Bouwsteentjes van "Het Geloof " in Jezus Christus

Transcriptie

1 Bouwsteentjes van "Het Geloof " in Jezus Christus Het gebruik van Geestelijke gaven en talenten Laat u zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis. 1 Petrus 2:4

2 Evangelie Gemeente Harlingen Bijbelstudie: "Het fundament van ons geloof" De volgende onderwerpen worden behandeld: 1. Bekering en het navolgen van Jezus Christus. 2. Wedergeboorte. 3. Dopen. (door onderdompeling) 4. Bijbel en bijbelstudie. 5. Ontvangen van de Heilige Geest met gaven en vruchten. 6. Gebed Spreken met God 7. De oude en nieuwe mens. 8. Gemeenschap en Gemeenteleven. 9. De tegenstander en de geestelijke wapenrustig. 10. Het gebruik van Geestelijke gaven en talenten. 11. Beproeving en verzoekingen. 12. Toekomst gericht leven. 13. Vruchtdragen.

3 Ruimte voor aantekeningen:

4 HET GEBRUIK VAN GEESTELIJKE GAVEN EN TALENTEN GEESTELIJKE GAVEN EN TALENTEN. Als je christen bent en er naar verlangt dat je gemeente een gezonde groep mensen wordt, die Gods liefde tot uitdrukking brengt voor alle mensen om je heen, is het noodzakelijk kennis te hebben van geestelijke gaven. Onwetendheid wat dat betreft, zou wel eens de voornaamste reden kunnen zijn waardoor gemeente-opbouw soms traag verloopt. Ook het persoonlijke leven van veel christenen wordt nadelig beïnvloed door deze onwetendheid, met als gevolg ontmoediging, onzekerheid, frustratie en schuldgevoel waardoor een werkzame en blijde dienst aan God verhinderd wordt. Die onwetendheid kun je niet door de een of andere toverformule opheffen. Je zult echter nieuwe dimensies in je geloofsleven ontdekken als je de belangrijke stap zet n.l.: Probeer, als je Gods bedoeling voor je leven wilt onderkennen, te ontdekken wat jouw specifieke unieke gaven zijn. 2 Timotheus 3:16,17 "opdat de mens volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust". Wat zijn gaven van de Geest? Een definitie van de gaven van de Geest is: "Een bijzondere bekwaamheid die de Heilige Geest ieder lid van het Lichaam van Jezus Christus - naar Gods genade geeft, met als doel, opbouw van het Lichaam" Wat leert ons 1 Corinthiërs 12:4-11 over de gaven? - een bijzondere bekwaamheid. Het is iets wat je ontvangt om een bijdrage te leveren aan het gemeenteleven. Het is ook iets wat heel praktisch is, wat kenmerkend is voor een bekwaamheid. - gegeven aan alle gelovigen. De bijbel leert dat iedere christen een gave ontvangen heeft. 1 Petrus 4: Dient elkander, een ieder naar de genadegave, die hij ontvangen heeft, als goede rent meesters over de velerlei genade Gods. Ieder van ons "de openbaring van de Geest gegeven wordt tot welzijn van allen" 1Corinthiers 12:7 Maar aan een ieder wordt de openbaring van de Geest gegeven tot welzijn van allen. De verscheidenheid van de gaven, de mate van de bekwaamheid en de bediening waarin een bepaalde gave beoefend wordt is bij ieder christen weer anders. Deze factoren bepalen voor een groot deel onze geestelijke persoonlijkheid en identiteit als uniek lid van het 'Lichaam van Jezus Christus' hier op aarde. Hier aan hebt u deel en God verwacht van u dat u werkzaam bent in Zijn Lichaam, dat is zijn gemeente. - iedereen die de Heilige Geest ontvangen heeft bezit echter alle gaven in zich, maar in de gemeente werkt zij door allen verschillend. 4

5 In vers 8 en 10 worden verschillende gaven genoemd en zien we dat de ene gave wordt gegeven aan de één, en weer een andere gave aan de ander. 1 Corinthiërs 12:4-10 4Er is verscheidenheid in genadegaven, maar het is dezelfde Geest; 5 en er is verscheidenheid in bedieningen, maar het is dezelfde Here; 6 en er is verscheidenheid in werkingen, maar het is dezelfde God, die alles in allen werkt.7 Maar aan een ieder wordt de openbaring van de Geest gegeven tot welzijn van allen. 8 Want aan de een wordt door de Geest gegeven met wijsheid te spreken, en aan de ander met kennis te spreken krachtens dezelf de Geest; 9 aan de een geloof door dezelfde Geest en aan de ander gaven van genezingen door die ene Geest; 10 aan de een werking van krachten, aan de ander profetie; aan de een het onderscheiden van geesten,en aan de ander allerlei tongen, en aan weer een ander vertolking van tongen. 11 Doch dit alles werkt een en dezelf de Geest, die een ieder in het bijzonder toedeelt, gelijk Hij wil. In de verzen wordt uitgelegd waarom dat zo is. 1 Corinthiers 12 : Want gelijk het lichaam een is en vele leden heeft, en al de leden van he t lichaam, hoe vele ook, een lichaam vormen, zo ook Christus; 13 want door een Geest zijn wij allen tot een lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, het zij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met een Geest gedrenkt. 14 Want het lichaam bestaat toch ook niet uit een lid,maar uit vele leden. 15 Indien de voet zeggen zou : omdat ik niet de hand ben, behoor ik niet tot het lichaam, behoort hij daarom niet tot het lichaam? 16 En indien het oor zeggen zou: omdat ik niet het oog ben, behoor ik niet tot het lichaam, behoort het daarom niet tot het lichaam? 17 Als het lichaam geheel en al oog was, waar bleef het gehoor? Als het geheel en al gehoor was, waar bleef de reuk? 18 Nu heeft God echter de leden, elk in het bijzonder, hun plaats in het lichaam aangewezen, zoals Hij heeft gewild. 19 Indien zij alle een lid vormden, waar bleef het lichaam? 20 Maa r nu zijn er wel vele leden, doch slechts een lichaam. 21 En het oog kan niet zeggen tot de hand: ik heb u niet nodig, of ook het hoofd tot de voeten: ik heb u niet nodig. 22 Ja, veeleer zijn die leden van het lichaam, welke het zwakst schijnen, noodzakelijk, 23 en juist die delen van het lichaam, welke wij minder in ere houden, bekleden wij meer eervol, en onze minder edele leden worden met groter eer behandeld, 24 doch onze edele leden hebben dat niet nodig. God heeft evenwel het lichaam zo samengesteld,dat Hij meer eer gaf aan hetgeen misdeeld was, 25 opdat er geen verdeeldheid in het lichaam zou zijn, maar de leden gelijkelijk voor elkander zouden zorgen. 26 Als een lid lijdt, lijden alle leden mede, als een lid eer ontvangt, delen alle leden in de vreugde. 27 Gij nu zijt het lichaam van Christus en ieder voor zijn deel leden. 28 En God heef t sommigen aangesteld in de gemeente, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, verder krachten, daarna gaven van genezing, (bekwaamheid) om te helpen, om te besturen, en verscheidenheid van tongen. 29 Zijn zij soms allen apostelen? Allen profeten? Allen leraars? Allen krachten? Bij dit, mogen we beslist niet 1 Corinthiërs 14: 1 uit het oog verliezen waarin staat: 1 Corinthiërs 14:1 "Streeft naar de gaven des Geestes". Ieder lid in het lichaam is anders en functioneert ook anders. De bijbel zegt duidelijk dat het lichaam niet één en al oog zal zijn want als dat zo was, zou het lichaam niet kunnen horen en niet voelen en kunnen ruiken. (vers 17) Hetzelfde geldt voor het Lichaam van Jezus Christus, De Gemeente. - God deelt de gaven uit door Zijn Geest. 5

6 In vers 11 lezen we "dit alles werkt een en dezelfde Geest, die een ieder in het bijzonder toedeelt gelijk Hij wil". God geeft door zijn Heilige Geest de gaven aan de gelovige. Als het lichaam samenkomt werkt Gods Heilige Geest door de gelovigen, bij de één openbaart God die gave, bij de ander weer een andere gave. Belangrijk is dat we die gaven ontwikkelen en gebruiken tot welzijn van allen. - gegeven tot welzijn van allen. (vers 7) Dat betekent dat als we onze gaven niet ontwikkelen en gebruiken, we daarmee niet alleen onszelf tekort doen, maar bovendien het Lichaam van Christus. - naar de genade Gods. Er bestaat een nauwe relatie tussen geestelijke gaven en de genade Gods. Het gebruikelijke Griekse woord voor wat wij met 'geestelijke gave' aanduiden is 'charisma' en dat betekent genade. Verder zijn er ook andere woorden die in het Nieuwe Testament voor geestesgaven gebruikt worden zoals b.v. in: 1Corintiers 12: 1 "..uitingen des geestes.. ". In het Grieks staat er "pneumatikos". Een ander Grieks woord is: Efezieërs 4:7 " afzonderlijk is de genade gegeven ", betekent. wat " "domata" gave of geschenk" Wat is het nut van geestelijke gaven? Het nut van geestelijke gaven is: 1. God krijgt daardoor de gelegenheid jou meer en meer te gebruiken voor het doel dat Hij met je leven heeft. Wie zijn geestelijke gaven kent, ontwikkelt meestal ook een gezond christelijk zelfbewustzijn. Je weet dan dat je voor het 'Lichaam van Christus' belangrijk bent, ongeacht welke gaven je hebt. Daarin past geen valse nederigheid, zodat je niet meer te gebruiken bent! Nog erger is het als je de verantwoording van de gave niet op je wilt nemen, je zegt:" dat heb ik niet nodig". Dan is 'nederigheid' niets anders dan een dekmantel voor ongehoorzaamheid. 2. Niet alleen jij als individuele gelovige profiteert ervan maar de gehele gemeente, als jij je geestelijke gaven kent en gebruikt. Het gezamenlijke Lichaam komt zo tot rijpheid als de geestelijke gaven tot hun recht komen. Efezieërs 4: 16 En aan Hem ontleent het gehele lichaam als een welsluitend geheel en bijeengehouden door de dienst van al zijn geledingen naar de kracht, die elk lid op zijn wijze oefent, deze groei des lichaams, om zichzelf op te bouwen in de liefde". Wij zien hieraan dat er dus een relatie bestaat tussen geestesgaven en groei in de gemeente. 3. God wordt er door verheerlijkt als je inzicht hebt in de bedoeling die God heeft met de gaven die je hebt ontvangen. 1 Petrus 4:11 11 Spreekt iemand, laten het woorden zijn als van God; dient iemand, laat het zijn als uit krach t, door God verleend, opdat in alles God verheerlijkt worde door Jezus Christus, aan wie de heerlijkheid is en de kracht, in alle eeuwigheid! Amen. 6

7 Kunnen we gaven van talenten onderscheiden? Gaven kunnen we van talenten onderscheiden. Daarvoor gaan we na wat talenten en wat gaven zijn. Talenten zijn door God, bij de schepping, gegeven aan de mens. Zulke begaafdheden horen bij de persoonskenmerken van de mens en vormen in zekere zin zijn identiteit. Ze helpen hem o.a. te functioneren in deze maatschappij. Ze zijn er in verschillende variaties en gradaties. God wil dat de mens die talenten gebruikt en Hij zal ons ook ter verantwoording roepen daarvoor. Dit kunnen we lezen in de gelijkenis van de tien talenten. Mattheus 25: En de een gaf hij vijf talenten, een ander twee, een derde een, een ieder naar zijn bekwaamheid, en hij reisde buitenslands. 16 Terstond ging hij, die de vijf talenten ontvangen had, op weg, en hij deed er zaken mede en verdiende er vij f bij. 17 Evenzo verdiende hij, die de twee talenten had, er twee bij. 18 Maa r hij, die het ene talent ontvangen had, ging heen en groef een gat in de grond en verborg het geld van zijn heer. 19 En na lange tijd kwam de heer van die slaven en hield afrekening met hen. 20 En die de vijf talenten ontvangen had, trad toe en brach t nog vijf talenten bovendien, zeggende: Heer, vijf talenten hebt gij mij toevertrouwd: zie, ik heb er vijf talenten bij verdiend. 21 Zijn heer zeide tot hem. Wel gedaan, gij goede en getrouwe slaaf, over weinig zij t gij getrouw geweest,over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer. 22 Die met de twee talenten trad ook toe en zeide: Heer, twee talenten hebt gij mij toevertrouwd; zie, ik heb er twee talenten bij verdiend. 23 Zijn heer zeide tot hem: Wel gedaan, gij goede en getr ouwe slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer. 24 Nu kwam ook hij, die het ene talen t ontvangen had, en zeide: Heer, ik wist van u, dat gij een hard mens zijt, die maait, waar gij niet gezaaid heb t, en die bijeenbrengt van plaatsen, waar gij niet hebt uitgestrooid. 25 En ik was bevreesd en ben heengegaan en heb uw talent in de grond verborgen hier hebt gij het uwe. 26 En zijn heer antwoordde en zeide tot hem: Gij slechte en luie slaaf, wist gij, dat ik maai, waar ik niet gezaaid heb en bijeenbreng van plaatsen,waar ik niet heb uitgestrooid? 27 Dan hadt gij mijn geld aan de bankiers moeten geven en ik zou bij mijn komst mijn eigendom met rente opgevraagd hebben. 28 Neemt hem dan het talent af en geeft het aan hem, die de tien talenten heeft. 29 Wan t aan een ieder, die heeft, zal gegeven worden en hij zal overvloedig hebben. Maar wie niet heeft,ook wat hij heeft, zal hem ontnomen worden. Talenten hebben een blijvend karakter, ook al doe je er niets mee, ze blijven permanent aanwezig. Gaven zijn geestelijke begaafdheden, die alleen kunnen worden ontvangen door wederomgeboren christenen, bij hun doop in de Heilige Geest. Ze kunnen in het verlengde liggen van hun natuurlijke begaafdheden, maar in veel gevallen is dit niet het geval. Belangrijk is echter dat we ons realiseren dat God de gever is van zowel de natuurlijke als de geestelijke begaafdheden. Je ziet vaak dat de mens zonder God zijn natuurlijke begaafdheden los van God ontwikkelt en ze daardoor in zekere zin "misbruikt," gebruikt tot eigen eer en genoegen. Zowel de natuurlijke als de geestelijke begaafdheden moeten ontwikkeld worden, anders kun je er niets mee. Je weet dan eigenlijk niet eens of je die begaafdheid wel of niet bezit. Het kost discipline, inspanning en een verlangen hebben om, die bepaalde gave te ontwikkelen tot eer van God. Talenten Gaven * Natuurlijke begaafdheid * Geestelijke begaafdheid ontvangen bij de natuurlijke ontvangen bij de geestelijke geboorte geboorte om te functioneren als mens om te functioneren als christen door God gegeven moet ontwikkeld worden 7

8 Kunnen we de gaven van de Geest onderscheiden van de vrucht van de Geest? Wat met de vrucht van de Geest bedoeld wordt, staat in Galaten 5:22. Hier staat het woord vrucht in het enkelvoud d.w.z. alle in deze tekst genoemde begrippen liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid en zelfbeheersing zijn delen van de vrucht. Het is onjuist om deze begrippen aan te duiden als " gaven ". De vrucht van de Geest is een eerste vereiste voor effectieve werkingen van geestelijke gaven. Gaven zonder vrucht zijn waardeloos. De vrucht van de Geest is het normale gevolg van een gezond geestelijk groeiproces. Zowel bij de gaven als bij de vrucht gaat het om de opbouw van het Lichaam van Christus: 1 Corinthiërs 14:1 "Jaagt de liefde na en streeft naar de gaven des Geestes... " 1 Corinthiërs 14:12 "Zo moet ook gij, omdat gij naar geestelijke gaven streeft, trachten uit te munten tot stichting van de gemeente". Hoeveel gaven zijn er?. In de bijbel vinden we drie bijbelgedeelten waar gesproken wordt over de gaven n.l.: * 1 Corinthiërs 12:8-10, 28; * Romeinen 12:6:8; * Efezieërs 4: In deze bijbelgedeelten worden er 17 gaven met name genoemd. We willen ze hieronder in volgorde zoals ze in de gemeente gebruikt worden weergeven: * Tongentaal 1 Corinthiërs 12:10 Een door God gegeven vermogen wat men in staat stelt om met God in een andere taal te spreken die men nooit geleerd heeft. * Vertolking 1 Corinthiërs 12:10 De gave, die men in staat stelt om een boodschap, die een ander in tongen uitspreekt, in een taal die verstaan wordt, weer te geven. * Profetie 1 Corinthiërs 12:28 Het door God gegeven vermogen om een boodschap rechtstreeks van God door de Heilige Geest te ontvangen en door te geven aan de mensen. * Kennis 1Corinthiers 12:8 Het door God gegeven vermogen om informatie en ideeën, die belangrijk zijn voor de gemeente te ontdekken, verzamelen, analyseren en te formuleren, zodat ze gebruikt kunnen worden door anderen om de gemeente te onderwijzen. * Wijsheid 1Corinthiers 12:8 Het ontvangen van inzicht, hoe bepaalde kennis het best kan worden toegepast in bepaalde situaties binnen het Lichaam van Christus. 8

9 * Onderscheiden van Geesten 1 Corinthiers12-10 Een door God gegeven vermogen om van geesten met zekerheid te zeggen of een bepaald gedrag, waar- van men beweert dat het van God is, in werkelijkheid goddelijk, menselijk of duivels is. * Geloof 1 Corinthiërs 12-9 Een door God gegeven vermogen om met een buitengewoon vertrouwen de wil en bedoeling van God voor een speciaal stukje van Zijn werk te onderscheiden. * Genezing 1 Corinthiërs 12:9 Een door God gegeven vermogen om als menselijk werktuig te dienen, door wie God, zonder gebruik van natuurlijke middelen, ziekte geneest en gezondheid teruggeeft. * Wonderwerken 1 Corinthiërs 12:9 Een door God gegeven vermogen aan mensen, door wie God machtige daden tot stand brengt, die door hen die ze waarnemen, als een doorbreking van de natuurwet wordt beschouwd. * Helpen 1 Corinthiërs 12:28 Een door God gegeven vermogen om eigen talenten in dienst te stellen van andere gelovigen, zodat zij in staat gesteld worden hun gaven zinvoller te gebruiken. * Besturen 1Corinthiers 12:28 * Dienen Romeinen 12:7 * Onderwijzen Romeinen 12:7 * Vermaningen Romeinen 12:7 Een door God gegeven vermogen om doelen duidelijk op korte en lange termijn te zien en effectieve plannen te ontwikkelen en uit te voeren om deze doelen ook te bereiken. Een door God gegeven vermogen om te onderkennen welke zaken niet naar behoren functioneren en met gebruikmaking van de beschikbare middelen helpen in deze behoefte te voorzien. De gave om kennis over te brengen, die nodig is voor het gezond functioneren van de gemeente het lichaam van Jezus Christus. Een door God gegeven vermogen om woorden van troost, bemoediging en aansporing te spreken, zodat die ander verder verkwikking en geestelijke genezing ervaart. 9

10 * Meedelen Romeinen 12:8 * Leidinggeven Romeinen 12:8 Een door God gegeven vermogen, wat mensen in staat stelt om materiële zaken overvloedig en blijmoedig voor het werk van de Heer te geven, waarbij men eigen materiële zaken op het tweede plan zet. Een door God gegeven vermogen om mensen te mobiliseren en aan te zetten om in overeenstemming met Gods wil bepaalde doelen te bereiken. * Barmhartigheid bewijzen Romeinen 12:8 Een door God gegeven vermogen om oprechte bewogenheid te voelen voor mensen die lichamelijk, geestelijk of emotioneel lijden. Ze zetten deze bewogenheid om in praktische daden, die de liefde van Jezus Christus weerspiegelen. In Efezieërs 4:11-13 wordt er gesproken over: Apostelen, Profeten, Evangelisten, Herders Leraars. Sommige mensen noemen dit gaven anderen noemen dit bedieningen, die uitgeoefend worden door mensen met bepaalde gaven. Het feit dat we nergens in de bijbel een complete lijst vinden van alle gaven geeft ons de vrijheid om aan te nemen dat de bijbel niet geprobeerd heeft ons een complete lijst te geven en dat er mogelijk gaven zijn, die niet als zodanig zijn genoemd. Aan de andere kant moeten we oppassen dat we niet alle begaafdheden, die we in het leven van christenen zien, maar meteen geestelijke gaven noemen. Hoe ontdek ik mijn gaven? Het is natuurlijk geweldig dat we mogen weten dat er zoveel verschillende gaven zijn en dat we mogen weten dat we zelf die gaven ontvangen hebben. Maar hoe ontdek ik nu welke gave(n) ik heb en welke ik mag gebruiken in de gemeente? De moeilijkheid met geestelijke gaven is, dat ze net als natuurlijke gaven latent aanwezig zijn. Ze zijn er, maar omdat ze niet of nauwelijks zijn ontwikkeld, herken je ze nog niet. Er zijn echter een aantal stappen die we kunnen nemen op weg naar het ontdekken van onze gaven. a. Bestudeer de gaven * Door al de gaven in de bijbel te bestuderen. Welke gaven worden er genoemd, hoe functioneren ze in de eerste gemeente en hoe gebruikten individuele christenen deze in hun bediening. 10

11 * Door te kijken hoe deze gaven functioneren binnen het kader van je eigen gemeente en eventueel in andere gemeenten. Dan zul je ontdekken dat sommige gaven duidelijk functioneren, terwijl je van andere gaven nog niets terugvindt. De ervaring leert dat verschillende gemeenten verschillende accenten leggen t.a.v. het functioneren van de gaven. * Lees het boek en de bijbelstudie over de 'negen van de Heilige Geest'. * Praat met christenen waarbij je bepaalde gaven ziet functioneren en vraag hoe zij deze ontdekt hebben en ontwikkeld. Realiseer je dat God met een ieder van ons een unieke weg gaat, maar bepaalde overeenkomsten zijn er wel. * Wees er niet bang voor. Door verhalen, negatieve ervaringen en onkunde zijn er vrij veel christenen bang voor de gaven van de Heilige Geest. Als God jou een bepaalde gave wil geven, wie zijn wij dan om daar "nee" tegen te zeggen? b. Ga aan het werk met je gaven Geestelijke gaven ontdek je door verschillende dingen op verschillende terreinen te doen en te zien hoe God dat leidt en zegent, of juist niet zegent. Nu zijn er natuurlijk een aantal gaven, waar je niet mee kunt "experimenteren", zoals de gave van genezing, werking van krachten enz. Deze gaven zal God je op een duidelijke wijze moeten tonen. Maar met de meeste andere gaven kun je aan het werk gaan en zien wat er gebeurt. In plaats van je de vraag te stellen: 'Welke gave(n) heb ik?' kun je, je zelf de tegenovergestelde vraag stellen: 'Welke gave heb ik niet?' Elke gave, die je niet hebt, reduceert het aantal mogelijkheden. Bij het bezig zijn met de gaven kun je, je zelf verder de volgende vragen stellen: c. Hoe ervaar je het werken met bepaalde gaven? Wanneer God je bepaalde gaven heeft gegeven dan wil Hij ook dat we ons gelukkig voelen wanneer we met die gaven bezig zijn. Dat wil niet zeggen dat het allemaal vanzelf gaat en dat je dan geen frustraties of teleurstellingen kent, maar diep in je hart ervaar je zoiets als: dit is mijn plaats, dit doe ik het liefst. Bij het werken met andere gaven ervaar je na verloop van tijd: ik kan het wel, het werkt wel, maar toch is het niet mijn gave, toch is het niet datgene waar ik mijn hele hart in kan leggen. d. Wordt het gezegend en draagt het vrucht? Indien de gaven zijn gegeven tot opbouw van het "Lichaam van Christus;" dan zou het logisch zijn, als ik aan het werk ga met mijn gaven, dat andere leden er door gezegend worden en dat het ook vrucht draagt. Dit heeft tot gevolg dat daardoor mensen veranderen en meer op Jezus Christus gaan lijken? Dat is vrucht. e. Wordt het bevestigd door de gemeente, het Lichaam van Christus? Als je denkt, dat je een bepaalde gave hebt maar behalve jij denkt niemand anders in de gemeente er zo over - dan heb je je waarschijnlijk vergist. Gaven moeten bevestigd worden! Als andere leden, nadat we aan het werk zijn gegaan, zeggen: "laten we hem of haar vragen, want hij of zij heeft een duidelijke gave van, die zich bezig is te ontwikkelen." Samenvattend kunnen we zeggen dat God we één of meerdere gaven bij onze doop in de Heilige Geest geeft, dat we de gaven als we groeit naar geestelijke volwassenheid ontdekken en dat we de rest van ons leven nodig hebben deze gaven te ontwikkelen. Hierbij zullen wij ervaren dat naarmate we ouder worden, God soms gaven toevoegt aan diegene, die wij reeds hebben ontwikkeld. 11

12 12