Thema 4: koop je rijk. webversie

Transcriptie

1 Thema 4: koop je rijk 3

2

3 Doelen Eindtermen en leerplandoelen Leermiddelen Groeperingsvorm Speldoel thema 4 Koop je rijk 1 De kinderen kunnen zich op een plattegrond van een fictieve gemeente oriënteren. 2 De kinderen kunnen op een plattegrond de kortste weg tussen twee punten aanwijzen. 3 De kinderen kunnen een aantal handelszaken benoemen en hun functie beschrijven. 4 De kinderen kunnen in een concrete situatie het onderscheid maken tussen kopen, verkopen en sparen. 5 De kinderen kunnen enkele producten kopen en passend betalen. 6 De kinderen kunnen in groep een spel spelen (hun beurt afwachten, zich houden aan een taakverdeling, zich passend gedragen bij winst en verlies). 7 De kinderen kunnen bij groepsspelen leiding geven en onder leiding van een medeleerling meewerken. ET GO! OVSG VVKBaO SV Speelbord Koop je rijk - Bijlage 1: vier boodschappenlijstjes - Bijlage 2: muntstukken en biljetten - Bijlage 3: speelkaarten met vragen - 1 pion per speler - 1 dobbelsteen Heterogene groepjes van 3, 4 of 5 spelers. WO-RUI WO-MAA-SEV WO-MAA-SEV WO-MAA-SEV WO-MNS-SC WO-MNS-SV-2.2 WO-MNS-SV-2.3 WO-MNS-SV-2.4 WO-MNS-SV-2.5 WO-MNS-SV-2.6 WO-MNS-SV De activiteiten die op het boodschappenlijstje staan op de juiste plaats uitvoeren De producten die op het boodschappenlijstje staan met gepast geld in de juiste winkel kopen 3

4 1 Instap 2 Spelverloop thema 4 Introduceer kort het onderwerp van het gezelschapsspel: boodschappen doen. Laat de kinderen de verschillende winkels op het speelbord opsommen. Vraag hen per winkel twee producten op te sommen die men er kan kopen. 2.1 Vooraf Duid een spelleider aan. Hij/zij legt de 30 speelkaarten met vragen bij zich. De spelleider geeft aan elke speler een boodschappenlijstje. Hij/zij geeft aan elke speler vijf muntstukken van 1, vijf muntstukken van 2 en drie biljetten van 5. De rest van het geld houdt de spelleider bij zich. Elke speler zet zijn/haar pion op één van de vier bruine vakjes in het midden van het speelbord. Lees aandachtig het boodschappenlijstje. Op het lijstje staat er wat je moet doen of kopen en hoeveel het telkens kost. Jij mag zelf de volgorde bepalen. Pas op: je kreeg van de spelleider te weinig geld om alle boodschappen te betalen! Je kunt op vijf verschillende plaatsen geld bijverdienen (links en rechts van het speelbord): - werken op de boerderij: 7 - appels plukken in de boomgaard: 5 - babysitten: 6 - zakgeld: 7 - boodschappen doen voor een oude vrouw: 2 Om geld bij te verdienen moet je met je pion naar een van de vijf plaatsen gaan. Vooraleer je het geld krijgt, stelt de spelleider je een vraag. Die leest hij of zij voor van een speelkaart. Heb je het antwoord juist, dan krijg je het geld. Heb je het antwoord fout, dan sla je een beurt over en krijg je straks een andere vraag. Je krijgt pas het geld als je een vraag juist hebt beantwoord. Pas op: je mag elk van de plaatsen maar één keer bezoeken. Je mag dus geen tweemaal zakgeld ophalen of in de boomgaard werken. 2.2 Het spel Gooi om de beurt de dobbelsteen. Wie het minste aantal ogen gooit, mag beginnen. Ga met je pion evenveel vakjes vooruit als het aantal gegooide ogen. Je mag je pion in alle richtingen verplaatsen, maar niet diagonaal (= schuin). Je mag niet op een vakje gaan staan waar een tegenspeler staat. Ben je op je eerste plaats aangekomen? Vertel de spelleider wat je er koopt of doet en betaal aan hem/haar het bedrag dat op het boodschappenlijstje staat. Controleer regelmatig of je nog genoeg geld hebt om de volgende boodschap te betalen. Ga op tijd geld bijverdienen! Wie als eerste het volledige boodschappenlijstje heeft afgewerkt en terug op de startplaats staat, heeft gewonnen. 4

5 3 Evaluatie thema 4 Voor en tijdens het spel heeft de spelleider verschillende taken. We zetten ze nog eens op een rijtje: - verdelen van de boodschappenlijstjes en het geld; - controleren of de spelers hun boodschappen op de juiste plaats doen; - geld van de spelers ontvangen; - vragen stellen aan de spelers die geld willen bijverdienen; - geld aan de spelers geven. Laat de leerlingen de evaluatiefiche invullen. 5

6 KOPIEERBLAD 1 - evaluatiefiche Gezelschapsspel Ik vond het spel Kruis de uitspraak/uitspraken aan die bij je passen. Familiefeest Tijdens het spel houd ik me aan de regels. ik kan tegen mijn verlies. Buurtegem Ik heb de leiding tijdens het spel. ik vraag vaak om hulp. Speuren in het park Ik speel liever alleen. Na het spel help ik opruimen. Koop je rijk Ik doe wat de spelleider vraagt. ik speel eerlijk. Het jaar rond Ik ben erg zenuwachtig tijdens het spel. ik help kinderen die het spel niet begrijpen. De architecten Ik speel liever met twee, dan met een grote groep. Van spelen kun je heel veel leren. Groene vingers Ik ben een doorzetter. ik hou niet van oneerlijke spelers. Kokkerellen Ik sluit me erg snel bij een groepje aan om een spel te spelen. ik houd me aan de taakverdeling. Bikkelhard Ik heb geen problemen om een stappenplan uit te voeren. ik zal dit spel nog dikwijls spelen. = saai = leuk = heel tof

7

8 Bijlage 1 game 4 - Boodschappenlijstjes Boodschappenlijstje 3 koop een stuk appeltaart 7 eet een pannenkoek met boter en suiker 17 koop een treinkaartje naar Brugge 15 laat je haar knippen 8 koop drie mooie rozen Boodschappenlijstje 4 koop een tijdschrift over sport 10 koop een fles hoestsiroop 9 laat een reservesleutel van de voordeur maken 15 eet een dagschotel 12 haal een paar herstelde laarzen op Boodschappenlijstje 12 haal een paar herstelde laarzen op 4 huur een spannende film 5 verstuur een pakje met de post koop 250 g garnalen 9 haal je herstelde mountainbike op 20 Boodschappenlijstje koop 250 g garnalen 9 14 koop een felgroene T-shirt met lange mouwen 19 haal je vakantiefoto s op 5 verstuur een pakje met de post 3 koop een stuk appeltaart

9 Bijlage 2A game 4 - muntstukken van 1

10 Bijlage 2b game 4 - muntstukken van 2

11 Bijlage 2c game 4 - biljetten van 5

12 Bijlage 2d game 4 - biljetten van 5

13 Bijlage 2e game 4 - biljetten van 5

14 Bijlage 2f game 4 - biljetten van 5

15 Bijlage 3A game 4 - speelkaarten met vragen

16 Een halve kilogram garnalen is gelijk aan 250 gram garnalen 500 gram garnalen 1000 gram garnalen Wat is de titel van een krant? Het Eerste Nieuws Het Laatste Nieuws Geen Nieuws Vandaag In een restaurant staan acht tafels. Aan elke tafel staan zes stoelen. Hoeveel stoelen staan er in het restaurant? Simon geeft twee munten van twee euro, twee munten van één euro en twee munten van een halve euro aan Els. Hoeveel geld geeft Simon aan Els? Wat wordt niet in een viswinkel verkocht? oesters kabeljauw veters Wat wordt er niet in een bloemenwinkel verkocht? orchideeën zonnebloemen scampi s Hoe wordt een langwerpig Frans brood ook genoemd? een volkoren brood een boerenbrood een stokbrood Kapper Obe werkt van negen uur s morgens tot één uur s middags. Hoeveel uur werkt hij? 4 uur 5 uur 6 uur Mia bestelt een halve kilogram gehakt. Ze krijgt nog eens een kwart kilogram gratis. Hoeveel gehakt krijgt Mia in totaal? 500 g 750 g 1000 g

17 Bijlage 3b game 4 - speelkaarten met vragen

18 Kijk goed naar het speelbord. Welke uitspraak klopt? De tearoom ligt recht tegenover de speelgoedwinkel. De tearoom ligt recht tegenover de slager. De tearoom ligt recht tegenover de fietsenwinkel. Waar kun je zowel eten, drinken, als blijven slapen? in een hotel in een café in een restaurant Kirsten koopt een pingpongballetje in een sportwinkel. Geef een andere naam voor pingpong. tafeltennis volleybal basketbal Bij fietsenwinkel De Driewieler kun je een tandem huren. Wat is een tandem? een fiets voor twee personen een fiets met een erg groot voorwiel een fiets zonder remmen Joke maakt een ritje met de trein. Ze vertrekt drie minuten voor acht uur. Joke komt drie minuten na acht uur aan. Hoeveel minuten zat Joke op de trein? vijf zes zeven Marijn nam vijftig foto s. De fotograaf zegt: Jammer, er zijn twaalf foto s mislukt! Hoeveel foto s zijn er wel gelukt? Welke zin klopt? Een apotheker moet soms in het weekend werken. Een apotheker moet alle weekends werken. Een apotheker hoeft nooit in het weekend te werken. Carlo houdt van toneel. Waar kan hij een toneelstuk bekijken? in een bioscoop in een theater in een transformatorhuisje In de broodjeszaak t Smoske staan drie klanten voor Rik en vier klanten achter Rik. Hoeveel klanten staan er in de broodjeszaak? 6 7 8

19 Bijlage 3c game 4 - speelkaarten met vragen

20 Maxim huurt op maandagmorgen drie films. Hij mag ze vier dagen ontlenen. Wanneer moet Maxim de films terugbrengen? woensdagavond donderdagavond vrijdagavond Febe krijgt in de speelgoedwinkel één euro terug in munten van twintig cent. Hoeveel munten krijgt Febe? Doortje vraagt: Hoeveel kost dat boeket? In welke winkel staat Doortje? viswinkel De Forel bloemenwinkel De Tulp broodjeszaak t Smoske Waar kun je schilderijen bewonderen? in een kruidenierswinkel in een museum in een containerpark Miep koopt in de kledingzaak t Broekske een T-shirt. Op het etiket staat de letter S? Wat betekent die S? small strijken streepjes Juul vraagt: Een hoorntje met drie ballen. In welke zaak staat Juul? een parfumerie een ijssalon een speelgoedwinkel Wat kun je in een muziekwinkel kopen? een dagblad een triangel walnoten Pia vraagt: Wil je er nieuwe zolen op leggen? In welk soort winkel staat Pia? fietsenwinkel De Driewieler kledingzaak t Broekske schoenmakerij De Wreef Maaike koopt in bloemenwinkel De Tulp een boeket rozen. Eén roos kost drie euro. Maaike betaalt dertig euro. Hoeveel rozen heeft Maaike gekocht?

21 Bijlage 3d game 4 - speelkaarten met vragen

22 Lobke koopt een doos pillen bij de apotheker. Welke kaart moet ze aan de apotheker tonen? SIS-kaart identiteitskaart bankkaart Wat kun je niet in een doe-hetzelfzaak kopen? een zaag Noorse zalm een lamp Kijk goed naar het speelbord. Welke uitspraak klopt? De muziekwinkel ligt naast de videotheek. De muziekwinkel ligt recht tegenover de broodjeszaak. De muziekwinkel ligt naast de bloemenwinkel.

23 thema 4 spelregels Aantal spelers 3, 4 of 5 spelers Koop je rijk Wat heb je nodig? - Speelbord Koop je rijk - Bijlage 1: vier boodschappenlijstjes - Bijlage 2: muntstukken en biljetten - Bijlage 3: speelkaarten met vragen Jullie zorgen zelf voor: - Een dobbelsteen - Een pion per speler Doel van het spel De activiteiten die op het boodschappenlijstje staan op de juiste plaats uitvoeren De producten die op het boodschappenlijstje staan met gepast geld in de juiste winkel kopen Spelregels Vooraf - Duid een spelleider aan. - Hij/zij legt de 30 speelkaarten met vragen bij zich. - De spelleider geeft aan elke speler een boodschappenlijstje. - Hij/zij geeft aan elke speler vijf muntstukken van 1, vijf muntstukken van 2 en drie biljetten van 5. De rest van het geld houdt de spelleider bij zich. - Elke speler zet zijn/haar pion op één van de vier bruine vakjes in het midden van het speelbord. - Lees aandachtig het boodschappenlijstje. Op het lijstje staat er wat je moet doen of kopen en hoeveel het telkens kost. Jij mag zelf de volgorde bepalen. - Pas op: je kreeg van de spelleider te weinig geld om alle boodschappen te betalen! je kunt op vijf verschillende plaatsen geld bijverdienen (links en rechts van het speelbord): - werken op de boerderij: 7 - appels plukken in de boomgaard: 5 - babysitten: 6 - zakgeld: 7 - boodschappen doen voor een oude vrouw: 2 ebvers 1

24 - Om geld bij te verdienen moet je met je pion naar een van de vijf plaatsen gaan. Vooraleer je het geld krijgt, stelt de spelleider je een vraag. heb je het antwoord juist, dan krijg je het geld. heb je het antwoord fout, dan sla je een beurt over en krijg je straks een andere vraag. Je krijgt pas het geld als je een vraag juist hebt beantwoord. - Pas op: je mag elk van de plaatsen maar één keer bezoeken. Je mag dus geen tweemaal zakgeld ophalen of in de boomgaard werken. Het spel - Gooi om de beurt de dobbelsteen. Wie het minste aantal ogen gooit, mag beginnen. - Ga met je pion evenveel vakjes vooruit als het aantal gegooide ogen. Je mag je pion in alle richtingen verplaatsen, maar niet diagonaal (= schuin). Je mag niet op een vakje gaan staan waar een tegenspeler staat. - Ben je op je eerste plaats aangekomen? Vertel de spelleider wat je er koopt of doet en betaal aan hem/haar het bedrag dat op het boodschappenlijstje staat. - Controleer regelmatig of je nog genoeg geld hebt om de volgende boodschap te betalen. Ga op tijd geld bijverdienen! - Wie als eerste het volledige boodschappenlijstje heeft afgewerkt en terug op de startplaats staat, heeft gewonnen. - Voor en tijdens het spel heeft de spelleider verschillende taken. We zetten ze nog eens op een rijtje: - verdelen van de boodschappenlijstjes en het geld; - controleren of de spelers hun boodschappen op de juiste plaats doen; - geld van de spelers ontvangen; - vragen stellen aan de spelers die geld willen bijverdienen; - geld aan de spelers geven. ebvers 2