Continue glucose monitoring. Informatie en instructie voor volwassenen

Transcriptie

1 Continue glucose monitoring Informatie en instructie voor volwassenen

2 De arts of de diabetesverpleegkundige heeft afgesproken dat bij u een continue glucose monitoring wordt uitgevoerd. Dit is een onderzoek waarbij gedurende 72 uur het glucosegehalte in het onderhuids weefsel met behulp van een sensor wordt gemeten. De sensor voert elke tien seconden een meting uit. Eén keer per vijf minuten wordt hiervan een gemiddelde bepaald. Per dag worden er zo n 288 metingen uitgevoerd. Door de monitoring krijgen wij een beter beeld van uw 24-uurs bloedglucosespiegel. Richtlijnen Om er zeker van te zijn dat het gebruik van de monitor de juiste informatie geeft, is het van belang de volgende richtlijnen in acht te nemen: Meet minimaal vier bloedsuikers (bij voorkeur een zeven-punts curve) en breng deze in de monitor in. Doe dit in mg/dl. Gebruik hiervoor de omrekentabel. Deze staat verderop in deze folder. Houdt een uitgebreid dagboek bij. Noteer hierin: - de maaltijden (tijdstip en hoeveelheid) - de insulinetoediening (tijdstip, soort en hoeveelheid) - de bloedglucosewaarden met tijdstip - inspanningen / activiteiten - andere zaken die van invloed (kunnen) zijn op uw bloedglucosewaarde Bloedglucosewaarden < 2,2 mmol/l en > 22,2 mmol/l kunnen niet ingevoerd worden. Deze blijven op de grafiek een horizontale lijn. Onderneem eerst actie om de bloedglucose binnen normale grenzen te brengen. De gemiddelde levensduur van de sensor is 2,5 dag. Probeer de sensor zo lang mogelijk te laten zitten. Elke extra meting is meegenomen! Heeft u het apparaat losgemaakt van uw lichaam breng het dan op werkdagen zo spoedig mogelijk terug naar het Diabetes Advies Centrum (DAC). Voorzorgsmaatregelen Dragen en beschermen van de monitor Gebruik altijd de lederen beschermhoes. Gebruik de clip om de monitor aan een riem, broek- of rokband te bevestigen. U kunt de monitor ook in uw broekzak dragen. Tevens kunt u een band bij de diabetesverpleegkundige krijgen zodat u de monitor om uw middel kunt dragen. Vermijdt contact met water. Slapen Stop de monitor in een zak van uw pyjama of nachtjapon. Ook kunt u de monitor met de clip vastmaken aan uw nachtkleding. Of u maakt gebruik van de band die u om uw middel bevestigd. Douchen / baden De monitor is niet waterdicht, bescherm deze dus goed tijdens het douchen. Gebruik hiervoor de Shower-Pack. Neem geen bad tijdens de meetperiode. De monitor mag niet van de sensor losgekoppeld worden. P a t i ë n t e n v o o r l i c h t i n g O r b i s M e d i s c h C e n t r u m 2

3 Sporten Tijdens het dragen van de monitor mag u geen watersporten beoefenen. Controleer voor en na het sporten of de sensor en de monitor nog steeds goed bevestigd zijn. De toetsen van de glucosesensor Inbrengen bloedglucosewaarde Breng minstens vier keer per dag uw bloedglucose waarde in om de monitor te kalibreren. Doe dit meteen na de vingerprik! Breng de waarde in mg/dl in. Gebruik hiervoor de omrekentabel (zie verderop in deze folder). Indien u een verkeerde waarde heeft ingebracht, moet u onmiddellijk de juiste waarde inbrengen. Inbrengen bloedglucosewaarde Druk één keer op SEL. In het scherm verschijnt de laatst gemeten waarde of drie streepjes. Druk op ACT. De laatst gemeten waarde of drie streepjes knipperen. Druk op pijltje omhoog of pijltje omlaag om de nieuwe bloedglucose waarde in te brengen. Druk op ACT. In het scherm verschijnt YES CAL Druk op ACT. De tijdsaanduiding wordt weer zichtbaar (het beginscherm). De bloedglucose waarde is nu ingevoerd. Wat te doen bij een alarm? Tijdens de meting kan een alarm afgaan. In het scherm van de monitor verschijnt een melding. Per melding staat beschreven hoe u het alarm kunt opheffen en de meting kunt vervolgen. P a t i ë n t e n v o o r l i c h t i n g O r b i s M e d i s c h C e n t r u m 3

4 Disconnectie alarm In het scherm staat DISCONN. Hef het alarm op door op SEL en ACT te drukken. In het scherm verschijnt CAL GLUCOSE SENSOR ERROR. Druk nogmaals op SEL en ACT. Het standaardscherm met de tijdsaanduiding wordt zichtbaar. Controleer de sensor, inclusief de kabelaansluiting en de insteekplaats. Meet vervolgens een nieuwe bloedglucose waarde en voer deze in (zie Inbrengen bloedglucose waarden ). Als dit alarm steeds terugkeert kunt u met de meting stoppen! Cal glucose sensor error De door u ingevoerde bloedglucose waarde komt niet overeen met de gemeten waarde door de monitor. Hef het alarm op door op SEL en ACT te drukken. Het standaardscherm met de tijdsaanduiding wordt zichtbaar. Meet een nieuwe bloedglucose waarde en voer deze in (zie Inbrengen bloedglucose waarden ). Indien u opnieuw een CAL GLUCOSE SENSOR ERROR krijgt, heft u het alarm weer op en wacht u een ½ - 1 uur. Probeer hierna het bovenstaande nogmaals. Als dit alarm steeds terugkeert kunt u met de meting stoppen! Too high alarm Hef het alarm op door op SEL en ACT te drukken. Controleer uw bloedglucose waarde. Als uw bloedglucose waarde niet boven de 400 mg/dl is, brengt u deze in om de monitor te kalibreren (zie Inbrengen bloedglucose waarden ). Bij een waarde boven de 400 mg/dl, onderneemt u eerst actie om de bloedglucose waarde bij te regelen. Zodra uw bloedglucose waarde onder de 400 mg/dl is, brengt u deze waarde in om de monitor te kalibreren. P a t i ë n t e n v o o r l i c h t i n g O r b i s M e d i s c h C e n t r u m 4

5 Stoppen met de meting De sensor heeft een werking van plusminus 72 uur. Een steeds terugkerend CAL ERROR of DISCONNECT alarm geeft aan dat de sensor zijn werking heeft beëindigd. Schakel het toestel uit door de rode aan/uit toets even ingedrukt te houden. Na een aantal seconden hoort u een pieptoon Er verschijnt CONFIRM in het scherm. Als u dat ziet kunt u op ACT drukken. De meting is nu afgerond. Ontkoppel de sensor van de kabel en verwijder de sensor uit de buik. Deze kunt u gewoon weggooien. Tot slot Breng na afloop van de meting het ingevulde dagboek en de monitor mee naar het ziekenhuis. De diabetesverpleegkundige zal u telefonisch op de hoogte brengen van de resultaten. Wanneer u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, kunt u bellen naar het Diabetes advies Centrum. Informatie over de bereikbaarheid vindt u op de achterzijde van deze folder. P a t i ë n t e n v o o r l i c h t i n g O r b i s M e d i s c h C e n t r u m 5

6 P a t i ë n t e n v o o r l i c h t i n g O r b i s M e d i s c h C e n t r u m 6

7 P a t i ë n t e n v o o r l i c h t i n g O r b i s M e d i s c h C e n t r u m 7

8 Diabetes Advies Centrum Meldpunt Oost 02 (Interne Geneeskunde) Informatienummer Internet