infrastructuren hiervoor zoals dijken, stuwen, pompinstallaties... toegelaten. Zuiveringsinfrastructuren zoals RWZI s of collectoren vallen niet onder de toegelaten handelingen. Voor bebouwing bestemde gebieden zijn o.m. woongebieden en bedrijventerreinen De specifieke stedenbouwkundige voorschriften in de plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen geven uitsluitsel over welke (delen van) gebieden als voor bebouwing bestemd beschouwd moeten worden. De overige functies in rivier- en beekvalleien moeten de natuurlijke Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 40

33 Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Toelichting bij de verordenende stedenbouwkundige voorschriften dynamiek en het waterbergend vermogen van dit watersysteem respecteren. De stroomgebiedbeheersplannen en de (deel)bekkenbeheersplannen worden als afwegingselement gehanteerd bij de beoordeling van de vergunningsaanvragen voor werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en wijzigingen. Vergunningsaanvragen worden onderworpen aan een watertoets in de zin van het decreet integraal waterbeleid. Indien mogelijk en opportuun worden bij voorkeur de technieken van natuurtechnische milieubouw gehanteerd bij de aanleg van waterbeheersinfrastructuren, zijnde een geheel van technieken om bij de inrichting (en het beheer) van infrastructuurwerken (wegen, waterlopen) bestaande natuurwaarden zoveel als mogelijk te behouden of ze te ontwikkelen of te versterken, en meer algemeen om te komen tot "milieuvriendelijke" oplossingen voor ruimtelijke ingrepen. Deze technieken zijn omschreven in de Vademecums Natuurtechniek ( Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie landbouw. Artikel 2. Bouwvrij agrarisch gebied Artikel 2.1 Het gebied is bestemd voor de beroepslandbouw. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven zijn toegelaten. Het oprichten van gebouwen en gelijkaardige constructies is niet toegelaten met uitzondering van het oprichten van schuilhokken voor dieren voor zover de omvang ervan in verhouding staat tot de begraasbare oppervlakte. Artikel 2.2 Handelingen die nodig of nuttig zijn voor: - het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien, - het behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivieren beeksystemen, de waterkwaliteit en de verbindingsfunctie, Bepalingen m.b.t. de landbouwactiviteiten Onder landbouw wordt verstaan landbouw in de ruime zin van het woord namelijk het beroepsmatig kweken van planten of dieren voor de markt en niet voor recreatieve doeleinden. Het oprichten van gebouwen en gelijkaardige constructies is uitgesloten in het bouwvrij agrarisch gebied. De volgende constructies geplaatst voor de beroepslandbouw zijn evenwel wel toegelaten en worden niet als gebouwen en gelijkaardige constructies beschouwd: - plastictunnels, constructies voor oogstbescherming (bv. roterend luchtmengtoestel of netten tegen hagelschade) en constructies voor kleinschalige energieopwekking die tijdelijk geplaatst worden of gemakkelijk verplaatsbaar zijn (bv. kleinschalig zonnepanelen om bv. een waterpomp te laten werken in een weide of om stroom op te wekken voor schrikdraad) - schuilhokken voor het tijdelijk verblijf van grazende dieren, voor zover de omvang ervan in verhouding is tot de begraasbare oppervlakte en de aard en het aantal dieren waarvoor het bestemd is. Schuilhokken zijn eenvoudige en verwijderbare constructies met één zijde (deels) open. Serres en stallen daarentegen behoren tot de niet-toegelaten gebouwen en gelijkaardige constructies. Een stalling is, anders dan een schuilhok, een omsloten en overdekte ruimte, een houten of stenen gebouw dat dient tot verblijf van weidedieren en waarin één of meerdere van die dieren tijdelijk of permanent kunnen verblijven en/of gehuisvest worden. Conform de bepalingen van artikels en van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn handelingen gericht op het socialeculturele of recreatieve medegebruik of handeling gericht op de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur en het natuurlijk milieu en van de landschapswaarden vergunbaar in het agrarisch gebied voor zover ze door hun beperkte impact de verwezenlijking van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen. Ten aanzien van de in het gebied aanwezige kleine landschapselementen gelden de algemene beschermingsmaatregelen vanuit het natuurdecreet. In die zin is het wijzigen van kleine landschapselementen afhankelijk van het verkrijgen van een natuurvergunning. Bebossing in agrarisch gebied is vergunningsplichtig op grond van artikel 35 van het Veldwetboek. Vergunningsaanvragen voor permanente bebossing moeten met de nodige omzichtigheid beoordeeld worden aangezien met dit ruimtelijk uitvoeringsplan het gebied bestemd wordt voor de landbouw. Dit geldt in mindere mate voor tijdelijke bebossing. Handelingen van algemeen belang zijn toelaatbaar op basis van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Bepalingen m.b.t. waterbeheer In de rivier- en beekvalleien is waterbeheersing een nevengeschikte functie. Daaronder worden minstens de overstromingsgevoelige gebieden aangeduid op de kaarten van de watertoets begrepen. Buiten de rivier- en beekvalleien is waterbeheersing eerder een ondergeschikte functie. Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 41

34 Verordenende stedenbouwkundige voorschriften - het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden, - het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen zijn toegelaten. De in artikel 2.1 genoemde handelingen kunnen slechts toegelaten worden voor zover ze verenigbaar zijn met de waterbeheerfunctie van het gebied en het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien niet doen afnemen. Toelichting bij de verordenende stedenbouwkundige voorschriften Werken en handelingen in functie van behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen zijn bv. hermeandering, verbreden of herinrichten van de bedding, herwaarderen winterbed, vertragen waterstroomsnelheid, structuurvariatie in oevers en bedding Werken en handelingen in functie van het verbeteren van de waterkwaliteit zijn bv. buffering van waterlopen tegen vervuiling Werken en handelingen in functie van het verbeteren van de verbindingsfunctie van waterlopen zijn bv. het opheffen barrières, behoud van ruimte voor de ontwikkeling van natuurwaarden In functie van het behoud, het herstel en de ontwikkeling (aanleg, inrichting, onderhoud ) van specifieke overstromingsgebieden zijn specifieke infrastructuren hiervoor zoals dijken, stuwen, pompinstallaties... toegelaten. Zuiveringsinfrastructuren zoals RWZI s of collectoren vallen niet onder de toegelaten handelingen. Voor bebouwing bestemde gebieden zijn o.m. woongebieden en bedrijventerreinen De specifieke stedenbouwkundige voorschriften in de plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen geven uitsluitsel over welke (delen van) gebieden als voor bebouwing bestemd beschouwd moeten worden. De overige functies in rivier- en beekvalleien moeten de natuurlijke dynamiek en het waterbergend vermogen van dit watersysteem respecteren. De stroomgebiedbeheersplannen en de (deel)bekkenbeheersplannen worden als afwegingselement gehanteerd bij de beoordeling van de vergunningsaanvragen voor werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en wijzigingen. Vergunningsaanvragen worden onderworpen aan een watertoets in de zin van het decreet integraal waterbeleid. Indien mogelijk en opportuun worden bij voorkeur de technieken van natuurtechnische milieubouw gehanteerd bij de aanleg van waterbeheersinfrastructuren, zijnde een geheel van technieken om bij de inrichting (en het beheer) van infrastructuurwerken (wegen, waterlopen) bestaande natuurwaarden zoveel als mogelijk te behouden of ze te ontwikkelen of te versterken, en meer algemeen om te komen tot "milieuvriendelijke" oplossingen voor ruimtelijke ingrepen. Deze technieken zijn omschreven in de Vademecums Natuurtechniek ( Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie bos. Artikel 3. Bosgebied Artikel 3.1 Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van bos. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de aanleg, het beheer en de inrichting van bos zijn toegelaten. Bepalingen m.b.t. bos Bos moet in ruime zin geïnterpreteerd worden, zoals in het Bosdecreet. Open plekken in het bos vallen daar bijvoorbeeld ook onder Het aanbrengen van infrastructuren voor het beheer van het gebied als bosgebied is mogelijk. Die infrastructuren zijn onder meer: veekerende rasters, het bouwen van schuilplaatsen voor dieren die ingezet worden bij het beheer van het gebied. In het gebied zijn uitsluitend gebouwen toegelaten voor zover ze rechtstreeks gerelateerd zijn aan de functies van het bos zoals gedefinieerd in het bosdecreet. Het gaat bijvoorbeeld om: - gebouwen die noodzakelijk voor het beheer van en het toezicht op de bossen, op voorwaarde dat ze niet kunnen worden gebruikt als woonverblijf. Het gaat om gebouwen en constructies met een beperkte omvang (schuilplaats, bergplaats voor materiaal...). - sanitaire gebouwen of schuilplaatsen van één bouwlaag met een oppervlakte van ten hoogste 100 m² met uitsluiting van elke verblijfsaccomodatie; Conform de bepalingen van artikels en van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn handelingen gericht op het socialeculturele of recreatieve medegebruik of handeling gericht op de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur en het natuurlijk milieu en van de landschapswaarden vergunbaar in het bosgebied voor zover ze door hun beperkte impact de verwezenlijking van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen. Kleinschalige infrastructuur voor de sociale, educatieve of recreatieve functie van het bos zijn bijvoorbeeld: - voorzieningen gerelateerd aan het onthaal van bezoekers zoals informatieborden, wegwijzers, fietsenstallingen, parkeervoorzieningen, picknicktafels, zitbanken, vuilnisbakken, Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 42

35 Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Artikel 3.2 Tot aan de realisatie van de bestemming zijn per perceel de handelingen toegelaten die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven. Het oprichten van gebouwen en gelijkaardige constructies is niet toegelaten met uitzondering van het oprichten van schuilhokken voor dieren voor zover de omvang ervan in verhouding staat tot de begraasbare oppervlakte. Artikel 3.3 Handelingen i.f.v. het behoud, herstel of de heraanleg van bestaande toegangswegen naar de gebouwcomplexen gelegen in gebied voor zorginfrastructuur of verblijfsrecreatie voor groepen zijn toegelaten. Artikel 3.4 Aanduiding in overdruk Het gebied behoort tot de bestemmingscategorie van de grondkleur. In het gebied dat met deze overdruk is aangeduid zijn Toelichting bij de verordenende stedenbouwkundige voorschriften inrichtingen voor speelbossen en speelweiden zoals klim- en speeltuigen... - voorzieningen gerelateerd aan het al dan niet toegankelijk maken van het bos voor recreatief medegebruik zoals toegangspoortjes, afsluitingen, knuppelpaden, vogelkijkhutten, voorzieningen voor paalkamperen... De omvang van deze voorzieningen (bv. parkeerplaatsen) is in verhouding tot de omvang van het bos. Handelingen van algemeen belang zijn toelaatbaar op basis van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Daaronder vallen ook de aanleg van fiets- en wandelpaden, de herinrichting of aanpassing van lokale wegen, de aanleg van lokale nutsleidingen (elektriciteit, aardgas, drinkwater, telecommunicatie, afvalwater...)... In de stedenbouwkundige voorschriften worden geen bepalingen opgenomen m.b.t. zonevreemde woningen en andere constructies, niet zijn de woningbouw. Voor deze woningen en constructies gelden de bepalingen van de artikels tot van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening inzake de basisrechten voor zonevreemde constructies: - Volgens deze bepalingen is in bosgebied enkel het bestendigen van de bestaande vergunde woningen en constructies en het verbouwen binnen het bestaande volume toegelaten. Uitbreiden is niet toegelaten. - Herbouw binnen vergund of vergund geacht volume, met een maximum van 1000 m³ voor woningen, is enkel toegelaten na vernietiging of beschadiging door een vreemde oorzaak (bv. brand...) die de eigenaar niet kan worden toegerekend (cfr. Codex Ruimtelijke Ordening artikel en ). Een ruimtelijk uitvoeringsplan kan de basisrechten van deze afdeling aanvullen en uitbreiden. Dergelijk plan kan evenwel ook strengere voorwaarden bepalen op het vlak van de maximaal toegelaten volumes bij herbouw. Bij de opmaak van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan is voor wat betreft het grondgebied van de gemeente Zoersel een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (goedgekeurd op 16 november 2006) in die zin van toepassing. De bepalingen van dat plan blijven geldig en worden niet opgeheven. Bepalingen m.b.t. de landbouwactiviteiten Het bestendigen van het bestaande landbouwgebruik is toegelaten zolang de bosbestemming niet gerealiseerd is. Het oprichten van gebouwen en gelijkaardige constructies is niet toegelaten. Zijn evenwel toegelaten en worden niet als gebouwen en gelijkaardige constructies aangezien, voor zover ze nodig of nuttig zijn voor de bestaande landbouwactiviteiten: - plastictunnels, constructies voor oogstbescherming (bv. roterend luchtmengtoestel of netten tegen hagelschade) en constructies voor kleinschalige energieopwekking die tijdelijk geplaatst worden of gemakkelijk verplaatsbaar zijn (bv. kleinschalig zonnepanelen om bv. een waterpomp te laten werken in een weide of om stroom op te wekken voor schrikdraad) - schuilhokken voor het tijdelijk verblijf van grazende dieren, voor zover de omvang ervan in verhouding is tot de begraasbare oppervlakte en de aard en het aantal dieren waarvoor het bestemd is. Schuilhokken zijn eenvoudige en verwijderbare constructies met één zijde (deels) open. Serres en stallen daarentegen behoren tot de niet-toegelaten gebouwen en gelijkaardige constructies. Een stalling is, anders dan een schuilhok, een omsloten en overdekte ruimte, een houten of stenen gebouw dat dient tot verblijf van weidedieren en waarin één of meerdere van die dieren tijdelijk of permanent kunnen verblijven en/of gehuisvest worden. Bepalingen m.b.t. de toegangswegen naar zorgsites De toegangswegen naar een aantal domeinen (o.a. De Wijngaard, Ter Dennen, Huize Walden ) lopen door bosgebied. Het bestendigen van deze toegangswegen blijft mogelijk. Bepalingen m.b.t. de mogelijkheden voor kamperen in groepsverband Onder kampeeractiviteiten in groepsverband worden jeugdkampen, bosklassen, tentenkampen en daarmee verenigbare kleinschalige vormen van (individueel) kamperen in tenten verstaan. Andere vormen van verblijfsrecreatie (openluchtrecreatieve verblijven, camping, hotel, weekendverblijven, bungalowpark...) of hoogdynamische vormen van dagrecreatie (intensief gebruikte sportterreinen, golfterrein, pretpark...) zijn niet toegelaten. Aan de groepsverblijfsinfrastructuur gerelateerde activiteiten zijn bv. natuur- en milieueducatie, onthaalinfrastructuur... Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 43

36 Verordenende stedenbouwkundige voorschriften kampeeractiviteiten in groepsverband en daaraan gerelateerde activiteiten voor zover die een integrerend deel uitmaken van het kamperen, toegelaten. Het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur die nodig of nuttig is voor het goed functioneren van deze activiteiten is toegelaten voor zover ze de bestaande bosstructuur niet in het gedrang brengen. Artikel 3.5 Handelingen die nodig of nuttig zijn voor: - het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien, - het behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivieren beeksystemen, de waterkwaliteit en de verbindingsfunctie, - het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden, - het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen zijn toegelaten. De in artikel 3.1 tot 3.4 genoemde handelingen kunnen slechts toegelaten worden voor zover ze verenigbaar zijn met de waterbeheerfunctie van het gebied en het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien niet doen afnemen. Toelichting bij de verordenende stedenbouwkundige voorschriften Het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur die nodig of nuttig is voor het functioneren van het kamperen in groepsverband is toegelaten. Hieronder wordt verstaan: - het inrichten van terreinen voor groepskamperen (tentenweide, kampvuurkring, blokhut, bergruimten voor kampeermateriaal en sjorhout, sanitaire voorzieningen...); - toegangswegen en beperkte parkeervoorzieningen; - speeltuigen, avonturenparcours, speelbossen en speelweiden, een (overdekte) picknickplaats, zitbanken, vuilnisbakken...; - toegangspoortjes, wegwijzers, verbodsborden, wegafsluitingen, informatieborden, verrekijkers, knuppelpaden, vogelkijkhutten...; - paden voor niet-gemotoriseerd verkeer : wandelen, fietsen, paardrijden... Verharde paden worden bij voorkeur aangelegd in een waterdoorlatende verharding; - kleinschalige infrastructuur voor het laagdynamisch gebruik van sport- en spelterreinen (voetbaldoelen, bergruimte, schuilplaatsen, afsluitingen ). De aanleg van sport- en spelterreinen voor hoogdynamisch gebruik en randinfrastructuren zoals lichtmasten, tribunes, reclamepanelen,... zijn niet toegelaten. Bepalingen m.b.t. waterbeheer In de rivier- en beekvalleien is waterbeheersing een nevengeschikte functie. Daaronder worden minstens de overstromingsgevoelige gebieden aangeduid op de kaarten van de watertoets begrepen. Buiten de rivier- en beekvalleien is waterbeheersing eerder een ondergeschikte functie. Werken en handelingen in functie van behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen zijn bv. hermeandering, verbreden of herinrichten van de bedding, herwaarderen winterbed, vertragen waterstroomsnelheid, structuurvariatie in oevers en bedding Werken en handelingen in functie van het verbeteren van de waterkwaliteit zijn bv. buffering van waterlopen tegen vervuiling Werken en handelingen in functie van het verbeteren van de verbindingsfunctie van waterlopen zijn bv. het opheffen barrières, behoud van ruimte voor de ontwikkeling van natuurwaarden In functie van het behoud, het herstel en de ontwikkeling (aanleg, inrichting, onderhoud ) van specifieke overstromingsgebieden zijn specifieke infrastructuren hiervoor zoals dijken, stuwen, pompinstallaties... toegelaten. Zuiveringsinfrastructuren zoals RWZI s of collectoren vallen niet onder de toegelaten handelingen. Voor bebouwing bestemde gebieden zijn o.m. woongebieden en bedrijventerreinen De specifieke stedenbouwkundige voorschriften in de plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen geven uitsluitsel over welke (delen van) gebieden als voor bebouwing bestemd beschouwd moeten worden. De overige functies in rivier- en beekvalleien moeten de natuurlijke dynamiek en het waterbergend vermogen van dit watersysteem respecteren. De stroomgebiedbeheersplannen en de (deel)bekkenbeheersplannen worden als afwegingselement gehanteerd bij de beoordeling van de vergunningsaanvragen voor werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en wijzigingen. Vergunningsaanvragen worden onderworpen aan een watertoets in de zin van het decreet integraal waterbeleid. Indien mogelijk en opportuun worden bij voorkeur de technieken van natuurtechnische milieubouw gehanteerd bij de aanleg van waterbeheersinfrastructuren, zijnde een geheel van technieken om bij de inrichting (en het beheer) van infrastructuurwerken (wegen, waterlopen) bestaande natuurwaarden zoveel als mogelijk te behouden of ze te ontwikkelen of te versterken, en meer algemeen om te komen tot "milieuvriendelijke" oplossingen voor ruimtelijke ingrepen. Deze technieken zijn omschreven in de Vademecums Natuurtechniek ( Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie natuur en reservaat. Artikel 4. Natuurgebied Artikel 4.1 Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en bos. Bepaling m.b.t. natuur In het natuurgebied is de hoofdfunctie natuur. Onder bos wordt begrepen ecologisch beheerd bos zoals bedoeld in Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 44

37 Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuur, het natuurlijk milieu en van de landschapswaarden zijn toegelaten. Artikel 4.2 Handelingen die nodig of nuttig zijn voor: - het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien, - het behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivieren beeksystemen, de waterkwaliteit en de verbindingsfunctie, - het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden, - het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen zijn toegelaten. De in artikel 4.1 genoemde handelingen kunnen slechts toegelaten worden voor zover ze verenigbaar zijn met de waterbeheerfunctie van het gebied en het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien niet doen afnemen. Toelichting bij de verordenende stedenbouwkundige voorschriften het Bosdecreet in artikel 18 en volgende. Het aanbrengen van infrastructuren voor het beheer van het gebied als natuurgebied is mogelijk. Die infrastructuren zijn onder meer: veekerende rasters, het bouwen van schuilplaatsen voor dieren die ingezet worden bij het beheer van het gebied. In het gebied zijn uitsluitend gebouwen toegelaten die noodzakelijk zijn voor het beheer van of het toezicht op het betrokken natuurgebied, op voorwaarde dat ze niet samen gebruikt worden als woonverblijf. Het gaat om gebouwen en constructies met een beperkte omvang (schuilplaats, bergplaats voor materiaal ). Een dergelijke bebouwing kan slechts toegelaten worden voor zover ze landschappelijk inpasbaar is en de betrokken oppervlakte natuurgebied aanzienlijk is. Conform de bepalingen van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn handelingen gericht op het sociale-culturele of recreatieve medegebruik vergunbaar voor zover ze door hun beperkte impact de verwezenlijking van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen. Kleinschalige infrastructuur voor de sociale, educatieve of recreatieve functie van het natuurgebied zijn bijvoorbeeld: - voorzieningen gerelateerd aan het onthaal van bezoekers zoals informatieborden, wegwijzers, fietsenstallingen, parkeervoorzieningen, picknicktafels, zitbanken, vuilnisbakken... - voorzieningen gerelateerd aan het al dan niet toegankelijk maken van het natuurgebied voor recreatief medegebruik zoals toegangspoortjes, afsluitingen, knuppelpaden, vogelkijkhutten... Handelingen van algemeen belang zijn toelaatbaar op basis van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Daaronder vallen ook de aanleg van fiets- en wandelpaden, de herinrichting of aanpassing van lokale wegen, de aanleg van lokale nutsleidingen (elektriciteit, aardgas, drinkwater, telecommunicatie, afvalwater...)... In de stedenbouwkundige voorschriften worden geen bepalingen opgenomen m.b.t. zonevreemde woningen en andere constructies, niet zijn de woningbouw. Voor deze woningen en constructies gelden de bepalingen van de artikels tot van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening inzake de basisrechten voor zonevreemde constructies: - Volgens deze bepalingen is in natuurgebied enkel het bestendigen van de bestaande vergunde woningen en constructies en het verbouwen binnen het bestaande volume toegelaten. Uitbreiden is niet toegelaten. - Herbouw binnen vergund of vergund geacht volume, met een maximum van 1000 m³ voor woningen, is enkel toegelaten na vernietiging of beschadiging door een vreemde oorzaak (bv. brand...) die de eigenaar niet kan worden toegerekend (cfr. Codex Ruimtelijke Ordening artikel en ). Bepalingen m.b.t. het waterbeheer In de rivier- en beekvalleien is waterbeheer(sing) een nevengeschikte functie. In de rivier- en beekvalleien is waterbeheer(sing) een nevengeschikte functie. Daaronder worden minstens de overstromingsgevoelige gebieden aangeduid op de kaarten van de watertoets begrepen. Buiten de rivier- en beekvalleien is waterbeheersing eerder een ondergeschikte functie. Werken en handelingen in functie van behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen zijn bv. hermeandering, verbreden of herinrichten van de bedding, herwaarderen winterbed, vertragen waterstroomsnelheid, structuurvariatie in oevers en bedding Werken en handelingen in functie van het verbeteren van de waterkwaliteit zijn bv. buffering van waterlopen tegen vervuiling Werken en handelingen in functie van het verbeteren van de verbindingsfunctie van waterlopen zijn bv. het opheffen barrières, behoud van ruimte voor de ontwikkeling van natuurwaarden In functie van het behoud, het herstel en de ontwikkeling (aanleg, inrichting, onderhoud ) van specifieke overstromingsgebieden zijn specifieke infrastructuren hiervoor zoals dijken, stuwen, pompinstallaties... toegelaten. Zuiveringsinfrastructuren zoals RWZI s of collectoren vallen niet onder de toegelaten handelingen. Voor bebouwing bestemde gebieden zijn o.m. woongebieden en bedrijventerreinen De specifieke stedenbouwkundige voorschriften in de plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen geven uitsluitsel over welke (delen van) gebieden als voor bebouwing bestemd beschouwd moeten worden. De overige functies in rivier- en beekvalleien moeten de natuurlijke dynamiek en het waterbergend vermogen van dit watersysteem respecteren. De stroomgebiedbeheersplannen en de (deel)bekkenbeheersplannen worden als afwegingselement gehanteerd bij de beoordeling van de vergunningsaanvragen voor werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en wijzigingen. Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 45

38 Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Artikel 4.3 Aanduiding in overdruk Het gebied behoort tot de bestemmingscategorie van de grondkleur. Het in overdruk aangeduide gebied is een grote eenheid natuur. Toelichting bij de verordenende stedenbouwkundige voorschriften Vergunningsaanvragen worden onderworpen aan een watertoets in de zin van het decreet integraal waterbeleid. Indien mogelijk en opportuun worden bij voorkeur de technieken van natuurtechnische milieubouw gehanteerd bij de aanleg van waterbeheersinfrastructuren, zijnde een geheel van technieken om bij de inrichting (en het beheer) van infrastructuurwerken (wegen, waterlopen) bestaande natuurwaarden zoveel als mogelijk te behouden of ze te ontwikkelen of te versterken, en meer algemeen om te komen tot "milieuvriendelijke" oplossingen voor ruimtelijke ingrepen. Deze technieken zijn omschreven in de Vademecums Natuurtechniek ( Bepalingen m.b.t. de overdruk grote eenheid natuur Dit gebied wordt beschouwd als een Grote Eenheid Natuur (GEN) in de zin van het decreet Natuurbehoud en in die zin als een onderdeel van het Vlaams Ecologisch Netwerk. Alle bepalingen van het decreet Natuurbehoud betreffende grote eenheden natuur zijn van toepassing in dit gebied. In voorkomend geval is een vastgesteld natuurrichtplan bepalend voor de inrichting en het beheer van het gebied. Een dergelijk natuurrichtplan wordt als een afwegingselement gehanteerd bij de beoordeling van de vergunningsaanvragen voor bovenvermelde werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en wijzigingen. Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie overig groen. Artikel 5. Gemengd openruimtegebied met cultuurhistorische waarde Artikel 5.1 Binnen dit gebied zijn natuurbehoud, bosbouw, landschapszorg en recreatie nevengeschikte functies. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor deze functies zijn toegelaten, met uitzondering van het oprichten van gebouwen behoudens de overige bepalingen van dit artikel. De in artikel 5.1 tot 5.3 genoemde werken, handelingen en wijzigingen zijn toegelaten voor zover de ruimtelijke samenhang in het gebied, de cultuurhistorische waarden, horticulturele waarden, landschapswaarden en natuurwaarden in het gebied bewaard blijven en de sociale functie niet geschaad wordt. Artikel 5.2 Binnen het gebied zijn alle functies en activiteiten gerelateerd aan de bestaande abdij toegelaten. Ten behoeve van deze functies is het toegelaten bestaande vergunde of vergund geachte gebouwen te verbouwen, uit te breiden of te herbouwen. Bedrijfsactiviteiten die niet gerelateerd zijn aan het functioneren van de abdij zijn niet toegelaten. Een landbouwbedrijfszetel mag enkel de noodzakelijke bedrijfsgebouwen en de woning van de exploitanten bevatten, evenals verblijfsgelegenheid, verwerkende en dienstverlenende activiteiten voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaken. Nieuwe landbouwbedrijfszetels, gebouwen voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven, glastuinbouw, toeleverende, verwerkende en dienstverlenende activiteiten voor zover deze geen integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaken en landbouwverwante activiteiten zijn niet toegelaten. Artikel 5.3 In bestaande vergunde of vergund geachte gebouwen kunnen behalve Bepalingen m.b.t. het gemengd openruimtegebied met cultuurhistorische waarde Het behoud van de ruimtelijke samenhang en de landschappelijke en cultuurhistorische waarde van het gebied wordt als randvoorwaarde ingeschreven. Recreatie moet hier verstaan worden in verhouding tot de andere functies van het gebied. Het is een nevengeschikte functie en geen enige functie noch de enige hoofdfunctie. Conform de bepalingen van artikels en van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn handelingen gericht op het socialeculturele of recreatieve medegebruik of handeling gericht op de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur en het natuurlijk milieu en van de landschapswaarden vergunbaar voor zover ze door hun beperkte impact de verwezenlijking van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen. Handelingen van algemeen belang zijn toelaatbaar op basis van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Bepalingen m.b.t. de toegelaten functies en activiteiten gerelateerd aan de abdij Alle activiteiten die deel uitmaken van functioneren van de abdij zijn toegelaten. De bestaande aan de abdij gerelateerde landbouw- en brouwerijactiviteiten (brouwerij/bottelarij, kaasmakerij, melkveehouderij, verkoop van abdijproducten, broodbakkerij, schildersatelier, schrijnwerkerij, smidse, boekbinderij...) zijn toegelaten. Nevenactiviteiten zijn enkel toegelaten voor zover ze noodzakelijk zijn voor de huidige bedrijfsactiviteiten van het bedrijf. De omstandigheid dat het bedrijf verandert van eigenaar kan op zichzelf niet beschouwd worden als een stopzetting van de huidige bedrijfsactiviteiten. Het behoud van de bestaande landbouwactiviteiten in het gebied blijft gegarandeerd. Bestaande landbouwbedrijfszetels kunnen verbouwen, herbouwen of uitbreiden, voor zover de ruimtelijke samenhang en de landschappelijke en cultuurhistorische waarde van het gebied behouden blijft. Nieuwe landbouwbedrijfszetels zijn niet toegelaten. Onder de niet toegelaten niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven wordt verstaan agrarische bedrijven die hun landbouwproductie (plantaardig/dierlijk) uitsluitend in bedrijfsgebouwen voortbrengen. Deze bedrijven hebben slechts behoefte aan een bouwplaats voor de oprichting van hun bedrijf. Bepalingen m.b.t. toelaatbare functiewijzigingen van bestaande bebouwing Behoud en hergebruik van de bestaande bebouwing in het gemengd Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 46

39 Verordenende stedenbouwkundige voorschriften de activiteiten voor de realisatie van de in de overige artikels vermelde functies, ook de volgende activiteiten toegelaten worden: - wonen; - nuts- en gemeenschapsvoorzieningen; - socio-culturele voorzieningen; - toeristisch-recreatieve voorzieningen; - horeca. Ten behoeve van deze functies is het toegelaten: - Bestaande hoofdzakelijk vergunde constructies te verbouwen, uit te breiden of te herbouwen. Indien de gebouwen niet aangesloten zijn op een riolering, wordt de vergunningsaanvraag afhankelijk gemaakt van de aanleg van een installatie voor het behandelen van afvalwater. - Het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur die nodig of nuttig is voor het goed functioneren van de toegelaten activiteiten. Er moet rekening gehouden worden met de schaal en de ruimtelijke impact van deze activiteiten. Daarbij wordt, onverminderd de bepalingen van artikel 5.1, ten minste aandacht besteed aan: - de relatie met de in de omgeving aanwezige functies; - de invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers of bezoekers; - de invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid; - de relatie met de in de omgeving van het gebied vastgelegde bestemmingen. Toelichting bij de verordenende stedenbouwkundige voorschriften openruimtegebied met cultuurhistorische waarde is mogelijk, rekening houdend met de cultuurhistorische en landschappelijke waarde van het gebied. Alle instandhoudingswerken, ook structurele aan die gebouwen zijn toegelaten, alsook het verbouwen of herbouwen. Een beperkte uitbreiding van een bestaand (vergund of vergund geacht) bouwvolume kan toegelaten worden voor zover de bouwkundige erfgoedwaarde gevrijwaard blijft, hersteld of versterkt wordt. De schaal van dergelijke uitbreidingen moet aansluiten bij de schaal van de reeds aanwezige bebouwing op de site. Een uitbreiding met 20% wordt in die context toelaatbaar geacht. Ruimere uitbreidingen of bijkomende bebouwing worden in principe niet toelaatbaar geacht, tenzij expliciet wordt aangetoond dat dat de erfgoedwaarde van de site niet in het gedrang brengt en/of past binnen het herstel van de erfgoedsite. Het advies vanuit de gewestelijke administratie bevoegd voor het onroerend erfgoed wordt als een afwegingselement gehanteerd bij de beoordeling van dergelijke vergunningsaanvragen. Deze werken, handelingen en wijzigingen m.b.t. de functies, wonen, nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, socio-culturele voorzieningen, toeristisch-recreatieve voorzieningen en horeca kunnen slechts toegelaten worden op voorwaarde dat de goede ruimtelijke ordening niet wordt geschaad. Het moet proportioneel bekeken worden en ook rekening houden met de sectorale wetgeving. Dit betekent onder meer dat de ruimtelijke draagkracht van het gebied niet wordt overschreden en dat de voorziene verweving van functies noch de aanwezige of te realiseren bestemmingen in de onmiddellijke omgeving, noch de gewenste ruimtelijke structuur in het gedrang brengt of verstoort. Het naleven van deze voorwaarden moet blijken uit de beslissing van de vergunningverlenende overheid of het advies van de gemachtigde ambtenaar. Onder wonen worden zowel één- als meergezinswoningen begrepen. Onder nuts- en gemeenschapsvoorzieningen worden bv. zorgvoorzieningen of educatieve voorzieningen begrepen. Onder toeristisch-recreatieve voorzieningen worden zowel dag- als verblijfsrecreatieve voorzieningen begrepen. Kleinschalige infrastructuur die nodig of nuttig is voor deze activiteiten zijn bijvoorbeeld: beperkt aantal parkeergelegenheden, speeltuigen, infrastructuren i.f.v. speelbossen en speelweiden, kleinschalige kampeervoorzieningen (sanitair...) bv. in functie van jeugdverblijfstoerisme of hoeve- of kasteelkamperen, kleinschalige onthaalinfrastructuren (infoborden, schuilplaatsen...), terras i.f.v. horeca... Hoogdynamische dagrecreatieve activiteiten (sportvelden, golfterreinen, dierentuinen, omvangrijke speeltuinen...) of toeristische voorzieningen (grootschalige kampeervoorzieningen...) zijn niet toegelaten. Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie gemeenschaps- en nutsvoorzieningen. Artikel 6. Gebied voor zorginfrastructuur Artikel 6.1 Het gebied is bestemd voor diensten en voorzieningen op het terrein van de zorg. Woongelegenheden zijn enkel toegelaten zover die een integrerend deel van de zorginfrastructuur uitmaken. Ten behoeve van deze functies is het toegelaten: - Bestaande hoofdzakelijk vergunde constructies te verbouwen, uit te breiden of te herbouwen. Indien de gebouwen niet aangesloten zijn op een riolering, wordt de vergunningsaanvraag afhankelijk gemaakt van de aanleg van een installatie voor het behandelen van afvalwater. - kleinschalige infrastructuur aanbrengen die nodig of nuttig is voor het goed functioneren van de toegelaten activiteiten. Er moet rekening gehouden worden met de schaal en de ruimtelijke impact van deze activiteiten. Daarbij wordt ten minste aandacht besteed aan: - de relatie met de in de omgeving aanwezige functies; - de invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers of bezoekers; - de invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid; - de relatie met de in de omgeving van het gebied vastgelegde bestemmingen. Bepalingen m.b.t. de zorginfrastructuur Diensten en voorzieningen op het terrein van de zorg zijn rust- en verzorgingshuizen, gehandicaptenvoorzieningen... Infrastructuur in functie van of rechtstreeks gerelateerd aan de in het gebied aanwezige zorgactiviteiten is toegelaten (woongelegenheid voor conciërge, park- en tuinaanleg, bergruimten, parkings, toegangswegen...) voor zover de goede ruimtelijke ordening niet wordt geschaad. Dit betekent onder meer dat de ruimtelijke draagkracht van het gebied niet wordt overschreden en dat de voorziene verweving van functies noch de aanwezige of te realiseren bestemmingen in de onmiddellijke omgeving, noch de gewenste ruimtelijke structuur in het gedrang brengt of verstoort. Het naleven van deze voorwaarden moet blijken uit de beslissing van de vergunningverlenende overheid of het advies van de gemachtigde ambtenaar. Woongelegenheden zoals serviceflats zijn enkel toegelaten voor zover ze deel uitmaken van het geheel de zorginfrastructuur op de site. Conform de bepalingen van artikels en van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn handelingen gericht op het socialeculturele of recreatieve medegebruik of handelingen gericht op de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur en het natuurlijk milieu en van de landschapswaarden vergunbaar voor zover ze door hun beperkte impact de verwezenlijking van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen. Handelingen van algemeen belang zijn toelaatbaar op basis van artikel Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 47

40 Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Artikel 6.2 De bestaande gemeenschapsvoorzieningen, andere dan zorginfrastructuur, kunnen blijven functioneren binnen dezelfde voorwaarden als aangegeven in artikel 6.1. Artikel 6.3 Aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen voor de inplanting van bijkomende gebouwen bevatten een inrichtingsstudie die een voorstel bevat voor de verdere inrichting van het gebied. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied. De inrichtingstudie geeft aan hoe de landschappelijke inbedding en positionering in het erfgoedlandschap Abdij van Westmalle gerealiseerd wordt. De inrichtingsstudie geeft ook aan hoe het voorgenomen project zich verhoudt tot wat al gerealiseerd is in het gebied en/of tot de mogelijke ontwikkeling van de rest van het gebied. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten. Artikel 6.4 Aanduiding in overdruk Het gebied behoort tot de bestemmingscategorie van de grondkleur. Het in overdruk aangeduide gebied is een natuurverwevingsgebied waarbij de functie natuurbehoud nevengeschikt is aan de overige functies in het gebied. Toelichting bij de verordenende stedenbouwkundige voorschriften van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Bepalingen m.b.t. de bestaande functies en activiteiten Andere gemeenschapsvoorzieningen zijn onder meer kerken, kloosters... en andere religieuze gebouwen. In de stedenbouwkundige voorschriften worden geen bepalingen opgenomen m.b.t. zonevreemde woningen en andere constructies, niet zijn de woningbouw. Voor deze woningen en constructies gelden de bepalingen van de artikels tot van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening inzake de basisrechten voor zonevreemde constructies en zonevreemde functiewijzigingen: - Volgens deze bepalingen is het toegelaten bestaande, niet verkrotte woningen en constructies niet zijnde woningbouw te verbouwen of te herbouwen. Bestaande woningen kunnen worden uitgebreid tot 1000 m³ en het aantal woongelegenheden blijft beperkt tot het bestaande aantal. Bij herbouw blijft het volume van de herbouwde woning beperkt tot 1000 m³, ook als het bestaande volume groter is. - Functiewijzigingen kunnen toegelaten worden conform de bepalingen van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Bepalingen m.b.t. de inrichting van de gebieden voor zorginfrastructuur De inrichtingsstudie is uitsluitend vereist bij inplanting van bijkomende gebouwen. Voor andere constructies volstaat de dossiersamenstelling bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning zoals voorzien in de regelgeving. Een inrichtingsstudie die de vergunningsaanvraag wordt toegevoegd moet aangeven hoe de concrete ordening en inrichting van het gebied zal zijn en moet garanderen dat het project zowel visueel-ruimtelijk als landschappelijk afgestemd wordt op de landschappelijke identiteit van het erfgoedlandschap. In het bijzonder dient de studie aan te geven hoe de relatie gelegd wordt met het omringende bosgebied, de site van de abdij en het omringende compartimentenlandschap met dreven en grachtenstelsel en op welke manier binnen het gebied rekening gehouden wordt met de aanwezige erfgoedwaarden. Het inrichtingsrapport wordt mee voorgelegd aan de instanties die de vergunningsaanvraag adviseren. De procedureregels voor deze adviesvraag zijn bepaald door artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Bepalingen m.b.t. de overdruk natuurverweving In het natuurverwevingsgebied is het beleid gericht op de ruimtelijke ondersteuning van de verweving tussen de functie natuur en de andere functies in het gebied. Dat houdt ruimtelijke voorwaarden in voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de aanwezige en gewenste natuurwaarden. Tegelijk dienen de ontwikkelingsmogelijkheden van de hiermee verzoenbare andere activiteiten ruimtelijk ondersteund te worden. Het gebied wordt beschouwd als een natuurverwevingsgebied in de zin van het decreet Natuurbehoud en maakt in die zin deel uit van het Integraal Verwevend en Ondersteunend Netwerk (IVON). Verweving houdt in dat een duurzame instandhouding van de aanwezige natuurwaarden gegarandeerd wordt en dat elke functie behouden kan worden zonder andere functies te verdringen of door andere functies verdrongen te worden. Alle bepalingen van het decreet Natuurbehoud betreffende natuurverwevingsgebieden zijn van toepassing in dit gebied. Dit houdt o.a. in dat er maatregelen kunnen worden genomen en dit ter bevordering van: - een natuurgerichte bosbouw en ecologisch verantwoorde bebossing, in overeenstemming met de bepalingen van het Bosdecreet; - de bescherming en het beheer van de vegetatie van kleine landschapselementen, de fauna en de flora; - het behoud van een voor de natuur gunstige waterhuishouding, en het tegengaan van risico van verdroging, en van aantasting van reliëf en bodem zonder dat dit disproportionele gevolgen heeft voor de overige functies; - het behoud van een voor de natuur gunstige waterhuishouding en het tegengaan van risico van verdroging, en van aantasting van reliëf en bodem en het herstel hiervan zonder dat dit disproportionele gevolgen heeft voor de omliggende gebieden; - het behoud of het herstel van voor de natuur gunstige structuurkenmerken van de waterlopen; - de totstandkoming van een verenigbaar recreatief medegebruik. In voorkomend geval is een vastgesteld natuurrichtplan bepalend voor Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 48

41 Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Toelichting bij de verordenende stedenbouwkundige voorschriften de inrichting en het beheer van het gebied. Een dergelijk natuurrichtplan wordt als een afwegingselement gehanteerd bij de beoordeling van de vergunningsaanvragen voor bovenvermelde werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en wijzigingen. Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie gemeenschaps- en nutsvoorzieningen. Artikel 7. Gebied voor gemeenschapsnutsvoorzieningen Artikel 7.1 Het gebied is bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen. Werken, handelingen en wijzigingen voor het aanbieden van gemeenschapsvoorzieningen zijn toegelaten voor zover deze voorzieningen een directe ruimtelijk-functionele relatie hebben met de in de omgeving aanwezige bestemmingen en er een beperkte ruimtelijke impact op hebben. Artikel 7.2 Aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen voor de inrichting van het gebied bevatten een inrichtingsstudie die een voorstel bevat voor de verdere inrichting van het gebied. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied. De inrichtingstudie geeft aan hoe de landschappelijke inbedding en positionering in het erfgoedlandschap Abdij van Westmalle gerealiseerd wordt. De inrichtingsstudie geeft ook aan hoe het voorgenomen project zich verhoudt tot wat al gerealiseerd is in het gebied en/of tot de mogelijke ontwikkeling van de rest van het gebied en de omliggende gebieden. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten. Artikel 7.3 Aanduiding in overdruk Het gebied behoort tot de bestemmingscategorie van de grondkleur. Het in overdruk aangeduide gebied is een natuurverwevingsgebied waarbij de functie natuurbehoud nevengeschikt is aan de overige functies in het gebied. Bepalingen m.b.t. het gebied voor gemeenschapsvoorzieningen In het verordenend voorschrift wordt niet specifiek bepaald welke gemeenschapsvoorzieningen in het gebied gerealiseerd kunnen worden. Bij concrete vergunningsaanvragen moet nagegaan worden of de voorgestelde gemeenschapsvoorzieningen ingepast kunnen worden in de omgeving en verenigbaar zijn met de ruimtelijke draagkracht van het gebied. Gemeenschapsvoorzieningen die op deze locatie verantwoord geacht worden zijn o.m. uitbreiding van de begraafplaats, het inrichten van een toegangspoort tot het erfgoedlandschap met onthaalinfrastructuur (parkeervoorzieningen, bezoekerscentrum, natuur- en milieueducatieve activiteiten, in deze onthaalinfrastructuur geïntegreerde horecavoorzieningen, vertrek-, rust- of eindpunt in het toeristisch-recreatief netwerk van wandel- en fietsroutes ), bepaalde vormen van zorgvoorzieningen of groepsverblijven al dan niet in onderlinge samenhang ontwikkeld met het nabij gelegen domein De Welvaart Hoogdynamische gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen die sterke veranderingen in de omgeving veroorzaken of geen enkele ruimtelijk-functionele relatie hebben met de omgeving met zijn niet aangewezen (vb. school, containerpark, zwembad, hoogdynamische sportinfrastructuur ). Bepalingen m.b.t. inrichting van het gebied Een inrichtingsstudie die de vergunningsaanvraag wordt toegevoegd moet aangeven hoe de concrete ordening en inrichting van het gebied zal zijn en moet garanderen dat het project zowel visueel-ruimtelijk als landschappelijk afgestemd wordt op de landschappelijke identiteit van het erfgoedlandschap. Bijzondere aandacht moet daarbij gaan naar de relatie en samenhang met de functies en activiteiten in de onmiddellijke omgeving, zijnde de begraafplaats, het gebied voor groepsverblijfsrecreatie De Welvaart, het bosgebied en de landschappelijke waardevolle openruimtekamer tussen het kerkhof en domein De Welvaart. Het inrichtingsrapport wordt mee voorgelegd aan de instanties die de vergunningsaanvraag adviseren. De procedureregels voor deze adviesvraag zijn bepaald door artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Bepalingen m.b.t. de overdruk natuurverweving In het natuurverwevingsgebied is het beleid gericht op de ruimtelijke ondersteuning van de verweving tussen de functie natuur en de andere functies in het gebied. Dat houdt ruimtelijke voorwaarden in voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de aanwezige en gewenste natuurwaarden. Tegelijk dienen de ontwikkelingsmogelijkheden van de hiermee verzoenbare andere activiteiten ruimtelijk ondersteund te worden. Het gebied wordt beschouwd als een natuurverwevingsgebied in de zin van het decreet Natuurbehoud en maakt in die zin deel uit van het Integraal Verwevend en Ondersteunend Netwerk (IVON). Verweving houdt in dat een duurzame instandhouding van de aanwezige natuurwaarden gegarandeerd wordt en dat elke functie behouden kan worden zonder andere functies te verdringen of door andere functies verdrongen te worden. Dit houdt o.a. in dat naast de maatregelen in het decreet natuurbehoud vermeld in hoofdstuk IV, afdeling 4, hoofdstuk V, en hoofdstuk VI, er ten aanzien van de eigenaars en grondgebruikers slechts stimulerende maatregelen kunnen worden genomen en dit ter bevordering van: - een natuurgerichte bosbouw en ecologisch verantwoorde bebossing, in overeenstemming met de bepalingen van het Bosdecreet; Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 49

42 Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Toelichting bij de verordenende stedenbouwkundige voorschriften - de bescherming en het beheer van de vegetatie van kleine landschapselementen, de fauna en de flora; - het behoud van een voor de natuur gunstige waterhuishouding, en het tegengaan van risico van verdroging, en van aantasting van reliëf en bodem zonder dat dit disproportionele gevolgen heeft voor de overige functies; - het behoud van een voor de natuur gunstige waterhuishouding en het tegengaan van risico van verdroging, en van aantasting van reliëf en bodem en het herstel hiervan zonder dat dit disproportionele gevolgen heeft voor de omliggende gebieden; - het behoud of het herstel van voor de natuur gunstige structuurkenmerken van de waterlopen; - de totstandkoming van een verenigbaar recreatief medegebruik. In voorkomend geval is een vastgesteld natuurrichtplan bepalend voor de inrichting en het beheer van het gebied. Een dergelijk natuurrichtplan wordt als een afwegingselement gehanteerd bij de beoordeling van de vergunningsaanvragen voor bovenvermelde werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en wijzigingen. Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie recreatie. Artikel 8. Verblijfsrecreatie voor groepen Artikel 8.1 Het gebied is bestemd voor verblijfsrecreatie voor groepen en daaraan gerelateerde activiteiten zover die een integrerend deel van de infrastructuur voor groepsverblijven uitmaken. Ten behoeve van deze functies is het toegelaten: - bestaande vergunde of vergund geachte gebouwen te verbouwen, uit te breiden of te herbouwen. Indien de gebouwen niet aangesloten zijn op een riolering, wordt de vergunningsaanvraag afhankelijk gemaakt van de aanleg van een installatie voor het behandelen van afvalwater. - kleinschalige infrastructuur aanbrengen die nodig of nuttig is voor het goed functioneren van de toegelaten activiteiten. Er moet rekening gehouden worden met de schaal en de ruimtelijke impact van deze activiteiten. Daarbij wordt ten minste aandacht besteed aan: - de relatie met de in de omgeving aanwezige functies; - de invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers of bezoekers; - de invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid; - de relatie met de in de omgeving van het gebied vastgelegde bestemmingen. Artikel 8.2 Bepalingen m.b.t. de verblijfsrecreatie voor groepen De bestaande voorzieningen voor (jeugd)verblijfsrecreatie (Drieboomkensberg, De Welvaart) kunnen behouden blijven. Enkel infrastructuur voor groepsverblijven is toegelaten (jeugdkampen, bosklassen...) en daarmee verenigbare kleinschalige vormen van (individueel) kamperen (minicamping, trekkershutten...) voor zover ze een integrerend deel uitmaken van het geheel uit maken. Andere vormen van verblijfsrecreatie (openluchtrecreatieve verblijven, camping, hotel, weekendverblijven, bungalowpark...) of hoogdynamische vormen van dagrecreatie (intensief gebruikte sportterreinen, golfterrein, pretpark...) die niet gerelateerd zijn aan de verblijfsrecreatie voor groepen zijn niet toegelaten. Bijkomende bebouwing wordt zoveel mogelijk geconcentreerd en gebundeld rond de bestaande bebouwing teneinde de onverharde en beboste oppervlakte zo maximaal mogelijk te houden. Het aanbrengen van infrastructuren die nodig is voor het functioneren van de groepsverblijfsrecreatie is toegelaten. Hieronder wordt verstaan: - gebouwen voor groepsverblijven (slaapruimten, eet- en kookruimten, ontspanningsruimten, ingerichte buitenruimte...); - het inrichten van terreinen voor groepskamperen (tentenweide, kampvuurkring, blokhut, bergruimten voor kampeermateriaal en sjorhout, sanitaire voorzieningen...); - conciërgewoning; - toegangswegen en beperkte parkeervoorzieningen; - speeltuigen, avonturenparcours, speelbossen en speelweiden, een (overdekte) picknickplaats, zitbanken, vuilnisbakken...; - toegangspoortjes, wegwijzers, verbodsborden, wegafsluitingen, informatieborden, verrekijkers, knuppelpaden, vogelkijkhutten...; - paden voor niet-gemotoriseerd verkeer: wandelen, fietsen, paardrijden... Verharde paden worden bij voorkeur aangelegd in een waterdoorlatende verharding; - kleinschalige infrastructuur voor het laagdynamisch gebruik van sport- en spelterreinen (voetbaldoelen, bergruimte, schuilplaatsen, afsluitingen ). De aanleg van terreinen voor hoogdynamisch gebruik en randinfrastructuren zoals lichtmasten, tribunes, reclamepanelen... zijn niet toegelaten. Aan de groepsverblijfsinfrastructuur gerelateerde activiteiten zijn bv. natuur- en milieueducatie, onthaalinfrastructuur... Conform de bepalingen van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn handelingen gericht op de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur en het natuurlijk milieu en van de landschapswaarden vergunbaar voor zover ze door hun beperkte impact de verwezenlijking van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen. Handelingen van algemeen belang zijn toelaatbaar op basis van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Bepalingen m.b.t. de overdruk natuurverweving Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 50

43 Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Aanduiding in overdruk Het gebied behoort tot de bestemmingscategorie van de grondkleur. Het in overdruk aangeduide gebied is een natuurverwevingsgebied waarbij de functie natuurbehoud nevengeschikt is aan de overige functies in het gebied. Toelichting bij de verordenende stedenbouwkundige voorschriften In het natuurverwevingsgebied is het beleid gericht op de ruimtelijke ondersteuning van de verweving tussen de functie natuur en de andere functies in het gebied. Dat houdt ruimtelijke voorwaarden in voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de aanwezige en gewenste natuurwaarden. Tegelijk dienen de ontwikkelingsmogelijkheden van de hiermee verzoenbare andere activiteiten ruimtelijk ondersteund te worden. Het gebied wordt beschouwd als een natuurverwevingsgebied in de zin van het decreet Natuurbehoud en maakt in die zin deel uit van het Integraal Verwevend en Ondersteunend Netwerk (IVON). Verweving houdt in dat een duurzame instandhouding van de aanwezige natuurwaarden gegarandeerd wordt en dat elke functie behouden kan worden zonder andere functies te verdringen of door andere functies verdrongen te worden. Dit houdt o.a. in dat naast de maatregelen in het decreet natuurbehoud vermeld in hoofdstuk IV, afdeling 4, hoofdstuk V, en hoofdstuk VI, er ten aanzien van de eigenaars en grondgebruikers slechts stimulerende maatregelen kunnen worden genomen en dit ter bevordering van: - een natuurgerichte bosbouw en ecologisch verantwoorde bebossing, in overeenstemming met de bepalingen van het Bosdecreet; - de bescherming en het beheer van de vegetatie van kleine landschapselementen, de fauna en de flora; - het behoud van een voor de natuur gunstige waterhuishouding, en het tegengaan van risico van verdroging, en van aantasting van reliëf en bodem zonder dat dit disproportionele gevolgen heeft voor de overige functies; - het behoud van een voor de natuur gunstige waterhuishouding en het tegengaan van risico van verdroging, en van aantasting van reliëf en bodem en het herstel hiervan zonder dat dit disproportionele gevolgen heeft voor de omliggende gebieden; - het behoud of het herstel van voor de natuur gunstige structuurkenmerken van de waterlopen; - de totstandkoming van een verenigbaar recreatief medegebruik. In voorkomend geval is een vastgesteld natuurrichtplan bepalend voor de inrichting en het beheer van het gebied. Een dergelijk natuurrichtplan wordt als een afwegingselement gehanteerd bij de beoordeling van de vergunningsaanvragen voor bovenvermelde werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en wijzigingen. Aanduiding in overdruk Het gebied behoort tot de bestemmingscategorie van de grondkleur. Artikel 9. Erfgoedlandschap Artikel 9.1 Het gebied is een erfgoedlandschap in de zin van het decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg. De handelingen zoals bepaald in de voorschriften van de onderliggende bestemmingen zijn toegelaten voor zover ze de waarden of de typische landschapskenmerken van het erfgoedlandschap niet in het gedrang brengen. Binnen het als erfgoedlandschap aangeduide gebied moet het specifieke karakter van het landschap behouden blijven. Dit betekent concreet: - het behoud van het typische bouwkundig erfgoed van de abdij, de kloosters, kerk, kapellen en verzorgingsinstellingen; - het behoud van de abdij in een open agrarisch gebied met blokvormig percelenpatroon, het orthogonaal dreven- en bomenrijenpatroon met bijhorend grachtenstelsel; - het behoud van de bossen en parken met het historisch drevenen zandwegencomplex, het Zandven met historische verbindingsgracht, microreliëf, heiderelicten en landduinen en prehistorische sites, - het behoud van het open karakter van het landbouwgebied langs de Heidemolenlaan; Ingrepen die wijzigingen aan deze typische landschapskenmerken veroorzaken, zijn slechts toelaatbaar indien uitdrukkelijk gemotiveerd wordt waarom de wijziging te verantwoorden is binnen de globale context van het erfgoedlandschap of indien de wijziging noodzakelijk is voor de menselijke gezondheid, de openbare veiligheid of wezenlijke gunstige effecten voor het milieu heeft. De waarden en de typische landschapskenmerken zijn omschreven in het ministerieel besluit van tot definitieve aanduiding van de ankerplaats Abdij van Westmalle en weergegeven in de toelichtingsnota. Een erfgoedlandschap is aangeduid omwille van zijn natuurwetenschappelijke, historische, esthetische, sociaal-culturele of ruimtelijk-structurerende waarde. Bij werken of handelingen in het erfgoedlandschap moet eerst elke vorm van vermijdbare schade voorkomen worden en moeten schadebeperkende, herstel- of compenserende maatregelen worden genomen indien schade onvermijdelijk is. Beslissingen over aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen voor werken, handelingen of wijzigingen die mogelijk impact hebben op de waarden of kenmerken van het erfgoedlandschap worden genomen op basis van een motiveringsnota waarin de mogelijke effecten geanalyseerd worden en indien nodig de schadebeperkende, herstel- of compenserende maatregelen omschreven worden. In voorkomend geval is een goedgekeurd landschapsbeheersplan, zoals bedoeld in het decreet van 16 april 1996 houdende landschapszorg, bepalend voor de inrichting en het beheer van het gebied. Een goedgekeurd landschapsbeheersplan in uitvoering van het decreet van 16 april 1996 houdende de landschapszorg, beschrijft de uitvoeringsmodaliteiten. Het landschapsbeheersplan wordt als een afwegingselement gebruikt bij de beoordeling van vergunningsaanvragen voor naast vermelde handelingen, werken, voorzieningen, inrichtingen en wijzigingen. Het behoud van het open karakter van het landbouwgebied houdt in dat het gebied serrevrij is. Aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen in het Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle 51

RUP Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle. Infomarkt 14 februari 2012

RUP Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle. Infomarkt 14 februari 2012 RUP Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle Infomarkt 14 februari 2012 Doel van het plan uitvoeren Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen uitvoeren Landschapsdecreet vastleggen landbouw-, natuuren bosgebieden

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Scheldepolders Hingene in Bornem DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Kustpolders tussen Oudenburg, Jabbeke en Stalhille' DE VLAAMSE REGERING, Gelet

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtegebieden Beneden-Nete DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse Codex

Nadere informatie

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST DEFINITIEVE VASTSTELLING SEPTEMBER 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Inhoudstafel

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 maart 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Gewestelijk RUP - Duffel, Lier en Sint-Katelijne-Waver

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

Bijlage IV: Register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn

Bijlage IV: Register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf Vergo bvba : Register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1602849 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint-Gillis-Waas fase 1' Definitieve

Nadere informatie

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kelsbeek Nieuwenhoven

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kelsbeek Nieuwenhoven AFBAKENING GEBIEDEN NATUURLIJKE EN AGRARISCHE STRUCTUUR REGIO HASPENGOUW - VOEREN gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kelsbeek Nieuwenhoven startvergadering 31 maart 2015 1 agenda startvergadering kennismaking

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1505496 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Stekene en Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene en Sint-Gillis-Waas

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 maart 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Gewestelijk RUP - Beerse, Brecht, Malle, Merksplas,

Nadere informatie

Omzendbrief RO/2010/01

Omzendbrief RO/2010/01 Omzendbrief RO/2010/01 Aan: de colleges van burgemeester en schepenen de deputaties van de provincies Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport Koning Albert II-laan

Nadere informatie

BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN. 1 Hiërarchie. 2 Afbakening gebieden. 2.1 Kwetsbare gebieden

BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN. 1 Hiërarchie. 2 Afbakening gebieden. 2.1 Kwetsbare gebieden BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN In onderstaande tekst wordt de afweging gemaakt tussen juridische toestand van een gebied, de toestand op het terrein en de visie van het GRS. Daaruit wordt een conclusie

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1505760 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Zwalm - provinciaal RUP Reconversie verblijfsrecreatie Rekegemstraat Definitieve vaststelling.

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 maart 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Gewestelijk RUP - Bonheiden, Rotselaar, Tremelo,

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Kustpolders tussen Jabbeke, Oudenburg en Stalhille

Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Kustpolders tussen Jabbeke, Oudenburg en Stalhille Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Kustpolders tussen Jabbeke, Oudenburg en Stalhille Actorenoverleg 1 ste RUP-voorstel 23 februari 2016 1 Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Kustpolders tussen

Nadere informatie

TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN

TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN RUP Peerlaarstraat en RUP Eertberglei gemeente Bonheiden, informatieavond 10 februari 2015 13004_PT_006_informatieavond relevante begrippen gewestplan, plan van

Nadere informatie

ADVIES VAN 27 JANUARI 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP AFBAKENING VAN DE GEBIEDEN VAN DE NATUURLIJKE EN AGRARISCHE STRUCTUUR VALLEI VAN DE NEDERAALBEEK

ADVIES VAN 27 JANUARI 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP AFBAKENING VAN DE GEBIEDEN VAN DE NATUURLIJKE EN AGRARISCHE STRUCTUUR VALLEI VAN DE NEDERAALBEEK ADVIES VAN 27 JANUARI 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP AFBAKENING VAN DE GEBIEDEN VAN DE NATUURLIJKE EN AGRARISCHE STRUCTUUR VALLEI VAN DE NEDERAALBEEK SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel

Nadere informatie

ADVIES VAN 26 MAART 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP BOUVELOBOS, HEMSRODE EN STEILRAND VAN MOREGEM

ADVIES VAN 26 MAART 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP BOUVELOBOS, HEMSRODE EN STEILRAND VAN MOREGEM ADVIES VAN 26 MAART 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP BOUVELOBOS, HEMSRODE EN STEILRAND VAN MOREGEM SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 1 II. ALGEMENE BEOORDELING... 2

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Waasland gebieden van het geactualiseerd Sigmaplan Durmevallei Bijlage II: stedenbouwkundige

Nadere informatie

Structuurplan Herne. PRESENTATIE GRS Herne

Structuurplan Herne. PRESENTATIE GRS Herne PRESENTATIE GRS Herne Wat komt aan bod: Wat is een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan? Hoe past het gemeentelijk structuurplan in het structuurplan van de provincie Vlaams-Brabant en de Vlaamse overheid?

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Schelde-Dender gebieden van het geactualiseerd Sigmaplan Polder van Vlassenbroek, Grote

Nadere informatie

Moervaartvallei fase 1

Moervaartvallei fase 1 VR 2017 1407 DOC.0688/5BIS Moervaartvallei fase 1 Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften

Nadere informatie

Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren

Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Spoorweginfrastructuur

Nadere informatie

Actuele topics in aardrijkskunde: RUP in de eigen leefomgeving

Actuele topics in aardrijkskunde: RUP in de eigen leefomgeving Actuele topics in aardrijkskunde: RUP in de eigen leefomgeving Situering in Vlaanderen Tielt-Winge is een Vlaamse gemeente gelegen in hartje Hageland in de provincie Vlaams-Brabant. Het is een landelijke

Nadere informatie

RUP Zonevreemde recreatie. Toelichting Bevolking

RUP Zonevreemde recreatie. Toelichting Bevolking RUP Zonevreemde recreatie Toelichting Bevolking 11 juni 2018 RUP Is een uitvoering van het Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplan (GRS) Vervangt het gewestplan Bestaat uit een grafisch plan en bijhorende

Nadere informatie

V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december

V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december 2008 ------------------------------ VR PV 2008/47 - punt 0027 Betreft : Regio Noorderkempen Afbakening van de gebieden van de natuurlijke

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie 3e Directie Dienst 33 Ruimtelijke ordening en Stedenbouw aanwezig André Denys, gouverneur-voorzitter Besluit van de Deputatie Alexander Vercamer, Marc De Buck, Peter Hertog, Jozef Dauwe, Eddy Couckuyt,

Nadere informatie

Kempische Kleiputten. Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. 1 van 12

Kempische Kleiputten. Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. 1 van 12 Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kempische Kleiputten Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften 1 van 12 2 van 12 3 van 12 ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kempische

Nadere informatie

Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen

Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Afdeling ruimtelijke planning Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen 1. Krijtlijnen

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 februari 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakening kleinstedelijk

Nadere informatie

V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december

V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december 2008 ------------------------------ VR PV 2008/47 - punt 0117 Betreft : Natuurlijke en agrarische structuur regio Limburgse Kempen en Maasland

Nadere informatie

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016 RUP Kanaalzone West Wielsbeke Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016 Inhoud Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)? Welke plannen worden vervangen? Situering van het plangebied Hoger beleidskader

Nadere informatie

VR DOC.1552/1BIS

VR DOC.1552/1BIS VR 2016 2312 DOC.1552/1BIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk

Nadere informatie

Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Antwerpse Gordel en Klein-Brabant landbouw-, natuur- en bosgebieden Vallei van

Nadere informatie

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015 RUP Hernieuwenburg Wielsbeke Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015 Inhoud Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)? Situering van het plangebied Aanleiding aan te pakken ruimtelijke vraagstukken

Nadere informatie

Aanduiding ankerplaatsen - erfgoedlandschappen. Wetgeving: procedure en gevolgen

Aanduiding ankerplaatsen - erfgoedlandschappen. Wetgeving: procedure en gevolgen Aanduiding ankerplaatsen - erfgoedlandschappen Wetgeving: procedure en gevolgen Decretale basis Decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg, gewijzigd bij decreet van 10 maart 2006, Hoofdstuk

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 september 2016 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakeningslijn Heist-op-den-

Nadere informatie

Bouvelobos, Hemsrode en Steilrand van Moregem

Bouvelobos, Hemsrode en Steilrand van Moregem VR 2017 0112 DOC.1233/5 gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bouvelobos, Hemsrode en Steilrand van Moregem. Stedenbouwkundige voorschriften Het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bouvelobos, Hemsrode

Nadere informatie

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos Inleiding Aanpak problematiek van de weekendverblijven Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos Verdere stappen Vragen? 6 mei 2009 dienst ruimtelijke planning - PRUP Leugenboombos 1

Nadere informatie

ADVIES VAN 25 MEI 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP MUNSTERBOS

ADVIES VAN 25 MEI 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP MUNSTERBOS ADVIES VAN 25 MEI 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP MUNSTERBOS SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 1 II. ALGEMENE BEOORDELING... 1 III. MUNSTERBOS ALS GROTE EENHEID NATUUR...

Nadere informatie

Openruimtegebieden Beneden-Nete

Openruimtegebieden Beneden-Nete ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtegebieden Beneden-Nete Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur, regio Neteland Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur Gebied 1 Bakels Broek / Galgenbeemd Art. 3 N Art. 1 Achtergrond: Gescande kadastrale plans - Toestand 01.01.01 - Bron KADSCAN (OC GIS Vlaanderen-AKRED) GEWESTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN Onderdelen

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse Regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016 Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016 1 Inhoud 1. Wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening

Nadere informatie

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN " Afbakening kleinstedelijk gebied Waregem op het grondgebied Zulte " Deel 2: Grafisch plan Stedenbouwkundige voorschriften mei 2012 Deel 2: Grafisch plan en stedenbouwkundige

Nadere informatie

RUP Budingen Dorp Zoutleeuw. Aanzet tot stedenbouwkundige voorschriften en verordenend grafisch plan

RUP Budingen Dorp Zoutleeuw. Aanzet tot stedenbouwkundige voorschriften en verordenend grafisch plan RUP Budingen Dorp Zoutleeuw Aanzet tot stedenbouwkundige voorschriften en verordenend grafisch plan 1 bijsturing referentieontwerp na overleg 2 juli 2009 2 Opbouw RUP 1 toelichtingsnota 2 deelrup s - herbestemming

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Hageland natuur-, bos- en landbouwgebieden Heverleebos en Meerdaalwoud verordenend

Nadere informatie

gewenste ruimtelijke structuur in het definitief gemeentelijk ruimtelijk structuurplan

gewenste ruimtelijke structuur in het definitief gemeentelijk ruimtelijk structuurplan gewenste ruimtelijke structuur in het definitief gemeentelijk ruimtelijk structuurplan gemeente zoersel - RUP herziening BPA gemeenschapsvoorzieningen achterstraat - kaart 1 elementen van bovenlokaal belang

Nadere informatie

p r o v i n Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat TONGEREN Geacht college

p r o v i n Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat TONGEREN Geacht college 2015-04-16 p r o v i n Directie Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat 10 3700 TONGEREN Dienst Ruimtelijke Planning en Beleid Geacht college Betreft: uw verzoek tot raadpleging

Nadere informatie

Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus

Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus VR 2018 1409 DOC.1020/5BIS Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften Bijlage II Stedenbouwkundige

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem Gemeente Kruishoutem Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem Ontwerp Bindend gedeelte Uitgave Datum 1 november 2004 2 februari 2005 3 mei 2005 4 oktober 2005 5 april 2006 Studiebureau VDS b.v.b.a.

Nadere informatie

Provincie Vlaams Brabant

Provincie Vlaams Brabant 156 Provincie Vlaams Brabant OPEN RUIMTE Open ruimte is de zuurstof van onze ruimte. Het is dus een kostbaar goed, dat we moeten beschermen. Voor de Visienota Ruimte betekent dit dat we de verdere inname

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Leiestreek landbouw-, natuur- en bosgebieden Bouvelobos, Hemsrode en Steilrand

Nadere informatie

Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck

Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck Bijlage III: TOELICHTINGSNOTA TEKST EN KAARTEN colofon Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement

Nadere informatie

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan vallei van de kleine nete en aa

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan vallei van de kleine nete en aa AFBAKENING GEBIEDEN NATUURLIJKE EN AGRARISCHE STRUCTUUR REGIO NETELAND gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan vallei van de kleine nete en aa gebiedsgericht overleg, 25 oktober 2013 1 gebiedsgericht overleg

Nadere informatie

Gebieden voor oppervlaktedelfstoffenwinning

Gebieden voor oppervlaktedelfstoffenwinning gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gebieden voor oppervlaktedelfstoffenwinning Oppervlaktedelfstoffenzone Klei van de Kempen Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Nadere informatie

Ruimtelijk Uitvoeringsplan Azelhof

Ruimtelijk Uitvoeringsplan Azelhof Ruimtelijk Uitvoeringsplan Azelhof Startnotafase Participatiemoment, 8 oktober 2018 Koen Janssens Ruimtelijk planner Inhoud Wat is een Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP)? Procedure Situering van het plangebied

Nadere informatie

gebieden voor toeristischrecreatieve

gebieden voor toeristischrecreatieve gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan gebieden voor toeristischrecreatieve infrastructuur Golf Beveren : Register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade

Nadere informatie

Art6.6 bufferzone. GEWESTPLAN Woonuitbreidingsgebied. Woongebied. Groengebied PLAN B - BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND

Art6.6 bufferzone. GEWESTPLAN Woonuitbreidingsgebied. Woongebied. Groengebied PLAN B - BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND Art6.6 bufferzone GEWESTPLAN Woonuitbreidingsgebied Woongebied Groengebied PLAN B - BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND PLAN C - EIGENDOMSSTRUCTUUR 13 PLANNINGSCONTEXT Relatie met het structuurplan Vlaanderen

Nadere informatie

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017 RUP Cardiff nv Gemeente Zulte Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017 Gemeentelijk RUP 'Cardiff nv' te Zulte Verordenend grafisch plan 1121B3 Legende Perimeter RUP art. 1: Zone

Nadere informatie

ADVIES VAN 28 JUNI 2017 OVER HET VOORONTWERP RUP GOLFTERREIN BOSSENSTEIN TE RANST

ADVIES VAN 28 JUNI 2017 OVER HET VOORONTWERP RUP GOLFTERREIN BOSSENSTEIN TE RANST ADVIES VAN 28 JUNI 2017 OVER HET VOORONTWERP RUP GOLFTERREIN BOSSENSTEIN TE RANST SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 1 II. ALGEMENE BEOORDELING... 2 III. BELEIDSCONTEXT

Nadere informatie

Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Omgeving vliegveld Malle

Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Omgeving vliegveld Malle Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Omgeving vliegveld Malle afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Neteland Gemeente Malle, Zoersel, Vorselaar, Zandhoven,

Nadere informatie

Gebieden voor oppervlaktedelfstoffenwinning

Gebieden voor oppervlaktedelfstoffenwinning gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gebieden voor oppervlaktedelfstoffenwinning Oppervlaktedelfstoffenzone ALLUVIALE KLEI VAN SCHELDE- EN MAASBEKKEN & POLDERKLEI Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften

Nadere informatie

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) Veurne - Westkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven, in oranje gekleurd en met de letters

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 januari 2017 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP De Beunt Lier voorlopige

Nadere informatie

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Etten-Leur (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Introductie Etten-Leur is een middelgrote gemeente in Brabant, gelegen ten westen van Breda. De gemeente bestaat uit één kern van ruim 40.000 inwoners. Door

Nadere informatie

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf t Kriekske te Halle Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf t Kriekske te Halle Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf t Kriekske te Halle Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf t

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel , gewijzigd bij het decreet van 18 november 2011;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel , gewijzigd bij het decreet van 18 november 2011; Besluit van de Vlaamse Regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf t Kriekske te Halle DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse

Nadere informatie

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf Brouwerij Lindemans te Sint-Pieters-Leeuw

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf Brouwerij Lindemans te Sint-Pieters-Leeuw voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf Brouwerij Lindemans te Sint-Pieters-Leeuw Verslag plenaire vergadering 29 juni 2015 Ruimte Vlaanderen Afdeling Gebieden

Nadere informatie

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen Bijlage II stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Nadere informatie

Ruimtelijk rendement op het platteland: creatief binnen de grenzen. Inspiratiemoment Herbestemmen op het platteland - 2 december 2016

Ruimtelijk rendement op het platteland: creatief binnen de grenzen. Inspiratiemoment Herbestemmen op het platteland - 2 december 2016 Ruimtelijk rendement op het platteland: creatief binnen de grenzen Inspiratiemoment Herbestemmen op het platteland - 2 december 2016 Inhoud Ruimtelijk rendement Zonevreemd Ruimtelijk beleid Agrarische

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit De gemeenteraad Ontwerpbesluit OPSCHRIFT Vergadering van 25 januari 2016 Besluit nummer: 2016_GR_00029 Onderwerp: Definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP nr. 164 Wonen

Nadere informatie

Gemeentelijk RUP Ecologische Verbindingen stad Genk

Gemeentelijk RUP Ecologische Verbindingen stad Genk Gemeentelijk RUP Ecologische Verbindingen stad Genk Toelichting 09.02.2015 Aanleiding opmaak RUP Aanleiding RUP: uitvoering van het masterplan Ecologische Verbindingen (goedgekeurd in 2009) Gemeentelijk

Nadere informatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE. ONTWERP GRS Bindend deel

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE. ONTWERP GRS Bindend deel GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE ONTWERP GRS Bindend deel Identificatienummer : 104792414/kja Datum Status/beschrijving revisie Paraaf 21.05.2007 Voorontwerp GRS 2007 jpa 20.03.2008 Ontwerp

Nadere informatie

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN 9180 MOERBEKE.

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN 9180 MOERBEKE. UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN 9180 MOERBEKE. Openbare zitting van 31 januari 2017. Tegenwoordig: R. De Caluwé, burgemeester-voorzitter; P. De Bock M. Fruytier T. Walbrecht- S. Poppe,

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp van besluit houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Nadere informatie

ADVIES VAN 26 FEBRUARI 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP ZWINPOLDERS

ADVIES VAN 26 FEBRUARI 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP ZWINPOLDERS ADVIES VAN 26 FEBRUARI 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP ZWINPOLDERS SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 2 II. VRAAG NAAR BEPERKTE UITBREIDING PLANGEBIED... 3 III. DIFFERENTIATIE

Nadere informatie

gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden

gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden stad sint-truiden - rup recastrip brustem - kaart 1 secundaire verbindingsweg met laanbeplanting beekvalleien te ontwikkelen als natuurlijke dragers met

Nadere informatie

Winning van oppervlaktedelfstoffen zand- en steengroeve Balegro

Winning van oppervlaktedelfstoffen zand- en steengroeve Balegro VR 2017 3103 DOC.0316/12 Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Oosterzele ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Winning van oppervlaktedelfstoffen zand- en steengroeve Balegro : Register met

Nadere informatie

Actualisatie en gedeeltelijke herziening. Informatie- en inspraakvergadering

Actualisatie en gedeeltelijke herziening. Informatie- en inspraakvergadering Actualisatie en gedeeltelijke herziening Informatie- en inspraakvergadering Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen? - is geen bestemmingsplan - bevat geen informatie over individuele percelen Ruimtelijk Structuurplan

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Vlaamse Ardennen Landbouw- en natuurgebied Vallei van de Nederaalbeek bijlage

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1502705 Provincieraadsbesluit betreft Aalst, Berlare, Haaltert, Lede, Sint-Niklaas en Stekene - PRUP 'Reconversie zones voor verblijfsrecreatie

Nadere informatie

Steenbakkerij Floren en Cie NV

Steenbakkerij Floren en Cie NV Steenbakkerij Floren en Cie NV gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften 1 van 6 2 van 6 gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Steenbakkerij Floren en Cie NV de

Nadere informatie

Thematisch RUP Mobiliteit 1 Parking en recreatiedomein Den Bruul

Thematisch RUP Mobiliteit 1 Parking en recreatiedomein Den Bruul STAD LEUVEN Thematisch RUP Mobiliteit 1 Parking en recreatiedomein Den Bruul Ontwerp Deel 4: Register van de percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van

Nadere informatie

Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften

Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kustpolders tussen Oudenburg, Jabbeke en Stalhille Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Kust-Polders-Westhoek In

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 24 september 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Marnixdreef Lier voorlopige

Nadere informatie

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Omgeving Bouvelobos, Hemsrodebos en steilrand van Moregem

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Omgeving Bouvelobos, Hemsrodebos en steilrand van Moregem voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Omgeving Bouvelobos, Hemsrodebos en steilrand van Moregem verslag plenaire vergadering 10 februari 2014 Ruimte Vlaanderen Gebieden en Projecten Koning

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Kust-Polders-Westhoek landbouw-, natuur- en bosgebieden Zwinpolders

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Kust-Polders-Westhoek landbouw-, natuur- en bosgebieden Zwinpolders gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Kust-Polders-Westhoek landbouw-, natuur- en bosgebieden Zwinpolders bijlage 2 : stedenbouwkundige

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 september 2016 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Averegten Heist-op-den-Berg

Nadere informatie

1. Inleiding Bindende selecties en categorisering van de elementen van de gewenste ruimtelijke structuur...3

1. Inleiding Bindende selecties en categorisering van de elementen van de gewenste ruimtelijke structuur...3 Bindend deel Inhoud 1. Inleiding...2 1.1. Inhoud en werkwijze van het bindend deel... 2 1.1.1. Decreet op de ruimtelijke ordening (18 mei 1999)...2 1.1.2. Leeswijzer...2 1.2. Doorwerking van het gemeentelijk

Nadere informatie

Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Dijlevallei van Werchter tot Hever

Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Dijlevallei van Werchter tot Hever Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Dijlevallei van Werchter tot Hever Startvergadering 27 maart 2013 1 Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Dijlevallei van Werchter tot Hever Agenda Kennismaking

Nadere informatie

Oostende - Middenkust

Oostende - Middenkust Oostende - Middenkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 26/01/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven en oranje gekleurd en met

Nadere informatie