Raadsvoorstel 2005/7622

Transcriptie

1 Raadsvoorstel 2005/7622 Onderwerp Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden en wethouders Portefeuillehouder mr. A.Ph. Hertog Steller mw. drs. N.W. Gerritsen Collegevergadering 22 maart 2005/7622 Raadsvergadering Samenvatting De vergoeding aan de voorzitter en leden van de vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften (kortweg bezwaarschriftencommissie) behoeft aanpassing. Aangezien de hoogte van deze vergoeding in de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden en wethouders 1994 staat, is hiervoor aanpassing van de verordening nodig. Daarnaast zijn verschillende onderdelen van de verordening inmiddels in de praktijk aangepast, zonder dat deze aanpassingen ook in de verordening zijn doorgevoerd. Ook is gebleken dat bij eerdere wijzigingen die wel in de verordening zijn doorgevoerd is verzuimd om deze aan GS voor te leggen. Daarom hebben wij besloten om geen verordening tot wijziging maar een geheel nieuwe verordening ter besluitvorming aan uw raad voor te leggen. Inleiding In de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden en wethouders wordt bepaald welke vergoedingen aan raads- en commissieleden en wethouders wordt toegekend voor hun werkzaamheden en daaruit voortvloeiende onkosten. De huidige verordening stamt uit In de loop van de tijd zijn er vijf wijzigingen in aangebracht. Omdat de verordening betrekking heeft op zowel raadsleden als wethouders is de nieuwe verordening opgesteld door de Griffie en Bestuur en Directie i.o. gezamenlijk. Vergoeding voorzitter en leden bezwaarschriftencommissie De hoogte van de vergoeding aan de voorzitter en leden van de vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften is sinds 1995 in de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden en wethouders 1994 opgenomen. In 1998 is de vergoeding verhoogd van f 250,00 ( 113,45) tot f 275,00 ( 124,79) per bijeenkomst. Na een onderzoek bij diverse redelijk vergelijkbare gemeenten (zie bijlage 1) is gebleken dat de vergoeding in onze gemeenten relatief laag is. Naar aanleiding daarvan willen wij de vergoeding verhogen naar 140,00 en de voorzitter daarnaast een extra vergoeding van 125,00 per kwartaal toekennen. Door deze bedragen jaarlijks aan te passen aan de gemeentelijke loon-prijsmutaties willen wij ervoor zorgen dat de vergoeding vanaf nu in de pas blijft lopen met loon- en prijsontwikkelingen. Tot nu toe moest steeds als de vergoeding aangepast dient te worden, ook de verordening gewijzigd worden. Omdat dit vanuit het oogpunt van efficiency niet wenselijk is, stellen wij

2 voorstel tot vaststelling van de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden en wethouders 2005 Volgvel 2 Onderwerp voor om het bedrag van de vergoeding uit de verordening te halen. Dit kan door het artikel waarin de hoogte van de vergoeding werd genoemd te vervangen door een bepaling dat ons college de hoogte van deze vergoeding vaststelt (artikel 11). Goedkeuring door GS Aan de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden en wethouders 1994 zijn in de loop van de tijd artikelen toegevoegd en gewijzigd over een politieke molestverzekering, een collectieve pensioenvoorziening en uitkering bij aftreden. Omdat het hier andere vergoedingen en tegemoetkomingen betreft dan hetgeen bij of krachtens de wet aan raads- en commissieleden en wethouders is toegekend, behoeven zij volgens artikel 99 van de Gemeentewet goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Dit is in elk geval bij de laatste wijziging in 2003 verzuimd. Door nu een nieuwe verordening vast te stellen en aan GS voor te leggen wordt deze tekortkoming verholpen. Dit heeft geen consequenties voor de uitwerking van de artikelen. Aanpassing aan de praktijk In de nieuwe verordening wordt ook een aantal artikelen aangepast aan de huidige praktijk. Zo stond in de vorige verordening nog dat 95,113% van de maximumvergoeding aan raadsleden wordt uitgekeerd en de rest aan de fractie wordt uitgekeerd, maar in de praktijk wordt al enige tijd de gehele vergoeding aan de raadsleden toegekend. Dit is nu ook in de verordening opgenomen. De nieuwe verordening legt, met uitzondering van artikel 11 over de vergoeding aan de voorzitter en leden van de vaste adviescommissie voor de bezwaarschriften, de bestaande praktijk vast en brengt dus geen wijzigingen met zich mee in de financiële rechten en plichten van raads- en commissieleden en wethouders. De verordening is voorzien van een toelichting per artikel. Voorstel Op grond van het voorgaande besluit het college de raad voor te stellen om: De Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden en wethouders 2005 vast te stellen. Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer, namens deze, de portefeuillehouder mr. A.Ph. Hertog Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer, de secretaris, de burgemeester, dr. G.P.F. van den Boorn mr. A.Ph. Hertog Bijlage(n) 1. Vergoeding voorzitter en leden bezwaarschriftencommissie in diverse gemeenten

3 voorstel tot vaststelling van de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden en wethouders 2005 Volgvel 3 Onderwerp Bijlage 1. Vergoeding voorzitter en leden bezwaarschriftencommissie in diverse gemeenten Presentiegeld voorzitter en leden bezwaarschriftencommissie (2004) Gemeente Vergoeding Vergoeding voorzitter leden Indexering Haarlemmermeer ( inwoners) 124,79 124,79 nee Almere ( inwoners) 201,92 100,96 nee Haarlem n.v.t. (geen onafhankelijke leden in n.v.t. n.v.t. ( inwoners) bezwaarschriftencommissie) Zaanstad ( inwoners) 170,17 136,13 nee Zoetermeer ja, vergoeding is 150% van vergoeding 151,44 151,44 ( inwoners) Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden Hoorn ja, jaarlijks n.a.v. Rechtspositiebesluit raads- 226,67 136,00 ( inwoners) en commissieleden Heemstede ( inwoners) 136,13 113,45 nee Noordwijk ( inwoners) 250,00 125,00* nee * per dagdeel van 4 uur; vergoeding voor schouwen (10% van de bezwaarschriften) is 34,03 per uur.

4 Raadsbesluit 2005/7622 Onderwerp Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden en wethouders De raad van de gemeente Haarlemmermeer; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 22 maart 2005, nummer 2005/7622 besluit: vast te stellen: Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden en wethouders 2005 Hoofdstuk 1. Definities Artikel 1: begripsbepaling In deze verordening wordt verstaan onder: a. de minister : de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; b. commissieleden : leden van een (raads- of bestuurs)commissie ex artikel 82 en 83 van de Gemeentewet die niet tevens raadslid zijn, of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissielid is benoemd c. college : college van burgemeester en wethouders; d. dienstreizen : reizen ten behoeve van de gemeente; e. verblijfskosten : werkelijk gemaakte kosten van verblijf tijdens dienstreizen; f. dienstuitgaven : uitgaven ten behoeve van de gemeente. Hoofdstuk 2. Raadsleden Artikel 2 Raadsleden ontvangen geen andere geldelijke voorzieningen dan genoemd in deze verordening en in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

5 Volgvel 5 Artikel 3: vergoeding voor werkzaamheden 1. Raadsleden ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden. 2. Deze bedraagt 100% van de jaarlijks vast te stellen maximumvergoeding voor een gemeente in klasse 15 zoals vastgelegd in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. 3. De vergoeding wordt maandelijks via de salarisadministratie uitbetaald per bank of giro. Artikel 4: tegemoetkoming in onkosten 1. Raadsleden ontvangen een tegemoetkoming in hun onkosten. 2. Deze bedraagt 100% van het jaarlijks door de minister vast te stellen bedrag voor een gemeente in klasse De vergoeding wordt maandelijks via de salarisadministratie uitbetaald per bank of giro. Artikel 5: uitkering bij aftreden 1. Een raadslid ontvangt met ingang van de dag van aftreden een uitkering waarvan de hoogte en duur afhankelijk is van de duur van het raadslidmaatschap. 2. Geen recht bestaat op een uitkering indien: a. de periode van raadslidmaatschap korter is dan twee maanden; b. het raadslid op de dag van beëindiging van zijn raadslidmaatschap 65 jaar of ouder is; c. het raadslid van zijn lidmaatschap vervallen is verklaard op grond van artikel X8 van de Kieswet en/of artikel 15 eerste lid Gemeentewet. 3. De duur van de uitkering is gerelateerd aan het raadslidmaatschap en wel als volgt: duur lidmaatschap duur uitkering < 2 maanden geen uitkering 2 t/m 6 maanden 1 maand 7 t/m 12 maanden 2 maanden 13 t/m 24 maanden 4 maanden > 24 maanden 6 maanden 4. De uitkering bedraagt 70% van de bruto raadsvergoeding per maand exclusief onkostenvergoeding. Artikel 6: pensioen 1. Raadsleden worden na hun installatie aangemeld als deelnemer in de collectieve pensioenvoorziening voor raadsleden. 2. De gemeenteraad bepaalt jaarlijks via de begroting de hoogte van de premie voor dat jaar. Artikel 7: politieke molestverzekering Raadsleden zijn voor de duur van hun raadslidmaatschap verzekerd voor een politiek molestrisico. Hoofdstuk 3. Commissieleden Artikel 8 Commissieleden ontvangen geen andere geldelijke voorzieningen dan genoemd in deze verordening en in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

6 Volgvel 6 Artikel 9: presentiegeld 1. Commissieleden ontvangen per vergadering presentiegeld. 2. Dit presentiegeld is gelijk aan het jaarlijks door de minister vast te stellen presentiegeld in gemeenten in klasse 5 zoals vastgelegd in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. 3. Ten teken van hun aanwezigheid ondertekenen zij de presentielijst. 4. Presentiegelden worden per kwartaal uitbetaald per bank of giro. Artikel 10: afwijking De gemeenteraad kan hogere presentiegelden dan die genoemd in artikel 9 toekennen aan commissieleden a. die op grond van hun bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelneming aan haar werkzaamheden zijn aangetrokken en b. ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van de taak en omvang van de te verrichten arbeid. Artikel 11: vergoeding voorzitter en leden adviescommissie bezwaarschriften De vergoeding aan de voorzitter en leden van de commissie als bedoeld in artikel 2 van de Verordening adviescommissie bezwaarschriften gemeente Haarlemmermeer wordt, op basis van artikel 10, door het college vastgesteld. Artikel 12: reis- en verblijfkosten 1. Commissieleden kunnen bij binnenlandse dienstreizen een reis- en verblijfkostenvergoeding aanvragen op een daarvoor bestemd formulier. 2. Het college beoordeelt of er sprake is van een dienstreis en stelt de vergoeding vast aan de hand van het Reisbesluit binnenland. 3. De vergoeding wordt binnen een maand na het indienen van een declaratieformulier uitbetaald. Hoofdstuk 4: wethouders Artikel 13 Wethouders ontvangen geen andere kostenvergoeding dan genoemd in deze verordening en in het Rechtspositiebesluit wethouders. Artikel 14: vergoeding voor werkzaamheden 1. Wethouders ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden verbonden aan de ambtsuitoefening. 2. Deze bedraagt 100% van het jaarlijks door de minister vast te stellen bedrag voor een gemeente in klasse 9 zoals vastgelegd in het Rechtspositiebesluit wethouders. 3. De vergoeding wordt maandelijks via de salarisadministratie uitbetaald per bank of giro. Artikel 15: tegemoetkoming in onkosten 1. Wethouders ontvangen een tegemoetkoming in hun onkosten. 2. Deze bedraagt 100% van het jaarlijks door de minister vast te stellen bedrag voor een gemeente met of meer inwoners. 3. De vergoeding wordt maandelijks via de salarisadministratie uitbetaald per bank of giro.

7 Volgvel 7 Artikel 16: reiskosten woon-werkverkeer 1. Wethouders ontvangen voor reizen tussen hun woning en werkplaats een tegemoetkoming in de kosten wanneer de afstand meer dan 10 kilometer is. 2. De tegemoetkoming is niet hoger dan de bedragen die bij of krachtens artikel 12 van het Verplaatsingskostenbesluit 1989 zijn vastgesteld. Artikel 17: reis- en verblijfkosten binnenland 1. Wethouders kunnen bij binnenlandse dienstreizen achteraf een reis- en verblijfkostenvergoeding aanvragen op een daarvoor bestemd formulier. 2. Het college beoordeelt of er sprake is van een dienstreis en stelt de vergoeding vast aan de hand van het Reisbesluit binnenland. 3. De vergoeding wordt binnen een maand na het indienen van het declaratieformulier uitbetaald. Artikel 18: reis- en verblijfkosten buitenland 1. Wethouders kunnen bij buitenlandse dienstreizen vooraf een reis- en verblijfklostenvergoeding aanvragen. 2. Het college stelt de vergoeding voorlopig vast aan de hand van een begroting. Zonodig worden voorschotten gegeven. 3. De wethouder meldt het voornemen tot de buitenlandse reis en de begrote kosten aan de raad. 4. De afrekening wordt binnen twee weken na terugkomst bij het college ingediend. De vergoeding wordt binnen een maand na het indienen van de afrekening uitbetaald. 5. De uitgaven worden politiek verantwoord in de PCC-rapportages aan de gemeenteraad over het gevoerde beleid en beheer. Hoofdstuk 5. Dienstuitgaven Artikel Burgemeester en wethouders kunnen dienstuitgaven die disproportioneel zijn ten opzichte van hun algemene kostenvergoeding ten laste van de gemeente brengen. 2. Het college dient deze uitgaven goed te keuren. 3. De uitgaven worden periodiek verantwoord in de PCC-rapportages aan de gemeenteraad over het gevoerde beleid en beheer. Hoofdstuk 6. Slotbepalingen Artikel 20 De Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden en wethouders 1994 wordt ingetrokken. Artikel 21: inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de dag van bekendmaking ervan en werkt terug tot en met 1 januari 2004.

8 Volgvel 8 Artikel 22: citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening geldelijke voorzieningen raadsen commissieleden en wethouders Vastgesteld in de openbare vergadering van De griffier, De voorzitter, dr. M.J.E.M. van Dam mr. A.Ph. Hertog

9 Volgvel 9 Toelichting: Artikel 1 In de Gemeentewet wordt sinds 2002 onderscheid gemaakt tussen raadscommissies (art. 82) en bestuurscommissies (art. 83). Deze regeling geldt voor beide soorten commissies. Artikel 3 De maximale vergoeding in klasse 15 (gemeenten met tot en met inwoners) bedraagt per 1 januari ,39 per maand voor raadsleden zonder fictieve dienstbetrekking (de bedragen voor 2005 zijn nog niet bekend) en wordt jaarlijks door de minister aangepast. In de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden en wethouders 1994 is opgenomen dat 95,113% van de maximale vergoeding aan raadsleden wordt uitgekeerd. Dit is aangepast omdat raadsleden in de praktijk al enige tijd 100% van de vergoeding ontvangen. Artikel 4 De onkostenvergoeding bedraagt per 1 januari 2005 voor gemeenten in klasse ,35 per maand en wordt jaarlijks door de minister aangepast. Het is in de gemeente Haarlemmermeer al vele jaren gebruikelijk om dit gehele bedrag te laten uitkeren en er is geen aanleiding om dit aan te passen. Artikel 5 Dit artikel is op 25 september 2003 toegevoegd aan de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden en wethouders Omdat verwacht kan worden dat veel raadsleden voor de uitoefening van hun raadslidmaatschap hun reguliere arbeidsduur hebben verminderd, kunnen zij voor de periode die nodig zal zijn om de reguliere arbeidsduur weer uit te breiden, gebruikmaken van een wachtgeldregeling. Artikel 6 Op 26 juni 1997 is het oorspronkelijke artikel uit de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden en wethouders 1994 gewijzigd. Voor deze wijziging werden raadsleden aangemeld als deelnemer in de Stichting Pensioensparen Raadsleden. Omdat er geen belangstelling was van andere gemeenten om aan de stichting deel te nemen is in 1997 besloten om de stichting te vervangen door een collectieve pensioenvoorziening. Het tegoed dat binnen de stichting was opgebouwd is daarbij overgeheveld naar de collectieve pensioenvoorziening. Artikel 7 Dit artikel is op 26 maart 1998 toegevoegd aan de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden en wethouders 1994 naar aanleiding van het rapport van de eerste commissie Van Velsen, die onderzoek heeft gedaan naar de secundaire rechtspositie van raadsleden. De politieke molestverzekering verzekert raadsleden tegen materiële schade en letselschade door geweld en vandalisme. Artikel 9 De maximale vergoeding in klasse 5 (gemeenten met tot en met inwoners) bedraagt per 1 januari ,96 per maand (de bedragen voor 2005 zijn nog niet bekend) en wordt jaarlijks door de minister aangepast.

10 Volgvel 10 Artikel 10 Dit artikel is onder meer van toepassing op de Bezwaarschriftencommissie (zie artikel 11) en op de Rekenkamercommissie (zie Verordening Rekenkamercommissie gemeente Haarlemmermeer, artikel 25). Artikel 11 Op 24 augustus 1995 is voor het eerst een artikel toegevoegd dat de vergoeding (in de vorm van presentiegeld) aan de voorzitter en leden van de vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften regelt. Op 28 mei 1998 is dit artikel aangepast om de vergoeding te verhogen. Nu wordt niet langer het bedrag van de vergoeding in de verordening opgenomen, zodat voortaan de verordening niet meer aangepast hoeft te worden als de hoogte van de vergoeding wordt gewijzigd. Artikel 14 De maximale vergoeding in klasse 9 (gemeenten met tot en met inwoners) bedraagt per 1 mei ,02 per maand en wordt aangepast overeenkomstig de wijziging van de bezoldiging voor het overheidspersoneel in de sector Rijk. Artikel 15 De onkostenvergoeding bedraagt per 1 januari 2005 voor gemeenten met of meer inwoners 245,04 per maand en wordt jaarlijks door de minister aangepast. Artikel 19 Dit artikel biedt een grondslag voor kosten die door een collegelid of door het college als geheel worden gemaakt en die redelijkerwijs niet vallen onder de persoonlijke onkostenvergoeding van de collegeleden. Om de transparantie te bevorderen dient het college als geheel deze uitgaven goed te keuren. Alleen in dit artikel wordt ook de burgemeester genoemd, omdat de rechtspositie van de burgemeester voor het overige door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is bepaald in het Rechtspositiebesluit burgemeesters.