Evaluatie Project Spoedeisende Zorg Noord-Brabant
|
|
- Hanne van de Berg
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Evaluatie Project Spoedeisende Zorg Noord-Brabant Rapportage Fase 1 Coleta van Dam Huub Pijnenburg m.m.v. Kees van den Broek Louise Colen Niko Pauli Thomas Ruitenbeek
2
3 Evaluatie Project Spoedeisende Zorg Noord-Brabant Rapportage Fase 1
4 Dam, C. van, & Pijnenburg, H.M., m.m.v. Broek, K. van den, Colen, L., Pauli, M., & Ruitenbeek, T. (2008). Evaluatie Project Spoedeisende Zorg Noord-Brabant: Rapportage Fase 1. Nijmegen: Praktikon. Radboud Universiteit ACSW-gebouw Postbus HE Nijmegen tel: Praktikon Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Praktikon te Nijmegen. No part of this book/publication may be reproduced in any form, by print, photo print, microfilm or any other means without written permission from the publisher.
5 Inhoudsopgave 1. Inleiding en vraagstelling 5 2. Opzet Procedure Materiaal Deelnemers 8 3. Resultaten Verschillen in aanpak en mogelijkheden voor uniformering Opzet en management registratiemonitor Tot slot: inzet ten behoeve van verdere uniformering 18 Bijlage 1: Ontvangen projectdocumenten Bijlage 2: Eerste Antwoordformulier Fase 1 en reacties respondenten (trefwoorden) Bijlage 3: Tweede Antwoordformulier Fase 1
6
7 1. Inleiding en vraagstelling Op 1 juli 2008 is in Noord-Brabant de 7x24 uurs crisisdienst van Bureau Jeugdzorg (BJz) van start gegaan. Na beoordeling door BJz wordt indien nodig een besluit Spoedeisende Zorg (SEZ) afgegeven, op grond waarvan de zorgaanbieder crisishulp biedt - bij voorkeur ambulant. Als de veiligheid dit vereist zijn ook crisisbedden beschikbaar. Zo nodig volgt na maximaal vier weken aansluitende zorg op basis van een reguliere indicatie. Vier zorgaanbieders coördineren het crisiszorgaanbod in één van de vier regio s in Noord-Brabant: Oosterpoort (NO-Brabant), De Combinatie (ZO-Brabant), Kompaan (M-Brabant) en Tender (W- Brabant). Vooruitlopend op het operationeel worden van de Brabantse crisisdienst is door BJz, de jeugdzorgaanbieders en de provincie Noord-Brabant een Plan van aanpak spoedeisende jeugdzorg (2007) opgesteld. Om dat plan te realiseren zijn een stuurgroep, een projectgroep en diverse werkgroepen gevormd. De projectleiding werd in de ontwikkelfase in handen gelegd van Adviesbureau van Montfoort. De Provincie heeft de invoering van het plan opgenomen in haar Uitvoeringsplan Jeugdzorg De rol van de zorgaanbieders lag aanvankelijk vooral in het realiseren van voldoende capaciteit voor Ambulante Spoedhulp. Daartoe heeft in ieder van de vier regio s één zorgaanbieder de coördinatie op zich genomen; de provincie verleent daartoe startsubsidie. Gaandeweg bleek dat de regio s toch nog verschillen in aanpak hebben. De vier zorgaanbieders van het crisiszorgaanbod willen deze verschillen beter in beeld krijgen en suggesties ontvangen voor het bereiken van een meer gezamenlijke aanpak. Daartoe is aan Praktikon in juni 2008 een opdracht verstrekt voor een project dat uit twee fasen bestaat en loopt van juni 2008 tot juni In de voorliggende Rapportage over de eerste fase van het Evaluatieproject Spoedeisende Zorg Noord-Brabant wordt door Praktikon aan deze opdracht gehoor gegeven. Concreet wordt daarbij ingegaan op de volgende vragen. 1. Wat zijn de actuele verschillen tussen de vier Brabantse regio s in de aanpak van crisishulp en de daaraan gekoppelde vervolghulp; welke mogelijkheden zijn er voor verbetering (lees verdergaande uniformering) op onderdelen, respectievelijk welke van de geïdentificeerde verschillen zullen naar verwachting niet kunnen worden overbrugd. 2. Welke mogelijkheden zijn er om op korte termijn te komen tot een uniforme opvatting en werkwijze rondom de gestelde termijn voor een besluit SEZ van vier weken en de daarop volgende vervolghulp, waaronder hulpvormen die dienen ter observatie of overbrugging naar een plaats die nog niet beschikbaar is (wachtlijst)? Zijn die mogelijkheden er niet, wat is dan het probleem, en welke oplossingsalternatieven zijn daarvoor dan denkbaar? Verder zal het nieuwe systeem van Spoedeisende Zorg naar verwachting duidelijke hulpinhoudelijke en bedrijfseconomische gevolgen hebben. Het is daarom van groot belang om over goede gegevens te beschikken wat betreft hoeveel, waar en op welke wijze de binnengekomen crisisvragen zijn beantwoord. Dat vraagt van de vier regionale crisiscoördinatiepunten dat zij die gegevens op eenzelfde wijze verzamelen. De vier zorgaanbieders willen hiertoe over een monitorsysteem beschikken dat hen in staat stelt op basis van relevante indicatoren inzicht te krijgen in het verloop van de crisiszorg en deze zo nodig bij te sturen. Conform de door Praktikon uitgebrachte offerte wordt in de voorliggende rapportage over Fase 1 ook een antwoord geformuleerd op de volgende vragen. 5
8 3. Hoe kan een monitorsysteem er concreet uitzien, waarin bijgehouden wordt hoeveel ambulante spoedhulp wordt verstrekt (ccu s dagen en cliënten), waar dat gebeurt en hoe het vervolg is, inclusief suggesties voor de implementatie ervan (bijvoorbeeld: verwerking via IJZA)? 4. Welke suggesties kunnen gedaan worden voor eventuele nadere studie naar de in de eerste deelrapportage in kaart gebrachte verschillen? Volledigheidshalve vermelden we hier ook de opdracht voor Fase 2 van het evaluatieproject (looptijd: september 2008 tot juni 2009) 1. Ondersteun de verwerking van de monitorgegevens bij de instellingen. 2. Verzamel de resultaten. 3. Adviseer de opdrachtgevers over de uitkomsten van deze tweede Fase in twee rapportages: één beleidsmatig rapport dat betrekking heeft op de werking van het beoogde systeem Spoedeisende Jeugdzorg en de verbeterpunten daarin (te schrijven met het oog op input naar de provincie, dus niet per se alleen gericht op verbeterpunten voor de zorgaanbieders), en één bedrijfsmatig rapport, gericht op de verbeteringen die per zorgaanbieder mogelijk zouden zijn (alleen bestemd voor de opdrachtgevers). De rapportage over deze tweede Fase zal uiterlijk 1 juni 2009 in concept worden opgeleverd. 6
9 2. Opzet 2.1 Procedure Gegeven de door de opdrachtgever gesignaleerde spanning tussen ambitie en praktijk van spoedeisende jeugdzorg in Noord-Brabant werd als opmaat voor een tweetal gezamenlijke bijeenkomsten een schriftelijk antwoordformulier ontwikkeld, dat door de managers van elke regio individueel moest worden ingevuld. Hun reacties werden vervolgens door de onderzoekers gebruikt als input voor plenaire, consensusgerichte discussie. Als het gaat om verkennen van mogelijke verschillen tussen standpunten van deelnemers in een samenwerkingsproject verdient een dergelijke Delphi-benadering (die overigens vaak meerdere individuele/plenaire cycli bevat) uit het oogpunt van rendement en doelmatigheid de voorkeur boven geleide plenaire discussie zónder individuele informatieverzameling. Het bleek niet mogelijk om in de korte periode tussen het gunnen van de opdracht en de start van de zomervakantie van de beoogde respondenten nog een datum te vinden voor de beoogde eerste werkconferentie. Daarom werd gekozen voor een uitgebreide schriftelijke eerste informatieverzamelingsronde gevolgd door een tweetal bijeenkomsten direct na de zomervakantie. In de tweede helft van juni werd daarom als eerste stap een schriftelijke vragenlijst ontwikkeld op basis van de door de opdrachtgever aangeboden projectdocumentatie. Dit zogenaamde 1 e Antwoordformulier Fase 1 werd eind juni aan de beoogde respondenten aangeboden. Hun reacties werden meteen na de zomervakantieperiode verwerkt, in de aanloop naar een tweetal Werkconferenties met de vier regiovertegenwoordigers van de zorgaanbieders, die respectievelijk plaatsvonden op 26 augustus en 9 september De geplande duur van de eerste bijeenkomst (3 uur) moest met een half uur worden bekort vanwege dringende andere verplichtingen van enige deelnemers; voor de tweede bijeenkomst werd twee uur ingeruimd. Van de audio-opnamen van beide bijeenkomsten werden verbatims uitgeschreven. Omdat de noodgedwongen korte eerste fase van het Evaluatieonderzoek slechts ruimte bood voor twee werkconferenties, werd in de aanloop naar de eerste werkconferentie aan alle deelnemers ook nog een 2 e Antwoordformulier Fase 1 toegestuurd. Vanwege de zeer korte responstijd zagen slechts twee regiomanagers kans tijdig te responderen, waarvan één summier en onvolledig. Hun antwoorden zijn daarom niet rechtstreeks in de voorliggende rapportage 3 verwerkt. Wel zijn de antwoorden geregistreerd, met het oog op de eindevaluatie van het project in het voorjaar van Zij zullen dan worden benut voor het ontwikkelen van items van de Eindevaluatie-Vragenlijst, die in Fase 2 van het Evaluatieproject wordt ingezet. 2.2 Materiaal Eerste Antwoordformulier Fase 1 Doel van deze 1 e vragenlijst, bestaande uit tien open vragen (zie Bijlage 2), was zowel zicht te krijgen op de actuele praktijk rond de spoedeisende hulp in de vier regio s, als ook op de slagingskans van inspanningen om bestaande verschillen te overbruggen. Daarom werden in de lijst naast items over de huidige, regionale projectpraktijk ook vragen gesteld over de mate waarin volgens de respondenten daadwerkelijk sprake is van een gedeeld projectperspectief 7
10 en van draagvlak voor het verkleinen, en waar mogelijk en wenselijk volledig opheffen, van bestaande verschillen. Tweede Antwoordformulier Fase 1 Doel van deze 2 e vragenlijst, die bestaat uit 35 gecombineerde open/meerkeuze-items (zie Bijlage 3), was het meer gedetailleerd inventariseren van interregionale verschillen m.b.t. de inrichting en praktijk van spoedeisende jeugdzorg, en het genereren van verbeterideeën die kunnen leiden tot verdergaande uniformering en optimalisering van de afstemming rond spoedeisende jeugdzorg. Omdat maar twee regio s kans zagen binnen de gegeven zeer korte termijn te reageren (waarvan een onvolledig/summier) zijn de individuele reacties op dit 2 e Antwoordformulier wel ingebracht in de eerste Werkconferentie (zie hierna) maar niet opgenomen in Bijlage 3. Werkconferentie Aan deze bijeenkomsten werd deelgenomen door de regiomanagers en de beide onderzoekers van Praktikon. Het format voor de eerste werkconferentie was als volgt. Gestart werd met een puntsgewijze introductie door de onderzoekers (middels een powerpointpresentatie) van de reacties van de regiomanagers op elk van de tien vragen in het Eerste Antwoordformulier Fase 1. Aansluitend werd elk van deze reacties waar nodig door de regiomanagers toegelicht, en gevolgd door een plenaire discussie. Doel daarvan: enerzijds het beantwoorden van de vraag of alle aanwezigen het betreffende verschilpunt herkennen, en anderzijds het verkennen van en waar mogelijk consensus bereiken over verbetersuggesties. De opzet voor de tweede werkconferentie was als volgt. Vooraf werd aan alle deelnemers de conceptrapportage toegezonden met betrekking tot de eerste twee onderzoeksvragen (p. 3), met de vraag om eventuele onjuist- of onvolkomenheden te corrigeren en aan te vullen. Daarnaast werden door de onderzoekers een aantal verhelderings- en discussievragen ingebracht, die waren geformuleerd naar aanleiding van een analyse van het verbatim van de eerste werkconferentie. De andere doelstelling van deze tweede werkconferentie was een geleide discussie over de onderzoeksvragen 3 en 4 (p. 4), met als doel overeenstemming te bereiken over een efficiënte en informatieve gezamenlijke monitorsystematiek (zowel in inhoudelijke als procedurele zin) ten behoeve van het project Spoedeisende Hulp Noord-Brabant. 2.3 Deelnemers De regiomanagers van de Brabantse jeugdzorgaanbieders: - Thomas Ruitenbeek (m.m.v. Marius Nabuurs en Alie de Vaan bij beantwoorden van de Antwoordformulieren)/De Combinatie; - Kees van den Broek /Kompaan; - Louise Colen (m.m.v. Jan Flipse bij beantwoorden van de Antwoordformulieren)/Tender; - Niko Pauli/Oosterpoort. 8
11 3. Resultaten 3.1 Verschillen in aanpak en mogelijkheden voor uniformering 1. Visie op uitgangspunten en perspectief voor het project De reacties van alle regio s op de eerste vraag in het 1 e Antwoordformulier geven duidelijk aan dat er een goede basis ligt voor de uitvoeringsfase van het project, dat op 1 juli 2008 is ingegaan. De gezamenlijke visie wordt onverkort door alle partners onderschreven, en de verschillende cliëntroute-documenten sluiten in grote lijnen goed aan op elkaar en op de gezamenlijke visie. Tegelijkertijd wordt uit de reacties duidelijk dat de respondenten de zorgen onderschrijven van de Stuurgroep over interregionale verschillen, en de noodzaak om die te ondervangen. Voorop staat echter dat het project op het moment van schrijven van dit rapport - twee maanden na de start - in veel opzichten al behoorlijk tot goed loopt. Daarnaast moet worden onderkend dat er een aantal verschillen is dat de komende maanden moeten worden opgepakt; we komen daar in de het vervolg van deze paragraaf concreet over te spreken. Saillant is dat de reacties van de respondenten ook duidelijk maken dat verschillende regio s een volledige uniformering niet op alle onderdelen wenselijk en/of haalbaar achten. Het Projectgroep-overleg van de vier regiomanagers zal dit aandachtspunt de komende periode verder verkennen en concretiseren. Gezien de relatief korte incubatietijd van het project, in combinatie met het grote aantal betrokken partners en de aanzienlijke interregionale verschillen in aanpak van spoedeisende hulp zoals die zich in de afgelopen jaren hebben ontwikkeld, was en is uniformiteit vanaf de operationele startdatum geen realistische ambitie. Alle regiomanagers zijn echter positief over de kansen om de nu nog bestaande verschillen te verkleinen of zelfs volledig op te heffen. Op grond van de nu beschikbare informatie delen de onderzoekers die inschatting, evenals de opvatting van de respondenten dat dit nog de nodige tijd en ontwikkelruimte zal vragen. De vraag of de partners in elk van de vier regio s zullen slagen in hun gezamenlijke uniformeringambitie ten aanzien van spoedeisende jeugdzorg, zal pas in de loop van 2009 eenduidig te beantwoorden zijn. Alle conclusies in deze paragraaf hebben daarom noodzakelijkerwijs een voorlopig karakter; zij beogen vooral bij te dragen aan het proces van voortgaande uniformering. Gezien de opdracht die aan Praktikon is verstrekt, hebben de navolgende conclusies met name betrekking op de gesignaleerde verschillen. Dit bergt het risico in zich van vertekening in de beeldvorming omtrent de huidige status van het project, en daarmee van het niet of slechts ten dele herkennen van het geschetste beeld door de bij het project betrokken medewerkers. We zijn ons daarvan bewust. Dit is echter nadrukkelijk niet onze intentie. Tijdens de werkconferenties met de regiomanagers van de zorgaanbieders (ZA), die inhoudelijk werd gestructureerd op basis van de informatie uit de voorafgaande schriftelijke informatieronde (zie Bijlage 2), zijn met name de volgende verschil-/knelpunten aan de orde gekomen. 2. Aansluiting tussen het Bureau Jeugdzorg-team Spoedeisende Zorg en de zorgaanbieders De aansluiting tussen spoedeisende zorg (SEZ) van het Bureau Jeugdzorg (BJZ) en de spoedhulpteams van de ZA s behoeft verbetering. Voor het feit dat deze aansluiting nu nog 9
12 niet optimaal is zijn verschillende verklaringen te geven: de relatieve onervarenheid van SEZmedewerkers, het nog ontbreken van voldoende vertrouwen in elkaar, spanning tussen de inzet van ambulante versus residentiële trajecten, en het bestaan van regionale verschillen tussen de BJZ-teams 1. Opvallend is dat medewerkers van de ZA s rapporteren dat naar hun inschatting door SEZmedewerkers/-teams bij een crisis meer dan voorheen om verblijf wordt gevraagd (niet alleen om bedden), en veel minder om ambulante trajecten. Dit kan samenhangen met het feit dat SEZ-medewerkers over het algemeen relatief jong en onervaren zijn maar ook met de nog onvoldoende bekendheid met ambulante crisistrajecten. Mogelijkheden om hierover met elkaar in gesprek te raken zijn bijvoorbeeld: gezamenlijke training en scholing, periodiek casusoverleg en het gebruik maken van veiligheidsanalyse. De eerste regionale afspraken hieromtrent zijn inmiddels al gemaakt. De regiomanagers geven aan dat zij vinden dat zij zelf ook meer nadruk moeten leggen op de ambulante trajecten, vooral ook in de communicatie naar het SEZ-team toe. Anderzijds lijkt het probleem deels opgelost, omdat BJZ voortaan een algemene zorgaanspraak Spoedhulp afgeeft en de ZA bepaalt wat voor traject wordt ingezet. Overigens is er qua visie wel overeenstemming tussen de BJZ s en de ZA s dat het uitgangspunt bij crisis de inzet van een ambulant traject moet zijn. De uitvoering in de praktijk wijkt hier echter in een aantal gevallen van af. Daarnaast wordt gesteld dat beide teams, zowel SEZ van BJZ als de Spoedhulpteams van de ZA s nog maar net gestart zijn en dat medewerkers van beide teams elkaar daarom nog niet hebben leren kennen. Er is tijd nodig om elkaar te leren kennen, vertrouwen op te bouwen en een gestructureerde manier van werken te vinden. Binnenkort is een eerste gezamenlijk overleg tussen de teams gepland, met als doel elkaar te leren kennen. Daarnaast is er binnenkort een overleg tussen de regiomanagers en de provinciale BJZ-vertegenwoordiger de heer Mulder. Daarin zullen deze aandachtspunten rond samenwerking besproken worden. Opmerkelijk is verder dat de vier regiomanagers tot nu toe steeds met een vertegenwoordiger van BJZ om de tafel hebben gezeten maar toch als één van de eerste punten rapporteren dat de samenwerking met BJZ (in casu het SEZ) verder verbeterd moet worden. Daartoe is het belangrijk dat er op werkvloerniveau meer overleg komt tussen de werkers. Tot dusver is nog niet veel overleg mogelijk geweest omdat BJZ moeite had met werving van medewerkers. De samenstelling van team en leiding was pas op het moment van de operationele projectstart afgerond 2. In algemeenheid geldt dat in de praktijk verschillen in werkwijze zijn ontstaan doordat dit overleg aanvankelijk nog niet of minder plaatsvond, hoewel dit niet de bedoeling was. Regelmatige rechtstreekse afstemming tussen beide partijen in de komende maanden is de meest voor de hand liggende strategie om die verschillen aan te pakken. 3. Aanmelding jongeren voor een residentieel traject in een andere regio Het komt met enige regelmaat voor dat een jongere in de eigen regio wordt aangemeld voor een ambulant en residentieel crisistraject, maar dat er in de eigen regio geen residentiële capaciteit beschikbaar is. Jongeren worden dan door de ZA in een andere regio aangemeld voor residentiële capaciteit. 1 Met name Roosendaal en Helmond; hierover is op is intern aan de Stuurgroep gerapporteerd. 2 Desondanks is er in juni al een bijeenkomst geweest van het SEZ-team en ambulante medewerkers van ZA s West. 10
13 Tot nu toe is er nog geen eenduidige afspraak gemaakt over de regio waarin in zulke gevallen het ambulante traject zal worden ingezet. De ZA s spreken daarom bij monde van de regiomanagers met elkaar af dat het ambulante traject voortaan altijd in de eigen regio wordt ingezet, ook als de residentiële plaatsing in een andere regio gebeurt. Als het nodig is om een geheime plek te zoeken, is er altijd overleg met het team SEZ. 4. Methodiek Spoedhulpteams ZA Er blijkt nog geen eenduidige afspraak te zijn over de provinciebrede basismethodiek van het Spoedhulpteam. Dit punt is in het overleg van de Projectgroep nog niet eerder expliciet aan de orde geweest. Tijdens de werkconferentie blijken hierover verschillende werkwijzen en opvattingen te bestaan. Tender werkt zowel met de module Ambulante Spoedhulp (ASH) als de module Families First (FF). Voor beide modules hebben de medewerkers de desbetreffende opleiding gevolgd. Tender en OCB (en daarmee het team West) zijn gecertificeerd voor FF; zij blijven voorlopig het team op sterkte houden met FF-medewerkers. Kompaan noemt zijn team Ambulante Spoedhulp, maar alle medewerkers zijn geschoold in FF. De instelling is overigens niet meer FF-gecertificeerd. Onder de noemer Ambulante Spoedhulp worden allerlei vormen van crisisinterventies gebruikt en uitgevoerd, op basis van de FFmethodiek. Oosterpoort noemt zijn team Crisishulp. Medewerkers zijn geschoold in FF, maar niet meer FF gecertificeerd. Crisishulp biedt allerlei vormen van crisisinterventies, op grond van de FFmethodiek. De Combinatie heeft twee crisismodules: Ambulante Spoedhulp en Crisishulp aan huis. Men werkt in beide teams volgens de methodiek Ambulante Spoedhulp en met een afgeleide van Families First, waarin medewerkers tevens zijn geschoold. Afgezien van het probleem dat deze stand van zaken een gebrek aan de gewenste eenheid van taal illustreert, verschillen de methodieken FF en ASH inhoudelijk niet zo veel; ook de uitgangspunten zijn in principe hetzelfde. Er zijn hooguit kleine verschillen in uitvoerende zin. Zo werkt ASH volgens een iets andere fasering dan FF, dat specifiek bedoeld is ter voorkoming van uithuisplaatsing. Die doelstelling zien we logischerwijs terug in de methodiek. Niet alle crisistrajecten worden echter ingezet ter voorkoming van uithuisplaatsing. Bovendien zijn de spoedhulpteams gebonden aan een behandelperiode van maximaal 4 weken (ook FF gaat uit van een behandelperiode van 4 weken, maar met een mogelijkheid van verlenging van 2 weken). Geconcludeerd wordt dat het wenselijk is dat er binnen de teams Spoedhulp Noord-Brabant één uniforme methodiek wordt gehanteerd. Dit ter bevordering van de noodzakelijk geachte, eenheid van taal en aanpak, maar ook omdat er alleen dan naar BJZ toe één duidelijk beeld is: iedereen werkt op dezelfde wijze en benoemt dit ook met dezelfde begrippen. Het is duidelijk dat de regio s nog een aantal stappen moeten nemen om te bereiken dat iedereen volgens de ASH-methodiek gaat werken. Door de twee instellingen die nog niet volgens de methodiek ASH werken, moet dit intern op zeer korte termijn besproken worden. Zij spreken af hierover half september terug te rapporteren aan de overige regiomanagers. Dan zal moeten worden nagegaan wat de kosten zijn voor bijscholing van de huidige medewerkers. Insteek is dat medewerkers met een FFachtergrond een kleine bijscholing ASH volgen. Mogelijk kan deze bijscholing gezamenlijk door de vier ZA s worden georganiseerd. 11
14 5. Cliënten die op de wachtlijst staan of al in zorg zijn Dit is in de ogen van alle respondenten een belangrijk vraagstuk. Het is echter tijdens de beide werkbijeenkomsten nog onvoldoende uitgediept kunnen worden om daarover in dit rapport al concrete aanbevelingen te kunnen doen. Tijdens de werkconferenties werd duidelijk dat de ZA s op dit punt weinig of geen weet hebben van elkaars praktijk en opvattingen, laat staan dat er sprake is van een gezamenlijke beleidslijn. Daarom is het van belang dat het thema wachtlijst-problematiek in relatie tot spoedhulp op korte termijn nader verhelderd wordt in het binnenkort te starten periodieke (bij voorkeur: maandelijkse) Projectgroep overleg, bestaande uit de vier regiomanagers. Inzet van dat overleg is dat helder wordt hoe de verschillende regio s met dit thema omgaan en welke protocollaire afspraken hierover gemaakt moeten worden. Als opmaat voor het overleg over dit vraagstuk zetten we hier enige aandachtpunten en vragen op een rij, die in dit verband tijdens de werkconferenties werden aangestipt. - Het vraagstuk wachtlijst-problematiek in relatie tot spoedhulp heeft ook betrekking op de onderlinge verhoudingen, bijvoorbeeld over de vraag: wat nu als een cliënt bij mij op de wachtlijst staat en bij jou in de crisis zit? Hoe gaan we dan met elkaar om? - Een door alle respondenten gedeelde zorg is dat er een risico is dat spoedhulp als achterdeur gebruikt gaat worden voor lang-wachtenden; in dat geval is niet de urgentie bepalend voor wat er gebeurt maar de lange wachttijd. Hoe met dit risico om te gaan? - Een vraag betreffende instellingen die niet in het Spoedeisende Zorg-traject zitten is: hoe gaan we als ZA s met spoedhulp-capaciteit om met wachtlijstcliënten die daar in crisis zijn? Neem je die als ZA op, of niet? Moet elke instelling beschikbaar zijn voor de eigen wachtlijst of niet? - Jongeren die al in zorg zijn, gaan bij een crisis naar de eigen crisisafdeling van de ZA. Cliënten met een jeugdbeschermingsmaatregel en jeugdreclasseringscliënten daarentegen blijven bij een crisis de verantwoordelijkheid van BJZ. Uniforme uitwerking van deze verschillende scenario s is geboden 3. - De respondenten blijken het niet met elkaar eens over de vraag in hoeverre duidelijk is wie nu waarvoor verantwoordelijk is als het om de wachtlijsten gaat: Zijn de ZA s ja dan nee geëquipeerd voor het maken van veiligheidsanalyses bij eigen cliënten, conform de systematiek van BJZ? - Niet alle ZA s hebben spoedhulpplaatsen, en dus de verplichting om crisiscliënten op te nemen. Hoe ga je om met cliënten die je als ZA al in zorg hebt, en die dan in crisis raken? 6. Uitstroom en vervolghulp Aangegeven wordt dat dit een belangrijk knelpunt is. Volgens de regiomanagers moeten de vervolgmogelijkheden na crisishulp door de ZA s op eenduidige wijze vormgegeven worden. Dit knelpunt is met name het gevolg van capaciteitsproblemen - die op hun beurt leiden tot wachtlijsten, en hangt ook samen met het feit dat de SEZ-teams er niet altijd in slagen om tijdige indicatiestellingen voor vervolghulp af te geven. Daarnaast wordt opgemerkt dat er bij 3 Over dit thema is inmiddels overleg gevoerd met BJz. Ook is het aan de orde gesteld in het Stuurgroepoverleg ( bij de bespreking van de notitie Cliëntroute op ). Overeengekomen is dat wanneer sprake is van een crisis bij cliënten met een jeugdbeschermingsmaatregel de regie ligt bij BJZ, i.c. de (gezins)voogd. Datzelfde geldt voor jeugdreclasseringcliënten; ook zij vallen strikt genomen buiten de SEZ-doelgroep. Ten aanzien van deze cliëntengroepen zijn daarom afspraken gemaakt voor een bypass in de cliëntroute van BJz. Vervolgens is de aanspraak op spoedeisende hulp door het SEZ-team een formaliteit. 12
15 de residentiële hulpvormen vooralsnog geen capaciteit is vrijgesteld om cliënten op de wachtlijst te kunnen begeleiden. De vraag wat de overige knelpunten met betrekking tot vervolghulp zijn, is slechts summier aan de orde geweest. De regiomanagers stellen dat de knelpunten op dit vlak pas goed in kaart kunnen worden gebracht zodra vanuit de Projectmonitor concrete cijfers beschikbaar komen over vervolgtrajecten en -capaciteit. 7. Exitformulier en doelrealisatie Sommige instellingen gebruiken het Exitformulier van de C-toets bij vertrek van jongeren en registreren de mate van doelrealisatie. Andere instellingen werken echter (nog) niet met deze meetinstrumenten. Gesteld wordt dat het wenselijk is dat hierover door de vier ZA s ook een gezamenlijk standpunt wordt ingenomen en dat ieder op dezelfde manier gaat werken. Dit punt zal nader onderwerp van gesprek worden in het periodieke afstemmingsoverleg tussen de regio s en hun partners. Uitgangspunt voor deze discussie is de recent gepubliceerde Exittoets (vervangt oude C-toets, die overigens nooit bedoeld is als standaard exitinstrument). 8. Bereikbaarheidsdienst buiten kantoortijden De bereikbaarheid van de crisisdienst buiten kantoortijden wordt door drie van de vier ZA s zelf vormgegeven. Kompaan heeft als enige de bereikbaarheidsdienst contractueel uit handen gegeven aan de Crisisdienst Buiten Kantoortijden. Deze CBK werkt voor zowel de GGZ als de jeugdzorg. Binnen de regio Midden-Brabant wordt standaard op deze manier gewerkt; er is de regiopartners veel aan gelegen deze werkwijze en dit samenwerkingsverband te handhaven. De tijd zal uit moeten wijzen of deze werkwijze van Kompaan een probleem is of niet. De andere ZA s geven aan dat deze aparte constructie geen probleem hoeft te zijn zolang de bereikbaarheid van Kompaan buiten kantoortijden niet door het CBK bemoeilijkt wordt. Als dat onverhoopt wel zo zou blijken te zijn, dient daar zeker een oplossing voor gevonden te worden. Verder komt naar voren dat de instellingen die de bereikbaarheid buiten kantoortijden nu zelf vormgeven daar niet zo gelukkig mee zijn. Zo is er bijvoorbeeld in de regio West gekozen voor een voorlopige vorm van bereikbaarheid. In algemeenheid is het van belang hier vast te stellen dat de bereikbaarheid duidelijk nog een bespreekpunt is waar de regio s met elkaar over in discussie willen gaan, zowel wat betreft de inhoudelijke visie erachter als de organisatie ervan: nu is een crisis buiten kantoortijden bijvoorbeeld altijd een noodbed, maar moet dat wel zo zijn? Kan er ook een ambulant hulpverlener naar toe gestuurd worden? 9. Overlegstructuur Nu het project loopt, moet een functionele overlegstructuur worden opgezet. Daarbij moet worden opgepast dat er niet op teveel niveaus overlegd gaat worden; die zouden elkaar tegen gaan werken. Het risico is dan bijvoorbeeld groot dat afspraken op het ene niveau strijdig zijn met afspraken op een ander niveau. Ook moeten taken en bevoegdheden van de verschillende overlegniveaus helder zijn. Er is nu een Stuurgoep, bestaande uit een directeur ZA, een directeur BJZ en een vertegenwoordiger van de provincie. Deze Stuurgroep heeft in de ontwikkelfase een belangrijke rol gespeeld, en heeft zich toen ook bezig gehouden met tactische en operationele kwesties. De huidige implementatiefase vraagt echter om een andere aansturing. Met instemming van de regiomanagers wordt daarom geconstateerd dat het nu zaak is dat de Stuurgroep meer een rol op de achtergrond gaat innemen en zich in het vervolg van het 13
16 project vooral richt op vragen op strategisch niveau. Tegelijkertijd moet de Projectgroep (regiomanagers) een actievere begeleidende taak en verantwoordelijkheid op zich nemen Het nemen van operationele beslissingen moet een zaak zijn van zorgcoördinatoren in de regio s. 10. Registratie Overwegende dat het project al ruim twee maanden operationeel is, benadrukken alle regiomanagers dat het maken van afspraken over registratie van cliëntgegevens het belangrijkste doel is dat op zo kort mogelijke termijn gerealiseerd moet worden. Zo snel mogelijk starten met registratie en monitoring van cliëntgerelateerde gegevens is niet alleen van belang vanuit het oogpunt van projectverantwoording maar wordt minstens zozeer van belang geacht omdat het concreet inzicht geeft in actuele verschil- en knelpunten, die om uniformering vragen. In het navolgende doen we concrete voorstellen voor inhoud en management van deze registratiemonitor-systematiek, zoals uitgewerkt tijdens de tweede werkconferentie. De navolgende voorstellen worden gesteund en haalbaar geacht door alle regiomanagers. 3.2 Opzet en management registratiemonitor Spoedhulp Noord-Brabant Ter beantwoording van onderzoeksvraag 3, hoe kan een registratiemonitor er concreet uitzien, is uitgegaan van de onlangs (dd ) in de Stuurgroep vastgestelde Kritieke Prestatie- Indicatoren: KPI s. De registratiemonitor zal in ieder geval die gegevens moeten registreren die nodig zijn om maandelijks over de KPI s te kunnen rapporteren. Het gaat om de volgende KPI s: 1a. Aantal bestaande en aantal nieuwe cliënten waarmee team Spoedhulp ZA bemoeienis heeft. Voor de interne KPI wordt daar nog aan toegevoegd: 1b. Aantal contacten met cliënten vanuit het team Spoedhulp. 2. Aantal afgegeven crisisaanspraken en welke zorgvorm 3. Aantal verzilverde crisisaanspraken per ZA. 4. Aantal niet-verzilverde crisisaanspraken 5. Tijd van crisismelding en aankomst bij crisis. 6. Aanbieden zorg door ZA, wel niet binnen de gestelde tijd (24 uur). 7. Hoeveel cliënten hebben nog zorg nodig en welke zorgvorm. 8. Bij hoeveel cliënten zijn er problemen ten aanzien aansluitende zorg? Dwz.: BJz geeft aan dat aansluitende zorg nodig is, maar de ZA verzilverd dat niet. In onderstaande wordt per KPI een korte toelichting gegeven en wordt aangegeven welke registratiegegevens nodig zijn om deze KPI te meten. 1a. Aantal bestaande en aantal nieuwe cliënten waarmee team Spoedhulp ZA bemoeienis heeft. Toelichting: Bestaande cliënten zijn cliënten in zorg en cliënten op de wachtlijst, deze kunnen worden aangemeld via één van de eigen hulpverleners. Nieuwe cliënten zijn degenen die via het SEZ 14
17 (spoedeisende zorg BJz) binnenkomen en nergens in zorg zijn of op de wachtlijst van één van de ZA staan. Om deze KPI te meten zijn de volgende registratiegegevens nodig: Aanmelder Type client (in zorg, wachtlijst of niet in zorg) 1b. Aantal contacten dat Spoedhulp heeft rondom client. Toelichting: Soms is er veel activiteit rondom een cliënt voordat de hulpverlening formeel gestart is. Soms start de hulpverlening niet, maar is er wel activiteit geweest. Het is nu niet inzichtelijk hoeveel tijd dat kost. Daarom wordt voorgesteld om ook activiteit voorafgaande aan de start hulpverlening te registreren. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in niet-cliëntgebonden contacturen, dus vooral overleg met bijv. SEZ of andere ZA over cliënt, en cliëntgebonden contacturen, direct contact met de cliënt. Om dit te kunnen meten zijn de volgende registratiegegevens nodig: Aantal niet-client gebonden contacturen door team Spoedhulp vóór start hulpverlening Aantal client gebonden contacturen door team Spoedhulp vóór start hulpverlening Om een beeld te krijgen wat die activiteiten dan inhouden: Geef een korte omschrijving van de activiteiten. 2. Aantal afgegeven crisisaanspraken en welke zorgvorm Toelichting: BJz geeft voor de cliënt een crisisaanspraak af en meldt cliënt aan bij het team Spoedhulp. In overleg met team Spoedhulp wordt bepaald welke zorgvorm wordt ingezet. Om dit te kunnen meten zijn de volgende registratiegegevens nodig: Zorgaanspraak (crisisaanspraak) Gewenste zorgvorm door SEZ Gerealiseerde zorgvorm door ZA Locatie zorgvorm ZA 3. Aantal verzilverde crisisaanspraken per ZA Toelichting: Niet alle crisisaanspraken die binnenkomen worden verzilverd. Men kan discussiëren over de betekenis van verzilverd. Dit kan vertaald worden als verzilverd is geaccepteerd, of als verzilverd is gestart. Soms wordt een aanspraak wel geaccepteerd maar wordt het traject niet gestart omdat bijvoorbeeld de cliënt afhaakt. Daarom moeten beiden geregistreerd worden. Om dit te kunnen meten zijn de volgende registratiegegevens nodig: Crisisaanspraak geaccepteerd door ZA Accepteren is dat ZA toegezegd heeft aan SEZ met cliënt aan de slag te gaan. Zo nee: korte toelichting waarom niet geaccepteerd. 15
18 Crisistraject gestart Niet gestart betekent dat er andere redenen zijn dan acceptatie ZA die maakten dat het crisistraject niet gestart is. Zo nee, korte toelichting waarom traject niet is gestart. 4. Aantal niet-verzilverde crisisaanspraken Toelichting en uitwerking registratiegegevens zie Tijd van crisismelding en aankomst bij crisis. Toelichting: Deze KPI lijkt meer van toepassing voor de BJz. Zij gaan in eerste instantie naar de cliënt toe. Toch is het interessant om dit ook te registreren bij Spoedhulp ZA, omdat op deze manier kan worden vastgesteld hoeveel tijd er zit tussen tijdstip melding en aanvang daadwerkelijke hulpverlening. Om dit te kunnen meten zijn de volgende registratiegegevens nodig: Datum en tijdstip melding crisis door SEZ bij Spoedhulpteam Het is van belang om het tijdstip van melding te noteren omdat op deze manier ook inzichtelijk wordt hoe vaak er binnen en buiten kantoortijden gebruik wordt gemaakt van het Spoedhulpteam. Datum en tijdstip 1 e contact Spoedhulpmedewerker + client Vorm 1 e contact (telefoon, bezoek) Datum start hulpverlening datum formele start hulpverlening in IJZA. 6. Aanbieden zorg door ZA, wel niet binnen de gestelde tijd (24 uur). Toelichting: Wat is het aanbieden van zorg door de ZA? Hierover is discussie mogelijk. Dit kan het eerste contact tussen spoedhulpmedewerker en cliënt zijn, maar dit kan ook de formele datum start hulpverlening zijn. Daarom worden beide gegevens geregistreerd, zie Hoeveel cliënten hebben nog zorg nodig en welke zorgvorm. Toelichting: Een aantal cliënten heeft na de spoedhulp direct vervolghulp nodig en een aantal cliënten kunnen het weer alleen aan. Als vervolghulp gewenst is, dan wordt een aanvraag voor een vervolgindicatie bij BJZ gedaan door de ZA. Verder is het interessant om na te gaan hoeveel tijd er zitten tussen aanvraag vervolgindicatie en afgifte vervolgindicatie. De indruk bestaat dat BJZ de urgentie soms verhoogt om zo na spoedhulp sneller vervolghulp te krijgen. Om dit te kunnen meten zijn de volgende registratiegegevens nodig: Vervolghulp nodig Zorgaanspraak vervolgindicatie Datum aanvraag vervolgindicatie bij BJZ Datum afgifte vervolgindicatie door BJZ Urgentie vervolgindicatie door BJZ gewijzigd? 16
19 Einddatum spoedhulp Vervolgtraject Startdatum vervolgtraject bij ZA Vervolghulp niet gestart omdat Alternatief zorgaanbod geformuleerd door ZA Wel/niet geaccepteerd door client 8. Bij hoeveel cliënten zijn er problemen ten aanzien van aansluitende zorg? Toelichting BJz geeft aan dat aansluitende zorg nodig is, maar het wordt niet gerealiseerd door de ZA. Om dit te kunnen meten zijn de volgende registratiegegevens nodig (zie 7): Datum afgifte vervolgindicatie door BJZ Vervolghulp niet gestart omdat Achtergrondgegevens Naast de registratiegegevens voor de KPI s moeten een aantal achtergrondgegevens van de cliënten geregistreerd worden: Naam Geboortedatum Geslacht Maatregel Plaats van herkomst Implementatie Met de vier regiomanagers is afgesproken dat er zo snel mogelijk gestart moet worden met registreren. Daarvoor heeft Praktikon een registratiesysteem in Excel ontwikkeld op basis van bovenstaande gegevens. Na goedkeuring door de regiomanagers zal met dit systeem gewerkt gaan worden in de vier regio s. Gedurende de looptijd van het project kan het registratiesysteem waar nodig nog aangevuld worden. Voor de rapportage door Praktikon is het noodzakelijk dat alle gegevens in één bestand kunnen worden aangeleverd. Omdat sommige gegevens wel in IJZA worden gerapporteerd en andere niet, is ervoor gekozen om één registratiesysteem in Excel aan te maken. De onderzoeker van Praktikon rapporteert aan de hand van dit Excel bestand en gaat er vanuit dat de cliëntgegevens volledig zijn. Afgesproken is dat iedere regiomanager zelf verantwoordelijk is voor het tijdig en volledig invullen van dit bestand. De regiomanagers kunnen bijvoorbeeld de Excel-monitor in principe door de hulpverleners zelf laten invullen, vooral de gegevens die niet uit IJZA komen. En vervolgens één persoon verantwoordelijk maken voor het aanvullen van de gegevens uit IJZA. 17
20 3.3 Tot slot: inzet ten behoeve van verdere uniformering Het evaluatieproject Spoedeisende Zorg Noord-Brabant kent twee sporen: een uniformeringstraject en traject resultaatmeting annex verantwoording. Op het tweede spoor en de daarmee samenhangende inzet van Praktikon in Fase 2 van het Evaluatieproject gingen we in de vorige paragraaf in. Hier komen we nog even terug op noodzakelijk geachte verdere inzet met betrekking tot het uniformeringstraject, met name op de rol van het Projectgroepoverleg in dit kader. De voorgaande bespreking van interregionale verschillen maakt duidelijk op welke fronten de ambitie van uniformering van het gehele traject van spoedeisende zorg het komende jaar met name aandacht zal vragen. Om dit ontwikkeltraject tot een goed einde te brengen, is naar onze opvatting naast het beoogde periodieke interinstitutionele afstemmingsoverleg tussen ZA s en BJz Noord-Brabant (met een tactische oriëntatie) ook een sectoraal Projectgroepoverleg gewenst. Dit laatste overleg zal vooral het verdere uniformeringstraject concreet vorm moeten gaan geven, en kan daarnaast fungeren als overlegplatform voor het resultaatmetingstraject. Dit vraagt van de Projectgroep een vierwekelijkse vergaderfrequentie. De regiomanagers delen deze opvatting. De aandachtspunten in de bovenstaande analyse kunnen beschouwd worden als de agenda voor het eerste van deze overleggen. Tijdens dit eerste overleg dient de Projectgroep ten eerste de in dit rapport aangedragen knel-/aandachtspunten te prioriteren en voor zover nodig te herijken en aan te vullen (denk hierbij aan thema s als: interventie in lopende trajecten; aanpak bij trajecten die echt vastlopen, waar zich een crisis voordoet; overbruggingshulp, en wat we daar precies onder verstaan). Ter beantwoording van onderzoeksvraag 4, welke suggesties kunnen nog gedaan worden naar eventuele verdere studie van de in kaart gebrachte verschillen, stellen we daarbij de volgende werkwijze voor. Wanneer deze knelpunten in het eerste Projectgroepoverleg op systematische wijze genoteerd, geprioriteerd en geclassificeerd (qua oplosbaarheid) worden, kan zo n lijst fungeren als meetinstrument dat tussentijds en aan het einde van de projectfase (medio voorjaar 2009) nogmaals wordt afgenomen. Dan kan worden nagegaan in hoeverre geconstateerde problemen intussen zijn opgelost en/of in prioritering zijn gewijzigd. Naar verwachting zal het aantal agendapunten van het Projectgroepoverleg afnemen, naarmate het uniformeringstraject verder met succes wordt afgelegd. Anderzijds moet er echter ook rekening mee worden gehouden dat er in lopende trajecten nieuwe problemen ontstaan. Is dat het geval, dan is het zaak dat de leden van de Projectgroep daarover met elkaar op korte termijn de discussie starten, zodat de regio s ook rond deze nieuwe aandachtpunten naar meer uniformering toe kunnen werken. Een aanvullend agendapunt dat we als onderzoekers in ieder geval toe zouden willen voegen is het werken aan meer eenheid van taal : voor het welslagen van elk project en de daarmee samenhangende registratie en evaluatie is het onontbeerlijk dat hiervan onder alle betrokkenen sprake is. Zij moeten hetzelfde begrippenkader gebruiken en onder die termen ook daadwerkelijk hetzelfde verstaan. De projectdocumenten genoemd in Bijlage 1 en de ervaringen van de onderzoekers tijdens de beide werkconferenties wijzen uit dat hiervan binnen het project Spoedeisende Hulp Noord-Brabant nog niet in voldoende mate sprake is. Het zo spoedig mogelijk opstellen, verspreiden en gaan hanteren van een uniforme lijst van kernbegrippen en definities is daarom een belangrijk agendapunt voor het hier bepleite periodieke Projectgroepoverleg. Hoewel nog erg onvolledig, kan de begrippenlijst uit het Plan van Aanpak (2007) hiervoor als uitgangspunt worden gebruikt. 18
Evaluatie project Spoedeisende Zorg Noord-Brabant Fase 2: opzet en resultaten registratiemonitor
Evaluatie project Spoedeisende Zorg Noord-Brabant Fase 2: opzet en resultaten registratiemonitor Coleta van Dam Evaluatie Project Spoedeisende Zorg Noord Brabant Fase 2: opzet en resultaten registratiemonitor
Nadere informatieB-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren
B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren J.W. Veerman N. van Erve M. Poiesz Praktikon BV Postbus 6906 6503 GK Nijmegen tel. 024-3615480 www.praktikon.nl praktikon@acsw.ru.nl 2010 Praktikon
Nadere informatieevaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave
ijs arbeid dat a zorg onderwijs zekerheid t enschap rg welzijn obilit eit n beleids- Het ITSmaakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave CE
Nadere informatieAanvulling op. Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen
Aanvulling op Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen 2003-2006 Aanvulling op Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen 2003-2006 Praktikon maakt deel uit van de Stichting de Waarden te Nijmegen en
Nadere informatieBergOp 4.1 Handleiding voor gebruikers
BergOp 4.1 Handleiding voor gebruikers Testversie 1 Praktikon B.V. Postbus 6909 6503 GK Nijmegen www.praktikon.nl tel. 024-3615480 praktikon@acsw.ru.nl fax. 024-3611152 www.bergop.info 2016 Praktikon B.V.
Nadere informatieEVALUATIE ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD FRYSLÂN 2008
EVALUATIE ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD FRYSLÂN 2008 M. van Zwieten S. Biesma B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl
Nadere informatieOpdrachtgevers & Netwerkpartners
Opdrachtgevers & Netwerkpartners van Synthese Mate van tevredenheid [Externe versie] Rapportage 2017 Ronald De Meyer Laura Beurskens-Claessens Februari 2018 2 2018 Praktikon Behoudens de in of krachtens
Nadere informatieRapportage Jeugdzorg derde kwartaal 2006
Rapportage Jeugdzorg derde kwartaal 2006 In deze rapportage komen respectievelijk het Bureau Jeugdzorg (BJZ), het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en de geïndiceerde jeugdzorgaanbieders aan
Nadere informatieOnderwerp: Risico inventarisatie project rwzi Utrecht Nummer: 604438. Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering
COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HOOGHEEMRADEN COMMISSIE BMZ ALGEMEEN BESTUUR Agendapunt 9A Onderwerp: Risico inventarisatie project rwzi Utrecht Nummer: 604438 In D&H: 22-01-2013 Steller: Drs. J.L.P.A. Dankaart
Nadere informatiehandleiding Veiligheidsplanner voorwoord inleiding De stappen van de Lokale stap 01 profiel stap 02 wat is het probleem? stap 03 wat doen wij al?
handleiding lokale veiligheidsplanner 1 veiligheid door samenwerking handleiding handleiding lokale veiligheidsplanner 2 Welkom bij de internettoepassing Lokale. Het Centrum voor Criminaliteitspreventie
Nadere informatieSamenwerkingsafspraken crisisinterventie Jeugd in de Gelderse jeugdhulpregio s
CONVENANT DEEL 1 ALGEMEEN 1. Aanleiding Door de decentralisatie van de jeugdzorg in 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk geworden voor de crisishulp aan jeugdigen en hun ouders. Voor het maken van een
Nadere informatieAanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving
Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld
Nadere informatieRisicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008
Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Inleiding De veiligheid van het kind is een van de belangrijkste
Nadere informatieAanpak: Gezinscoaching. Beschrijving
Aanpak: Gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: BJZ Flevoland
Nadere informatiePROTOCOL Spoed4Jeugd. Hoofdregel proces: volg gedisciplineerd het proces en de taken in de applicatie.
Hoofdregel proces: volg gedisciplineerd het proces en de taken in de applicatie. 1. Start proces: De melder neemt telefonisch of via de e-mail contact op met Spoed4Jeugd. Melding Spoed4Jeugd 2. Beslissing:
Nadere informatieBergOp 4.1 Handleiding voor ROM
BergOp 4.1 Handleiding voor ROM Testversie 1 Praktikon B.V. Postbus 6909 6502 GK Nijmegen www.praktikon.nl tel. 024-3615480 praktikon@acsw.ru.nl fax. 024-3611152 www.bergop.info 2016 Praktikon B.V. Behoudens
Nadere informatieQuick scan Ambulant begeleid wonen. Rapport naar aanleiding van het onderzoek van de Inspectie jeugdzorg bij Kompaan
Quick scan Ambulant begeleid wonen Rapport naar aanleiding van het onderzoek van de Inspectie jeugdzorg bij Kompaan Inspectie jeugdzorg September 2006 Inleiding De Inspectie jeugdzorg wil een inschatting
Nadere informatieAanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving
Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld
Nadere informatieImplementatiescenario voor lidorganisaties
Informatiemodel en Gegevensset Federatie Opvang 2011 Implementatiescenario voor lidorganisaties Federatie Opvang, 22 september 2011 versie 1.0 Projectleiding: Projectuitvoering: Mark Clarijs, Informatiemanager
Nadere informatieUitvoering advies aanlevering beleidsinformatie Veilig Thuis
Uitvoering advies aanlevering beleidsinformatie Veilig Thuis 8 juni 2015 1 ADVIES De Wmo2015 verplicht de Veilig Thuis organisaties (VT organisaties) om twee keer per jaar, in juli en januari) bij CBS
Nadere informatieEnergiemanagementprogramma HEVO B.V.
Energiemanagementprogramma HEVO B.V. Opdrachtgever HEVO B.V. Project CO2 prestatieladder Datum 7 december 2010 Referentie 1000110-0154.3.0 Auteur mevrouw ir. C.D. Koolen Niets uit deze uitgave mag zonder
Nadere informatieAanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving
Aanpak: Bijzondere Zorg Team Namens de gemeente Deventer hebben drie netwerkpartners de vragenlijst gezamenlijk ingevuld. Dit zijn Dimence GGZ, Tactus verslavingszorg, en Iriszorg maatschappelijke opvang.
Nadere informatieRekenkamercommissie gemeente Bloemendaal
Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal Evaluatie onderzoek Externe Inhuur Overveen, 25 januari 2018 Aanleiding De Rekenkamercommissie Bloemendaal evalueert al haar onderzoeken om na te gaan in hoeverre
Nadere informatieDe Inspecties stellen dat VTRR aan 18 van de 24 verwachtingen van het toetsingskader voldoet.
Verbeterplan Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond. VTRR is een nieuwe organisatie die nog volop in ontwikkeling is. De wettelijke taken van VTRR, het oppakken van meldingen huiselijk geweld en kindermishandeling,
Nadere informatieRAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Achtkarspelen
RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE Achtkarspelen Plaats : Buitenpost Gemeentenummer : 0059 Onderzoeksnummer : 288297 Datum onderzoek :
Nadere informatieWerken met hulpverleningsplannen
Werken met hulpverleningsplannen Aanwezigheid en gebruik van hulpverleningsplannen bij Xonar Inspectie jeugdzorg Utrecht januari 2007 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Inleiding... 5 Hoofdstuk 1 - Oordeel
Nadere informatieDoel van deze notitie Informeren over de te maken keuzes in het provinciaal jeugdzorgbeleid in de periode tot de transitie jeugdzorg.
Onderwerp keuzes meerjarenbeleid jeugdzorg 2013-2016 Doel van deze notitie Informeren over de te maken keuzes in het provinciaal jeugdzorgbeleid in de periode tot de transitie jeugdzorg. Inleiding De Wet
Nadere informatieHandleiding MIS (Management Informatie Systeem)
Handleiding MIS (Management Informatie Systeem) Praktikon 2016 Praktikon B.V. Postbus 6909 6503 GK Nijmegen www.praktikon.nl tel. 024 3615480 praktikon@acsw.ru.nl fax. 024 3611152 www.bergop.info 2016
Nadere informatieMonitor Experimenten Ambulante Jeugdzorg zonder indicatie
Monitor Experimenten Ambulante Jeugdzorg zonder indicatie Prestatiemeting Experimenten In 2011 wordt in de regio Noordwest Veluwe en in Nijmegen/Wijchen een pilot gestart met de inzet van vormen van ambulante
Nadere informatieplan van aanpak BMC opstellen verbeterplan doelmatigheid primair proces jeugdhulpverlening in Overijssel
Kenmerk PS/2003/789 Vervolg Quick Scan jeugdzorg Overijssel: plan van aanpak BMC opstellen verbeterplan doelmatigheid primair proces jeugdhulpverlening in Overijssel en plan van aanpak BMC voor opstellen
Nadere informatieAanpak: Bemoeizorg. Beschrijving
Aanpak: Bemoeizorg De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD West-Brabant
Nadere informatieSamenvatting Het draait om het kind
Samenvatting Het draait om het kind Visie op monitoring in de opvoedingsvariant van pleegzorg Inleiding Aangezien de pleegzorg een onvoldoende geobjectiveerd overzicht heeft van hoe het met de jeugdige
Nadere informatieAan de slag met de Startwijzer-mbo Handleiding
Aan de slag met de Startwijzer-mbo Handleiding Inleiding De Startwijzer-mbo is een digitale scan die in beeld brengt hoe starters op dit moment worden ingewerkt en begeleid en op welke onderdelen er (nog)
Nadere informatieKwaliteitshandboek HET EEPOS
Algemeen Het Eepos voert over de verschillende afdelingen heen één gezamenlijk opnamebeleid, waarbij de verschillende ondersteuningsfuncties flexibel kunnen worden aangeboden. We streven er naar dat de
Nadere informatieZorgen voor het bedreigde kind. Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg
Zorgen voor het bedreigde kind Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg Inspectie jeugdzorg Utrecht, november 2006 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Samenvatting...
Nadere informatieTitel: Toelichting crisisroute binnen kantoortijden in de regio IJsselland Van: Werkgroep crisisroute Datum: Vastgesteld op 20 maart 2019
Titel: Van: Werkgroep crisisroute Datum: Vastgesteld op 20 maart 2019 Inleiding In de regio IJsselland 1 is samen met jeugdhulpaanbieders een crisisroute voor jeugdigen uitgewerkt. In deze toelichting
Nadere informatieAanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving
Aanpak: Praktische gezinsondersteuning De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door:
Nadere informatieAanpak: Signalerings- en vangnetfunctie. Beschrijving
Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld
Nadere informatieAanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving
Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld
Nadere informatieIn hoeverre is het ICT-beleid bij de gemeenten Bergen op Zoom, Drimmelen, Halderberge en Moerdijk als doeltreffend en doelmatig aan te merken?
Rekenkameronderzoek ICT-beleid Betreft: Toelichting op het onderzoek ICT-beleid Inleiding De Rekenkamer West-Brabant heeft bij de voorbereiding van het onderzoeksprogramma 2015 het onderwerp ICT-beleid
Nadere informatieHandleiding Startwijzer
Handleiding Startwijzer Aan de slag met de Startwijzer VO De Startwijzer VO is een digitale scan die in beeld brengt hoe startende leraren op school ingewerkt en begeleid worden en op welke onderdelen
Nadere informatiePortefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)
Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der
Nadere informatieUitwerking drie scenario's voor Monitor Maatschappelijk Resultaat
Uitwerking drie scenario's voor Monitor Maatschappelijk Resultaat Datum 24 september 2015 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Scenario 1: Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de vulling van de monitor, met aanvullingen
Nadere informatieEen eigentijdse HRM- scan door Gidsen HR advies WAT IS HET DOEL EN INHOUD VAN DEZE SCAN?
Een eigentijdse HRM- scan door Gidsen HR advies WAT IS HET DOEL EN INHOUD VAN DEZE SCAN? Met behulp van deze scan wordt de stand van zaken van het Personeelsbeleid in kaart gebracht. De HRM - scan is met
Nadere informatieGraag retour naar de secretaris Paul Verkerk vóór 14 juli a.s. via p.verkerk@rudutrecht.nl
Zelfevaluatie Aan het Dagelijks Bestuur van de RUD Utrecht Van: Saskia Borgers 7 juli 2015 Betreft: zelfevaluatie Dagelijks Bestuur RUD Utrecht Hierbij de vragenlijst zelfevaluatie Dagelijks Bestuur RUD
Nadere informatieAanpak: GRIP-aanpak. Beschrijving
Aanpak: GRIP-aanpak De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Bureau Jeugdzorg
Nadere informatieRapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.
Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij
Nadere informatieMonitor Volwaardige Arbeidsrelaties
Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties in de architectenbranche QUICKSCAN mei 2013 Inhoud Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties 3 Resultaten 6 Bureau-intermediair I Persoonlijk urenbudget 6 Keuzebepalingen
Nadere informatie11 mei april 2017 R BIRB/2017/2575
W GEMEENTE VELSEN Raadsbesluit Datum raadsvergadering Datum IJmond-commissie Raadsbesluitnummer Registratienummer 11 mei 2017 18 april 2017 R17.022 Onderwerp: toekomst van de IJmondsamenwerking De raad
Nadere informatieEen vragenlijst voor de Empowerende Omgeving
Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving Introductie Met de REQUEST methode wordt getracht de participatie van het individu in hun eigen mobiliteit te vergroten. Hiervoor moet het individu voldoende
Nadere informatieFactsheet Jeugd in cijfers
Factsheet Jeugd in cijfers 2011-2012 Gemeente Gemeente Voorwoord Jeugd in cijfers biedt snel compacte en feitelijke beleidsinformatie over het huidige jeugdzorgstelsel in de provincie Noord- en binnen
Nadere informatieDOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda
DOORDRINGEN of Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting DOORDRINKEN Jos Kuppens Henk Ferwerda In opdracht van Ministerie van Veiligheid en Justitie, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum,
Nadere informatieSamen aan de IJssel Inleiding
Samen aan de IJssel Samenwerking tussen de gemeenten Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel, kaders voor een intentieverklaring en voor een onderzoek. Inleiding De Nederlandse gemeenten bevinden
Nadere informatieEen kinderbeschermingsmaatregel?
Een kinderbeschermingsmaatregel? Stand van zaken naar aanleiding van het vervolgonderzoek naar de kwaliteit van de Bureaus Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming bij de besluiten over een kinderbeschermingsmaatregel
Nadere informatieOnderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek
Raadsvergadering, 22 april 2008 Voorstel aan de Raad Nr: 228 Agendapunt: 6 Datum: 9 april 2008 Onderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek Onderdeel raadsprogramma:
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv
Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Studiecentrum Talen Eindhoven bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud
Nadere informatieZorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van Rubicon Jeugdzorg
Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van Rubicon Jeugdzorg Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 1. Aanleiding Het is de taak van pleegzorgaanbieders om er voor te zorgen
Nadere informatieDoelmatigheidsonderzoek Externe geldstromen
Doelmatigheidsonderzoek Externe geldstromen Projectdocument april 2000 Werkgroep onderzoek externe geldstromen Inhoud: 1. Aanleiding voor het onderzoek en achtergrond 2. Organisatie 3. Doelstelling 4.
Nadere informatieQuick scan Ambulant begeleid wonen 22 mei 2006
Quick scan Ambulant begeleid wonen 22 mei 2006 Rapport n.a.v. het onderzoek van de Inspectie jeugdzorg bij Jeugdformaat (Nieuwe Parklaan) Inspectie jeugdzorg 30 mei 2006 Inleiding De Inspectie jeugdzorg
Nadere informatieImplementatieplan Indicatoren ambulancezorg
Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg definitieve versie maart 2015 1 1. Inleiding In oktober 2014 heeft het bestuur van Ambulancezorg Nederland de indicatorenset ambulancezorg vastgesteld. Hiermee
Nadere informatieAanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving
Aanpak: WIJ Eindhoven De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Lumens Groep
Nadere informatieRegeling spoedzorg Gehandicaptenzorg
Regeling spoedzorg Gehandicaptenzorg Zorgkantoorregio Noordoost Brabant 1 Regeling spoedzorg Dit document beschrijft de regeling spoedzorg, zoals deze is overeengekomen en wordt uitgevoerd door de verschillende
Nadere informatieAanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving
Aanpak: Multiprobleemgezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD
Nadere informatieAMBITIE.INFO. BPV Verkopen
AMBITIE.INFO BPV Verkopen Colofon Uitgeverij: Uitgeverij Edu Actief b.v. Meppel Auteur: M. Steenbergen Redactie: Uitgeverij Edu Actief b.v. Meppel Inhoudelijke redactie: R. van Midde Vormgeving: Uitgeverij
Nadere informatieReglement van de Nominatie- en Remuneratiecommissie van NOC*NSF
Reglement van de Nominatie- en Remuneratiecommissie van NOC*NSF 1. Inleiding 1.1 In dit Reglement van de Nominatie- en Remuneratiecommissie van NOC*NSF worden de volgende definities gehanteerd: Algemeen
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 april 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34
Nadere informatieBIJLAGE 2 Format jaarplan zorgaanbieders Format jaarplan zorgaanbieders Zuid-Holland, Haaglanden en stadsregio Rotterdam
BIJLAGE 2 Format jaarplan zorgaanbieders Format jaarplan zorgaanbieders Zuid-Holland, Haaglanden en stadsregio Rotterdam Jaarplan 20.. Deel I: Algemeen 1.1 Algemeen beleid /visie
Nadere informatieBestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg
Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg Ter voorbereiding op de transitie maken gemeenten, georganiseerd in zes regio s, en Gedeputeerde Staten van provincie Utrecht,
Nadere informatieEerder en Dichtbij. Projectplan
Eerder en Dichtbij Projectplan Bussum, augustus september 2012 1. Inleiding De pilot Eerder en Dichtbij is een verlening van de eerste pilot Meer preventie minder zorg. Het doel van de pilot was oorspronkelijk
Nadere informatieLoopbaanoriëntatie -begeleiding
Ik, leren en werken Loopbaanoriëntatie en -begeleiding Loopbaanlogboek voor fase 2 Voorbereiding Colofon Auteur: Edu Actief b.v. Redactie: Edu Actief b.v. Vormgeving: Edu Actief b.v. Illustraties: Edu
Nadere informatiePROJECT PLAN VOOR DE IMPLEMENTATIE VAN EEN STANDAARD SITE VOOR DE VERENIGING O3D
PROJECT PLAN VOOR DE IMPLEMENTATIE VAN EEN STANDAARD SITE VOOR DE VERENIGING O3D Auteur : P. van der Meer, Ritense B.V. Datum : 17 juli 2008 Versie : 1.3 2008 Ritense B.V. INHOUD 1 VERSIEBEHEER...1 2 PROJECT
Nadere informatieOnderzoek naar de werking van het coalitieprogramma
Rekenkamer Weert Onderzoek naar de werking van het coalitieprogramma 2 april 2009 Achtergrond en aanleiding onderzoek De rekenkamer van de gemeente Weert richt zich op het perspectief leren en verbeteren.
Nadere informatieproject: Trends en actualiteit in de Jeugdzorg
project: Trends en actualiteit in de Jeugdzorg Colofon Uitgeverij Edu Actief b.v. Meppel Postbus 1056 7940 KB Meppel Tel.: 0522-235235 Fax: 0522-235222 E-mail: info@edu-actief.nl Internet: www.edu-actief.nl
Nadere informatieGedeputeerde Staten. 2012 HK Haarlem. Betreft: beleidsinformatie jeugdzorg. Geachte leden,
POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Provinciale Staten van Noord-Holland door tussenkomst van de Statengriffier, mr. J.J.M. Vrijburg Florapark 6, kamer L-104 2012 HK Haarlem Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon
Nadere informatieAanpak: Versterkt Verder. Beschrijving
Aanpak: Versterkt Verder De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: MEE IJsseloevers
Nadere informatieConsultatiedocument Standaard 4400N Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden (2 e ontwerp) 21 juli 2016
Dit document maakt gebruik van bladwijzers Consultatiedocument Standaard 4400N Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden (2 e ontwerp) 21 juli 2016 Consultatieperiode loopt
Nadere informatieEXIT-VRAGENLIJST Jeugd & Opvoedhulp Handleiding
EXIT-VRAGENLIJST Jeugd & Opvoedhulp Handleiding Inleiding Voor het programma Prestatie-indicatoren Jeugdzorg 1 worden verschillende instrumenten uitgewerkt om inzicht te krijgen in de effectiviteit van
Nadere informatieInspectie indicatoren Waarderingskader
Inspectie indicatoren Waarderingskader Een samenwerkingsverband wordt ook bezocht door de inspectie voor het onderwijs. Zie hier het inspectiekader voor samenwerkingsverbanden. Kwaliteitsaspect 1 Resultaten
Nadere informatieBedrijfsmaatschappelijk werker
Bedrijfsmaatschappelijk werker Doel Verlenen van hulp aan werknemers met (dreigende) (psycho)sociale moeilijkheden, alsmede adviseren van leidinggevenden over (psycho)sociale vraagstukken, binnen het sociaal
Nadere informatieVoorblad agendapunt 3 Stand van zaken speerpunt Informatiemanagement
Voorblad agendapunt 3 speerpunt Informatiemanagement Ruud vd Belt en Peter Antonis In bijgaande notitie treft u de bestuursopdracht Informatiemanagement (IM) aan. De samenleving en werkorganisaties zijn
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 31 977 Wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met het opnemen van een gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de jeugdketen Nr. 9 DERDE
Nadere informatieKlachtenregeling. Directeur De directeur van Pool Management & Organisatie b.v.
Klachtenregeling Inleiding Klachtenregeling Pool Management Academy inzake cursussen, trainingen, opleidingen, coaching of begeleidingstrajecten, uitgevoerd door Pool Management Academy in opdracht van
Nadere informatieKWALITEITSKADER VEILIG THUIS ONDERDEEL: ZICHT OP VEILIGHEID
Landelijk Netwerk Veilig Thuis KWALITEITSKADER VEILIG THUIS ONDERDEEL: ZICHT OP VEILIGHEID Utrecht, 1 juli 2016 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Kaders zicht op veiligheid voor Veilig Thuis... 4 2.1
Nadere informatieDraaiboek voor het team Kwaliteit van verzorging en opvoeding in de residentiële jeugdzorg
Draaiboek voor het team Kwaliteit van verzorging en opvoeding in de residentiële jeugdzorg Marjan de Lange Cécile Chênevert Utrecht, september 2011 2011 Nederlands Jeugdinstituut Niets uit deze uitgave
Nadere informatieAnalyse Project Eigen Kracht in Uitvoering
Analyse Project Eigen Kracht in Uitvoering 2013-2014 Inleiding In de periode 2011 tot en met 2014 hebben Trias Jeugdhulp, Jarabee en Intermetzo subsidie ontvangen van de provincie Overijssel voor het project
Nadere informatieAan de slag met het. Leren Inhoud Geven
Aan de slag met het ontwikkelmodel Samen Leren Inhoud Geven Het ontwikkelmodel Samen Leren Inhoud Geven is een handvat om de dialoog te voeren over de ontwikkeling naar een lerende organisatie. Door hierover
Nadere informatieProtocol en samenwerkingsafspraken Ernstig toegebracht (hersen)letsel bij kinderen
Protocol en samenwerkingsafspraken Ernstig toegebracht (hersen)letsel bij kinderen Inleiding Voor u ligt de nieuwste versie van het protocol en samenwerkingsafspraken betreffende kinderen met ernstig toegebracht
Nadere informatieBergen op Zoom, Etten-Leur, Halderberge, Moerdijk, Rucphen, Roosendaal, Steenbergen, Woensdrecht, Zundert. Workshop Resultaatmeting Ruut van Andel
Bergen op Zoom, Etten-Leur, Halderberge, Moerdijk, Rucphen, Roosendaal, Steenbergen, Woensdrecht, Zundert Workshop Resultaatmeting Ruut van Andel Visie WBW Leidende principes: Loslaten zonder het zicht
Nadere informatieZorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Hertoets bij Pactum
Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Hertoets bij Pactum Inspectie jeugdzorg Utrecht, januari 2010 2 Inspectie jeugdzorg p~ãéåî~ííáåö= Naar aanleiding van de uitkomsten van een eerder pleegzorgonderzoek
Nadere informatieProcesbeschrijving transformatie agenda Jeugd Gelderland Versiedatum 8 juni 2015
Procesbeschrijving transformatie agenda Jeugd Gelderland Versiedatum 8 juni 2015 Vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor alle hulp en ondersteuning aan jeugd. Na de transitie (overdracht van taken)
Nadere informatieReglement van de Auditcommissie van NOC*NSF
Reglement van de Auditcommissie van NOC*NSF 1. Inleiding 1.1. In dit Reglement van de Auditcommissie van NOC*NSF worden de volgende definities gehanteerd: Algemeen Directeur : de statutair directeur, bedoeld
Nadere informatieNotitie V4 (maart 2012) Procedure voor evaluaties van sportevenementen volgens WESP richtlijnen
Notitie V4 (maart 2012) Procedure voor evaluaties van sportevenementen volgens WESP richtlijnen Status: werkdocument, eerdere versie V3 voorlopig goedgekeurd door WESP vergadering d.d. 5 maart 2012 INLEIDING
Nadere informatieSamenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg
Aanleiding en projectdoelstellingen Aanleiding In 2011 werd door de (toenmalige) portefeuillehouder Bevolkingszorg in het DB Veiligheidsberaad geconstateerd dat de nog te vrijblijvend door de gemeenten
Nadere informatieZorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van De Bascule, zorglijn Therapeutische pleegzorg
Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van De Bascule, zorglijn Therapeutische pleegzorg Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 1. Aanleiding Het is de taak van pleegzorgaanbieders
Nadere informatieStand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek informatievoorziening aan de gemeenteraad over de Wmo en Jeugdhulp
Jaarverslag 2017 Bijlage 2: Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek informatievoorziening aan de gemeenteraad over de Wmo en Jeugdhulp De Rekenkamer heeft haar onderzoek
Nadere informatieTotaalbeeld rekenkameronderzoek naar de positie van de raad bij kaderstelling, sturing en controle van grote projecten Overkoepelende rapportage
Totaalbeeld rekenkameronderzoek naar de positie van de raad bij kaderstelling, sturing en controle van grote projecten Overkoepelende rapportage Status: overkoepelende rapportage, vastgesteld door de rekenkamercommissies
Nadere informatieKwaliteitsmeting. Ambulante Spoedhulp (ASH) en Families First (FF) Resultaten kwaliteitsmeting tweede helft 2016
Kwaliteitsmeting Ambulante Spoedhulp (ASH) en Families First (FF) Resultaten kwaliteitsmeting tweede helft 2016 Marsha Philipsen Ronald De Meyer Milou Golbach Webinar 9 maart 2017 Wat gaan jullie zien?
Nadere informatieMethodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan
Zorgleefplan, ondersteuningsplan en begeleidingsplan Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan Om goede zorg en/of ondersteuning te kunnen geven aan een cliënt is het werken
Nadere informatieMinisterie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Gezond en Veilig Werken t.a.v. mevrouw Simone Wiers Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Gezond en Veilig Werken t.a.v. mevrouw Simone Wiers Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Meteren, 11 maart 2015 Rijksstraatweg 69 4194 SK METEREN Postbus
Nadere informatieHUMANITAS NULMETING COMPLEXITEIT VAN DE HULPVRAAG
HUMANITAS NULMETING COMPLEXITEIT VAN DE HULPVRAAG Datum : 2 juni 2017 Auteur : Heleen de Boer Inhoud INTRODUCTIE... 2 SAMENVATTING... 3 1. INLEIDING... 4 1.1. Aanleiding en doel... 4 1.2 De vragenlijst...
Nadere informatie