10 maart (brief van CDV dd. 1 maart 2005)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "10 maart (brief van CDV dd. 1 maart 2005)"

Transcriptie

1 De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat mw. Drs. M. H. Schultz van Haegen Postbus LT Den Haag Datum Bijlage(n) 10 maart (brief van CDV dd. 1 maart 2005) Ons kenmerk CDV03.br052 Onderwerp Oordeel over tussenrapportage uitvoering motie Baarda Uw kenmerk DGL/05.U00452 Geachte mw. Schultz van Haegen, Naar aanleiding van uw brief van 2 maart, waarin u de reactie van mijn commissie vraagt op de opdracht aan het onderzoeksbureau voor de uitvoering van de motie Baarda en op de tussenrapportage over het jaar 2004 betreffende deze motie, die u beide bij uw brief heeft gevoegd, gaarne uw aandacht voor het volgende. 1. Oordeel over de opdracht aan het onderzoeksbureau In uw brief van 28 januari 2005 (kenmerk DGL/05.U00441) heeft u mij reeds de opdracht aan het onderzoeksbureau voor de uitvoering van de motie Baarda gestuurd en heeft u het oordeel van mijn commissie daarover gevraagd. Ik heb dat oordeel gegeven in mijn brief van 1 maart 2005 (kenmerk CDV03.br050). Naast het oordeel over de opdracht en de daarvoor als bijlagen bijgevoegde relevante stukken (de tekst van de motie Baarda; de wijziging van het instellingsbesluit van mijn commissie; de opdracht aan het onderzoeksbureau en de wetsartikelen waarnaar de motie Baarda verwijst) bevat die brief ook enkele adviezen over gerelateerde zaken. Ik voeg die brief volledigheidshalve integraal opnieuw bij en verwijs kortheidshalve naar de inhoud daarvan. 2. Oordeel over de tussenrapportage Dit oordeel betreft het door u aan mijn commissie gestuurde rapport getiteld Gelijkwaardigheidstoets Schiphol. Toets op de overgangsartikelen geluid, externe veiligheid en luchtverontreiniging van de Schipholwet. Tussenrapportage 2004, gedateerd februari 2005/eindconcept, verder kortheidshalve aangeduid als het rapport. Voor de context van dit oordeel verwijs ik naar mijn eerder genoemde brief van 1 maart, waarin voor de wijze van beoordelen staat: Mijn commissie beschouwt het stuk ad c (dit is bijlage 3 bij mijn brief van 1 maart) als de feitelijke opdracht ; daarin is vastgelegd wat van het onderzoeksbureau wordt verwacht. Mijn commissie zal de te zijner tijd te ontvangen rapportages dan ook toetsen aan dit stuk. Het spreekt daarbij vanzelf dat mijn commissie de gemaakte sommen niet zelf zal narekenen, doch zich zal beperken tot een oordeel over de gebruikte methodieken. Voor alle duidelijkheid: mijn commissie doet hierbij geen uitspraak over de kwaliteit van deze methodieken, doch toetst alleen of de voorgeschreven methodieken ook daadwerkelijk zijn toegepast. In deze context hieronder de opmerkingen van mijn commissie bij het rapport. Ik ga er vanuit dat u met deze opmerkingen rekening houdt bij het laten uitvoeren van de 1

2 eindrapportage, die volgens uw brief begin 2006 wordt verwacht en die dan zowel betrekking heeft op het jaar 2004 als a. Samenvattend oordeel De feitelijke opdracht voor de uitvoering van de motie Baarda zoals hierboven omschreven, is - voor zover op basis van het rapport is na te gaan - correct uitgevoerd op één niet onbelangrijk detail na, betreffende het onderdeel geluid. Daarop wordt hieronder nader ingegaan. Enkele opmerkingen over de onderdelen externe veiligheid en luchtverontreiniging volgen daarna. b. Geluid In de opdracht staat, dat de berekeningen moeten worden uitgevoerd met dezelfde methodieken die in de PKB zijn toegepast. Dit wil - aldus de opdracht - voor geluid zeggen: het gebruik van woningbestand 1990; dezelfde relatie tussen Ke en ernstige hinder en tussen LAeq-nacht en slaapverstoring (dus dezelfde dosis-effectrelaties ) als in de PKB Schiphol en omgeving en contouren met meteotoeslag. In het rapport zijn het voorgeschreven woningbestand en de voorgeschreven dosis-effectrelaties gebruikt, waarbij tevens overeenkomstig de PKB correct rekening is gehouden met het effect van geluidisolatie binnen de 40 Ke en 26 db(a) LAeq-contouren op die dosis-effectrelaties, zie bijlage 2 paragraaf 2 van het rapport. De contourberekeningen in het rapport zijn echter in afwijking van de opdracht uitgevoerd zonder meteotoeslag. Zou die overeenkomstig de opdracht wel zijn toegepast, dan zou het aantal woningen binnen de diverse contouren hoger uitvallen dan nu is berekend. Dit is hierna toegelicht. In alle berekeningen die worden uitgevoerd voor een nog niet werkelijk opgetreden situatie, zoals scenario s om grenswaarden te bepalen, zit een meteotoeslag. Dit is een toeslag op het aantal vliegtuigen, die per start- en landingsbaan volgens een bepaalde formule wordt berekend. Deze toeslag houdt rekening met onzekerheden over de verdeling van het verkeer over de start- en landingsbanen die worden veroorzaakt door van het gemiddelde patroon afwijkende weersomstandigheden. Per saldo is hierdoor het totale aantal vliegtuigen in een scenarioberekening ca. 20% hoger dan in het scenario zonder die toeslag. Bijvoorbeeld: als een scenario uitgaat van vliegtuigen, worden in de geluidberekening voor het bepalen van grenswaarden ca vliegtuigen verdisconteerd. Dit leidt uiteraard tot grotere contouren en dus ook meer woningen binnen die contouren, dan wanneer deze toeslag niet zou zijn toegepast. Het criterium maximaal binnen de 35 Ke-contour in de PKB, en derhalve ook in de Wet luchtvaart, heeft betrekking op een scenarioberekening inclusief deze meteotoeslag. Dit criterium geeft immers de eisen waaraan het grenswaardescenario - waarmee de te handhaven grenswaarden in het Luchthavenverkeerbesluit worden bepaald - moet voldoen. Ook in de aldus berekende grenswaarden in de handhavingspunten in het Luchthavenverkeerbesluit, zit uiteraard deze meteotoeslag. Het is gebruikelijk een berekening achteraf voor een werkelijk opgetreden situatie, zoals de berekening voor het gebruiksjaar 2004 in het rapport, zonder meteotoeslag uit te voeren. Er is dan immers geen onzekerheid meer over de verdeling van het verkeer over de banen, hiervoor worden de gegevens gebruikt zoals die werkelijk zijn opgetreden. Zo is het aantal woningen van binnen de 35 Ke-contour van gebruiksjaar 2004 in tabel 2 van het rapport, gebaseerd op een berekening zonder meteotoeslag. Op zich derhalve een logische aanpak. Maar om te voldoen aan de opdracht en om een geheel zuivere vergelijking met het criterium maximaal woningen binnen de 35 Kecontour te maken, beveelt mijn commissie aan die berekening ook uit te voeren met meteotoeslag en die te bepalen met dezelfde formule die daarvoor in de PKB is gebruikt. Het aantal woningen binnen de 35 Ke-contour zal daardoor hoger worden dan 5.925, mijn commissie verwacht echter niet dat daardoor het aantal boven de zal komen. Hetzelfde geldt mutatis mutandis ook voor de berekening van het aantal mensen binnen de 20 Kecontour dat ernstige hinder ondervindt, van het aantal woningen binnen de 26 db(a) LAeq-contour en van het aantal mensen binnen de 20 db(a) LAeq-contour dat slaapverstoring ondervindt. 2

3 c. Externe veiligheid en luchtverontreiniging De motie Baarda (bijlage 1 bij mijn brief van 1 maart) verwijst naar de overgangsartikelen van de Wet luchtvaart (bijlage 4 bij mijn brief van 1 maart). Daarin staat voor externe veiligheid in artikel XI, tweede lid: De in het eerste lid bedoelde berekeningen worden uitgevoerd aan de hand van het rekenmodel zoals dat is vastgelegd in het rapport van het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium NLR CR L, nadien gewijzigd bij rapport NLR-CR Net zo staat voor luchtverontreiniging in artikel XIII, tweede lid De emissies worden berekend overeenkomstig de methode zoals die is vastgelegd in de TNO-rapporten R 2000/100 en R 2000/496. Uit het rapport blijkt niet of deze artikelen ook inderdaad zijn toegepast en zo niet, of het gebruik van andere methodieken overeenkomstig de opdracht is. Mijn commissie kan uiteraard ook niet beoordelen of het mogelijke gebruik van andere methodieken de in het rapport gepresenteerde resultaten beïnvloedt. d. Overige opmerkingen. In het rapport wordt boven tabel 1 aangekondigd, dat deze tabel zowel de eisen in de overgangsartikelen in de Wet luchtvaart als de situatie in 1990 zou weergeven. De laatste cijfers staan echter niet in de tabel, wel worden zij in de volgende paragrafen van het rapport genoemd. Voor de overzichtelijkheid verdient het aanbeveling die cijfers ook in de tabel te zetten. Mijn commissie brengt hierbij tenslotte de aanbeveling in onze brief van 1 maart in herinnering, om naast de motie Baarda sec - waar dit rapport over gaat - in het kader van de evaluatie van het Schipholbeleid ook voorstellen voor aanvullende informatie van het parlement en omwonenden van Schiphol integraal uit te voeren, zo dit maar enigszins technisch mogelijk is. Als voorbeeld het voorstel om de ontwikkeling van de geluidbelasting en geluidhinder vanaf 1990 tot en met 2005 in beeld te brengen. Mijn commissie beveelt aan bij de uitwerking van dergelijke voorstellen de meest actuele methodieken te gebruiken, zoals in het gegeven voorbeeld over geluid geactualiseerde woningbestanden (niet het bestand 1990) en geactualiseerde dosis-effectrelaties. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Ik geef u in overweging deze brief naar beide kamers der Staten-Generaal te zenden. Zoals gebruikelijk wordt deze brief op de website van mijn commissie openbaar gemaakt. Een afschrift van deze brief heb ik aan uw collega van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer gezonden. Hoogachtend, De voorzitter van de CDV 2003 (was getekend) Drs. H. Eversdijk 3

4 De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat mw. Drs. M. H. Schultz van Haegen Postbus LT Den Haag Datum 1 maart Ons kenmerk CDV03.br050 Onderwerp Oordeel over opdracht voor uitvoering motie Baarda Bijlage(n) Uw kenmerk DGL/05.U00441 Geachte mw. Schultz van Haegen, In deze brief geef ik u achtereenvolgens het oordeel van mijn commissie over de opdracht aan het onderzoeksbureau voor de uitvoering van de motie Baarda en enkele adviezen over hieraan gerelateerde zaken. 1. Oordeel over de opdracht aan het onderzoeksbureau Voor haar oordeel heeft mijn commissie van u de volgende van ontvangen: a. De motie Baarda, vergaderjaar , EK stuk nr. 88k, volledigheidshalve bijgevoegd als bijlage 1 bij deze brief. b. De wijziging van het instellingsbesluit van mijn commissie met de toelichting daarbij, van 28 januari 2005, nr. DGL/05.u00438, zoals gepubliceerd in de Staatscourant van 10 februari 2005, volledigheidshalve bijgevoegd als bijlage 2. c. De brief van V&W aan het onderzoeksbureau ADECS van 11 juni 2004, kenmerk DGL/04.u00508, zijnde de offerteaanvraag voor het maken van de rapportage over de motie Baarda. De door u als voor ons oordeel relevant gemarkeerde passages daaruit zijn opgenomen in bijlage 3. d. De offerte van genoemd onderzoeksbureau van 15 juli 2004, waarvan de door u als voor ons oordeel relevant gemarkeerde passages in beschouwing zijn genomen. Mijn commissie beschouwt het stuk ad c als de feitelijke opdracht ; daarin is vastgelegd wat van het onderzoeksbureau wordt verwacht. Mijn commissie zal de te zijner tijd te ontvangen rapportages dan ook toetsen aan dit stuk. Het spreekt daarbij vanzelf dat mijn commissie de gemaakte sommen niet zelf zal narekenen, doch zich zal beperken tot een oordeel over de gebruikte methodieken. De motie Baarda verwijst in de laatste alinea naar de overgangsartikelen XI tot en met XIII van de Wet luchtvaart, deze artikelen zijn opgenomen in bijlage 4 bij deze brief. Ze geven ondermeer de numerieke criteria waarop de grenswaarden voor de diverse milieuaspecten in het LVB moeten worden gebaseerd. Hierbij is de opmerking op zijn plaats, dat deze criteria op zich niet de normen zijn die worden gehandhaafd. Er wordt uitsluitend gehandhaafd op de formele grenswaarden in het LVB. Zo is bijvoorbeeld voor geluid de te handhaven norm niet maximaal woningen binnen de 35 Ke zone (zie artikel XII, eerste lid, onder c van de Wet luchtvaart), maar de op dit criterium gebaseerde grenswaarden in de handhavingspunten in het LVB. 1

5 Mijn commissie constateert dat deze artikelen correct in de feitelijke opdracht zijn weergegeven. Ook constateert mijn commissie, dat de voorwaarden waaronder de berekeningen volgens de wet moeten worden uitgevoerd, te weten met dezelfde methodieken als in de PKB Schiphol en omgeving, correct in dit stuk zijn opgenomen. Zoals bijvoorbeeld de voorwaarde dat woningtellingen voor geluid moeten worden uitgevoerd op basis van het woningbestand 1990, ik kom op dit woningbestand in de volgende paragraaf nog terug. De slotconclusie over de opdracht aan het onderzoeksbureau is, dat deze adequaat is voor de uitvoering van de motie Baarda. 2. Adviezen over gerelateerde zaken In aanvulling op het bovenstaande de volgende adviezen. Zoals u aan het slot van de toelichting bij de wijziging van het instellingsbesluit van mijn commissie opmerkt, heeft u aan de Eerste en Tweede Kamer gevraagd welke aanvullende informatie - dat wil zeggen aanvullend op de uitvoering van de motie Baarda sec - zij nodig achten. Hoewel dit, zoals ook in die toelichting staat, strikt genomen niet hoort tot de taak van mijn commissie zoals vastgelegd in dit instellingsbesluit, wil mijn commissie hierover de volgende opmerkingen maken. Mijn commissie heeft kennisgenomen van enkele door het parlement gedane voorstellen voor aanvullende informatie op het gebied van geluid en ook van voorstellen daaromtrent van omwonenden van Schiphol. Een voorbeeld daarvan is het voorstel om per woongebied rondom Schiphol de ontwikkeling van de geluidbelasting en de ondervonden geluidhinder sinds 1990 in beeld te brengen. Mijn commissie adviseert u met klem dergelijke voorstellen, zo dit maar enigszins technisch mogelijk is, integraal uit te voeren en daarbij een zo ruim mogelijk gebied rondom de luchthaven te betrekken. Het spreekt daarbij voor mijn commissie vanzelf, dat in dit verband niet wordt uitgegaan van een woningbestand 1990, hoe terecht het gebruik van dat bestand voor de uitvoering van de motie Baarda ook is. Het hanteren van een zoveel mogelijk geactualiseerd woningbestand is voor het in beeld brengen van de ontwikkeling van de hinder naar onze mening onontbeerlijk. Hetzelfde geldt voor de relatie tussen de geluidbelasting en de ondervonden geluidhinder. Terecht schrijft u voor dat voor wat betreft de uitvoering van de motie Baarda dezelfde dosis-effectrelaties als in de PKB moeten worden gebruikt. Maar voor een beschouwing van de ontwikkeling van de ondervonden hinder ligt het voor de hand hiervoor geactualiseerde dosis-effectrelaties - voor zover beschikbaar - te hanteren. Wellicht ten overvloede, brengt mijn commissie in dit verband het recent gepubliceerde rapport Gezondheid en beleving van de omgevingskwaliteit in de regio Schiphol: 2002 ; RIVM rapport /2004, onder uw aandacht. Daarin is op basis van rondom Schiphol in 2002 uitgevoerd onderzoek een relatie opgenomen tussen de geluidbelastingsmaat Lden en het percentage van de bevolking dat bij een bepaalde geluidbelasting ernstige hinder ondervindt. Ik merk in dit kader tenslotte op, dat mijn commissie de indruk heeft dat een deel van de voorstellen voor nadere informatie voor wat betreft geluid, is ingegeven door twijfel en bezorgdheid over de mate van bescherming van het buitengebied. Zoals ook in de Tweede voortgangsrapportage van mijn commissie van 28 april 2004 (bijvoorbeeld paragraaf 2.3.2) is beschreven, is er een duidelijk verschil tussen de wettelijke bescherming van het buitengebied in het oude PKB/Luchtvaartwet stelsel en het huidige LVB/Wet luchtvaart stelsel. In het oude stelsel gold de in de Luchtvaartwet vastgelegde eis dat in het buitengebied - het hele gebied buiten de toenmalige 35 Ke zone - de geluidbelasting nergens hoger mocht zijn dan de grenswaarde van 35 Ke. In het huidige stelsel geldt een dergelijke wettelijke bescherming niet, in dit stelsel gelden alleen grenswaarden in de 35 handhavingspunten in het LVB en nergens anders. Mijn commissie beschouwt haar opdracht om mogelijkheden voor een handhavingsysteem in het buitengebied - dat wil zeggen het gebied buiten de ring van 35 handhavingspunten in het LVB - te onderzoeken, als zijnde mede ingegeven door dit verschil. 2

6 Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Ik geef u in overweging deze brief naar beide kamers der Staten-Generaal te zenden. Zoals gebruikelijk wordt deze brief op de website van mijn commissie openbaar gemaakt. Een afschrift van deze brief heb ik aan uw collega van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer gezonden. Hoogachtend, De voorzitter van de CDV 2003 (was getekend) Drs. H. Eversdijk 3

7 Bijlage 1: De tekst van de motie Baarda Eerste Kamer der Staten-Generaal, Vergaderjaar , nr. 88k Wijziging van de Wet luchtvaart inzake de inrichting en het gebruik van de luchthaven Schiphol MOTIE VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VERKEER EN WATERSTAAT Voorgesteld 25 juni 2002 De Kamer, gehoord de beraadslagingen, overwegende, dat tijdens de schriftelijke voorbereiding van de openbare behandeling binnen de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat grote twijfel en zorg zijn ontstaan over de wijze waarop de regering uitwerking heeft gegeven aan één van de uitgangspunten voor het nieuwe stelsel van inrichting en gebruik van de met de vijfde baan uitgebreide luchthaven Schiphol, te weten de gelijkwaardigheid met het stelsel van de PKB Schiphol en omgeving; overwegende, dat de twijfel en zorg in het bijzonder betrekking hebben op de wijze waarop die gelijkwaardigheid in het wetsvoorstel is gegarandeerd; van oordeel, dat in de wet en in de op de wet gebaseerde uitvoeringsbesluiten het Luchthavenindelingbesluit en het Luchthavenverkeerbesluit dient te worden vastgelegd dat, indien bij de evaluatie van de wet in het jaar 2005 op grond van metingen en berekeningen blijkt dat aan de eisen van gelijkwaardigheid niet is voldaan, het stelsel van inrichting en gebruik wordt aangepast zodanig dat deze gelijkwaardigheid met genoemde PKB ten minste wordt gerealiseerd; verzoekt de regering onmiddellijk na de aanvaarding van het onderhavige wetsvoorstel een daartoe strekkende wijziging van de wet in voorbereiding te nemen en op de kortst mogelijke termijn in te dienen; verzoekt de regering tevens, vooruitlopend op de totstandkoming van deze wetswijziging, in beide besluiten de bepaling op te nemen dat uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van het desbetreffende uitvoeringsbesluit een nieuw milieueffectrapport (MER) wordt opgesteld dat zich met name richt op de aspecten geluid en externe veiligheid; voor dit laatste aspect wordt een norm ontwikkeld; verzoekt de regering tenslotte in die besluiten te bepalen dat, indien en voorzover uit dit MER mocht blijken dat niet is voldaan aan de in de overgangsartikelen XI t/m XIII van het onderhavige wetsvoorstel neergelegde randvoorwaarden voor een gelijkwaardige overgang en dus gelijkwaardigheid met het stelsel van de PKB Schiphol en omgeving niet bestaat, deze besluiten worden gewijzigd zodanig dat ten minste aan de eisen van gelijkwaardigheid wordt voldaan, en gaat over tot de orde van de dag. Baarda Van den Berg Bierman Varekamp Ruers Terlouw Wolfson Lemstra Bierman-Beukema toe Water Castricum De Blécourt-Maas Pormes 4

8 Bijlage 2: Wijziging Instellingsbesluit Commissie deskundigen vliegtuiggeluid 2003 Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat tot wijziging van het Instellingsbesluit Commissie deskundigen vliegtuiggeluid januari 2005/Nr. DGL/05.u00438 Hoofddirectie Juridische Zaken De Minister van Verkeer en Waterstaat, Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Besluit Artikel I Aan artikel 3 van het Instellingsbesluit Commissie deskundigen vliegtuiggeluid 2003 wordt een lid toegevoegd, luidende: 4. De commissie heeft bovendien tot taak: a. de onderzoeksopdracht voor het opstellen van het verslag, bedoeld in artikel XVI, eerste lid, van het bij koninklijke boodschap van 8 januari 2004 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de wet van 27 juni 2002 (Stb. 374) in verband met de invoering van een evaluatieverplichting van het vijfbanenstelsel van de luchthaven Schiphol (Kamerstukken II, , , nrs. 1 2) te toetsen, en b. te onderzoeken of de tussenrapportage 2005 en de eindrapportage begin 2006 zijn uitgevoerd conform het in onderdeel a genoemde artikel XVI. Artikel II Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en vervalt met ingang van 1 juli Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs Toelichting In het Plan van aanpak voor de evaluatie Schipholbeleid staat beschreven hoe gezorgd wordt voor een goede borging van de onafhankelijkheid van de evaluatie. Om te zorgen voor onafhankelijke uitvoering van de motie Baarda, een van de onderdelen van de evaluatie van het Schipholbeleid, krijgt de Commissie Deskundigen Vliegtuiggeluid (CDV) een rol bij dit onderdeel. Deze aanvullende rol van de CDV wordt formeel vastgelegd in de onderhavige wijziging van het instellingsbesluit van de CDV. Een onafhankelijk adviesbureau maakt een rapportage. De CDV toetst of het rapport conform de motie Baarda is uitgevoerd. Van tevoren wordt de onderzoeksopdracht voor de rapportage aan de CDV voorgelegd. Het projectbureau Evaluatie houdt de CDV op de hoogte van de stand van zaken van het onderzoek. Bij de volgende producten en momenten wordt een actie van de CDV verwacht: - Januari 2005 toets opdracht aan adviesbureau - Februari 2005 toets concepttussenrapportage December 2005 toets concepteindrapportage De motie Baarda wordt uitgevoerd zoals de motie zelf vraagt, door toetsing aan de overgangsartikelen in de Schipholwet. Er is, onder meer in de Eerste en Tweede Kamer, veel discussie geweest of de toets op de criteria in de Schipholwet wel de juiste uitvoering is van de motie. De motie is daar duidelijk over, en de criteria in de wet zijn door de wetgever juist opgenomen om discussie over de invulling van het begrip gelijkwaardigheid te beslechten. Om tegemoet te komen aan de gevoelens van Eerste en Tweede Kamer heeft de staatssecretaris aan beiden gevraagd welke aanvullende informatie zij nodig achten. Deze aanvullende informatie wordt, mits uitvoerbaar en redelijk, ook geleverd. De rapportage hierover maakt geen deel uit van de aanvullende taak van de CDV zoals beschreven in de wijziging van het instellingsbesluit. De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs. Staatscourant 10 februari 2005, nr. 29/pag 15 5

9 Bijlage 3: Relevante passages uit brief 24 juni 2004 aan onderzoeksbureau ADECS Daarnaast verzoek ik u onderzoek te doen naar de toets of aan een gelijkwaardige overgang van de PKB Schiphol naar de nieuwe Wet luchtvaart wordt voldaan. Dit houdt het volgende in. De eisen waaraan deze gelijkwaardige overgang moet voldoen is vastgelegd in de Wet Luchtvaart (de overgangsartikelen) en dient drie jaar na aanvaarding van de wet door de Eerste Kamer te zijn uitgevoerd. Het gaat hier dus om de gebruiksjaren 2004 en Het toetsen aan de gelijkwaardigheidcriteria betekent concreet dat de onderstaande tabel ingevuld moet worden. Tabel 1. Overgangseisen van de PKB naar de Luchthavenverkeerbesluiten. Wet Geluidbelasting etmaal: Maximaal woningen binnen de 35 Ke-contour Maximaal mensen met ernstige hinder binnen de 20 Ke-contour Geluidbelasting nacht: Maximaal woningen binnen de 26 db(a) LAeq nacht-zone Maximaal mensen met slaapverstoring binnen de 20 db(a) LAeqnacht contour Externe veiligheid: Maximaal 774 woningen binnen plaatsgebonden 10-6 risicocontour Luchtverontreiniging: Maximale emissies van alle bronnen tezamen: Stof Maximum emissie per jaar [ton] CO NO x VOS SO PM Bij het berekenen van deze aantallen moet gebruik worden gemaakt van dezelfde methodieken als in de PKB Schiphol en omgeving worden gebruikt. Dat wil voor wat betreft de geluidbelasting zeggen: het gebruik van het woningbestand 1990, contouren met meteotoeslag, dezelfde relatie tussen Ke en ernstige hinder en tussen LAeq-nacht en slaapverstoring (dus dezelfde dosis-effectrelaties ) als in de PKB Schiphol en omgeving. Voor externe veiligheid wordt gebruik gemaakt van het IMU 1 rekenmodel en het woningbestand De benodigde invoergegevens zullen door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat ter beschikking worden gesteld. Voor dit onderzoek dienen twee rapportages te worden opgesteld; een tussenrapportage over het gebruiksjaar 2004 en een eindrapportage over de gebruiksjaren 2004 en 2005 gezamenlijk. Beide rapportages dienen twee maand na afloop van een gebruiksjaar te worden opgeleverd. Voor alle reportages geldt dat het een zelfstandig goed leesbaar stuk moet zijn, geschikt voor alle doelgroepen, waaronder burgers en politici. 1 Interim Model Update 6

10 Bijlage 4: Overgangsartikelen in de Wet luchtvaart ARTIKEL XI (OVERGANGSBEPALING EXTERNE VEILIGHEID) 1. Ten behoeve van de vaststelling van het eerste luchthavenindelingbesluit en het eerste luchthavenverkeerbesluit met betrekking tot de externe veiligheid worden de volgende berekeningen gemaakt: a. voor het individueel risico worden de 10-6 contouren berekend; b. deze contouren omvatten tezamen niet meer woningen dan de overeenkomstige 10-6 contouren voor individueel risico, berekend op basis van de gegevens over 1990; c. aan de hand van de gegevens die gebruikt zijn voor de onder a bedoelde berekening, worden de 10-5 contouren voor het individueel risico bepaald. 2. De in het eerste lid bedoelde berekeningen worden uitgevoerd aan de hand van het rekenmodel zoals dat is vastgelegd in het rapport van het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium NLR CR L, nadien gewijzigd bij rapport NLR-CR Bij de vaststelling van het eerste luchthavenindelingbesluit worden de gronden, bedoeld in artikel 8.7, derde lid, van de Wet luchtvaart, zodanig bepaald dat zij in ieder geval de gronden gelegen binnen de in het eerste lid, onder c, bedoelde contouren omvatten. 4. Bij de vaststelling van het eerste luchthavenverkeerbesluit worden de grenswaarden voor het externe-veiligheidsrisico afgestemd op de in het eerste lid, onder c, bedoelde gegevens. 5. Ten behoeve van het luchthavenindelingbesluit en het luchthavenverkeerbesluit wordt een statistisch-causaal model ontwikkeld voor interne en externe veiligheid (groepsrisico voor de mensen op de grond) van de luchtvaart, zoals aagegeven in artikel XVI. Dit model moet in 2005 klaar zijn en worden toegevoegd aan beide besluiten. Vanaf 2005 mogen de risico s, als berekend met dit nieuwe model niet groter zijn dan de met dit model herberekende risico s ARTIKEL XII (OVERGANGSBEPALING GELUIDBELASTING) 1. Bij de vaststelling in het eerste luchthavenverkeerbesluit van de grenswaarden voor de geluidbelasting wordt voor wat betreft de belasting gedurende het gehele etmaal in de in artikel 8.17, vijfde lid, onderdeel b, van de Wet luchtvaart bedoelde punten, gebruik gemaakt van de Lden als geluidbelastingindicator. Daarbij worden de volgende regels gehanteerd in verband met de overgang van Ke naar Lden: a. op een wijze die overeenstemt met de voorschriften zoals die gelden tot de inwerkingtreding van artikel II worden een 20 Ke-contour en een 35 Ke-contour berekend; b. het aantal ernstig gehinderden binnen de 20 Ke-contour bedraagt maximaal , vastgesteld overeenkomstig de wijze waarop dit aantal in de PKB Schiphol en Omgeving is vastgesteld; c. de 35 Ke-contour omvat maximaal woningen, vastgesteld overeenkomstig de wijze waarop dit aantal in de PKB Schiphol en Omgeving is vastgesteld; d. de ligging van deze contour vormt het uitgangspunt voor de bepaling van de ligging van de punten waarop de grenswaarden van toepassing zijn; e. aan de hand van de gegevens die gebruikt zijn voor de berekening van deze contour, wordt voor deze punten een berekening gemaakt van de geluidbelasting met de Lden als geluidbelastingindicator; f. de aldus gevonden geluidbelastingen in deze punten vormen de grondslag voor de bepaling van de hoogte van de grenswaarden in de punten. 2. Bij de vaststelling in het eerste luchthavenverkeerbesluit van de grenswaarden voor de geluidbelasting wordt voor wat betreft de belasting gedurende de nacht in de in artikel 8.17, vijfde lid, onderdeel b, van de Wet luchtvaart bedoelde punten, gebruik gemaakt van de Lnight als geluidbelastingindicator. Daarbij worden de volgende regels gehanteerd in verband met de overgang van LAeq naar Lnight: a. op een wijze die overeenstemt met de voorschriften zoals die gelden tot de inwerkingtreding van artikel II worden een 20 db(a) LAeq-contour en een 26 db(a) LAeq-contour berekend; b. het aantal mensen dat slaapverstoring ondervindt binnen de 20 db(a) LAeq-contour bedraagt maximaal , vastgesteld overeenkomstig de wijze waarop dit aantal in de PKB Schiphol en Omgeving is vastgesteld; c. de 26 db(a) LAeq-contour omvat maximaal woningen, vastgesteld overeenkomstig de wijze waarop dit aantal in de PKB Schiphol en Omgeving is vastgesteld; d. de ligging van deze contour vormt het uitgangspunt voor de bepaling van de ligging van de punten waarop de grenswaarden van toepassing zijn; e. aan de hand van de gegevens die gebruikt zijn voor de berekening van deze contour, wordt voor deze punten een berekening gemaakt van de geluidbelasting met de Lnight als geluidbelastingindicator; 7

11 f. de aldus gevonden geluidbelastingen in deze punten vormen de grondslag voor de bepaling van de hoogte van de grenswaarden in de punten. 3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op de bepaling van een grenswaarde voor het totale volume van de geluidbelasting, met dien verstande dat: a. bij de vaststelling in onderdeel c van die leden geen toeslag voor wisselende meteorologische omstandigheden wordt gehanteerd; b. ten aanzien van de verzameling van punten, bedoeld in onderdeel d van die leden, slechts één grenswaarde wordt vastgesteld; c. de ligging van deze punten mede bepaald kan worden door een herschikking met het oog op een vaststelling van een grenswaarde die onafhankelijk is van de verdeling van de geluidbelasting over de omgeving. ARTIKEL XIII (OVERGANGSBEPALING LOKALE LUCHTVERONTREINIGING) 1. Bij de vaststelling van het eerste luchthavenverkeerbesluit worden de grenswaarden voor de emissie van stoffen die lokale luchtverontreiniging veroorzaken zodanig bepaald dat de prognoses van dat moment ten aanzien van de emissies ten gevolge van luchtvaart, wegverkeer, industrie, land- en tuinbouw en ruimteverwarming in het studiegebied de volgende waarden niet overschrijden. Stof Maximum emissie per jaar CO ton NOx ton VOS ton SO ton PM ton 2. De emissies worden berekend overeenkomstig de methode zoals die is vastgelegd in de TNOrapporten R 2000/100 en R 2000/496. 8

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat mw. Drs. M. H. Schultz van Haegen Postbus 90771 2509 LT Den Haag. 1 maart 2005 4

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat mw. Drs. M. H. Schultz van Haegen Postbus 90771 2509 LT Den Haag. 1 maart 2005 4 De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat mw. Drs. M. H. Schultz van Haegen Postbus 90771 2509 LT Den Haag Datum 1 maart 2005 4 Ons kenmerk CDV03.br050 Onderwerp Oordeel over opdracht voor uitvoering

Nadere informatie

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Ministerie van Verkeer en Waterstaat Aan Stichting Platform Leefmilieu Regio Schiphol t.a.v. de heer drs. J.H. Griese Kerklaan 14 1189 WC AMSTELVEEN Contactpersoon J. Gosse Datum 17 maart 2005 1 Ons kenmerk

Nadere informatie

Informatiesessie gelijkwaardige bescherming. Omgevingsraad Schiphol 10 september 2015

Informatiesessie gelijkwaardige bescherming. Omgevingsraad Schiphol 10 september 2015 Informatiesessie gelijkwaardige bescherming Omgevingsraad Schiphol 10 september 2015 Gelijkwaardigheid Uitgangspunt voor een nieuw geluidstelsel voor Schiphol: Het stelsel biedt bescherming tegen de negatieve

Nadere informatie

Eisen voor gelijkwaardige bescherming bij wijziging van de Luchthavenbesluiten

Eisen voor gelijkwaardige bescherming bij wijziging van de Luchthavenbesluiten Eisen voor gelijkwaardige bescherming bij wijziging van de Luchthavenbesluiten Bescherming van de eerste Luchthavenbesluiten met meest recente inzichten In opdracht van: De ministeries van Verkeer en Waterstaat

Nadere informatie

Gelijkwaardigheid oude en nieuwe normenstelsel Schiphol Toetsingsadvies over de rapportage

Gelijkwaardigheid oude en nieuwe normenstelsel Schiphol Toetsingsadvies over de rapportage Gelijkwaardigheid oude en nieuwe normenstelsel Schiphol Toetsingsadvies over de rapportage 22 maart 2006 / rapportnummer 1454-376 Toetsingsadvies over de rapportage Gelijkwaardigheid oude en nieuwe normenstelsel

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 20 juni 2018 Betreft Geluidsnormen Schiphol

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 20 juni 2018 Betreft Geluidsnormen Schiphol > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Geachte voorzitter,

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Geachte voorzitter, Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Contactpersoon Doorkiesnummer Datum 16 mei 2006 Ons kenmerk DGTL/06.007918 Onderwerp "Buitengebied" Schiphol Bijlage(n)

Nadere informatie

Wijziging Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol

Wijziging Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol VW Wijziging Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol Regeling tot wijziging Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol 25 oktober 2004/Nr. HDJZ/ LUV/2004-2466 Hoofddirectie Juridische Zaken

Nadere informatie

April Effecten van salderen tussen handhavingspunten

April Effecten van salderen tussen handhavingspunten April 2006 Effecten van salderen tussen handhavingspunten Effecten van salderen tussen handhavingspunten Opdrachtgever Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat Generaal Transport en Luchtvaart

Nadere informatie

'Schiphol 2003' Samenvatting

'Schiphol 2003' Samenvatting Milieueffectrapport 'Schiphol 2003' Samenvatting Ministerie van Verkeer en Waterstaat Luchtvaart Milieueffectrapport 'Schiphol 2003' Samenvatting Inhoudsopgave Aanleiding 5 Doel en opbouw van het MER

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, Gelet op artikel 8.23a, eerste lid, van de Wet luchtvaart; BESLUIT: Artikel 1.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, Gelet op artikel 8.23a, eerste lid, van de Wet luchtvaart; BESLUIT: Artikel 1. HOOFDDIRECTIE BESTUURLIJKE EN JURIDISCHE ZAKEN Tijdelijke regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van..., nr. IENM/BSK-48566, houdende vaststelling van vervangende grenswaarden voor

Nadere informatie

Februari 2010 Effect van wijzigen oostelijke luchtverkeerwegen Toetsing aan gelijkwaardigheidscriteria voor geluid

Februari 2010 Effect van wijzigen oostelijke luchtverkeerwegen Toetsing aan gelijkwaardigheidscriteria voor geluid 10.171.01 Februari 2010 Effect van wijzigen oostelijke luchtverkeerwegen Toetsing aan gelijkwaardigheidscriteria voor geluid Effect van wijzigen oostelijke luchtverkeerwegen Toetsing aan gelijkwaardigheidscriteria

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 29 665 Evaluatie Schipholbeleid Nr. 349 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Rapport Luid, maar duidelijk

Rapport Luid, maar duidelijk Rapport Luid, maar duidelijk Kort en bondig Op de volgende bladzijden staat kort en bondig een overzicht van het CDV-rapport Luid, maar duidelijk dat op 15 januari 2006 is gepubliceerd. Daarbij is ook

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 29 665 Evaluatie Schipholbeleid Nr. 46 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol wordt als volgt gewijzigd.

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol wordt als volgt gewijzigd. Besluit van tot wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol in verband met de vaststelling van een maximum aantal voor nachtvluchten op de luchthaven Schiphol Op de voordracht van de Minister van

Nadere informatie

abcdefgh Voorzitter Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA 's Gravenhage Geachte voorzitter,

abcdefgh Voorzitter Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA 's Gravenhage Geachte voorzitter, abcdefgh Voorzitter Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's Gravenhage Contactpersoon - Datum 25 mei 2007 Ons kenmerk VenW/DGTL-2007/8256 Onderwerp Gelijkwaardigheidscriteria Schiphol Doorkiesnummer

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 25489 9 mei 2017 Tijdelijke regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 8 mei 2017, nr. IENM/BSK-2017/107529,

Nadere informatie

Artikel Op de luchthaven Schiphol vinden maximaal vliegtuigbewegingen met handelsverkeer per gebruiksjaar plaats.

Artikel Op de luchthaven Schiphol vinden maximaal vliegtuigbewegingen met handelsverkeer per gebruiksjaar plaats. Gewijzigde bijlage bij memorie van toelichting 1 wetsvoorstel tot wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de invoering van een nieuw normen- en handhavingstelsel voor de luchthaven Schiphol en enige

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 374 Wet van 27 juni 2002 tot wijziging van de Wet luchtvaart inzake de inrichting en het gebruik van de luchthaven Schiphol Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

Rapport Luid, maar duidelijk - samenvatting

Rapport Luid, maar duidelijk - samenvatting Rapport Luid, maar duidelijk - samenvatting Deel I: Handhavingsysteem in het buitengebied In het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB) staan grenzen voor de maximale hoeveelheid geluid in 35 handhavingspunten

Nadere informatie

Politiehelikopter: totaal

Politiehelikopter: totaal > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2007

Overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2007 Datum Overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2007 2 van 11 1. Probleemstelling Ingevolge artikel 8.22 van de Wet luchtvaart schrijft de Inspecteur-Generaal Verkeer en Waterstaat (hierna:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 29 021 Wijziging van de Wet geluidhinder, de Wet luchtvaart en de Spoorwegwet in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2002/49/EG van

Nadere informatie

TWEEDE VOORTGANGSRAPPORTAGE

TWEEDE VOORTGANGSRAPPORTAGE TWEEDE VOORTGANGSRAPPORTAGE 28 april 2004 Samenstelling van de commissie Drs. H. Eversdijk, voorzitter Dr. Ir. B. M. Spee, vice voorzitter Prof. Ir. G.J.J. Ruijgrok Prof. Dr. J.T.T. Thoen Ir. A.R. Eisses

Nadere informatie

STAATSBLAD 2016, 119-n1

STAATSBLAD 2016, 119-n1 STAATSBLAD 2016, 119-n1 Wet van 9 maart 2016 tot wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de invoering van een nieuw normen- en handhavingstelsel voor de luchthaven Schiphol en enige andere wijzigingen

Nadere informatie

Inleiding Kern van het Schipholbeleid De evaluatie

Inleiding Kern van het Schipholbeleid De evaluatie Inleiding Dit rapport geeft de onderzoeksresultaten weer. Dit onderzoek werd verricht in het kader van de Evaluatie van het Schipholbeleid, waarvan de eindresultaten in februari 2006 aan de Tweede Kamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 25 466 Geluidszones rond Schiphol Nr. 28 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

PLAN VAN AANPAK EVALUATIE SCHIPHOLBELEID

PLAN VAN AANPAK EVALUATIE SCHIPHOLBELEID PLAN VAN AANPAK EVALUATIE SCHIPHOLBELEID Samenvatting Voor u ligt het plan van aanpak voor de evaluatie van het Schipholbeleid, zoals dat is vastgelegd in de Schipholwet en de twee Luchthavenbesluiten.

Nadere informatie

Geluidbelasting rond Schiphol,

Geluidbelasting rond Schiphol, Indicator 21 december 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Kaarten met geluidscontouren

Nadere informatie

PROVINCIE FLEVOLAND. MededeMng

PROVINCIE FLEVOLAND. MededeMng PROVINCIE FLEVOLAND MededeMng Onderwerp Kamerbrief milieueffectrapport en geluidberekeningen Lelystad Airport Kern mededeling: Middels deze mededeling informeren wij u over de belangrijkste aspecten en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 809 Wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de invoering van de mogelijkheid om ten aanzien van de luchthaven Schiphol experimenten te

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 119 Wet van 9 maart 2016 tot wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de invoering van een nieuw normen- en handhavingstelsel voor de luchthaven

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 27 603 Wijziging van de Wet luchtvaart inzake de inrichting en het gebruik van de luchthaven Schiphol B VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld

Nadere informatie

MER Hinderbeperkende maatregelen Schiphol Korte Termijn

MER Hinderbeperkende maatregelen Schiphol Korte Termijn MER Hinderbeperkende maatregelen Schiphol Korte Termijn Bijlage C. Onderbouwing milieueffectrapport hinderbeperkende maatregelen Schiphol voor de korte termijn, To70, juni 2009. 09.271.02 Juni 2009 Onderbouwing

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16510 21 oktober 2010 Regeling experiment uitbreiding toepassing vaste bochtstraal tussen Hoofddorp en Nieuw-Vennep (CROS

Nadere informatie

'Schiphol 2003' Hoofdrapport

'Schiphol 2003' Hoofdrapport Milieueffectrapport 'Schiphol 2003' Hoofdrapport Ministerie van Verkeer en Waterstaat Luchtvaart Milieueffectrapport 'Schiphol 2003' Hoofdrapport Ten behoeve van de voorbereiding van het eerste luchthavenindelingbesluit

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16510 29 oktober 2010 Herplaatsing Regeling experiment uitbreiding toepassing vaste bochtstraal tussen Hoofddorp en Nieuw-Vennep

Nadere informatie

Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport "Wijziging uitvoeringsbesluiten Schiphol" 19 december

Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Wijziging uitvoeringsbesluiten Schiphol 19 december Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport "Wijziging uitvoeringsbesluiten Schiphol" 19 december 2003 1114-519 ISBN 90-421-1260-3 Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage. INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Evaluatie Schipholbeleid. Eindrapport

Evaluatie Schipholbeleid. Eindrapport Evaluatie Schipholbeleid Eindrapport Evaluatie Schipholbeleid Eindrapport Inhoud Samenvatting 5 1 Inleiding 11 1.1 Aanleiding en doel van de evaluatie van het Schipholbeleid 12 1.2 Context en vervolg

Nadere informatie

- <f JULI 2005. DG TRANSPORT,EWUSK«Ö6t

- <f JULI 2005. DG TRANSPORT,EWUSK«Ö6t 05.006690 Ministerie van Verkeer en Waterstaat t.a.v. Staatssecretaris M.H. Schultz van Haegen Projectbureau Evaluatie Schipholbeleid Postbus 90771 2509LT Den Haag Roelofarendsveen, 3 O JUN 2005 gemeente

Nadere informatie

SCHIPHOL. René ten Have

SCHIPHOL. René ten Have SCHIPHOL René ten Have Inhoud presentatie I. Aldersadvies II. Hinderbeperkende maatregelen III. CROS heroriëntatie IV. Positie Lelystad V. Betrokkenheid burgers I. Aldersadvies II. Hinderbeperkende maatregelen

Nadere informatie

AAN. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Projectbureau Evaluatie Schipholbeleid Postbus EX Den Haag

AAN. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Projectbureau Evaluatie Schipholbeleid Postbus EX Den Haag AAN Ministerie van Verkeer en Waterstaat Projectbureau Evaluatie Schipholbeleid Postbus 20904 2500 EX Den Haag 17 datum : 14 juni 2005 uw brief van : 13 december 2004 uw kenmerk : DGL/04.U02532 ons kenmerk

Nadere informatie

Hierbij beantwoord ik de schriftelijke vragen van het lid Kröger (GroenLinks) over luchthaven Lelystad (ingezonden op 9 februari 2018).

Hierbij beantwoord ik de schriftelijke vragen van het lid Kröger (GroenLinks) over luchthaven Lelystad (ingezonden op 9 februari 2018). > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Geluidbeleid Schiphol verleden, heden en toekomst Een geschiedenis in vogelvlucht

Geluidbeleid Schiphol verleden, heden en toekomst Een geschiedenis in vogelvlucht Geluidbeleid Schiphol verleden, heden en toekomst Een geschiedenis in vogelvlucht Waar gaat het over? Commissie Kosten Geluidzonering PASO en PKB Schiphol en omgeving Handhaving Het huidige stelsel - handhavingspunten

Nadere informatie

Alternatieven voor Lden grenswaarden de NAxx methodiek

Alternatieven voor Lden grenswaarden de NAxx methodiek Alternatieven voor Lden grenswaarden de NAxx methodiek P. Balke en R. de Jong Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium National Aerospace Laboratory NLR Alternatieven voor Lden grenswaarden de NAxx

Nadere informatie

Bijlage 1 Overzicht rapporten in het kader van het MER Schiphol

Bijlage 1 Overzicht rapporten in het kader van het MER Schiphol Bijlage 1 Overzicht rapporten in het kader van het MER Schiphol De MER-procedure is gestart met het opstellen en ter inzage leggen van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau in 2015. In de rol van bevoegd

Nadere informatie

Belevingsonderzoek hinder en slaapverstoring Schiphol

Belevingsonderzoek hinder en slaapverstoring Schiphol Geachte raadsleden, Naar aanleiding van het belevingsonderzoek hinder en slaapverstoring Schiphol van de GGD Zuid- Kennemerland zijn in de commissie Ruimte enkele vragen gesteld over het karakter van de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18637 12 juli 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 9 juli 2013, nr. IenM/BSK-2013/129725,

Nadere informatie

Onderzoeksrapport overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol. Gebruiksjaar 2017

Onderzoeksrapport overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol. Gebruiksjaar 2017 Onderzoeksrapport overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2017 Onderzoeksrapport overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2017 Datum 28 februari 2018 Colofon Uitgegeven

Nadere informatie

Wet- en regelgeving in de Luchtvaart. Kennisoverdracht Omgevingsraad Schiphol

Wet- en regelgeving in de Luchtvaart. Kennisoverdracht Omgevingsraad Schiphol Wet- en regelgeving in de Luchtvaart Kennisoverdracht Omgevingsraad Schiphol 1 juli 2015 Inhoud presentatie Globale schets wet- en regelgeving Luchtvaart Casus: Nieuwe normen- en handhavingstelsel Schiphol

Nadere informatie

Experiment vaste bochtstraaltechniek Schiphol

Experiment vaste bochtstraaltechniek Schiphol Experiment vaste bochtstraaltechniek Schiphol Ontwerp-regeling experiment uitbreiding toepassing vaste bochtstraal tussen Hoofddorp en Nieuw-Vennep (CROS pilot 3b plus) Vlot bewegen. Veilig leven. Verkeer

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

De geluidbelasting rondom de vliegbasis Leeuwarden voor het jaar 2013

De geluidbelasting rondom de vliegbasis Leeuwarden voor het jaar 2013 De geluidbelasting rondom de vliegbasis Leeuwarden voor het jaar 2013 Opdrachtgever Ministerie van Defensie CLSK NLR-CR-2014-055 februari 2014 NLR Dedicated to innovation in aerospace Nationaal Lucht-

Nadere informatie

Commissie Regionaal Overleg. Wetgeving in de luchtvaart d.d.28 november 2011

Commissie Regionaal Overleg. Wetgeving in de luchtvaart d.d.28 november 2011 Luchthaven Teuge Commissie Regionaal Overleg Wetgeving in de luchtvaart d.d.28 november 2011 Inleiding Algemeen Luchthavenbesluit Geluid Veiligheid Stappenschema luchthavenbesluit Samenvatting Luchthavens

Nadere informatie

Ruimtelijke ontwikkeling, grondbedrijf en verkeer 2.4 Sterke stad Meer werkgelegenheid

Ruimtelijke ontwikkeling, grondbedrijf en verkeer 2.4 Sterke stad Meer werkgelegenheid Voorstel aan de raad Nummer: 160015495 gemeente Lelystad Portefeuille: Programma: Programma onderdeel Steller: Afdeling: Telefoon: E-mail: Ruimtelijke ontwikkeling, grondbedrijf en verkeer 2.4 Sterke stad

Nadere informatie

Verbetervoorstellen CROS gemeenten, clusters Noord, Noordmidden, Noordwest, Oost, Zuidoost en gemeente Aalsmeer 27 juni 2005

Verbetervoorstellen CROS gemeenten, clusters Noord, Noordmidden, Noordwest, Oost, Zuidoost en gemeente Aalsmeer 27 juni 2005 De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat Mevrouw Drs. M.H. Schultz van Haegen Projectbureau Evaluatie Schipholbeleid Postbus 20904 2500 EX DEN HAAG Verbetervoorstellen CROS gemeenten, clusters Noord,

Nadere informatie

Inleiding Kern van het Schipholbeleid De evaluatie

Inleiding Kern van het Schipholbeleid De evaluatie Inleiding Dit onderzoek is onderdeel van de evaluatie van het Schipholbeleid. In februari 2006 wordt de eindrapportage van de evaluatie aan de Eerste Kamer en Tweede Kamer aangeboden. In 2003 is nieuw

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regeling experiment verlenging nachtprocedures

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regeling experiment verlenging nachtprocedures STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 16778 6 november 2009 Regeling experiment verlenging nachtprocedures 30 oktober 2009 Nr. CEND/HDJZ-2009/798 sector LUV

Nadere informatie

De geluidbelasting rondom de vliegbasis Woensdrecht voor het jaar 2010

De geluidbelasting rondom de vliegbasis Woensdrecht voor het jaar 2010 Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium National Aerospace Laboratory NLR NLR-CR-2011-210 De geluidbelasting rondom de vliegbasis Woensdrecht voor het jaar 2010 R. de Jong Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium

Nadere informatie

2018D04379 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2018D04379 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2018D04379 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 29 665 Evaluatie Schipholbeleid Nr. 212 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

F a c t s h e e t Voorstel voor een nieuw normen- en handhavingstelsel Schiphol

F a c t s h e e t Voorstel voor een nieuw normen- en handhavingstelsel Schiphol ALDERSADVIES F a c t s h e e t Voorstel voor een nieuw normen- en handhavingstelsel Schiphol Aldersadvies: Voorstel voor een nieuw normen- en handhavingstelsel voor Schiphol Als onlosmakelijk onderdeel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 748 Wijziging van de Kadasterwet en de Organisatiewet Kadaster (aanpassing van doeleinden en taken van de Dienst voor het kadaster en de openbare

Nadere informatie

Betreft: Verbetervoorstellen in het kader van de evaluatie van de Nieuwe Luchtvaartwet cq het Schipholbeleid.

Betreft: Verbetervoorstellen in het kader van de evaluatie van de Nieuwe Luchtvaartwet cq het Schipholbeleid. Aan het Ministerie van Verkeer & Waterstaat, T.a.v. de heer J. Gosse Plesmanweg 1 2597 JG Den Haag Amsterdam, 27 maart 2005. Betreft: Verbetervoorstellen in het kader van de evaluatie van de Nieuwe Luchtvaartwet

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Wetgeving en Juridische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 31954 17 juni 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 16 juni 2016, nr. IENM/BSK-2016/114600,

Nadere informatie

gemeente Amstelveen Gemeentebestuur V00065 Amstelveen AAN

gemeente Amstelveen Gemeentebestuur V00065 Amstelveen AAN V00065 Amstelveen gemeente Amstelveen Gemeentebestuur AAN Ministerie van Verkeer en Waterstaat Projectbureau Evaluatie Schipholbeleid Postbus 20904 2500 EX Den Haag raadhuis: laan nieuwer-amstel 1 correspondentie-adres:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 883 Wijziging van de Wet milieubeheer (verbetering kostenvereveningssysteem in titel 15.13) Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE

Nadere informatie

..^i-fie EERSTE WAfe < IR. 14 6 7 5 0, TyU ^ 0 9 JUL 2010 DATUM V J U L KOPIE

..^i-fie EERSTE WAfe < IR. 14 6 7 5 0, TyU ^ 0 9 JUL 2010 DATUM V J U L KOPIE Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit > Retouradres Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag..^i-FIE EERSTE WAfe

Nadere informatie

Verduidelijking maximale gebruiksrechten

Verduidelijking maximale gebruiksrechten 23 maart 2016 Daturm2 Expert meeting luchthaven Teuge Verduidelijking maximale gebruiksrechten Ir. W.B. (Wilbert) Haverdings Inhoud presentatie Achtergrond / doel Overzicht besluiten Verschil tussen Bkl

Nadere informatie

Ontwerp Regeling experiment bocht Hoofddorp/Nieuw-Vennep Concentreren uitvliegroute Spijkerboor

Ontwerp Regeling experiment bocht Hoofddorp/Nieuw-Vennep Concentreren uitvliegroute Spijkerboor Ontwerp Regeling experiment bocht Hoofddorp/Nieuw-Vennep Concentreren uitvliegroute Spijkerboor Ontwerp Regeling experiment tijdelijke aanpassing gebruik nachtelijke vertrekroutes vanaf Polderbaan Ontwerp

Nadere informatie

CRO Luchthaven Rotterdam PROCES & ORGANISATIE VOORSTELLEN VOOR HINDER BEPERKENDE MAATREGELEN

CRO Luchthaven Rotterdam PROCES & ORGANISATIE VOORSTELLEN VOOR HINDER BEPERKENDE MAATREGELEN CRO Luchthaven Rotterdam PROCES & ORGANISATIE VOORSTELLEN VOOR HINDER BEPERKENDE MAATREGELEN versie d.d. 18 juli 2019 1 ACTOREN: CRO: Dit is de plenaire vergadering van de Commissie Regionaal Overleg luchthaven

Nadere informatie

Geluidsbelasting rondom regionale luchthavens, 2010 en 2016

Geluidsbelasting rondom regionale luchthavens, 2010 en 2016 Indicator 20 juni 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Kaarten met geluidscontouren geven

Nadere informatie

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Besluit personenvervoer 2000 wordt als volgt gewijzigd:

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Besluit personenvervoer 2000 wordt als volgt gewijzigd: Besluit van tot wijziging van het Besluit personenvervoer 2000 in verband met de ingangsdata van de aanbestedingsverplichting in het openbaar vervoer en de verlenging van de maximale concessieduur Op de

Nadere informatie

Beantwoording vragen met betrekking tot de motie Eijsink. Roel Hogenhuis, 22 februari 2016

Beantwoording vragen met betrekking tot de motie Eijsink. Roel Hogenhuis, 22 februari 2016 Beantwoording vragen met betrekking tot de motie Eijsink Roel Hogenhuis, 22 februari 2016 Inleiding Context: Beantwoording vragen stuurgroep uitvoering Motie Eijsink NLR rapportage met informatie en antwoorden

Nadere informatie

Onderwerp Verordening luchthavenbesluit luchthaven Budel Noord-Brabant. gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 4 juni /13;

Onderwerp Verordening luchthavenbesluit luchthaven Budel Noord-Brabant. gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 4 juni /13; Besluit / B Voorgestelde behandeling PS-vergadering : 20 september 2013 Onderwerp Verordening luchthavenbesluit luchthaven Budel Provinciale Staten van, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d.

Nadere informatie

Handhavingsrapportage Rotterdam The Hague Airport 2014

Handhavingsrapportage Rotterdam The Hague Airport 2014 Handhavingsrapportage Rotterdam The Hague Airport 2014 Handhavingsrapportage Rotterdam The Hague Airport Gebruiksjaar 2014 Datum 9 januari 2015 Pagina 4 van 20 Colofon Uitgegeven door Inspectie Leefomgeving

Nadere informatie

Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein "Invoerrechten en accijnzen" over de periode

Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Invoerrechten en accijnzen over de periode Raad voor Cultuur Aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM 's-gravenhage Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein

Nadere informatie

Amsterdam, 28 oktober 2010.

Amsterdam, 28 oktober 2010. HANS ALDERS Aan De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, de heer Joop Atsma p/a postbus 20901 2500 EX Den Haag Amsterdam, 28 oktober 2010. Geachte staatssecretaris, Naar aanleiding van het verzoek

Nadere informatie

en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur (Regelgeving

en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur (Regelgeving CVDR Officiële uitgave van Noord-Brabant. Nr. CVDR395209_2 14 juni 2018 Verordening van Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent luchthavenbesluit luchthaven verordening

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Analyse actualisatie gelijkwaardigheidscriteria

Analyse actualisatie gelijkwaardigheidscriteria Analyse actualisatie gelijkwaardigheidscriteria A.B. Dolderman en A.M. Kruger-Dokter Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium National Aerospace Laboratory NLR Analyse actualisatie gelijkwaardigheidscriteria

Nadere informatie

Ivlinisterie van Infrastructuur en Milieu

Ivlinisterie van Infrastructuur en Milieu Ivlinisterie van Infrastructuur > Retouradres Aan: Dr J. Lembrechts Dir. Luchtvaart Secretaris werkgroep Nieuw Normen- en Handhavingsstelsel Schiphol Plesmanweg 1-6 Commissie voor de milieueffectrapportage

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d ;

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d ; VERSIE: 22 januari 2013 Onderwerp Verordening luchthavenbesluit luchthaven Budel Noord-Brabant Provinciale Staten van Noord-Brabant Provinciale Staten van Noord-Brabant, Gelezen het voorstel van Gedeputeerde

Nadere informatie

Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling

Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie Postbus 299-4600 AG Bergen op Zoom + 31 (0)164 212 800 nieuwesluisterneuzen@vnsc.eu www.nieuwesluisterneuzen.eu Rapport Vlaams

Nadere informatie

Kaartbijlage behorende bij Strategische Milieuverkenning voor de ontwikkeling van Schiphol op middellange termijn

Kaartbijlage behorende bij Strategische Milieuverkenning voor de ontwikkeling van Schiphol op middellange termijn Strategische Milieuverkenning Kaartenbijlage Kaartbijlage behorende bij Strategische Milieuverkenning voor de ontwikkeling van Schiphol op middellange termijn Strategische Milieuverkenning Kaartenbijlage

Nadere informatie

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris,

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris, Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen P/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden zorgdrager minister van Volkshuisvesting,

Nadere informatie

Ministerie van Infrastructuur en Milieu t.a.v. mevrouw W.J. Mansveld Postbus EX S-GRAVENHAGE

Ministerie van Infrastructuur en Milieu t.a.v. mevrouw W.J. Mansveld Postbus EX S-GRAVENHAGE Ministerie van Infrastructuur en Milieu t.a.v. mevrouw W.J. Mansveld Postbus 20904 2500 EX S-GRAVENHAGE Onze ref. ORS15.027 Datum 16 april 2015, Hoofddorp Advies Omgevingsraad inzake vervroegen nachtprocedures

Nadere informatie

Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering

Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering Voorstel van wet Allen, die deze zullen zien of horen lezen,

Nadere informatie

Evaluatie Schipholbeleid Gelijkwaardigheidstoets

Evaluatie Schipholbeleid Gelijkwaardigheidstoets Evaluatie Schipholbeleid Gelijkwaardigheidstoets In opdracht van Evaluatie Schipholbeleid Gelijkwaardigheidstoets Dit rapport is opgesteld door Samenstelling: Advanced Decision Systems Airinfra BV, DHV

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 11 januari 2018 Betreft Kamervragen inzake MAA-besluit

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 11 januari 2018 Betreft Kamervragen inzake MAA-besluit > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Defensie,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Defensie, Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Defensie van 25 april 2018, nr. 2018-0000251025, houdende vaststelling van beleidsregels met betrekking tot de uitvoering

Nadere informatie

Onderzoeksrapport overschrijding grenswaarde geluid Schiphol

Onderzoeksrapport overschrijding grenswaarde geluid Schiphol Onderzoeksrapport overschrijding grenswaarde geluid Schiphol Gebruiksjaar 2014 Datum 30 januari 2015 Colofon ILT Luchtvaart Mercuriusplein 1-63 Hoofddorp Contactpersoon R.H. Molendijk Coördinerend/Specialistisch

Nadere informatie

Luchthavenverkeerbesluit Schiphol

Luchthavenverkeerbesluit Schiphol Luchthavenverkeerbesluit Schiphol Besluit van 26 november 2002, tot vaststelling van een luchthavenverkeerbesluit voor de luchthaven Schiphol (Luchthavenverkeerbesluit Schiphol) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Dit besluit wordt van kracht overeenkomstig artikel 20.3 van de Wet milieubeheer.

Dit besluit wordt van kracht overeenkomstig artikel 20.3 van de Wet milieubeheer. Datum 12 maart 2002 Kenmerk SAS/2002001698 Onderwerp VERKLARING ALS BEDOELD IN ARTIKEL 18 KERNENERGIEWET JUNCTO ARTIKEL 8.19, TWEEDE LID, WET MILIEUBEHEER TEN BEHOEVE VAN NV EPZ (KERNENERGIECENTRALE BORSSELE)

Nadere informatie

Experiment met een nieuw geluidsstelsel voor Schiphol

Experiment met een nieuw geluidsstelsel voor Schiphol Experiment met een nieuw geluidsstelsel voor Schiphol Toelichting op het advies van de Alderstafel over de start van een experiment met een nieuw normen- en handhavingstelsel. VGP Vereniging Gezamenlijke

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 26 april J. van Rooij

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 26 april J. van Rooij Notitie 20120520-03 Ontwikkeling hotelzone Maastricht Aachen Airport Beoordeling luchtkwaliteitsaspecten Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 26 april 2012 20120520-03 J. van Rooij 1 Inleiding

Nadere informatie

EERSTE VOORTGANGSRAPPORTAGE

EERSTE VOORTGANGSRAPPORTAGE EERSTE VOORTGANGSRAPPORTAGE 9 december 2003 Samenstelling van de commissie Drs. H. Eversdijk, voorzitter Dr. Ir. B. M. Spee, vice voorzitter Prof. Ir. G.J.J. Ruijgrok Prof. Dr. J.T.T. Thoen Ir. A.R. Eisses

Nadere informatie