Werkplan Brede Raad 010. Publieksversie

Transcriptie

1 Werkplan Brede Raad 010 Publieksversie

2 Inhoudsopgave Leeswijzer p. 3 Inleiding p. 4 Stichting Brede Raad p. 4 Bureau Brede Raad p. 4 Brede Raad 010 p. 4 Missie 2016 p. 5 Inhoud p. 6 Gevraagde adviezen p. 7 Toegang tot dienstverlening p. 8 Risicojongeren p. 9 Ongevraagde adviezen p. 10 Mantelzorg p. 11 Participatiewet p p. 14 Te lange aanvragen p. 15 Klachten kwaliteit en kwantiteit zorg p. 16 Impact van terugtredende overheid op doelgroep p. 17 Zorgmijders p. 18 Armoede p. 19 Langer thuis toegankelijke woningen p , Werkplan Publieksversie Brede Raad 010, definitief,,ck Pagina 2 van 20

3 Leeswijzer In de publieksversie Werkplan ligt de focus op de inhoudelijke werkzaamheden van de Brede Raad 010. Organisatorische werkzaamheden met betrekking tot de opstartfase en de doorontwikkeling van de Brede Raad 010 blijven in deze versie buiten beschouwing. Kort wordt de organisatie Brede Raad 010 toegelicht en worden missie en doelstelling voor 2016 benoemd. Vervolgens wordt in de inhoud benoemd welke gevraagde adviezen er momenteel vanuit de gemeente liggen en welke onderwerpen op moment van schrijven van belang lijken voor de Brede Raad 010 om ongevraagd over te adviseren. Deze onderwerpen zijn niet uitputtelijk en worden aangevuld wanneer de actualiteit daarom vraagt. Evengoed kan een onderwerp wat op dit moment van belang lijkt, in een later stadium niet, of in mindere mate van belang zijn door bijvoorbeeld beleidswijzigingen. De Brede Raad 010 zal daarom voortdurend aan de actualiteit toetsen waarover zij adviseert , Werkplan Publieksversie Brede Raad 010, definitief,,ck Pagina 3 van 20

4 Inleiding In het werkplan worden verschillende termen gebruikt. Voor alle helderheid staan deze hieronder kort benoemd: - Stichting Brede Raad Rotterdam: rechtspersoon. Het ondersteunend bureau valt onder deze Stichting. - Bureau Brede Raad: het ondersteunend bureau van de Brede Raad 010, verantwoordelijk voor organisatie en ondersteuning Brede Raad Brede Raad 010: de leden van de Brede Raad 010 en de onafhankelijk voorzitter, zij co-creëren en adviseren het college van B&W over het sociaal domein 1. Stichting Brede Raad Rotterdam De Stichting Brede Raad Rotterdam is opgericht per 1 juli Onder de Stichting valt het bestuur van de Brede Raad 010. Het bestuur bestaat uit drie personen: - Voorzitter - Secretaris - Penningmeester Doel van de Stichting is ondersteuning van de Brede Raad 010 op financieel, praktisch en inhoudelijk gebied, en op alle wijzen die kunnen bijdragen aan het functioneren van de Brede Raad 010 zoals dit beoogd is. Daartoe heeft de Stichting een bureau opgezet: het Bureau Brede Raad. Bureau Brede Raad Het Bureau Brede Raad ondersteunt en faciliteert de Brede Raad 010 in al haar werkzaamheden rondom co-creatie en advisering. Het Bureau Brede Raad bestaat uit zes werknemers: - Coördinator - Beleidsmedewerker/adviseur Wmo - Beleidsmedewerker/adviseur Jeugdwet - Beleidsmedewerker/adviseur Participatiewet - Managementassistent - Secretarieel medewerker Zij ondersteunen werkgroepen, leveren informatie aan en vertalen signalen naar beleidsadvisering. Brede Raad 010 De Brede Raad 010 is ingesteld per 10 juli 2015 als het adviesorgaan van burgers dat het college van B&W adviseert over de drie wetten in het sociaal domein: Wmo, Jeugdwet en Participatiewet. Anders dan voorheen gebruikelijk was, wordt advisering ook aan de voorkant, in co-creatie 2 met de gemeente Rotterdam, gedaan. 1 De Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet. 2 Zie voor toelichting pagina , Werkplan Publieksversie Brede Raad 010, definitief,,ck Pagina 4 van 20

5 Om haar doel te kunnen bereiken, voert de Brede Raad 010 verschillende werkzaamheden uit, zoals adviseren, het monitoren van speerpunten van beleid, interactief communiceren met Rotterdammers, de gemeente en andere partners in het veld, zoals belangenorganisaties. Op moment van schrijven bestaat de Brede Raad 010 uit 30 leden met uiteenlopende expertise in de beleidsterreinen Wmo, Jeugdwet en Participatiewet. De samenstelling is gevarieerd: cliëntvertegenwoordigers, professionals en ervaringsdeskundigen binnen de vijf hoofddoelgroepen 3 : mensen met een beperking, senioren, jeugd, GGZ en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Missie 2016 De missie voor de Stichting Brede Raad Rotterdam voor 2016 is tweeledig: enerzijds het verder ontwikkelen van de organisatie Stichting Brede Raad Rotterdam en anderzijds het effectief neerzetten van co-creatie tussen de Brede Raad 010 en de gemeente Rotterdam. Eind 2016 zijn missie, doel en visie van de Stichting Brede Raad Rotterdam bekend in Rotterdam bij leden, achterban, gemeente en partners in het veld. Missie, doel en visie worden door de leden van de Brede Raad 010 uitgedragen in de Rotterdamse samenleving (communicatie). De organisatie Stichting Brede Raad Rotterdam is eind 2016 een goed functionerende organisatie (organisatie). Eind 2016 is actief vormgegeven aan ongevraagde en gevraagde adviezen (inhoud). De Stichting Brede Raad Rotterdam maakt onderscheid in haar doelstellingen voor 2016 tussen de doorontwikkeling van de organisatie Stichting Brede Raad Rotterdam en het inhoudelijk werk van de Brede Raad 010 (advisering en co-creatie). Het onderdeel communicatie is zowel op de Brede Raad 010 als het Bureau Brede Raad van toepassing. Hier wordt uitwerking aan gegeven in het communicatieplan. 3 Brede Raad en vaststelling wijziging Algemene Vergoedingsverordening, , Werkplan Publieksversie Brede Raad 010, definitief,,ck Pagina 5 van 20

6 Inhoud De Brede Raad 010 streeft in 2016 naar zes gevraagde en zes ongevraagde adviezen. De organisatie zit nog in een opstartfase en is afhankelijk van actualiteiten. Daarom kan het aantal adviezen variëren. Achtergrond voor advisering is het VN Verdrag 4, dat naar verwachting nog in 2015 geratificeerd zal worden. Vanaf dat moment zal regelgeving van Rotterdam gefaseerd ook daadwerkelijk aan dit VN Verdrag moeten voldoen. Zowel SPA22 als de VGR hebben ruime ervaring en expertise opgebouwd om te adviseren met het VN Verdrag (voorheen de 22 VN Standaardregels) als referentiekader. Naast het VN Verdrag zal door de leden van de Brede Raad 010 gezocht worden naar uitbreiding van het referentiekader, zoals het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. De adviezen zullen altijd betrekking hebben op het sociaal domein: Wmo, Jeugdwet en Participatiewet. Belangrijk onderdeel van de Wmo is toegankelijkheid. De Woonadviescommissie, onderdeel van het Bureau Brede Raad, toetst bouw- en (her)inrichtingsplannen op aanpasbaarheid. De Woonadviescommissie zal in 2016 haar werkzaamheden voortzetten. Voor de Jeugdwet is vooral de netwerkontwikkeling van belang. Voor de Participatiewet wordt samen met de gemeente (verantwoordelijk ambtenaar en wethouder), Cliëntenraad Werk&Inkomen en WSW Adviesraad onderzocht hoe advisering met betrekking tot de Participatiewet integraal kan worden vormgegeven. In de loop van 2015 zijn door diverse partijen onderwerpen ter advisering aangedragen. Deze heeft het Bureau Brede Raad gestructureerd. Binnen de context van de organisatieontwikkelingen zullen de leden van de Brede Raad 010 invulling geven aan de thema s ter advisering, welke naar actualiteit zullen worden behandeld. Het Bureau Brede Raad faciliteert de leden van de Brede Raad 010 hierin. De Brede Raad 010 streeft er naar eind 2016 zes gevraagde en zes ongevraagde adviezen te hebben uitgebracht. Eind 2015 zal hier een start mee worden gemaakt. Werkgroepen binnen de Brede Raad 010 worden opgezet om op specifieke thema s diepgaand in te gaan. 4 Motie: Rotterdam meest toegankelijke stad voor mensen met een beperking. Aangenomen d.d. 19 december , Werkplan Publieksversie Brede Raad 010, definitief,,ck Pagina 6 van 20

7 Gevraagde adviezen Bij gevraagde adviezen vraagt de gemeente Rotterdam de Brede Raad 010 officieel om advies. Dat kan zowel een formeel schriftelijk advies zijn als co-creatie in een vroeg stadium van beleid. De vraag om advies komt binnen bij het Bureau Brede Raad of de onafhankelijk voorzitter. Het Bureau Brede Raad legt de vraag neer bij de leden van de Brede Raad 010 in een werkgroep. De leden van de Brede Raad 010 inventariseren in hun netwerk de signalen die omtrent het onderwerp van advisering bestaan. Deze signalen worden in de werkgroep door het Bureau Brede Raad verzameld en verwerkt tot een conceptadvies. De leden van de Brede Raad 010 leveren indien nodig commentaar en het advies wordt herzien. Alle leden van de Brede Raad 010 stellen vervolgens in een plenaire vergadering het advies vast. Het advies wordt verzonden aan het college van B&W met een cc naar de betreffende ambtenaar. Vooralsnog zijn er twee gevraagde adviezen in de planning: - Toegang tot dienstverlening - Risicojongeren , Werkplan Publieksversie Brede Raad 010, definitief,,ck Pagina 7 van 20

8 1. Toegang tot dienstverlening De programmamanager Toegangsmodel Dienstverlening, is in opdracht van wethouder H. de Jonge bezig met het schrijven van een toegangsmodel dienstverlening in de wijk om de toegang van de dienstverlening in de wijk te verbeteren. Idee is om alles zo dicht mogelijk bij de burger te organiseren. Tot nu toe is dat alleen met professionals besproken, de wethouder wil dat de Brede Raad hierbij betrokken wordt. De toegang naar de dienstverlening bij de wijkteams is nu niet voor iedereen goed bereikbaar. Er zijn nu 14 VraagWijzers, waarvan een deel verbreed is (aangevuld met sociaal raadslieden en schuldhulpverlening) en een deel nog verbreed moet worden. Veel vragen worden hier al afgehandeld. Nu is een doorontwikkeling gewenst. Opdracht is om te komen met een model om de toegang tot dienstverlening te verbeteren. Er wordt gedacht aan verschillende mogelijkheden; samenwerking met/aansluiten bij: - Huizen van de wijk - CJG s - Jongerenloket - Vraagwijzers - Centraal Onthaal Ook komen er 14 servicecentra. De leden van de Brede Raad 010 signaleren dat de toegang van de jeugd tot het wijkteam sneller zou moeten, zonder tussenpersoon. Zij zien dit als essentieel knelpunt om de juiste zorg en/of ondersteuning te krijgen. Onderzoeksvraag Doet de gemeente daadwerkelijk wat zij wenst: dichtbij de burger organiseren? Hoe kan de gemeente nog betere dienstverlening aan burgers bieden? Hoe is de samenwerking tussen huisartsen, VraagWijzer en Wijkteam en hoe kan deze samenwerking verbeterd worden? , Werkplan Publieksversie Brede Raad 010, definitief,,ck Pagina 8 van 20

9 2. Risicojongeren 5 Vanuit de gemeente is de vraag gekomen om mee te denken over het programma Risicojongeren. Hiertoe is een werkgroep ingesteld, die zich over het programma zal buigen en input zal leveren aan de betreffende ambtenaar. Risicojongeren zijn jongeren met een veelheid van problemen. Zij hebben verhoogde kans op criminaliteit, schooluitval, onevenredig groot beroep op zorg/ondersteuning. Doel is om criminaliteit en zorg naar beneden te brengen, en talent en gezondheid te vergroten. Onduidelijk is nu nog waar het accent op komt te liggen in dit programma (schulden, etc). Onderzoeksvraag Hoe kunnen risicojongeren (beter) bereikt worden? Welke factoren zijn van invloed op schoolverlaten en hoe kunnen deze worden beperkt? Welke ondersteuning hebben risicojongeren nodig en biedt de gemeente hen deze ondersteuning? 5 Gevraagd informeel advies: testcase , Werkplan Publieksversie Brede Raad 010, definitief,,ck Pagina 9 van 20

10 Ongevraagde adviezen Wanneer een signaal of meerdere signalen roepen tot directe actie, doet het Bureau Brede Raad een vooronderzoek en belegt een bijeenkomst met de leden van de Brede Raad 010. Het onderwerp wordt verkend en een concept advies wordt opgesteld door het Bureau Brede Raad. De leden van de Brede Raad geven hierop commentaar, dat wordt verwerkt in het definitieve advies dat wordt verstuurd naar het college van B&W. De Brede Raad 010 heeft als doel binnen de ongevraagde adviezen een gelijke verdeling te maken tussen de drie wetten binnen het Sociaal Domein: Wmo, Participatiewet en Jeugdwet. Dat betekent in ieder geval twee adviezen per domein. Daarnaast is ruimte voor wet-overstijgende onderwerpen. Onderwerpen die door de leden van de Brede Raad 010 ter advisering zijn aangedragen zijn de volgende , Werkplan Publieksversie Brede Raad 010, definitief,,ck Pagina 10 van 20

11 1. Mantelzorg (Wmo en Jeugdwet) Met de versobering van de zorg (onder andere afschaffing ZZP 1-4) wordt een nog groter beroep gedaan op mantelzorgers. Uit diverse onderzoeken blijkt dat mantelzorgers vaak overbelast zijn, waardoor zij de zorg niet of nauwelijks meer aankunnen en ontspoorde zorg en sociaal isolement risico s vormen. Het gaat dan om psychische en fysieke belasting. Om ervoor te zorgen dat mantelzorgers de zorg die zij leveren aan hun naasten vol houden, is volgens de leden van de Brede Raad 010 ondersteuning, waardering en erkenning van belang. De gemeente Rotterdam waardeert mantelzorgers door het geven van de Rotterdampas en via de Dag van de Mantelzorg. Ook kan, indien dit wordt aangevraagd, worden geparkeerd tegen een gereduceerd tarief bij de woning waar mantelzorg wordt gegeven. Sinds kort is het ook mogelijk dat vouchers worden aangeschaft om extra huishoudelijke hulp in het huis van de zorgvrager te krijgen. Vraag is, of deze vormen van waardering aansluiten bij de behoeften van mantelzorgers. Ook de communicatie rondom de mogelijkheden van ondersteuning en waardering voor mantelzorgers vanuit de gemeente wordt als nihil ervaren. Ander knelpunt dat door de leden van de Brede Raad 010 wordt ervaren is de belasting van jonge mantelzorgers. Dit zijn kinderen die (een deel van) de zorg voor een familielid op zich nemen. Dit kan een belemmering vormen voor hun schoolprestaties of hun sociale contacten. Onderzoeksvraag Welke manieren van waardering/erkenning biedt de gemeente Rotterdam aan mantelzorgers en in hoeverre komt dit overeen met de behoeften van mantelzorgers? Welke manieren van ondersteuning biedt de gemeente Rotterdam mantelzorgers en in hoeverre komt dit overeen met de behoeften van mantelzorgers? Hoe wordt de communicatie naar mantelzorgers vanuit de gemeente geregeld en hoe kan deze verbeterd worden? Hoe is de ondersteuning aan jonge mantelzorgers in Rotterdam geregeld? , Werkplan Publieksversie Brede Raad 010, definitief,,ck Pagina 11 van 20

12 2. Participatiewet Er lijkt weinig zicht te zijn op jongeren die voorheen op hun 18 e in aanmerking zouden komen voor een Wajonguitkering: de zogenoemde voormalig Wajongers. Vraag is in hoeverre zij momenteel de ondersteuning en hulp krijgen die zij nodig hebben bij het vinden van werk/dagbesteding en of zij niet tussen wal en schip vallen. Weten zij waar zij terecht kunnen? Er is veel onduidelijkheid. Communicatie is hierbij van belang. Ander zorgpunt met betrekking tot de Participatiewet is de beeldvorming over mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Er zijn niet kunners en wel kunners. De beeldvorming lijkt te heersen dat mensen die onder de Participatiewet vallen niet willen, maar wel kunnen. Daarnaast wordt vrijwilligerswerk gepromoot, maar tegelijkertijd kan dit een negatief effect hebben. Wanneer iemand vrijwilligerswerk doet bij zijn uitkering, wordt van hem verwacht dat hij zodra dat mogelijk is een betaalde baan accepteert. Doet hij dit niet, dan kan deze persoon worden gekort op zijn uitkering. Hoger opgeleide mensen met een beperking komen moeilijker aan een baan, maar zij vallen niet altijd onder de garantiebanen. Het is daardoor voor hoger opgeleide mensen met een beperking nog moeilijker geworden om een baan te vinden. Ander knelpunt zijn niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers). Vooral voor nuggers met een beperking is het heel moeilijk om gehoord te worden op het gebied van werk. Er zijn wel regelingen, maar dit lijkt willekeurig. Als je een beperking hebt en nugger bent, kun je soms in aanmerking komen voor een garantiebaan. Hiervoor moet je in het doelgroepregister staan, maar onduidelijk is hoe je hierin terecht komt. Bemiddelingsbureaus kunnen je niet helpen, omdat je niet in het register staat opgenomen. Taak van de Brede Raad 010 is nu om te adviseren over mensen met een arbeidsbeperking. Medio 2016 zal de Brede Raad 010 adviseren over iedereen die onder de Participatiewet valt. Vraag is hoe de Brede Raad dit kan oppakken. Een aparte groep zijn jongeren die uit het speciaal onderwijs komen. Op je 19 kom je niet in het doelgroepenregister. Als je te lang vervolgens thuis zit, kun je niet meer instromen. Er moet geen gat vallen tussen het speciaal onderwijs en het doelgroepenregister. Onderzoeksvragen Hoe gaat het met de voormalig Wajongers? Zijn ze bij de gemeente in beeld? Krijgen zij de ondersteuning die zij nodig hebben, zowel materieel als immaterieel? Hoe is de beeldvorming bij werkgevers en de gemeente rondom mensen met een arbeidsbeperking en hoe kan deze verbeterd worden? In hoeverre is vrijwilligerswerk (in)compatibel met betaald werk en is het effect hiervan ook het beoogde effect van de Participatiewet? Wat zijn de belemmeringen waar hoger opgeleide mensen met een beperking tegenaan lopen in hun zoektocht naar een baan en hoe kan de gemeente hier invulling aan geven? , Werkplan Publieksversie Brede Raad 010, definitief,,ck Pagina 12 van 20

13 Welke knelpunten ervaren niet-uitkeringsgerechtigden met een beperking en hoe kan de toeleiding naar werk voor hen effectiever gemaakt worden? Hoe kan de Brede Raad 010 voorsorteren op het feit dat de gehele doelgroep van de Participatiewet onder de Brede Raad 010 gaat vallen per tweede kwartaal van 2016? Hoe zorgt de gemeente Rotterdam ervoor dat er geen gat valt tussen het speciaal onderwijs en het doelgroepenregister en hoe kan dit verbeterd worden? o Hoe werkt het doelgroepenregister? Wat zijn de consequenties van de nieuwe Wajong voor het inkomen? Hoe is de samenwerking tussen het UWV en de gemeente? Welke rol speelt hier het doelgroepenregister in? Hoe loopt het traject met de jobcoaches? Wat is de stand van de lobby? Wat doet de gemeente om te lobbyen? Kan een kosten & baten analyse worden gemaakt voor de gemeente? Hoe is de samenwerking tussen gemeente, UWV, werkgeversservicepunten en werkgevers en hoe kan dit verbeterd worden? , Werkplan Publieksversie Brede Raad 010, definitief,,ck Pagina 13 van 20

14 (Jeugdwet) Kinderen vallen tot 18 jaar onder de Jeugdwet. Vanaf 18 jaar moeten zij voor een vraag om ondersteuning bij het Wmo-loket zijn. Tegelijkertijd zijn er programma s die zich juist richten op 15 tot 27 jarigen, of 18 tot 23. Onduidelijk is waar je, met welke leeftijd en welke ondersteuningsvraag terecht moet. Daarnaast blijkt uit een inventarisatie ten behoeve van de oprichting van de Brede Raad 010 dat de overgang tussen 18-/18+ niet soepel verloopt: verandering in zorgverlener, verandering in eigen (moeten) kunnen, verandering in wetgeving. Vraag is hoe deze overgang soepeler kan worden vormgegeven. Onderzoeksvraag Hoe is de onderverdeling binnen de categorie jeugd/jongeren in leeftijd gemaakt per programma? Welke knelpunten worden ervaren door jongeren en/of hun ouders of professionals in de overgang van 18- naar 18+? Hoe kunnen deze knelpunten worden aangepakt? , Werkplan Publieksversie Brede Raad 010, definitief,,ck Pagina 14 van 20

15 4. Te lange aanvragen (overkoepelend) De leden van de Brede Raad 010 ervaren in hun netwerk dat aanvragen voor een voorziening (te)lang duren. Acute aanvragen blijven liggen. Vraag hierbij is of dit komt door het werkproces bij de gemeente die tijdrovend is en of hierin een inhaalslag te maken is of dat dit een gevolg is van onderbemanning bij de gemeente (door grote impact decentralisaties en bezuinigingen bij gemeente zelf). Afhankelijk van waar het probleem ligt, kan concreet advies worden opgesteld. Probleem is ook dat door de leden van de Brede Raad 010 wordt ervaren dat mondige burgers hun weg wel vinden, maar als je minder goed de weg weet, je van het kastje naar de muur wordt gestuurd waardoor burgers geen antwoord op hun vraag krijgen. Het duurt soms (te) lang voordat burgers antwoord krijgen op hun vragen. Onderzoeksvraag Hoe verloopt het werkproces van aanvragen bij de gemeente? Kan hierin een inhaalslag worden gemaakt? Hoe is de beleving van burgers die een (aan)vraag doen bij de gemeente? Hoe worden zij geholpen? (cliënt ervaring) , Werkplan Publieksversie Brede Raad 010, definitief,,ck Pagina 15 van 20

16 5. Klachten kwaliteit en kwantiteit zorg (overkoepelend) Met de bezuinigingen die gepaard gaan met de drie decentralisaties (Wmo, Participatiewet en Jeugdwet) bestaan bij de leden van de Brede Raad 010 zorgen over of de kwaliteit van de zorg niet in het geding komt door bezuinigingen (prijsafspraken). Onderzoeksvraag In hoeverre wordt minder geld besteed aan de ondersteuning/zorg van cliënten die vallen onder de Wmo, de Participatiewet en de Jeugdzorg en wat is het effect hiervan op de (beleving van) cliënten? o Wat is het effect van de bezuiniging/decentralisatie van de Wmo op de beleving van kwaliteit bij cliënten? o Wat is het effect van de bezuiniging/decentralisatie van de Participatiewet op de beleving van kwaliteit bij cliënten? o Wat is het effect van de bezuiniging/decentralisatie van de Jeugdwet op de beleving van kwaliteit bij cliënten? , Werkplan Publieksversie Brede Raad 010, definitief,,ck Pagina 16 van 20

17 6. Impact van terugtredende overheid op doelgroep (overkoepelend) Sinds 1 januari zijn drie nieuwe wetten onder verantwoordelijkheid van de gemeente komen te vallen: de nieuwe Wmo, de Participatiewet en de Jeugdwet. Adagium in deze stelselwijziging is dat meer verantwoordelijkheid bij burgers komt te liggen en de overheid terugtreedt. Hier gaat een bezuiniging mee gepaard. Deze stelselwijziging heeft invloed op de burgers van Rotterdam. Welke invloed dit precies is, blijft vooralsnog de vraag. Zorgpunt van leden van de Brede Raad 010 is dat door deze stelselwijziging cliënten mogelijk niet de zorg krijgen die zij nodig hebben of dat er een onevenredig groot beroep wordt gedaan op hun zelfredzaam vermogen. Onderzoeksvraag Wat is de impact van de terugtredende overheid op de zorg/ondersteunings(ervaring) van burgers binnen de Wmo, de Participatiewet en de Jeugdwet? o Op wat voor manier wordt het vergrote beroep op zelfredzaamheid/eigen kracht ervaren door burgers die vallen onder de Wmo, Participatiewet en Jeugdzorg? o Zijn er groepen burgers die door de terugtredende overheid onvoldoende ondersteuning ervaren binnen de drie wetten en zo ja, welke oplossingen zijn hiervoor te bedenken? o Kan van alle burgers in Rotterdam eenzelfde vorm van eigen kracht worden verwacht? Zo nee, welke (extra) ondersteuning hebben zij hierbij nodig? o In hoeverre wordt een beroep gedaan op vrijwilligers en wat voor impact heeft dit op de mensen die zorg krijgen? o Wat is het effect van de terugtredende overheid op mantelzorgers en hoe kunnen zij worden ondersteund? (zie ook onderwerp 1) , Werkplan Publieksversie Brede Raad 010, definitief,,ck Pagina 17 van 20

18 7. Zorgmijders Er bestaat een verschil tussen zorgmijders die bewust geen hulp willen (bijvoorbeeld door nare ervaringen met de zorg of door hoge kosten van medicijnen) en mensen die hulp nodig hebben, maar de weg naar hulp niet weten te vinden maar wel zorg zouden kunnen accepteren als dat hen specifiek wordt aangeboden (bijvoorbeeld door verward zijn of de Nederlandse taal niet machtig zijn). Bij deze laatste categorie onbewuste zorgmijders lijkt het maken van een eerste contact belangrijk om iemand langzaam en voorzichtig richting hulpverlening te bewegen. Belangrijk is daarom om te onderzoeken wat vindplaatsen zijn voor zorgmijders. Het vermoeden onder de leden van de Brede Raad 010 is dat zorgmijders die wel hulp zouden kunnen accepteren, in een vroeger stadium hulp aangeboden kunnen krijgen. Onderzoeksvraag Op welke manieren kan de gemeente Rotterdam inzetten op vindplaatsen van onbewuste zorgmijders om hen in een vroeg stadium hulp te kunnen aanbieden? , Werkplan Publieksversie Brede Raad 010, definitief,,ck Pagina 18 van 20

19 8. Armoede In 2012 bevond bijna een kwart van alle huishoudens met een inkomen onder de lage-inkomensgrens zich in één van de vier grote steden. Vooral in Rotterdam (17,2%), Amsterdam (17,0%) en Den Haag (16,1%) was het aandeel huishoudens met een laag inkomen hoog. Ook op het vlak van langdurige armoede beten Amsterdam (6,2%) gevolgd door Rotterdam (6,0%) en Groningen (5,6%) de spits af. Op basis van het niet-veel-maar-toereikendcriterium was het armoedepercentage in 2012 het hoogst in de drie grootste steden. Ook hier is het verschil tussen Amsterdam (13,2%) en Rotterdam (13,0%) klein, gevolgd door Den Haag (12,7%) en Groningen (10,8%). Van de twintig armste postcodegebieden liggen er negen in Rotterdam. 6 In Rotterdam leven daarmee dus relatief veel mensen onder de armoedegrens. Armoede heeft effect op en is verbonden met diverse levensterreinen, zoals arbeid, gezondheid, sociale participatie. Een van de signalen die bij de leden van de Brede Raad 010 is binnengekomen over armoede, is dat mensen uit geldgebrek (noodzakelijk) doktersbezoek uitstellen. Onderzoeksvraag Hoe kan de gemeente Rotterdam mensen met een laag inkomen (onder de armoede-grens) ondersteunen? Welke mogelijkheden biedt het basisinkomen en is dit voor de leden van de Brede Raad 010 een oplossing voor het armoedeprobleem in Rotterdam? 6 CBS, Armoedesignalement , Werkplan Publieksversie Brede Raad 010, definitief,,ck Pagina 19 van 20

20 9. Langer thuis toegankelijke woningen Met de veranderingen in de Wmo 2015 en de afschaffing van ZZP 1-4 wordt van mensen verwacht dat zij langer (met beperkingen en ouderdom) zelfstandig thuis wonen. Het langer zelfstandig thuis wonen is zowel een wens van mensen zelf als van de overheid. Echter, om ook daadwerkelijk langer zelfstandig thuis te kunnen blijven wonen, moet het Langer Thuis aan bepaalde randvoorwaarden voldoen. Door de leden van de Brede Raad 010 wordt gesignaleerd dat een van die randvoorwaarden is dat woningen toegankelijk zijn of worden gemaakt. Onderzoeksvraag Welke randvoorwaarden zijn er nodig om langer thuis te kunnen wonen? Welke ondersteuning kan de gemeente daarin bieden? , Werkplan Publieksversie Brede Raad 010, definitief,,ck Pagina 20 van 20