Een geïntegreerd project van oppervlakteberging in Dessel voor het Belgisch laag en middelactief kortlevend afval

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een geïntegreerd project van oppervlakteberging in Dessel voor het Belgisch laag en middelactief kortlevend afval"

Transcriptie

1 Imagine the result Een geïntegreerd project van oppervlakteberging in Dessel voor het Belgisch laag en middelactief kortlevend afval PlanMER inrichtingsvoorstel noordelijke nucleaire zone : Niet technische samenvatting NIRAS Projectnummer 22/ December 2011

2 2/62 22/ OPDRACHTGEVER NIRAS Kunstlaan Brussel Contactpersoon: Arne Berckmans Tel.: 02/ Fax: 02/ PROJECTOMSCHRIJVING Een geïntegreerd project van oppervlakteberging in Dessel voor het Belgisch laag& en middelactief kortlevend afval Plan&MER inrichtingsvoorstel noordelijke nucleaire zone: Niet& technische samenvatting OPDRACHTNEMER ARCADIS Belgium nv Posthofbrug Berchem BTW BE RPR ANTWERPEN ING IBAN BE BIC BBRUBEBB Contactpersoon Telefoon Telefax E&mail Website Kathleen Nysten k.nysten@arcadisbelgium.be

3 3/62 22/ NIETTECHNISCHE SAMENVATTING 1 Inleiding NIRAS, de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen, is verantwoordelijk voor het beheer van het radioactief afval in België. Op 23 juni 2006 besliste de federale regering dat een deel van dit afval, het laag( en middelactief kortlevend afval of categorie A(afval, in een oppervlaktebergingsinstallatie kan geborgen worden op het grondgebied van de gemeente Dessel (provincie Antwerpen). De site bevindt zich vlak bij de grens met de gemeente Mol. Deze regeringsbeslissing was het gevolg van een lang voortraject waarin NIRAS de klassieke ingenieursbenadering gekoppeld heeft aan een participatie( en overlegmodel met de inwoners van de gemeenten waar een bergingsinstallatie zou kunnen komen. In Dessel werd hiertoe STOLA (thans STORA) opgericht, een partnerschap tussen NIRAS en de gemeente Dessel. Mol was ook bereid om de mogelijkheid van een berging en de daaraan verbonden voorwaarden te bestuderen. In deze gemeente werd het partnerschap MONA opgericht. Het partnerschap STOLA heeft samen met NIRAS een geïntegreerd voorontwerp van bergingsproject ontwikkeld: een bergingsinstallatie gekoppeld aan een geheel van bijhorende voorwaarden die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De voorwaarden hebben betrekking op veiligheid, milieu, gezondheid, controle, maatschappelijke meerwaardeprojecten en blijvende inspraak voor de huidige en toekomstige generaties. De berging kan er enkel komen indien de voorwaarden van het partnerschap op voldoende wijze ingevuld zijn. Ook het partnerschap MONA heeft, eveneens in samenwerking met NIRAS, een voorontwerp met bijhorende voorwaarden uitgewerkt. De uiteindelijke keuze voor de inplanting van de site is op Dessel gevallen, maar aangezien de bergingssite zich vlak bij de grens met de gemeente Mol bevindt, moet bij de uitwerking van het project ook rekening gehouden worden met de voorwaarden van het partnerschap MONA. 2 Waarom een planmer? De aanleiding voor het opstellen van dit plan(mer is de wens van NIRAS, STORA, MONA en de gemeenten Dessel en Mol om verschillende onderdelen van het bergingsproject in te planten of te realiseren in de nucleaire zone ten noorden van het kanaal Bocholt(Herentals, terwijl de invulling van een aantal van deze onderdelen niet strookt met de huidige gewestplan( bestemming als gebied voor de vestiging van kerninstallaties. De projectonderdelen die in de nucleaire zone moeten ingeplant worden, zijn de volgende: bergingsmodules voor de berging van radioactief afval van categorie A; een installatie voor de productie van monolieten (IPM), de verpakking van het radioactief afval; een caissonfabriek waarin caissons (betonnen kisten) worden aangemaakt, een basisonderdeel van de monolieten. Deze fabriek zal ook gebruikt kunnen worden voor andere doeleinden die niet noodzakelijk binnen de nucleaire sector vallen, maar de hoofdactiviteit blijft de productie van caissons voor de bergingsinstallatie; een kade voor de aanvoer van materialen; proefopstellingen: proefafdekking, zettingsproef, demonstratieproef randfaciliteiten (o.a. wegenis, nutsvoorzieningen, controlezaal, );

4 4/62 22/ een communicatiecentrum dat drie componenten zal omvatten die complementair zijn en fysisch geïntegreerd zullen worden: ( een contact( en onthaalcentrum; ( een themapark rond radioactiviteit; ( een digitaal en interactief netwerk een uitbreiding van de KMO(zone Stenehei in oostelijke richting met ca. 10,4 ha. De inplanting van de bergingsmodules, de IPM en de proefopstellingen is perfect mogelijk binnen de huidige bestemming aangezien het om nucleaire installaties gaat of installaties die specifiek in functie van de nucleaire installaties voorzien worden. Ook voor de kade stelt zich geen probleem. Zolang de productie van caissons voor de berging de hoofdactiviteit (> 50%) uitmaakt van de productie in de caissonfabriek is ook hiervoor geen bestemmingswijziging noodzakelijk. Voor het communicatiecentrum en de uitbreiding van de KMO(zone Stenehei is wel een bestemmingswijziging nodig. Dit gebeurt door middel van een ruimtelijk uitvoeringsplan of afgekort RUP. Ter ondersteuning van de opmaak van de RUP s werd er voor geopteerd om een visie te ontwikkelen voor de inrichting van de volledige nucleaire zone ten noorden van het kanaal Bocholt(Herentals 1 en de milieu(impact hiervan te bekijken in een plan(mer. Indien nodig zal het plan bijgestuurd worden op basis van de resultaten van het plan(mer. De Afdeling Ruimtelijke Planning (ARP) van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed (RWO) zal het initiatief nemen voor de opmaak van het RUP voor het communicatiecentrum. De uitbreiding van Stenehei met ca. 10,4 ha in oostelijke richting wordt al door de Provincie Antwerpen bekeken in het kader van de afbakening van het kleinstedelijk gebied Mol en de provincie zal hiervoor een RUP opmaken. Aangezien de uitbreiding van Stenehei één van de voorwaarden is voor de realisatie van het geïntegreerd bergingsproject, wordt dit projectonderdeel ook in dit plan(mer opgenomen. Beide procedures worden via overleg met de provincie op elkaar afgestemd. 3 Doel van het planmer In een plan(mer wordt de milieu(impact van een plan bestudeerd. Hierbij dient het milieu zeer ruim begrepen te worden en omvat dit de bodem, het (grond( en oppervlakte)water, de natuur, landschappen, monumenten en archeologie, het geluidsklimaat, de luchtkwaliteit en de mens. Voor de mens worden mobiliteits(, socio(organisatorische en ruimtelijke aspecten bekeken evenals de leefkwaliteit en gezondheid. Indien er belangrijke negatieve milieueffecten verwacht worden, kunnen milderende maatregelen voorgesteld worden om deze effecten te voorkomen of te beperken. Wanneer een plan(mer wordt opgemaakt als milieubeoordeling voor de opmaak van een RUP, dient in dit RUP rekening gehouden te worden met de milderende maatregelen die in het plan( MER worden voorgesteld. Concreet kan dit bvb. betekenen dat er in een industriezone geen bedrijven toegelaten worden die veel verkeer genereren of dat activiteiten die veel geluid produceren zo ver mogelijk van bewoning moeten ingeplant worden. 1 Doorheen de tekst zal regelmatig naar de nucleaire zone op het grondgebied van Dessel en Mol ten noorden van het kanaal Bocholt(Herentals verwezen worden met de term noordelijke nucleaire zone

5 5/62 22/ Procedure voor het opstellen en goedkeuren van een planmer De procedure voor het opstellen van een plan(mer start met de opmaak van een kennisgeving. In de kennisgeving wordt het plan voorgesteld en wordt beschreven welke milieueffecten onderzocht zullen worden en hoe deze effecten beschreven en beoordeeld zullen worden. De kennisgeving wordt voor advies overgemaakt aan verschillende overheidsinstanties en wordt gedurende ongeveer 30 dagen ter inzage gelegd van het publiek. Iedereen die dit wenst kan de kennisgeving raadplegen en zijn opmerkingen of bekommernissen aan de dienst Mer (de overheid die toezicht houdt op de MER(procedure en de inhoud van het Mer) bezorgen. Op basis van de adviezen en opmerkingen worden door de Dienst Mer richtlijnen geformuleerd voor de opstelling van het MER. Een team van erkende MER(deskundigen stelt vervolgens het MER op onder leiding van een MER(coördinator. Het ontwerp(mer wordt opnieuw ter advies voorgelegd aan de eerder geconsulteerde overheidsinstanties. Op basis van de opmerkingen op het ontwerp(mer wordt een definitieve versie van het MER opgemaakt die ter goedkeuring wordt ingediend bij de Dienst Mer. Pas nadat er een goedgekeurd Mer beschikbaar is, kan de procedure voor de opmaak van het RUP officieel opgestart worden. In het RUP moet rekening gehouden worden met de resultaten van het plan(mer. De berging en de IPM zijn nucleaire installaties die zowel een radiologische als een niet( radiologische impact kunnen hebben. In dit plan(mer werden dan ook zowel de niet( radiologische als de radiologische effecten behandeld. De radiologische impact valt binnen de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) en zal door deze instantie beoordeeld worden. De beoordeling van de de niet(radiologische impact is een Vlaamse bevoegdheid. Voor de beschrijving van de mogelijke radiologische impact van het voorgestelde plan werden specifieke richtlijnen opgesteld door het FANC, aangezien de Dienst Mer in deze geen bevoegheid heeft. 5 Een geïntegreerd project van oppervlakteberging in Dessel voor het laag en middelactief kortlevend afval Het geïntegreerd project van oppervlakteberging in Dessel voor het laag( en middelactief kortlevend afval, kortweg het cat(project, biedt een oplossing voor een gevoelig maatschappelijk probleem, namelijk het lange termijnbeheer van het categorie A(afval in België. Het bergingsproject wordt geïntegreerd genoemd omdat de bergingsinstallatie voor radioactief afval onlosmakelijk wordt verbonden met een geheel van projecten die een duurzame meerwaarde zullen creëren voor de lokale leefgemeenschap van de gemeenten Dessel en Mol en van de ruimere regio. Zeker het communicatiecentrum (zie verder) wordt als een essentiële meerwaarde beschouwd. Het centrum wordt immers de referentie en het knooppunt voor alle nucleaire informatie en is tegelijk een ontmoetingsplaats voor de lokale bevolking Deze meerwaarde wordt gerechtvaardigd door het feit dat deze gemeenten, en in het bijzonder de bevolking van Dessel, door het aanvaarden van de aanwezigheid van een bergingsinstallatie op hun grondgebied, een oplossing mogelijk maken voor het lange termijnbeheer van het categorie A(afval. Op die manier bewijzen deze gemeenten, die nu maar ook in de toekomst psychologisch belast worden door de aanwezigheid van de bergingsinstallatie, een belangrijke dienst aan de Belgische bevolking. Het louter bergen van radioactief afval betekent een hypotheek zonder veel rechtstreekse baten voor de lokale gemeenschap. Door de aard van het afval wordt voor een zeer lange termijn beslag gelegd op terreinen die zouden kunnen gebruikt worden voor andere maatschappelijk nuttige bestemmingen. Daarnaast heeft een oppervlakteberging een sterke visuele impact op

6 6/62 22/ de omgeving. Bovendien zullen meerdere generaties geconfronteerd worden met de extra belasting die de site met zich meebrengt. Om tot een duurzame oplossing te komen, wordt daarom gestreefd naar een zo groot mogelijke integratie van het bergingsproject in de lokale gemeenschap. Diverse projectonderdelen van sociaaleconomische, sociaal(culturele, ecologische en bestuurlijke aard moeten het bergingsproject de nodige meerwaarde bieden, opdat het geïntegreerd project een positieve impact op haar omgeving kan genereren, voor de huidige en toekomstige generaties. Het geïntegreerd bergingsproject stelt zich dan ook tot doel een veilige bergingsoplossing uit te werken voor het categorie A(afval, gecombineerd met het creëren van meerwaarde voor de lokale leefgemeenschap van Dessel en Mol en van de ruimere regio. Het cat(project kan geschematiseerd worden door een puzzel die uit verschillende stukken bestaat die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn Bergingsconcept en veiligheid Dit onderdeel omvat de uitwerking van het bergingsconcept, de dakstructuur van de installatie, de monolieten, de installatie voor de productie van monolieten, de eindafdekking, diverse bijgebouwen, enz. Veiligheid is hier de absolute prioriteit. Lokaal fonds Het lokaal fonds zal inspelen op de veranderende noden van de samenleving. Het fonds moet in de toekomst projecten ondersteunen of realiseren die de kwaliteit van de leef(, woon( en werkomgeving verbeteren. Inspraak en participatie De inspraak en participatie in de uitwerking van het cat(project worden ingevuld door de partnerschappen STORA (Dessel) en MONA (Mol). Ook op de langere termijn zullen inspraak en participatie gegarandeerd blijven. Ruimtelijke ordening en mobiliteit Het cat(project voorziet de inplanting van enkele niet(nucleaire projecten in de noordelijke nucleaire zone van Mol Dessel (communicatiecentrum, uitbreiding KMO(zone). Daarvoor is een

7 7/62 22/ herziening van het gewestplan noodzakelijk. Er zal ook onderzocht worden hoe de mobiliteit geoptimaliseerd kan worden. Tewerkstelling en behoud van nucleaire knowhow Het behoud van de nucleaire kennis in de regio staat centraal. Daarvoor kan er een uitgebreid kenniscentrum en netwerk voor het beheer van radioactief afval uitgebouwd worden. Bij de constructie en de exploitatie van de bergingsinstallatie zal gestreefd worden naar maximale lokale tewerkstelling. Controle van veiligheid, milieu en gezondheid Er zal een monitoring( en toezichtprogramma voor de bergingsinstallatie opgezet worden. Als meerwaarde voor de lokale bevolking, dus volledig los van de controle van veiligheid e.d., wordt een proefproject rond biomonitoring opgezet. Communicatiecentrum Het centrum wordt het knooppunt voor alle nucleaire informatie in de streek en een ontmoetingsplaats voor de lokale bevolking. Het bestaat uit drie delen: een contact( en onthaalcentrum in verband met het nucleaire; een digitaal en interactief netwerk voor informatie over en communicatie met de nucleaire sector; een themapark over het beheer van het radioactieve afval en de context ervan; dit wordt een toeristisch en educatief doecentrum voor jong en oud. 6 Situering van het plan Het cat(project zal gerealiseerd worden op het grondgebied van Dessel en Mol, juist ten noorden van het kanaal Bocholt(Herentals (zie Kaart 1, Kaart 2 en Kaart 3). Op het gewestplan is deze zone bijna volledig aangeduid als gebied voor de vestiging van kerninstallaties of kortweg nucleaire zone. Het plangebied situeert zich op de grens van de gemeenten Dessel en Mol, in de Antwerpse zuiderkempen. Dessel ligt op ongeveer 60 km ten oosten van Antwerpen en op 15 km ten zuidoosten van Turnhout. De buurgemeenten van Dessel zijn Retie (noorden en westen) en Mol (zuiden en oosten). De bergingssite ligt in het zuidwesten van Dessel, ten oosten van de N118 Geel(Retie die de gemeentegrens tussen Dessel en Retie vormt. Naast de KMO(zone Stenehei, zijn er binnen het plangebied nog 4 bedrijven met nucleaire activiteiten gevestigd. De kantoren van het NIRAS projectteam te Dessel bevinden zich net buiten het bedrijfsterrein van Belgoprocesss. Hier bevindt zich ook Isotopolis, een informatiecentrum over radioactieve afvalstoffen dat door NIRAS en Belgoprocesss werd ingericht en dat jaarlijks ongeveer bezoekers (vnl. scholen en verenigingen) ontvangt. Isotopolis is een besloten centrum dat enkel op afspraak bezocht kan worden. De kern van Dessel ligt op ongeveer 1 km ten noordoosten van het plangebied. Ten oosten van het plangebied ligt een ontginningsgebied waar door Sibelco een zandontginning wordt geëxploiteerd. De zuidoostelijke grens van het plangebied wordt gevormd door het kanaal Bocholt(Herentals. Ten zuiden hiervan loopt de nucleaire zone verder op het grondgebied van Mol en Geel. Binnen deze zone zijn o.a. het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) en de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) gevestigd.

8 Kaart 1: Topografische kaart 8/62 22/000994

9 Kaart 2: Luchtfoto 9/62 22/000994

10 10/62 Kaart 3: Gewestplan 22/000994

11 11/62 22/ Beschrijving van het plan Het plan omvat de volgende planonderdelen, die allemaal in de nucleaire zone ten noorden van het kanaal BocholtHerentals zullen ingeplant worden 1. Bergingsmodules 2. IPM installatie voor de productie van monolieten 3. Caissonfabriek 4. Kade 5. Proefopstellingen: proefafdekking, zettingsproef, demonstratieproef 6. Communicatiecentrum 7. Uitbreiding Stenehei De locatie van deze planonderdelen is terug te vinden op onderstaande figuren. Voor het communicatiecentrum en de uitbreiding van de KMOzone is een bestemmingswijziging nodig. Figuur 1: Schematische voorstelling inrichtingsvoorstel noordelijke nucleaire zone ) de bergingsmodules 2) de kade 3) de caissonfabriek 4) de IPM 5) het communicatiecentrum en de proefopstellingen 6) uitbreiding KMOzone Figuur 2: Inplanting planonderdelen

12 12/62 22/ Bergingsmodules Bij oppervlakteberging als lange termijnoplossing wordt het afval via een systeem van verschillende barrières geïmmobiliseerd en ingesloten. Gedurende 350 jaar wordt actief toezicht en controle toegepast om te beletten dat personen met opzet of onvrijwillig de site betreden en in contact zouden kunnen komen met het afval. De oppervlaktebergingsinstallatie beschermt mens en milieu tot het niveau van de radioactiviteit in de bergingsinstallatie zodanig gedaald dat de impact op de omgeving nog maar een fractie van de natuurlijke achtergrondstraling bedraagt.. Het categorie Aafval wordt, al dan niet eerst verpakt in stalen vaten van 400 liter, in een betonnen kist of caisson geplaatst en opgevuld met mortel. Het geheel wordt monoliet genoemd. De monolieten met het afval worden in grote betonnen modules of bunkers geplaatst. Figuur 3: Schema van de bergingscyclus In eerste instantie zullen 20 modules gebouwd worden in twee rijen van 10. Nadien komen daar nog 14 modules bij, in twee rijen van 7. De modules meten 25 bij 27 meter en zijn 11 meter hoog. Over de modules komt een vast dak (hoogte 27 m). Wanneer alle modules gevuld zijn, kan men het dak vervangen door een eindafdekking. Uiteindelijk zullen er twee heuvels, of tumuli, overblijven met een hoogte van ongeveer 20 meter. De bergingsinstallatie is voorzien ten zuiden van de Europalaan, aansluitend bij de gebouwen van Belgoprocesss en nabij het kanaal BocholtHerentals. Daardoor kunnen grondstoffen per schip aangevoerd worden. De eerste fase van 20 modules neemt een oppervlakte in van 1,76 ha en is (incl. dakstructuur) ongeveer 27 meter hoog. Na afdekking neemt deze oppervlakte toe tot 8,37 ha. De afgedekte modules of tumuli zullen 20 meter hoog zijn. De tweede reeks modules neemt aanvankelijk een oppervlakte in van ca. 1,2 ha die na afdekking toeneemt tot ca. 6,5 ha. Alles samen zal de bergingsinstallatie met de randinfrastructuur ongeveer 25 hectare in beslag nemen.

13 13/62 22/ Figuur 4: Bergingsmodules Figuur 5: Tumuli (na eindafdekking) 7.2 IPM Installatie voor de productie van monolieten In de IPM zal het afval in een caisson (betonnen kist) geplaatst worden. De caisson wordt dan opgevuld met mortel, om een betonnen monoliet te bekomen. De monolieten worden hier ook opgeslagen totdat ze naar de bergingsmodules overgebracht worden. De IPM wordt ingeplant op het terrein van Belgoprocesss, aansluitend bij de opslaggebouwen van Belgoprocesss en de caissonfabriek. De IPM zal een oppervlakte innemen van ca. 0,65 ha en zal ca. 14 m hoog zijn. Figuur 6: IPM 7.3 Caissonfabriek Caissons zijn de betonnen kisten waarin het radioactieve afval verpakt zal worden. De caissons zullen geproduceerd worden in een fabriek vlak bij de kade, om gebruik te kunnen maken van watertransport voor de aanvoer van grondstoffen. Naast de fabriek komt een terrein voor de opslag van bulkmaterialen en afgewerkte betonproducten. NIRAS zal ook onderzoeken of hier productieactiviteiten ontwikkeld kunnen worden die geen verband houden met de berging. Dit zou de lokale tewerkstelling immers bevorderen en zorgen voor economische optimalisatie. Voor de fabriek zelf is een oppervlakte van ca. 0,3 ha nodig. Voor de opslag van materialen wordt een terrein voorzien van ca. 0,12 ha.

14 14/62 22/ Kade Figuur 7: Caissonfabriek Door een nieuwe kade aan het kanaal BocholtHerentals zullen bouwmaterialen en grondstoffen per schip aangevoerd kunnen worden. De kade is voorzien tussen sas V en sas VI, ter hoogte van de verbreding van het kanaal. De kade wordt op gelijkgronds niveau gebouwd en zal ongeveer 120 meter lang zijn. Op die manier wordt de aanleg van gekoppelde schepen mogelijk. Met inbegrip van de overslag van goederen wordt voor de kade een oppervlakte van ca. 0,85 ha voorzien. Via de kade krijgt ook de nabijgelegen KMOzone aansluiting op het kanaal. De kade zou mogelijk ook een toeristische functie kunnen krijgen (pleziervaart), maar dit dient nog verder uitgeklaard te worden met NV De Scheepvaart. Figuur 8: Kade Voor de ontsluiting van de kade en de caissonfabriek opteert NIRAS ervoor om een verbindingsweg te voorzien tussen de kade/caissonfabriek en de Europalaan (zie Figuur 16). De Europalaan sluit rechtstreeks aan op de N118. De verbindingsweg zal net buiten de draad rond de bergingsinstallatie aangelegd worden. Voor de vele fietsers langs het kanaal is een speciale doorgang voorzien via een tunneltje onder de ontsluitingsweg. 7.5 Proefopstellingen Het project omvat ook de bouw van drie proefopstellingen: een proefafdekking, een zettingsproef en een demonstratieproef.

15 15/62 22/ Proefafdekking Om voldoende vertrouwen en kennis op te bouwen in de technische aspecten en in het gedrag van de afdekking die uiteindelijk over de bergingsinstallatie zal aangebracht worden, zal een proefafdekking gebouwd worden, een simulatie van de eindafdekking op grote schaal. De proefafdekking wordt aansluitend bij het communicatiecentrum voorzien aangezien dit projectonderdeel ook een belangrijke communicatieve en informatieve functie kan vervullen. De proefafdekking heeft drie doelstellingen: de technische haalbaarheid aantonen van de bouw en het toezicht van complexe afdeksystemen; de performantie van de eindafdekking op lange termijn (meerdere decennia) opvolgen: zowel het hydraulische gedrag, als processen zoals zetting en erosie worden bestudeerd aan de hand van staalnames en metingen; het brede publiek laten kennis maken met het finale uitzicht van de bergingsinstallatie. De proefafdekking zal 40 bij 60 meter (ca. 0,2 ha) zijn met een hoogte van 6 à 7 meter. Figuur 9: Ontwerp proefafdekking Zettingsproef Het zettingsgedrag van de ondergrond, een zeer belangrijk aspect in het kader van de veiligheidsstudies, wordt rechtstreeks gemeten aan de hand van een grondophoging. De zettingsproef werd opgestart in Voor deze proef werd een grondophoging aangebracht op de locatie waar de IPM zal gebouwd worden. De zetting in de ondergrond wordt gedurende minstens zes maanden gemeten en moet beëindigd zijn voor gestart wordt met de bouw van de IPM. Het bovenvlak van de ophoging heeft ongeveer de afmetingen van een bergingsmodule, onderaan neemt de ophoging een oppervlakte van 60 bij 60 meter in beslag. De hoogte van de proef is 20 meter. Na de proef zal het ophoogmateriaal blijven liggen. Het zal achteraf gebruikt worden voor het ophogen van het IPMgebouw en andere constructies van de bergingssite. Figuur 10: Zettingsproef Demonstratieproef In de demonstratieproef worden verschillende bouwstenen van de bergingsmodules nagebouwd: de afwateringslaag onderaan, de ophoging met zand en cement, de

16 16/62 22/ funderingsplaat, kolommen en bovenste vloerplaat die samen de inspectieruimte vormen, een deel van de muren van de modules en de de inspectiegalerij. De demonstratieproef heeft tot doel om de bouwtechnieken en de fasering uit te testen, een aantal constructieparameters te testen en op te volgen (draagvermogen, betonuitharding en krimp, scheurvorming, ), het verdere detailontwerp te onderbouwen en de onderdelen van de bergingsinstallatie zichtbaar te maken aan bezoekers. De demonstratieproef zal normaal gezien in 2011 opgestart worden. De demonstratieproef zal in totaal een oppervlakte van ongeveer 20 bij 25 meter innemen, met een hoogte van 8 meter. Ze zal ingeplant worden tussen het communicatiecentrum en de site van Belgoprocesss. Zo kan de proefopstelling in de toekomst deel uitmaken van de rondleidingen. Figuur 11: Demonstratieproef 7.6 Communicatiecentrum Het communicatiecentrum moet invulling geven aan de behoefte van de inwoners van de Kempense gemeenten naar meer informatie over de nucleaire activiteiten. Het communicatiecentrum zal drie componenten bevatten, die complementair zijn en fysiek geïntegreerd worden: een contact en onthaalcentrum, een themapark en een digitaal en interactief netwerk. De infrastructuur van het communicatiecentrum wordt flexibel opgevat, zodat delen ervan ook gebruikt kunnen worden voor intitiatieven vanuit de bevolking van Dessel en omgeving. Het communicatiecentrum is een belangrijke randvoorwaarde voor de realisatie van het bergingsproject. Met de partnerschappen werd overeengekomen dat op het moment dat de berging in 2016 in exploitatie gaat, er ook moet kunnen gecommuniceerd worden over het project. Dit betekent dat het communicatiecentrum tegen dan operationeel moet zijn. De plannen voor het communicatiecentrum zijn dus onderhevig aan een strikte timing. Contact en onthaalcentrum Het contact en onthaalcentrum zal het aanspreekpunt zijn voor alle nucleaire aangelegenheden. Hier zal aan de bezoekers adequate, objectieve informatie worden verstrekt, zowel over de nucleaire activiteiten als over veiligheidsplannen, meetresultaten, transporten enzovoort. Themapark Het themapark zal op een attractieve manier kennis overdragen over het beheer van radioactief afval en zijn bredere context. Het themapark richt zich tot een ruim en gediversifieerd publiek van ondermeer schoolgroepen, gezinnen en allerlei groeperingen. Ook verenigingen en bedrijven zullen er terechtkunnen.

17 17/62 22/ Digitaal en interactief netwerk Een digitaal en interactief netwerk zal op een eigentijdse manier een bijkomend antwoord geven op de nood aan meer vertrouwenwekkende informatie, dialoog en transparantie van en met de nucleaire sector. Door de informatie op dit netwerk krijgen de inwoners via tv en een website de mogelijkheid om een antwoord te zoeken op hun vragen en om hun opmerkingen door te geven, zonder zich naar het contactcentrum te moeten begeven. Multifunctionele voorzieningen gebundelde op een centrumplein Heel wat voorzieningen in het communicatiecentrum zijn multifunctioneel: een ontvangstbalie, zowel voor het contact en onthaalcentrum als voor het themapark, een multifunctionele zaal voor diverse doeleinden (350 zitplaatsen/900 staanplaatsen), kleinere lokalen voor workshops, vergaderingen en ontvangst van groepen, een horecagelegenheid enz. Dit soort voorzieningen zal worden samengebracht op een (overdekt) centrumplein. Locatie De inplanting van het communicatiecentrum is voorzien in de noordoostelijke hoek van de nucleaire zone, ter hoogte van de aansluiting van de Gravenstraat met de Kastelsedijk. Deze zone ligt in de nabijheid van de bergingsinstallatie maar ook niet ver van de kern van Dessel. De zone moet herbestemd worden om de inplanting van het communicatiecentrum mogelijk te maken. Deze locatiekeuze vloeit voort uit de wens van het partnerschap STOLA om het communicatiecentrum zowel te laten functioneren voor de nucleaire bedrijvenzone als voor de Desselse gemeenschap. Buitenomgeving Om van het communicatiecentrum een aantrekkingspunt te maken, zal ook de buitenomgeving op een attractieve, functionele wijze ingericht worden. De inplanting zal passen in deze groene buurt, die een rijke fauna en flora heeft. Vóór het communicatiecentrum komt een aantrekkelijk voorplein. Aan de noordwestzijde van het communicatiecentrum bevinden zich een terras en een picknickweide. In deze weide komen enkele interactieve buitenopstellingen. De picknickweide kan ook dienstdoen als buitenruimte bij de multifunctionele zaal. Aansluitend daarop komt een weide voor kleine evenementen van 3,3 ha. Het grootste deel van de tijd kan deze weide eventueel begraasd worden door vee. Tussen de Gravenstraat en het voorplein zou een eerste parkeerterrein worden aangelegd. Deze parkeergelegenheid is uitbreidbaar met een tweede zone ten noorden daarvan, die halfverhard is. Als deze tweede zone niet gebruikt wordt, gaat ze op in de groene rand langs de Gravenstraat. Het communicatiecentrum in zijn geheel zal een brutovloeroppervlakte hebben van ongeveer m². Samen met de picknickweide, de weide voor kleine evenementen (3,3 ha) en de parkings betekent dit een totale oppervlakte van ca, 5,5 ha. Het communicatiecentrum zal ten vroegste in 2016 de deuren openen en mikt op bezoekers per jaar. Het communicatiecentrum zal ontsloten worden via de Gravenstraat en de Kastelsedijk die aansluiting geeft op de N118.

18 18/62 22/ Figuur 12: Concept inrichtingsplan communicatiecentrum (BUUR, 2008) Figuur 13: Sfeerbeeld communicatiecentrum (BUUR, 2008) De effectieve invulling van de activiteiten en/of evenementen die in en rond het communicatiecentrum zullen plaatsvinden zijn op heden nog niet bekend. Hierna worden de scenario s beschreven die gebruikt werden als basis voor de effectbeoordeling van dit planonderdeel. Het themapark zal in principe enkel overdag open zijn, behalve zeer sporadisch voor specifieke evenementen. De normale openingsuren zullen zich tussen 9u. en 18u. situeren. Het geambieerd bezoekersaantal werd vastgelegd op per jaar. De nodige vloeroppervlaktes werden bepaald op basis van een gemiddelde van 150 bezoekers per dag, in de veronderstelling dat het communicatiecentrum 265 dagen per jaar geopend is. Piekbelastingen doen zich voor bij evenementen in de multifunctionele zaal of op de weide voor kleine evenementen. Dergelijke evenementen kunnen zowel overdag als s avonds

19 19/62 22/ plaatsvinden. Er word van uit gegaan dat er niet tegelijkertijd zowel een evenement in de multifunctionele zaal zal plaatsvinden als op de evenementenweide. De multifunctionele zaal heeft een capaciteit van 350 zitplaatsen of 900 staanplaatsen. De evenementenweide zal ca. 3,3 ha groot zijn. Voor het maximum aantal bezoekers voor evenementen wordt uitgegaan van het inwonersaantal van Dessel (bijna ) en afgerond naar om rekening te houden met de bevolkingsaangroei in de komende jaren. De multifunctionele zaal wordt zo polyvalent mogelijk opgevat, zodat hij voor heel verschillende activiteiten gebruikt kan worden: beurzen, toneelvoorstellingen, concerten, fuiven, recepties, lezingen en colloquia. De weide voor kleine evenementen kan ook voor heel uiteenlopende evenementen gebruikt worden. Voor de impactbepaling wordt er van uitgegaan dat hier ook (tent)fuiven en concerten kunnen georganiseerd worden. s Avonds zal het themapark gesloten zijn, maar kunnen de multifunctionele zaal en de evenementenweide wel opengesteld worden voor activiteiten. De multifunctionele zaal en de evenementenwei kunnen dus zowel overdag als s avonds gebruikt worden, zowel in de week als tijdens het weekend. Met betrekking tot mogelijke hinder naar de omgeving zijn vooral de bezoekersaantallen en de aard van de activiteiten van belang. Concerten of fuiven, vooral wanneer deze plaatsvinden op de evenementenweide, zullen de grootse hinder veroorzaken. De volgende scenario s worden bekeken: Overdag (tss. 9u en 18u.) Scenario 1: Gemiddeld aantal bezoekers themapark (150) geen andere activiteiten Scenario 2: 150 bezoekers themapark bezoekers multifunctionele zaal (zitplaatsen) Scenario 3: 150 bezoekers themapark bezoekers multifunctionele zaal (staanplaatsen) Scenario 4: 150 bezoekers themapark + max bezoekers weide kleine evenementen (enkel tijdens het weekend en slechts enkele keren per jaar) s Avonds (na 18u): Scenario 5: Activiteit multifunctionele zaal met zitplaatsen (350 personen) Scenario 6: Concert multifunctionele zaal staanplaatsen (900 personen) Scenario 7: Concert/fuif weide voor kleine evenementen (max personen) (enkel tijdens het weekend en slechts enkele keren per jaar) 7.7 Uitbreiding KMO8zone Stenehei De KMOzone Stenehei wordt wellicht in oostelijke richting uitgebreid met ca. 10,4 hectare. Zo zouden onbenutte gronden met nucleaire bestemming omgezet worden naar KMOgronden. De Provincie Antwerpen maakt hiervoor het RUP op. 2 Op 01/01/2010 telde Dessel inwoners, dit aantal was eind december 2010 opgelopen tot ca

20 20/62 22/ Figuur 14: uitbreiding Stenehei 8 Verdere besluitvorming en procedures Dit planmer is slechts een eerste stap in een reeks procedures die nodig zijn om de inplanting van een aantal projectonderdelen in de nucleaire zone mogelijk te maken. Voor alle te bouwen constructies dient een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd te worden. Het gaat hierbij om de berging, de IPM, de caissonfabriek, de proefopstellingen, de kade en het communicatiecentrum. Voor het merendeel van deze constructies is eveneens een milieuvergunning noodzakelijk. Enkel voor de kade en de proefopstellingen is dit niet het geval. Voor de nucleaire installaties (berging en IPM) dient op federaal niveau tevens een oprichtings en exploitatievergunning aangevraagd te worden. De nodige vergunningen voor de bouw van het communicatiecentrum kunnen pas aangevraagd worden nadat een RUP is opgemaakt. Ook de uitbreiding van Stenehei zal pas een feit zijn na de opmaak van een RUP. 9 Alternatieven 9.1 Nulalternatief Het nulalternatief omschrijft de ontwikkeling die volgt, wanneer noch het voorgenomen plan noch enig alternatief ervoor wordt uitgevoerd en het lopende beleid wordt verder gezet. In het kader van het catproject betekent het nulalternatief dat er op korte termijn geen oplossing komt voor het lange termijn beheer van het categorie Aafval. De realisatie van het plan dat in dit planmer beschreven wordt, maakt immers integraal deel uit van het geïntegreerd bergingsproject. De huidige opslagcapaciteit voor categorie Aafval zal tegen 2016 verzadigd zijn en als de berging tegen dan niet operationeel is, betekent dit dat de bestaande,

21 21/62 22/ tijdelijke opslag verlengd en uitgebreid moet worden, wat betekent dat er bijkomende opslaggebouwen moeten voorzien worden. De verlenging en uitbreiding van de opslag geeft aanleiding tot een verhoging van de opslagkosten zonder dat de kosten van de berging die op termijn sowieso moet gebeuren verminderen. Daarnaast staan er bij Belgoprocesss een aantal vaten met categorie Aafval die geconditioneerd werden met het oog op korte opslag periodes. Voor deze vaten zal in dat geval naar een oplossing gezocht moeten worden. In wezen komt het er dus op neer dat het nulalternatief geen optie is. Er moet vroeg of laat een definitieve oplossing komen voor het lange termijn beheer van het categorie Aafval en hoe langer deze oplossing uitblijft, hoe hoger de kostprijs voor de stockage van het afval. 9.2 Locatie8 en uitvoeringsalternatieven Met locatiealternatieven worden alternatieve inplantingsplaatsen voor planonderdelen bedoeld. Uitvoeringsalternatieven zijn alternatieve uitvoeringsmogelijkheden of technische varianten Het inrichtingsvoorstel dat in dit planmer wordt voorgesteld, geeft de visie weer die NIRAS, STORA, MONA en de gemeenten Dessel en Mol in samenspraak ontwikkeld hebben om enerzijds alle projectonderdelen die noodzakelijk zijn voor de berging van het categorie Aafval op een logische manier in te plannen en anderzijds maximaal tegemoet te komen aan de wensen van de betrokken partnerschappen en gemeenten. Deze visie is tot stand gekomen tijdens een participatief proces dat 10 jaar geleden werd opgestart en nog steeds doorloopt. Ondanks de keuzes die gemaakt werden tijdens dit participatief proces voorziet de MER procedure de mogelijkheid om via inspraakreacties tijdens de terzagelegging van de kennisgeving en de adviesronde bij de verschillende betrokken overheidsinstanties alternatieven in het onderzoek op te nemen. Hierna wordt beschreven voor welke projectonderdelen via de richtlijnen alternatievenonderzoek gevraagd wordt Communicatiecentrum Uit het participatieve proces dat de afgelopen jaren gevoerd werd, werd voor de inplanting van het communicatiecentrum een locatie op de hoek van de Gravenstraat en de Kastelsedijk naar voor geschoven. Vanuit de inspraakreacties/adviezen op de kennisgeving wordt gevraagd om ook de volgende locatiealternatieven te bekijken: Huidige locatie Isotopolis Locatie ter hoogte van het Donkmeer, tegenover de voormalige steenkoolcentrale van Electrabel. De verschillende inplantingsalternatieven voor het communicatiecentrum worden weergegeven op Figuur 15. Voor de locatie ter hoogte van de Gravenstraat en de Kastelsedijk wordt ook gevraagd om de impact te bekijken van de aanleg van een alternatieve ontsluitingsweg, ten zuiden van de KMO zone Stenehei en parallel lopend aan de Kastelsedijk.

22 22/62 22/ Hoek Gravenstraat Kastelsedijk Donkmeer Isotoplis Figuur 15: Inplantingsalternatieven communicatiecentrum De inplantingsalternatieven voor het communicatiecentrum worden in eerste instantie geëvalueerd op hun haalbaarheid. Van de realiseerbare alternatieven worden de milieueffecten verder onderzocht in de verschillende disciplines. In de eindconclusie worden de voor en nadelen van de haalbare alternatieven op overzichtelijke wijze naast elkaar geplaatst. Het plan MER maakt geen keuze maken tussen deze locaties, maar reikt enkel de nodige informatie aan om ook het milieu een plaats te geven bij de uiteindelijke locatiekeuze. Uit de beschrijving van het communicatiecentrum blijkt dat voor de realisatie van het volledige programma dat voorzien is voor het communicatiecentrum (het gebouw dat o.a. het themapark en het contact en onthaalcentrum zal herbergen, de picknickweide, de evenementenweide en de parking) een oppervlakte van ongeveer 5,5 ha voorhanden moet zijn. Op de locatie van het huidige Isotopolis is een dergelijke oppervlakte niet beschikbaar. De functie van Isopolis zal overgenomen worden door het nog te bouwen communicatiecentrum, maar zelfs indien dit gebouw verdwijnt, bedraagt de beschikbare ruimte op deze locatie slechts ca. 2,2 ha. Ten noorden van Isotopolis is er een nog grote oppervlakte onbebouwd terrein dat deel uitmaakt van het bedrijfsterrein van Belgoprocesss. Dit innemen is echter geen optie aangezien dit een hypotheek zou leggen op de uitbreidingsmogelijkheden van Belgoprocesss. De locatie Isotopolis is dan ook niet verenigbaar met de plandoelstellingen en wordt verder niet in beschouwing genomen. Ook op de locatie ter hoogte van het Donkmeer is in de huidige situatie onvoldoende ruimte beschikbaar om het communicatiecentrum met buitenomgeving en parking te realiseren. Hoewel het technisch niet eenvoudig, tijdrovend en kostelijk zal zijn, is het op deze locatie echter niet onmogelijk om de beschikbare ruimte te vergroten door het opspuiten van een deel van de zandwinning. Inplanting van het communicatiecentrum met alle bijhorende randvoorzieningen aan het Donkmeer is dus mogelijk, maar enkel mits opspuiting van een deel van het Donkmeer. De gronden op deze locatie zijn niet in eigendom van NIRAS en hebben als nabestemming natuur.

23 23/62 22/ Ontsluitingsweg kade en caissonfabriek Vanuit de inspraakreacties op de kennisgeving van dit planmer wordt ook gevraagd om voor de ontsluiting van de kade en de caissonfabriek te zoeken naar een variant waarbij zo weinig mogelijk natuurwaarden dienen te verdwijnen. Rekening houdend met het feit dat de ontsluitingsweg gebruikt zal worden voor nietnucleaire transporten, dient deze weg zich buiten de afsluiting van de nucleaire bedrijvigheid (Belgoprocesss en de bergingsmodules) te bevinden. De enige mogelijke varianten zijn hierdoor de routes 1 en 2 zoals weergegeven op Figuur 16 en de ontsluitingsweg omheen de berging naar de Europalaan zoals ook aangeduid op Figuur Kade Vanuit de inspraakreacties op de kennisgeving van dit planmer wordt gevraagd om na te gaan of de opwaardering en renovatie van bestaande loskades ter hoogte van sas 7 en Mol Donk (tussen sas 5 en sas 6) een valabel alternatief kunnen zijn. Het is op zich niet onmogelijk om bestaande kades te renoveren, maar in die gevallen zouden er nog steeds natransporten moeten georganiseerd worden van aan deze kades tot aan de NIRAS site. Het doel van de aanleg van de kade is net om transporten via de weg zoveel mogelijk te beperken. De kade zal niet enkel gebruikt worden voor de aanvoer van bouwmaterialen voor de bouw van de berging maar eveneens voor de aanvoer van grondstoffen voor de caissonfabriek. Het ontwerp van de kade is ook voorzien op medegebruik door derden.

24 24/62 22/ Ontsluitingsweg kade/caissonfabriek 1 Figuur 16: Ontsluitingsroutes kade/caissonfabriek

25 25/62 22/ Milieubeoordeling: nietradiologische effecten De milieubeoordeling van de nietradiologische effecten wordt onderverdeeld in verschillende disciplines. Achtereenvolgens gaat het om de volgende disciplines: Mensmobiliteit Bodem Water Lucht Geluid Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Fauna en flora Mens socioorganisatorische aspecten, hinder, gezondheid Elke discipline kent de volgende opbouw: Beschrijving van de referentiesituatie Effectbeschrijving en beoordeling Milderende maatregelen Beschrijving van de referentiesituatie Voor elke discipline wordt een beschrijving van de referentiesituatie of huidige situatie opgenomen. Er wordt telkens aangegeven welke elementen bestudeerd zullen worden en welke informatiebronnen hiervoor gebruikt werden. Effectbeschrijving en beoordeling Voor elke discipline wordt aangegeven welke mogelijke effecten te verwachten zijn ten gevolge van de realisatie van het inrichtingsvoorstel en er wordt aangegeven op welke manier deze effecten zullen bestudeerd worden. De bouw of aanlegfase wordt hierbij buiten beschouwing gelaten. Binnen elke discipline wordt voor de effectbeoordeling een 7delige schaal als significantiekader gebruikt. Deze zevendelige schaal is de volgende: significant negatief effect (permanent negatief effect dat groot in omvang is): matig negatief effect (permanent negatief effect dat klein in omvang is of een tijdelijk negatief effect dat groot in omvang is): gering negatief effect (tijdelijk negatief effect dat klein in omvang is): verwaarloosbaar/ of geen effect (neutraal): 0 gering positief effect (tijdelijk positief effect dat klein in omvang is): + matig positief effect (permanent positief effect dat klein in omvang is of een tijdelijk positief effect dat groot in omvang is) ++ significant positief effect (permanent positief effect dat groot in omvang is): +++ Milderende maatregelen Het luik milderende maatregelen omvat een opgave van alle relevante maatregelen ter voorkoming of ter vermindering van negatieve effecten en ter bevordering van positieve effecten.

26 26/62 22/ Mensmobiliteit Voor de discipline mensmobiliteit wordt in eerste instantie het bereikbaarheidsprofiel van de locatie geschetst, zowel in de huidige als in mogelijke toekomstige situaties, en dit op basis van de ruimtelijke en verkeersplanologische beleidscontext. Vervolgens wordt het mobiliteitsprofiel van de geplande activiteiten ingeschat en gekwantificeerd a.d.h.v. gegenereerde verkeersintensiteiten. De eigenlijke effectbeschrijving en beoordeling komt naar voor uit de confrontatie van het mobiliteitsprofiel met de bereikbaarheidsprofielen Referentiesituatie Het bereikbaarheidsprofiel van het plangebied in de huidige situatie geeft aan dat er zich in de ruimere omgeving van het plangebied een aantal knelpunten voordoen die slechts kunnen opgelost worden door het doorvoeren van een aantal infrastructuurmaatregelen. Deze discrepanties in het netwerk bevinden zich ter hoogte van: N19 Geel Punt R14 Geel N19 Antwerpsesteenweg, Geel N19 Turnhout Geel Doortocht N18 Mol Doortocht N18 Dessel Doortocht N18 en N118 Retie Doortocht Sint Dimpna Geel Katersberg Geel Doortocht Winkelomheide Geel Verbinding naar macroniveau zuidoostelijke kwadrant (verbinding van plangebied richting Hasselt) Op Figuur 17 zijn de discrepanties op netwerkniveau voor de huidige situatie inzichtelijk gemaakt. Uit deze figuur blijkt dat in de huidige situatie, zowel vanuit het plangebied naar de hoofdwegen als naar de omliggende woongebieden en tussen de woongebieden onderling er geen enkele verbinding bestaat die niet wordt geconfronteerd met een weerstand of een discrepantie in het netwerk. Zowel naar de verkeersveiligheid als de verkeersleefbaarheid van de omgeving is dit zorgelijk. Maar dit geldt evenzeer voor de performantie van het wegennetwerk, wanneer geen enkele wegenstructuur kan voldoen aan de aan haar gestelde functionele eisen.

27 27/62 22/ Figuur 17: Samenvattende figuur discrepanties wegennetwerk op mesoniveau Het bereikbaarheidsprofiel van het plangebied voor de situatie na 2020 kan omschreven worden als het ideale bereikbaarheidsprofiel, waarbij alle voorgestelde maatregelen om de mobiliteitsproblemen in de regio op te lossen uitgevoerd zijn, ook degene waarvoor nog geen formele beslissingen genomen zijn. Het betreft de volgende maatregelen: Opwaardering N118 Verbindingsweg N18 / N118 Verbinding N118 en R14 (ring rond Geel) Opwaarderen en afwerken van de ringweg rond Retie Kempense NoordZuid Verkeersleefbaar centrum Retie Verkeersleefbaar centrum Dessel Verkeersleefbaar centrum Mol en deelgemeenten

28 28/62 22/ Verkeersleefbaar centrum Geel St Dimphna Verkeersleefbaar Geel Winkelomheide Flyover Geel West Aanpassing kruispunten R14 Oost Aanpassing op en afrittencomplex Geel Oost Het bereikbaarheidsprofiel voor situatie na 2020 staat samengevat op onderstaande figuur. Hieruit blijkt dat het uitvoeren van alle acties een sterk positief beeld oplevert. Door het aanleggen van 2 verbindingen in de onmiddellijke omgeving van het projectgebied, het omvormen van de wegencategorisering van de N118 tot Secundaire II (verzamelende functie) en de N18 tot Secundaire III (lokale verbinding met voorrang voor openbaar vervoer) kan het netwerk beter voldoen aan de verkeerskundige randvoorwaarden zoals opgelegd in het RSV. In casu betekent dit het uitwerken van een consistente en eenduidige boomstructuur van projectgebied tot aan hoofdwegennetwerk, en het vrijwaren van woonkorrels en centrumgebieden van doorgaand (vracht)verkeer. Figuur 18: Toekomstig bereikbaarheidsprofiel, schetsmatig voorgesteld

29 29/62 22/ Voor het bereikbaarheidsprofiel van het plangebied voor de situatie 2016, het jaar waarin de berging in exploitatie gaat, wordt ervan uitgegaan dat op het moment waarop de exploitatie van de berging in principe begint, de volgende projecten in de omgeving van het plangebied zijn gerealiseerd (projecten zijn beslist beleid ): Uitvoering Kempische NoordZuid Uitvoering flyover Geel West Uitvoering aanpassen kruispunten R14 oost / N71 Uitvoering aanpassen op en afrittencomplex Geel Oost in het kader van uitvoering Minder Hinder Maatregelen werken Geel Punt. De verbinding R14 N118, de verbinding N118 N18 en het vervolledigen van de ring rond Retie, en daarmee samenhangend, het verkeersleefbaar inrichten van Retie, Dessel, Mol centrum en deelgemeenten en Geel Sint Dimpna zijn nog niet uitgevoerd in deze situatie. Er kan dus gesteld worden dat in de situatie 2016 slechts een klein gedeelte van het bereikbaarheidsprofiel voor de situatie 2020 is ingevuld Effectbeschrijving en beoordeling Het mobiliteitsprofiel van de geplande activiteiten wordt vervolgens ingeschat a.d.h.v. gegenereerde verkeersintensiteiten. Het betreft de volgende activiteiten: Berging, IPM, caissonfabriek, kade Communicatiecentrum met weide voor kleine evenementen. Dit behelst een themapark met betrekking tot radioactiviteit, een picknickweide, een kleine evenementenweide van 3,3ha en een multifunctionele zaal met een capaciteit van 350 zitplaatsen of 900 staanplaatsen. Met betrekking tot de uitbreiding van Stenehei wordt er, naar analogie met de plannen van de Provincie Anwerpen, van uitgegaan dat de herbestemming hiervan op korte termijn kan plaatsvinden, maar dat de concrete ontwikkeling ervan pas kan plaatsvinden nadat alle voorgestelde infrastructuurmaatregelen uit de mobiliteitsstudie van de N118 geïmplementeerd zijn. Voor dit planmer betekent dit dat de verdere ontwikkeling van Stenehei zich pas zal voordoen in de situatie 2020 Met betrekking tot de verkeersgeneratie rond het communicatiecentrum worden de volgende scenario s bekeken: Scenario 1: Gemiddeld aantal bezoekers themapark (150) geen andere activiteiten Scenario 2: 150 bezoekers themapark bezoekers multifunctionele zaal (zitplaatsen) Scenario 3: 150 bezoekers themapark bezoekers multifunctionele zaal (staanplaatsen) Scenario 4: 150 bezoekers themapark + max bezoekers weide kleine evenementen Scenario 5: Activiteit multifunctionele zaal met zitplaatsen (350 personen) Scenario 6: Concert multifunctionele zaal staanplaatsen (900 personen) Scenario 7: Concert/fuif weide voor kleine evenementen (max personen) Binnen elk scenario wordt uitgegaan van een zogenaamd worstcasescenario, wat voor verkeer en mobiliteit betekent dat hoge modal split rates worden gehanteerd voor individueel vervoer en dat de bezoekersstromen grotendeels samenvallen met de ochtend en avondspits, waarmee dus weinig rekening wordt gehouden met spreiding van bezoekers gedurende de dag.

30 30/62 22/ De verkeersintensiteiten worden vervolgens aan het wegennet toebedeeld op basis van spreidingspatronen ( hoeveel verkeer gegenereerd door een planelement arriveert vanuit en vertrekt naar Retie, Geel, Dessel of Mol ). Op deze manier kan per scenario de hoeveelheid bijkomende verkeersintensiteit op de wegenis in de omgeving van het plangebied worden geraamd. Hierbij wordt ook de ontwikkeling Kievermont (Geel) mee in beschouwing genomen. Door de bereikbaarheidsprofielen voor de situatie 2016 en de situatie na 2020 te confronteren met het mobiliteitsprofiel van de activiteiten komen de effecten voor de verschillende situaties in beeld. De huidige situatie wordt niet als referentiesituatie beschouwd omdat de exploitatie van de berging pas in 2016 zal starten en er mag verondersteld worden dat de maatregelen uit het beslist beleid tegen dan gerealiseerd zullen zijn. Voor het scenario voor het communicatiecentrum wordt er in eerste instantie uitgegaan van scenario 1 omdat dit de meest courante situatie weergeeft wat betreft de werking van het communicatiecentrum. De andere scenario s, die verschillende soorten piekbelastingen omvatten, worden apart besproken, waarbij bijzondere aandacht gaat naar de parkeervoorzieningen. Op microniveau worden ook de ontsluitingsvarianten van de kade en het communicatiecentrum besproken. De effecten worden beschreven aan de hand van 3 effectengroepen (bereikbaarheid, verkeersveiligheid, leefbaarheid) en beoordeeld met een 7delige schaal als significantiekader. Beoordeling situatie 2016 In de situatie 2016, voor de start van de exploitatie van de berging, zijn er op mobiliteitsvlak een aantal knelpunten. Het zwaartepunt van deze knelpunten ligt in de doortochten van de verschillende centrumgebieden (Geel SintDimpna, Geel Katersberg, Mol en Retie.). De performantie van het netwerk en de draagkracht van de omgeving is door de grote verkeersvraag in de onmiddellijke omgeving van het plangebied reeds zover aangetast dat nagenoeg elke stijging van de verkeersintensiteiten tijdens de spitsuren, onafhankelijk van de autonome groei, negatieve effecten met zich meebrengt met betrekking tot de bereikbaarheid, doorstroming, verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid. Beoordeling situatie 2016 met inbegrip van het catproject De verkeersgeneratie van het catproject is heel beperkt: slechts 32 pae tijdens de spits van berging/ipm/caissonfabriek/kade en 33 pae per etmaal, voornamelijk buiten de spits, van de meest courante exploitatie van het communicatiecentrum (scenario 1). Deze geringe verkeersgeneratie zal dan ook slechts een geringe negatieve impact hebben op veiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid. M.a.w. de stijging van de verkeersintensiteiten ten gevolge van het catproject, ook tijdens de spits, is te gering om aanleiding te geven tot grote negatieve effecten. De knelpunten uit de situatie 2016 blijven bestaan, maar deze staan los van het NIRASproject. Beoordeling situatie 2020 met inbegrip van het catproject In de situatie na 2020 zullen de knelpunten in de doortochten van de verschillende centrumgebieden opgelost zijn. Het zwaartepunt van de negatieve effecten ligt dan op het westelijke gedeelte van de R14, het segment tussen rotonde IOK (aansluiting N19) en de Kempische NoordZuidverbinding. Door de geringe dimensionering van de kruispunten dienen hogere cyclustijden te worden gedraaid om het verkeersaanbod af te wikkelen. Dit resulteert echter in grotere verliestijden, wat met betrekking tot verkeer op een Primaire wegenstructuur niet gewenst is. Dit geldt ook voor de rotonde ter hoogte van IOK die op piekmomenten gesatureerd is.

31 31/62 22/ Voor de inplanting van het communicatiecentrum zijn er verschillende locatiealternatieven naar voren geschoven. Voor de discipline mensmobiliteit zijn de effecten voor deze locatiealternatieven echter dezelfde. Voor de ontsluiting van de kade/caissonfabriek werden in het planmer 3 mogelijkheden onderzocht: een verbindingsweg tussen de kade/caissonfabriek, omheen de berging naar de Europalaan. Deze route is de voorkeursroute van NIRAS; alternatieve route 1: evenwijdig met dienstweg kanaal en ten oosten van Isotopolis aansluiting op Gravenstraat alternatieve route 2: over korte afstand evenwijdig met dienstweg kanaal en dan via doorsteek over bedrijfsterrein Belgoprocess aansluiting op Gravenstraat Met betrekking tot de bereikbaarheid voor fietsers en de bereikbaarheid van het kanaal scoren alle alternatieven even goed. Op vlak van veiligheid (zichtbaarheid en conflicten) blijkt de ontsluiting naar de Europalaan de beste oplossing te zijn. Het gebruik van alternatieve kades (sas 7 en Mol Donk) wordt vanuit de discipline mobiliteit als negatief beoordeeld aangezien dit betekent dat er nog natransporten per vrachtwagen nodig zullen zijn Milderende maatregelen Vanuit de discipline mobiliteit worden de volgende milderende maatregelen naar voren geschoven: Maatregelen die kunnen vertaald worden in stedenbouwkundige voorschriften of aanduidingen op het verordenend grafisch plan: Ruimte laten voor heraanleg kruispunt Kastelsedijk Gravenstraat Boeretangsedreef omwille van verkeersveiligheidsredenen. Dit kan door het opleggen van een bouwvrije strook, een achteruitbouwafstand, Opleggen van voldoende parkeerplaatsen voor het communicatiecentrum; Opleggen van voldoende fietsparkeerplaatsen. Flankerende maatregelen: Uitvoeren van gebiedsgerichte maatregelen om ideaal bereikbaarheidsprofiel (= situatie na 2020 ) te bekomen. Het opzetten en implementeren van evenementenmanagement bij evenementen (communicatie, signalisatie, parkeercapaciteit, ). Uitwerken van betere openbaar vervoersverbindingen, zowel naar station Geel als naar station Mol, om duurzamere modal split te bekomen. Opstarten van communicatietrajecten over mogelijkheden collectief vervoersaanbod (publiek/privaat). In projectmer kruispunten tot detailniveau uitwerken. Nieuwe regelingen voorzien, indien mogelijk conflictvrij, als voldoende gabariet beschikbaar is. Mogelijk inschakelen van Kastelsedijk en Gravenstraat als onderdeel van de verbinding N18N118 hierbij meenemen. Het vastleggen van flankerend mobiliteitsbeleid, zoals openings en sluitingsuren, in instrumenten die daar meer doeltreffend en controleerbaar toe zijn zoals concessieovereenkomsten, huurovereenkomsten, milieuvergunningen

32 32/62 22/ Bodem In de discipline bodem wordt nagegaan of de realisatie van het plan of inrichtingsvoorstel een impact heeft op het bodemgebruik in het plangebied en of het aanleiding geeft tot bodemverstoring Referentiesituatie Het plangebied maakt deel uit van de Antwerpse Zuiderkempen. In het oostelijke deel van het plangebied wordt de bodem op de bodemkaart aangeduid als landduin. In het westelijke deel komen zandbodems voor. Hoewel het plangebied volgens het gewestplan grotendeels is ingekleurd als gebied voor de vestiging van kerninstallaties en een kleinere oppervlakte als KMOzone (zie kaart 3), komt het effectieve bodemgebruik hier slechts ten dele mee overeen. Slechts een relatief beperkte oppervlakte is in gebruik voor nucleaire en andere bedrijvigheid. Het grootste deel van het plangebied wordt daarentegen gekenmerkt door landbouwgebruik en natuur. Binnen het plangebied werd tot op heden geen bodemverontreiniging aangetroffen die te wijten kan zijn aan activiteiten die binnen het plangebied werden uitgevoerd. Wel werd er in het grondwater historische verontreiniging met zware metalen (Cd, Ni, Zn) aangetroffen die het gevolg is van de vroegere zinkindustrie in de omgeving. Het gaat om een fenomeen dat ook in de ruimere regio wordt vastgesteld Effectbeschrijving en beoordeling Wijziging bodemgebruik De realisatie van het inrichtingsvoorstel impliceert de bouw van verschillende constructies. De IPM zal binnen het bedrijfsterrein van Belgoprocesss gebouwd worden, aansluitend bij de reeds bestaande installaties. De caissonfabriek wordt ten zuiden van de IPM gebouwd, tussen de kade en de IPM. Beboste zones zullen als gevolg hiervan een nucleaire en industriële invulling krijgen. De bergingsmodules worden ingeplant in het bos en heidegebied ten zuiden van de Europalaan. In totaal zal ca. 25 ha van dit gebied van ongeveer 80 ha effectief in gebruik genomen worden voor nucleaire doeleinden. Voor het communicatiecentrum worden in dit planmer twee locatiealternatieven onderzocht: een locatie op de hoek van de Gravenstraat en de Kastelsedijk en een locatie ter hoogte van het Donkmeer. De ruimteinname zal op beide locaties grotendeels overeenkomen en ca. 5,5 ha bedragen. Ter hoogte van de hoek van de Kastelsedijk en de Gravenstraat bestaat de ingenomen oppervlakte uit verschillende ecotopen, vnl. bos en heischraal grasland. Ter hoogte van het Donkmeer zal een deel van de benodigde ruimte de oever van het meer innemen. De overige helft zal gecreëerd moeten worden door landwinning op het Donkmeer. Het spreekt voor zich dat dit een grote hoeveelheid grondverzet zal vergen. Voor de uitbreiding van de KMOzone Stenehei wordt een zone van ca. 10,4 ha die deels spontaan begroeid/bebost is (noordelijke, noordoostelijke en zuidelijke rand) en deels in landbouwgebruik is, omgezet in KMOzone. Bodemverstoring De realisatie van de verschillende planonderdelen zal slechts een beperkte impact hebben op de topografie van het plangebied. De modules worden gebouwd op een ophoging die bestaat uit een 60 cm dikke grindlaag met daarboven een mengsel van zand en cement van twee meter. Op een aantal plaatsen zal mogelijk een nivellering van het terrein noodzakelijk zijn.

33 33/62 22/ Verdichting is het effect dat ontstaat door gebruik van machines en het aanbrengen van belangrijke grondaanvullingen of zware constructies boven samendrukbare of structuurgevoelige bodems. De bergingsmodules zijn zware constructies waaronder sowieso verdichting of zetting zal optreden. Dit is echter niet zozeer van belang met betrekking tot de impact op natuur, landschap of mens als wel met betrekking tot de veiligheidsaspecten van de berging. Er werden zettingsberekeningen en metingen uitgevoerd (zettingproef) die in rekening worden gebracht bij het ontwerp van de modules. Dit aspect zal verder uitgewerkt worden in het nog op te stellen projectmer voor de berging. Bij het uitgraven van grond en bij inbreng van vreemde materialen in de bodem wordt het oorspronkelijke bodemprofiel verstoord. De verschillende gebouwen en constructies die gebouwd zullen worden, zullen in principe geen grote ondergrondse structuren bevatten, met uitzondering van fundamenten en ondergrondse leidingen. Eventuele profielverstoring zal dan ook beperkt blijven en zal zeker geen aanleiding geven tot noemenswaardige secundaire effecten. De verschillende projectonderdelen die in het kader van het geïntegreerd bergingsproject gerealiseerd zullen worden staan niet bekend staan als risicoactiviteiten en er wordt dan ook geen relevante bodemverontreiniging verwacht. Uit de bespreking in de discipline lucht blijkt dat de impact van de realisatie van het plan op de luchtkwaliteit beperkt zal zijn en er wordt dan ook geen relevante vermesting of verzuring verwacht. Locatie en uitvoeringsalternatieven Met betrekking tot alternatieven werd binnen de discipline bodem enkel aandacht besteed aan de inplantingsalternatieven voor het communicatiecentrum. Voor de overige alternatieven (ontsluitingsroutes kade/caissonfabriek, communicatiecentrum en gebruik alternatieve kade) is de discipline bodem niet onderscheidend. Om hetzelfde programma te realiseren voor het communicatiecentrum zal de ruimteinname op beide locaties ongeveer even groot zijn. Ter hoogte van het donkmeer is er momenteel slechts een beperkte oppervlakte beschikbaar en betekent dit dat er via landwinning extra ruimte gecreëerd zal moeten worden. Dit zal uiteraard gepaard gaan met een aanzienlijk grondverzet, wat niet het geval is voor de locatie op de hoek van de Gravenstraat en de Kastelsedijk. Met betrekking tot andere effecten binnen de discipline bodem worden geen relevante verschillen tussen beide locaties verwacht Milderende maatregelen De effecten die binnen de discipline bodem beschreven worden, worden als beperkt beoordeeld en geven geen aanleiding tot het voorstellen van milderende maatregelen op planniveau Water In de discipline water wordt nagegaan of het plan aanleiding geeft tot verstoring van het watersysteem. Het watersysteem is hierbij het geheel van oppervlaktewater, grondwater, waterbodems en oevers Referentiesituatie Het plangebied wordt gekenmerkt door hoge grondwaterstanden (1 tot 3 meter onder het maaiveld). Het plangebied ligt niet in een waterwingebied, noch in of aan de rand van een beschermingszone voor grondwaterwinning. Binnen en in de nabije omgeving van het plangebied komen wel verschillende grondwaterwinningen voor.

34 34/62 22/ Binnen het plangebied zelf komen geen waterlopen voor. In de onmiddellijke nabijheid van het plangebied komen twee waterlopen voor: de Hooibeek en het kanaal BocholtHerentals. De Hooibeek vormt de zuidwestelijke grens van het plangebied. Het kanaal BocholtHerentals loopt net ten zuiden van het plangebied. De Hooibeek is een niet geklasseerde waterloop. Het is een brede afvoersloot die niet is opgenomen in de Vlaamse Hydrografische Atlas. De Hooibeek staat via een inlaatconstructie in verbinding met het kanaal BocholtHerentals en wordt gebruikt voor de voeding van de vijver in het Prinsenpark. De Hooibeek is binnen het plangebied een rechte, relatieve brede (ong. 4 á 5 m), ondiepe (0,2 á 0,4m) beek met veel zuiver zand, veel dood hout en detritus. De beek wordt gekenmerkt door verticale oevers met weinig oever en waterplanten en wordt beschaduwd door bomen aan beide oevers van de beek. De biologische waterkwaliteit van de Hooibeek is goed tot zeer goed. Het plangebied grenst aan en kan ontsloten worden via het kanaal BocholtHerentals. Om transporten via de weg zoveel mogelijk te beperken, wordt dan ook een kade voorzien aan het kanaal. Het Kanaal BocholtHerentals (ook wel Kempisch Kanaal of MaasScheldekanaal genoemd) verbindt de ZuidWillemsvaart te Bocholt met het Albertkanaal te Herentals over een afstand van ruim 60 kilometer. Het kanaal wordt beheerd door NV De Scheepvaart en is bevaarbaar voor schepen tot 600 ton. Dit relatief beperkte tonnage is het gevolg van de beperkte afmetingen van de sluizen. Het plangebied wordt niet aangeduid als overstromingsgebied Effectbeschrijving en beoordeling Wijziging infiltratie en afvoerkarakteristieken De realisatie van het plan houdt in dat er verschillende constructies/gebouwen moeten opgetrokken worden en dat er verhardingen worden aangebracht. Deze constructies en verhardingen kunnen een impact hebben op infiltratie en afvoerkarakteristieken. Voor de bouw van de constructies en gebouwen gelden de regels van gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffer voorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Het doel van deze verordening is om de impact van verhardingen op infiltratie en afvoerkarakteristieken zoveel mogelijk te beperken. De bodems in het plangebied worden aangeduid als infiltratiegevoelig en de verordening zal dan ook nageleefd worden in het kader van het geïntegreerd bergingsproject. Voor de berging en de IPM worden in de huidige ontwerpen al buffer en infiltratiebekkens voorzien. Ook voor de andere constructies is binnen het plangebied voldoende ruimte aanwezig om aan de bepalingen van de verordening te kunnen voldoen. Wijziging waterkwaliteit Bij de uitbreiding van de KMOzone Stenehei en de realisatie van de caissonfabriek bestaat de kans dat vervuild water in waterlopen terecht komt. Dit is een negatief effect. De afvalwaterstromen van alle planonderdelen zullen conform de milieuwetgeving afgevoerd worden zodat kan aangenomen worden dat de impact hiervan op de waterkwaliteit van de ontvangende waterlopen beperkt zal zijn. Aantasting waterlopen en overstromingszones / wijziging structuurkwaliteit waterlopen Binnen het plangebied komen geen waterlopen voor en de realisatie van het plan of inrichtingsvoorstel geeft dan ook geen aanleiding tot rechtstreekse ingrepen op waterlopen. Er moeten geen waterlopen verlegd worden en er zal geen impact zijn op de structuurkwaliteit van waterlopen.

35 35/62 22/ Het plangebied wordt ook niet aangeduid als overstromingszone zodat er ook geen risico is op inname van overstromingsgebied. Beïnvloeding grondwaterstromingspatroon De grondwaterstroming kan beïnvloed of verstoord worden door ondergrondse constructies zoals tunnels, schachten, kelders e.d. Verstoring van de grondwaterstroming kan een belangrijk effect hebben op de omgeving. Zo zal het belang van de lokale grondwaterstroming zeer groot zijn op plaatsen waar er natuurwaarden voorkomen die afhankelijk zijn van de stand of de toestroming van grondwater. De realisatie van het plan houdt in principe geen grote ondergrondse infrastructuren in. De enige uitzondering hierop is een fietstunnel die voorzien wordt ter hoogte van de kade om een vlotte doorgang voor fietsers te verzekeren. Aangezien in de omgeving van deze tunnel geen belangrijke natuurwaarden voorkomen die gevoelig zijn voor de grondwaterstand en er ook geen risico is op nadelige beïnvloeding van de grondwater kwaliteit, wordt dit effect als gering negatief beoordeeld. Locatie en uitvoeringsalternatieven De discipline water is niet onderscheidend voor de verschillende alternatieven die in het kader van dit planmer bestudeerd worden. Voor de aanleg van een communicatiecentrum ter hoogte van het Donkmeer zal een deel van dit meer opgespoten moeten worden. Aangezien het om een kunstmatige plas gaat die tot stand gekomen is als gevolg van zandwinning, wordt dit effect als niet belangrijk beoordeeld. Ook de nabestemming van het ontginningsgebied als natuurgebied kan immers betekenen dat de plas geheel of gedeeltelijk zal opgevuld worden. Indien voor de ontsluiting van de kade/caissonfabriek gekozen zou worden voor route 1 betekent dit dat een deel van de buffervijver voor regenwater t.h.v. Isotopolis gedempt moet worden. Indien deze buffercapaciteit elders kan aangevuld worden, gaat het om een neutraal effect Milderende maatregelen Bij de uitbreiding van Stenehei, de inplanting van de tumuli en de overige projectonderdelen dienen de algemene principes nageleefd te worden in het kader van een kwalitatief waterbeheersingsbeleid. De volgende principes kunnen opgenomen worden in de stedenbouwkundige voorschriften van het nog op te stellen RUP voor het communicatiecentrum: mogelijkheden voorzien voor waterbuffering en infiltratie; zoveel mogelijk gebruik maken van waterdoorlatende materialen bij de aanleg van parkings e.d.; gescheiden afvoer van hemelwater en afvalwater Lucht Binnen het deel lucht werd nagegaan of er effecten te verwachten zijn als gevolg van bijkomend verkeer dat door het plan gegenereerd wordt. Daarnaast werd ook onderzocht of er effecten verwacht worden als gevolg van verwarming van gebouwen en/of door de exploitatie van de caissonfabriek. Voor de huidige situatie werd de luchtkwaliteit beschreven aan de hand van meetresultaten van de VMM. De emissies van wegverkeer werden niet apart berekend, maar zitten wel vervat in de VMM meetresultaten. Voor de geplande situatie werd de impact van de emissies van wegverkeer gemodelleerd aan de hand van het model CAR Vlaanderen. Er werden twee scenario s doorgerekend: het scenario 1, dat de meest voorkomende situatie

36 36/62 22/ weergeeft en tevens de laagste verkeersintensiteit kent en het scenario 3, waarin net zoals in het scenario 1 wordt uitgegaan van 15 werknemers in het communicatiecentrum, 150 bezoekers per dag en daarnaast nog 900 bezoekers per dag aan de polyvalente zaal. De emissies van verwarming van industriële en logistieke gebouwen en de impact ervan wordt kwalitatief besproken. Ook effecten van scheepvaart worden kwalitatief besproken. De emissies van de caissonfabriek worden ingeschat op basis van emissiekengetallen en om de impact te bepalen werd een doorrekening gedaan met het model IFDM Referentiesituatie Uit onderzoek van de huidige situatie blijkt dat de jaargemiddelde NO 2 concentratie binnen het studiegebied beneden de jaargrenswaarden voor de bescherming van de gezondheid van de mens en beneden de jaargrenswaarde voor de bescherming van de vegetatie is gelegen. Ook voor PM 10 worden de grenswaarden gerespecteerd (zowel jaargrenswaarde als daggrenswaarde) Effectbeschrijving en beoordeling Uit onderzoek van de geplande situatie blijkt dat de immissiebijdragen van wegverkeer in scenario 3 hoger zijn dan in scenario 1, hetgeen verklaard wordt door de hogere verkeersaantallen in scenario 3. In scenario 1 worden voor alle bestudeerde wegsegmenten verwaarloosbare NO 2 bijdragen berekend. In scenario 3 wordt voor de Gravenstraat een beperkte NO 2 bijdrage berekend. Voor de andere bestudeerde wegsegmenten zijn er geen significante NO 2 bijdragen. Voor PM 10 en voor PM 2,5 zijn de bijdragen voor alle bestudeerde wegsegmenten verwaarloosbaar. Bij uitvoering van het plan zal ook extra scheepvaart gegeneerd worden, voor de aanvoer van bouwmaterialen en grondstoffen voor de caissonfabriek. Aangezien er echter slechts een toename van 0,4 à 0,5% voorzien wordt voor scheepvaarttrafiek, kan besloten worden dat de effecten hiervan op luchtkwaliteit verwaarloosbaar zijn. Wat betreft emissies van gebouwenverwarming en koeling, wordt er emissies verwacht als gevolg van de KMOzone en het communicatiecentrum. Aangezien op dit moment geen gegevens beschikbaar zijn over types verwarmingsinstallaties, energiebron, rendement, etc. kan geen uitspraak gedaan worden over te verwachten emissies. Wel wordt de nadruk gelegd op milderende maatregelen en wordt aanbevolen om duurzame gebouwen met minimaal energieverbruik te voorzien, waarbij zoveel als mogelijk gebruik wordt gemaakt van hernieuwbare energie. Bij de caissonfabriek ontstaan zowel emissies bij op en overslag van grondstoffen als bij het productieproces. Uit de berekeningen blijkt dat de immissiebijdragen van stof in beide gevallen niet significant zijn. Wanneer de cumulatieve effecten van verkeer, gebouwenverwarming en de caissonfabriek bekeken worden, dan kan uit het onderzoek besloten worden dat er geen overschrijdingen te verwachten zijn, noch voor NO 2, noch voor PM 10 en/of PM 2,5. Wat betreft locatiealternatieven voor het communicatiecentrum, is er voor scenario 1 geen verschil tussen beide locatiealternatieven. Voor scenario 3 wordt de site ter hoogte van de hoek GravenstraatKastelsedijk als voorkeursalternatief aangeduid. Voor de locatiealternatieven voor de kade wordt vanuit lucht geopteerd voor een loskade vlakbij de fabriek. Wat betreft ontsluitingsroutes wordt geopteerd voor de ontsluitingsweg via de Europalaan.

37 37/ / Milderende maatregelen Aangezien er noch in de huidige situatie, noch na uitvoering van het plan significante impacten verwacht worden op de luchtkwaliteit, dienen in principe geen milderende maatregelen voorgeschreven te worden Geluid Referentiesituatie Voor de beschrijving van de kwaliteit van het huidige omgevingsgeluid werd beroep gedaan op omgevingsmetingen (najaar 2008/voorjaar 2009) rondom het volledige plangebied. Daarnaast werd in december 2010 op nog een bijkomend vast meetpunt langs de Boeretang (MP7) continu gemeten. Het gaat om de volgende meetpunten: MP1: woning Sas VI, nr. 6 MP2: woning Sas VI, nr. 12 MP3: woning Sas VI, nr. 14 MP4: woning Stenehei, nr. 58 MP5: woning Geelsebaan, nr. 176 MP6: woning Kastelsedijk, nr. 27 MP7: woning Boeretang, nr. 230 Figuur 19: Meetpunten geluid De meetpunten zijn landelijk gelegen. Het geluidsklimaat wordt dan ook vooral bepaald door agrarische activiteiten en wegverkeer van de Geelsebaan/Stenehei (N118) en de Kastelsedijk.

38 38/62 22/ Daarnaast zijn er nog de bedrijvenheden in de KMOzone Stenehei. Rondom het plangebied is het zeer rustig, zeker tijdens de avond en nachtperiode. Indien men het gebied voor kerninstallaties interpreteert als zijnde industriegebied (in gewestplan paars gearceerd) worden er geen overschrijdingen van de milieukwaliteitsnormen vastgesteld in de meetpunten. Momenteel is het omgevingsgeluid ter hoogte van de woningen langs het kanaal (Sas VI en Boeretang) nog zeer stil te noemen. Voor de woningen langs de N118 en de Kastelsedijk is het wegverkeer, zeker overdag bepalend voor het omgevingsgeluid Effectbeschrijving en beoordeling Het plan heeft, op hoofdlijnen, op twee wijzen een invloed op het geluidsklimaat; Via het geluid van het gegenereerde wegverkeer Via het geluid van de industriële en logistieke activiteiten binnen het plangebied (KMO zone Stenehei, caissonfabriek, kade) Effecten planonderdelen Omdat nog niet bekend is welke werktuigen en materieel gebruikt zullen worden in de verschillende installaties, wordt voor de beoordeling van de geluidsimpact uitgegaan van maximale geluidsniveaus die mogen bereikt worden om ervoor te zorgen dat de geluidsnormen in de omgeving niet overschreden worden. Bergingsmodules Vermits de bergingsmodules geheel gesloten zijn, wordt weinig geluidsemissie naar de omgeving verwacht. Geluidsemissies kunnen enkel afkomstig zijn van werktuigen of materieel zoals een wiellader. Indien rekening gehouden wordt met het standaard geluidsvermogen niveau van een dergelijk werktuig is er geen overschrijding van de geluidsnormen te verwachten ter hoogte van de meest nabijgelegen woningen in de Boeretang. Afhankelijk van de werkingsperiode kan er wel een negatief effect optreden op het omgevingsgeluid. Het omgevingsgeluid zou er overdag met 3 à 6 db(a) kunnen stijgen en s nachts meer dan 10 db(a). Omdat er voldaan is aan de grenswaarde voor een nieuwe inrichting en er toch een verhoging optreedt van het omgevingsgeluid wordt het effect als matig significant negatief bestempeld. Ook voor het meetpunt (MP 1), net buiten het gebied voor kerninstallaties, gelegen aan Sas VI wordt de grenswaarde voor de nachtperiode net gerespecteerd (40 db(a)). IPM en caissonfabriek Voor de IPM geldt eenzelfde verhaal qua toegelaten geluidsniveaus. De geluidsemissie van deze installatie moet zodanig beperkt worden dat het specifiek geluidsniveau aan de woningen in de Boeretang niet meer dan 50 db(a) bedraagt en aan de woning aan Sas VI 40 db(a). Vermits zowel de IPM als de caissonfabriek simultaan in werking kunnen zijn, moet cumulatief voldaan worden aan de grenswaarden. Vermits de Caissonfabriek zich dichter bij de immissiepunten bevindt, moet de geluidsemissie lager liggen dan in de IPM. Indien voor de geluidsemissie van de caissonfabriek 102 db(a) en voor de IPM installatie 107 db(a) gehanteerd wordt als geluidsvermogenniveaus, wordt de grenswaarde van 40 db(a) op MP 1 en 50 db(a) op MP 7 niet overschreden. Met andere woorden 102 db(a) voor de Caissonfabriek en 107 db(a) voor de IPM installatie zijn de maximale geluidsemissies. Kade De voornaamste activiteit aan de kade is het lossen van grondstoffen voor de IPM en/of de caissonfabriek. Dit zal meestal door een kraan gebeuren. Het geluidsvermogenniveau van een kraan bedraagt 105 db(a). Aan de woningen aan de overkant van het kanaal, gelegen in de Boeretang wordt voor de werking van een kraan een bijdrage berekend van 55 db(a). Voor de

39 39/62 22/ dagperiode wordt de geluidsnorm tijdens het lossen van schepen net bereikt, maar niet overschreden. Indien de kraan eventueel tijdens de avond en nachtperiode zou werken, kan er wel een overschrijding optreden van de geluidsnorm en dit aan de woningen aan de overkant van het kanaal. Bij gebruik van een alternatieve kade zullen deze effecten zich uiteraard niet voordoen. Het gebruik van alternatieve ontsluitingsroutes voor de kade/caissonfabriek zal omwille van het beperkt aantal verwachte transporten op vlak van geluid weinig verschil maken met de ontsluitingweg omheen de berging. Communicatiecentrum De inplanting van het communicatiecentrum is voorzien in de noordoostelijke hoek van de nucleaire zone, ter hoogte van de aansluiting van de Gravenstraat met de Kastelsedijk. Voor het communicatiecentrum wordt ook nog een alternatieve locatie aan het Donkmeer bekeken. Volgende zaken zijn relevant voor geluid voor het communicatiecentrum: Verkeer van en naar het communicatiecentrum zie verder bij effecten verkeersgeluid; Het specifiek geluid van de technische installaties zoals ventilatie (airco) en verwarmingsinstallaties; Het specifiek geluid van de versterkte muziekevenementen; Het geluid afkomstig van de bezoekers aan de weide voor kleine evenementen. Voor het communicatiecentrum is de exploitatie op zich geen probleem. De geluidsemissie van de technische installaties kan voldoende geluidsarm worden uitgevoerd, terwijl men in de planfase voldoende geluidsisolatie kan voorzien opdat de effecten van muziekevenementen in de multifunctionele zaal naar de omgeving hetzij voor de locatie aan de Kastelsedijk (de woningen in de Kastelsedijk) hetzij voor de locatie aan Donk (woningen residentiële wijk VITO/SCK) te verwaarlozen zijn. Voor de evenementen in open lucht is dit natuurlijk minder evident. Voor de locatie aan de Kastelsedijk zal er een effect zijn naar de woningen in de Kastelsedijk, voor de locatie bij de plas Donk zal er dan weer een effect zijn naar de residentiële wijk van VITO/SCK en de habitats van avifauna. Voornamelijk de periode, de duurtijd en de frequentie van de evenementen zal een belangrijk aspect in de hinderbeleving vormen. Voor beide locaties zal communicatie met de bevolking belangrijk zijn, de oriëntatie van de luidsprekers, en het maken van duidelijke afspraken rond maximale geluidsniveaus. Hierdoor kan de hinder enigszins beperkt worden. Evenementen zullen zich enkel tijdens het weekend voordoen en niet meer dan enkele keren per jaar. Uitbreiding Stenehei Door de bedrijfsactiviteiten in de KMOzone en de vervoersbewegingen van en naar Stenehei is een verhoging van de geluidsintensiteit te verwachten in vergelijking met de huidige situatie. Rekening houdend met het reeds aanwezige achtergrondgeluid ten gevolge van de ligging vlakbij de N118, de Kastelsedijk en de geluidsproducerende activiteiten van de bestaande bedrijvenzone wordt geoordeeld dat er geen significante toename van geluid te verwachten is. Effecten verkeersgeluid De realisatie van het plan zal nieuwe verkeersbewegingen veroorzaken. Zo is er het transport van en naar de de berging, de IPM en de caissonfabriek. Daarnaast zal het communicatiecentrum ook bezoekers aantrekken, afhankelijk van de activiteiten die er binnen en rondom plaatsvinden. Het effect van het verkeer van dit plan op het omgevingsgeluid is voor de normale activiteiten en tijdens de dagperiode eerder te verwaarlozen. Het verkeer tengevolge van evenementen in het communicatiecentrum zal uiteraard een impact hebben op het omgevingsgeluid, zeker als

40 40/62 22/ dit gebeurt tijdens de nu stille uren. Een goede verkeersafwikkeling, een goede organisatie met voldoende communicatie met de omringende bewoners, een bundeling van de verkeerstromen, verbieden van verkeer langs woonstraten, zijn organisatorische maatregelen die de hinder in de tijd kunnen beperken Milderende maatregelen In dit planmer wordt voor verschillende projectonderdelen aangegeven wat de maximaal toe te laten geluidsemissies zijn. Deze beperkingen dienen verder uitgewerkt te worden in een vervolgstudie, hetzij een projectmer hetzij een geluidsstudie in het kader van de milieuvergunning. Op basis van de huidige kennis van zaken is het laden en lossen van schepen aan de kade enkel toegelaten tijdens de dagperiode. Voor openlucht evenementen aan het communicatiecentrum zijn voornamelijk de periode, de duurtijd en de frequentie van de evenementen belangrijk voor de hinderbeleving. Communicatie met de bevolking is essentieel, evenals de oriëntatie van de luidsprekers en het maken van duidelijke afspraken rond maximale geluidsniveaus. Ook een goede verkeersafwikkeling, een bundeling van de verkeerstromen en het verbieden van verkeer langs woonstraten zijn organisatorische maatregelen die de hinder kunnen beperken Fauna en flora Referentiesituatie De huidige toestand van natuurwaarden in het plangebied zelf wordt in detail beschreven aan de hand van een uitgebreide ecologische inventarisatie die gespreid over een volledig jaar (2008) werd uitgevoerd (Lambrechts et al., 2009). De aanwezige gekende faunistische en floristische waarden van de ruimere omgeving van het plangebied worden beschreven op basis van beschikbare gegevens van de BWK, kwetsbaarheidskaarten, informatie bij het INBO, gegevens aangaande VEN, Habitat en Vogelrichtlijngebieden en ecosysteemvisies (bvb. beekvalleien). Kaart 4 geeft de Biologische waarderingskaart weer. Kaart 5 geeft het resultaat van de ecologische inventarisatie met waardebeoordeling. Zones die meteen in het oog springen omwille van hun zeer hoge natuurwaarde zijn de open duinvegetaties net ten westen van Belgonucleaire en net ten noorden van Belgoprocess, evenals de zeer waardevolle wegberm langs de Europalaan. De zones met hoge natuurwaarde beslaan aanzienlijke oppervlaktes, met name de heidevegetaties. De goede populaties van tal van kenmerkende heidesoorten tonen ondubbelzinnig aan dat het hier een zeer waardevol heiderelict betreft. De aantallen Boompieper, Levendbarende hagedis, Heivlinder, Heidesabelsprinkhaan, Negertje, Veldkrekel, Snortikker en tal van kenmerkende en bijzondere loopkevers en spinnen zijn erg hoog te noemen. Al de genoemde soorten zijn opgenomen in de respectievelijke Rode lijsten. Daarnaast komen 3 Europees beschermde vogelsoorten (Vogelrichtlijn) voor in het gebied (Ijsvogel, Zwarte specht en Wespendief), die momenteel niet in ernstige mate bedreigd zijn in Vlaanderen. Ook de volledige lijst aan bijzondere plantensoorten is indrukwekkend, maar heel wat soorten komen enkel nog in relictpopulaties voor.

41 Kaart 4: Biologische waarderingskaart 41/62 22/000994

42 Kaart 5: Ecologische waardeinschatting 42/62 22/000994

Een communicatiecentrum

Een communicatiecentrum Een communicatiecentrum als onderdeel van het geïntegreerd bergingsproject in Dessel Samen maken we het mogelijk Het communicatiecentrum in Dessel Het communicatiecentrum in het Geïntegreerd Project Oppervlakteberging

Nadere informatie

THUIS IN DESSEL? HET BELGISCH LAAGACTIEF EN KORTLEVEND AFVAL: KIEZEN VOOR EEN DUURZAME OPLOSSING

THUIS IN DESSEL? HET BELGISCH LAAGACTIEF EN KORTLEVEND AFVAL: KIEZEN VOOR EEN DUURZAME OPLOSSING HET BELGISCH LAAGACTIEF EN KORTLEVEND AFVAL: THUIS IN DESSEL? Een geïntegreerd bergingsproject met een technisch en een maatschappelijk luik. KIEZEN VOOR EEN DUURZAME OPLOSSING informatiebrochure november

Nadere informatie

cat-project in Dessel

cat-project in Dessel Het Masterplan in vogelvlucht Het cat-project in Dessel Een langetermijnoplossing voor het Belgische categorie A-afval INFO over het cat-project: www.niras-cat.be NIRAS, de instelling verantwoordelijk

Nadere informatie

leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40

leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40 leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40 WelkoM Hallo, Deze leeswijzer begeleidt u doorheen de kennisgevingsnota van het milieueffectenrapport voor de ontsluiting Haspengouw

Nadere informatie

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuringsverslag

Nadere informatie

Terinzagelegging Kennisgeving voor MER Eurostadium 25 augustus Karen Polfliet Arcadis Belgium

Terinzagelegging Kennisgeving voor MER Eurostadium 25 augustus Karen Polfliet Arcadis Belgium Terinzagelegging Kennisgeving voor MER Eurostadium 25 augustus 2015 Karen Polfliet Arcadis Belgium Inhoud: - MER plicht en - procedure - Inhoud van de kennisgeving - Aspecten van het MER-onderzoek - Inspraakmogelijkheden

Nadere informatie

Het cat-project opent zijn deuren op 24 en 25 september. Schrijf u snel in!

Het cat-project opent zijn deuren op 24 en 25 september. Schrijf u snel in! Het cat-project, een geïntegreerd project van oppervlakteberging in Dessel www.niras-cat.be Het cat-project opent zijn deuren op 24 en 25 september. Schrijf u snel in! inhoud 2 Een internationaal getoetst

Nadere informatie

---- MASTER PLAN ---- Het cat-project in Dessel. Een langetermijnoplossing voor het Belgische categorie A-afval

---- MASTER PLAN ---- Het cat-project in Dessel. Een langetermijnoplossing voor het Belgische categorie A-afval ---- MASTER PLAN ---- Het cat-project in Dessel Een langetermijnoplossing voor het Belgische categorie A-afval NIROND 2010-02 N maart 2010 Dit Masterplan brengt het verhaal van het cat-project in Dessel:

Nadere informatie

Een geïntegreerd project van oppervlakteberging in Dessel voor het Belgisch laag- en middelactief kortlevend afval

Een geïntegreerd project van oppervlakteberging in Dessel voor het Belgisch laag- en middelactief kortlevend afval Een geïntegreerd project van oppervlakteberging in Dessel voor het Belgisch laag- en middelactief kortlevend afval Niet technische samenvatting Project-MER 5 april 2019 OPDRACHTGEVER NIRAS Kunstlaan 14

Nadere informatie

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN bvba Advies Ruimtelijke Kwaliteit (bvba ARK) Augustijnenlaan

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL Tel (02)553 80 79 Fax (02)553 80 75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

OUD-TURNHOUT RUP De Hoogt Aanvulling screeningsnota

OUD-TURNHOUT RUP De Hoogt Aanvulling screeningsnota OUD-TURNHOUT RUP De Hoogt Aanvulling screeningsnota December 2010 COLOFON Opdrachtgever: Turnhout Project: RUP De Hoogt Opdrachthouder: Projectteam: Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen

Nadere informatie

HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT?

HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT? HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT? 1. Wat is een milieueffectrapport? Er wordt een bepaald project of plan opgevat in uw gemeente. De uitvoering daarvan zal mogelijk effecten

Nadere informatie

AANVULLENDE NOTA VERZOEK TOT ONTHEFFING VAN DE PLAN-MER PLICHT

AANVULLENDE NOTA VERZOEK TOT ONTHEFFING VAN DE PLAN-MER PLICHT Aanvullende nota screeningsnota PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert - Vermeersch - Kortemark PROVINCIE WEST-VLAANDEREN Dienst Ruimtelijke Planning AANVULLENDE NOTA VERZOEK TOT ONTHEFFING VAN DE PLAN-MER PLICHT

Nadere informatie

Van plan tot realisatie

Van plan tot realisatie Het cat-project, een geïntegreerd project van oppervlakteberging in Dessel www.niras-cat.be Van plan tot realisatie inhoud 2 Het cat-project wordt almaar concreter 3 Bouw van de kade start in september

Nadere informatie

langetermijnoplossing

langetermijnoplossing langetermijnoplossing Een voor het Belgische laag- en middelradioactief kortlevend afval Samen maken we het mogelijk langetermijnoplossing Een voor het Belgische laag- en middelradioactief kortlevend afval

Nadere informatie

Richtlijnen plan-milieueffectrapportage

Richtlijnen plan-milieueffectrapportage Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79

Nadere informatie

Informatiecentrum over radioactieve afvalstoffen

Informatiecentrum over radioactieve afvalstoffen Informatiecentrum over radioactieve afvalstoffen Informatiecentrum over radioactieve afvalstoffen Isotopolis, Het informatiecentrum over radioactieve afvalstoffen Een kijkje nemen achter de muren van een

Nadere informatie

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

S T O R A - m a g a z i n e. vzw STudie en Overleg Radioactief Afval Dessel

S T O R A - m a g a z i n e. vzw STudie en Overleg Radioactief Afval Dessel S T O R A - m a g a z i n e vzw STudie en Overleg Radioactief Afval Dessel vijfde nummer - juli 2006 Alles is nog niet in kannen en kruiken Frans Dumoulin vertelt meer over de regeringsbeslissing van 23

Nadere informatie

Eurostadium Brussels

Eurostadium Brussels Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd: N o t a b e t r e f f e n d e d e b e h a n d e l i n g v a n d e a d v i e z e n i n k a d e r v a n h e t o n d e r z o e k t o t m i l i e u e f f e c t r a p p o r t a g e v a n de R U P s V r o e

Nadere informatie

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Zonevreemd jeugdverblijf De Horizon Gemeente Bredene Procesnota 2.0 algplanid: rup_30000_213_00146_00001 maart 2018 dienst ruimtelijke planning. tel 050 40 35 33.

Nadere informatie

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' 1. Inleiding Deze nota behandelt de adviezen die zijn binnengekomen in

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 24 maart 2011 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Koen Helsen Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 4/9 Uitvoering RSPA : PRUP Regionale ontsluiting Geel

Nadere informatie

16 DEELPLAN BOUWONDERNEMING CANNEYT

16 DEELPLAN BOUWONDERNEMING CANNEYT 16 Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Art. Zone voor bedrijvigheid 16.1 CATEGORIE : BEDRIJVIGHEID 16.1.1 Bestemming Hoofdbestemming De zone is bestemd voor één ambachtelijke bedrijf in functie

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES

SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES Planologisch attest Scheys beton N.V. 30/09/2015 Titel Opdrachtgever Contactpersoon opdrachtgever Opdrachtnemer Plan-MER-screening Planologisch attest

Nadere informatie

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Beveren. gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Gevangenis Beveren. Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Beveren. gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Gevangenis Beveren. Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Beveren gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gevangenis Beveren Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Beveren gewestelijk

Nadere informatie

Vlaamse overheid POM Limburg, POM Antwerpen

Vlaamse overheid POM Limburg, POM Antwerpen Plan-MER Bedrijventerreinen die deel uitmaken van het Economisch Netwerk Albertkanaal (ENA) Definitief - Bundel 1: Algemene Toelichting / Analyse op Programmaniveau / Bijlagen Vlaamse overheid POM Limburg,

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen (4)

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf - Diensthoofd Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Infomoment Verapazbrug

Infomoment Verapazbrug Infomoment Verapazbrug Toelichting kennisgevingsnota project-mer 08 december 2015 P/A BOVA ENVIRO+ NV WELLINGSTRAAT 102 9070 DESTELBERGEN Tel.: + 32 9 328 11 40 - Fax: + 32 9 328 11 50 Inhoud Mer: wat

Nadere informatie

Naar een ontwerp voor het communicatiecentrum. STORA, jouw ogen en oren

Naar een ontwerp voor het communicatiecentrum. STORA, jouw ogen en oren Naar een ontwerp voor het communicatiecentrum Er is een ontwerpwedstrijd uitgeschreven voor de architectuur van het communicatiecentrum en het landschap errond. Ook voor de bezoekerskoker trouwens, de

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout.

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout. Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

Provincie Antwerpen Gemeente Mol. gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. De Kaasboerin in Mol. Bijlage IIIg: bereikbaarheidsprofiel

Provincie Antwerpen Gemeente Mol. gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. De Kaasboerin in Mol. Bijlage IIIg: bereikbaarheidsprofiel gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan De Kaasboerin in Mol Bijlage IIIg: bereikbaarheidsprofiel Provincie Antwerpen Gemeente Mol 1 Bereikbaarheidsprofiel Het bereikbaarheidsprofiel geeft een inzicht

Nadere informatie

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent Het Gentse stadsbestuur maakt een thematisch ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op, het RUP Stedelijk Wonen. Daarmee wil de Stad stedenbouwkundige problemen

Nadere informatie

Wat is een Ruimtelijk Uitvoeringsplan?

Wat is een Ruimtelijk Uitvoeringsplan? Wat is een Ruimtelijk Uitvoeringsplan? Wat is een Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP)? - Plan waarmee de overheid in een bepaald gebied (het plangebied ) de bodembestemming vastlegt - Een Ruimtelijk Uitvoeringsplan

Nadere informatie

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING, BEHOREND BIJ DE AANGEVRAAGDE VERGUNNING OMG-12-181 Voor de inrichting en het gebruik van een evenemententerrein in deelgebied De Druppels, tegenover Wagenweg 22/24 te Oudkarspel

Nadere informatie

VERWERKING ADVIEZEN VERZOEK TOT RAADPLEGING. 1 Provincie Antwerpen Dienst Ruimtelijke Planning

VERWERKING ADVIEZEN VERZOEK TOT RAADPLEGING. 1 Provincie Antwerpen Dienst Ruimtelijke Planning RUP KLEINHANDELSZONE VEJA VERWERKING ADVIEZEN VERZOEK TOT RAADPLEGING Adviesinstanties en uitgebrachte adviezen Het verzoek tot Raadpleging voor het RUP in het kader van de planmer screening werd op 8

Nadere informatie

Limburg Maasland. 1. Gebieden voor jeugdcamping (KB 1/09/80)

Limburg Maasland. 1. Gebieden voor jeugdcamping (KB 1/09/80) Limburg Maasland 1. Gebieden voor jeugdcamping (KB 1/09/80) 0430 De gebieden die als "gebieden voor jeugdcamping" zijn aangeduid, zijn bestemd voor de aanleg van groenbeplantingen en het aanbrengen van

Nadere informatie

ZELZATE RUP EUROHAL. Procesnota

ZELZATE RUP EUROHAL. Procesnota ZELZATE RUP EUROHAL 01.06.2018 WWW.VENECO.BE I. COLOFON Dit document is een publicatie van Gemeentebestuur Zelzate Grote Markt 1 9060 Zelzate Planid: RUP_43018_214_00006_00001 Versie Datum Omschrijving

Nadere informatie

Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus

Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus VR 2018 1409 DOC.1020/5BIS Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften Bijlage II Stedenbouwkundige

Nadere informatie

Afbakening regionaalstedelijk gebied Aalst deelplan 7 Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Sterrenhoek (wijziging)

Afbakening regionaalstedelijk gebied Aalst deelplan 7 Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Sterrenhoek (wijziging) gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening regionaalstedelijk gebied Aalst deelplan 7 Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Sterrenhoek (wijziging) Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Aanleg infrastructuur industrieterreinontwikkeling Kluizendok te Gent

Scopingsadvies Project-MER Aanleg infrastructuur industrieterreinontwikkeling Kluizendok te Gent Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 februari 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakening kleinstedelijk

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

aadde d d e nnd d u m

aadde d d e nnd d u m addendum Inleiding Naar aanleiding van het verzoek tot raadpleging voor het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) de Vloei werden een aantal adviezen ontvangen. De adviezen van het agentschap Ruimte

Nadere informatie

Electrabelsite te Schelle en Niel. Participatiemoment 18 maart 2019 Addendum verslag PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

Electrabelsite te Schelle en Niel. Participatiemoment 18 maart 2019 Addendum verslag PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DIENST RUIMTELIJKE PLANNING Departement Ruimte, Erfgoed en Mobiliteit Electrabelsite te Schelle en Niel Participatiemoment 18 maart 2019 Addendum verslag Colofon

Nadere informatie

Studie herinrichting complex E40 te Drongen. Terugkoppeling bewoners 01/12/2016

Studie herinrichting complex E40 te Drongen. Terugkoppeling bewoners 01/12/2016 Studie herinrichting complex E40 te Drongen Terugkoppeling bewoners 01/12/2016 1 Inhoud Inleiding Bijkomende varianten Bijkomende tellingen 2 Inleiding 3 Inleiding Doelstelling van de vergadering: informeren

Nadere informatie

Visienota gedeeltelijke opvulling kleiputten Terhagen/Boom

Visienota gedeeltelijke opvulling kleiputten Terhagen/Boom 1/09/2017 Visienota gedeeltelijke opvulling kleiputten Terhagen/Boom Inhoud 1. Inleiding... 1 2. Schets huidige situatie... 1 3. Plannen voor zover bekend volgens de voorbereidende nota... 3 4. Visie op

Nadere informatie

Bestaand regionaal bedrijf

Bestaand regionaal bedrijf Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bestaand regionaal bedrijf N.V. Wijckmans te Ham Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 24 november 2016 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Rik Röttger Telefoon: 03 240 52 55 Agenda nr. 2/24 Rupelstreek - Sanering en verontdieping deelgebied

Nadere informatie

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.1. Het bedrijventerrein is bestemd voor bedrijven met de volgende hoofdactiviteiten: productie, opslag, bewerking en verwerking van goederen; productie van energie; onderzoeks-

Nadere informatie

13 DEELPLAN 13 - GRONDWERKEN GEERT MAES

13 DEELPLAN 13 - GRONDWERKEN GEERT MAES 13 Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Art. Zone voor bedrijvigheid/landbouw 13.1 CATEGORIE : BEDRIJVIGHEID 13.1.1 Bestemming Hoofdbestemming De zone is bestemd voor (para-)agrarische activiteiten

Nadere informatie

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier MER-forum 10 juni 2004 Inleiding MER-forum 10 juni 2004 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgeving (project-m.e.r.) Inhoud van de

Nadere informatie

p r o c e s n o t a R U P B e e l d b e p a l e n d e B a k e n s i n h e t l a n d s c h a p

p r o c e s n o t a R U P B e e l d b e p a l e n d e B a k e n s i n h e t l a n d s c h a p p r o c e s n o t a R U P B e e l d b e p a l e n d e B a k e n s i n h e t l a n d s c h a p Initiatiefnemer CBS van Riemst Maastrichtersteenweg 1b 3770 Riemst Ontwerper Josiane Merken, ruimtelijke planner

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 24 maart 2011 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Koen Helsen Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 4/7 Uitvoering RSPA : PRUP Kievermont Geel voorlopige

Nadere informatie

PARTICIPATIEMOMENT RUP DEPREZ

PARTICIPATIEMOMENT RUP DEPREZ PARTICIPATIEMOMENT RUP DEPREZ VERSLAG 26 JUNI 2019 / 20:00 DOSSIERNR 07639 VOLGENDE MEETING / VERSLAGGEVER Nele Vanderstraeten BIJLAGEN Presentatie WVI BARON RUZETTELAAN 35 T +32 50 36 71 71 www.wvi.be

Nadere informatie

Communicatiecentrum is een belangrijk project voor gemeente Dessel. ogen en oren

Communicatiecentrum is een belangrijk project voor gemeente Dessel. ogen en oren Communicatiecentrum is een belangrijk project voor gemeente Dessel Het communicatiecentrum op de hoek van de Gravenstraat en de Kastelsedijk is één van de Desselse voorwaarden bij de berging. Samen met

Nadere informatie

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring

Nadere informatie

ADVIEZEN OP HET VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KLEIN SCHRIEKEN HEIST-OP-DEN-BERG

ADVIEZEN OP HET VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KLEIN SCHRIEKEN HEIST-OP-DEN-BERG ADVIEZEN OP HET VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KLEIN SCHRIEKEN HEIST-OP-DEN-BERG 1 Aangeschreven adviesinstanties Het verzoek tot Raadpleging voor het RUP Klein Schrieken te Heist-op-den-Berg in het kader

Nadere informatie

ADVIES VOORKEURSBESLUIT KLEIN RUSLAND

ADVIES VOORKEURSBESLUIT KLEIN RUSLAND ADVIES VOORKEURSBESLUIT KLEIN RUSLAND Advies 2018-21 / 30.08.2018 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte inhoud... 3 3 Bespreking... 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Leefbare locatie 4 3.3 Alternatief

Nadere informatie

VERWERKING ADVIEZEN VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP SPORTCENTRUM BRASEL IN DESSEL DOSSIERNUMMER OHPL1283

VERWERKING ADVIEZEN VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP SPORTCENTRUM BRASEL IN DESSEL DOSSIERNUMMER OHPL1283 VERWERKING ADVIEZEN VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP SPORTCENTRUM BRASEL IN DESSEL DOSSIERNUMMER OHPL1283 1 Proces verzoek tot raadpleging 1.1 Overzicht proces Voor het RUP Sportcentrum Brasel werd een verzoek

Nadere informatie

Herentals - Mol. 1. Agrarische gebieden met ecologisch belang (KB 28/07/78)

Herentals - Mol. 1. Agrarische gebieden met ecologisch belang (KB 28/07/78) Herentals - Mol 1. Agrarische gebieden met ecologisch belang (KB 28/07/78) 0910 Aan de bestaande landbouwbedrijven gelegen in een gebied dat als een agrarisch gebied met ecologisch belang is aangeduid

Nadere informatie

13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter

13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter 13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter 84 A Relatie met het afbakeningsproces In de hypothese van gewenste ruimtelijke structuur van het regionaalstedelijk

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. ontheffingsbeslissing. Project: Realisatie Stadsvernieuwingsproject Vrijdagmarkt te Gent.

Ontheffing tot het opstellen van een MER. ontheffingsbeslissing. Project: Realisatie Stadsvernieuwingsproject Vrijdagmarkt te Gent. Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 januari 2017 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP De Beunt Lier voorlopige

Nadere informatie

Gemeente Zoersel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Groene Vogel

Gemeente Zoersel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Groene Vogel Gemeente Zoersel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Groene Vogel Stedenbouwkundige voorschriften Dossier 136 Opdrachtgevend bestuur: Gemeentebestuur Zoersel Januari 2015 Provincie: Gemeente Opdrachtgever:

Nadere informatie

Sint-Niklaas - Lokeren

Sint-Niklaas - Lokeren Sint-Niklaas - Lokeren 1. Valleigebieden (KB 7/11/78) 0911 De agrarische gebieden met landschappelijke waarde die op kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven overdrukt zijn met de letter V hebben

Nadere informatie

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING,

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING, Vlaamse Regering Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosterweelverbinding DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet

Nadere informatie

Historisch gegroeid bedrijf Steenfabrieken Nelissen NV

Historisch gegroeid bedrijf Steenfabrieken Nelissen NV gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf Steenfabrieken Nelissen NV Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 2.12_00472_00001

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 september 2016 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakeningslijn Heist-op-den-

Nadere informatie

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven ADVIESVERSLAG BRANDWEER BIJ VOORONDERZOEK/BOUWAANVRAAG VOOR AARDGASVERVOERLEIDING uw kenmerk ons kenmerk datum dienst ambtenaar telefoon I. Inleiding: 1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2.

Nadere informatie

Verslag GECORO 12/01/2016

Verslag GECORO 12/01/2016 Verslag GECORO 12/01/2016 Aanwezig: M. Boddez, deskundige-voorzitter; W. Desender, D. Baeteman, R. Van Troostenberghe, deskundigen-effectief; N. Verplancke, X. Vercaemst, werknemersverenigingen-effectief;

Nadere informatie

Motivatienota Onteigeningsplan. Recreatiezone Melsbroek

Motivatienota Onteigeningsplan. Recreatiezone Melsbroek Motivatienota Onteigeningsplan Recreatiezone Melsbroek 1. LIGGING PLANGEBIED De gemeente Steenokkerzeel is gelegen in Vlaams-Brabant, ten noord-oosten van Brussel, tussen de gemeenten Machelen, Zaventem,

Nadere informatie

TRACÉ EN PLANMER STUDIE TRAMLIJNEN VLAAMS BRABANT

TRACÉ EN PLANMER STUDIE TRAMLIJNEN VLAAMS BRABANT TRACÉ EN PLANMER STUDIE TRAMLIJNEN VLAAMS BRABANT STAND VAN ZAKEN 08.11.2012 Opzet van de studie TRECHTERINGSTUDIE KENNISGEVINGSNOTA ONDERZOEK RUIMTELIJKE INPASSING PLAN MER Afgelegd traject tot kennisgevingsnota

Nadere informatie

Herinrichting kop Jaarbeursterrein Utrecht. lijnen ME AAN

Herinrichting kop Jaarbeursterrein Utrecht. lijnen ME AAN Herinrichting kop Jaarbeursterrein Utrecht lijnen ME AAN 1 INLEIDING Overeenkomstig het Masterplan Stationsgebied willen Holland Casino, Wolff Cinema Groep en de Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs op de

Nadere informatie

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) Veurne - Westkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven, in oranje gekleurd en met de letters

Nadere informatie

VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN

VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN Verkaveling 010/070 (3b) Provincie ANTWERPEN Gemeente BERLAAR Ligging Smidstraat - Hemelshoek Kad. Afd. 1 Sectie D nrs. 548/b&c 544/n 545/c 546/d Verkaveling 010/070 (3b) Dossier

Nadere informatie

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

1 DEELPLAN 1 - WILLTON PARKETVLOEREN

1 DEELPLAN 1 - WILLTON PARKETVLOEREN 1 DEELPLAN 1 - WILLTON PARKETVLOEREN Specifieke stedenbouwkundige voorschriften Art. 1.1 Zone voor bedrijvigheid 1.1.1 Bestemming Hoofdbestemming: De zone is bestemd voor één handelszaak in parketvloeren.

Nadere informatie

M. e.r.-screening

M. e.r.-screening RUP Nanove gedeeltelijke herziening 1. O VERLEG EN INSPRAAK 1. 1. M. e.r.-screening Dossiernummer SCRPL15 1.1.1. Advies dienst MER De dienst MER formuleerde in zijn contact op 3/3/15 een aantal opmerkingen

Nadere informatie

Regiostelplaats Antwerpen-Oost

Regiostelplaats Antwerpen-Oost gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan de ontwerper James Van Casteren Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van

Nadere informatie

Stad Gent werkt aan Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Stedelijk Wonen

Stad Gent werkt aan Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Stedelijk Wonen Stad Gent werkt aan Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Stedelijk Wonen Het Gentse stadsbestuur maakt een thematisch ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op, het RUP 167 Stedelijk Wonen. Met dit RUP wil

Nadere informatie

Gemengd regionaal bedrijventerrein Polderhoek te Zonnebeke

Gemengd regionaal bedrijventerrein Polderhoek te Zonnebeke Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gemengd regionaal bedrijventerrein Polderhoek te Zonnebeke Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gemengd regionaal bedrijventerrein

Nadere informatie

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen Gemeente Moorslede Dienst ruimtelijke ordening Marktplaats 1 8890 Moorslede Tel.: 051/788 914 Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen Principiële goedkeuring

Nadere informatie

Informatiemoment PRUP Zonevreemd Jeugdverblijf De Horizon (Bredene) Infomoment 6 september 2018

Informatiemoment PRUP Zonevreemd Jeugdverblijf De Horizon (Bredene) Infomoment 6 september 2018 Informatiemoment PRUP Zonevreemd Jeugdverblijf De Horizon (Bredene) Infomoment 6 september 2018 Algemeen - Tijdens de periode van publieke inspraak van 12 maart 2018 tot en met 12 mei 2018 zijn er verschillende

Nadere informatie

Oostende - Middenkust

Oostende - Middenkust Oostende - Middenkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 26/01/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven en oranje gekleurd en met

Nadere informatie

RUP ZORGDORP STARTNOTA

RUP ZORGDORP STARTNOTA RUP ZORGDORP STARTNOTA participatiemoment 13-06-2018 06492 WVI www.wvi.be BARON RUZETTELAAN 35 8310 BRUGGE T +32 50 36 71 71 E wvi@wvi.be INHOUD wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan? waarom een RUP Zorgdorp?

Nadere informatie

RUP Tabaart Stad Bilzen. Procesnota oktober 2017

RUP Tabaart Stad Bilzen. Procesnota oktober 2017 RUP Tabaart Stad Bilzen Procesnota oktober 2017 COLOFON Opdracht: RUP Tabaart Opdrachtgever: Stad Bilzen Schureveld 19 3740 Bilzen Opdrachthouder: Antea Belgium nv Corda Campus gebouw 6 Kempische steenweg

Nadere informatie

Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen

Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Afdeling ruimtelijke planning Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen 1. Krijtlijnen

Nadere informatie

PRUP site Braem nv Handel in/van onderdelen en tweedehandsvrachtwagens te Handzame (Kortemark)

PRUP site Braem nv Handel in/van onderdelen en tweedehandsvrachtwagens te Handzame (Kortemark) Toelichting ontwerp PRUP site Braem nv Handel in/van onderdelen en tweedehandsvrachtwagens te Handzame (Kortemark) Infoavond 13 december 2016 Algemene toelichting i.k.v. voorlopige vaststelling door provincieraad

Nadere informatie

Gelvorming in afvalvaten opgeslagen bij Belgoprocess in Dessel

Gelvorming in afvalvaten opgeslagen bij Belgoprocess in Dessel Gelvorming in afvalvaten opgeslagen bij Belgoprocess in Dessel Infovergadering 21 januari 2014 Marc Demarche Adjunct directeur-generaal NIRAS Wim Van Laer Algemeen directeur Belgoprocess Nationale instelling

Nadere informatie

Informatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie

Informatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie Informatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie Inhoud Deel I Achtergronden... 3 Waarom deze m.e.r.-studie?... 3 Wat zijn de knelpunten op de Sloeweg?... 3 Welke stappen zijn

Nadere informatie

Bedrijventerrein Woestijne

Bedrijventerrein Woestijne Bedrijventerrein Woestijne Aalter Inhoud 1. Inleiding en situering 1 2. Inrichtingsplan 4 2.1 Ontsluiting 6 2.2 Zonering 8 2.3 Woestijnegoed 10 2.4 Duurzaam bedrijventerrein 12 3. Uitgifte van terreinen

Nadere informatie

Bestaand regionaal bedrijf

Bestaand regionaal bedrijf gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bestaand regionaal bedrijf Makro te Antwerpen Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie