Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit > Heerenveen. Jaarverslag

Transcriptie

1 Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit > Heerenveen Jaarverslag 2013

2

3 Inhoudsopgave < 1. Inleiding 1.1 ter introductie 1.2 samenstelling van de commissie 2. Gemeentelijk beleid 2.1 algemeen 2.2 welstandsbeleid 2.3 erfgoedbeleid 2.4 reclamebeleid 2.5 handhavingsbeleid 3. Lokale commissie 3.1 de openbare vergadering 3.2 vooroverleg, tussenoverleg en nabespreking 3.3 overige activiteiten 4. Cijfers en grafieken 4.1 aantal adviesaanvragen 4.2 percentage plannen met bezoek 4.3 percentage naar aard van de adviezen 4.4 percentage naar omvang van de bouwsom 5. Principes en praktijk van de advisering 5.1 algemeen 5.2 hanteren van de welstandsnota in de dagelijkse praktijk advisering in afwijking van de nota in afwijking van het advies verleende of geweigerde vergunning(en) 5.5 advisering t.a.v. monumentenaanvragen. 6. Bijzondere ontwikkelingen en projecten 6.1 bijzondere ontwikkelingen 6.2 bijzondere projecten 7. Conclusies en aanbevelingen

4 > Inleiding 1.1 Ter introductie Hûs en hiem in transitie Voor de deelnemende gemeenten in de gemeenschappelijke regeling hûs en hiem was 2013 een jaar van strategische heroriëntatie. Liquideren, fuseren of transformeren? Kort gezegd waren dit de meest fundamentele keuzes die aan het Algemeen Bestuur zijn voorgelegd door een werkgroep, die toekomstscenario s voor hûs en hiem heeft geschetst. Niet de kwaliteit van advisering door hûs en hiem vormde de aanleiding voor de heroriëntatie en de toekomstverkenning, exploitatietekorten in de bedrijfsvoering wel. De omzet van hûs en hiem bleef ook gedurende het verslagjaar dalen als gevolg van vraaguitval. Uit een peiling onder de deelnemende gemeenten bleek dat er voldoende draagvlak is voor het in stand houden van een gezamenlijke organisatie van de gemeenten op het gebied van ruimtelijke kwaliteit in Fryslân. Wel werd besloten om in te grijpen in de bedrijfsvoering. Eind 2013 werd door het Algemeen Bestuur besloten tot effectuering van het toekomstscenario met de titel: Zelfstandige continuering van hûs en hiem na transitie tot een flexibele organisatie met een passende omvang van de formatie. Contact tussen raadsleden en de door de raad benoemde leden van de commissie ruimtelijke kwaliteit is onverminderd van belang. In 2013 is gestart met het organiseren van bijeenkomsten en excursies, waarbij gemeenteraadsleden en medewerkers van hûs en hiem gezamenlijk de resultaten van het eigen welstands- en monumentenbeleid in de gemeente hebben aanschouwd en bediscussieerd. Dit initiatief is voor herhaling vatbaar en zal in 2014 worden voortgezet. Ongetwijfeld komt aan orde op welke wijze de gemeenteraad in de komende jaren invulling wil geven aan het beleid op het gebied van ruimtelijke kwaliteit in uw gemeente. Op hûs en hiem kan een blijvend beroep worden gedaan als betrouwbaar en gezaghebbende adviseur. Naast een sluitende exploitatie voor de gemeenschappelijke regeling is de transitie van hûs en hiem er ook op gericht om per gemeente maatwerk te leveren. De keuze voor een flexibele organisatie stelt hûs en hiem in staat om mee te bewegen met toekomstige veranderingen in de vraag naar onafhankelijk en deskundig advies op het gebied van ruimtelijke kwaliteit. Marc A. Visser directeur

5 Inleiding < 1.2 Samenstelling van de commissie De Lokale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit van de gemeente Heerenveen is één van de 25 commissies die in Friesland werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van hûs en hiem en kent twee leden: een vaste voorzitter/rayonarchitect (3 jaar) en een roulerende secondant (± 4 maanden). Beiden zijn architect en/of monumentendeskundige en benoemd door de gemeenteraad. De samenstelling van de Lokale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit was in 2013 als volgt: - Voorzitter / rayonarchitect: A.R.J. Bremer - Secondant 1 e trimester: G. Boschloo - Secondant 2 e trimester: G. Timmer - Secondant 3 e trimester: P. Klimstra De commissie werd ondersteund door: - Monumentendeskundige: G. Timmer De Lokale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit functioneert onder mandaat van de Centrale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit. In de praktijk voorziet de lokale commissie veruit het grootste aantal bouwaanvragen van adviezen (ruim 95%). Zes plannen zijn voorgelegd aan de Centrale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit te Leeuwarden. Meer cijfers en grafieken vindt u in hoofdstuk 4. A.R.K. Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit Lokale A.R.K. (2 leden) Centrale A.R.K. (9 leden) Voorzitter: Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit (3 jr) 2 Architecten (extern) (3 jr) Secr: Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit (4 mnd) Stedenbouwkundige (3 jr) Burgerlid (3 jr) (Facultatief) monumentendeskundige Landschaparchitect (3 jr) Monumentendeskundige (3 jr) Cultuurhistoricus (3 jr) Voorzitter (3 jr) Secretaris Opbouw Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit

6 > Gemeentelijk beleid 2.1 Algemeen Het gemeentelijk welstandsbeleid maakt deel uit van het totale gemeentelijke ruimtelijk beleid. De advisering vindt plaats binnen de bouwmogelijkheden van de bestemmingsplannen. Sinds de invoering op 1 juli 2008 van de nieuwe Wet op de Ruimtelijke ordening vormt de Structuurvisie het richtinggevend document voor de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen op de langere termijn met uitwerkingen tot de vereiste maatregelen op kortere termijn. Aan de ruimtelijke kwaliteit wordt verder sturing gegeven met beeldkwaliteitplannen, gemeentelijk monumentenbeleid en reclamebeleid. 2.2 Welstandsbeleid Het gemeentelijk welstandsbeleid is in 2004 door de gemeenteraad voor het eerst vastgesteld. In 2013 is een nieuw gemeentelijk welstandsbeleid vastgesteld. Dit beleid kent een aantal welstandsniveaus. Het laagste niveau is het niveau waarbij geen welstandsbeoordeling plaatsvindt. Wel is er sprake van excessenbeleid. Dit niveau wordt welstandsluw genoemd. Op voorhand is aangegeven dat voorkomen dient te worden dat de vraag of iets wel of niet als exces moet worden aangemerkt na de vergunningverlening of de bouw wordt voorgelegd. Dit heeft zich in het verslagjaar nog niet voorgedaan. Voor sommige ontwikkelingen in het welstandsluwe gebied zijn specifieke beeldkwaliteitplannen gemaakt zodat bij de ontwikkeling er toch sprake is van sturing vooraf. De beheerssituatie is vervolgens welstandsvrij / luw. 2.3 Erfgoedbeleid De erfgoedverordening van Heerenveen is in 2010 vastgesteld. Mede door haar erfgoed onderscheidt de gemeente zich. In de gemeente Heerenveen bevinden zich 71 rijksmonumenten en 262 vastgestelde gemeentelijke monumenten. In 2013 heeft de aanwijzing van Oranjewoud tot (rijks-) beschermd dorpsgezicht plaats gevonden. In het verlengde van en conform de nota Cultuurhistorisch Onderzoek van de Gemeente Heerenveen zijn 255 panden in procedure genomen voor aanwijzing tot gemeentelijk monument. De aanwijzing is nog niet geformaliseerd. Onduidelijk is wanneer dit alsnog gaat gebeuren en wat de mogelijke gevolgen hiervan zijn voor de status van voorbescherming. Verder noemen we de lijst monumentale bomen en de uitbreidingslijst funerair erfgoed. Het archeologiebeleid van de gemeente behoeft nog verdere uitwerking.

7 Gemeentelijk beleid < 2.4 Reclamebeleid De gemeente voert een beperkt reclamebeleid, te weten voor Heerenveencentrum, het bedrijventerrein IBF, een deel van de K.R. Poststraat en het sportstadgebied. Voor reclame in de overige gebieden gelden de algemene welstandscriteria en de gebiedsgerichte criteria waarbij interpretatie vaak nodig is. 2.5 Handhavingsbeleid Met ingang van 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van kracht geworden. Deze wet regelt dat gemeenten en provincies nog maar één vergunning voor ruimtelijke activiteiten afgeven en handhaven, namelijk de Omgevingsvergunning. De Wabo vereist dat gemeenten een handhavingsbeleid opstellen. Een krachtig handhavingsbeleid draagt, zo blijkt uit de praktijk van de advisering, bij aan het vergroten van het draagvlak voor de ruimtelijke kwaliteitsborging. De gemeente Heerenveen heeft ten aanzien van welstand een terughoudend handhavingsbeleid.

8 > Lokale commissie 3.1 De openbare vergadering De commissie komt eens in de twee weken op het gemeentehuis voor de welstandsadvisering van de ingediende bouwaanvragen. Ter plaatse worden de plannen (voor het eerst) bekeken en getoetst. Deze vergadering is op maandagochtend in de even weken en is openbaar. Veelal worden aanvragers door de gemeente uitgenodigd een toelichting te geven en aanwezig te zijn bij de openbare behandeling van hun plan. Ook belanghebbende zijn daarbij van harte welkom. Soms wordt volstaan met het bieden van de mogelijkheid hiertoe. De communicatie verloopt doorgaans effectiever en plezieriger indien aanvragers aanwezig zijn. Niet alleen is de advisering met een mondelinge toelichting van de commissie duidelijker dan een adviesbrief, ook kan een mondelinge toelichting van de aanvrager meer inzicht bieden in de werkelijke bedoelingen. In 2013 was de gemeente zelf merendeels niet aanwezig bij de vergadering. De agenda van de vergadering wordt vooraf op de website van de gemeente gepubliceerd. 3.2 Vooroverleg en tussenoverleg Naast de formele welstandstoetsing biedt de vergadering ook de mogelijkheid tot vooroverleg met de commissie. De aanvrager krijgt daarmee in een vroeg stadium zicht op de aanvaardbaarheid van zijn plannen. Van deze besprekingen wordt verslag gemaakt zodat hier in een later stadium op kan worden teruggekomen. Ook vindt er tussenoverleg plaats. Vaak gaat het over een mogelijke aanpassing van het eerder beoordeelde plan of wordt het uitgebrachte advies verduidelijkt Overige activiteiten Opgenomen binnen de bijeenkomsten van de lokale commissie zijn het overleg van de centrumcommissie. In de gemeente Heerenveen heeft dit jaar geen Nije pleats overleg plaatsgehad. Over de realisatie van een nieuw zuivelbedrijf op de kavels heeft verkennend overleg plaatsgehad.

9 Cijfers en grafieken <

10 > Cijfers en grafieken 4.1 Aantal adviesaanvragen en behandelingen gemeentelijk aanvragen gemeente Heerenveen aanvragen Provinciaal Aantal adviesaanvragen en behandelingen provinciaal De afname van het aantal adviesaanvragen begint af te vlakken. De gemeente Heerenveen volgt deze trend 4.2 Percentage plannen met bezoek 50% 40% 30% 20% 10% 0% Percentage plannen met bezoek plannen met bezoek Heerenveen plannen met bezoek Provinciaal Met 36% plannen met bezoek gaan de gemeente en het provinciaal gemiddelde gelijk op. Ook blijkt uit het percentage het belang dat de aanvrager hecht aan het bijwonen en toelichten. De openbare vergadering voorziet duidelijk in een behoefte.

11 Cijfers en grafieken < 4.3 Percentage naar aard van de adviezen 50% 40% 30% 20% 10% Het percentage voldoet adviezen ligt in de gemeente iets onder het provinciaalgemiddelde. Ook het jaar 2013 maakt hier geen uitzondering op. 0% Percentage VOLDOET adviezen bij 1 e behandeling 50% 40% 30% 20% Het aantal voldoet mits adviezen ligt iets hoger dan gemiddeld en schommelt al jaren rond en iets boven het provinciale gemiddelde 10% 0% Percentage VOLDOET MITS adviezen bij 1 e behandeling 50% 40% 30% 20% 10% Het percentage negatieve adviezen laat een daling zien tot onder het gemiddelde. Het sterk toegenomen aantal vooroverleg adviezen speelt hierbij een rol. 0% Percentage VOLDOET NIET adviezen bij 1 e behandeling 50% 40% 30% 20% 10% 0% Percentage VOOROVERLEG adviezen bij 1 e behandeling Het vooroverleg voorziet in een toenemende behoefte. De gemeente Heerenveen maakt dit jaar een grote inhaalslag van ruim onder tot ruim boven het gemiddelde. --- Gemeente Heerenveen --- Provinciaal

12 > Cijfers en grafieken 4.4 Percentage naar omvang van de bouwsom 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% % 0% gemeente Heerenveen Percentage naar omvang van bouwsom 35% 30% % % % 10% % 0% provinciaal Percentage naar omvang van bouwsom Gekeken naar percentages naar omvang van de bouwsom vertoont de gemeente een afwijkend beeld van het provinciaal gemiddelde en dit zowel in percentages als ontwikkeling van die percentages in de afgelopen jaren. Mogelijk dat de positie van de gemeente als knooppunt in de provincie hier mee te maken heeft. Het is echter zonder nader onderzoek slechts gissen.

13 Cijfers en grafieken <

14 > Principes en praktijk van de advisering 5.1 Algemeen De advisering aan de gemeente behelst de toetsing van de ingediende bouwplannen aan het door de gemeenteraad vastgestelde beleid. Voor een beter begrip blijkt het steeds weer goed te zijn de aanvragers tijdens de beoordeling in de lokale commissie op de hoogte te stellen van deze taak: de adviescommissie ruimtelijke kwaliteit adviseert immers niet op basis van eigen voorkeuren, zoals nog wel eens wordt gedacht. In dit hoofdstuk komt het belang van de duidelijkheid van het te beoordelen materiaal en van het toetsingskader aan de orde. Ook de mate waarin de welstandsnota toereikend is voor alle adviesaanvragen en in hoeverre de advisering door het College kan worden overgenomen wordt besproken. 5.2 Hanteren van de welstandsnota in de dagelijkse praktijk. Voor de toetsing gold de in 2004 door de gemeenteraad vastgestelde nota inclusief enkele latere aanvullingen en aanpassingen. De welstandscriteria in welke vorm dan ook, gaven tijdens het opstellen van de adviezen, ook bij twijfelgevallen, in de meeste gevallen voldoende houvast om een gefundeerde advies uitspraak te kunnen doen. In enkele gevallen was een nadere toelichting van de gemeente nodig om tot een juiste interpretatie van de richtlijnen en vervolgens een advies te komen. Geregeld was extra informatie nodig over het bestemmingsplan in relatie tot de welstandsrichtlijnen (dit gold vaak de vrijstellingsbepalingen). De aanwezigheid van een gemeenteambtenaar bij de openbare vergadering werd in 2013 node gemist. Vooruitlopen op wijzigend gemeentelijk beleid In haar advisering geeft de commissie uitvoering aan vastgesteld vigerend gemeentelijk welstandsbeleid. Het welstandsbeleid zoals dat in 2004 is vastgesteld staat ter discussie, los maar misschien deels in samenhang daarmee heeft bij de gemeentelijke afdeling handhaving welstand geen hoge prioriteit. Vooruitlopen op mogelijk nieuw beleid kan de commissie, zeker waar nog geen helderheid daarover is, hooguit in een zogenaamd tweeërlei advies (bij vigerend beleid geldt het volgende advies, mocht echter het gemeentelijk beleid anders zijn namelijk, dan... etc.).

15 Principes en praktijk van de advisering < De openbare vergadering van de commissie Heerenveen-Centrum De aanvragen in het gebied Heerenveen-Centrum worden in de commissie Heerenveen-Centrum besproken. De vergadering van deze commissie is ingepast in de vergaderingen van de lokale commissie. Deze commissie kent naast de leden van de lokale welstandscommissie een vertegenwoordiger van de winkeliersvereniging, en van de gemeente een stedenbouwkundige, de monumentenambtenaar en een vergunningverlener. In totaal betrof dit 51 planbeoordelingen. Geregeld ging het hierbij om pui-wijzigingen en reclameaanvragen. Ook zijn de nieuwe straatverlichting en de mogelijkheid voor winterserres besproken. Voor het gebied heeft de gemeenteraad specifieke richtlijnen vastgesteld die als bijlage in de nota zijn opgenomen. Nieuwbouw voor Skoatterwâld en bij Tjalleberd De aanvragen voor nieuwbouw in Skoatterwâld en bij Tjalleberd worden beoordeeld in aanwezigheid van de supervisor of zijn vervanger. Voor beide gebieden geldt tijdens de ontwikkeling een beeldkwaliteitsplan waar de supervisor in eerste instantie de bewaker van is. Het aantal aanvragen voor nieuw te bouwen woningen was in beide gebieden in 2013 gering Reclameaanvragen In de huidige situatie geldt voor sommige gebieden een expliciet reclamebeleid. Bij andere gebieden vindt toetsing plaats aan de hand van impliciete welstandsrichtlijnen. Dit is zeker voor de aanvrager weinig helder. De commissie wil nogmaals aangeven dat het kunnen beschikken over een op de gemeente Heerenveen toegespitste reclamenota geldend voor het hele grondgebied van belang is. Heldere onderlinge afspraken zijn onmisbaar bij het voorkomen van wildgroei en het creëren en instandhouden van de gewenste beeldkwaliteit. Gemeentelijk reclamebeleid is daarvoor het aangewezen instrument. 5.3 Advisering in afwijking van de criteria In veruit de meeste gevallen bieden de criteria van de welstandsnota voldoende houvast voor de beoordeling van de aanvragen. In die gevallen waarbij de commissie van mening is dat een afwijkend ontwerp zowel op zichzelf van bijzondere kwaliteit is alsook wel degelijk een extra bijdrage aan het omgevingsbeeld kan leveren kan de commissie besluiten de hardheidsclausule te gebruiken. Vrijwel zonder uitzondering worden deze gevallen aan de breed samengestelde centrale commissie voorgelegd. In het verslagjaar is er overigens geen gebruik gemaakt van de hardheidsclausule.

16 > Principes en praktijk van de advisering 5.4 In afwijking van het advies verleende of geweigerde bouwvergunning Ten einde zo goed mogelijk te adviseren en de advisering zo vergaand mogelijk overeen te laten stemmen met het gemeentelijke beleid (het kader waarbinnen onze advisering dient plaats te vinden) blijkt het gewenst kennis te hebben van het aantal keren dat afgeweken wordt van een advies. Een motivering is hierbij zeer gewenst. (overigens dient deze motivering ook bij de vergunningverlening of weigering vermeld te worden). Dit jaar is ons schriftelijke meldingen gedaan van verlening van bouwvergunningen in afwijking van het welstandsadvies bij zes aanvragen (vijf reguliere welstandsaanvragen en één welstands- en monumentenaanvraag). In 2011 bedroeg dit acht aanvragen. Veelal werd afgeweken in verband met bepaalde toezeggingen of sociale en/of economische belangen. Ook werd een keer afgeweken vooruitlopend op nieuw welstandsbeleid (w12hrv047) en een discrepantie tussen de vigerende welstandsnota en nieuwe stedenbouwkundige richtlijnen (w12hrv185) Advisering monumentenaanvragen De lokale adviescommissie ruimtelijke kwaliteit beoordeelt in eerste instantie of zij de aanvraag verder zelf af kan handelen. Wanneer blijkt dat de aanvraag door de lokale adviescommissie zelf afgehandeld kan worden, schrijft zij een gecombineerd welstand en monumentenadvies. Indien voor de bouwaanvraag zeer specifieke monumentenkennis nodig is dan neemt de lokale adviescommissie het bouwplan mee naar kantoor alwaar de monumentenadviseur of de centrale adviescommissie ruimtelijke kwaliteit zich over het plan buigt. Op deze wijze is het mogelijk om adviesaanvraag zorgvuldig en binnen de gestelde termijnen te behandelen. In het verslagjaar zijn 26 aanvragen door de gemeente aan de commissie voorgelegd.

17 Bijzondere ontwikkelingen en projecten < 6.1 Bijzondere ontwikkelingen Het industrieterrein IBF is de plek geworden waar de zuivelindustrie fors in investeert met de bouw van verschillende fabrieken. De productievergroting in de melkveehouderij is door de gehele provincie al een tijd zichtbaar in de vorm van uitbreiding van de stallen en het aantal stuks melkvee. De opschaling van de melkverwerking vindt in een relatief laat stadium plaats en lijkt zich sterk op de plaats Heerenveen te concentreren. De centrale ligging, de directe snelwegontsluiting en de beschikbare hoeveelheid grond zijn doorslaggevende factoren. 6.2 Bijzondere projecten Als bijzondere plannen kunnen we in 2013 de bouw van meerdere zuivelfabrieken noemen. Met name het complex van Aware / Fonterra aan de buitenste rand van het IBF langs de snelweg springt hierbij in het oog. Niet alleen qua bouwmassa vormt de fabriek een imposante verschijning ook qua vormgeving is het complex meer dan een optelsom van functionaliteit. We zijn dan ook nieuwsgierig naar de uiteindelijke verschijningsvorm.

18 > Bijzondere ontwikkelingen en projecten Een ander veelbesproken project vormt het molenplein. Na een aantal aanpassingen is het plan positief beoordeeld. De stedenbouwkundige structuur zou als gevolg hiervan verdichten waardoor de rafelige randen aan het plein zouden verdwijnen. Dit project is echter gestrand.

19 Conclusies en aanbevelingen < 7 Conclusies en aanbevelingen De commissie is zich er steeds van bewust dat het gemeentelijk welstandsbeleid en daarmee de advisering evenwichtig en proportioneel moet worden uitgevoerd. De wijze waarop hieraan uitvoering kan en mag worden gegeven is aan veranderingen onderhevig. Maatschappelijke veranderingen, veranderingen in wetgeving, maar ook technische ontwikkelingen en ervaringen in de dagelijkse praktijk maken dat ook de welstandsadvisering methodisch geregeld aanpassing behoeft. Met haar advisering draagt de commissie bij aan de uitvoering van het beleid van de gemeente Heerenveen op het gebied van ruimtelijke kwaliteit. De eventuele kritiek op plannen wordt mede door de inzet van de behandelende ambtenaren doorgaans in een vervolgaanvraag ondervangen. In de begeleiding van de aanvragen schoot de gemeente Heerenveen in 2013 door afwezigheid bij de openbare vergaderingen niet alleen naar de commissie maar zeker ook naar de aanvragers tekort. Deze afwezigheid ging ook ten koste van een efficiënte aanvraagafhandeling. Onnodige vertraging is hiervan het gevolg. Een goede communicatie is voor dit vakgebied van essentieel belang. Menig aanvrager beseft zich dit en komt langs. Maar liefst 40% van alle plannen wordt door de aanvrager toegelicht. Dat brengt ons op de volgende conclusies en aanbevelingen. Ruimtelijk beleid - Als commissie juichen we de integratie van beleid ten aanzien van het belang van ruimtelijke kwaliteit toe. Goede voorbeelden hiervan zijn de werkgroep de Nije Pleats en de pilots Team Ruimtelijke Kwaliteit. - Verdere afstemming tussen bestemmingsplan en welstandsbeleid wordt de komende jaren cruciaal. Erfgoedbeleid - Tevens is ook afstemming van het monumenten- en archeologiebeleid aan te bevelen. De rijksoverheid streeft een meer gebiedsgerichte benadering van het erfgoedbeleid na en het bestemmingsplan wordt ook ingericht om cultuurhistorische waarden te borgen. - In het algemeen bevelen wij gemeenten van harte aan om informatie over het erfgoed binnen de gemeente en het bijbehorend erfgoedbeleid meer onder de aandacht van de burgers te brengen.

20 > Conclusies en aanbevelingen - Het belang van een gemeentelijk monumentenbeleid en de daarbij behorende monumentenlijst wordt steeds groter. De door de gemeente in 2010 ingezette lijn met de nota Cultuurhistorische Onderzoek behoeft voortzetting. Reclamebeleid - We adviseren de reclamenota uit te breiden zodat voor het hele gebied van de gemeente helderheid van beleid geldt. Algemeen - We verzoeken ons schriftelijke melding te blijven doen in geval van verlening van bouwvergunningen in afwijking van het welstandsadvies. - Onder andere voor een efficiënte (en klantvriendelijke) behandeling van de aanvragen is de aanwezigheid van een ambtenaar van de gemeente tijdens de lokale commissievergadering gewenst. - Ook het gericht blijven informeren van de aanvragers omtrent de mogelijkheid tot plantoelichting en/of vooroverleg tijdens de zittingen van de Lokale commissie draagt positief bij aan de advisering Tot slot nodigen wij u van harte uit, een zitting van de Lokale adviescommissie ruimtelijke kwaliteit bij te wonen. Namens de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit, René Bremer, voorzitter lokale commissie Heerenveen 2013.

21

22