Standpunt VVSG Parkeren: agenten van politie altijd al bevoegd voor vaststellen gedepenaliseerde parkeerovertredingen

Transcriptie

1 Standpunt VVSG Parkeren: agenten van politie altijd al bevoegd voor vaststellen gedepenaliseerde parkeerovertredingen Het recente vonnis omtrent het Brugse parkeertoezicht geeft de indruk dat er na het verschijnen van de wet van 1 april 2006 betreffende de agenten van politie een nieuwe situatie ontstond inzake de bevoegdheid van agenten van politie voor het vaststellen van gedepenaliseerde parkeerovertredingen. Maar in die wet gaat het louter om de expliciete bevestiging van een mogelijkheid die reeds bestond. Het aanbrengen van die verduidelijking was trouwens een aanbeveling van Commissie ter Begeleiding van de Politiehervorming op Lokaal Niveau in haar tweede evaluatieverslag (april 2005): De Commissie beveelt aan dat de hulpagenten het parkeertoezicht kunnen blijven uitoefenen. Bovendien is het aangewezen dat deze taak in het bevoegdheidspakket van de hulpagenten duidelijker wordt verankerd in de regelgeving. Volgens de rechter is de hamvraag of de verkeerspolitie (in casu de agenten van politie) bevoegd is om die parkeerbelasting vast te stellen? Volgens het vonnis is de verkeerspolitie niet bevoegd om die parkeerbelasting vast te stellen in de periode voor 10 mei Vanaf 10 mei 2006, datum van de inwerkingtreding van de nieuwe wet betreffende de agenten van politie, zijn zij volgens de rechter wel bevoegd om gedepenaliseerde parkeerovertredingen te controleren. Volgens de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) zijn de agenten van politie steeds bevoegd geweest om de gedepenaliseerde parkeerovertredingen te controleren, ook in de periode voor 10 mei 2006 omwille van volgende redenen: 1. Artikel 25 WPA was niet van toepassing op de hulpagenten (agenten van politie) Een eerste argument contra haalt de rechter uit artikel 25 van de Wet op het politieambt (WPA): De politieambtenaren kunnen niet met andere administratieve taken worden belast dan die welke hun uitdrukkelijk worden opgedragen door of krachtens de wet. In afwijking van het eerste lid, kunnen (hen) administratieve taken worden toevertrouwd ten aanzien waarvan de uitoefening van politiebevoegdheden is vereist voor het volbrengen ervan en waarvan de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie in onderling akkoord de lijst bepalen. Volgende de rechter is er geen wettelijke bepaling die voorziet dat de politiediensten een fiscale controle kunnen uitvoeren. Maar artikel 25 van de WPA was voor de wetswijziging van 1 april 2006 (Wet betreffende de agenten van politie) niet van toepassing op de voormalige hulpagenten want de voormalige hulpagenten (huidige agenten van politie) zijn geen politieambtenaren. Zie artikel 117 van de Wet op de geïntegreerde politie (WGP): Het operationeel kader bestaat uit politieambtenaren die in drie kaders zijn verdeeld : het basiskader, het middenkader en het officierskader. Het operationeel kader kan bovendien een kader van agenten van politie omvatten. De politieambtenaren zijn bevoegd voor de uitoefening van opdrachten van gerechtelijke en bestuurlijke politie. De agenten van politie zijn geen politieambtenaren, maar hebben een beperkte politiebevoegdheid.( ) sjabloon tekst met logo.doc - KVD - 11 mei /5

2 Op het moment van de feiten was het artikel 25 WPA niet van toepassing op de agenten van politie. Pas sinds de wet van 1 april 2006 betreffende de agenten van politie is het artikel 25 WPA wel van toepassing op de agenten van politie want artikel 5 van die wet wijzigde artikel 25 WPA. Er wordt niet langer meer gesproken van politieambtenaren maar van leden van operationeel kader van de politie waar de agenten van politie wel onder vallen: De leden van het operationeel kader van de politiediensten kunnen niet met andere administratieve taken worden belast dan die welke hun uitdrukkelijk worden opgedragen door of krachtens de wet. In afwijking van het eerste lid, kunnen (hen) administratieve taken worden toevertrouwd ten aanzien waarvan de uitoefening van politiebevoegdheden is vereist voor het volbrengen ervan en waarvan de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie in onderling akkoord de lijst bepalen. Pas sinds deze wetswijziging is de Wet op het politieambt sinds 10 mei 2006 ook van toepassing op de agenten van politie. In de Memorie van Toelichting wordt uitdrukkelijk vermeld dat door deze wetswijziging de hulpagenten onder het toepassingsgebied van de WPA vallen wat voordien niet het geval was. Artikel 25 WPA was niet van toepassing op de hulpagenten (agenten van politie). 2. De feiten vallen nog steeds onder het wegverkeersreglement Los van de vraag of artikel 25 WPA al dan niet van toepassing was, waren de agenten van politie bevoegd door of krachtens een wet: - Het wegverkeersreglement (Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg. B.S ). De feiten die aanleiding geven tot de parkeerbelasting (in casu het niet gebruiken van de parkeerschijf in de blauwe zone) vallen onder artikel van het Wegverkeersreglement: ZONE MET BEPERKTE PARKEERTIJD (blauwe zone) Elke bestuurder die, op een werkdag of op de dagen vermeld op de signalisatie, een auto parkeert in een zone met beperkte parkeertijd, moet op de binnenkant van de voorruit of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig een parkeerschijf aanbrengen, die overeenstemt met het model dat bepaald is door de Minister van Verkeerswezen. Het begin en het einde van die zone worden aangeduid door een verkeersbord waaraan de zonale geldigheid wordt gegeven bedoeld in artikel 65.5 en die het verkeersbord E9a en de parkeerschijf weergeeft. ( ). Sinds de wet van 7 februari 2003 houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid zijn de artikelen 27.1, 27.2 en 27.3 en 27 ter (enkele niet-hinderlijke parkeerovertredingen) uit het strafrecht gehaald. Dit betekent dat het parket niet langer kan vervolgen op basis van een proces-verbaal. Er kan dus geen strafrechtelijke sanctie meer volgen op de overtreding van deze artikelen (= gedepenaliseerde parkeerovertredingen). Maar de betrokken artikelen staan nog steeds in het wegverkeersreglement. In het belastingsverordening mbt het betalend parken wordt onder meer expliciet verwezen naar artikel 27.1 van het wegverkeersreglement. Artikel 3 van het wegverkeersreglement bepaalt wie bevoegd is voor het toezicht: Art. 3. BEVOEGDE PERSONEN. De personen bevoegd om toezicht uit te oefenen op de naleving van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer en de ter uitvoering daarvan genomen reglementen, zijn : 1 het personeel van het operationele kader van de federale en de lokale politie; (...). sjabloon tekst met logo.doc - KVD - 11 mei /5

3 Aangezien de agenten van politie tot het operationeel kader behoren (zie hierboven artikel 117 WGP) vallen zij onder het toepassingsgebied van artikel 3. - Ook artikel 58 van de Wet op de geïntegreerde politie bepaalt dat agenten van politie bevoegd zijn voor het toezicht op de politie op het wegverkeer (wegverkeersreglement): Art. 58. De agenten van politie mogen geen opdrachten van bestuurlijke of gerechtelijke politie uitvoeren, behalve de bevoegdheden die hen zijn toegekend inzake de politie van het wegverkeer en die om toe te zien op de naleving van gemeentelijke politieverordeningen. Binnen die bevoegdheden kunnen zij de identiteit van iedere persoon die een misdrijf heeft begaan controleren. Agenten van politie zijn bevoegd om toezicht te houden op het wegverkeersreglement. De feiten die aanleiding geven tot de parkeerbelasting (in casu het niet gebruiken van de parkeerschijf in de blauwe zone) vallen onder artikel van het Wegverkeersreglement. 3. Wet van 1 april 2006 betreffende de agenten van politie bevestigde bestaande toestand De rechter wijst in het vonnis op het feit dat de politiediensten vanaf 10 mei 2006 wel bevoegd zijn om gedepenaliseerde parkeerovertredingen te controleren ingevolge de wet van 1 april 2006 betreffende de agenten van politie. Volgens de rechter houdt deze wet een wijziging in van artikel 29 van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer en was deze wet niet van toepassing van 8 april De Wet van 1 april 2006 voegde artikel 29 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer aan met volgende bepaling: Het niet meer strafrechtelijk bestrafte parkeren bedoeld in het voorgaande lid kan, tot een datum bepaald door de Koning, door de hulpagenten van politie worden vastgesteld met het oog op de vestiging van een parkeerretributie of belasting, verschuldigd krachtens de wet van 22 februari 1965 waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorrijtuigen in te voeren. Deze bepaling is als amendement bij het wetsontwerp ingediend en goedgekeurd. Uit de verantwoording van het amendement blijkt duidelijk dat de bedoeling was van de indiener om de bevoegdheden ondubbelzinnig vast te leggen en een bestaande toestand te bevestigen: Sedert de inwerkingtreding van de wet van 7 februari 2003 houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid zijn het parkeren met beperkte parkeertijd, het betalend parkeren en het bewonersparkeren, uit de strafrechtelijke sfeer gehaald. Zelfs al zijn de leden van de politie, volgens de bepalingen van de wegcode, bevoegd gebleven om te letten op de naleving van de wetten en reglementen over de politie van het wegverkeer, toch is het zo dat de wetgever blijkt te hebben bedoeld de politie te ontheffen van de voormelde materie en er derhalve andere instanties en personen mee te belasten (gemeentelijke ambtenaren of private vennootschappen), met de bedoeling de politieambtenaren toe te laten zich toe te leggen op hun kerntaken. Het voorliggend wetsontwerp beoogt een gelijkaardig doel, vermits het er hier om gaat toe te laten dat de politieambtenaren zich toeleggen op het beantwoorden van de gerechtvaardigde verwachtingen van de bevolking op het vlak van veiligheid, terwijl gelijklopend de bevoegdheid van de hulpagenten inzake verkeer zonder dubbelzinnigheid wordt vastgelegd. In dat kader is het niet onlogisch te bepalen, wat het doel is van dit amemendement, dat de algemene bevoegdheid van de hulpagenten ook toepassing kan vinden wat betreft de vaststelling van gedepenaliseerde parkeerovertredingen. Er kan inderdaad moeilijk betwist worden dat het toezicht op het parkeren op de openbare weg deel uitmaakt van de politie van het wegverkeer. Het behoud van de bepalingen betreffende het parkeren met beperkte parkeertijd, het betalend parkeren en het bewonersparkeren in de wegcode toont dat voldoen- sjabloon tekst met logo.doc - KVD - 11 mei /5

4 de aan. Het is dan ook aangewezen dat de hulpagenten ermee kunnen belast worden. Het tweede verslag van de Commissie ter begeleiding van de politiehervorming op het lokale niveau ondersteunt dit voorstel ten andere, waar het de aanbeveling doet (p 156) dat de hulpagenten het parkeertoezicht kunnen blijven uitoefenen. Bovendien is het aangewezen dat deze taak in het bevoegdheidspakket van de hulpagenten duidelijker wordt verankerd in de regelgeving.( ). Uit het tweede verslag van de Commissie ter begeleiding van de politiehervorming op het lokale niveau (april 2005) blijkt nogmaals dat de Commissie ervoor pleitte dat de hulpagenten het parkeertoezicht verder konden blijven uitoefenen en bovendien duidelijker zou vastgelegd worden in de wetgeving: De Commissie merkt op dat volgens het ontwerp van omzendbrief die de administratieve taken van de lokale politie bepalen, het parkeertoezicht en de controle op het gebruik van parkeerautomaten, het beheer en inning van de retributies niet langer meer door politieambtenaren, hulpagenten of burgerpersoneel van de lokale politie zal kunnen gebeuren. In vele gemeenten bestaat er geen systeem van "betalend parkeren" via parkeermeters of automaten. De gemeenten hebben wel elk min of meer uitgebreide blauwe zones. Het uitbesteden van de controles aan private partners is niet altijd een echte optie omwille onder andere van het feit dat de omvang van de te controleren plaatsen te klein is om financieel interessant te zijn voor een private partner. Ook het inzetten van gemeenteambtenaren is op het niveau van gemeenten van dergelijke omvang niet opportuun. Bovendien treedt dan het probleem op dat deze mensen bij hun toezicht vaak andere "niet gedepenaliseerde" inbreuken zien waartegen ze dan weer niet kunnen optreden met alle discussies en wrevel van dien bij de weggebruikers. Het systeem van hulpagenten die zowel de gedepenaliseerde als de "gewone" inbreuken kunnen vaststellen is voor gemeenten en zones van een bepaalde omvang (en zo zijn er veel) duidelijk de beste en meest verantwoorde oplossing. Het laat toe de "eerder beperkte" plaatsen met gedepenaliseerde inbreuken" afdoende te controleren en dit bovendien te koppelen aan het gewone verkeerstoezicht op basis van de wegcode. Vele burgemeesters wijzen eveneens op het feit dat ze jaren geleden speciaal hulpagenten hebben aangeworven voor het parkeertoezicht. Bovendien zorgen deze hulpagenten tijdens het parkeertoezicht voor meer blauw op straat. Deze taak nu ontrekken aan de hulpagenten is vanuit financieel oogpunt niet realistisch en niet verantwoord. ( ) De Commissie beveelt aan dat de hulpagenten het parkeertoezicht kunnen blijven uitoefenen. Bovendien is het aangewezen dat deze taak in het bevoegdheidspakket van de hulpagenten duidelijker wordt verankerd in de regelgeving. Met andere woorden, de aanvulling van artikel 29 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer door de wet van 1 april 2006 betreffende de agenten van politie had niet tot doel om de bevoegdheden van de agenten van politie op vlak van depenaliseerde parkeerovertredingen grondig te wijzigen maar enkel tot doel de bestaande toestand nog eens expliciet te bevestigen zodat er geen discussie meer mogelijk was. Eindconclusie: Volgens de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) zijn de agenten van politie steeds bevoegd geweest om de gedepenaliseerde parkeerovertredingen te controleren, ook in de periode voor 10 mei mei 07 Koen Van Heddeghem, stafmedewerker Politie & Veiligheid Erwin Debruyne, stafmedewerker mobiliteit en wegbeheer sjabloon tekst met logo.doc - KVD - 11 mei /5

5 Bronnen: ies/taksverordening_op_het_betalend_parkeren.pdf (taksverordening stad Brugge) (wet van 1 april 2006 betreffende agenten van politie) (amendement wetsontwerp agenten van politie - pagina 4) (Tweede evaluatieverslag begeleidingscommissie - pagina 156) sjabloon tekst met logo.doc - KVD - 11 mei /5