* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 18 september 2012 KNDK/2011/1448

Transcriptie

1 * * RAADSVOORSTEL Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 18 september 2012 KNDK/2011/1448 Datum: 10 juli 2012 Verzonden: Aan de gemeenteraad. Onderwerp: Toekomst Stichting Kunstzinnige Vorming ToBe / stopzetting subsidie Overwegingen De gemeente beschikt met ToBe en twee muziekverenigingen (Crescendo en Volharding) over een goede muziekonderwijsvoorziening. Door het beschikbaar stellen van subsidie is het muziekonderwijs toegankelijk en betaalbaar voor de inwoners van Korendijk. Wij waren altijd in de veronderstelling dat wij op basis van de statuten van ToBe een deelnemende gemeente waren en een beëindiging van de subsidie veel extra kosten met zich mee zou brengen. Wel maken wij van de mogelijkheid (volgens statuten) gebruik om jaarlijks 10% te bezuinigen. In de gemeentelijke meerjarenbegroting is gelet op de bezuinigingsopdracht een oplopende korting op de subsidie van ToBe doorgevoerd. In 2015 is er met een bezuiniging van 45% op het subsidiebudget van 2011 rekening gehouden. Omdat de gemeente ook in de komende jaren de beschikbare middelen zo efficiënt en effectief mogelijk wil inzetten, is op verzoek van het college in kaart gebracht wat de mogelijkheden en consequenties zijn van jaarlijks 10% bezuiniging op het subsidiebudget en/of van een daadwerkelijke uittreding/ beëindiging van de subsidierelatie van ToBe. Naast een puur financiële afweging dient ook een zorgvuldige inhoudelijke afweging gemaakt te worden. De beleidsruimte van de gemeente op het gebied van kunst en cultuur is echter groot. Het is aan de gemeente om te bepalen wat haar ambitie is op het gebied van kunsteducatie. Het subsidiëren van muziekonderwijs is geen wettelijke taak. Bestuurlijk kan er minder belang gehecht worden aan muziekonderwijs voor een gering aantal jeugdige inwoners (lessen volwassenen zijn kostendekkend en worden niet gesubsidieerd) dan aan andere voorzieningen waarvan de inwonerparticipatie en de bijdrage aan de gemeentelijke beleidsdoelen groter is. Wij subsidiëren momenteel een bedrag van ,00 aan ToBe. Van dit bedrag gaat er ongeveer 1/3 naar overheadkosten (management en ondersteuning) en 2/3 naar docenten. De relatie tussen subsidiebedrag ca ,00 en het aantal Korendijkse leerlingen (ca 60 tot 80) dat muziekonderwijs volgt, kan een belangrijk punt zijn bij de overwegingen. Gemiddeld subsidiëren wij per leerling 550,00. Daarnaast betalen de leerlingen zelf ook nog een bedrag dat varieert tussen 200,00 en 400,00 en kan oplopen tot 700,00 (afhankelijk van het type cursus). De kostprijs per cursist is hierdoor voor de gemeente, maar ook voor de ouders hoog. Wanneer wij stoppen met de subsidie zal een leerling zelf zijn muzieklessen moeten bekostigen. Op dit moment hebben er met ToBe en de deelnemende gemeenten onderhandelingen plaats over een nieuwe opzet in de subsidiering. Samen met ToBe werken de gemeenten een voorstel uit op basis waarvan de gemeenten in hun rol als opdrachtgever meer grip krijgen op ToBe en tot lokale subsidieafspraken zullen komen. De planning is dat subsidiering volgens de nieuwe wijze per ingaat. Daarom is het nu het moment voordat de nieuwe overeenkomst bekrachtigd wordt, om een besluit over de toekomst van de subsidiering aan ToBe te nemen. 1

2 In 2011 heeft het college van de gemeente Cromstrijen besloten om de subsidierelatie met ToBe met een afbouw regeling in drie jaar, te beëindigen. In eerste instantie heeft ToBe bezwaar aangetekend tegen het besluit van de gemeente Cromstrijen om de subsidie stop te zetten. Inmiddels heeft ToBe het bezwaar weer ingetrokken. In navolging van de gemeente Cromstrijen is onderzocht of het mogelijk is om in drie jaar de samenwerking te beëindigen en helemaal te stoppen met de subsidiering. Mogelijkheden uittreden op basis van subsidierelatie of afbouwen volgens statuten Per 1 januari 2003 is de Muziekschool Hoeksche Waard (gemeenschappelijke regeling) gefuseerd/geïntegreerd met een aantal andere muziekscholen tot de Stichting Kunstzinnige vorming ToBe. Hierbij zijn 11 gemeenten betrokken. De docenten (ambtenaren) van de Muziekschool Hoeksche Waard zijn in dienst gekomen bij ToBe. Stichting ToBe is een stichting met een B3-status. Door de muziekschool te laten gaan in een stichting met B3 status, bleef blijft de rechtspositie van de medewerkers gelijk aan die van de gemeenschappelijke regeling. Op 31 december 2002 is de fusie door een notariële statutenwijzing tot stand gekomen. In de statuten worden de navolgende gemeenten met name genoemd als deelnemende gemeenten, Barendrecht, Dordrecht, Oud-Beijerland, Papendrecht, Ridderkerk en Zwijndrecht. Als werkgebied van ToBe is in de statuten de Hoeksche Waard vermeld. De gemeente Korendijk wordt niet met naam genoemd. De statuten zijn niet door de gemeenten ondertekend. In verband met de fusie is in het archief wel het Raadsvoorstel van B&W d.d.26 november t.b.v. de raadsvergadering 10 december 2002, terug te vinden en het bijbehorende raadsbesluit d.d Een kopie van het raadsbesluit is per fax aan ToBe gezonden op Een kopie van het raadsbesluit is bij dit advies gevoegd. In de aanwezige dossiers zijn niet alle stukken (subsidieconvenant met voorwaarden en bepalingen) waarnaar in het raadsbesluit verwezen wordt, terug te vinden. Op basis van de aanwezige stukken zijn een drietal optie onderzocht. Optie 1: stopzetten van subsidierelatie Onze gemeente is geen partij geweest bij de statuten (-wijziging) en heeft dus geen invloed op de inhoud ervan kunnen uitoefenen. Weliswaar moeten wijzigingen van statuten o.g.v. artikel 1.9 van onze subsidieverordening binnen vier weken worden gemeld bij ons college, maar dit maakt ons geen partij bij de statuten. Ook zijn wij geen deelnemende gemeente, zoals genoemd in artikel 26 van de statuten. Onze gemeente is puur een subsidieverstrekker. Van een overeenkomst is volgens onze gegevens geen sprake. Hiervoor is ten minste vereist dat aanbod en aanvaarding overeenstemmen. Eenzijdig een verplichting opleggen aan een subsidieverstrekker is niet mogelijk. Het feit dat de statuten (ter kennisname) aan de gemeenteraad zijn overhandigd, doet hier niet aan af. Ook dan kan onze gemeente zich op het standpunt stellen dat wij geen deelnemende gemeente zijn. Bovendien kan van uittreden (artikel 29 statuten) pas sprake zijn als er ook een intreden heeft plaatsgevonden. Dit kan niet in het dossier teruggevonden worden. Dit is de conclusie op basis van de (weinige) stukken in het dossier. Wanneer onze gemeente wil bezuinigen of de subsidie geheel wil stopzetten, is de gemeente hier dus vrij in. De gemeente hoeft zich dan niet aan artikel 29 van de statuten te houden. Hier gelden dan wel de bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht. Bij stopzetting dient een redelijke termijn in acht te worden genomen. Wat redelijk is, zegt de wet niet. Men moet de instantie in ieder geval de tijd geven om lopende verplichtingen na te komen. De salarisbetalingen en eventuele wachtgelden kunnen hier dan een probleem gaan vormen. Het is op basis van het aanwezige dossier (bijkomend nadeel is dat er in het dossier van ToBe weinig harde afspraken op papier staan) lastig om vast te stellen of onze gemeente verplicht is de eventuele wachtgelden te compenseren. Dit is een ingewikkeld onderwerp waarover weinig jurisprudentie of regels zijn. Onze gemeente is pas verplicht wachtgelden te subsidiëren indien zij zich daartoe heeft verplicht, bijvoorbeeld in de subsidieverordening, de subsidiebeschikking of bij overeenkomst. Deze verplichting is niet in de stukken terug te vinden. Een impliciete binding is ook mogelijk, bijvoorbeeld 2

3 indien onze gemeente heeft bepaald dat de geldende CAO dient te worden toegepast (CAO kunstzinnige vorming en CAR/UWO verplicht tot betaling wachtgelden). Ook deze impliciete binding is niet terugvinden. Dat wij ons niet verplicht hebben tot betaling van wachtgeld, betekent niet dat er geen gevaren voor ons zijn. Bij het beëindigen van een subsidierelatie dienen namelijk de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht te worden genomen. Waarbij met name gedacht moet worden aan het vertrouwensbeginsel (heeft gemeente vertrouwen gewekt dat wachtgeld wordt gecompenseerd) en zorgvuldigheidsbeginsel (onderzoek personele consequenties en invloed afbouwregeling op eventuele wachtgeldverplichtingen). Conclusie: De Gemeente Korendijk is niet gebonden aan artikel 29 van de statuten en kan afbouwen dan wel bezuinigen binnen redelijke termijn (bijvoorbeeld drie jaar) en waarbij eventueel rekening dient te worden houden met een deel van het wachtgeld in de vorm van een afkoopsom. Optie 2: jaarlijks 10% afbouwen Indien wij wel gehouden zijn aan de statuten dan zijn artikel 26 en artikel 29 van toepassing en zijn de keuze mogelijkheden optie 2 en optie 3. Daarnaast claimt ToBe dat het volgens de statuten gerechtigd is om de kosten van wachtgelden of WW-uitkering door te berekenen aan de desbetreffende gemeenten. In gevolge artikel 26 kunnen gemeenten jaarlijks 10% bezuinigingen, met dien verstande dat het subsidiebedrag minimaal toereikend moet zijn voor de dekking van: 1) het aandeel van een gemeente in de concernkosten, 2) doelsubsidie (heeft de gemeente Korendijk niet); 3) de productiekosten vanwege de inzet van minimaal vijf docentjaaruren verhoogd met de kosten van algemeen vormende en/of oriënterende cursussen voor kinderen tot 18 jaar. Conclusie: Het bovenstaande houdt in dat er op een gegeven moment overwegend gesubsidieerd wordt t.b.v. de overheadkosten en dat er nog slechts een gering deel aan lesuren overblijft. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat ToBe de frictie- en faseringskosten voortkomend uit de jaarlijkse bezuinigingen doorberekent aan de gemeente. De gevolgen daarvan zijn lastig te berekenen. Optie 3: uittreden op basis van statuten Als we gehouden zijn aan de statuten dan is het de gemeenteraad die tot uittreding moet besluiten. Stel dat de gemeenteraad medio 2012 besluit om de relatie met ToBe te beëindigen en dit besluit wordt voor 31 december 2012 aan ToBe meegedeeld dan treedt de beëindiging in werking aan het einde van het vijfde volle boekjaar. Dit betekent dat Korendijk nog vijf jaar t.w t/m 2017 aangesloten blijft. Dit houdt in dat Korendijk in 2018 afscheid neemt van ToBe Ingevolge de statuten moet naast de subsidie t/m 2017, een uittredingsvergoeding voldaan worden: a. afkoopsom = ongeveer (gemiddelde laatste vijf jaar) b. kosten vanwege wachtgelden en/of wet werkeloosheidsvoorziening enz. Volgens een grove berekening kan dit oplopen tot max ,-. Conclusie: Dit betekent dat de gemeente in het slechtste geval gedurende nog 3 jaar na uittreding (van wachtgeld en of werkeloosheidsvoorziening van) ongeveer ,00 betaalt terwijl er geen diensten meer tegenover staan. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat ToBe gedurende de verplichte afbouwperiode van 5 jaar de frictie en faseringskosten voorkomend uit de jaarlijkse bezuinigingen doorberekent aan de gemeente. 3

4 Extra stimulering voor het werven en opleiden van leerlingen in de basisschoolleeftijd Bij de keuze voor optie 1 (uittreden op basis van subsidierelatie) bezuinigen wij vanaf 2014 een fors bedrag. Omdat er op deze manier een deel van het muziekonderwijs wegvalt, kunnen wij de inwoners van Korendijk een alternatief aanbieden door te kiezen voor één van de twee muziekverenigingen. Hierbij is het nadeel dat de muziekles van de twee muziekverenigingen HaFaBra gericht is (harmonie en fanfare). Dat wil zeggen dat les op instrumenten zoals bijvoorbeeld viool, piano, gitaar niet meer gesubsidieerd worden. De leerlingen die deze muziekinstrumenten willen bespelen zullen dan zelf de muzieklessen moeten bekostigen en op zoek gaan naar muziekonderwijs van privédocenten. Ons college stelt de raad voor om vanaf 2014 jaarlijks een klein bedrag voor de Korendijkse muziekverenigingen beschikbaar te stellen voor het stimuleren van actieve werving en opleiden van leerlingen in de basisschoolleeftijd, bijvoorbeeld door een jeugdplan in samenwerking met het basisonderwijs. Wethouder van Hulst heeft hierover met de Korendijkse muziekverenigingen al gesproken en zij zijn bereid hiervoor een plan op te stellen. Financiële consequenties: Met de keuze voor optie 1 wordt de subsidierelatie binnen een redelijke termijn afgebouwd. Er dient wel rekening gehouden te worden met een eventuele claim voor wachtgeld in de vorm van een afkoopsom. Jaarlijks een klein bedrag beschikbaar stellen aan de Korendijkse en voor het werven en opleiden van leerlingen in de basisschoolleeftijd. Personele consequenties: Geen. Communicatie: Stichting Kunstzinnige Vorming ToBe wordt zo spoedig mogelijk van ons besluit in kennis gesteld. Verdere procedure: De subsidie relatie zal in drie jaar afgebouwd worden. Standpunt college 1) de raad voor te stellen om op basis van de juridische conclusie te kiezen voor optie 1, t.w. het beëindigen van de subsidierelatie met Stichting Kunstzinnige Vorming Tobe (op grond van de Awb) in een redelijke termijn (3 jaar) met een redelijke afbouwregeling; 2) dit zo snel mogelijk aan Stichting Kunstzinnige Vorming Tobe mee te delen; 3) om m.i.v een klein bedrag (bijvoorbeeld 1.000,00) te bestemmen voor een stimulering van de muziekverenigingen in Korendijk. Bijlagen: Raadsvoorstel van B&W d.d.26 november t.b.v. de raadsvergadering , Raadsbesluit d.d Kopie van de statuten. Memo Marieke Faasen d.d Raadsvoorstel d.d Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerpbesluit. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Korendijk, de secretaris, de burgemeester, M.A.I. Born R.W.J. Melissant-Briene 4

5 5

6 Nummer: KNDK/2011/1448 De raad der Gemeente Korendijk; Gezien het voorstel van de voorzitter van de raad/het college van burgemeester en wethouders d.d. 29 mei 2012 inzake de toekomst Stichting Kunstzinnige Vorming ToBe / stopzetting subsidie Besluit 1) om op basis van de juridische conclusie te kiezen voor optie 1, t.w. het beëindigen van de subsidierelatie met Stichting Kunstzinnige Vorming Tobe (op grond van de Awb) in een redelijke termijn (3 jaar) met een redelijke afbouwregeling; 2) dit zo snel mogelijk aan Stichting Kunstzinnige Vorming Tobe mee te delen; 3) om m.i.v een klein bedrag (bijvoorbeeld 1.000,00) te bestemmen voor een stimulering van de muziekverenigingen in Korendijk. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Korendijk de griffier, de voorzitter, A. Goslings R.W.J. Melissant-Briene 1