Zenuwbeklemming tussen de tenen. Mortons Neuroom

Transcriptie

1 Zenuwbeklemming tussen de tenen Mortons Neuroom

2 Inhoud Inleiding 3 Mortons neuroom 3 Klachten 3 Behandeling 3 De operatie 4 Risico s van de operatie (complicaties) 4 Wondinfectie 4 Verlies zenuwtakjes 4 Slechte doorbloeding 4 Dystrofie 5 Na de operatie 5 Pijnstilling 5 Speciale schoen 5 Ontslag 6 Leefregels na ontslag 6 Zwelling van de voet 6 Hervatten van activiteiten 6 Poliklinische controle 7 2 weken na de operatie weken na de operatie 7 Revalidatie 7 Het Voetenteam: de Foot and Ankle Reconstruction Unit 8 Sint Maartenskliniek 9 Colofon 12 2

3 Inleiding U bent onder behandeling bij de Sint Maartenskliniek omdat u last heeft van een beklemming van de zenuw die tussen de tenen ligt. Dit wordt een Mortons neuroom of interdigitale neuralgie genoemd. In deze folder staat uitleg over deze aandoening en de verschillende behandelmogelijkheden. Mortons neuroom Een Mortons neuroom is een verdikking van de zenuw in de voorvoet. Dit wordt meestal gevonden tussen de derde en de vierde teen, maar kan ook optreden tussen de tweede en de derde teen. Soms bestaan de klachten aan beide voeten. MRI-beeld Mortons neuroom Klachten De klachten bij een Mortons neuroom ontstaan vaak spontaan. De pijn is vaak zeer plaatselijk. Er worden tintelingen, een dof gevoel en steken gevoeld, uitstralend in één of beide tenen. De klachten dienen zich vooral aan bij lopen en staan. Patiënten trekken soms hun schoenen uit om ruimte te bieden aan de voorvoet en deze te masseren, zodat de pijn weg kan trekken. Een andere veelgehoorde klacht is dat men iets voelt verspringen in de voorvoet bij het afwikkelen van de voet. Ook kunnen de tenen uit elkaar gaan staan. Behandeling Niet-operatief De behandeling zonder operatie bestaat uit steunzolen met voorvoetsteun en een schoenadvies. Hierbij is belangrijk dat er voldoende ruimte voor de tenen in hoogte en breedte wordt gecreëerd en dat de lokale druk wordt verminderd. Soms is het noodzakelijk de schoenzool te laten verstijven. Ook het lokaal injecteren met pijnstillers en corticosteroïden (ontstekingsremmers) kan de klachten verhelpen. Operatief Als de niet-operatieve behandeling onvoldoende of slechts tijdelijk effect heeft dan kan een chirurgische behandeling overwogen worden. Hierbij wort van een Mortons neuroom bestaat uit het wegsnijden van de zenuw. Bij 70% van de patiënten verdwijnt de pijn. 3

4 De operatie De operatie geschiedt in de meeste gevallen onder verdoving van het te opereren onderbeen, eventueel gecombineerd met een lichte slaap. Deze methode geeft een goede pijnstilling na de operatie en minder bijwerkingen zoals misselijkheid en braken ten opzichte van een algehele narcose. De orthopeed zal een snede maken aan de onder- of bovenzijde van de voet, precies ter hoogte van het Mortons neuroom. De verdikte zenuwknoop wordt opgezocht en verwijderd. De verwijderde zenuwknoop wordt opgestuurd voor weefselonderzoek. De operatie duurt over het algemeen tussen de 15 en 45 minuten. Risico s van de operatie (complicaties) Complicaties zijn onbedoelde, maar doorgaans niet te voorkomen effecten na een operatie. Circa 10-15% van de mensen krijgt met complicaties te maken. Roken vertraagt de wond- en botgenezing. Om complicaties te voorkomen, raden wij u sterk aan om voor de operatie te stoppen met roken. Wij geven u hierbij een overzicht van de meest voorkomende complicaties bij voetoperaties. Wondinfectie De meeste kans bestaat er op een wondinfectie of genezingsprobleem. Uiteindelijk geneest dit wel, maar het vertraagt de totale genezingsduur behoorlijk. De verwachte termijn van genezing is dan langer. Verlies zenuwtakjes Tijdens de operatie worden er zenuwtakjes van de huid verwijderd. Deze zorgt met name voor het gevoel van de tenen. Na de operatie zal u daardoor een verdoofd, slapend gevoel van de tenen overhouden. Slechte doorbloeding Een goede doorbloeding van de voet is belangrijk. Dit wordt uiteraard voor de operatie beoordeeld, maar toch kan het voorkomen dat door de extreme verandering voor en na de operatie, de doorbloeding in gevaar komt. Als u in de teen knijpt, moet de witte huid die daarna ontstaat binnen 2-3 seconden weer roze worden. 4

5 Dystrofie Bij een aantal mensen wordt het herstel belemmerd door een aandoening die dystrofie worden genoemd. Over de oorzaak van deze aandoening bestaat nog geen duidelijkheid. Het lijkt er op dat verschillende autogene systemen, of te wel systemen in het lichaam waar we geen invloed op hebben, worden ontregeld. Hierdoor kunnen symptomen ontstaan als pijn bij lichte aanraking, verkleuringen van de huid, zwelling, verschil in huidtemperatuur of stijfheid. Om dystrofie te voorkomen, is het na de operatie belangrijk dat de pijn onder controle is. Daarnaast is het van belang dat u snel na de operatie de voet weer gaat gebruiken. Wanneer mensen last hebben van dystrofie dan is in sommige gevallen een behandeling op de afdeling anesthesie of revalidatie noodzakelijk. Voor meer informatie hierover verwijs ik u naar de folders Anethesie en pijnbehandeling rondom de operatie en PEPT (Pain Exposure Physical Therapy). Na de operatie Direct na de operatie wordt op de operatieafdeling een drukverband aangelegd, omdat de voet na de operatie nog zal zwellen. Het verband moet twee dagen blijven zitten. Als het verband afzakt, probeert u dit er zelf weer omheen te wikkelen. Als dit niet lukt, vraagt u dit aan uw huisarts. Om de wond zo goed mogelijk te laten genezen, moet u het de eerste twee weken rustig aan doen. Pijnstilling Het is belangrijk dat u geen of zo min mogelijk pijn heeft na de operatie en gedurende het herstel. Op de afdeling wordt voor goede pijnstilling gezorgd en u krijgt pijnmedicatie mee naar huis. Speciale schoen U krijgt op de verpleegafdeling een achtervoetloopschoen. Dit is een loopschoen met een kunststof zool die zodanig gemaakt is, dat de voorvoet ontlast wordt. De verpleegkundige geeft u instructies over het dragen van deze schoen. In principe mag u met deze schoenlopen zonder over de tenen af te wikkelen. U mag pas een schoen dragen en gaan lopen wanneer de verdoving van het onderbeen volledig is uitgewerkt. Het is gedurende de 5

6 eerste twee weken raadzaam om wederom een ruime schoen te dragen met voldoende ruimte voor de tenen en een stijve zool. Het ontslag De operatie vindt plaats in dagopname. Dat betekent dat u op dezelfde dag dat u geopereerd bent, naar huis gaat. Alleen in uitzonderlijke gevallen blijft u 1 nacht in de Sint Maartenskliniek. De zaalarts of verpleegkundige bespreekt met u wanneer u na de operatie naar huis mag. Leefregels na ontslag Lees ook de folder Leefregels na ontslag. Zwelling van de voet Na de operatie zal de geopereerde voet en/of tenen zwellen. Dit is een normale reactie op de operatie. Het is mogelijk dat de wond op de eerste dag na de operatie nog wat nabloedt. Dikwijls ontstaat een blauwe plek (hematoom). Vooral in de eerste week na de operatie is de voet gezwollen en zal de voet pijnlijk worden en gaan kloppen als u deze naar beneden houdt. Het is belangrijk om de voet zoveel mogelijk hoog te leggen ter vermindering van de zwelling. U zult merken dat u de voet na de eerste week steeds langer naar beneden kunt houden zonder dat uw voet pijn doet. De zwelling kan lang aanhouden, hierbij is 3 tot 6 maanden een gemiddelde periode. Het regelmatig aanspannen van de kuitspieren helpt om de voet niet te veel te laten zwellen en de kans op trombose (= een stolsel in de bloedbaan) te verminderen. Dit doet u door de voet naar u toe te bewegen (waarbij u de kuitspieren op lengte brengt) en van u af te bewegen (waarbij u de kuitspieren aanspant). U gebruikt hierbij dus uw enkelgewricht. Herhaal deze oefening steeds enige malen. Als de voet veel dikker wordt na lopen of staan, heeft u teveel gedaan. Dit betekent dat u rustiger aan moet doen en de voet hoog moet leggen ter vermindering van de zwelling. Hervatten van activiteiten Fietsen: zodra u voldoende veilig op- en af kunt stappen 6

7 Zwemmen: zodra de wond genezen is én u veilig het water in- en uit kunt stappen. Autorijden: zodra u weer redelijk kunt lopen en voldoende zeker bent dat u de pedalen met de geopereerde voet kunt bedienen. Autorijden met achtervoetloopschoen wordt sterk ontraden omdat de controle over de pedalen verminderd is. Werk (zittend): zodra u voldoende mobiel bent om naar het werk te gaan en u de voet voldoende lang naar beneden kunt houden. Werk (staand): zodra u voelt dat u dit aankunt; eventueel in overleg met de ARBO-arts. Poliklinische controle 2 weken na de operatie U komt op controle op de Acute zorgpoli of gipskamer. De wond wordt gecontroleerdende hechtingen worden verwijderd. In principe mag de achtervoetloopschoen nu afblijven en kunt u weer schoenen dragen. Als de voet nog dik is, is het raadzaam een stevige/ruime wandelschoen of sportschoen te dragen met veters en een dempende zool. Als dat nog niet past, draagt u zolang de achtervoetloopschoen weken na de operatie U komt terug op de polikliniek orthopedie voor controle van de voet. Het resultaat van de operatie wordt besproken. Indien de arts het nodig vindt wordt een vervolgafspraak gemaakt. Zo niet, dan wordt u ontslagen uit de controle. Revalidatie Na genezing van de wond begint het echte revalidatieproces. U mag in toenemende mate de voet belasten en in eigen tempo steeds sterker maken. Alleen bij uitzondering heeft u daarbij hulp van een fysiotherapeut nodig. Het is normaal dat u na de operatie nog ongeveer een half jaar hinder van de voet heeft. Hoe lang en in welke mate hangt af van hoe uitgebreid de operatie was. U zult dikwijls kortdurende steekjes en pijntjes voelen. Soms is er enige tijd sprake van een lichte verkleuring van de huid, 7

8 overmatig transpireren en het anders aanvoelen van de voet. Deze klachten verdwijnen meestal geleidelijk. Het Voetenteam: de Foot and Ankle Reconstruction Unit Op de afdeling Orthopedie in Nijmegen werken zes orthopedisch chirurgen die gespecialiseerd zijn voet- en enkelproblematiek. Samen met de fellows, orthopedisch chirurgen in opleiding en physician assistants vormen zij het voetenteam en werken ze op de polikliniek en op de operatiekamer. Een fellow is een orthopedisch chirurg die zich verder specialiseert, in dit geval in de voetchirurgie. Een Physician Assistant heeft een uitgebreide en gespecialiseerde opleiding gevolgd en werkt onder de verantwoordelijkheid van de enkel/ voet chirurgen. De gespecialiseerde orthopeden hebben de eindverantwoordelijkheid over uw behandeling. 8

9 Sint Maartenskliniek De Sint Maartenskliniek is als enige ziekenhuis in Nederland volledig gespecialiseerd in houding en beweging. U kunt op verschillende locaties in het land bij ons terecht voor behandeling van eenvoudige tot zeer complexe aandoeningen op het gebied van orthopedie, reumatologie en revalidatie na ziekte, een ongeval of hersenletsel. Doordat we ons volledig richten op aandoeningen aan het houding- en bewegingssysteem is onze ervaring en kennis groot. We staan dan ook bekend als een vooraanstaand ziekenhuis dat in de behandeling gebruikmaakt van de laatste inzichten. Op onze onderzoeksafdeling ontwikkelen we nieuwe behandelmethoden en doen we onderzoek naar het effect ervan. De Sint Maartenskliniek beschikt verder onder meer over een gespecialiseerde apotheek en een pijnbehandelcentrum. Bij de Sint Maartenskliniek staat de patiënt centraal. U wordt persoonlijk benaderd, deskundig begeleid en u kunt rekenen op onze uitgebreide voorzieningen. Wij staan klaar om u gastvrij te ontvangen. Voor meer informatie over onze behandelingen en een overzicht van al onze behandellocaties, kunt u terecht op onze website 9

10 10

11 11

12 Meer informatie of vragen Colofon Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met de orthopedisch consulenten via telefoonnummer (024) of orthopedie.consulenten@maartenskliniek.nl. Uitgave van de afdeling Communicatie, i.s.m. Orthopedie. Juli 2016 Bestelcode Bezoekadres Hengstdal 3, 6574 NA Ubbergen (bij Nijmegen) Postadres Postbus 9011, 6500 GM Nijmegen Telefoon (024) Internet