Regeling certificaten warmtekrachtkoppeling Elektriciteitswet 1998

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Regeling certificaten warmtekrachtkoppeling Elektriciteitswet 1998"

Transcriptie

1 EZ Regeling certificaten warmtekrachtkoppeling Elektriciteitswet 1998 Regeling van de Minister van Economische Zaken van 6 juni 2003, nr. WJZ , tot vaststelling van uitvoeringsregels omtrent onderzoek installatie, meting en uitgifte van certificaten met betrekking tot elektriciteit opgewekt door middel van warmtekrachtkoppeling (Regeling certificaten warmtekrachtkoppeling Elektriciteitswet 1998) De Minister van Economische Zaken, Gelet op artikel 31, zevende lid, van de Elektriciteitswet 1998; Besluit: 1. Begripsbepalingen Artikel 1 1. In deze regeling wordt verstaan onder: a. wet: de Elektriciteitswet 1998; b. WKK-elektriciteit: de elektriciteit, opgewekt in een installatie voor warmtekrachtkoppeling; c. gecertificeerd meetbedrijf: een meetbedrijf, niet zijnde een netbeheerder, dat op grond van de voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel b, van de wet, is toegelaten tot het verrichten van de in die voorwaarden neergelegde werkzaamheden en dat de hoeveelheid elektriciteit meet die afkomstig is van een productie-installatie; d. totaal energetisch rendement: de som van het rendement van de opgewekte en aan het net of aan een andere installatie dan de installatie die de elektriciteit opwekt geleverde elektriciteit en tweederde deel van het rendement van de productie van nuttig aan te wenden warmte, berekend op de onderste verbrandingswaarde van de ingezette brandstof; e. WKK-certificaat: de gegevens op een WKK-certificatenrekening, waarmee wordt aangetoond dat een producent met zijn installatie een hoeveelheid WKK-elektriciteit die een meervoud is van 1 MWh heeft opgewekt en op een net of een installatie heeft ingevoed; f. WKK-certificatenrekening: de rekening in het systeem van elektronische gegevensverwerking dat in stand wordt gehouden door de netbeheerder en waarmee wordt bijgehouden voor welke hoeveelheid WKK-elektriciteit WKK-certificaten zijn verstrekt en aan wie de WKK-certificaten op enig moment toekomen. 2. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel d, wordt de onderste verbrandingswaarde van de ingezette brandstof als volgt vastgesteld: a. indien hoogcalorisch aardgas wordt verstookt: 38,09 MJ/m 3 ; b. indien aardgas, niet zijnde hoogcalorisch aardgas, wordt verstookt: 31,65 MJ/m 3 ; c. indien gasolie wordt verstookt: 42 MJ/kg; d. indien een andere brandstof wordt ingezet: de waarde zoals door de producent opgegeven bij zijn verzoek, bedoeld in artikel 2, eerste lid. 2. Onderzoek installatie voor warmtekrachtkoppeling en meten van WKKelektriciteit Artikel 2 1. Een in Nederland gevestigde producent van WKK-elektriciteit verzoekt de netbeheerder vast te stellen of sprake is van een installatie voor warmtekrachtkoppeling alsmede of de meetinrichting geschikt is voor de meting van de elektriciteit die met de productie-installatie wordt opgewekt en op een net of een installatie wordt ingevoed met gebruikmaking van het origineel van een ondertekend formulier, dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage. 2. Naar aanleiding van het verzoek stelt de netbeheerder vast of de installatie een installatie voor warmtekrachtkoppeling is en of de meetinrichting geschikt is om de hoeveelheid op een net of een installatie ingevoede WKK-elektriciteit te meten. 3. De netbeheerder doet de vaststelling door een administratief onderzoek in te stellen naar de installatie en, voor zover van toepassing, de aansluiting daarvan op het net. De netbeheerder kan ten behoeve van de vaststelling in aanvulling op het administratief onderzoek en ter verificatie van de in het formulier opgenomen gegevens de installatie van de producent onderzoeken om te bepalen welk gedeelte van de totale hoeveelheid door de installatie opgewekte en op een net of een installatie ingevoede elektriciteit kan worden aangemerkt als WKK-elektriciteit. 4. De netbeheerder deelt het resultaat van de vaststelling binnen vier weken na ontvangst van het verzoek, bedoeld in het eerste lid, mee aan de producent en aan de netbeheerder. 5. Tenzij de tariefstructuren, bedoeld in artikel 27 van de wet, iets anders bepalen, brengt de netbeheerder de kosten van het vaststellen of de installatie en de meter van de producent geschikt zijn in rekening bij de producent. Artikel 3 1. Vanaf de eerste dag van de kalendermaand waarin de producent het verzoek, bedoeld in artikel 2, eerste lid, bij de netbeheerder heeft ingediend, beschouwt de netbeheerder dan wel het gecertificeerd meetbedrijf de overeenkomstig de voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel b, van de wet, gemeten hoeveelheid elektriciteit die de producent met zijn installatie opwekt en op een net of een installatie invoedt, als WKK-elektriciteit, voor zover de netbeheerder overeenkomstig artikel 2 heeft vastgesteld of sprake is van een installatie voor warmtekrachtkoppeling alsmede of de meetinrichting geschikt is voor de meting van de elektriciteit die met de productieinstallatie wordt opgewekt en op een net of een installatie wordt ingevoed. 2. Het bepalen van de hoeveelheid WKK-elektriciteit die is opgewekt en op een net of een installatie is ingevoed geschiedt door het iedere kalendermaand aflezen van de meter. 3. Indien de installatie van de producent voor de opwekking van WKKelektriciteit gebruik maakt van elektriciteit die is afgenomen van een net, brengt de netbeheerder dan wel het gecertificeerd meetbedrijf voor de Uit: Staatscourant 20 juni 2003, nr. 116 / pag. 13 1

2 bepaling van de hoeveelheid WKKelektriciteit die op een net of een installatie is ingevoed, de hoeveelheid elektriciteit die daarvoor is afgenomen van een net in mindering op de hoeveelheid WKK-elektriciteit die hij op grond van artikel 16, eerste lid, onderdeel i, van de wet meet. 4. Tenzij de tariefstructuren, bedoeld in artikel 27 van de wet, iets anders bepalen, brengt de netbeheerder dan wel het gecertificeerd meetbedrijf de kosten van het meten van de hoeveelheid WKK-elektriciteit in rekening bij de producent. Artikel 4 1. De producent van WKK-elektriciteit stelt de netbeheerder in staat de vaststelling en het onderzoek, bedoeld in artikel 2, te verrichten en stelt de netbeheerder dan wel het gecertificeerd meetbedrijf in staat de hoeveelheid WKK-elektriciteit te meten die met zijn installatie is opgewekt en op een net of een installatie is ingevoed. 2. Indien zich een omstandigheid voordoet die van belang is voor de bepaling hoeveel WKK-elektriciteit is opgewekt en op een net of een installatie is ingevoed, meldt de producent die omstandigheid en het tijdstip waarop deze zich voordeed binnen twee weken aan de netbeheerder of aan het gecertificeerd meetbedrijf. 3. WKK-certificaten Artikel 5 1. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet opent op verzoek van een in Nederland gevestigde producent een WKK-certificatenrekening. 2. De producent deelt bij het verzoek de uitkomst van het onderzoek, verkregen overeenkomstig artikel 2, mee aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet. 3. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet boekt op verzoek WKK-certificaten op een daarbij aangegeven WKK-certificatenrekening, indien een in Nederland gevestigde producent bij het verzoek de meetgegevens omtrent WKK-elektriciteit, ontvangen overeenkomstig artikel 16a, tweede en derde lid, van de wet, overlegt. 4. Nadat een WKK-certificaat is gebruikt om het voorschot, bedoeld in artikel 72w, derde lid, van de wet te ontvangen, boekt de netbeheerder het certificaat af van de WKK-certificatenrekening. 5. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet brengt de kosten van het beheer van de WKK-certificatenrekening in rekening bij degene die het verzoek, bedoeld in het eerste lid, doet. Artikel 6 1. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet boekt geen WKKcertificaten indien het totaal energetisch rendement in de kalendermaand waarop het verzoek, bedoeld in artikel 5, derde lid, betrekking heeft, kleiner dan zestig procent is. 2. De producent overlegt, onder vermelding van zijn EAN-code, gelijktijdig met de overlegging van de meetgegevens, bedoeld in artikel 5, derde lid, een verklaring waarin hij aangeeft dat het totaal energetisch rendement gelijk aan of groter dan zestig procent is. De verklaring bevat voorts: a. het aantal draaiuren van de installatie; b. het brandstofverbruik van de installatie; c. de hoeveelheid door de installatie opgewekte elektriciteit, uitgedrukt in kwh; d. de hoeveelheid door de installatie geproduceerde nuttig aan te wenden warmte, uitgedrukt in MJ. 3. Het tweede lid is niet van toepassing op producenten die een WKKinstallatie instandhouden met een elektrisch vermogen gelijk aan of kleiner dan tien MW, waarin als brandstof uitsluitend aardgas, propaangas of butaangas wordt ingezet. 4. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 7 1. Gedurende zes maanden na inwerkingtreding van deze regeling kan een producent de netbeheerder verzoeken de in artikel 2 bedoelde vaststelling met betrekking tot de situatie vanaf het moment van inwerkingtreding van deze regeling uit te voeren. 2. Gedurende zes maanden na inwerkingtreding van deze regeling kan de netbeheerder, in afwijking van artikel 2, vierde lid, het aldaar bedoelde resultaat binnen acht weken na ontvangst van het verzoek, bedoeld in artikel 2, eerste lid, aan de producent en aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet meedelen. Artikel 8 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli Artikel 9 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling certificaten warmtekrachtkoppeling Elektriciteitswet Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlage, die ter inzage wordt gelegd bij de netbeheerder, Utrechtseweg 310, Arnhem. s-gravenhage, 6 juni De Minister van Economische Zaken, L.J. Brinkhorst. Toelichting I Algemeen 1. Inleiding 1.1 Situatie voor de wet MEP Ten gevolge van de wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ten behoeve van de stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie (hierna: de wet MEP) is in de Elektriciteitswet 1998 (hierna: de wet) een voorziening getroffen voor de subsidiëring van de productie van duurzame elektriciteit, klimaatneutrale elektriciteit en elektriciteit opgewekt door middel van waterkrachtkoppeling (hierna: WKK). Tot de inwerkingtreding van de wet MEP ontving de WKK-producent een financiële bijdrage in de vorm van een fiscale afdrachtskorting onder de regulerende energiebelasting (REB) zoals geregeld in artikel 36t van de Wet belastingen op milieugrondslag (hierna: de Wbm). Deze afdrachtskorting bedroeg 0,0057 per kwh en gold alleen voor de WKK-elektriciteit die aan het net werd geleverd, mits de WKK-installatie aan de daartoe gestelde rendementseis voldeed. Dit zogenaamd totaal energetisch rendement (ook bekend als het Senterrendement ), de som van het elektrisch rendement en tweederde van het thermisch rendement, diende meer dan 60% te bedragen. Dat hieraan werd voldaan werd Uit: Staatscourant 20 juni 2003, nr. 116 / pag. 13 2

3 bewezen door een verklaring van de desbetreffende WKK-producent, die daarin een aantal gegevens moest opnemen. De afdrachtskorting werd gegeven tot een maximum hoeveelheid opgewekte en op het net ingevoede WKK-elektriciteit van 1000 GWh per jaar, waardoor het beslag op de regeling door grote elektriciteitscentrales met warmtelevering werd beperkt (de 1000 GWh-grens was relevant vanaf een vermogen van 125 MW) en waardoor tevens de nadruk van de stimulering op kleine en middelgrote WKK-installaties kwam te liggen. De leverancier van elektriciteit betaalde de WKK-producent de afdrachtskorting uit de door hem bij de eindverbruikers geïnde belastinggelden. Met genoemde verklaring van de WKK-producent werd de leverancier in staat gesteld te toetsen of de installatie aan genoemde rendementseis voldeed. De Belastingdienst controleerde de leverancier achteraf teneinde correcte uitvoering van de afdrachtskorting te verzekeren. 1.2 Situatie na de wet MEP De in de vorige paragraaf beschreven systematiek had het nadeel dat de relatie met de daadwerkelijke CO 2 - reductie niet direct was. Ook gaf die systematiek geen duidelijke prikkel tot een energiebewust gedrag. In het Energierapport 2002 (Kamerstukken II 2001/02, , nr. 2) is in dat licht aangegeven dat de stimulering van de opwekking van WKK-elektriciteit in de toekomst meer bepaald zou worden door de daadwerkelijke reductie van de CO 2 -emissie. In dit kader is ten gevolge van de wet MEP in de Elektriciteitswet 1998 de mogelijkheid opgenomen om de hoogte van de subsidiëring af te laten hangen van de mate van de vermindering van de uitstoot van kooldioxide bij de productie van WKK-elektriciteit (zie artikel 72n, eerste lid, onderdeel b, onder 20). Aanleiding voor de voorliggende regeling is dan ook gelegen in de inwerkingtreding van de wet MEP en gelijktijdige afschaffing van het hiervoor beschreven systeem van fiscale afdrachtskorting. Aangezien de producenten van WKK-elektriciteit enige tijd nodig hebben om de meetapparatuur, benodigd voor het vaststellen van de daadwerkelijke CO 2 -reductie, te installeren en hun installaties op een en ander voor te bereiden, en daar de CO 2 -index die een nauwkeurige bepaling van de daadwerkelijke CO 2 - reductie mogelijk zal maken thans in ontwikkeling is, is deze CO 2 -index niet in de voorliggende regeling opgenomen. Deze regeling gaat uit van subsidiëring met een vast bedrag ten behoeve van de opgewekte hoeveelheid WKK-elektriciteit, zoveel mogelijk overeenkomstig de tot op heden gehanteerde systematiek van de hiervoor beschreven fiscale afdrachtskorting. Ten bewijze van de in een maand geproduceerde hoeveelheid WKK-elektriciteit dient een WKKproducent zijn WKK-certificaten te overleggen (zie artikel 72n, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de wet). Zonder deze certificaten is het niet mogelijk voorschotten op de subsidie, bedoeld in hoofdstuk 5, paragraaf 2, van de Elektriciteitswet 1998, te ontvangen. De wijze van verkrijging van deze WKK-certificaten is neergelegd in de voorliggende regeling. De ontwerp-regeling is op 19 mei 2003 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen (notificatienummer 2003/0174/NL) ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van de richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 98/48/EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217). 2. De procedure: eenmalig en periodiek Ten aanzien van vaststellen, meten en uitgeven van WKK-certificaten bestaan twee procedures: eenmalig en periodiek. De eenmalige procedure betreft, chronologisch weergegeven: 1. Verzoek door producent aan netbeheerder tot vaststelling van een installatie voor de opwekking van WKK-elektriciteit en mededeling van meetgegevens omtrent WKK-elektriciteit (zie paragraaf 3); 2. Onderzoek door netbeheerder (zie paragraaf 3); 3. Mededeling resultaat vaststelling door netbeheerder aan producent en aan netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet (zie paragraaf 3); 4. Verzoek inclusief overleggen resultaat vaststelling tot openen WKK-certificatenrekening door producent aan netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet (zie paragraaf 5); 5. Controle op consistentie door netbeheerder (zie paragraaf 5); 6. Openen WKK-certificatenrekening (zie paragraaf 5). De periodieke procedure, die elke maand plaatsvindt, kent de navolgende stappen: 1. Opdracht verstrekt door producent aan netbeheerder dan wel aan gecertificeerd meetbedrijf tot uitlezen meter (zie paragraaf 4); 2. Iedere kalendermaand uitlezen meterstanden door netbeheerder dan wel meetbedrijf (zie paragraaf 4); 3. Verstrekken meetgegevens door meetbedrijf aan netbeheerder c.q. door netbeheerder aan netbeheerder (zie paragraaf 4); 4. Verzoek tot boeking van WKKcertificaten waarbij overlegging van meetgegevens alsmede, voor zover van toepassing, van rendementsverklaring en bijbehorende rendementsgegevens door producent aan netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet (zie paragraaf 5); 5. Controle op consistentie door netbeheerder (zie paragraaf 5); 6. Uitgeven WKK-certificaten (zie paragraaf 5). Op basis van de WKK-certificaten zal aanspraak gemaakt kunnen worden op verstrekking van subsidievoorschotten voor de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie ingevolge de Elektriciteitswet De hoogte van de subsidie is geregeld in de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie Het verzoek tot vaststelling van een installatie voor de opwekking van WKK-elektriciteit en mededeling van meetgegevens omtrent WKK-elektriciteit De netbeheerder heeft de wettelijke taak vast te stellen dat de desbetreffende installatie WKK-elektriciteit kan produceren en dat de meetinrichting geschikt is om deze elektriciteit als zodanig te meten. Indien een producent wenst dat ten aanzien van zijn installatie deze vaststelling plaatsvindt, dient hij een Verzoek tot vaststelling van een installatie voor de opwekking van WKK-elektriciteit en Uit: Staatscourant 20 juni 2003, nr. 116 / pag. 13 3

4 mededeling van meetgegevens omtrent WKK-elektriciteit in bij de netbeheerder, waarbij hij gebruik maakt van het als bijlage bij de regeling gevoegde formulier. Naar aanleiding van dit verzoek stelt de netbeheerder een administratief onderzoek in om vast te stellen dat er daadwerkelijk sprake is van een WKK-installatie en dat de meetinrichting van de producent geschikt is om WKK-elektriciteit te meten. In aanvulling hierop en ter verificatie hiervan kan de netbeheerder de installatie van de producent daadwerkelijk gaan onderzoeken. Binnen vier weken na indiening van het verzoek deelt de netbeheerder het resultaat van het verrichte onderzoek mee aan de producent en aan de netbeheerder. De netbeheerder kan de in redelijkheid gemaakte kosten van deze vaststelling in rekening brengen bij de producent. Indien blijkt dat de door de producent opgegeven installatie geen WKK-elektriciteit kan produceren, zal de netbeheerder dan wel een gecertificeerd meetbedrijf conform zijn algemene verplichting tot meten die is vastgelegd in de wet, wel de hoeveelheid opgewekte elektriciteit meten, maar deze niet als WKK-elektriciteit aanmerken. 4. Het meten van WKK-elektriciteit De hoeveelheid WKK-elektriciteit die wordt geproduceerd en op een net of een installatie wordt ingevoed, moet worden gemeten. Dit is een taak die op grond van de artikelen 16, eerste lid, onderdeel i, en 16a, eerste lid, van de wet bij de netbeheerders ligt en tevens door gecertificeerde meetbedrijven kan worden verricht (zie artikel 16a, eerste en tweede lid, van de wet). Indien de netbeheerder het onderzoek dat volgt op het Verzoek tot vaststelling van een installatie voor de opwekking van WKK-elektriciteit en mededeling van meetgegevens omtrent WKK-elektriciteit heeft afgerond met positieve uitkomst, wordt de desbetreffende productieinstallatie vanaf de eerste dag van de kalendermaand waarin genoemd verzoek bij de netbeheerder is ingediend, beschouwd als een WKK-installatie. De vanaf dat moment opgewekte elektriciteit dient derhalve als WKKelektriciteit gemeten te worden. Het meten vindt plaats overeenkomstig de voorwaarden zoals vastgelegd in de verschillende, door de Dienst uitvoering en toezicht energie (DTe) op grond van de artikelen 36 en 37 van de wet, vastgestelde, voorwaarden (Meetcode, Netcode en Systeemcode), alsmede overeenkomstig de IJkwet. Indien niet de netbeheerder, maar een gecertificeerd meetbedrijf de metingen bij de desbetreffende producent verricht, deelt dit meetbedrijf op grond van artikel 16a, tweede lid, van de wet de verkregen meetgegevens mede aan de desbetreffende producent alsmede aan de netbeheerder. De netbeheerder zal de ontvangen meetgegevens de resultaten van eigen metingen alsmede van meetbedrijven ontvangen meetgegevens meedelen aan de producent, voor zover die nog niet de beschikking heeft over die gegevens, en aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet. Teneinde de netto-hoeveelheid geproduceerde en op een net of een installatie ingevoede WKK-elektriciteit te kunnen meten, worden eisen gesteld aan het type meter en de plaats waar de meter is aangesloten. Deze eisen zullen worden vastgelegd in de Meetcode, Netcode en Systeemcode. De frequentie waarmee de netbeheerder dan wel het gecertificeerd meetbedrijf meet, is iedere kalendermaand. De netbeheerder dan wel het gecertificeerd meetbedrijf brengt de in redelijkheid gemaakte kosten van deze meting in rekening bij de producent. 5. Het openen van een certificatenrekening en het daarop boeken van WKKcertificaten Op het moment dat een producent daartoe een verzoek doet en de daarbij benodigde gegevens omtrent de vaststelling als bedoeld in paragraaf 3 overlegt, zal de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, na controle van de consistentie van deze gegevens ten opzichte van de gegevens die hij van de netbeheerder heeft verkregen, een WKK-certificatenrekening openen. Genoemd verzoek is eenmalig, mits in de loop van de tijd geen significante wijzigingen optreden. In principe kunnen WKK-certificaten worden verkregen voor alle door een WKK-installatie opgewekte elektriciteit, zowel de elektriciteit die op een net wordt ingevoed, als de elektriciteit die rechtstreeks op een installatie wordt ingevoed. Gezien de vrijstelling van de REB voor het eigen gebruik van WKK-elektriciteit, zal de MEP-subsidie voor het eigen gebruik worden verrekend. De REBvrijstelling telt voor de elektriciteit afkomstig van een WKK-installatie die op een andere wijze verkregen is dan door levering via een aansluiting aan de verbruiker (artikel 36c, tweede, vijfde en zesde lid, van de Wbm). Het begrip aansluiting wordt in artikel 36a, eerste lid, onderdeel f, van de Wbm en in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Elektriciteitswet 1998 gekoppeld aan de verbinding tussen een distributienet en een onroerende zaak als bedoeld in de Wet waardering onroerende zaken. Het invoeden op een net onderscheidt zich daarom van het invoeden op een installatie in het feit dat invoeden op een net altijd plaatsvindt via de aansluiting. Ten gevolge van het iedere kalendermaand overleggen van de meetgegevens omtrent de in de desbetreffende maand daadwerkelijk geproduceerde en op een net of een installatie ingevoede hoeveelheid WKK-elektriciteit, alsmede voor zover van toepassing van het maandelijks overleggen van de verklaring omtrent het totaal energetisch rendement en de daarbij behorende rendementsgegevens, boekt de netbeheerder WKK-certificaten op deze certificatenrekening. Evenals voor afdrachtskorting onder de REB moet de WKK-installatie aan de in paragraaf 1 beschreven rendementseis het totaal energetisch rendement voldoen: de som van het elektrisch rendement en tweederde van het thermisch rendement dient 60% of meer te bedragen. Om te kunnen toetsen of aan dit rendementscriterium is voldaan, wordt een soortgelijke procedure gevolgd als die tot op heden gold onder artikel 36t van de Wbm. Maandelijks overlegt de producent die boeking van WKK-certificaten op zijn reeds geopende certificatenrekening wenst, aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet een verklaring dat zijn totaal energetisch rendement minimaal 60% bedraagt. Hij vermeldt bij deze verklaring zijn EAN-code, de unieke aansluitcode die iedere elektriciteitsproducent heeft en waarmee aldus eenduidig wordt aangegeven welke installatie het betreft. Indien zijn rendement in de desbetreffende maand minder dan 60% bedraagt, overlegt hij geen verklaring en boekt de netbeheerder van Uit: Staatscourant 20 juni 2003, nr. 116 / pag. 13 4

5 het landelijk hoogspanningsnet geen WKK-certificaten op diens certificatenrekening. Indien de verklaring omtrent het totaal energetisch rendement en de daarbij behorende rendementsgegevens niet of niet volledig worden ingediend, boekt de netbeheerder evenmin WKK-certificaten op de desbetreffende certificatenrekening. Voor een aanzienlijk aantal WKKinstallaties geldt een uitzondering ten aanzien van de eis om de benodigde rendementsgegevens te overleggen (artikel 6, derde lid). WKK-installaties met een nominaal elektrisch vermogen gelijk aan of kleiner dan tien MW waarin als brandstof uitsluitend aardgas, propaangas of butaangas wordt ingezet, hebben gezien de aard van de installatie in het algemeen een totaal energetisch rendement dat hoger is dan 60%. Het betreft met name gasmotoren en enkele gasturbines. Deze krachtbronnen kennen een elektrisch rendement van 25% tot 35% en hebben een hoog warmterendement van doorgaans meer dan 50%. Ze worden toegepast waar een relatief grote warmtevraag de installatie van een WKK-eenheid rechtvaardigt. Bovendien valt een groot deel van deze WKK-installaties onder het Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer (zie artikel 2, eerste lid, onderdeel b van dit Besluit). Op basis van bijlage 1 bij dit besluit zijn die installaties reeds verplicht om een minimaal jaargemiddeld rendement van 60% te behalen (zie punt van die bijlage). Gezien het vorenstaande is het niet noodzakelijk dat genoemde WKK-installaties op grond van de voorliggende regeling verplicht worden aan te tonen dat zij aan de rendementseis voldoen. Alle WKK-installaties die een nominaal elektrisch vermogen groter dan tien MW hebben en alle WKK-installaties die, ongeacht hun nominaal elektrisch vermogen, een andere brandstof dan aardgas, propaangas of butaangas gebruiken, moeten de in artikel 6, tweede lid, genoemde gegevens wél overleggen bij hun maandelijkse rendementsverklaring. Van de in totaal 2300 WKK-installaties die er in Nederland zijn, zullen er uiteindelijk ongeveer 100 deze rendementsgegevens moeten overleggen. Het gaat hierbij, naast de reeds genoemde meetgegevens, om een viertal rendementsgegevens (zie artikel 6, tweede lid). De meetgegevens met betrekking tot de netto op een net of een installatie ingevoede elektriciteit vormen de grondslag voor het verstrekken van de WKK-certificaten. In het algemeen is een WKK-installatie binnen een bedrijf geplaatst. Een deel van de totale hoeveelheid opgewekte WKK-elektriciteit wordt door het bedrijf zelf gebruikt en wordt derhalve niet op het net ingevoed. De hoeveelheid bedoeld in onderdeel c en de hoeveelheid netto op het net ingevoede WKK-elektriciteit zijn alleen in uitzonderlijke gevallen, te weten indien de WKK-producent ten behoeve van zijn eigen bedrijfsactiviteiten in het geheel geen elektriciteit verbruikt, dezelfde. Opgave van het aantal draaiuren (onderdeel a) stelt de netbeheerder in staat na te gaan of er geen kennelijk verkeerde gegevens worden opgegeven. Met de gegevens genoemd in de onderdelen b en d kan het totaal energetisch rendement van de installatie worden berekend. WKK-certificaten kunnen uitsluitend worden gebruikt om de voorschotten, bedoeld in artikel 72w, derde lid, van de wet op de subsidie, bedoeld in artikel 72m, eerste lid, onderdeel b, van de wet, te verkrijgen. Voor het overige hebben ze geen betekenis, in tegenstelling tot groencertificaten. Het doel van groencertificaten is immers het mogelijk te maken te handelen in duurzame elektriciteit, met als gevolg dat de productie van deze vorm van elektriciteit wordt gestimuleerd. De fiscale stimulering waarop het groencertificatensysteem steunt, betreft de toepassing van het verlaagd tarief van de REB op grond van artikel 36i, zesde lid, van de Wbm door leveranciers van duurzame elektriciteit die een groencertificaat kunnen overleggen, ten behoeve van hun afnemers die een contract hebben gesloten ter zake van de levering van duurzame elektriciteit. Aangezien WKK-certificaten geen recht geven op dit verlaagd REB-tarief en de vraagstimulering die daaruit bij groencertificaten voortvloeit, ten aanzien van WKKcertificaten niet beoogd is, zijn WKK-certificaten niet verhandelbaar. 6. Administratieve lasten 6.1 Algemeen Bij het opstellen van deze regeling is het uitgangspunt geweest dat de administratieve lasten voor het verkrijgen van WKK-certificaten zo gering mogelijk moeten zijn. Er is zoveel mogelijk aangesloten bij de systematiek van de Regeling groencertificaten Elektriciteitswet 1998, waarmee inmiddels twee jaar ervaring is opgebouwd. Hierbij heeft de netbeheerder een belangrijke taak voor de juiste identificatie en vaststelling van de installatie en de meting van de opgewekte elektriciteit. Deze taak sluit direct aan bij de taken van de netbeheerder op het gebied van balanshandhaving en facturering. Ervaring met de groencertificaten leert dat de kosten van de netbeheerder daarom ook laag zijn. Aansluiting bij de systematiek van de groencertificaten is dan ook de methode met de minste lasten voor alle betrokkenen. Alternatieven voor uitgifte van certificaten, zoals accountantsverklaringen, zijn overwogen, maar zijn in vergelijking met de certificatensystematiek beduidend belastender voor alle betrokkenen. Ook uitgifte van fysieke in plaats van elektronische certificaten is belastender voor zowel de WKK-producenten, als de netbeheerders, als de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet. Juist omdat de groencertificaten een goed werkend systeem vormen, waaraan alle betrokken partijen thans gewend zijn, ligt het vanuit een oogpunt van administratieve lasten voor de hand om de systematiek bij de WKK-elektriciteit waar dat kan op analoge wijze op te zetten. De gegevens, benodigd voor invulling van het formulier waarmee de producent zijn netbeheerder verzoekt om de vaststelling dat de desbetreffende installatie een WKK-installatie is (artikel 2), betreffen gegevens die in het algemeen in een behoorlijke boekhouding aanwezig zijn of relatief eenvoudig kunnen worden vergaard. Daarnaast is zoveel mogelijk aangesloten bij de eisen die reeds gelden uit hoofde van de Meetcode (opgesteld op grond van de artikelen 31, eerste lid, onderdeel b, van de wet) en op grond van de Elektriciteitswet 1998 zelf, alsmede bij de voorzieningen die op basis van diverse convenanten (Benchmarkconvenant, Meerjarenafspraken Energiebesparing met diverse industrietakken, Convenant Glastuinbouw en Milieu (GLAMI)) bij de meeste bedrijven reeds zijn Uit: Staatscourant 20 juni 2003, nr. 116 / pag. 13 5

6 getroffen. Er zijn ongeveer 2300 WKK-producenten die voor MEPsubsidie in aanmerking kunnen komen en aan wie derhalve op verzoek WKK-certificaten kunnen worden verstrekt; dit zijn ruim 100 grote installaties bij de industrie en 2200 kleine installaties bij tuinders, ziekenhuizen en andere utiliteitsbouw. 6.2 Eenmalige lasten Teneinde zijn installatie als WKKinstallatie te laten aanmerken, moet de WKK-producent op grond van artikel 2, eerste lid, van de regeling een verzoek indienen bij zijn netbeheerder. Dit verzoek bevat voornamelijk administratieve gegevens, aangevuld met enkele algemene gegevens omtrent de geïnstalleerde WKKkrachtbron. De WKK-producent zal dit verzoek in het algemeen binnen een half uur kunnen invullen. Veel vooral kleinere WKK-producenten zijn in beheer bij grote elektriciteitsbedrijven, die de gegevens van de individuele installaties in geautomatiseerde bestanden beschikbaar hebben. Voor deze producenten zal het invullen van de verklaring aanzienlijk minder tijd kosten. Wanneer wordt uitgegaan van een uurloon van 60, bedragen de totale eenmalige lasten van het indienen van genoemd verzoek voor de in totaal 2300 WKKproducenten naar schatting ongeveer Naar aanleiding van het verzoek zal de netbeheerder een administratief onderzoek uitvoeren. Geschat wordt dat de netbeheerder hier ten hoogste een half uur aan zal hoeven te besteden. Een beperkt aantal verklaringen, naar schatting minder dan 5%, zal de netbeheerder aanleiding geven tot een nader onderzoek ter plekke. De tijdsbesteding van een dergelijk onderzoek door de netbeheerder wordt op gemiddeld vier uur geraamd. Wanneer wordt uitgegaan van een uurloon van 60, komen de totale eenmalige kosten voor de netbeheerders naar schatting uit op ongeveer De netbeheerders kunnen deze kosten op grond van artikel 2, vijfde lid, van de regeling in rekening brengen bij de producenten. Tenslotte zal de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet een WKK-certificatenrekening openen en daarop maandelijks WKK-certificaten boeken. De kosten van het beheer van de WKKcertificatenrekeningen, gesteld op circa 25 per certificatenrekening per jaar (welk bedrag jaarlijks door de netbeheerder kan worden bijgesteld met het oog op het aantal transacties en het aantal participanten), worden door de WKK-producenten aan de netbeheerder betaald en bedragen voor de ongeveer 2300 WKK-producenten in totaal De totale eenmalige kosten voor de 2300 WKK-producenten bedragen dus naar schatting ongeveer (bovengenoemd bedrag van opgeteld bij het zojuist genoemde bedrag van ) plus een jaarlijks bedrag van circa Maandelijkse lasten Voor de maandelijkse opgave aan de netbeheerder van de meetgegevens omtrent opgewekte WKK-elektriciteit, die als basis dienen voor de uitgifte van WKK-certificaten, worden de kosten als volgt geschat. Voor de WKK-installaties met een nominaal elektrisch vermogen gelijk aan of kleiner dan 10 MW, waarin uitsluitend propaangas, butaangas of aardgas als brandstof wordt ingezet, worden alleen de meetgegevens van de elektriciteitsproductie gevraagd. Deze gegevens worden thans reeds door de netbeheerders aan de netbeheerder verstrekt. De extra kosten om deze gegevens ook in het kader van het boeken van WKK-certificaten te verstrekken zijn dan ook verwaarloosbaar. Voor de WKK-installaties met een nominaal elektrisch vermogen groter dan 10 MW en voor installaties die, ongeacht hun vermogen, (mede) andere brandstoffen dan aardgas, propaangas of butaangas inzetten, wordt naast overlegging van de meetgegevens tevens maandelijkse overlegging van een viertal gegevens vereist teneinde het totaal energetisch rendement van de installatie in de desbetreffende maand te kunnen bepalen. Ongeveer 100 van de in totaal 2300 WKK-installaties zullen deze rendementsgegevens moeten overleggen. De meting van deze gegevens wordt door een gecertificeerd meetbedrijf of door de producent zelf verricht en doorgezonden aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet. De kosten van deze gegevensverstrekking worden door het Centrum voor Energiebesparing en Schone Technologie geraamd op 130 per producent per jaar (Centrum voor Energiebesparing en Schone Technologie, Concretisering CO 2 - index, augustus 2002). 7. Opvattingen betrokkenen De voorliggende regeling is in overleg met de uitvoerende partijen, te weten de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet en de regionale netbeheerders, tot stand gekomen. Daardoor is de uitvoerbaarheid van deze regeling door deze partijen verzekerd. Daarnaast is een concept van deze regeling voorgelegd aan alle betrokken marktpartijen. De voor deze regeling meest relevante opmerkingen zijn gemaakt door COGEN, de branchevereniging van WKK-producenten, en van EnergieNed. Deze partijen wezen op een aantal punten die naar hun mening in de conceptregeling niet geheel helder waren. Dit heeft op diverse punten geleid tot verduidelijking, bijvoorbeeld door aanpassing van de tekst van de regeling of door een uitgebreidere toelichting op te nemen. Voorts werd door deze partijen gewezen op onnodige verschillen tussen deze regeling en de Regeling groencertificaten Elektriciteitswet Aangezien het uitgangspunt bij de voorliggende regeling steeds geweest is aan te sluiten bij de Regeling groencertificaten, zijn deze verschillen zoveel mogelijk opgeheven. Tenslotte werd door betrokkenen een vraagteken geplaatst bij het verstrekken van gedetailleeerde gegevens door WKK-producenten en door netbeheerders aan de netbeheerder. Naar mijn mening is er geen reden voor enige twijfel op dit punt. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet is aan geheimhouding van bedrijfsgegevens gebonden en er de verstrekte gegevens worden vertrouwelijk behandeld. II. Artikelsgewijs Artikel 1 Eerste lid, onderdeel c Dit onderdeel definieert een gecertificeerd meetbedrijf. Gezien de wet MEP kunnen ook niet-netbeheerders de hoeveelheid opgewekte WKK-elektriciteit bij de producent meten. De Meetcode, opgesteld op grond van Uit: Staatscourant 20 juni 2003, nr. 116 / pag. 13 6

7 artikel 31, eerste lid, onderdeel b, van de wet, voorziet in een systeem waarin de netbeheerders de verantwoordelijkheid houden voor de verzameling en verwerking van meetgegevens, maar waarbij het wordt toegestaan dat bepaalde activiteiten, zoals het uitlezen van de meter, kunnen worden uitgevoerd door ieder meetbedrijf dat ISO 9001 gecertificeerd is en dat door de netbeheerders is toegelaten. De gecertificeerde meetbedrijven dienen de meetgegevens op grond van artikel 16a, tweede lid, van de wet aan de desbetreffende producent alsmede aan de netbeheerders mee te delen. Overigens is de taak tot het vaststellen of de productie-installatie van een producent geschikt is om WKK-elektriciteit op te wekken en of de meetinrichting deugdelijk is, opgedragen aan de netbeheerder. Die taak kan niet door een gecertificeerd meetbedrijf worden uitgevoerd. Eerste lid, onderdeel d Het totaal energetisch rendement is gedefinieerd, aangezien een minimaal rendement van 60% een voorwaarde vormt voor boeking van WKK-certificaten op de WKK-certificatenrekening. Dit begrip is hetzelfde begrip dat tot op heden werd gehanteerd in het kader van de fiscale afdrachtskorting voor WKK-elektriciteit (artikel 36t van de Wbm), zoals beschreven in paragraaf 1 van het algemeen deel van deze toelichting. Daar de voorliggende regeling een overgangsregime vormt totdat de CO 2 -index van kracht wordt, zijn zoveel mogelijk de in het fiscale systeem geldende voorwaarden en begrippen overgenomen. Eerste lid, onderdeel e Ten aanzien van de WKK-certificaten kan worden opgemerkt, dat dit elektronische gegevens zijn die door de netbeheerder worden verwerkt in een elektronisch bestand. Er wordt derhalve geen fysiek document verstrekt ten bewijze van de verkrijging van een WKK-certificaat. Voorts betreffen de certificaten meervouden van 1 MWh; achterliggende gedachte is hierbij dat, indien kleinere hoeveelheden elektriciteit per certificaat gehanteerd zouden worden, een onoverzichtelijk systeem met grote aantallen certificaten zou ontstaan. De netbeheerder houdt het systeem van elektronische gegevensverwerking in stand en bekleedt daarmee de functie van certificatenbank. De WKK-certificatenrekening (onderdeel f) is een rekening in dit systeem, dat vergelijkbaar is met het systeem van telebankieren: WKK-certificaten kunnen geboekt en afgeboekt worden. Artikel 2 In dit artikel is aangegeven hoe de netbeheerder kan vaststellen dat de installatie van de desbetreffende producent geschikt is om WKK-elektriciteit op te wekken en dat de meetinrichting geschikt is om de hoeveelheid opgewekte en op een net of een installatie ingevoede WKK-elektriciteit te meten. Hij doet dit door, op verzoek (eerste lid) van de producent, een administratief onderzoek in te stellen naar diens installatie en de aansluiting op het net (tweede lid). Een formulier voor dit verzoek is als bijlage bij de regeling opgenomen. Zonder dit verzoek dan wel indien uit het onderzoek, bedoeld in het tweede en derde lid, ten behoeve van de vaststelling, bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel h, van de wet, blijkt dat de installatie van de producent niet geschikt is voor de opwekking van WKK-elektriciteit, vloeit uit de wet voort dat de totale hoeveelheid door de netbeheerder of het gecertificeerd meetbedrijf gemeten elektriciteit die door de installatie van de producent wordt opgewekt, niet als WKKelektriciteit beschouwd zal worden. Op genoemd formulier geeft de producent onder meer aan wat het nominaal elektrisch vermogen en de aansluitwaarde van zijn installatie is, welk type krachtbron geïnstalleerd is en verklaart hij dat hij de netbeheerder in staat zal stellen de vaststelling te verrichten en de netbeheerder dan wel het gecertificeerd meetbedrijf in staat zal stellen de hoeveelheid opgewekte en op een net of een installatie ingevoede WKK-elektriciteit te meten. Tevens dient de producent als bijlage bij het formulier een processchema te voegen. Dit schema betreft een tekening van de WKK-installatie, waarop de diverse energiestromen en de daarbij behorende meters in onderlinge samenhang zijn weergegeven. Dit processchema geeft inzicht in de verschillende energiestromen (brandstof, elektriciteit, warmte en retourwarmte) en de componenten (WKK-krachtbron, gebruikers van opgewekte elektriciteit en warmte, meters van brandstof, opgewekte elektriciteit en warmte zelf en eventuele aanverwante installaties) van de WKK-installatie alsmede in de wijze waarop deze componenten ten opzichte van elkaar geplaatst zijn binnen de installatie. Zeker voor kleinere installaties kan in het algemeen worden volstaan met een van de schema s die voor de bouw van de WKKinstallatie zijn gebruikt. De tekening is van belang voor de uitvoering van het onderzoek van de installatie door de netbeheerder en voor het juist kunnen beoordelen van de verstrekte meet- en rendementsgegevens. In aanvulling op het administratief onderzoek en ter verificatie van de door de producent in het verzoekformulier opgegeven gegevens, bestaat de mogelijkheid voor de netbeheerder om de desbetreffende installatie(s) daadwerkelijk te bekijken (derde lid). De door de netbeheerder in redelijkheid gemaakte kosten van deze vaststelling en dit onderzoek zijn voor rekening van de producent, overeenkomstig de tariefstructuren, bedoeld in artikel 27 van de wet, dan wel overeenkomstig de regeling (vijfde lid). De uitkomst van het onderzoek, bedoeld in het tweede en derde lid, wordt door de netbeheerder binnen vier weken nadat deze het verzoek van de producent heeft ontvangen, meegedeeld aan de producent (vierde lid), zodat de producent deze gegevens bij zijn verzoek tot opening van een WKK-certificatenrekening aan de netbeheerder kan overleggen (zie artikel 5, tweede lid). Ook wordt de uitkomst van het onderzoek op datzelfde moment doorgegeven aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, die daarmee een overzicht kan krijgen van alle installaties die WKK-elektriciteit produceren in Nederland en die mogelijkerwijs in aanmerking komen voor WKK-certificaten. De netbeheerder heeft aldus een controlemogelijkheid: zij controleert de consistentie tussen de gegevens aangeleverd door de producent en de gegevens aangeleverd door de netbeheerder, en enkel indien haar gebleken is dat deze beide overeenstemmen, zal zij een certificatenrekening openen. Uit: Staatscourant 20 juni 2003, nr. 116 / pag. 13 7

8 Artikel 3 Het eerste lid van dit artikel geeft aan vanaf welk moment de desbetreffende productie-installatie aangemerkt moet worden als WKK-installatie die WKK-elektriciteit opwekt, die in aanmerking komt voor boeking van WKK-certificaten overeenkomstig paragraaf 3 van de regeling. Indien de netbeheerder het onderzoek dat volgt op het Verzoek tot vaststelling van een installatie voor de opwekking van WKK-elektriciteit en mededeling van meetgegevens omtrent WKKelektriciteit heeft afgerond met positieve uitkomst, wordt de desbetreffende productie-installatie vanaf de eerste dag van de kalendermaand waarin genoemd verzoek bij de netbeheerder is ingediend, beschouwd als een WKK-installatie. De hoeveelheid elektriciteit die vanaf dat moment is opgewekt is derhalve WKK-elektriciteit en komt in aanmerking voor boeking van WKK-certificaten. Wel dient de producent de benodigde meetgegevens omtrent deze hoeveelheid opgewekte WKK-elektriciteit, die dus betrekking kunnen hebben op WKK-elektriciteit die een paar maanden eerder is opgewekt, bij zijn verzoek tot boeking van WKK-certificaten te overleggen. De precieze wijze waarop de netbeheerder of het gecertificeerd meetbedrijf de hoeveelheid door een producent opgewekte WKK-elektriciteit meet, wordt vastgelegd in de Meetcode (opgesteld op grond van artikel 31, eerste lid, onderdeel b, van de wet). Meting van de hoeveelheid opgewekte en op een net of een installatie ingevoede WKK-elektriciteit geschiedt uiteraard doorlopend (de meter tikt door ), echter het uitlezen van de meter voor de bepaling van de hoeveelheid WKK-elektriciteit die is opgewekt en op een net of een installatie is ingevoed wordt door de netbeheerder of het gecertificeerd meetbedrijf iedere kalendermaand gedaan (tweede lid). Bij het meten gaat het te allen tijde om de netto hoeveelheid op een net of een installatie ingevoede elektriciteit (derde lid). De door de netbeheerder dan wel het gecertificeerd meetbedrijf in redelijkheid gemaakte kosten van genoemde meting zijn voor rekening van de producent, overeenkomstig de tariefstructuren, bedoeld in artikel 27 van de wet, dan wel overeenkomstig de regeling (vierde lid). Artikel 4 Het is in het belang van de producent zelf dat hij de netbeheerder in staat stelt de vaststelling en het onderzoek, bedoeld in artikel 2, te verrichten en de netbeheerder dan wel het gecertificeerd meetbedrijf in staat stelt de meter uit te lezen. Zonder deze vaststelling en meting verkrijgt de opgewekte elektriciteit immers niet de kwalificatie WKK-elektriciteit en kunnen er geen WKK-certificaten met bijbehorende subsidievoorschotten voor worden verstrekt. De producent dient de netbeheerder en het gecertificeerd meetbedrijf toegang te verschaffen tot zijn terrein en installatie(s) en hem alle medewerking voor de controle te verlenen (eerste lid). Als zich een omstandigheid voordoet die van invloed is op de bepaling van de hoeveelheid geproduceerde en op een net of een installatie ingevoede WKK-elektriciteit, dient de producent deze omstandigheid binnen twee weken te melden aan de netbeheerder en aan het gecertificeerd meetbedrijf (tweede lid). Hierbij kan het onder meer gaan om het vergaand aanpassen van de installatie, het (ver)plaatsen van meters of het achter de meter bijschakelen van andere installaties die elektriciteit produceren. Artikel 5 Een producent dient aan de netbeheerder twee verzoeken te doen: opening van een certificatenrekening (eerste lid, eenmalig verzoek) en boeking van WKK-certificaten op deze rekening (derde lid, maandelijks verzoek). De kosten van het beheer van een certificatenrekening zijn voor rekening van de rekeninghouder (vijfde lid). WKK-certificaten verliezen hun geldigheid wanneer ze aangewend worden voor het verkrijgen van de voorschotten op de subsidie (artikelen 72w, derde lid, juncto 72m, eerste lid, onderdeel b, van de Elektriciteitswet 1998), waarna ze afgeboekt worden van de certificatenrekening (vierde lid). Teneinde WKKcertificaten te verkrijgen dient de WKK-producent maandelijks aan de netbeheerder de meetgegevens te overleggen omtrent de hoeveelheid op een net of een installatie ingevoede WKK-elektriciteit, die hij van zijn netbeheerder of gecertificeerd meetbedrijf heeft verkregen en die de netbeheerder van de netbeheerder heeft verkregen (derde lid). Artikel 6 De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet boekt geen WKKcertificaten op de bij het verzoek aangegeven certificatenrekening indien het totaal energetisch rendement in de desbetreffende kalendermaand kleiner dan zestig procent is. In het kader van dit totaal energetisch rendement overlegt de WKK-producent die een WKK-installatie instandhoudt met een nominaal elektrisch vermogen van meer dan 10 MW dan wel waarin andere brandstoffen dan aardgas, propaangas of butaangas worden verwerkt, tegelijk met de meetgegevens een verklaring omtrent het totaal energetisch rendement van zijn installatie in de desbetreffende kalendermaand, waarin de producent ten eerste verklaart dat dit rendement minimaal 60% bedraagt en voorts een viertal gegevens opneemt die ten doel hebben de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet in staat te stellen de opgave van de producent te verifiëren. Deze vier gegevens zijn nodig voor de berekening van het totaal energetisch rendement: het aantal draaiuren, het brandstofverbruik, de hoeveelheid opgewekte elektriciteit en de hoeveelheid door de installatie geproduceerde nuttig aan te wenden warmte. Onder nuttige aanwending van warmte wordt verstaan levering van warmte aan gebouwen of processen en wordt in ieder geval niet verstaan vernietiging van warmte. Indien genoemde verklaring omtrent het totaal energetisch rendement en de daarbij behorende rendementsgegevens niet of niet volledig worden ingediend, kan de netbeheerder geen WKK-certificaten boeken. Artikel 7 Deze overgangsbepaling is in de regeling opgenomen om producenten, netbeheerders en de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet bij de introductie van dit systeem de benodigde tijd te gunnen om zich hierop in te stellen. Op grond van de overgangsbepaling in de wet MEP (artikel III, tweede lid) kan met terugwerkende kracht tot zes maanden na inwerkingtreding van die wet subsidie worden verkregen. Subsidievoorschotten Uit: Staatscourant 20 juni 2003, nr. 116 / pag. 13 8

9 worden slechts verstrekt op basis van certificaten. Artikel 7 van de voorliggende regeling maakt het daarom mogelijk dat WKK-producenten het formulier Verzoek tot vaststelling van een installatie voor de opwekking van WKK-elektriciteit en mededeling van meetgegevens omtrent WKKelektriciteit achteraf bij hun netbeheerder indienen. Het resultaat van de vaststelling heeft dus betrekking op de periode die aanvangt op het moment van inwerkingtreding van de regeling (eerste lid). Het moet in een dergelijk geval uiteraard wel mogelijk zijn voor netbeheerders om achteraf te kunnen constateren dat er sprake was van een WKK-installatie zoals opgegeven in het verzoek. De benodigde gegevens dienen ter beschikking van de producent te staan en moeten door de producent aan de netbeheerder worden overgelegd. De netbeheerder heeft gedurende zes maanden na inwerkingtreding van de regeling acht weken in plaats van vier weken zoals opgenomen in artikel 2, vierde lid om het benodigde onderzoek te verrichten en het resultaat van de vaststelling mee te delen aan de producent en aan de netbeheerder (tweede lid). Aangezien er in totaal ongeveer 2300 WKK-installaties in Nederland zijn, is het noodzakelijk de netbeheerders wat meer tijd te geven om de verwachte grote hoeveelheid verzoeken in de beginperiode te verwerken. De Minister van Economische Zaken, L.J. Brinkhorst. Uit: Staatscourant 20 juni 2003, nr. 116 / pag. 13 9

Wijziging Regeling groencertificaten Elektriciteitswet 1998

Wijziging Regeling groencertificaten Elektriciteitswet 1998 EZ Wijziging Regeling groencertificaten Elektriciteitswet 1998 Regeling van de Minister van Economische Zaken van 6 juni 2003, nr. WJZ 3019600, houdende derde wijziging van de Regeling groencertificaten

Nadere informatie

Ontwerpregeling subsidiebedragen WKK 2006

Ontwerpregeling subsidiebedragen WKK 2006 Handelend na overleg met de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Gelet op artikel 72p, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998; Besluit:

Nadere informatie

slibvergisting, wordt omgezet in elektric iteit 0,029 per kwh. slibvergisting, wordt omgezet in elektriciteit 0,029 per kwh.

slibvergisting, wordt omgezet in elektric iteit 0,029 per kwh. slibvergisting, wordt omgezet in elektriciteit 0,029 per kwh. Regeling van de Minister van Economische Zaken van.., nr. WJZ, houdende vaststelling van de vaste bedragen per kwh ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor het jaar 2005

Nadere informatie

Ontwerpregeling mep-subsidiebedragen voor afvalverbrandingsinstallaties

Ontwerpregeling mep-subsidiebedragen voor afvalverbrandingsinstallaties Regeling van de Minister van Economische Zaken van., nr..., houdende wijziging van de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2006 (periode 1 juli tot en met 31 december) en de

Nadere informatie

Artikel 10 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Artikel 10 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006. Regeling van de Minister van Economische Zaken van, nr. WJZ..., houdende vaststelling van de vaste bedragen per kwh ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor het jaar 2006

Nadere informatie

33 493 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011)

33 493 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011) TWEEDE KAMER DER STATEN- 2 GENERAAL Vergaderjaar 2012-2013 33 493 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 573 Wet van 18 december 2013 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport

Nadere informatie

Artikel I De regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2004 1 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I De regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2004 1 wordt als volgt gewijzigd: Regeling van de Minister van Economische Zaken van.., nr. WJZ, houdende wijziging van drie regelingen inzake de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie in verband met de invoering van de kooldioxide-index

Nadere informatie

Regeling garanties van oorsprong voor duurzame elektriciteit

Regeling garanties van oorsprong voor duurzame elektriciteit EZ Regeling garanties van oorsprong voor duurzame elektriciteit Regeling van de Minister van Economische Zaken van 8 december 2003, nr. WJZ 3073206, tot vaststelling van uitvoeringregels voor meting en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 663 Besluit van 13 december 1995 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit belastingen op milieugrondslag in verband met de invoering van een

Nadere informatie

Bijlage 6 behorende bij artikel 7e, eerste lid van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie.

Bijlage 6 behorende bij artikel 7e, eerste lid van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie. Verzoek tot vaststelling van de geschiktheid van een productieinstallatie voor de opwekking van hernieuwbare warmte en mededeling van meetgegevens van hernieuwbare warmte Bijlage 5 behorende bij artikel

Nadere informatie

Toepassing vrijstelling energiebelasting / opslag duurzame energie in verband met opwekken elektriciteit.

Toepassing vrijstelling energiebelasting / opslag duurzame energie in verband met opwekken elektriciteit. Verklaring elektriciteitsopwekking middels WKK 2014 Toepassing vrijstelling energiebelasting / opslag duurzame energie in verband met opwekken elektriciteit. De afnemer: Bedrijfsnaam Adres Plaats Klantnummer

Nadere informatie

Toepassing vrijstelling energiebelasting / opslag duurzame energie in verband met opwekken elektriciteit.

Toepassing vrijstelling energiebelasting / opslag duurzame energie in verband met opwekken elektriciteit. Verklaring elektriciteitsopwekking (WKK-verklaring) 2015 Toepassing vrijstelling energiebelasting / opslag duurzame energie in verband met opwekken elektriciteit. De afnemer: Bedrijfsnaam Adres Plaats

Nadere informatie

MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE

MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE Dienst uitvoering en toezicht Energie - 1 /7 -.doc Inhoudsopgave 1. DOEL VAN HET INFORMATIEVERZOEK...3 2. INVULINSTRUCTIE MONITOR PRODUCENTEN...4 2.1. Tabel 1 gegevens producent

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 362 Voorstel van wet van het lid Duyvendak tot wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag in verband met het beperken van de emissies

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 621 Regels met betrekking tot de productie, het transport en de levering van elektriciteit (Elektriciteitswet...) Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen

Nadere informatie

ook voor de MEP-subsidie voor WKK Voorlichtingsbijeenkomst Meetvoorschriften WKK onder de MEP 5 juni 2003

ook voor de MEP-subsidie voor WKK Voorlichtingsbijeenkomst Meetvoorschriften WKK onder de MEP 5 juni 2003 METEN IS WETEN ook voor de MEP-subsidie voor WKK Voorlichtingsbijeenkomst Meetvoorschriften WKK onder de MEP 5 juni 2003 door Frits Otte, Ministerie van Economische Zaken Opzet presentatie Inleiding, achtergrond

Nadere informatie

CONCEPT. Besluit: 1 Stcrt. 2003, 249; gewijzigd bij ministeriële regeling van 27 januari 2005 (Stcrt. 25). 2 Stcrt. 2004, 126.

CONCEPT. Besluit: 1 Stcrt. 2003, 249; gewijzigd bij ministeriële regeling van 27 januari 2005 (Stcrt. 25). 2 Stcrt. 2004, 126. Regeling van de Minister van Economische Zaken van., nr..., houdende wijziging van de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2005, de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15245 27 mei 2014 Regeling van de Minister van Economische Zaken van 15 mei 2014, nr. WJZ/14059862, houdende de vaststelling

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 537 Besluit van 19 december 2003 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit belastingen op milieugrondslag en het Uitvoeringsbesluit accijns Wij

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 64200 24 november 2016 Regeling van de Minister van Economische Zaken van 22 november 2016, nr. WJZ/16031637, tot wijziging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 814 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (implementatie van richtlijnen en verordeningen op het gebied van elektriciteit

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36114 29 december 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 8 december 2014, nr. WJZ/14011574, tot

Nadere informatie

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998.

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: D.E.S. Heijmans Malden

Nadere informatie

(Regeling kooldioxide-index warmtekrachtkoppeling Elektriciteitswet

(Regeling kooldioxide-index warmtekrachtkoppeling Elektriciteitswet EZ Regeling kooldioxide-index Elektriciteitswet 1998 Regeling van de Minister van Economische Zaken van 25 november 2003, nr. WJZ 3069447, houdende wijziging van de Regeling certificaten Elektriciteitswet

Nadere informatie

Regeling garanties van oorsprong voor elektriciteit opgewekt in een installatie voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling

Regeling garanties van oorsprong voor elektriciteit opgewekt in een installatie voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling EZ Regeling garanties van oorsprong voor elektriciteit opgewekt in een installatie voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling Regeling van de Minister van Economische Zaken van 14 september 2007, nr. WJZ

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 95c, derde lid, E-wet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 95c, derde lid, E-wet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 95c, derde lid, E-wet. Nummer 102252-1 Betreft zaak: Beleidsregel

Nadere informatie

certificeert duurzame energie

certificeert duurzame energie certificeert duurzame energie Met het certificeren van duurzame energie voorzien we deze energieproductie van een echtheidscertificaat. Dit draagt wezenlijk bij aan het goed functioneren van de groeneenergiemarkt.

Nadere informatie

2.1. Het meetprotocol van de HR-WKK-installatie bevat ten minste de volgende elementen:

2.1. Het meetprotocol van de HR-WKK-installatie bevat ten minste de volgende elementen: Bijlage 1., behorende bij de artikelen 2, eerste lid, en 4, tweede lid, onderdeel a, en vijfde lid, van de Regeling garanties van oorsprong voor elektriciteit opgewekt in een installatie voor hoogrenderende

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 46204 22 december 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 december 2015, 2015-0000304113,

Nadere informatie

BESLUIT. I. Inleiding II. Feiten. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Inleiding II. Feiten. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101855-11 Betreft: Besluit op de aanvragen van Elsta B.V. & Co en Delta Netwerk bedrijf B.V. om een bindende aanwijzing te geven als bedoeld in artikel

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 24795 6 mei 2019 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 25 april 2019 nr. WJZ/6093459, houdende

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 662 Wet van 13 december 1995 tot wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag in verband met de invoering van een regulerende energiebelasting

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9099 14 februari 2017 Regeling van de Minister van Economische Zaken van 10 februari 2017, nr. WJZ / 16108877, tot wijziging

Nadere informatie

RAAMWERK MEP Meetprotocol Naam van de installatie

RAAMWERK MEP Meetprotocol Naam van de installatie RAAMWERK MEP Meetprotocol Naam van de installatie Datum : 11 februari 2004 Document nummer : Versie Nummer : Naam van de beheerder : Inleiding De Ministeriële Regeling CO2 index WKK treedt op 1 juli 2004

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 410 Besluit van 16 oktober 2007, houdende regels inzake de verstrekking van subsidies ten behoeve van de productie van hernieuwbare elektriciteit,

Nadere informatie

Meetvoorwaarden voor productie-installaties met registratie van nuttig aangewende warmte

Meetvoorwaarden voor productie-installaties met registratie van nuttig aangewende warmte Meetvoorwaarden voor productie-installaties met registratie van nuttig aangewende warmte Bijlage 3 behorende bij artikel I, onderdeel O, van de Regeling van de Minister van Economische Zaken, Landbouw

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. besluit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer / 103591/24 Betreft zaak:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 42 Besluit van 30 januari 1997, houdende regels betreffende een aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen (Besluit certificaat

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 16b, zesde en zevende lid, van de Elektriciteitswet 1998;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 16b, zesde en zevende lid, van de Elektriciteitswet 1998; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4193 19 maart 2010 Regeling van de Minister van Economische Zaken van 10 maart 2010, nr. WJZ/9224688, houdende uitvoeringsregels

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 109 17 juni 2009 Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 8 juni 2009,

Nadere informatie

In artikel 8 vervallen, onder vervanging van de komma aan het slot van onderdeel b in een punt, de onderdelen c en d.

In artikel 8 vervallen, onder vervanging van de komma aan het slot van onderdeel b in een punt, de onderdelen c en d. Regeling van de Minister van Economische Zaken van 8 februari 2013, nr. WJZ/ 12357329, tot wijziging van enkele regelingen in verband met uitvoering van het marktmodel De Minister van Economische Zaken;

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68073 7 december 2018 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 5 december 2018, nr. WJZ/18280633,

Nadere informatie

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 22 juli 2008

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 22 juli 2008 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B-1000 Brussel Tel. +32 2 553 13 79 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 250 Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag in verband met de invoering van een regulerende energiebelasting Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP

Nadere informatie

(Tekst geldend op: 20-01-2015) De Minister van Economische Zaken,

(Tekst geldend op: 20-01-2015) De Minister van Economische Zaken, (Tekst geldend op: 20-01-2015) Regeling van de Minister van Economische Zaken van 9 december 2014, nr. WJZ/14198645, houdende regels omtrent garanties van oorsprong voor energie uit hernieuwbare energiebronnen

Nadere informatie

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende: Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag en de Wet milieubeheer voor de invoering van een minimum CO 2-prijs bij elektriciteitsopwekking (Wet minimum CO 2- prijs elektriciteitsopwekking) VOORSTEL

Nadere informatie

Richtlijn Garanties van Oorsprong voor hernieuwbare warmte

Richtlijn Garanties van Oorsprong voor hernieuwbare warmte Richtlijn Garanties van Oorsprong voor hernieuwbare warmte Richtlijn Garanties van Oorsprong voor hernieuwbare warmte Pagina 2 van 8 Inleiding Deze Richtlijn is opgesteld door de warmteproducenten en -leveranciers

Nadere informatie

meten: het vaststellen en registreren van de hoeveelheid energie die over een kalendermaand.

meten: het vaststellen en registreren van de hoeveelheid energie die over een kalendermaand. Bijlage 2D behorende bij artikel 4, vierde lid, van de Regeling garanties van oorsprong voor energie uit hernieuwbare Meetvoorwaarden voor productie-installaties voor het opwekken van gas uit hernieuwbare

Nadere informatie

BESLUIT _6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan

BESLUIT _6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

van 11 december 2007

van 11 december 2007 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 665 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ten behoeve van de stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie Nr. 41 BRIEF

Nadere informatie

Definitielijst HG- Certificatensysteem

Definitielijst HG- Certificatensysteem Definitielijst HG- Certificatensysteem versie 2.0 december 2009 1 In de in de Overeenkomst HG-Certificatensysteem hebben de met een hoofdletter aangeduide begrippen de betekenis als hieronder beschreven:

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_13-4 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 24 juni 2008

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 24 juni 2008 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

Afdeling 2.1 van de Regeling monitoring handel in emissierechten wordt als volgt gewijzigd:

Afdeling 2.1 van de Regeling monitoring handel in emissierechten wordt als volgt gewijzigd: Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van., nr. DGM/K&L2010016258 tot wijziging van de Regeling monitoring handel in emissierechten in verband met het verstrekken

Nadere informatie

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende: Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag voor de invoering van een minimum CO 2-prijs bij elektriciteitsopwekking (Wet minimum CO 2-prijs elektriciteitsopwekking) VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 8 september 2003 ME/EM/3051226 1 Onderwerp Besluit tot verlenging termijn beschermde afnemer Gaswet en Elektriciteitswet 1998 E-en G-wet.mbo Besluit van, tot verlenging

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 388 Besluit van 28 augustus 2008, houdende wijziging van het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (WAS) teneinde regels te stellen over

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_11-6 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

Besluit van., houdende regels over op afstand uitleesbare meetinrichtingen (Besluit op afstand uitleesbare meetinrichtingen)

Besluit van., houdende regels over op afstand uitleesbare meetinrichtingen (Besluit op afstand uitleesbare meetinrichtingen) Besluit van., houdende regels over op afstand uitleesbare meetinrichtingen (Besluit op afstand uitleesbare meetinrichtingen) (concept 16-03-2011) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: NS Railinfrabeheer B.V. Postbus GA Utrecht

BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: NS Railinfrabeheer B.V. Postbus GA Utrecht Nummer: 100748 Betreft: Advies van de directeur DTe aan de Minister van Economische Zaken, op basis van artikel 15, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998. BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager:

Nadere informatie

Controleprotocol Assurancerapport Biomassa

Controleprotocol Assurancerapport Biomassa Ontwerp bijlage 5B bij de ontwerpregeling garanties van oorsprong voor energie uit hernieuwbare energiebronnen en HR-WKK-elektriciteit Versie Internetconsultatie Controleprotocol Assurancerapport Biomassa

Nadere informatie

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Tekst geldend op: 13-01-2004) Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 De Minister van Financiën; Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 5, tweede lid, 10, eerste lid, en 22, vijfde lid,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16990 20 juni 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 12 juni 2014, kenmerk 376061-121125-WJZ,

Nadere informatie

Ledenverklaring OPWEK COÖPERATIE DUURZAAM HAREN 9751 U.A. Duurzaam Haren HAREN, DECEMBER 2018 VERSIE 1.0

Ledenverklaring OPWEK COÖPERATIE DUURZAAM HAREN 9751 U.A. Duurzaam Haren HAREN, DECEMBER 2018 VERSIE 1.0 Ledenverklaring OPWEK COÖPERATIE DUURZAAM HAREN 9751 U.A. Duurzaam Haren HAREN, DECEMBER 2018 VERSIE 1.0 Inhoudsopgave LEDENVERKLARING... 2 BIJLAGE: OPGAVE PER LID... 4 BIJLAGE: AANLEIDING EN AANVULLENDE

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 15 april 2008

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 15 april 2008 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_8-7 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader

BESLUIT. I. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101698-12 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_19-6 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

Verklaring zakelijk gebruik elektriciteit 2013

Verklaring zakelijk gebruik elektriciteit 2013 Verklaring zakelijk gebruik elektriciteit 2013 1) Toepassing lagere heffingstarief voor zakelijk gebruik voor het kalenderjaar 2013 in de zin van artikel 59 lid 1 sub c en lid 5 WBM (onderdeel 1); en/of

Nadere informatie

van 23 februari 2010

van 23 februari 2010 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101759_10-6 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

tot wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (stortverbod koud-immobiliseerbare grond)

tot wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (stortverbod koud-immobiliseerbare grond) Besluit van tot wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (stortverbod koud-immobiliseerbare grond) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van,

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 30 januari 2007

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 30 januari 2007 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

http://wetten.overheid.nl/bwbr0035971/geldigheidsdatum_04-09-2015/afdrukken

http://wetten.overheid.nl/bwbr0035971/geldigheidsdatum_04-09-2015/afdrukken wetten.nl - Wet- en regelgeving printen - Regeling garanties van oorsprong voor.. http://wetten.overheinl/bwbr0035971/geldigheidsdatum_04-09-2015/afdrukken pagina 1 van 41 Regeling garanties van oorsprong

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 24 januari 2007

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 24 januari 2007 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

Dienst uitvoering en toezicht Energie

Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101750_5-12 Betreft: Besluit tot vaststelling van de maximum nettarieven elektriciteit voor het jaar 2005 zoals bedoeld in artikel 41c, eerste lid

Nadere informatie

Samenwerkingscode elektriciteit

Samenwerkingscode elektriciteit Samenwerkingscode elektriciteit Voorwaarden als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel e van de Elektriciteitswet 1998 Met in procedure zijnde wijzigingsvoorstellen. Zwart tekst is vigerende door

Nadere informatie

33 777 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (volumecorrectie nettarieven voor de energie-intensieve industrie)

33 777 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (volumecorrectie nettarieven voor de energie-intensieve industrie) 33 777 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (volumecorrectie nettarieven voor de energie-intensieve industrie) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,

Nadere informatie

Wet belastingen op milieugrondslag

Wet belastingen op milieugrondslag Wet belastingen op milieugrondslag Hoofdstuk IIA. Belasting op leidingwater Afdeling Begripsbepalingen Artikel 11a Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4674 29 maart 2010 Regeling van de Minister van Economische Zaken van 19 maart 2010, nr. WJZ/10043132, houdende vaststelling

Nadere informatie

Stimuleringsregeling duurzame energieproductie (SDE) Voorschotformulier

Stimuleringsregeling duurzame energieproductie (SDE) Voorschotformulier Stimuleringsregeling duurzame energieproductie (SDE) Voorschotformulier Dit formulier is verstrekt door en moet worden ingediend bij: SenterNovem Postbus 10073 8000 GB Zwolle Telefoon 038 455 34 50 Bezoekadres

Nadere informatie

TARIEFRICHTLIJN KLEINSCHALIGE DUURZAME STROOMVOORZIENING

TARIEFRICHTLIJN KLEINSCHALIGE DUURZAME STROOMVOORZIENING 2011 TARIEFRICHTLIJN KLEINSCHALIGE DUURZAME STROOMVOORZIENING NADERE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BEPALING VAN DE TERUGLEVERTARIEVEN BIJ DE KOPPELING VAN INSTALLATIES VOOR NIET-BEDRIJFSMATIGE OPWEKKING VAN DUURZAME

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van, houdende het bij wege van experiment afwijken van de Elektriciteitswet 1998 voor decentrale opwekking van duurzame elektriciteit (Besluit experimenten decentrale duurzame elektriciteitsopwekking)

Nadere informatie

Wet op het primair onderwijs Geldend van t/m heden

Wet op het primair onderwijs Geldend van t/m heden Bijlage Wet op het primair onderwijs Geldend van 18-01-2016 t/m heden Afdeling 2. Aanvang van de bekostiging 1. Basisscholen Artikel 73. Begripsbepaling In deze paragraaf wordt onder «school» verstaan:

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_9-9 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

UPDATE: Postcoderoos uitvoeringsregeling, wetsteksten Datum: 13 januari 2014 Door: AM Schwencke

UPDATE: Postcoderoos uitvoeringsregeling, wetsteksten Datum: 13 januari 2014 Door: AM Schwencke UPDATE: Postcoderoos uitvoeringsregeling, wetsteksten Datum: 13 januari 2014 Door: AM Schwencke Zie voor laatste stand van zaken: http://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/33752_belastingplan_2014 Bekend

Nadere informatie

Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt

Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses

Nadere informatie

ENERGIEBELASTING VERKLARING 2017 AARDGAS

ENERGIEBELASTING VERKLARING 2017 AARDGAS ENERGIEBELASTING VERKLARING 2017 AARDGAS VRIJSTELLING OPWEKKEN ELEKTRICITEIT WKK-VERKLARING Leverancier: Afnemer/verbruiker Bedrijfsnaam Adres Plaats Klantnummer KvK-nummer BTW-nummer Essent Energie Verkoop

Nadere informatie

van 23 februari 2010

van 23 februari 2010 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 904 Wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid

Nadere informatie

ENERGIEBELASTING VERKLARING 2018 AARDGAS

ENERGIEBELASTING VERKLARING 2018 AARDGAS ENERGIEBELASTING VERKLARING 2018 AARDGAS VRIJSTELLING OPWEKKEN ELEKTRICITEIT WKK-VERKLARING Leverancier: Afnemer/verbruiker Bedrijfsnaam Adres Plaats Klantnummer KvK-nummer BTW-nummer Essent Energie Verkoop

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. DELTA Comfort B.V.

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. DELTA Comfort B.V. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101689-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

Deze regeling is van toepassing op Wlz-uitvoerders als bedoeld in artikel 1, sub e, van de Wmg.

Deze regeling is van toepassing op Wlz-uitvoerders als bedoeld in artikel 1, sub e, van de Wmg. REGELING Controle en Administratie Wlz-uitvoerders Gelet op artikel 31, sub a, artikel 31, sub c, en artikel 36, derde lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

van 23 februari 2010

van 23 februari 2010 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

In dit reglement wordt in aansluiting bij en in aanvulling op de Wet bescherming persoonsgegevens (Staatsblad 2000, 302) verstaan onder:

In dit reglement wordt in aansluiting bij en in aanvulling op de Wet bescherming persoonsgegevens (Staatsblad 2000, 302) verstaan onder: Privacy Reglement Second Chance Force Versie 1.1, datum 31-03-2015 PARAGRAAF 1: Algemene bepalingen Artikel 1: Begripsbepaling In dit reglement wordt in aansluiting bij en in aanvulling op de Wet bescherming

Nadere informatie

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT Ontwerp-Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van, TRCJZ/2008/3190, houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Nadere informatie

Inhoud van het wetsvoorstel

Inhoud van het wetsvoorstel POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Economische Zaken

Nadere informatie