OPERATIONEEL PLAN STROOMUITVAL
|
|
- Norbert Koster
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 OPERATIONEEL PLAN STROOMUITVAL
2 Colofon Dit document is tot stand gekomen onder regie van de Stafdirectie Risico- en Crisisbeheersing (SRC) Adres Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) Stafdirectie Risico- en Crisisbeheersing Postbus 9154, 3007 AD Rotterdam Druk Versie mei 2009 Auteur en eindredactie Peter Uithol Leden werkgroep: Peter Uithol Renate Smaal Anja Boogaard Emma Bregonje Monique Scheunemann Emil van Schie René van der Linden Paul Berkers Roy Johannink Bas van Eijk Saskia Wiegmans Marco van den Berg Niels Robbemont Met medewerking van: Klaas de Dood VRR/SRC VRR/SRC VRR/SRC VRR/SRC VRR/Directie Ambulancezorg en GHOR VRR/RBRR Gemeente Maassluis Gemeente Krimpen a/d IJssel Gemeente Rotterdam Regiopolitie Rotterdam-Rijnmond Havenbedrijf Rotterdam N.V./ Divisie Havenmeester DCMR Milieudienst Rijnmond Waterschap Hollandse Delta Stedin Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept
3 Leeswijzer Het Operationeel Plan Stroomuitval (OPS) is bedoeld voor operationele en bestuurlijke functionarissen die te maken kunnen krijgen met een (dreigende) stroomuitval in de regio Rotterdam-Rijnmond. Dit plan geeft inzicht in de mogelijke gevolgen van de stroomuitval en de belangrijkste aandachtspunten hierbij voor hulpdiensten, gemeenten en waterbeheerders (waterschappen en Rijkswaterstaat). De functionarissen en bestuurders kunnen aan de hand van de checklisten in dit document vaststellen wat de benodigde maatregelen zijn en wie voor de uitvoering van deze maatregelen verantwoordelijk is. In de inleiding wordt uitgelegd welke redenen aan dit operationeel plan ten grondslag liggen. Daarna volgt een hoofdstuk over de netbeheerders in de regio Rotterdam-Rijnmond. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de mogelijke oorzaken van stroomuitval en in welke situaties er sprake kan zijn van een dreigende stroomuitval. Het voornaamste deel van dit operationeel plan bestaat uit de checklisten, die gebruikt kunnen worden bij stroomuitval. Dit betreft checklisten voor de Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK) en de Stafofficier brandweer (SO), het Regionaal Operationeel Team (ROT) en de Gemeentelijke/Regionale Veiligheidsstaf (GVS en RVS). Een checklist voor een CoPI is bewust achterwege gelaten. Wanneer bij een grootschalige stroomuitval opgeschaald wordt, zal dat direct opschaling naar een ROT betreffen, die de omgevingseffecten van de stroomuitval oppakt. Een CoPI zal alleen ter plaatse komen indien de stroomuitval tot een incident leidt en het noodzakelijk is om het incident te bestrijden (en niet de overige effecten van de stroomuitval). De alarmering en opschaling geschieden conform de GRIP-regeling Rotterdam- Rijnmond 1. De ernst van de stroomuitval is afhankelijk van diverse factoren. Aan de hand van deze factoren (genoemd in de checklist van de Officier van Dienst GMK/Stafofficier brandweer) vindt de beeldvorming van de situatie plaats. Deze beeldvorming is bepalend voor de vraag in hoeverre opschaling noodzakelijk is. De aandachtspunten en mogelijke acties in de checklisten van het ROT, de GVS en de RVS zijn een hulpmiddel voor de teams om bij de stroomuitval zo volledig en effectief mogelijk de maatschappelijke gevolgen, die binnen de verantwoordelijkheid van de overheid vallen, te beperken of op te lossen. De acties zijn specifiek geadresseerd aan de verschillende diensten/ gemeenten. Dit operationeel plan sluit af met een hoofdstuk over een specifiek belang van risico- en crisiscommunicatie in het kader van stroomuitval. Dit plan beschrijft niet welke maatregelen de diensten zelf nemen om bij stroomuitval te kunnen blijven functioneren of welke maatregelen zij nemen in het kader van hun taakuitvoering bij stroomuitval. Hiervoor is elke dienst/gemeente zelf verantwoordelijk. 1 Versie Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept
4 Versiebeheer Versie Datum Wijzigingen ten opzichte van de voorgaande versie oktober 2007 Deze eerste versie van het Operationeel Plan Stroomuitval vervangt het deel stroomuitval in het Millenniumplan mei 2009 Deze versie is ontwikkeld om leerervaringen uit incidenten te verwerken en als gevolg van een organisatie verandering bij Stedin. Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept
5 Inhoudsopgave LEESWIJZER... 3 VERSIEBEHEER... 4 INHOUDSOPGAVE... 5 HOOFDSTUK 1 INLEIDING Niet zelfredzamen, redzamen en zelfredzaamheid HOOFDSTUK 2 OORZAKEN VAN EEN STROOMSTORING Inleiding Onverwachte stroomstoring Dreiging van een stroomstoring Planningstaf HOOFDSTUK 3 GEVOLGEN VAN STROOMUITVAL IN DE MAATSCHAPPIJ Inleiding Toename in gevolgen van stroomuitval Omgaan met de gevolgen van stroomuitval HOOFDSTUK 4 NETBEHEERDERS Inleiding Acties Stedin bij stroomuitval Beperkingen capaciteit Stedin HOOFDSTUK 5 COMMUNICATIE Inleiding Risicocommunicatie Crisiscommunicatie CHECKLIST 1 OVD- GMK EN STAFOFFICIER BRANDWEER CHECKLIST 2 PERIODE 0 TOT 2 UUR CHECKLIST 3 PERIODE 2 TOT 8 UUR CHECKLIST 4 PERIODE MEER DAN 8 UUR CHECKLIST 5 GEMEENTEN CHECKLIST 6 REGIONALE VEILIGHEIDSTAF BIJLAGE 1 BESLUIT TOT VASTSTELLING BIJLAGE 2 Q&A LIST STROOMUITVAL BIJLAGE 3 LEVERANCIERS NOODSTROOMAGGREGATEN BIJLAGE 4 BEREIKBAARHEIDSGEGEVENS STEDIN BIJLAGE 5 INCIDENTAFHANDELINGSPLAN STEDIN BIJLAGE 6 BESTUURLIJKE NETWERKKAART 14 ELEKTRICITEIT EN GAS BIJLAGE 7 GEVOLGEN VAN EEN STROOMSTORING IN HET OPENBAAR VERVOER45 BIJLAGE 8 AFKORTINGENLIJST BIJLAGE 9 VERZENDLIJST Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept
6 Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept
7 Hoofdstuk 1 Inleiding In Rotterdam-Rijnmond valt jaarlijks meerdere malen de stroom uit. Hieronder vallen ook stroomstoringen die voor een korte tijd s nachts plaatsvonden en/of dusdanig kort van duur waren, dat stroomafnemers er zelf nauwelijks iets van merkten. In veel gevallen bleven de gevolgen van een stroomstoring beperkt tot wat ongemak. Echter, er heeft ook een aantal malen stroomuitval plaatsgevonden, waarvan de gevolgen wel duidelijk merkbaar waren. Onder bepaalde omstandigheden leidde stroomuitval tot opschaling van de hulpverlening om maatschappelijke ontwrichting te voorkomen of op te lossen. In juli 2004 zaten meerdere gemeenten zonder stroom als gevolg van brand in een transformator in Krimpen aan den IJssel en schaalde de regio op tot GRIP 2. Op 5 augustus 2006 kwam het hele eiland Goeree- Overflakkee langdurig zonder stroom te zitten, hetgeen de burgemeesters deed besluiten op te schalen tot GRIP 4, zodat de bestuurlijke maatregelen van de gemeenten gecoördineerd konden worden. Op 25 en 26 november 2005 leidde een langdurige stroomstoring in Haaksbergen in combinatie met hevige sneeuwval tot opschaling. Op 29 maart 2007 werd Haaksbergen wederom getroffen door een grote stroomstoring waarbij tienduizenden zonder stroom kwamen te zitten. De storing werd veroorzaakt doordat een duwboot, die een ponton met daarop een hijskraan duwde, tegen hoogspanningskabels was gevaren, waardoor deze kapot gingen. Het stukvliegen van een hoogspanningsleiding in de Bommelwaard op 12 december 2007 had een langdurige stroomstoring van enkele dagen tot gevolg, waarbij zo'n huishoudens en ongeveer inwoners in de Bommelerwaard werden getroffen. Daarnaast zijn ook internationale voorbeelden van stroomuitval te noemen, waar gecoördineerde inzet van hulpdiensten en gemeenten noodzakelijk was. Bovenstaande voorbeelden geven de noodzaak aan van een goede voorbereiding van hulpdiensten, gemeenten én burgers op situaties zonder stroom. Het onderliggende operationeel plan is bedoeld als handvat voor de operationele diensten en bestuurders die tijdens een langdurige en grootschalige stroomstoring in actie komen. Het operationeel plan stroomuitval is het resultaat van de samenwerking tussen gemeenten, hulpdiensten, waterbeheerders en Stedin onder regie van de Stafdirectie Risico- en Crisisbeheersing. Daarnaast is gebruik gemaakt van beschikbare literatuur, evaluaties en andersoortige documenten over stroomuitval. 1.1 Niet zelfredzamen, redzamen en zelfredzaamheid. De burger behoudt zijn eigen verantwoordelijkheid. Gemeenten en hulpdiensten zullen in eerste instantie de aandacht richten op de groepen personen die niet zelfredzaam zijn en op het beperken van maatschappelijke gevolgen van neveneffecten van stroomuitval. Bijvoorbeeld mogelijke problemen bij kwetsbare objecten zoals ziekenhuizen, industriële bedrijven en energiecentrales. Personen, groepen of instellingen die bij een stroomstoring mogelijk niet meer zelfredzaam zijn, extra aandacht en mogelijk zelfs hulp van gemeenten en hulpdiensten behoeven, worden in dit plan samengevat onder de term kwetsbaar. Dit betreft onder meer mensen die thuis aan een beademingsapparaat zitten en instellingen als zorginstellingen, penitentiaire inrichtingen en ziekenhuizen. Er zal worden gestreefd naar het versterken en beter benutten van zelfredzaamheid en redzaamheid van burgers en bedrijven. Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept
8 Bij een grootschalige calamiteit zijn de hulpdiensten niet met voldoende capaciteit aanwezig om iedereen te helpen. Gelukkig zijn heel veel burgers en bedrijven in staat om zichzelf en anderen te helpen. Burgers vormen een zeer gewenste aanvulling op de beschikbare capaciteit voor het bestrijden van de gevolgen van een crisis. Zij beschikken over bruikbare vaardigheden, kennis en middelen. Bedrijven kunnen zelf maatregelen voorbereiden en nemen met betrekking tot bedrijfscontinuïteit en bedrijfsbeveiliging. Uitgangspunten bij het versterken en benutten van zelfredzaamheid en redzaamheid zijn: Toelaten: Laat burgers helpen. Toeval: Maak gebruik van omstandigheden. Continuïteit: Sluit aan bij de natuurlijke reactie van mensen en aanwezige structuren. Mobiliseer: Vraag om hulp. Kennis: Geef burgers kennis en informatie. Coördineer: Stem vraag en aanbod op elkaar af. De overheid stuurt ook aan op zelfredzaamheid met behulp van (landelijke) campagnes. Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept
9 Hoofdstuk 2 Oorzaken van een stroomstoring 2.1 Inleiding Er zijn meerdere oorzaken die aan de onderbreking van de elektriciteitsvoorziening ten grondslag kunnen liggen. Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen een onverwachte stroomstoring en een stroomstoring die men van tevoren (zover mogelijk) kan zien aankomen. De onverwachte of spontane stroomonderbreking komt in de eerstvolgende paragraaf (2.2) aan de orde. Paragraaf 2.3 behandelt de situaties waarbij er sprake is van dreigende stroomonderbreking en de consequenties hiervan. 2.2 Onverwachte stroomstoring Een onverwachte uitval in de stroomvoorziening is het gevolg van het falen van het netwerk. Het netwerk kan uitvallen als gevolg van diverse gebeurtenissen, te weten: Natuurlijke oorzaken: de stroom valt uit als gevolg van weersomstandigheden zoals ijzel, sneeuw, storm, overstroming en blikseminslag. Over het algemeen geldt dat daarbij de transportleidingen beschadigd raken of zelfs breken 2. Incident of technische storing: een stroomstoring vindt plaats door een storing in het besturingssysteem, beschadiging van de onderdelen van het transport- of distributienet of extremer: een omgevallen hoogspanningsmast. Ook een incident of storing in een schakelstation, waarbij de lokale netbeheerder niet in de gelegenheid is de stroomvoorziening tijdig te herrouteren, kan leiden tot een stroomonderbreking 3. Menselijke fouten: menselijke fouten kunnen leiden tot storingen in de levering van stroom, bijvoorbeeld een bedieningsfout in een schakelstation, beschadiging van kabels door graafwerkzaamheden (meestal door derden) of door werkzaamheden aan componenten van de infrastructuur. Slijtage: het distributienetwerk en de centrales moeten continu worden onderhouden en dit vraagt investeringen van de netbeheerders om te voorkomen dat slijtage tot een onderbreking in de levering van stroom leidt. Opzettelijke oorzaak: de stroomleverantie wordt ongeoorloofd onderbroken door een moedwillige handeling aan het besturingssysteem, aan kabels of aan verdeelstations, dus sabotage (bijvoorbeeld als terroristische actie). Onverwachte stroomstoringen hoeven niet altijd het gevolg te zijn van een gebeurtenis in Nederland. Door de koppeling van de netten binnen Europa is er meer zekerheid op continue stroomleverantie, dat wil zeggen: problemen in de stroomleverantie kunnen door deze koppeling binnen het totale Europese net opgevangen worden. De kans op een stroomstoring in Nederland is daardoor geringer. Maar deze koppeling maakt minder reserve in de regionale netten noodzakelijk en geeft zelf ook wer nieuwe kansen op falen: Indien een groot storing optreedt en opvang binnen het regionale net niet meer mogelijk is, kunnen de gevolgen van dat probleem groter zijn, dat wil zeggen de storing in de stroomleverantie zal een groter gebied treffen. Dit gebeurde op 4 november 2006 toen in Duitsland een hoogspanningsleiding werd uitgeschakeld om een schip te laten passeren, waardoor het stroomnet in Duitsland, maar ook in andere delen van Europa onstabiel werd en grote delen door beveiligingen werden uitgeschakeld. 2 Zie voor voorbeelden: C. Schockman, V. Arends, T. Bosmans, M. Hohl, S. van der Loos, Grootschalige stroomuitval: stroomloos, radeloos, reddeloos..?, Nibra, februari Hulpverleningsdienst Regio Twente, Aandachtspunten bij langdurige stroomuitval, Enschede, 1 december 2006, pag. 2. Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept
10 2.3 Dreiging van een stroomstoring Onder sommige omstandigheden is de kans op een stroomonderbreking groter dan normaal. Dit geldt zowel in een acute situatie (bijvoorbeeld bij brand), als ruim van tevoren, zoals bij aangekondigd onderhoud aan hoofdcomponenten van het elektriciteitsnet (bijvoorbeeld een vermogenstransformator) of bewuste afschakeling. Brand in een (ruimte van een) transformator: Bij problemen met een transformator kan de stroomleverantie normaliter overgenomen worden door andere transformatoren. Echter, de brand kan ook gevaar opleveren voor de naastgelegen transformatoren, of naastgelegen transformatoren kunnen de bluswerkzaamheden belemmeren. In dat geval kan door de netbeheerder besloten worden (een) naastgelegen transformator(en) af te schakelen. Dit gebeurde op 1 juli 2004 in Krimpen aan den IJssel. Meerdere gemeenten zaten toen zonder stroom. Onderhoud door Stedin en/of Tennet: Bij onderhoud door Stedin of Tennet aan bijvoorbeeld een vermogenstransformator is er minder reserve paraat en is de kans op uitval groter of de herstelduur langer dan normaal. Een voorbeeld van een dergelijk onderhoud door Tennet vond in oktober 2006 en in november 2008 plaats. De aankondiging hiervan en de mogelijke gevolgen van een mogelijke stroomuitval bij dit onderhoud leidde binnen de VRR tot de instelling van een planningstaf. Bewuste afschakeling: De mogelijkheid bestaat dat Tennet de balans tussen productie en vraag van de stroomvoorziening niet kan handhaven. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer er sprake is van langdurige hitte en droogte in het land en de temperatuur van koelwater, dat wordt gebruikt door elektriciteitsproducenten, te hoog wordt waardoor de productie beperkt moet worden. In dat geval kan Tennet één of meer regionale netbeheerders, waaronder Stedin, opdracht geven een deel van het vermogen af te schakelen. Stedin moet hierbij zeer snel handelen, dat wil zeggen binnen een paar minuten deze actie uitgevoerd hebben. Indien het vermogen voor meer dan twee uur moet worden afgeschakeld, zal Stedin meerdere gebieden selecteren, waarin om beurten de stroom voor twee uur wordt afgeschakeld. In een ministeriële regeling van het Ministerie van Economisch Zaken is opgenomen dat bij afschakeling de eerste prioriteit ligt bij Openbare Orde en Veiligheid en Volksgezondheid. Als er direct moet worden afgeschakeld, is de tijd te kort om als veiligheidsregio voorbereidingen te treffen. Het snel opstarten van de crisiscommunicatie is in deze situatie essentieel. Op de daarop volgende afschakelingen kan geanticipeerd worden. Daarnaast kunnen private bedrijven besluiten stroom ter beschikking te stellen in plaats dit voor eigen doeleinden in te zetten. 2.4 Planningstaf Bij een dreigende stroomstoring, waarbij de dreigingsontwikkeling een multidisciplinaire afstemming van de te nemen (voorzorgs-) maatregelen indiceert, kan binnen de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond een planningstaf worden ingesteld 4. Bij voorkeur zijn dit functionarissen die in de verwachte periode van stroomuitval piketdienst hebben en opgeroepen kunnen worden voor het ROT. Zij kunnen de mogelijke gevolgen van de verwachte storing in kaart brengen, onderzoeken welke kwetsbare groepen/instellingen in het gebied zijn en of er evenementen gepland staan. Aan de hand hiervan kan de planningstaf een plan opstellen voor de benodigde maatregelen en de te volgen communicatiestrategie. Daarnaast kan Stedin als netwerkbeheerder in de planningstaf uitgenodigd worden, zodat er afgestemd kan worden over de prioritering van aanschakelmogelijkheden en eventuele andere maatregelen. Tevens kunnen in de voorbereidingsperiode relevante partners op de hoogte gesteld worden teneinde hen de 4 GRIP-regeling Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, versie 5.8, 16 maart 2009, pag. 24. Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept
11 gelegenheid te geven hun eigen maatregelen ten aanzien van stroomuitval nog eens aan te scherpen. Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept
12 Hoofdstuk 3 Gevolgen van stroomuitval in de maatschappij 3.1 Inleiding De beschikbaarheid van elektriciteit lijkt een vanzelfsprekendheid in dit land. Steeds meer voorzieningen zijn gekoppeld aan stroom. De maatschappij is daarmee ook afhankelijk geworden van de continue leverantie van stroom. Burgers zijn gewend te allen tijde radio, televisie en computer aan te kunnen zetten, gebruik te kunnen maken van wasmachines en keukenapparatuur en om de beschikking te hebben over warm water en verwarming. Telefoneren gebeurt steeds vaker met mobiele telefoons of (in huis) draadloze telefoons, die opgeladen moeten worden en afhankelijk zijn van elektriciteit. Hetzelfde geldt voor bedrijven en instellingen als bejaardentehuizen. Liften zullen niet meer functioneren. Productieprocessen en voorzieningen als elektronische deuren, beveiligingpoortjes, betaalautomaten functioneren op basis van stroom. Ook transport is afhankelijk van stroomvoorziening: bij stroomuitval treedt direct een verstoring op doordat trams, metro s en treinen niet meer rijden, spoorbomen niet meer open- of dichtgaan en het tanken van brandstof niet meer mogelijk is. Winkels functioneren niet meer voor het inkopen van de dagelijkse behoeften omdat kassa s, koeling en verlichting uitvallen. 3.2 Toename in gevolgen van stroomuitval De maatschappelijke gevolgen van een verstoring van de elektriciteitsvoorziening zijn sterk afhankelijk van de duur van de verstoring. Direct na de verstoring treedt een groot aantal gevolgen op. De meldkamers van hulpdiensten zullen binnen korte tijd veel meldingen ontvangen. Naarmate de verstoring langer duurt, zullen de gevolgen steeds omvangrijker worden en ongeveer lineair toenemen. Er zal maatschappelijke onrust ontstaan, onder meer als gevolg van verkeerschaos op de weg, uitval van openbaar vervoer en uitval van voorzieningen. Ook kunnen er problemen in de openbare orde ontstaan, bijvoorbeeld omdat pinautomaten en beveiligingscamera s niet meer werken en rolluiken van winkels niet meer omhoog of omlaag kunnen. Na ongeveer 8 uur zullen de gevolgen exponentieel toenemen en uiteindelijk tot problemen voor burgers, bedrijven en instellingen kunnen leiden. De communicatie wordt bemoeilijkt mede door overbelasting en uitval van het (mobiele) telefoonnet, het langdurige gebrek aan watervoorziening, met name in hoogbouw, zal problemen geven voor met name sanitaire voorzieningen, temperatuurgevoelige waren zullen bederven, langdurige uitval van de warmtevoorziening zal vooral problemen opleveren voor niet zelfredzame personen. In industriële gebieden moet aandacht zijn voor het mogelijk ontstaan van milieuschade als door de uitval van de stroom de productieprocessen verstoord worden. Door uitval van gemalen in combinatie met hevige regenval kan wateroverlast en kunnen rioolwateroverstorten op oppervlaktewater ontstaan, indien gemalen en rioolgemalen niet, of niet tijdig kunnen worden voorzien van noodstroomvoorziening (noodaggregaten). De gevolgen van de uitval van stroom, zal met name tot problemen leiden indien er factoren zijn die deze gevolgen versterken, zoals het tijdstip waarop de stroomuitval plaatsvindt, de weersomstandigheden (extreme hitte of kou, extreme regenval of sneeuw) en het gebied dat getroffen is (een grote stad, industrie of een dunbevolkt gebied). Ook de samenstelling van de bevolking in een bepaald gebied kan van invloed zijn. Daarnaast zal een ieder persoonlijk het ongemak van stroomuitval anders ervaren. Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept
13 3.3 Omgaan met de gevolgen van stroomuitval Naarmate de stroomstoring voorduurt zal er meer afstemming tussen diensten, gemeenten en organisaties als waterbeheerders en openbaar vervoer bedrijven nodig zijn om de gevolgen in goede banen te leiden. Door in deze omstandigheden gecoördineerd samen te werken kan sturing worden gegeven aan de mogelijk ontstane maatschappelijke- en bestuurlijke consequenties. Ook op het moment dat de stroom weer aangeschakeld kan worden, is aandacht van deze diensten nodig. Gezamenlijk zal bepaald moeten worden welke volgorde van aanschakelen de voorkeur verdient. Dit is afhankelijk van de situatie op dat moment en de vraag welk gebied, welke gebouwen of welke groepen mensen op dat moment in de grootste problemen verkeren. Daarnaast is het bepalen van de volgorde belangrijk om neveneffecten te voorkomen, bijvoorbeeld bij het aanschakelen van rioolgemalen. Indien na een langdurige uitval de stroom weer aangeschakeld is, zullen burgers, bedrijven en instellingen nog met de gevolgen belast zijn, onder meer door de economische schade die is opgetreden. Hulpdiensten, gemeenten, water- en wegbeheerders, openbaar vervoerbedrijven en ziekenhuizen bereiden zich voor op de mogelijke uitval van stroom, door het afstemmen van maatregelen en het opstellen van plannen. Daarnaast kunnen ook bedrijven en burgers zich voorbereiden op de uitval van stroom en de gevolgen daarvan, zodat zij tijdens de stroomuitval zelfredzaam kunnen zijn. In 2006 en 2008 is er sprake geweest van groot onderhoud aan transformatoren waarbij in bepaalde perioden een verhoogde kans op stroomuitval in een groot gebied ontstond. Deze gebeurtenissen hebben bij een aantal partners aanleiding gegeven om hun zelfredzaamheidniveau aanzienlijk te verhogen, bijvoorbeeld door hun aansluitmogelijkheden voor een noodstroomvoorziening te verbeteren, dan wel hun interne planvorming op dit punt nog eens aan te scherpen. Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept
14 Hoofdstuk 4 Netbeheerders 4.1 Inleiding Rotterdam-Rijnmond is voor de levering van stroom afhankelijk van twee partijen: Tennet en Stedin. Tennet is de beheerder van het landelijke transportnet van stroom. Zij beheert het 220kV-net en 380 kv-net in heel Nederland en het 150 kv-net in Zuid-Holland. Deze netten verbinden alle regionale elektriciteitsnetten en het Europese net met elkaar. Naast het beheer van het net, bewaakt Tennet de betrouwbaarheid en continuïteit van de Nederlandse elektriciteitsvoorziening. Tennet doet dit door het transportnet op onpartijdige wijze beschikbaar te stellen voor elektriciteitstransporten en de noodzakelijke balans tussen vraag en aanbod in Nederland te waarborgen 5. Stedin is de regionaal netbeheerder in Rotterdam-Rijnmond. Stedin zorgt voor de aanleg, de uitbreiding, het onderhoud en het beheer van de regionale energienetten. Hiermee zorgt Stedin onder meer binnen Rotterdam-Rijnmond voor het transport van elektriciteit en gas van alle leveranciers naar de klantaansluiting 6. Bij (dreigende) langdurige onderbreking van de elektriciteitsvoorziening is Stedin het eerste aanspreekpunt voor gemeenten en hulpdiensten binnen de Veiligheidsregio Rotterdam- Rijnmond. In de voorbereiding op deze mogelijke stroomstoringen vindt er tussen de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en Stedin gegevensuitwisseling plaats, wordt er afgestemd over plannen en procedures en worden afspraken gemaakt. 4.2 Acties Stedin bij stroomuitval Op het moment dat in het bedrijfsvoeringcentrum van Stedin een melding komt van een probleem in de stroomvoorziening op een bepaalde plek, bijvoorbeeld een melding van een door de beveiliging aangestuurde vermogensschakelaar in de regio, dan duurt het enige tijd voordat Stedin zelf inzicht heeft in wat voor storing het betreft, hoe groot het getroffen gebied is en hoe lang herstel van de energielevering vermoedelijk zal duren. In eerste instantie zal een medewerker van Stedin naar de lokatie gaan, die de storingsmelding afgeeft. Deze medewerker heeft dus te maken met een aanrijtijd. Ter plekke zal de medewerker de storingsmelding onderzoeken. Veelal wordt het beeld pas compleet als ook andere locaties onderzocht zijn. Doel is te achterhalen welke component in storing is geraakt om deze vrij te schakelen van het net en de energielevering via alternatieve wegen te herstellen. Pas op het moment dat de medewerker dit doorgeeft aan het bedrijfsvoeringcentrum, wordt het beeld compleet en kan Stedin inschatten hoe lang herstel van de energielevering vermoedelijk zal duren en dit beeld naar derden communiceren, waaronder de VRR. Afhankelijk van de complexiteit van de netsituatie en omvang van de storing kan Stedin in samenwerking met de VRR onderzoeken of het mogelijk is herstel van de reguliere energievoorziening in bepaalde deelgebieden of aan kritieke afnemers met voorrang uit te voeren, of daar van noodaggregaten gebruik te maken totdat de gehele stroomvoorziening hersteld is. Stedin heeft een beperkte eigen voorraad noodstroomvoorzieningen ter beschikking. Deze zullen in overleg met het CoPI/ROT op de meest kwetsbare plaatsen worden ingezet. Particulieren en bedrijven staat het uiteraard vrij om hun eigen voorzieningen te treffen in het kader van zelfredzaamheid. In aanvulling hierop kunnen gemeenten zelf noodaggregaten aantrekken en inzetten. Stedin kan voor het aansluiten van deze voorzieningen in zekere mate ten dienste zijn. 5 Hulpverleningsdienst Regio Twente, Aandachtspunten bij langdurige stroomuitval, Enschede, 1 december 2006, pag Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept
15 4.3 Beperkingen capaciteit Stedin Stedin is als organisatie berekend op het gelijktijdig afhandelen van meerdere (ook grote) storingen. Heeft de storing de omvang van een substantiële calamiteit, dan is op zeker moment de standaard ingeroosterde capaciteit volledig benut en zal er voor extra assistentie of voor bijkomende storingen een beroep worden gedaan op niet-ingeroosterde medewerkers. Deze extra inzet kan enige tijd kosten. Dit geldt ook voor liaisons die zitting nemen in de verschillende opgerichte operationele teams en veiligheidsstaven. Deze functionarissen zijn in het algemeen wel beschikbaar voor een telefonisch overleg. Het werkveld van Stedin beperkt zich niet tot onze regio. Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept
16 Hoofdstuk 5 Communicatie 5.1 Inleiding Zoals in hoofdstuk 3 al werd uiteengezet is de maatschappij gewend aan de beschikbaarheid van stroom en is het aan burgers zelf, de overheid, instellingen bedrijven om zich hierop voor te bereiden. Dit vereist een risicobewustzijn van burgers. De overheid kan dit risicobewustzijn bevorderen door te communiceren over de kans dat de stroom uitvalt en de gevolgen die dat voor de maatschappij kan hebben. Ook op het moment dat de stroom is uitgevallen, verdient communicatie door de overheid veel aandacht. Vooral de manier hoe te communiceren zonder stroom is een thema waarbij moet worden stil gestaan. 5.2 Risicocommunicatie Door middel van risicocommunicatie maak je mensen bewust welke maatregelen getroffen zijn en wat zij moeten doen als er onverhoopt toch iets mis gaat. De netbeheerders proberen zoveel mogelijk de leverantie van stroom te verzekeren en zullen tijdens een stroomuitval zoveel mogelijk proberen de duur en omvang van uitval te beperken. De overheid treft maatregelen om het ongemak van burgers, maatschappelijke consequenties en incidenten tijdens een stroomuitval zoveel mogelijk te voorkomen of het hoofd te bieden. De in dit document opgenomen checklisten bestemd voor de diverse functionarissen en gremia en de in bijlage 2 opgenomen Q & A lijst geven hiervoor een handvat. Van burgers kan echter ook een bepaalde mate van zelfredzaamheid verwacht worden. Via landelijke campagnes, waaronder Denk vooruit van de directie Nationale Veiligheid (Ministerie van BZK) worden burgers geïnformeerd over de risico s van stroomuitval en welke maatregelen zij kunnen treffen om voorbereid te kunnen zijn op stroomuitval Crisiscommunicatie Voor de voorlichting aan burgers en media tijdens een stroomuitval of in de voorbereiding op een dreigende stroomuitval is de GRIP-regeling 8 van toepassing. In de communicatie wordt afgestemd met de voorlichter van Stedin. Gezien de huidige inzichten met betrekking tot crisiscommunicatie is het aan te bevelen om open over de mogelijkheid van de dreigende stroomuitval te communiceren. Dit zal de mate van zelfredzaamheid bij een daadwerkelijke uitval verhogen en zal de werkelijke knelpunten bij niet- zelfredzame vroeger en beter aan het licht brengen. Bij een grootschalige stroomstoring op GRIP niveau sluit Stedin aan bij de voorlichting door de Veiligheidsregio. Een bijzonder aspect in de voorlichting bij een stroomstoring is dat veel burgers geen radio-ontvangst (ondanks het advies van de overheid om ook een radio op batterijen te hebben), televisieontvangst of internetverbinding hebben. Deze media kunnen echter nog wel gebruikt worden ten behoeve van bewoners die niet thuis zijn of door derden (bijvoorbeeld familieleden), die door de bewoners in het gebied hiervoor worden benaderd. Veel burgers hebben geen vaste telefoon meer, maar een draadloze (DECT telefoon) of mobiele telefoon. De draadloze telefoons zullen direct uitvallen. Mobiele telefoons werken op accu s, dus zullen bij een stroomstoring na enkele uren/dagen niet meer werken. Bij uitval van de GSM masten in het getroffen gebied zal mobiele telefonie direct al niet meer mogelijk zijn. De (langdurige) afwezigheid van radio, tv, internet en communicatiemogelijkheden zal de behoefte van burgers aan informatie extra kunnen versterken. Daarbij is voorlichting een belangrijk aandachtspunt. Vanwege het feit dat de elektronische media niet kunnen worden ingezet, is de gemeente op zichzelf aangewezen en afhankelijk van traditionele voorlichtingsmiddelen. Opties zijn dan (zoals genoemd in de in dit plan opgenomen checklisten) 7 Zie 8 GRIP-regeling VRR, versie 5.8, 16 maart Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept
17 het gebruik van geluidswagens 9 of de verspreiding van flyers per woning. Het verspreiden van flyers is één van de betrouwbaarste methoden. Wie de flyers verspreidt, maakt niet uit. Dit kunnen gemeenteambtenaren zijn, maar ook postbeambten of vrijwilligers (van verenigingen). Daarnaast zijn lokale informatiepunten in te richten waar burgers hun informatie kunnen halen (en brengen). Potentiële lokale informatiepunten zijn wijkbureaus, brandweer kazernes, maar ook cafés en kantines van verenigingen. Daarnaast kan een burgemeester de hulp inroepen van het callcenter van het NCC. Een website zal voor de bewoners in het gebied weinig van betekenis zijn bij de afwezigheid van stroom, maar kan voor bewoners of derden buiten het gebied wel informatie verschaffen. De communicatiemedewerkers (webredacteuren) van de getroffen gemeente(n) zijn verantwoordelijk voor de invulling van de website en de gemeentelijke websites. De burgemeester kan (tegen betaling) het callcenternummer inzetten, namelijk Het nut hiervan voor de aanwezigen binnen het gebied is afhankelijk van de mate waarop het mobiele telefoonverkeer nog mogelijk is en in hoeverre de accu s van mobiele telefoons in het gebied nog opgeladen zijn. Ondanks alle technische beperkingen is het aan te raden zo snel mogelijk te starten met communiceren. Ook al is er geen tv mogelijk in het getroffen gebied, zorg toch voor meldingen via RTV Rijnmond. Ook al weet je nog niets over oorzaak of duur: start met communiceren. De ervaringen uit de Tieler- en de Bommelerwaard leren ons dat de berichtgeving toch velen bereikten. Men gaat zelf op zoek naar berichten. 9 Uit de evaluaties van Haaksbergen is gebleken dat de inzet van geluidswagens een minder effectief middel is dan algemeen wordt aangenomen. Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept
18 Checklist 1 OVD- GMK 10 EN STAFOFFICIER BRANDWEER De Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK) van de VRR kan via verschillende kanalen het signaal krijgen dat er in de regio sprake is van stroomuitval. Ten eerste kan de GMK direct door Stedin geïnformeerd worden. Ten tweede zullen burgers en bedrijven bellen met de meldkamer op het moment dat zij ongemak van een stroomuitval ondervinden. In dat geval zal de GMK contact opnemen met Stedin. Bij melding of bevestiging van Stedin van een stroomuitval informeert de centralist GMK de OVD GMK. Deze maakt een eerste inschatting van ernst en omvang van de storing. De GMK alarmeert de Stafofficier Brandweer en de Hoofdofficier van Dienst Brandweer (HoVD). Aan de hand van de informatie die op dat moment bekend is, maakt de Stafofficier Brandweer de inschatting of brandweermaatregelen nodig zijn en zal hij/zij naar de GMK komen. Beeldvorming SO brandweer / OVD GMK Via contact met Stedin (door centralist GMK of door OVD GMK zelf voor update van de informatie) Benodigde informatie (factoren) - Aantal getroffen abonnees - Omvang stroomstoring (gebied) - Tijdstip aanvang stroomstoring - Verwachte duur stroomstoring - Ingezette maatregelen door Stedin - Voortgang herstel stroom SO / OVD GMK zelf - Meteo - Tijdstip van de dag - Evenement gaande/gepland - Kwetsbare instellingen in het gebied: ziekenhuizen, zorginstellingen, penitentiaire inrichtingen - Haven- en industriegebied Via contact met DCMR - Overlastmeldingen - Bedrijfsmeldingen Contact met OD gebied (voor zover niet gealarmeerd/geïnformeerd) Politie eenheden vragen naar bijzonderheden Informeren en afstemmen na beeldvorming - ambtenaar rampenbestrijding betreffende gemeente(n) OD verkenning in gebied: omvang/problemen. Eventueel tankautospuiten of WVD inzetten om omvang gebied te bepalen. Inschatting maken van omvang storingsgebied Informeren en afstemmen na beeldvorming - Goed telefonisch overleg voeren met MV er (Management Vertegenwoordiger) van Stedin via Bedrijfs Voerings Centrum Stedin teneinde een goede afweging te kunnen maken of het uitbrengen van een liaison een meerwaarde oplevert in de informatievoorziening en afstemming Informeren en afstemmen na beeldvorming Andere partijen: - GMK / Politie / Brandweer / GHOR - Waterbeheerders - HbR / DHMR Alarmeren Indien liaison nodig: alarmering OD 20.1 LET OP: Deze actie tot een minimum beperken. Bij voorkeur pas als er bij Stedin ook is opgeschaald. Actie OD 20.1 naar Stedin als liason (indien nodig laten vervangen door vrije OD 20.1 vanwege mogelijk lange inzetduur) 10 Functie OVD-GMK is per medio september 2009 operationeel. Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept
19 Bij haven- of industriegebied: alarmering OD OD 50.1 neemt contact op Deltalinqs - Bij incident in District Haven: OD 50.1 naar incident, OD 50.2 naar Deltalinqs OPSCHALING Indien nodig: afhankelijk van de ontvangen informatie en van verwachte maatschappelijke effecten t.b.v. coördinatie: adviseren tot afkondigen een planningsstaf aan betreffende personen (zie GRIPregeling). Indien nodig: afhankelijk van bovenstaande beeldvorming en van verwachte maatschappelijke effecten t.b.v. coördinatie: adviseren tot afkondigen GRIP aan betreffende personen (zie GRIP-regeling). Een globale indicatie voor opschaling: 1. Stroomstoring met alleen problemen ter plaatse. GRIP 1 2. Stroomstoring, verwachting tussen 2 en 8 uur, vanwege situatie* zijn omgevingsmanagement en multidisciplinaire afstemming gewenst. 3. Stroomstoring, verwachting tussen 2 en 8 uur, vanwege situatie* zijn omgevingsmanagement, multidisciplinaire afstemming en bestuurlijke besluitvorming/coördinatie gewenst. 4. Stroomstoring in één gemeente, verwachting meer dan 8 uur, vanwege situatie* zijn omgevingsmanagement, multidisciplinaire afstemming en bestuurlijke besluitvorming/coördinatie gewenst. 5. Stroomstoring in meerdere gemeenten, verwachting meer dan 8 uur. GRIP 2 (eventueel zonder CoPI) GRIP 3 (eventueel zonder CoPI) GRIP 3 (eventueel zonder CoPI) GRIP 4 (eventueel zonder CoPI) * Met situatie wordt bedoeld: het resultaat van de beeldvorming door betrokkenen aan de hand van de factoren genoemd op voorgaande pagina en de geconstateerde problemen in het gebied. Overige maatregelen Zie schema: Aandachtspunten bij een stroomstoring van 0-2 uur (volgende pagina) Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept
20 Checklist 2 Periode 0 tot 2 uur AANDACHTSPUNTEN bij een stroomstoring Gevolg Maatregel Uitvoerder 1 Problemen met Informeren eigen organisatie Allen stroomvoorziening in eigen organisatie 2 Mogelijke problemen met Opladen in auto s Allen opladen portofoons 3 Problemen in de Nationaal Noodnet Allen bereikbaarheid van hulpdiensten a.g.v. - uitval telefooncentrales en faxen; - overbelasting telefoonnet; - uitval mobiele telefonie. 4 Uitval OMS Geen GMK 5 Hydroforen voor bluswater in Meegeven aan uitrukkende GMK hoge gebouwen functioneren (mogelijk) niet meer brandweervoertuigen naar hoogbouw 6 Uitval sprinklerinstallaties Meegeven aan uitrukkende GMK 7 Liften werken (mogelijk) niet meer (ook noodliften) 8 Elektronische deuren gaan niet open 9 Uitgevallen liftsystemen/vastgelopen liften 10 Meer brandgevaar a.g.v. gebruik noodstroom 11 Uitgevallen verkeersregelinstallaties; mogelijk verkeersongevallen brandweervoertuigen Meegeven door GMK aan uitrukkende brandweervoertuigen naar hoogbouw - Gaan eigen deuren nog open, bijv. kazernes en ambulanceposten - Eventueel mensen bevrijden uit gebouwen Mensen bevrijden uit liften Geen. - In kaart brengen verkeerssituatie - Verkeersregulatie - Mogelijk extra surveillance GMK/ Brandweer Allen Brandweer Brandweer Brandweer Politie, Rijkswaterstaat en andere wegbeheerders 12 Op elektriciteit functionerende bruggen kunnen niet meer omhoog/naar beneden 13 Indien voedingspunten geen stroom meer ontvangen, ligt het metro en/of tramverkeer stil 14 Spoorbomen metro gaan (automatisch) dicht 15 Spoorbomen trein gaan (automatisch) dicht: mogelijke problemen in doorgang hulpdiensten en overig verkeer - In kaart brengen verkeerssituatie - Communicatie tussen HbR/DHMR, politie en GMK i.v.m. aanrijroutes hulpdiensten - Verkeersregulatie - Mogelijk extra surveillance - ontruimen trams/metro - inzet bussen voor vervoer - inzet personeel voor doorgang hulpdiensten - indien nodig: contact opnemen met Algemeen Leider Prorail (deze stuurt dan een gespecialiseerde aannemer) Politie, HbR/DHMR GMK, Rijkswaterstaat Provincie Gemeenten RET RET Politie in overleg met Pro-Rail Operationeel Plan Stroomuitval, versie 2.0 concept
Netwerkdag NVBR 20-9-2012 Workshop stroomuitval. Peter Uithol, Sr. Beleidsmedewerker Risico- en Crisisbeheersing
Netwerkdag NVBR 20-9-2012 Workshop stroomuitval Peter Uithol, Sr. Beleidsmedewerker Risico- en Crisisbeheersing 1 Waarom een plan? Operationele behoefte uit de praktijk Gelegenheid om de in het convenant
Nadere informatie14 Elektriciteit en gas
14 Elektriciteit en gas crisistypen onderbreking levering elektriciteit onderbreking levering gas bevoegd gezag (nationaal) soorten maatregelen minister EL&I burgemeester of voorzitter veiligheidsregio
Nadere informatieGeen stroom, wel spanning
Geen stroom, wel spanning Netwerkdag Calamiteitenplannen 20 september 2012 Maaike Bok (Crisisbeheersing) Inhoud presentatie Netbeheer in Nederland Rol netbeheerder in koude en warme fase Impact stroomstoring
Nadere informatieIncidentbestrijdingsplan Grootschalige Uitval Nutsvoorzieningen
Incidentbestrijdingsplan Grootschalige Uitval Nutsvoorzieningen themaweek oktober 2016 Nationale risicobeoordeling (Energievoorzieningszekerheid, o.a. Blackout, moedwillige verstoring) Regionaal Risicoprofiel
Nadere informatieCommissie Bestuur en Veiligheid, 5 februari 2007, agendapunt 12. onderwerp: Calamiteitenplannen storing gas en elektra
Commissie Bestuur en Veiligheid, 5 februari 2007, agendapunt 12 onderwerp: Calamiteitenplannen storing gas en elektra Inleiding Middels een rondje langs de veiligheidsregio s (in oprichting) is Essent
Nadere informatieWaterschap en bluswatervoorziening. Presentatie door Niels Robbemont, beleidsadviseur calamiteitenzorg
1 Presentatie door Niels Robbemont, beleidsadviseur calamiteitenzorg 2 waterschap Hollandse Delta is, naast Rijkswaterstaat en de waterbedrijven, één van de mogelijke leveranciers van bluswater op de Zuid-Hollandse
Nadere informatie1 De coördinatie van de inzet
1 De coördinatie van de inzet Zodra zich een incident voordoet of dreigt voor te doen, wordt de rampenbestrijdingsorganisatie via het proces van opschaling opgebouwd. Opschalen kan worden gedefinieerd
Nadere informatieReferentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s
Kennispublicatie Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s 1 Infopunt Veiligheid In 2006 heeft de toenmalige Veiligheidskoepel een landelijk Referentiekader GRIP opgesteld. De op 1 oktober 2010
Nadere informatieCrisisorganisatie uitgelegd
GRIP Snelle opschaling, vaste teams, eenhoofdige leiding Wat kan er gebeuren? KNOPPENMODEL Meer tijd voor opschaling, maatwerk in teams en functionarissen GRIP 4 / 5 STRATEGISCH OPERATIONEEL / TACTISCH
Nadere informatieBestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing
Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Kaart 14 - Elektriciteit en gas 14 Elektriciteit en gas Versie april 2012 crisistypen onderbreking levering elektriciteit onderbreking levering gas schaarste
Nadere informatieAandachtspunten bij langdurige stroomuitval. Practische invulling van aandachtspunten tijdens (grootschalige) langdurige stroomuitval
Aandachtspunten bij langdurige stroomuitval Practische invulling van aandachtspunten tijdens (grootschalige) langdurige stroomuitval AANDACHTSPUNTEN BIJ LANGDURIGE STROOMUITVAL Praktische invulling van
Nadere informatieGRIP 1, ongeval gevaarlijke stoffen (OGS) Alkmaar 17 mei 2016, gemeente Alkmaar
GRIP 1, ongeval gevaarlijke stoffen (OGS) Alkmaar 17 mei 2016, gemeente Alkmaar Quickscan GRIP 1, OGS Alkmaar, 17 mei 2016 Incident 17 mei 2016 Ongeval gevaarlijke stoffen aan de Kogerpolder 10, Starnmeer
Nadere informatieVeiligheidsregio Fryslân. Netwerkbijeenkomst crisispartners i.h.k.v. de risico s 2012
Veiligheidsregio Fryslân Netwerkbijeenkomst crisispartners i.h.k.v. de risico s 2012 Programma bijeenkomst 1. Risicoprofiel en uitval elektriciteitsvoorziening (VRF) 2. Impact stroomstoring (Liander) 3.
Nadere informatieZONDER ELEKTRICITEIT GEEN THUISZORG?
ZONDER ELEKTRICITEIT GEEN THUISZORG? Stroomtekort, afschakelplan, stroomonderbrekingen, bevoorradingszekerheid... Iedereen spreekt erover. Je hebt het gehoord op de radio, gelezen in de krant, gezien op
Nadere informatieBestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 14 Elektriciteit en gas
Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 14 Elektriciteit en gas 14 Elektriciteit en gas versie 2018 Crisistypen onderbreking levering elektriciteit onderbreking levering gas schaarste
Nadere informatieFormat Zorgcontinuïteitsplan
Format Zorgcontinuïteitsplan LOGO zorginstelling Locatie: naam locatie!!! Pers niet te woord staan!!! Dit wordt gedaan door de overkoepelende organisatie of de gemeente. 1 1. Sluiting van (delen van) de
Nadere informatieGecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)
Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Inleiding Een goede coördinatie tussen betrokken hulpdiensten is bij de bestrijding van complexe incidenten van groot belang. Het model voor
Nadere informatieDraaiboek Zwaar weer Gemeente Rijssen-Holten Vastgesteld door B&W op: 12 november 2002
Draaiboek Zwaar weer Gemeente Rijssen-Holten Vastgesteld door B&W op: 12 november 2002 Wijzigingen Datum Aard van de wijziging Paraaf 27 april 2004 - RAC vervangen door meldkamer Twente - Regionale Brandweer
Nadere informatieDraaiboek Stroomuitval
Draaiboek Stroomuitval Gemeente -Holten Vastgesteld door B&W op: 11 november 2003 Wijzigingen Datum Aard van de wijziging Paraaf 20 april 2004 De term BvD (bevelvoerder van dienst) uit het voorstel gehaald.
Nadere informatieIncidentbestrijdingsplan. Grootschalige Uitval Stroomvoorziening
Incidentbestrijdingsplan Grootschalige Uitval Stroomvoorziening Opgesteld door : Planvorming 3-noord Versie : 1.0 definitief (20151001) Vastgesteld : Veiligheidsregio s Groningen, Fryslân en Drenthe Inwerkingtreding
Nadere informatieCalamiteiten in de energievoorziening
Calamiteiten in de energievoorziening Samenwerking tussen de Netbeheerder en de Gemeente / Veiligheidsregio Ton Harteveld Manager Bedrijfsvoering Lustrumcongres Inspectie OOV 12 december 2007 2 Inhoud
Nadere informatieBestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing
Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Kaart 12 - Nooddrinkwater en noodwater 12 Nooddrinkwater en noodwater Versie oktober 2013 Crisistypen (dreigende) verstoring van de openbare drinkwatervoorziening
Nadere informatieDNB Business Continuity en
DNB Business Continuity en Crisis Management Seminar 23-11-2016 Robert Aartsen, Governance, Risk & Compliance Datum 1 Titel van de presentatie De energieketen Geliberaliseerd Gereguleerd Geen stroom,
Nadere informatieBestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 14 Elektriciteit en gas
Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 14 Elektriciteit en gas 14 Elektriciteit en gas versie 2015 Crisistypen onderbreking levering elektriciteit onderbreking levering gas schaarste
Nadere informatieBestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing
Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Kaart 21 - Telecommunicatie 21 Telecommunicatie Voor media/omroepen, zie bestuurlijke netwerkkaart media Versie april 2012 crisistypen (dreigende) uitval van
Nadere informatieOperationele Regeling VRU
Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld
Nadere informatieUitvraagprotocol. Uitvraagprotocol ten behoeve van meldkamers die een incidentmelding kunnen ontvangen.
Uitvraagprotocol Toelichting Uitvraagprotocol ten behoeve van meldkamers die een incidentmelding kunnen ontvangen. Wie o Naam melder en bereikbaarheidsgegevens o Roepletters/nummer schip o Naam schip o
Nadere informatieFase 1: Alarmeren. Stap 1. Stap 2. Stap 3. Actie. Toelichting. Betrokken partijen. Betrokken partijen. Actie. Toelichting. Betrokken partijen
Draaiboek Brand 2016 Het Draaiboek Brand is onderdeel van het Protocol Grootschalige calamiteiten van het Verbond van Verzekeraars. In het draaiboek is beschreven hoe de coördinatie vanuit de branche Brand
Nadere informatieFactsheet Brand ANF Lingen (Duitsland) 6 december 2018
Factsheet Brand ANF Lingen (Duitsland) 6 december 2018 BASISINFORMATIE INCIDENT Incident omschrijving Brand in laboratorium nabij kerncentrale Lingen Plaats Lingen, Duitsland Datum 6-12-2018 Incidentnr.
Nadere informatieScenariokaart Verstoring kritieke processen door uitval / verstoring ICT
Scenariokaart Verstoring kritieke processen door uitval / verstoring ICT Onderstaande scenariokaart is speciaal ontwikkeld voor gebruik tijdens de bijeenkomsten van een crisisteam 1 (crisis(beleidsteam)).
Nadere informatieSamenvatting, conclusies en aanbevelingen storing Diemen
OPDRACHTGEVER AUTEUR TenneT TenneT VERSIE 1.0 VERSIE STATUS Definitief PAGINA 1 van 7 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen storing Diemen 27 maart 2015 te Diemen 380 kv PAGINA 2 van 7 Voorwoord Op
Nadere informatieIJsselland. TIJD VOOR ACTIE Continuïteit van zorg onder alle omstandigheden
IJsselland TIJD VOOR ACTIE Continuïteit van zorg onder alle omstandigheden Captain crisis campagne In december 2013 is het project Captain Crisis gelanceerd. Het GHOR-bureau hielp de zorginstellingen om:
Nadere informatieGRIP 1, zeer grote brand industriepand 1 juni 2016, gemeente Hollands Kroon
GRIP 1, zeer grote brand industriepand 1 juni 2016, gemeente Hollands Kroon Quickscan Grip 1, zeer grote brand industriepand Hollands Kroon, 1 juni 2016 Incident 1 juni 2016. Zeer grote brand in een industriepand/agrarisch
Nadere informatieIn the hot seat. NIBHV Ede 24 november 2015. de crisis samen de baas
In the hot seat NIBHV Ede 24 november 2015 de crisis samen de baas Programma: Inleiding workshop Film: Samenwerking tijdens een GRIP incident Sitting in the hot seat: CoPI Even voorstellen Ymko Attema
Nadere informatieProgramma. De uitdaging Crisisbeheersing in 2010 Conclusies
Programma De uitdaging Crisisbeheersing in 2010 Conclusies 1 De uitdaging Wat willen we waarom bereiken? Motto Een crisis bestrijd je samen 2 Burger als hulpverlener kalm behulpzaam effectief Reflectie
Nadere informatieBijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s
Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement u. Functie officier van dienst Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub u Besluit personeel veiligheidsregio
Nadere informatieVerstoringscenario maatschappelijke gevolgen (Elektriciteit):
Verstoringscenario maatschappelijke gevolgen (Elektriciteit): LANDBOUW 0-2 uur 2-8 uur 8-24 uur 24 uur Algemeen geen problemen Watervoorziening dieren erg belangrijk Melkveehouderij geen problemen in melktijd,
Nadere informatieB2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord
B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord B2-0 Overzicht Samenvatting In dit deel is de Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings- Procedure (GRIP) Noord-Holland Noord
Nadere informatieExpertmeeting uitval telecommunicatie / ICT
Expertmeeting uitval telecommunicatie / ICT Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost is een organisatie waarin brandweer, GHOR en RAV (Regionale Ambulancevoorziening) samenwerken om incidenten en rampen te voorkomen,
Nadere informatieVEILIGE LEEFOMGEVING
Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Samen werken aan een VEILIGE LEEFOMGEVING Continuïteit van de samenleving Veilige leefomgeving Zelfredzame samenleving Veilige bouwwerken Effectieve hulpverlening Beschermen
Nadere informatieFuncties en teams in de rampenbestrijding
B Functies en teams in de rampenbestrijding De burgemeester - De burgemeester heeft de eindverantwoordelijkheid voor en de algehele leiding bij het bestrijden van incidenten in de eigen gemeente; - De
Nadere informatieOperationele Regeling VRU
Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld
Nadere informatieGRIP 4 stroomstoring Bollenstreek 9 januari Evaluatieverslag
A.13 GRIP 4 stroomstoring Bollenstreek 9 januari 2010 Evaluatieverslag Evaluatie van de stroomstoring in zes gemeenten van de Bollenstreek, waarbij 80.000-100.000 huishoudens een aantal uren zonder stroom
Nadere informatiemei 2008 ERO VGWM Gezondheid Veiligheid Welzijn VGWM A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert!
mei 2008 VGWM A WAY OF LIVING Veiligheid Gezondheid Welzijn Milieu VGWM Standaards voor professionals, wees alert! Werk veilig of werk niet Het werken op een locatie is niet altijd zonder risico s. Theoretisch
Nadere informatieSamenwerken aan Brandveiligheid
Gemeente Leiderdorp Gemeente Leiderdorp Wie zijn wij als Brandweer Hollands Midden? Wat mag u van ons verwachten en hoe zijn we aan elkaar verbonden? Samenwerken aan Brandveiligheid Missie Brandweer Hollands
Nadere informatieRampenplan gemeente Heerhugowaard. Inhoudsopgave
Rampenplan gemeente Heerhugowaard Inhoudsopgave Vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders op 08-07-2008 0. Inhoudsopgave Inhoud Dit document bevat de volgende onderwerpen. DEEL A RAMPENPLAN:
Nadere informatieLeeragentschap Veiligheidsbureau (bespreking & borging) 10 april 2013. Regiegroep Veiligheidsregio (informatie) 11 april 2013
Voorstel CONCEPT AGP 12 Aan : Algemeen Bestuur Datum : 26 juni 2013 Bijlage : 1. Steller : PBMJW de Vet Onderwerp : Evaluatie stroomstoring Uden e.o. 17 januari 2013 Algemene toelichting Op 17 januari
Nadere informatieSociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders
Sociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders Gecoördineerde afstemming communicatie bij sociale calamiteiten Inleiding Sinds de transitie van WMO-voorzieningen en jeugdzorg is de gemeente verantwoordelijk
Nadere informatieVerstoring van de elektriciteitsbevoorrading
Algemene Directie Crisiscentrum 25.09.2014 Verstoring van de elektriciteitsbevoorrading Wettelijk kader Beheer van incidenten binnen de elektriciteitsmarkt = verantwoordelijkheid van de ministers voor
Nadere informatieGecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen
Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Niveaus in de incident- en crisismanagementorganisatie... 1 1.1 Operationeel niveau...
Nadere informatiePastorale zorg bij rampen
2 Inhoud: 1. Doelstelling pag. 3 2. Realisatie pag. 4 3. Begrippen pag. 5 4. Verantwoordelijkheid pag. 6 5. Pastorale verzorger pag. 7 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg
Nadere informatieGRIP-teams en kernbezetting
GR P Wat is GRIP? GRIP is de afkorting van Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure en staat voor: het snel en multidisciplinair organiseren van de juiste mensen en middelen die nodig
Nadere informatieBestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing
Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Kaart 15 - Olie 15 Olie Versie april 2012 crisistypen schaarste aan aardolieproducten bevoegd gezag Raad van Bestuur van het Internationaal Energie Agentschap
Nadere informatieEvaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016
Evaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016 Bron: waterschap Rivierenland 1 Toelichting van de eindrapportage Eindrapportage over de crisisbeheersing in de eerste 48 uur na de aanvaring van de stuw
Nadere informatieCrisismanagement Groningen. Basismodule
Crisismanagement Groningen Basismodule Doel van de module Kennismaken met crisismanagement Groningen Inzicht krijgen in rollen en taken Beeld krijgen bij samenwerken in de crisis-organisatie Programma
Nadere informatieBeschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren
Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren December 2006 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Doel... 2 3. Doelgroep... 2 4. Kritische proceselementen... 2 5. Uitvoering: activiteiten
Nadere informatieBijlage E: Observatievragen
Bijlage E: Observatievragen Inhoudsopgave Waarnemervragen Meldkamer (MK) Waarnemervragen Commando Plaats Inicident (CoPI) Waarnemervragen Regionaal Operationeel Team (ROT) Waarnemervragen Team Bevolkingszorg
Nadere informatieGECOÖRDINEERDE REGIONALE INCIDENTENBESTRIJDINGSPROCEDURE ROTTERDAM-RIJNMOND
GECOÖRDINEERDE REGIONALE INCIDENTENBESTRIJDINGSPROCEDURE ROTTERDAM-RIJNMOND Colofon Dit document is tot stand gekomen onder regie van de afdeling Crisisbeheersing. Adres Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
Nadere informatieVersie 14-05-2009 1/6
Versie 14-05-2009 1/6 Draaiboek : 11 Titel: Draaiboekcoördinator: Ontruimen en evacueren Gerrit Kok Doelstelling: Bij crises kunnen zich dermate grote risico's voor de veiligheid van mens en dier in de
Nadere informatie3 Oppervlaktewater en waterkering
3 Oppervlaktewater en waterkering Voor de Noordzee, zie bestuurlijke netwerkkaart Noordzee en zeescheepvaart crisistypen (dreigend) hoogwater (dreigend) laagwater (dreigende) waterverontreiniging en verontreiniging
Nadere informatieBestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 12 Nooddrinkwater en noodwater
Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 12 Nooddrinkwater en noodwater 12 Nooddrinkwater en noodwater Versie 2015 Crisistypen (dreigende) verstoring van de openbare drinkwatervoorziening
Nadere informatieCONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES
CONVENANT SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES 2012 Ondergetekenden: 1. Het Slotervaart, gevestigd te Amsterdam, in deze rechtsgeldig
Nadere informatieEvaluatieverslag Hoogwater Maas december 2002/januari 2003
Evaluatieverslag Hoogwater Maas december 2002/januari 2003 De hoogwaterperiode december 2002/januari 2003 is gestart op 30 december 2002 met de eerste melding door de RAC en is geëindigd op 5 januari 2003
Nadere informatiein samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure
in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant 2011 Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Helmond Laarbeek Nuenen
Nadere informatieOpleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen
Opleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen Uitgangspunten Opdracht Ontwikkelen van een opleiding om vertegenwoordigers van zorginstellingen toe te rusten als liaison in het CoPI. Pilot voor vijf Limburgse
Nadere informatieGRIP 2, zeer grote brand Wieringerwerf 6 april 2017, gemeente Hollands Kroon
GRIP 2, zeer grote brand Wieringerwerf 6 april 2017, gemeente Hollands Kroon 1. Overzicht Incident 6 april 2017 Zeer grote brand, kringloopwinkel Saartje Gemeente Hollands Kroon GRIP 2 Omschrijving Op
Nadere informatieBestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 21 Telecommunicatie & cybersecurity
Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 21 Telecommunicatie & cybersecurity 21 Telecommunicatie en cybersecurity Voor media/omroepen, zie Bestuurlijke Netwerkkaart media versie 2018 Crisistypen
Nadere informatieAfsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail
Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen s, Politie en Art. 1 Doelen Partijen maken afspraken over: 1. organiseert bijeenkomsten voor de Doorlopend naar - Het vergroten
Nadere informatieCrisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna
Crisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna Als het misgaat bij de communicatie in een crisis, dan is dit vaak een gebrek aan duidelijkheid op de vragen: wie doet wat, wie
Nadere informatieSYMPOSIUM ONDERWIJS EN CRISIS
SYMPOSIUM ONDERWIJS EN CRISIS Paul Geurts Bestuursadviseur openbare orde en veiligheid gemeente Tilburg Niko van den Hout Coördinator BHV & crisismanagement Onderwijsgroep Tilburg Fysieke calamiteiten
Nadere informatieVersie 14-05-2009 1/7
Versie 14-05-2009 1/7 Draaiboek : 12 Titel: Draaiboekcoördinator: Afzetten en afschermen Gerrit Kok Doelstelling: Bij een crisis moet de hulpverlening en de bestrijding van het incident door de betrokken
Nadere informatieGecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente
Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente Autorisatie OPSTELLERS: Barrett,Annelies Voorde ten, Jaqueline BIJDRAGE IN DE
Nadere informatieGeachte heer, mevrouw,
Fractie Stem van Krimpen Hoflaan 40 2926 RC KRIMPEN AAN DEN IJSSEL Datum: D 22/01/2015 Zaaknummer: ZK14005472 Z Afdeling: Ruimte Contactpersoon: R. Brienne Uw brief van: 11-12-2014 Onderwerp: Schriftelijke
Nadere informatieVeiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Inhoudsopgave Grip op hulpverlening 4 Routinefase 6 GRIP 1 8 GRIP 2 12 GRIP 3 18 GRIP 4 24 Gebruikte afkortingen 30 4 Grip op hulpverlening Dit boekje bevat de samenvatting
Nadere informatieWELKOM. SCHACHTBOKKEN - EISDEN Misjel Decleer
WELKOM SCHACHTBOKKEN - EISDEN Misjel Decleer INFOAVOND STROOMSCHAARSTE EN AFSCHAKELPLAN WOENSDAG 10 DECEMBER 2014 2 PROGRAMMA 1. Verwelkoming 2. Stroomtekort afschakelplan» Waarom afschakelen?» Werking
Nadere informatieDe Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen
De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen Welkom Veiligheidsregio NHN Wet veiligheidsregios Bezuinigingen Regionalisering brandweer Praktijk Veiligheidsregio Noord-Holland
Nadere informatieSamenhang. GHOR Zuid-Holland Zuid. uw veiligheid, onze zorg
Samenhang GHOR Zuid-Holland Zuid uw veiligheid, onze zorg De GHOR (geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio) is belast met de coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening
Nadere informatieNautisch Veiligheidsplan, leidraad
Nautisch Veiligheidsplan, leidraad Havenbedrijf Rotterdam N.V. Divisie Havenmeester Wilhelminakade 909 3072 AP Rotterdam evenementendhmr@portofrotterdam.com Inhoud 1 Inleiding 4 1.1 Gebruik van dit veiligheidsplan
Nadere informatieBestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 17 Wegvervoer
Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 17 Wegvervoer 17 Wegvervoer versie 2018 Crisistypen ongeval gevolgen van een ongeval voor het milieu verstoring openbare orde verstoring of aantasting
Nadere informatieIntroductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK
Risico- en crisisbeheersing Brandweer Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland (GMK) Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Wie
Nadere informatieGRIP 1 zeer grote brand Portiekflat
GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat 26 januari 2017 Alkmaar 1. Overzicht Incident Donderdag 26 januari 2017 GRIP 1 Zeer grote brand portiekflat Gemeente Alkmaar, Cornelis Evertsenplein 31. Omschrijving
Nadere informatieNotitie inzet NL-Alert
Notitie inzet NL-Alert In de afgelopen jaren richt de (rijks)overheid zich steeds meer op een betere vorm van informatie aan de burger. In het geval van (dreigende) crises of incidenten is het immers van
Nadere informatieActiviteiten Bureau Calamiteitenzorg. Breed Management Overleg 11 juni 2008
Activiteiten Bureau Calamiteitenzorg Breed Management Overleg 11 juni 2008 Bureau Calamiteitenzorg Formatie: 2,9 fte (4 medewerkers) 1 leerarbeidsplek Haagse Hogeschool Beleidsprodukten: 3310: Voorbereiding
Nadere informatieUit rapportage TNO Operationele Prestaties Kennemerland
Uit rapportage TNO Operationele Prestaties Kennemerland Over het algemeen zal een scenario paniek in menigten ontstaan vanuit een klein incident. In de regio is dit onderkend door een pro-actief en preventief
Nadere informatieAGENDAPUNTNUMMER DATUM BEHANDELING IN D&H 14 2006
DATUM VERGADERING 16 maart 2006 BL)LAGE(N) 'ƒ"-""". AGENDAPUNTNUMMER DATUM BEHANDELING IN D&H 14 2006 AAN DE VERENIGDE VERGADERING B0600185 VOORTGANG ACTIEPUNTEN EVALUATIE AANPAK HEVIGE NEERSLAG SEPTEMBER
Nadere informatieAfschakelplan elektriciteit Sector Kinderopvang
Afschakelplan elektriciteit Sector Kinderopvang VVSG-Studiedag - 17 december 2014 Inhoud 1. Mijn kinderopvang afgeschakeld? 2. Open, sluiten, alternatief 3. Informeer nu! 4. Financiële gevolgen 5. Tips
Nadere informatieBestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 20 Sociale zekerheid
Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 20 Sociale zekerheid 20 Sociale zekerheid versie 2018 Crisistypen (dreigende) stagnatie in het verstrekken van uitkeringen Bevoegd gezag minister
Nadere informatiemaatregel instantie wettelijke basis toelichting
Elektriciteit en gas onderbreking levering elektriciteit maatregel instantie wettelijke basis toelichting 1. informatie 1a. inlichtingen 1a1. door een producent, een leverancier, een handelaar, een netbeheerder,
Nadere informatieAlgemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen
AGENDAPUNT 2 Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen Vergadering 12 december 2014 Strategische Agenda Crisisbeheersing In Veiligheidsregio Groningen werken wij met acht crisispartners (Brandweer, Politie,
Nadere informatieDe hier bovengenoemde publieke organisaties hierna gezamenlijk genoemd: Partijen.
Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen VEILIGHEIDSREGIO ROTTERDAM-RIJNMOND HOOGHEEMRAADSCHAP VAN DELFLAND HOOGHEEMRAADSCHAP VAN SCHIELAND EN DE KRIMPENERWAARD WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA Betreft:
Nadere informatieGRIP 2, brand industriepand Alkmaar 30 april 2016, gemeente Alkmaar
GRIP 2, brand industriepand Alkmaar 30 april 2016, gemeente Alkmaar Quickscan GRIP 2, brand industriepand Alkmaar, 30 april 2016 Incident 30 april 2016 Brand in een industriehal aan de Noorderkade-Noorderstraat
Nadere informatieVOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC
VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC Datum vergadering: 26 maart 2012 Agendapunt: Gez. 1. Datum: 7 maart 2012 Contactpersoon: Angela van der Putten Telefoon: 06-10037299 E-mail: a.van.der.putten@utrecht.nl
Nadere informatieChecklist disbalans 1: sluiting van (delen van) de locatie
Checklist disbalans 1: sluiting van (delen van) de locatie Het sluiten van (delen van) een locatie van een zorginstelling is nodig als cliënten niet langer in (dat deel van) de locatie kunnen blijven.
Nadere informatieConvenant drinkwater tussen Evides, Brabant Water, Politie Zeeland en Veiligheidsregio Zeeland
Convenant drinkwater tussen Evides, Brabant Water, Politie Zeeland en Veiligheidsregio Zeeland Partijen A. De veiligheidsregio Zeeland, vertegenwoordigd door de voorzitter van het bestuur van de veiligheidsregio
Nadere informatieBestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 20 Sociale zekerheid
Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 20 Sociale zekerheid 20 Sociale zekerheid versie 2015 Crisistypen (dreigende) stagnatie in het verstrekken van uitkeringen Bevoegd gezag uitvoeringsorganisaties
Nadere informatieDE NIEUWE GHOR. 24 NOVEMBER 2011 Jan Woldman
DE NIEUWE GHOR 24 NOVEMBER 2011 Jan Woldman De GHOR komt in de pubertijd 13 jaar WAT NU? Andere omgeving Nieuwe Rector Nieuwe conrectrice De werelden van zorg en veiligheid Wetgeving Departement Sturing
Nadere informatiemêê^w9êêsěľb^ėě Brandweer
mêê^w9êêsěľb^ėě Brandweer veiligheidsregio Noord- en Oost- Gelderland Postbus 234 7300 AE Apeldoorn Colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten die T^^A^Apddoorn deel uitmaken van de Veiligheidsregio
Nadere informatieDe veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.
BELEIDSPLAN 2011-2015 VEILIGHEIDSREGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT Bijlage 3. Sturing en organisatie De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband
Nadere informatieBrandweer Bedum. Commissie Algemene Bestuurlijke Zaken. Rapportage en voortgang van de lokale Brandweer Bedum
Brandweer Bedum Commissie Algemene Bestuurlijke Zaken Rapportage en voortgang van de lokale Brandweer Bedum Koos Poelma Commandant Brandweer 10 mei 2012 Programma Prestaties brandweerzorg Bedum 2011 Risico
Nadere informatieGemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Alarmering Deelproces 1
Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond Organisatorisch deel Alarmering Deelproces 1 Gemeente Helmond Vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 23 december 2008 Inhoudsopgave organisatorisch deel
Nadere informatie