Handleiding Yealink T49G

Transcriptie

1 Handleiding Yealink T49G qebble Bezoekadres: Keulenstraat 6B, 7418 ET Deventer Postadres: Postbus 190, 7400 AD Deventer T E. I.

2 Inhoud 1. Toestel aansluiten Bureaustandaard bevestigen Camera bevestigen Hoorn en eventuele headset aansluiten Adapter aansluiten USB aansluiten (optioneel) Externe monitor aansluiten (optioneel) Beschrijving telefoontoestel Beschrijving knoppen (voorkant) Beschrijving poorten (achterkant) Beschrijving display Symbolen op het display Display in ruststand Gebruik touchscreen Telefoneren Oproep tot stand brengen Videogesprek starten Terugbellen starten Anoniem bellen Oproep beantwoorden Microfoon uitschakelen, handsfree telefoneren Microfoon uitschakelen Handsfree in-/uitschakelen Het volume van de hoorn, luidspreker of headset wijzigen Oproeplijsten Telefoonnummer uit de oproeplijst kiezen Vermelding uit de oproeplijst kopiëren naar het lokale telefoonboek Telefoonboek Telefoonnummer kiezen Nieuw contact aanmaken

3 8. Telefoneren met meerdere deelnemers Ruggespraak Wisselgesprek Conferentie Oproep doorverbinden Wisselgesprek (aankloppen) Oproep omleiden

4 1. Toestel aansluiten 1.1 Bureaustandaard bevestigen 1.2 Camera bevestigen 1.3 Hoorn en eventuele headset aansluiten 1.4 Adapter aansluiten 4

5 1.5 USB aansluiten (optioneel) Wanneer u een USB-stick aansluit, verschijnt het icoon in de statusbalk van het touchscreen. Een knipperend icoon geeft aan dat de USB wordt gedetecteerd door de telefoon. Als de USB-stick succesvol is aangesloten, zal het icoon blijven branden en verschijnt de melding USB apparaat succesvol aangesloten. 1.6 Externe monitor aansluiten (optioneel) Wanneer u een externe monitor hebt aangesloten, verschijnt het icoon in de statusbalk van de touchscreen en wordt er een melding weergegeven dat de monitor is aangesloten. 5

6 2. Beschrijving telefoontoestel 2.1 Beschrijving knoppen (voorkant) 1 Stroom indicator/led Geeft stroom en enkele feature statussen weer. Knippert snel inkomende oproep. Knippert langzaam inkomend bericht. 2 8 Touchscreen Tik op de touchscreen om items te selecteren of highlighten. Het scherm geeft informatie over oproepen, berichten, context-toetsen, tijd, datum en andere relevante gegevens, zoals caller ID, icoontjes en meldingen. 3 Berichtentoets Geeft toegang tot voic berichten. LED-lampje licht groen op bij berichten. Tijdens videogesprekken kunt u met deze toets screenshots maken. 4 Headset-toets Gesprekken voeren via een headset. LED-lampje licht groen op als een headset is aangesloten. 5 Mute-toets Microfoon in- en uitschakelen. LED-lampje licht rood op als de microfoon is uitgeschakeld. 6 Video-toets Geeft een preview van de videofunctie als de telefoon niet in gebruik is. Zorgt voor videobeelden tijdens videogesprekken en -conferenties. 7 Doorverbind-toets Gesprekken naar een andere deelnemer doorverbinden. 6

7 8 Volume-toets Het volume van de hoorn, headset, microfoon en het oproepsignaal aanpassen. 9 Handsfree-toets Handsfree-functie in- en uitschakelen. LED-lampje licht groen op als handsfree-modus is ingeschakeld. 10 Redial-toets Start een oproep naar een eerder gekozen nummer. 11 Wacht-toets Plaats een oproep in de wacht of neem een in de wacht gezette oproep weer aan. 12 Toetsenbord Nummers, letters en speciale tekens voor tekst- en nummerinvoer. 13 Speaker Zorgt voor geluid in de handsfree-modus. 14 Hookswitch (haak) Pak de hoorn van de haak om een oproep aan te nemen, leg de hoorn op de haak om een oproep te beëindigen. 15 Shutter switch Bedekt de camera. 16 Camera indicator/led Geeft camera en sommige feature statussen weer. Knippert groen inkomende video-oproep; licht groen op inkomende audio-oproep. 17 Camera lens Zorgt voor videobeelden tijdens video-oproepen. De optimale afstand tussen camera en object is tussen de 0,35 en 2 meter. 2.2 Beschrijving poorten (achterkant) 18 HDMI poort Mogelijkheid om een externe monitor aan te sluiten. De videobeelden tijdens een video-gesprek worden dan ook op de externe monitor weergegeven. 19 USB 2.0 poort Mogelijkheid om een USB-stick aan te sluiten, zodat u foto s op uw telefoon kunt bekijken, screenshots kunt maken en oproepen opnemen en terugspelen. 7

8 3. Beschrijving display 3.1 Symbolen op het display Netwerk niet beschikbaar. Ontvangen oproepen. Geen Wifiverbinding. Registratie succesvol. Uitgaande oproepen. USB-stick is aangesloten. Registratie mislukt Gemiste oproepen. DSS key. Knippert: aan het registreren. Doorgeschakelde oproepen. Externe monitor is aangesloten. Registratie gedeelde lijn succesvol. Opname box is vol. ACD* (log in het systeem). Handsfree-modus aan. Oproep kan niet worden opgenomen. ACD* (status beschikbaar). Handset-modus aan. Opname gestart. ACD* (status niet beschikbaar). Headset-modus aan. Opname kan niet ACD* (log uit systeem). worden gestart. Voic bericht. Opname kan niet Voic . worden gestopt. Tekstbericht. Bluetooth ingeschakeld. Call pickup. AutoAnswer ingeschakeld. Niet Storen ingeschakeld. Camera niet gevonden. Video-oproep in de wacht. Audio-oproep in de wacht. Oproepdoorschakeling. Microfoon uitgeschakeld. Oproepsignaal uitgeschakeld. Telefoon geblokkeerd. Bluetooth headset aangesloten en verbonden. Bluetooth verbinding met mobiele telefoon. Standaard bellerfoto en contacticoon. Standaard mobiele bellerfoto en contacticoon. Wifi-modus ingeschakeld. Wifiverbinding met hoge signaalsterkte. Wifiverbinding met goede signaalsterkte. Wifiverbinding met redelijke signaalsterkte. Wifiverbinding met lage signaalsterkte. Group pickup. Beller succesvol in wachtrij geplaatst. Beller niet in wachtrij geplaatst. Beller in wachtrij. Intercom. DTMF Prefix. Lokale groep XML groep. XML browser. * ACD: Automatic Call Distribution 8

9 3.2 Display in ruststand 1 Statusbalk Geeft de standaard accounts en icoontjes van de telefoon weer. 2 Icoontjes Icoontjes worden in het midden van de statusbalk weergegeven. 3 Standaard account Het label van de standaard account wordt links in de statusbalk weergegeven. Als meerdere accounts zijn geregistreerd, kunt u hier tikken om het gewenste account te selecteren. 4 Lijntoetsen Er kunnen 11 lijntoetsen naar eigen wens ingesteld worden. Links worden lijnen 1 t/m 6 weergegeven, rechts 7 t/m 11. De toetsen geven de naam en status van de toegewezen features weer. 5 DSS key Geeft snelle toegang tot het scherm met de lijntoetsen. Vervolgens kunt u op de gewenste lijntoets tikken om deze te configureren. 6 Wallpaper Geeft een vooraf ingestelde wallpaper weer, die u zelf aan kunt passen. 7 Sneltoetsen Met deze toetsen hebt u snel toegang tot de oproepenlijst, het telefoonboek, de Niet Storen functie en het hoofdmenu (v.l.n.r.). 8 Tijd en datum In het midden van het scherm worden de tijd en datum weergegeven. 9

10 3.3 Gebruik touchscreen Om de touchscreen te gebruiken, kunt u gebruik maken van de volgende vingerbewegingen: Tik Selecteer een item door er kort met uw vinger op te tikken. Swipe Wanneer u door bijvoorbeeld een lijst of functies wilt scrollen, tik kort met uw vinger op het scherm en beweeg uw vinger naar links, rechts, boven of beneden. Sleep Om iets op het scherm te verplaatsen, tikt u op het scherm en houdt u uw vinger even op het scherm. Vervolgens kunt u uw vinger bewegen. Uitvergroten Beweeg uw duim en wijsvinger op het scherm van elkaar af om iets op het scherm uit te vergroten. Verkleinen Beweeg uw duim en wijsvinger op het scherm naar elkaar toe om iets op het scherm te verkleinen. 4. Telefoneren 4.1 Oproep tot stand brengen Pak de hoorn op. Kies het gewenste nummer op het toetsenbord op de touchscreen. Druk op of Send. Om handsfree of met de headset een oproep te starten, druk voor of na het kiezen van het gewenste telefoonnummer op de handsfree-toets of op de headset-toets. 10

11 Oproep beëindigen: Druk op de EndCall context-toets of leg de hoorn op de haak. 4.2 Videogesprek starten Als uw gesprekspartner ook de mogelijkheid heeft om videogesprekken te voeren, zal de camera automatisch ingeschakeld worden en zal er dus automatisch een videogesprek worden gestart. Om de camera uit te schakelen, kunt u op de video-toets drukken, naar beneden swipen in het videoscherm en op Video tikken of de shutter switch dicht doen. 4.3 Terugbellen starten U probeert een collega te bellen, maar hij of zij is in gesprek. U hebt dan de mogelijkheid om Auto Redial in te schakelen. Met deze functie zal uw toestel automatisch uw collega blijven bellen net zolang tot hij of zij wel beschikbaar is. Terwijl u probeert te bellen, krijgt u een scherm te zien dat uw collega in gesprek is en of u Auto Redial wilt starten. Door op OK te tikken, wordt Auto Redial gestart. Vervolgens krijgt u de mogelijkheid om te wachten gedurende de ingestelde tijdsinterval of om direct de oproep opnieuw te starten. Het toestel zal een vooraf ingesteld aantal keren proberen opnieuw verbinding te maken tot uw collega weer beschikbaar is. 11

12 4.4 Anoniem bellen Ga naar Menu. Kies vervolgens de optie Features Anonymous Call. Tik op On in het Local Anonymous veld. Eventueel voert u de on en off codes in de daarvoor bestemde velden in. Tik op de Save context-toets om de wijzigingen op te slaan of op te annuleren. 4.5 Oproep beantwoorden Er komt een oproep binnen. Om deze aan te nemen, neemt u de hoorn van de haak. Als u de oproep via de handsfree-modus aan wilt nemen, drukt u op de handsfree-toets, de Answer contexttoets of de lijntoets (mits de headset niet is aangesloten). Om de oproep met de headset aan te om nemen, drukt u op de headset-toets, de Answer context-toets of de lijntoets. 5. Microfoon uitschakelen, handsfree telefoneren 5.1 Microfoon uitschakelen Om tijdens een gesprek de microfoon uit te schakelen, drukt u op de microfoon uit-toets. Uw gesprekspartner kan u nu niet meer horen. In het scherm verschijnt een icoontje dat weergeeft dat de microfoon is uitgeschakeld. Daarnaast licht de microfoon uit-toets rood op. Om de microfoon weer in te schakelen, drukt u nogmaals op dezelfde toets. 5.2 Handsfree in-/uitschakelen Om tijdens een gesprek over te schakelen op handsfree bellen, drukt u op de handsfree- toets. Uw gesprekspartner staat nu op de luidspreker. Om de functie handsfree weer uit te schakelen, drukt u nogmaals op dezelfde toets. Opmerking: laat uw gesprekspartner weten dat hij of zij op de luidspreker staat. 12

13 5.3 Het volume van de hoorn, luidspreker of headset wijzigen Met de volumetoets kunt u eenvoudig het volume van de hoorn, headset of luidspreker wijzigen. Om het volume te verlagen, drukt u op de linkerkant van de toets (-). Om het volume te verhogen, drukt u op de rechterkant van de toets (+). 6. Oproeplijsten De oproeplijsten bevatten 4 soorten oproepen: gemiste oproepen, uitgaande oproepen, ontvangen oproepen en doorgeschakelde oproepen. Elke lijst bevat maximaal 100 vermeldingen. Oproeplijsten worden automatisch aangemaakt en bijgehouden. Oproeplijsten openen: Tik op. Op het scherm verschijnen alle oproepen, waar u desgewenst doorheen kunt scrollen. In het linkermenu kunt u de individuele oproeplijsten selecteren. Voor meer informatie over een oproep tikt u op oproep. bij de gewenste 6.1 Telefoonnummer uit de oproeplijst kiezen Open de gewenste oproeplijst. Tik op een oproep om direct een nieuwe oproep naar dat nummer te starten. 13

14 6.2 Vermelding uit de oproeplijst kopiëren naar het lokale telefoonboek Open de gewenste oproeplijst. Tik op bij de gewenste oproeplijst om de details weer te geven. Tik op de functie Add en vul de juiste gegevens in. 7. Telefoonboek In het telefoonboek kunt u de namen en nummers van uw contacten opslaan. U kunt tot 1000 contacten opslaan en 48 verschillende groepen aanmaken. U kunt nieuwe groepen en contacten toevoegen, contacten wijzigen, verwijderen of zoeken, of simpelweg een oproep starten vanuit het telefoonboek. Om het telefoonboek te openen, tikt u op. 7.1 Telefoonnummer kiezen Open het telefoonboek. Selecteer eventueel de gewenste contactgroep of gebruik de zoekfunctie om degene op te zoeken die u wilt bellen. Tik op het contact om een oproep te starten. Als er meerdere nummers voor het contact ingevoerd zijn, tikt u op het gewenste nummer. Het is ook mogelijk om op te tikken en vervolgens op Send te tikken. 14

15 7.2 Nieuw contact aanmaken Open het telefoonboek en tik op Add. Voer vervolgens de gevraagde gegevens in, zoals naam, telefoonnummer(s), account, ringtone en foto. Tik op Save om het contact op te slaan of op om te annuleren. 8. Telefoneren met meerdere deelnemers 8.1 Ruggespraak U bent in gesprek met een deelnemer. U wilt tijdens het gesprek ruggespraak voeren met een andere deelnemer. Druk op of tik op de Hold context-toets om uw gesprek in de wacht te plaatsen. In uw scherm verschijnt het icoon bij een audiogesprek en bij een videogesprek. Daarnaast klinkt om de 30 seconden een zachte piep om u eraan te herinneren dat u een gesprek in de wacht hebt staan. Vervolgens tikt u op NewCall om een nieuwe oproep te starten en ruggespraak te voeren met een andere deelnemer. Om te switchen tussen de gesprekken, tikt u eerst op het contact en vervolgens op Resume of op de bijbehorende lijntoets. Om weer terug te keren naar het eerste gesprek als u het tweede gesprek hebt beëindigd, tikt u op de Resume context-toets. 15

16 8.2 Wisselgesprek U spreekt met een deelnemer. Een andere deelnemer staat in de wacht, omdat u bijvoorbeeld een tweede gesprek hebt aangenomen of een gesprek in de wachtstand hebt geplaatst. Tik op het gewenste contact en vervolgens op de Resume context-toets om tussen de gesprekken heen en weer te schakelen. Om weer terug te keren naar het eerste gesprek drukt u op de Resume contexttoets. U kunt ook op de gewenste lijntoets drukken om direct terug te keren naar het gesprek. 8.3 Conferentie Het is mogelijk om een videoconferentie te houden met maximaal 3 deelnemers (inclusief uzelf). Een andere mogelijkheid is het voeren van een zogenaamde gemixte conferentie met maximaal 5 deelnemers, waarbij een deel van de gesprekspartners via video verbonden zijn (maximaal 3) en twee anderen via audio. Start een gesprek met de eerste deelnemer. Zodra deze opneemt, drukt u op de Conference context-toets. De deelnemer wordt in de wacht geplaatst. Start een gesprek met de tweede deelnemer. Zodra er ook met de tweede deelnemer verbinding is, drukt u weer op de Conference context-toets. De eerste deelnemer wordt aan de conferentie toegevoegd. U kunt deze stappen net zolang herhalen tot u alle deelnemers hebt toegevoegd aan het gesprek. Opties tijdens de conferentie: Druk op of tik op de Hold context-toets om de conferentie in de wacht te zetten; Tik op de Conference context-toets om een nieuwe oproep te starten; Tik op de Split context-toets om de conferentie op te splitsen in individuele gesprekken (deze worden automatisch in de wacht geplaatst); Druk op om uw microfoon uit te schakelen. U hoort de andere deelnemers nog wel en zij horen elkaar, maar zij kunnen u niet meer horen; Tik op de EndCall context-toets om de conferentie te beëindigen; Houd een contact lang ingedrukt om een dialoogvenster te openen met de volgende opties: o Far Mute: de deelnemer kan alle andere deelnemers nog wel horen, maar zij hem of haar niet; o Remove: de deelnemer wordt verwijderd uit de conferentie. 16

17 8.4 Oproep doorverbinden U spreekt met een deelnemer en wilt het gesprek doorverbinden naar een andere deelnemer. Hierbij hebt u twee opties: doorverbinden zonder en met ruggespraak. Bij doorverbinden zonder ruggespraak, wordt de oproep direct doorverbonden. Doorverbinden met ruggespraak stelt u in staat de oproep aan te kondigen bij de nieuwe deelnemer. Doorverbinden zonder ruggespraak: Druk tijdens uw gesprek op of de Transfer context-toets. Uw gesprek wordt in de wacht gezet. Toets het nummer in van de persoon waarnaar u wilt doorverbinden. Druk nogmaals op doorverbonden. of de Transfer context-toets en leg de hoorn op de haak. De oproep wordt Doorverbinden met ruggespraak: Druk tijdens uw gesprek op of de Transfer context-toets. Toets het nummer in van de persoon waarnaar u wilt doorverbinden. Tik op de Send context-toets. De nieuwe deelnemer wordt gebeld. Zodra de nieuwe deelnemer heeft opgenomen, en u eventueel een kort gesprek met hem of haar hebt gevoerd, drukt u op of de Transfer context-toets om de oproep door te verbinden. 8.5 Wisselgesprek (aankloppen) Tijdens een extern gesprek hoort u de wisselgesprektoon (aankloptoon) en er verschijnt een symbool in het display. U kunt ervoor kiezen de oproep aan te nemen of te weigeren. Als u de oproep aan wilt nemen, tikt u op de Answer context-toets. Uw huidige gesprek wordt in de wacht gezet. Als u de oproep wilt weigeren, tikt u op de Reject context-toets. 8.6 Oproep omleiden Tik op. Kies vervolgens de optie Features Call Forward. Tik op het gewenste type omleiding: 17

18 Alle oproepen Geen antwoord Bij bezet Alle oproepen worden doorgeschakeld. Oproepen worden doorgeschakeld als na meerdere belsignalen niet wordt opgenomen. Oproepen worden doorgeschakeld als uw toestel bezet is. Selecteer bij het gewenste type On en voer het nummer in waarnaar moet worden doorgeschakeld. Eventueel kunt u ook de on code en/of off code invoeren. Tik op de Save context-toets om de omleiding op te slaan of tik op om te annuleren. In de statusbalk verschijnt het icoon. 18