Kennis en competentie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kennis en competentie"

Transcriptie

1 Kennis en competentie Competenties in onderwijs- en bedrijfscontext. Dr. Harm Hofman Fontys Interactive Fontys Interactive Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Auteur: Dr Harm Hofman April /19

2 Kennis en competentie 1 Vanaf 1998 is er in het kenniscentrum Techniek en Organisatie van Technische Bedrijfskunde van Fontys gewerkt aan filosofieën betreffende onderwijsvernieuwing. Dit in het kader van een onderwijsvernieuwingfonds. In 2000 werd in dit kader het boek Scenario s voor kennisomgevingen gepubliceerd. Aanvullende ervaringen en inzichten uit recente literatuurstudies worden nu in drie artikelen weergegeven. Het eerste artikel betreft competentiemanagement, het tweede gaat over het leerlandschap en tot slot wordt gekeken naar kennis in de samenleving in breder verband. Dit deel betreft kennis en competentie. Doelstelling van beroepsonderwijs is de competentie van studenten ontwikkelen zodat ze in een beroep van hun keuze kunnen functioneren binnen een moderne samenleving. De vraag is waarom we nu plotseling beginnen over competenties in plaats van gewoon een vak leren. Wat zijn competenties en kunnen mensen die ontwikkelen? Extra aandacht krijgt daarbij het begrip situatie of context, waarna vervolgens dit artikel kort ingaat op competentieontwikkeling en constructivistisch leren. Uitgangspunt is de socialisatie van de student in de beroepssamenleving. Beroepsonderwijs mag nooit zelfstandig voortleven als een van de werkelijkheid vervreemd systeem om studenten te ontwikkelen. Denkbeelden vanuit de beroepspraktijk zijn als leidend genomen in deze artikelen en worden aangevuld waar dat nodig of zinvol is voor beroepsonderwijs (HBO Technische Bedrijfskunde is referentiepunt). Het HBO dient daarbij studenten te leveren die geschikt zijn voor middenkaderfuncties met innovatieve projectmatige karaktereigenschappen waarbij samenwerken en leidinggeven belangrijk zijn. Centrale stelling is dat de dynamische competentieontwikkeling van de HBO student alleen mogelijk is in directe wisselwerking met het beroepenveld, hetgeen een procesbenadering vraagt van leren van student, docent en bedrijven. Vooraf vastgestelde kerncompetenties vanuit centrale instituties of overlegorganen die te inhoudelijk zijn, belemmeren de ontwikkeling van docenten en studenten. Waarom competenties? De ontwikkeling van statische kennis naar competenties volgt uit maatschappelijke ontwikkelingen richting netwerkeconomie. Systemen, waaronder deels de samenleving valt (Foks et all 2000), hebben de neiging zich uit te differentiëren in steeds kleiner delen. Het totaal wordt dan complex en integratie blijkt lastig. Dit leidt tot een netwerkeconomie waarbij de centrale mechanische sturing niet meer kan zorgen voor integratie en er 1 In dit artikel is gebruik gemaakt van diverse studies binnen ASML, waaronder het onderzoek naar CRI door van Leeuwen en, interview tussen dhr. Hofman (Fontys) en dhr. J.Pasman, de Afstudeeropdrachten betreffende kennismanagement (van begeleid door Arend en over projectsucces van Kokke Auteur: Dr Harm Hofman April /19

3 ontstaan vormen van organische systemen. Een aantal punten, waaronder een paar betrekking hebben op leren, vragen daarbij de aandacht: Zelfsturende cellen zorgen voor zelfaanpassing aan de omgeving en daarmee voor zelfhandhaving. Een centrale stuureenheid heeft te weinig gevoel voor de directe omgeving om het goede stuursignaal te geven en is door de grote afstand van de praktijk op het microniveau onvoldoende in staat eventuele sturing te bekrachtigen. Daarnaast worden centrale stuursystemen beïnvloed door signalen die de zelfhandhaving van de dynamische cel in gevaar brengen (b.v. ministeries onderling wegen hun belangen bij sturing en lokaal blijft te weinig aanpassingsruimte en vermogen over). Zelfsturende cellen in een netwerksamenleving vragen van organisaties of onderdelen daarvan dat die zich steeds vaker en sneller aanpassen en nieuwe competenties ontwikkelen. Fijnmazigere deelsystemen van competenties komen explicieter op papier om van daaruit snel te reageren bij wijzigingen. De twee voorgaande punten doen zich gelijktijdig voor met een trend in een samenleving die gaat van lokaal naar globaal en verschuift van fysieke producten naar een kennissamenleving. Efficiency, kwaliteit en klantvriendelijkheid zijn als basisvoorwaarde niet meer voldoende en wordt aangevuld met snelle innovatie in zowel de producten als processen (denk aan e- commerce) waarbij serviceverlening een essentiële rol gaat vervullen. Leren in en van organisaties, efficiënt en effectief met kennis omgaan wordt van essentieel belang om het tempo van vernieuwing bij te houden. Mensen en organisaties blijven leren en leren wordt daarmee gemeengoed. Het gaat dan niet meer om zware cursussen zoals die vroeger op scholen gebruikelijk waren. Scholen zijn niet meer vanzelfsprekend de plaats waar een vak wordt geleerd. Een themanummer van ESB over hoger onderwijs meldt: Castells beargumenteert dat de wereldwijde productie en communicatiestromen een ontwikkeling teweeg brengen van de nationale staat naar de netwerkstaat. De uitdaging voor netwerkmaatschappij is, aldus Castells om institutionele arrangementen te ontwerpen en te implementeren die in de nieuwe nationale en internationale contexten levensvatbaar en succesvol zijn. Er liggen recente voorstellen van Australië, Nieuw Zeeland en de Verenigde Staten om de hoger onderwijs markten wereldwijd open te breken. Nationaal protectionisme van hoger onderwijsinstellingen ligt onder vuur. Een beeld dus van een samenleving waarbij de dynamiek in en tussen organisaties in snel tempo toenemen op micro niveau en daarmee mede richting geven aan het macro niveau. Scholen moeten, als iedere andere organisatie hun toegevoegde waarde in de toekomst bewijzen op microniveau, door studenten Auteur: Dr Harm Hofman April /19

4 competenties te leren die snel en goed toepasbaar zijn in een beroepsomgeving, die mondiaal continu wijzigt. Bij innovatie kunnen individuen snel nieuwe deelcompetenties leren aanvullend op reeds bestaande competenties. In een lange opleiding met lineaire kenmerken is dit moeilijk in te passen. Deze zijn vaak niet specifiek genoeg en missen componenten die nodig zijn voor integrale samenwerking. Delen van een dergelijke lange totaal opleidingen volgen is vaak lastig door de moeilijkheden bij de programmering. De nieuwe netwerkeconomie vraagt op micro niveau een goede specificatie van een gedifferentieerde kennisverwerving, die makkelijk in te passen dient te zijn in een integraal beroepenveld. De rol van het individu wijzigt in een dergelijke samenleving. Die kan niet meer volstaan met een vak leren voor het leven maar moet waardevolle competentieverklaringen verwerven op een continue basis. Drucker beschrijft binnen dit scenario de rol van het individu of de kenniswerker. Iedere kenniswerker moet zelf verantwoordelijkheid dragen voor zijn kennisproductiviteit. De kenniswerker moet zichzelf managen en autonoom zijn. Voortdurende vernieuwing moet deel zijn van de taak, opdracht en verantwoordelijkheid van de kenniswerker. Tot slot betekent het dat de kenniswerker voortdurend moet leren maar ook onderwijzen. Deze autonome zelfsturing van het individu ligt in lijn met een uitdifferentiërende complexe samenleving, die mondiaal en virtueel informatie uitwisselt. Het geeft de mogelijkheid van een grote verscheidenheid waarbij het leren en de zelfsturing via nieuwe systemen voor aanpassing zorgen. De kenniswerker zal ook via nieuwe vormen van bewijsvoering zijn toegevoegde waarde voor een organisatie waarvoor hij wil werken moeten aantonen. Een diploma van 10 jaar geleden is niet meer voldoende voor snel veranderende organisaties. De kenniswerker zal aan moeten tonen dat hij de competentie heeft specialistische problemen waar een organisatie mee zit kan oplossen en dat hij integraal mee kan denken en werken in een groep. Vooral is belangrijk dat hij in staat is mee te groeien in de leercontext van de organisatie. Bij dat leren zal de kenniswerker behoefte hebben aan continue aanvulling van nieuwe competentiegebieden aan zijn bestaande portfolio. Het individu vraagt om maatwerk van instituten en organisaties die zich bezig houden met de competentieontwikkeling van de kenniswerker, zowel voor bedrijfs- als reguliere opleiding. Consumptief leren wordt vervangen door samen, nieuwe dingen leren, ook met docenten. Het individu maakt zich andere vormen van leren eigen dan de huidige studenten en de docent moet daarop aansluiten. In de toekomst zoekt het individu op basis van zijn persoonlijke ontwikkelingsplan interactie met een instituut met goed bekend staande docenten die zijn competentietekorten aanvullen. Dat zijn instituten met vernieuwende docenten die drager zijn van de impliciete kennis Auteur: Dr Harm Hofman April /19

5 van het beroepenveld. Van Vught stelt dat we richting VS gaan. Deze studies (over systemen in de VS)laten zien dat in de afgelopen vijftig jaar deze markt in de Verenigde Staten is veranderd van een verzameling regionale monopolies tot een nationale geïntegreerde markt met een sterke concurrentie om staf en studenten. Het gedrag van de instellingen voor hoger onderwijs wordt in deze nieuwe marktstructuur gedreven door veronderstelde investeringen in prestige en reputatie, die onder meer tot uiting komen in strengere ingangselectie en een toename van het aantal instellingsbeurzen voor getalenteerde studenten. Expliciete kennis kan met roosters snel via internet worden geboden, vanuit b.v. Australië, Nieuw Zeeland en de Verenigde Staten, waardoor het aanbod groot is. Het gaat ook om de impliciete kenniscirculatie tussen individuen en staf met unieke kennis, waarin is geïnvesteerd voor prestige en reputatie naar voorbeeld van branding in het bedrijfsleven. Om zich bij een nieuwe werkgever te presenteren heeft het individu straks een goed certificaat (merknaam) nodig waarbij een instituut het proces garandeert dat leidt tot innovatieve en gedifferentieerde inhoud van competenties, welke op dat certificaat zijn vermeld. Tegen de achtergrond van een uitdifferentieerde samenleving, met specifiekere vragen, die steeds dynamischer wordt en waarbij het individu zijn eigen specifieke competenties gaat managen ontstaat de huidige competentiehype. Deze overdadige aandacht voor dit onderwerp, zakt zoals elke hype weer af, maar laat wel zijn sporen achter en zal het begin zijn voor de volgende ontwikkeling. De onderliggende trend, specifiekere en hoge kwaliteiten en daarbinnen veel innovatie in een netwerk met anderen, is onmiskenbaar. Daarin zal het competentiedenken in de toekomst in welke vorm dan ook een belangrijke rol blijven spelen. De samenleving wil maatwerk met een hoge kwaliteit van met name impliciete beroepscompetenties. Dat wil het individu verzilveren in een bewijs van die competentie op zijn CV die de werkgevers aanspreekt en die tevens de ruimte aangeeft voor competentieontwikkeling in de toekomst. Wat is competentie; het competentiemodel. Competentie is het vermogen om effectief te presteren in een bepaalde type taaksituatie of probleemsituatie (Hoekstra van v.d. Sluis 2000). Dit is slechts een van de vele definities (Mulder 2001). Deze definitie is gekozen omdat ze aansluit bij de bedrijfssituatie zoals die in 2000 aanwezig was bij ASML 2 en in het verlengde ligt van de filosofie welke door 2 Implementatie bij ASML werd ondersteund door GITP (zie presentatie jubileum Technische Bedrijfskunde 2000) en de auteurs Hoekstra en v.d Sluis komen ook van GITP, zodat dit toegankelijke literatuur is die het dichtst aansluit bij de case die werd gevolgd door het kenniscentrum) Auteur: Dr Harm Hofman April /19

6 Technische Bedrijfskunde is bestudeerd. Het competentie begrip wordt het beste aangegeven door fig. 1, waarbij: de symbolisch effectiviteit in de situatie = {kennis +ervaring +inzicht}* {gedrag + aandacht + emotie} ofwel {expertise * gedragsrepertoire}. Het ontstaan van competenties begint bij het genen pakket dat de persoon heeft meegekregen. Een taai misverstand wil dat een genetisch doorgegeven aanleg de eigenschappen zoals ze tot uiting komen, onontwikkelbaar vast legt. Dat is niet helemaal het geval. Bij het ontwikkelen van competenties is het wel zo dat men kijkt naar de ontwikkelbaarheid d.w.z. dat er qua intelligentie, persoonlijkheid en temperament geen beperkingen zijn die als contra indicaties gelden. Verder moet de persoon gemotiveerd zijn en als aan die twee voorwaarden is voldaan geldt dat de beste omgeving om competities te ontwikkelen de praktijk van het werk zelf is. Dit lijken belangrijke criteria voor de hierboven genoemde ingangsselectie voor onderwijsinstituten en werkwijze om het gewenste prestige en de reputatie te verkrijgen. Naarmate die criteria voor competentie, dus de mate van effectief presteren in een specifiek type taaksituatie, scherper zijn gedefinieerd, zal het instituut zich beter kunnen positioneren. De vraag is dan ook hoe het die criteria met behulp van competenties zijn vast te stellen. Hoekstra en v.d Sluis (2000) concluderen dat er oneindig veel competenties zijn en brengen daarin een ordening aan. Daarvoor worden eerst domeinen gedefinieerd die passen in een matrix met twee ingangen, te weten: Structuur, die kijkt naar de focus van interactie (tabel 1) en wel naar zaken, personen en jezelf. Dit komt overeen met objectief, intersubjectief en subjectief. Dit is in het kader van Habermas, Parsons en Wilber uitgebreid bestudeerd en over gepubliceerd binnen het door het Kenniscentrum Techniek en Organisatie uitgevoerde onderwijsvernieuwingsproject en komt in een volgend artikel nogmaals nader aan de orde. 3 Functies die initiëren, structureren realiseren en evalueren worden genoemd naar de fase waarin die zich bevindt (tabel 1). In de basis zijn dit de stappen van de Demingcirkel ofwel de stappen die horen bij projectmatig werken. Uiteraard zijn daarop vele varianten en aanvullende termen, maar terecht stellen Hoekstra en v.d Sluis Zowel op micro en macro schaal is deze cyclische fasering altijd in doelgericht 3 In 2002 komt er van het landelijk overleg cluster Technische Bedrijfskunde ook een notitie. In de kern is dit het oude vakkenpakket aangevuld met een deel van de GITP taakcompetenties. De structuur is echter zoek. Daarnaast zijn de taakcompetenties afgeleid van die van VenD terwijl de voor de Technische Bedrijfskundige de werkelijke beroepspraktijk voor zijn beroepenveld in dezelfde regio aanwezig is. Auteur: Dr Harm Hofman April /19

7 taken terug te vinden. Dat geldt op macro niveau in projecten, maar ook op microniveau in kleinschalige dagelijkse verrichtingen. Deze 10 domeincompetenties (tabel 1) zijn onder te verdelen in 42 taakcompetenties. Daarin staan competenties als voortgangsbewaking, plannen, probleemanalyse, creativiteit etc.. Deze begrippen zijn belangrijk voor competenties in bedrijven, maar komen ook vaak terug als leeractiviteiten in de didactiek. Door dit overzichtelijke systeem over te nemen is de communicatie naar het beroepenveld makkelijker en sluit de kennis van de student die met dit begrippenapparaat is gesocialiseerd makkelijker aan op zijn toekomstige werk. Vervolgens is er een indeling naar niveau van specifiteit zoals aangegeven in figuur 2. Deze figuur suggereert een bepaalde hiërarchie, maar dat is niet meer dan een hulpmiddel. Omgekeerd kan een bepaald type gedrag ook aan meerdere taken bijdragen. Tot slot zijn gedragscompetenties weer in te delen in niveaus, waarmee een systeem van criteria voor competenties is ontwikkeld, dat aansluit op de gedifferentieerde vraag van de samenleving. Fase Initiëren Structureren Realiseren Evalueren Interactie Focus Zaken, informatie Mensen, sociale omgeving Zelf, werkrol Ondernemen Organiseren Presteren Analyseren Beïnvloeden Besturen Faciliteren Verbreden Aanpassen Vertrouwen wekken Tabel 1 Taxonomie voor domeincompetenties. Expertise en gedragsrepertoire, vormen samen de competentie zoals in figuur 1 is aangegeven. Dus een kenniscomponent of expertise is aanwezig in bijna elke competentie. Deze kenniscomponenten van de competentie zijn vaak expliciet over te brengen door middel van b.v. lesmodules via een internettoepassing. Ook hier geldt dat de differentiatie toeneemt en de leerprogramma s steeds gerichter worden samengesteld. Binnen ASML werd hiervoor gekeken naar de CRI methode die instructiemodules samenstelt door middel van decompositie van de uit te voeren taak. De taak wordt helemaal uit elkaar gerafeld om zo kleine deeltjes te leren. De ervaring leert dat dit soms wel leidt tot erg Auteur: Dr Harm Hofman April /19

8 gedetailleerde schema s waardoor men deels over gaat op praktisch werkplekleren met een mentor. Een samenstel van die delen is dan weer een stuk expliciete kennis, dat samen met taakcompetenties, een totale competentie vormen. Maar delen van die expliciete kennis zijn ook te gebruiken om samen met andere gedragscomponenten nieuwe competenties van een persoon te ontwikkelen. Een klantvriendelijke, analyserende en denkende monteur die de technische kennis mist om de wasmachine te maken is niet competent. Samen met de technische kennis ontstaat de competente servicemonteur. Echter door de taakcompetentie plannen toe te voegen, is de persoon wellicht ook een competent planner voor de serviceafdeling van wasmachines. Bij dit alles blijft de omgeving en context van essentieel belang. In dit kader zijn er twee onderzoeken gedaan, te weten: Studie naar een kennismanagementsysteem leerde dat het opnemen van context informatie van belang is voor het opzetten van een digitaal kennismanagementsysteem. De situatie waarin een machine verkeert of is opgesteld is soms van belang voor een servicemonteur. Competenties zoals analyseren organiseren en presteren (zaken en informatie, tabel 1) spelen een rol om dit soort systemen goed te onderhouden en te gebruiken (J.J. Mollen en B.J.H.A. Witjes 2001). Dit is met name van belang bij serviceorganisaties, waar het kenniscentrum een specifieke cursus voor ontwikkelde. In de operatie van een productieomgeving is de context vast en meer routinematig van aard. Een onderzoek naar verbeteringsteams geeft aan dat de resultaten achter blijven indien bij de samenstelling van een team de rollen te eenzijdig zijn verdeeld. Het blijkt dat mensen dan niet competent functioneren terwijl ze dat in een ander geroepsamenstelling (situatie) wel doen (mensen en sociale omgeving; Tabel 1). Hiermee is dus duidelijk aangegeven hoe gevoelig competenties zijn voor de situatie (Hofman en Kokke 2001). Het betreft in dit onderzoek met name medewerkers van HBO en HBO plus niveau. In een productieafdeling met kwaliteitscirkels is instrumentele kennis van b.v. de Deming methode wel van belang, maar die wordt bij hoger opgeleiden bekend verondersteld. Bij deze hoger opgeleiden komt de nadruk te liggen op leiderschap en samenwerken, mede omdat de groepssamenstelling veel vaker wisselt in de huidige netwerksamenleving. In een competentiemodel passen dus, onder de noemer kennis en expertise, de bestaande instructiemodellen. Het blijkt echter dat competenties als analyseren en organiseren van de technische omgeving belangrijk zijn en dat bij technische verbeteringsprojecten sociale omgevingfactoren een rol spelen om de expertise tot zijn recht te laten komen. Dit geldt met name voor hoger opgeleiden, werkzaam in niet routinematige operationele Auteur: Dr Harm Hofman April /19

9 activiteiten, waarbij er van wordt uitgegaan dat het individu de instrumentele aspecten van het beroep zich zelf eigen maakt of al heeft gemaakt. In het bedrijfsleven vallen die vaak onder de noemer high potentials. HBO bedrijfskunde afgestudeerden zouden daar voor een groot deel onder moeten vallen.. Competentie is dus het vermogen om effectief te presteren in een bepaalde type taaksituatie of probleemsituatie (Hoekstra van v.d. Sluis 2000). Als door de samenleving criteria voor competenties, dus de mate van effectief presteren in een specifiek type taaksituatie, scherper zijn gedefinieerd, moeten individuen en instituten die deze individuen ondersteunen bij kennisverwerving zich beter positioneren. Daar het niet meer gaat om een grote hoeveelheid expliciete kennisvakken (snel via internet te verwerven), maar met name om daaraan gekoppelde gedragsfactoren ontstaan een oneindige hoeveelheid competenties die door het geschetste model in een sociologisch verantwoord kader worden gezet. Dit model is toe te passen voor zowel bedrijven als beroepsopleiding (of management development of HRM), welke steeds meer zullen samenvloeien omdat de context bij competenties een belangrijkere plaats in gaat nemen. Door aan te sluiten op het beroepenveld kan dit competentiesysteem zorgen dat studenten zich gaan identificeren met een beroep omdat die context meer inhoud krijgt. Alleen persoonsgebonden competenties aanbieden mist een wervend vermogen naar potentiële beroepsbeoefenaren omdat aankomende studenten zich niet kunnen identificeren met een moderne beroepsomgeving (zoals b.v. techniek wat nog steeds een stoffig imago heeft). Op deze context wordt dan nu ook iets dieper ingegaan. Competenties en context. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen persoons- en niet persoonsgebonden competenties. Bij onderwijs en opleiding zijn de persoonsgebonden competenties van het grootste belang. Voor organisaties is het brede concept van competentiemanagement van belang en staat de vraag centraal op welke wijze productie en dienstverleningsprocessen het meest effectief en efficiënt kunnen worden ingericht. Dit citaat uit Mulder (2001) is voor beroepsonderwijs onjuist als het wordt afgezet tegen het volgende citaat uit hetzelfde boek: De betekenis van competenties is altijd situatiegebonden of contextueel bepaald. Zonder context valt de betekenis van een competentie niet te interpreteren. Als we klantgerichtheid opvatten als een competentie, dan is dat voor een directeur van een voedingsmiddelenconcern iets anders dan voor een inkoper, een laborant of een receptionist. Overigens kunnen de voorbeelden verder worden uitgebreid. Een verkoper van de Rolss Royce garage is op een andere manier klantgericht dat die van een autosloper Auteur: Dr Harm Hofman April /19

10 en de directeur van Corus heeft ander competenties dan de directeur van de eenmans groentewinkel. Waar het om gaat is dat competenties van beroepen niet zijn te interpreteren zonder die context. Persoonsgebonden competentie voor het beroepsonderwijs is een leeg begrip zonder de beroepscontext. Ook volgens de in dit artikel gebruikte definitie (Hoekstra ven v.d. Sluis) is competentie het vermogen om effectief te presteren in een bepaald type taaksituatie of probleemsituatie. Dus als die situatie of context niet is gedefinieerd en is aan te brengen voor een toets is het vermogen om te presteren niet aan te tonen en zeggen persoonsgebonden competenties niets. Beroeps onderwijs kan niet zonder context en verwordt tot een zelfstandige pedagogische provincie zonder waarde voor het bedrijfsleven als dat in een soort laboratoriumachtige omgeving wordt bedreven. Als de beroepsgroep dit laboratoriumachtig onderwijs minder waardeert op de arbeidsmarkt is dat slecht voor de student, maar ook het studeren is vaak een stuk minder aantrekkelijk als dat niet in de praktijk kan. Volgen Hoekstra en v.d Sluis geldt dat de beste omgeving om competities te ontwikkelen de praktijk van het werk zelf is. Dit geldt met name voor bedrijfskunde omdat de prestatie altijd afhankelijk is van de omgeving. Een werkstuk op een draaibank is nog aantoonbaar te produceren buiten een bedrijf. Aantonen dat een bedrijfskundige een organisatie kan veranderen gaat niet zonder organisatie ofwel bedrijfskundige competenties zijn alleen relevant in een specifieke context. Dus persoonsgebonden competenties zonder context zijn leeg, omdat ze niet aantoonbaar het vermogen om effectief te presteren in een bepaalde type taaksituatie of probleemsituatie kunnen aantonen. Een gelijksoortige redenering over onderwijs is te vinden in het citaat (Mulder 2001): Voor onderwijs en opleiding zijn de leerbare competenties van belang. Organisaties selecteren mensen op niet of moeilijk ontwikkelbare competenties. Ook bij dit citaat zijn vraagtekens te zetten. Het lijkt niet verstandig de eerdergenoemde strengere ingangselectie voor opleidingen alleen op leerbare competenties te baseren, omdat getalenteerde studenten over meer competenties moeten beschikken. De Leeuw (2000) stelt: Competentievergroting kan op verschillende manieren inhoud krijgen. In veel opvattingen van leren is er een competentievergroting als mensen (bijvoorbeeld studenten) de juiste antwoorden op vragen kunnen geven. Inderdaad het vergroot hun competentie in het effectief tentamen doen. Competentievergroting krijgt dus pas betekenis door uit te gaan van de doelen van de actoren en die te verbinden met de relevante context. Zo kun je zeggen dat een student die wel de goede antwoorden kan geven, maar die in een relevante bedrijfskundige situatie geen goede greep uit die kennisvoorraad kan maken, niet heeft geleerd beter te opereren in die laatste context. Auteur: Dr Harm Hofman April /19

11 En even verder concludeert de Leeuw: Uit deze beschouwing moet je vooral onthouden dat leren competentievergroting is in een context in tweeërlei opzicht: leren geschiedt in een context en wordt gedefinieerd ten opzicht van een context. De Leeuw schetst in de voetnoot het dilemma voor het HBO, n.l: enerzijds vergt opleiden het creëren van een context waarin geleerd wordt en anderzijds is het de bedoeling dat er niet alleen in die context maar ook in andere contexten competentievergroting is. De oplossing van dit dilemma ligt eerder in een duidelijke omschrijving van de context in het portfolio van de studenten, dan het weglaten daarvan en te suggereren dat studenten in alle omgevingen competent zijn met een stukje expertise. In de verdere ontwikkeling is dan beter aan te geven welke taakcompetenties verder in welke context aanvulling behoeft. Studenten identificeren zich bewuster met bepaalde contexten die zich kunnen voordoen in een beroep (b.v. MKB of een groot bedrijf). Een probleem is die van de toetsing. Voor expertise is meerkeuze of ander type vragen voldoende. Vaardigheden binnen de expertise zijn ook nog wel door assessment technieken te toetsen. Beoordelen of een studenten een taakcompetentie bezit is eigenlijk alleen mogelijk als er een afweging kan worden gemaakt in die context. De docent die de beoordeling maakt moet in principe zelf in die context functioneren om een goede beoordeling te kunnen maken (mentor rol in werkplekleren). Dat wil zeggen dat voor echte taakcompetenties, zoals ze hier zijn beschreven alleen samenwerking tussen docent, student en bedrijf in de context tot een goede beoordeling kan leiden. De docent die dat kan beoordelen dient ook bij de ingangselectie te kijken of er qua intelligentie, persoonlijkheid en temperament geen beperkingen zijn die als contra indicaties gelden. Het is onjuist dat een student 5 jaar lang tentamens haalt, de werkstukken netjes inlevert en slaagt terwijl de professional ziet dat hij de persoonlijkheid mist om goed te functioneren in het beroepenveld. Dat is slecht voor de student en de reputatie van het instituut. Binnen het beroepsonderwijs moet het beoordelen, zowel bij binnenkomst als tijdens het proces en bij het afsluiten van de opleiding verder gaan dan alleen leerbare competenties en moet de context en het beroepenveld een duidelijke plaats hebben. Persoonsgebonden competenties zonder context zijn leeg, omdat ze niet aantoonbaar het vermogen om effectief te presteren in een bepaalde type taaksituatie of probleemsituatie kunnen aantonen. Competenties hebben betrekking op mensen in een sociale omgeving of de eigen werkrol (tabel 1) en zijn lastiger te leren omdat ze vragen om meer context. Die context is altijd van belang, ook bij de initiële studie. Individuen die competent zijn in tentamens of papieren praktijk cases maken zijn voor bedrijven niet interessant. Voor een bedrijfskundige zijn deze competenties extra belangrijk omdat de praktijk de Auteur: Dr Harm Hofman April /19

12 werkvloer is. Het is gewenst daar op te selecteren. De inzichten van De Leeuw lijken steekhoudender dan die van Mulder. Leerbare competenties zijn onvoldoende voor een competente bedrijfskundige en selectie op competentie is essentieel om het goede niveau van de opleiding te handhaven. De volgende vraag is hoe die ontwikkeling aansluit bij het beroepsonderwijs en didactische modellen in et algemeen. Competentieontwikkeling, constructivisme en gebruik maken van zone van naaste ontwikkeling. Voor het ontwikkelen van competentiemodellen concludeert Mulder (2001) dat er vaak sprake is van simpelweg het verhangen van de bordjes. Oude praktijken worden voorzien van een nieuw etiket en er is competentiegericht beleid. Het zijn vaak deze bordjesverhangende organisaties die via de werkgeversorganisaties de input leveren voor de competentieontwikkeling binnen het onderwijs. In het Nederlandse beroepsonderwijs is in de jaren tachtig en negentig een systeem opgezet waarbij werkgevers beroepsprofielen vaststellen. Opleidingsprofielen bestaan uit eindtermen die zijn geclusterd tot modulen. Momenteel worden er competenties geïmplementeerd in het beroepsonderwijs waarvan Mulder stelt Deze eindeisen zijn de eindtermen die in hoge mate overeenkomen met competenties. Hierbij vermeldt Mulder dat het lastig is de vertaalslag te maken van eindtermen en inhoudsspecificaties naar opleidinginhouden en toetsing. Dit naar aanleiding van een voorbeeld voor een profiel van inkoper, wat een relatief eenduidig te benoemen competentie is vergeleken bij b.v bedrijfskunde. Takenlijsten lijden ook onder semantische decontextualisering, wat wil zeggen dat ze als losstaande taak moeilijk te interpreteren zijn; ze krijgen pas inhoudelijk betekenis in de context van de taaksituatie. Omdat veel profielonderzoek wordt verricht door profielonderzoekers die niet thuis zijn in het desbetreffende beroep, wordt de ernst van deze problemen vaak niet beseft. De vraag lijkt dan ook gerechtvaardigd in hoeverre er bij het beroepsonderwijs sprake is van het verhangen van bordjes en hoe hier de vertaalslag heeft plaatsgevonden naar de werkomgeving van de docent die er praktisch mee gaat werken. Het is in een snel veranderende context onmogelijk in een centraal overleg met veel instanties uit het werkveld competenties te verzamelen, die te laten ontwikkelen voor onderwijs door werkgroepen en ze vervolgens te laten uitserveren door docenten. Waar binnen bedrijven algemene en specifieke competenties moving targets zijn, zal dit bureaucratische mechanisme binnen onderwijs een zodanige vertraging en verstarring geven, dat de student na 5 jaar het instituut verlaat met achterhaalde competenties. Als het beeld van de netwerksamenleving een is van dynamiek in en tussen organisaties, die in hoog tempo toeneemt op micro niveau en daarmee mede richting geven aan het macro niveau, dan Auteur: Dr Harm Hofman April /19

13 moet het HBO niet vanuit macro perspectief gaan sturen. Die macrosturing, met regionale monopolievorming sluit niet aan op de verandering naar een geïntegreerde markt met een sterke concurrentie om staf en studenten. Langzamerhand begint in Nederland het besef post te vatten dat de massaliteit in het hoger onderwijs leidt tot onverschilligheid zegt Adriaansens. De kennissamenleving vraagt om aandacht voor uniciteit: flexibele opleidingen met grote keuzevrijheid. Dat is wat wij hier doen. (Adriaansens is decaan Utrechts Universty college, een klein overzichtelijk college op Amerikaanse leest geschoeid) Er zal sprake zijn van meer aanbod differentiatie, zowel in termen van kosten als kwaliteit stelt van Vught in zijn vergelijking met de VS, hetgeen onmogelijk is met centrale coördinatie. Het HBO loopt met grootschaligheid en macrosturing nooit synchroon met wat nodig is aan actuele competenties voor de beroepsbeoefenaar, in het hier en nu van de dagelijkse leefwereld die snel wijzigt. Het voeren van een competentiesysteem moet meer bevatten dan alleen het verhangen van de bordjes op een statisch vakgroepensysteem en aansluiten op dynamiek en verandering. Het moeizame verloop van het vastleggen van competenties in het HBO en de toenemende stroom van literatuur over de lerende organisatie waren voor het kenniscentrum Techniek en Organisatie van Technische Bedrijfskunde aanleiding voor verder onderzoek. Aangrijpingspunt was andermaal het bedrijfsleven om van daaruit te kijken naar didactische concepten. Het lerende organisatieconcept beweegt zich naar het dialoogconcept, wat in de kern sterke banden heeft met het werk van Habermas (Argyris), dat tegelijkertijd vertegenwoordigd is in de kritische pedagogiek. Vanuit dit hoger gelegen filosofisch kader is naar het HBO gekeken. Dit komt dicht bij het momenteel terrein winnende constructivistische gedachtegoed in het onderwijsveld (Simons). Samen met Dewey en Vygotsky werd dit in eerdere publicaties de pragmatische, kritische cultuurbenadering genoemd (Foks et all 2000) waarvan de componenten hier nu kort aan de orde komen (Miedema). De cultuurbenadering (Vygotsky), waarbij beroepsgroepen in bepaalde situaties gezien worden als cultuurgemeenschappen, kent specifieke manieren van spreken en begrippen hanteren in wat men noemt de discours (groep wordt er zelfs door bij elkaar gehouden). Dit kan wetenschappelijke kennis zijn waarbij wetenschappelijke kennis wordt gezien als een kennisconstructie binnen en door een bepaalde groep van met elkaar communicerende en handelende mensen. Iemand die een beroep kiest wil socialiseren in een bepaalde cultuurgroep en mee kunnen doen in dat discours. Belangrijk is het begrip zone van naaste ontwikkeling in deze theorie. Dat wil zeggen dat iemand het beste leert door een competentie te ontwikkelen die qua kenmerken Auteur: Dr Harm Hofman April /19

14 dicht bij competenties liggen die hij al beheerst. Hij doet dat met wat steun (steiger) van iemand die deze competenties beheerst en door een daarop aansluitende taak uit te voeren. Als alle competenties van studenten (dag/ deeltijd post HBO etc.) docenten, bedrijfsbegeleiders etc. in een systeem transparant zijn, kan per leerproject een team bij elkaar worden gezocht, waarbij de zones van naaste ontwikkeling elkaar op diverse gebieden net overlappen. Een project voor een bedrijf of een onderzoek kan dan succesvol een zinvol projectresultaat voor de omgeving opleveren (niet alleen voor studie), waarbij projectmedewerkers ook veel van elkaar leren. Een zinvol projectresultaat geeft motivatie omdat het echt werken is. Daarmee kan afscheid worden genomen van het systeem waar docenten vaste steigers (lesmodules of cases) bouwen die of te hoog of te laag zijn en meestal ook nog op de verkeerde plaats staan. De nieuwe competentiebenadering voor medewerkers vanuit het bedrijfsleven (HRM denken) valt dan grotendeels samen met ontwikkelingsgericht onderwijs of vorming van het individu als zelfstandig kritisch deelnemer aan allerlei (beroeps)cultureel maatschappelijke praktijken. In het pragmatisme (Dewey) zijn handelen en kennen onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het feitelijke onderzoeksproces moet worden begrepen als een samenwerking van handelen en waarnemen (ervaringsbegrip van Dewey) en denken. Dewey stelt verder dat kinderen en volwassenen in een groeiproces zitten. De verschillen tussen de levensstadia zijn gradueel en niet principieel. Groei is een proces van continue reorganisatie en reconstructie van ervaring, waarin ervaring een betekenis krijgt en tot een betere sturing van de daaropvolgende ervaring leidt. Deze proceskenmerken komen deels overeen met de systeembeschrijving van de netwerksamenleving. Belangrijk is hierbij op te merken dat een docent dus in principe volgens Dewey niet kan kennen zonder te handelen in het beroepenveld waarover hij doceert. Dus niet alleen de student die de een tentamen haalt is nog incompetent als hij het niet kan toepassen in een context ( hierboven De Leeuw); Dewey stelt zelfs algemeen dat kennen zonder handelen onmogelijk is. Deze theorie ondersteunt het belang van de ervaring in de context en geeft aan dat leeftijd en expliciet statische kennis minder relevant zijn. De kritische pedagogiek is relatief zwak ontwikkeld in Nederland, maar mag zich verheugen op een toenemende belangstelling voor de Anglo-Amerikaanse wereld. Door bovenstaande twee theorieën te combineren met de kritische theorie van Habermas, komen de voor bedrijfskundigen belangrijke waarden en normen meer aan de orde (past ook in aandacht voor bedrijfsethiek en duurzaam ondernemen dat momenteel actueel is binnen bedrijfskunde). De voorgaande twee theorieën zijn makkelijk te Auteur: Dr Harm Hofman April /19

15 koppelen aan het postmoderne denken, waarbij in principe elke redenering geldig is (laatste artikel in deze serie). Door het invoegen van de kritische school komt de dialoog naar voren, waarin de driehoek objectief, intersubjectief en subjectief, in samenhang met: waar, juist en waarachtig, aandacht krijgt. Dit zijn in principe basisfilosofieën die te koppelen zijn met publicaties van Wilber en Parsons (Foks et all 2000). Dat is de kracht van Hoekstra en v.d Sluis met de indeling van taakcompetenties zoals aangegeven in tabel 1. Deze wordt zowel in de filosofie als sociologie gebruikt en sluit logisch aan bij veel andere literatuur. Helaas ontbreekt bij het landelijke clusterplatform voor bedrijfskunde (HBO raad) een onderbouwing van hun model. Het Kenniscentrum Techniek en Organisatie van Technische Bedrijfskunde Eindhoven koos niet alleen de GITP indeling uit pragmatische reden, maar ook omdat die vanuit verschillende disciplines goed te onderbouwen is. Met bekende theorieën blijkt het voor het HBO mogelijk aansluiting te vinden bij competentiesystemen in bedrijven. Daarmee is gelijk aan te sluiten op de leerstof van bedrijfskunde naar lerende organisaties en vormen van opleiding en praktijk in bedrijven in een integraal systeem. Op de lerende organisatie komt een ander artikel terug. Hier volstaat dat, als het HBO meer wil doen dan de bordjes verhangen, zij nauwer moet aansluiten op het directe handelen in de beroepspraktijk, een praktijk die deels in dat handelen wordt geconstrueerd. Bij een beoordeling wordt uitgegaan van de getoonde, kritische competentie in een specifiek beschreven context die niet in algemene termen is vast te leggen. Opvallend is dat geen van deze denkrichtingen expliciet een verdeling maken op basis van leeftijd. Dit in tegenstelling tot de indelingen binnen het HBO. Aanleiding om dit aspect aandacht te geven in het kader van onderzoeken binnen bedrijfskunde. Een pilot waarin Post HBO cursisten en een aantal dagstudenten samen leerden bleek van beide kanten een succes. De indelingen tussen typen studenten op basis van leeftijd zal in de toekomst verdwijnen als competentie- en portfoliomodellen goed zijn ingevoerd. Het slagen van de pilot was te danken aan een aantal aspecten, te weten: Post HBO was voor servicemanagement en de dagstudenten wilden een specialisatie servicemanagement. Dagstudenten waren goed gemotiveerd voor het beroep en volgden colleges omdat ze zich het beroep eigen wilden maken; niet omdat ze alleen maar studiepunten nodig hadden (competent in studiepunten halen). De Post HBO studenten werkten in het beroep en werden een goede referentie (steiger) voor de studenten. Auteur: Dr Harm Hofman April /19

16 Dag studenten hadden net een stuk theorie gehad dat de Post HBO studenten lastig vonden (dagstudenten steiger voor post HBO studenten). De case bevatte uitzoekwerk in de praktijk, die de Post HBO studenten beheersten maar die tijd kosten, terwijl dit voor de dagstudenten een goede praktijkoefening was. Overigens zijn er na de Post HBO cursus nog veel contacten geweest met de dagstudenten (stage en afstuderen). Wat er in principe gebeurde was kijken hoe in een case de wederzijdse competenties waren verdeeld en kijken wat er complementair was. Toen bleek dat de aansluiting goed leek kon de proef beginnen. Er is geen enkele redenen aan te nemen dat dit in ander projecten niet kan. Ook in de praktijk wordt gewerkt in projecten met mensen van verschillende leeftijden, competenties en belangen. Waarom zou dat niet kunnen om samen te leren met dagstudenten? Heterogeniteit verhoogt tot op zekere hoogte het lerend vermogen. Men moet alleen de zone van naaste ontwikkeling in de gaten houden van alle betrokkenen. Verschilt die te veel, dan werkt het niet. Is die aanpalende competentie net voldoende en zijn de gebieden complementair dan werkt samenvoegen van diverse typen studenten positief. Voor die beoordeling is competentie en portfoliomanagement nodig. Andersom geredeneerd, zolang er dag, avond en Post HBO opleidingen naast elkaar bestaan, zijn competentie en portfoliomanagement nog onvoldoende tot ontwikkeling gekomen. In dit type discussies komt de toetsvraag aan de orde. De vraag is welke toegevoegde waarde een HBO cijferlijst heeft ten opzichte van andere vormen van bewijsvoering voor competentie bij een sollicitatie. Bij een sollicitatie wil een organisatie weten of de persoon de competentie heeft om een functie te vervullen. Belangrijk voor de nieuwe werkgever is meestal de ervaring die iemand heeft opgedaan en bij welk ander bedrijf en in welke situatie dat is gebeurd. Een 8 voor wiskunde of een vaag gedefinieerde case of keuzevak zegt meestal niet zoveel. Dus de huidige bewijsvoering voor competenties die de afgestudeerde meekrijgt in de vorm van een diploma en een cijferlijst is maar zeer beperkt. Specifiekere informatie over de persoon zou een beter beeld vormen bij een sollicitatie, dan alleen een diploma dat nog duizenden afgestudeerden hebben. Dat zou aansluiten op de genoemde differentiatie. In die zin voldoet het huidige diploma niet aan de differentiatie die de moderne netwerksamenleving vraagt. Een CV waarin staat wat een iemand aan werkervaring heeft en waar die is opgedaan spreekt meer aan. Wat in principe in een dergelijke CV staat zijn de competenties van iemand en dat is ook waar het HBO naar toe zou moeten. Sollicitanten hebben dan niet meer een HBO cijferlijstje, maar een portfolio wat een omschrijving bevat van de competenties die ze zowel op school als op het werk hebben opgedaan. De systematiek is voor beide gelijk. Het bevat een duidelijke Auteur: Dr Harm Hofman April /19

17 context waarin de competenties passen alsmede een reflectie op het geheel en geeft zo de (arbeids)identiteit van die sollicitant weer. Het gevolg is dat het proces voor het behalen van een door een instituut geaccordeerd portfolio bekend moet zijn. De eindtermen zijn niet meer van belang, omdat die qua inhoud kunnen verschillen en aan kunnen sluiten bij de actualiteit van eerdergenoemde gedifferentieerde samenleving en de wens van de student. Wel moet er een borging zijn op een bepaald denk en werkniveau. Dat kan worden aangetoond door bepaalde projecten die zijn uitgevoerd, waarvoor dat niveau nodig is. Voor die projecten kunnen bepaalde kennistoetsen noodzakelijk zijn, om aan te tonen dat men competent (inclusief kenniscomponent) is om bepaalde taken uit te kunnen voeren (technische kennis voor storingsmonteur). Kortom exact hetzelfde systeem dat bestaat in het bedrijfsleven is toepasbaar in het HBO en het relatief weinig zeggende diploma wordt vervangen door een uitgebreider, maar wel volgens een standaard uitgewerkt portfolio met de competenties inclusief de context waarin dit is uitgevoerd. Het proces, de wijze van communiceren over de competenties is wel vastgelegd. Het niveau van het gestandaardiseerde proces van een instituut borgt de kwaliteit en het instituut wordt voor zijn reputatie afhankelijk van de eigen inhoudelijke prestatie en niet van een gestandaardiseerd diploma. Het HBO loopt met grootschaligheid en macrosturing achter bij de actuele competenties voor de beroepsbeoefenaar, in het hier en nu van de snel wijzigende leefwereld. Kennis construeren mensen continu in de dagelijkse praktijk en leren ze niet van top down notities en kernkwalificaties. Met bekende leertheorieën lijkt het voor het HBO mogelijk aansluiting te vinden bij competentiesystemen in bedrijven, waardoor het mogelijk is gelijk aan te sluiten op lerende organisaties in de praktijk. Als het HBO meer wil doen dan de bordjes verhangen, dient zij nauwer aan te sluiten op het directe handelen in de beroepspraktijk, die deels in dat handelen wordt geconstrueerd. Individuen moeten niet worden gegroepeerd rond irrelevante aspecten als leeftijd. Heterogeniteit in groepen verhoogt tot op zekere hoogte het lerend vermogen. Aandacht voor de zone van naaste ontwikkeling van alle betrokkenen is een belangrijk aandachtspunt. Verschilt die te veel, dan werkt heterogeniteit niet. Voor die beoordeling is competentie en portfoliomanagement nodig. Het niveau van het gestandaardiseerde proces van een instituut rond dit selectieproces en een goed gedefinieerd beroepenveld waarin men een reputatie heeft borgt de kwaliteit en het instituut. Dat instituut wordt voor zijn reputatie afhankelijk van de eigen inhoudelijke prestatie en niet van een gestandaardiseerd diploma. Auteur: Dr Harm Hofman April /19

18 Samenvatting. Het denken in competenties word veroorzaakt door de verdere differentiëring van de samenleving die steeds meer specifiek maatwerk vraagt met name voor de nieuwe kennismedewerker. Vraag en aanbod moet steeds dichter op elkaar aansluiten. Daarbij wordt de voorspelbaarheid steeds lager, is de interactie in microsystemen steeds meer bepalend, waarbij vernieuwing steeds sneller zal gaan. Zowel bedrijven als individuen gaan daarin andere rollen vervullen. Vanuit die visie is gekeken naar een competentiesysteem in het bedrijfsleven met een goede theoretische basis. Competentie is daarbij het vermogen om effectief te presteren in een bepaald type taaksituatie of probleemsituatie. Bij met name het HBO niveau gaat het dan niet meer om expliciete kennisvakken (snel via internet te verwerven), maar met name om daaraan gekoppelde gedragsfactoren waardoor er een oneindige hoeveelheid competenties ontstaat. Een sociologisch verantwoord model schept orde en is toe te passen voor zowel bedrijven als beroepsopleiding (of management development in de HRM), welke steeds meer zullen samenvloeien omdat de context bij competenties in belang toeneemt (bedrijfssituatie). Het begrip persoonsgebonden competenties is leeg en mist een wervend vermogen naar potentiële studenten die zich niet kunnen identificeren met een moderne beroepsomgeving (zoals b.v. techniek wat nog steeds een stoffig imago heeft; oude contexten van de tijd dat die opleiding en de docenten nog dicht bij het beroep stonden blijven voortleven). In dit kader passen geen grootschalige en dus onpersoonlijke HBO macrostructuren. Kennis construeren mensen continu in de dagelijkse micropraktijk en leren ze niet van top down notities en kernkwalificaties. Met nieuwe leertheorieën kan het HBO aansluiting vinden bij competentiesystemen in bedrijven en lerende organisaties in de praktijk. Het HBO moet dan nauwer aansluiten op het directe handelen in de beroepspraktijk, die deels in dat handelen wordt geconstrueerd. Individuen hoeven niet te worden gegroepeerd rond irrelevante aspecten als leeftijd. Heterogeniteit kan het lerend vermogen verhogen indien rekening wordt gehouden met de zone van naaste ontwikkeling van alle betrokkenen. Voor de beoordeling van de competentie zijn professionele docenten nodig die ook meedoen in die kennisconstructie in de praktijk en dus in de context. Nieuwe competentiesystemen lijken dus aan te sluiten bij de diverse vormen van de constructivistische leertheorieën en de beroepscultuur waarin handelen en kennen onlosmakelijk zijn verbonden. Daarbij zijn reflectie zingevingvragen belangrijk voor bedrijfskunde (ook voor bedrijfsethiek en duurzaam ondernemen), waarvoor vormen van dialoog zijn te gebruiken, die ook de basis zijn voor een lerende organisatie. De student van de toekomst is voorzien van een geaccordeerd portfolio van het instituut, hetgeen in wezen een volgens een competentiemodel gestructureerde CV is van een student Auteur: Dr Harm Hofman April /19

19 gedurende zijn studie. De wijze waarop met dat portfolio (het proces) wordt omgegaan is geborgd; niet de inhoud. Het volgende artikel gaat in hoe dit op te nemen is in een studieprogramma. Auteur: Dr Harm Hofman April /19

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Kariene Mittendorff, lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs Studieloopbaanbegeleiding Binnen scholen wordt op verschillende manieren gewerkt aan

Nadere informatie

Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013

Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013 Bijlage 7: Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013 Visie opleidingen Pedagogiek Hogeschool van Amsterdam Wij dragen als gemeenschap en daarom ieder van ons als individu, gezamenlijk

Nadere informatie

Bewegen tot leren: Perspectieven voor een krachtige leeromgeving

Bewegen tot leren: Perspectieven voor een krachtige leeromgeving Bewegen tot leren: Perspectieven voor een krachtige leeromgeving Jouw ervaring Neem iets in gedachten dat je nu goed kunt en waarvan je veel plezier hebt in je werk: Vertel waartoe je in staat bent. Beschrijf

Nadere informatie

Utrecht Business School

Utrecht Business School Cursus Persoonlijke Effectiviteit De cursus Persoonlijke Effectiviteit duurt ongeveer 2 maanden en omvat 5 colleges van 3 uur. U volgt de cursus met ongeveer 10-15 studenten op een van onze opleidingslocaties

Nadere informatie

Hefbomen van Leiderschap. Simpel. Voorspellend. Invloedrijk.

Hefbomen van Leiderschap. Simpel. Voorspellend. Invloedrijk. Hefbomen van Leiderschap Simpel. Voorspellend. Invloedrijk. Excellente Competentiemodellen Organisaties zoeken naar simpele, praktische middelen voor de ontwikkeling van leiderschap. Een grote focus op

Nadere informatie

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd VISIE OP ONDERWIJS Associate degrees voltijd Voor u ligt de Visie op Onderwijs voor de Associate degree-opleidingen. Deze visie is tot stand gekomen met de partners in het mbo en het hbo in de regio. In

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Inleiding...3. 4. Eisen aan competentiemodellen...14

Inhoudsopgave. 1. Inleiding...3. 4. Eisen aan competentiemodellen...14 Deel I INTRODUCTIE IN COMPETENTIES EN COMPETENTIEMODELLEN 2. Een korte geschiedenis...4 2.1 De 20ste eeuw... 4 2.2 Kerncompetenties... 6 3. Het begrip competentie...9 3.1 Het competentiebegrip gedefinieerd...

Nadere informatie

Flexibel werken en organiseren

Flexibel werken en organiseren Flexibel werken en organiseren Flexibel werken en organiseren Inhoud Inhoud Inleiding De kracht van flexibiliteit Differentiatie in ontwikkeling en doorstroom gebaseerd op organisatieverschillen Aspecten

Nadere informatie

Ingrid Mulder Jaap van Till Jos van Hillegersberg

Ingrid Mulder Jaap van Till Jos van Hillegersberg Ingrid Mulder Jaap van Till Jos van Hillegersberg Toenemende druk door veranderde wensen omgeving Overheid eist nog steeds aantallen en fabrieksmatige productie Als tegenreactie wordt kwaliteits- en efficiency

Nadere informatie

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA VOORWOORD Hoe leiden we elke student op tot de professional voor de wereld van morgen? Met de blik op 2025 daagt die vraag

Nadere informatie

Tekst uit de studiegids

Tekst uit de studiegids Tekst uit de studiegids Portfolio Een portfolio is een dossier waarin u beschrijft wat u weet en wat u kunt, waaruit dat blijkt en hoe u zich verder gaat ontwikkelen. In het portfolio horende bij deze

Nadere informatie

Een flexibele deeltijdopleiding die inspeelt op de actualiteit van het sociaal werk

Een flexibele deeltijdopleiding die inspeelt op de actualiteit van het sociaal werk Een flexibele deeltijdopleiding die inspeelt op de actualiteit van het sociaal werk Inhoud 1. Heldere onderwijsvisie 2. Opleiden op maat 3. Online leren 4. Samen verantwoordelijk 5. Modulaire opleiding

Nadere informatie

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Marco Snoek over de masteropleiding en de rollen van de LD Docenten De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Het intended curriculum : welke doelen worden

Nadere informatie

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! In ons onderwijs staat de mens centraal, of het nu gaat om studenten of medewerkers, om ouders of werknemers uit het bedrijfsleven, jongeren of volwassenen. Wij zijn

Nadere informatie

Onderwijsvernieuwing. We doen er allemaal aan mee.

Onderwijsvernieuwing. We doen er allemaal aan mee. Onderwijsvernieuwing We doen er allemaal aan mee. Maar. Welke kant willen we op? Wat speelt er in mijn team? Wil iedereen mee? Waar liggen de interesses? Waar zit de expertise? WAARIN GA IK INVESTEREN?

Nadere informatie

De docent beroepsonderwijs: Jongleren op het grensvlak van verschillende werelden. Elly de Bruijn 24 januari 2013 NOT Profiel Lezing

De docent beroepsonderwijs: Jongleren op het grensvlak van verschillende werelden. Elly de Bruijn 24 januari 2013 NOT Profiel Lezing De docent beroepsonderwijs: Jongleren op het grensvlak van verschillende werelden Elly de Bruijn 24 januari 2013 NOT Profiel Lezing Warming up Door de ervaringen als sociaal pedagogisch hulpverlener begreep

Nadere informatie

PVA Jaar 2. Stefan Timmer S1001410 Klas: CE 2b

PVA Jaar 2. Stefan Timmer S1001410 Klas: CE 2b PVA Jaar 2 Stefan Timmer S1001410 Klas: CE 2b Inhoudsopgave blz. Voorblad - Inhoudsopgave 2 Plan van aanpak tweede jaar 3-4 Bijlage 1: Algemene domeincompetenties 5-6 (wat heb ik geleerd) Bijlage 2: Belangrijkste

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Utrecht Business School

Utrecht Business School Cursus Controlling & Accounting De cursus Controlling & Accounting duurt ongeveer 2 maanden en omvat 5 colleges van 3 uur. U volgt de cursus met ongeveer 10-15 studenten op een van onze opleidingslocaties

Nadere informatie

Het NHL InnovationLab : Learning outcomes, Design Thinking, UDL en Blended Learning in samenhangend perspectief. (draft version)

Het NHL InnovationLab : Learning outcomes, Design Thinking, UDL en Blended Learning in samenhangend perspectief. (draft version) Het NHL InnovationLab : Learning outcomes, Design Thinking, UDL en Blended Learning in samenhangend perspectief. (draft version) Roelien Wierda & Ron Barendsen NHL Hogeschool Inhoud Inleiding... 1 Firm

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

Minor Toegepaste Psychologie

Minor Toegepaste Psychologie Minor Toegepaste Psychologie 1 Inleiding Waarom houden mensen zich niet aan dieetvoorschriften? Hoe kan ik ze dan stimuleren om dat wel te doen? Hoe kan ik teamsporters leren om beter om te gaan met zelfkritiek?

Nadere informatie

Meerjarenplan Stichting inzet voor Zorg

Meerjarenplan Stichting inzet voor Zorg Meerjarenplan Stichting inzet voor Zorg 2018-2021 Inleiding Het meerjarenplan 2016-2018 eindigt dit jaar, dat vraagt om een vervolg met inzicht naar een zeer dynamisch zorglandschap in een samenleving

Nadere informatie

Instituut voor Sociale Opleidingen

Instituut voor Sociale Opleidingen Instituut voor Sociale Opleidingen Naar een nieuwe opleiding Social Work In september 2016 start Hogeschool Rotterdam met de nieuwe opleiding Social Work. Dit betekent dat eerstejaars studenten (die in

Nadere informatie

Niveaudrempelbepaling potentiële MCPM-studenten die niet beschikken over een hbo-/bachelordiploma

Niveaudrempelbepaling potentiële MCPM-studenten die niet beschikken over een hbo-/bachelordiploma Niveaudrempelbepaling potentiële MCPM-studenten die niet beschikken over een hbo-/bachelordiploma Inleiding De Master of Crisis and Public Order Management (MCPM) is een opleiding op masterniveau. Om tot

Nadere informatie

POP. Persoonlijk Opleidings Plan. Tim Tegelaar. Lekkerkerk 07-10-2012. De Haagse Hogeschool

POP. Persoonlijk Opleidings Plan. Tim Tegelaar. Lekkerkerk 07-10-2012. De Haagse Hogeschool POP Persoonlijk Opleidings Plan Tim Tegelaar Lekkerkerk 07-10-2012 De Haagse Hogeschool Naam Tim Tegelaar Studentnummer 12090948 origineel 07-10-2012 update - bedrijfsmentor Dhr. P. den Ouden bedrijfscoach

Nadere informatie

Utrecht Business School

Utrecht Business School Cursus Customer Relationship Management De cursus Customer Relationship Management (CRM) duurt ongeveer 2 maanden en omvat 5 colleges van 3 uur. U volgt de cursus met ongeveer 10-15 studenten op een van

Nadere informatie

Zelfsturend leren met een puberbrein

Zelfsturend leren met een puberbrein Zelfsturend leren met een puberbrein Jacqueline Saalmink In het hedendaagse voortgezet onderwijs wordt een groot beroep gedaan op zelfsturend leren. Leerlingen moeten hiervoor beschikken over vaardigheden

Nadere informatie

Utrecht Business School

Utrecht Business School Cursus Merkstrategie & Reputatie De cursus Merkstrategie & Reputatie Management duurt ongeveer 2 maanden en omvat 5 colleges van 3 uur. U volgt de cursus met ongeveer 10-15 studenten op een van onze opleidingslocaties

Nadere informatie

360 GRADEN FEEDBACK. Jouw competenties centraal

360 GRADEN FEEDBACK. Jouw competenties centraal 360 GRADEN FEEDBACK Jouw competenties centraal Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Over gedrag en de... 4 3. Totaalresultaten... 5 4. Overzicht scores per competentie... 7 5. Overschatting-/onderschattinganalyse...

Nadere informatie

Werkdocument 1 Opleidingsconcept

Werkdocument 1 Opleidingsconcept Samenvatting De basis van de samenwerking binnen Samenscholing.nu is de gezamenlijke visie op de eisen waaraan onderwijskrachten in Rotterdam moeten voldoen. De aard van de opleiding is afgestemd op het

Nadere informatie

Een symbiose van onderwijskwaliteit en kwaliteitszorg

Een symbiose van onderwijskwaliteit en kwaliteitszorg I nleiding Een symbiose van onderwijskwaliteit en kwaliteitszorg Onderwijskwaliteit en kwaliteitszorg zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden in het primair onderwijs (PO). Onderwijskwaliteit staat voor

Nadere informatie

Jan des Bouvrie Academie, interior design & styling - hbo bachelor

Jan des Bouvrie Academie, interior design & styling - hbo bachelor Jan des Bouvrie Academie, interior design & styling - hbo bachelor De opleiding interior design & Styling - hbo bachelor Mensen zien hun omgeving steeds meer als een verlengstuk van hun persoonlijkheid.

Nadere informatie

PRESENTATIE 2P6. Een recept voor Sterrenregen Hans Nottet hogeschooldocent en voorzitter Honourscommissie bij ILC-FNT

PRESENTATIE 2P6. Een recept voor Sterrenregen Hans Nottet hogeschooldocent en voorzitter Honourscommissie bij ILC-FNT PRESENTATIE 2P6 Een recept voor Sterrenregen Hans Nottet hogeschooldocent en voorzitter Honourscommissie bij ILC-FNT We gaan toch niet echt stempelen? Steven Nijhuis onderzoeker bij het lectoraat Vernieuwing

Nadere informatie

De zesde rol van de leraar

De zesde rol van de leraar De zesde rol van de leraar De leercoach Susan Potiek Ariena Verbaan Ten behoeve van de leesbaarheid van dit boek is in veel gevallen bij de verwijzing naar personen gekozen voor het gebruik van hij. Het

Nadere informatie

Is een klas een veilige omgeving?

Is een klas een veilige omgeving? Is een klas een veilige omgeving? De klas als een vreemde sociale structuur Binnen de discussie dat een school een sociaal veilige omgeving en klimaat voor leerlingen moet bieden, zouden we eerst de vraag

Nadere informatie

De Taxonomie van Bloom Toelichting

De Taxonomie van Bloom Toelichting De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog

Nadere informatie

Voor het beoordelen en het becijferen van de modules en projecten wordt door de docenten een scoringsformulier van competenties ingevuld.

Voor het beoordelen en het becijferen van de modules en projecten wordt door de docenten een scoringsformulier van competenties ingevuld. PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING Vak: Innovatieve Techniek Inleiding Innovatieve Techniek is een vak waarbij je een brede oriëntatie op techniek krijgen. Je werkt in de vorm van modules en projecten,

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC Tilburg te Tilburg Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties) Juli 2014 3280511/7 BRIN: 25LZ Onderzoeksnummer: 276480 Onderzoek

Nadere informatie

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN M.11i.0419 De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN versie 02 M.11i.0419 Naam notitie/procedure/afspraak Visie op professionaliseren Eigenaar/portefeuillehouder Theo Bekker

Nadere informatie

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Competentieprofiel Instituut voor Interactieve Media Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Aangepast in maart 2009 Inleiding De opleiding Interactieve Media

Nadere informatie

Visie op duurzaam Veranderen

Visie op duurzaam Veranderen Visie op duurzaam Veranderen Ruysdael Ruysdael is een gerenommeerd bureau dat zich sinds haar oprichting in 1994 heeft gespecialiseerd in het managen van veranderingen. Onze dienstverlening kent talloze

Nadere informatie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie Toetsvormen Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie 1 Waarom wordt er getoetst? Om te beoordelen in hoeverre de student in staat is te handelen zoals op academisch

Nadere informatie

6 TIPS DIE HET PRESTEREN VAN UW WERKOMGEVING VERBETEREN

6 TIPS DIE HET PRESTEREN VAN UW WERKOMGEVING VERBETEREN 6 TIPS DIE HET PRESTEREN VAN UW WERKOMGEVING VERBETEREN INLEIDING Het Nieuwe Werken is in de afgelopen jaren op vele plekken geïntroduceerd om slimmer om te gaan met de beschikbare middelen binnen organisaties

Nadere informatie

20/9/2011 NULMETING COSTIAN. Leerjaar 2011 propedeuse blok 1.1 Costian de Jonge

20/9/2011 NULMETING COSTIAN. Leerjaar 2011 propedeuse blok 1.1 Costian de Jonge 20/9/2011 COSTIAN NULMETING Leerjaar 2011 propedeuse blok 1.1 Costian de Jonge Dit verslag heeft als functie de basiskennis van de startende student vastleggen, het moment van de meting is begin september

Nadere informatie

Kwaliteitseisen. 4.1 Praktijk Reflectie Kwaliteitseisen voor toetsing Portfolio 30

Kwaliteitseisen. 4.1 Praktijk Reflectie Kwaliteitseisen voor toetsing Portfolio 30 25 Kwaliteitseisen Samenvatting In dit hoofdstuk worden de kwaliteitseisen aan een toets besproken. Een toets moet valide, betrouwbaar, bruikbaar en transparant zijn..1 Praktijk 26.2 Reflectie 26.3 Kwaliteitseisen

Nadere informatie

Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept

Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept Dit document beschrijft het model dat binnen het netwerk ontwikkeld wordt om: Aan de ene kant te dienen als een leidraad om

Nadere informatie

Optimaal benutten, ontwikkelen en binden van aanwezig talent

Optimaal benutten, ontwikkelen en binden van aanwezig talent Management Development is een effectieve manier om managementpotentieel optimaal te benutten en te ontwikkelen in een stimulerende en lerende omgeving. De manager van vandaag moet immers adequaat kunnen

Nadere informatie

Elly de Bruijn. Beroepsonderwijs maken: van dossier naar leren & begeleiden. Zaal 3 Tijdstip 11.00

Elly de Bruijn. Beroepsonderwijs maken: van dossier naar leren & begeleiden. Zaal 3 Tijdstip 11.00 Elly de Bruijn Beroepsonderwijs maken: van dossier naar leren & begeleiden Zaal 3 Tijdstip 11.00 Warming up De docent in het beroepsonderwijs opent de deuren naar de kennis, zienswijzen, vaardigheid, opvattingen

Nadere informatie

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend. Naam student: Studentnummer: Evaluatieformulier meewerkstage CE In te vullen door de bedrijfsbegeleider van de stage biedende organisatie voorafgaand aan het eindgesprek met de stagedocent. De stagiair

Nadere informatie

Aanvraagformulier nieuwe opleiding. Basisgegevens. Contactpersoon/contactpersonen Postbus GG Amsterdam

Aanvraagformulier nieuwe opleiding. Basisgegevens. Contactpersoon/contactpersonen Postbus GG Amsterdam Aanvraagformulier nieuwe opleiding Basisgegevens Naam instelling(en) Contactpersoon/contactpersonen Universiteit van Amsterdam Postbus 19268 1000 GG Amsterdam Contactgegevens Naam opleiding Internationale

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen

Nadere informatie

Pas op: instrumenten!!

Pas op: instrumenten!! DE TOOLBOX VAN COMPETENTIEONTWIKKELING 2009 Dirk Vandecruys itineris bvba Hogedries 29 3990 PEER Tel.: 0497/441.365 1 Voor mens en organisatie Pas op: instrumenten!! Veiligheidswaarschuwing (lezen voor

Nadere informatie

STAPPENPLAN: ONTWIKKELEN VAN VRAAGGERICHTE MODULAIRE ZORG EN DIENSTVERLENING

STAPPENPLAN: ONTWIKKELEN VAN VRAAGGERICHTE MODULAIRE ZORG EN DIENSTVERLENING STAPPENPLAN: ONTWIKKELEN VAN VRAAGGERICHTE MODULAIRE ZORG EN DIENSTVERLENING Inhoudsopgave Inleiding Stap 1: Identificeren van doelgroepen en hun behoeften Stap 2: Samenstellen multidisciplinaire projectgroep

Nadere informatie

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Bachelor of Business Administration (MER opleiding) Bachelor of Business Administration (MER opleiding) voor decentrale overheden Het Onderwijs De Bachelor of Business Administration voor decentrale overheden (Management, Economie & Recht, MER) wordt aangeboden

Nadere informatie

Examenprofiel mbo Schilderen en Onderhoud en Afbouw

Examenprofiel mbo Schilderen en Onderhoud en Afbouw Januari 2015 Examenprofiel mbo Schilderen en Onderhoud en Afbouw Sector: Schilderen en Onderhoud en Afbouw Vastgesteld door: Paritaire Commissie Onderhoud, Schilderen en Afbouw Savantis Vaststellingsdatum:

Nadere informatie

Verdiepingssessie 1 - Implementatie van blijvende gedragsverandering in

Verdiepingssessie 1 - Implementatie van blijvende gedragsverandering in Verdiepingssessie 1 - Implementatie van blijvende gedragsverandering in het licht van burgertevredenheid Marcel Lieskamp MM Dr Bernd Wondergem MMO Begin 2009 Inhoud van deze sheets Deze sheets vormen een

Nadere informatie

Werken met leeruitkomsten in de Saxion Parttime School

Werken met leeruitkomsten in de Saxion Parttime School Werken met leeruitkomsten in de Saxion Parttime School Dick Sweitser, Vera de Ruiter en Paul Schunselaar Kom verder. Saxion. 23 maart 2016 Werken met leeruitkomsten.. Waarmee.. Aansluiten bij de ontwikkel-/

Nadere informatie

Utrecht Business School

Utrecht Business School Masterclass Plan van Aanpak Schrijven De Masterclass Plan van Aanpak Schrijven duurt 1 dag en omvat 2 colleges van 3 uur. U volgt de cursus met ongeveer 10-15 studenten op een van onze opleidingslocaties

Nadere informatie

Talentgerichte benadering

Talentgerichte benadering Talentgerichte benadering 4. Strengths-based development (*) Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Hoe creëren we een stimulerend leerklimaat waarin studenten het beste uit zichzelf kunnen halen? Dit was de

Nadere informatie

Habilis Executive Search. Productie en Techniek

Habilis Executive Search. Productie en Techniek Habilis Executive Search Productie en Techniek Habilis mens en organisatie Mensen zijn voortdurend in beweging. Organisaties zijn continu in beweging. Met als hoogste doel het meest optimale resultaat

Nadere informatie

Onderwijsontwikkeling in het vmbo

Onderwijsontwikkeling in het vmbo Onderwijsontwikkeling in het vmbo... doet appel op ons moreel besef! Ellen Klatter De nieuwe vmbo-conferentie 5 februari 2018 Richtinggevende vragen... 1. Wat zouden scholen en docenten moeten doen om

Nadere informatie

Informatie werkplekleren

Informatie werkplekleren Informatie werkplekleren Pabo Venlo 2014-2015 Inhoudsopgave Inleiding Blz. 3 Stagedagen Blz. 4 Stageweken Blz. 4 Jaaroverzicht 2014-2015 Blz. 5 Opleidingsprogramma Blz. 6 Propedeusefase Hoofdfase Afstudeerfase

Nadere informatie

Management. Analyse Sourcing Management

Management. Analyse Sourcing Management Management Analyse Sourcing Management Management Business Driven Management Informatie- en communicatietoepassingen zijn onmisbaar geworden in de dagelijkse praktijk van uw organisatie. Steeds meer

Nadere informatie

Competentieprofiel MZ Opleider. Competentieprofiel voor mz-opleider.

Competentieprofiel MZ Opleider. Competentieprofiel voor mz-opleider. Competentieprofiel MZ Opleider Dit is een verkorte versie van het document dat is vastgesteld door de ledenvergaderingen van BVMP en BVMZ. In de volledige versie zijn enkele bijlagen toegevoegd, deze worden

Nadere informatie

Het werkveld. Kennis en vaardigheden

Het werkveld. Kennis en vaardigheden Eindkwalificatie propedeuse opleiding Communicatie Vanuit de visie van Biesta dient uitgebalanceerd onderwijs te leunen op drie pijlers, namelijk persoonlijke ontwikkeling, socialisatie en kwalificatie.

Nadere informatie

Inhoud. Subject: Taak 1.2.16 Wat is een portfolio? Paul van der Linden MT1a Periode 2 School Docoments, user 9994 Year 2007-2008

Inhoud. Subject: Taak 1.2.16 Wat is een portfolio? Paul van der Linden MT1a Periode 2 School Docoments, user 9994 Year 2007-2008 Inhoud Taak 1.2.16 Inhoud... 1 Voorwoord... 2... 3 Wat is de inhoud van een portfolio?... 3 Persoonlijk CV... 3 Persoonlijke Competenties... 4 Dossier... 4 Persoonlijk Ontwikkelingsplan... 4 Hoe kan ik

Nadere informatie

Beoordelingskader aanvraag Noloc-erkenning

Beoordelingskader aanvraag Noloc-erkenning Beoordelingskader aanvraag Noloc-erkenning Richtlijnen voor kandidaten, mentoren en beoordelaars 16 mei 2018 CURRICULUM VITAE (CV) CV, algemeen Het cv is beroepsgericht van aard -> geeft een goed beeld

Nadere informatie

Bij het maken van uw eerste portfolioschema gaat u volgens onderstaand stappenplan te werk. Lees het complete plan door voordat u aan de slag gaat.

Bij het maken van uw eerste portfolioschema gaat u volgens onderstaand stappenplan te werk. Lees het complete plan door voordat u aan de slag gaat. Portfoliostappenplan Dit praktische stappenplan heeft als doel om studenten te ondersteunen bij het ordenen en samenstellen van het portfolio. Voor het ontwikkelen van een portfolio staan veel studie-uren

Nadere informatie

Het 9-indicatorenmodel

Het 9-indicatorenmodel Inleiding Kennis is vanzelfsprekend noodzakelijk om een organisatie succesvol te maken. Toch is er ook veel kennis die minder bijdraagt aan de strategie. Als u wilt bepalen welke kennis wel en niet noodzakelijk

Nadere informatie

Logboek persoonlijk ontwikkelingsplan persoonlijk actieplan. Naam student: Maes Pieter

Logboek persoonlijk ontwikkelingsplan persoonlijk actieplan. Naam student: Maes Pieter BACHELOR NA BACHELOR ADVANCED BUSINESS MANAGEMENT Logboek persoonlijk ontwikkelingsplan persoonlijk actieplan Naam student: Maes Pieter 2011-2012 POP EERSTE GEKOZEN ALGEMENE COMPETENTIE: OPBOUWEN VAN EEN

Nadere informatie

Inhoud. Introductie tot de cursus

Inhoud. Introductie tot de cursus Inhoud Introductie tot de cursus 1 Inleiding 7 2 Voorkennis 7 3 Het cursusmateriaal 7 4 Structuur, symbolen en taalgebruik 8 5 De cursus bestuderen 9 6 Studiebegeleiding 10 7 Huiswerkopgaven 10 8 Het tentamen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Leerplanschema Minor Psychologie

Leerplanschema Minor Psychologie Minor Psychologie 1 Inleiding Waarom houden mensen zich niet aan dieetvoorschriften? Hoe kan ik ze dan stimuleren om dat wel te doen? Hoe kan ik teamsporters leren om beter om te gaan met zelfkritiek?

Nadere informatie

Meerwaarde voor onderwijs. De Pijlers en de Plus van FLOT

Meerwaarde voor onderwijs. De Pijlers en de Plus van FLOT Meerwaarde voor onderwijs De Pijlers en de Plus van FLOT De vijf Pijlers: Cruciale factoren voor goed leraarschap Wat maakt een leraar tot een goede leraar? Het antwoord op deze vraag is niet objectief

Nadere informatie

VRAAG & ANTWOORD. Sectoraal generiek functiegebouw. Versie:

VRAAG & ANTWOORD. Sectoraal generiek functiegebouw. Versie: & Sectoraal generiek functiegebouw Versie: 27-3-2019 ALGEMEEN 1. Wat is een generiek functiegebouw? Een generiek functiegebouw benadert functies vanuit overeenkomsten in plaats van verschillen. Zo kijkt

Nadere informatie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Piter Jelles Strategisch Perspectief Piter Jelles Strategisch Perspectief Strategisch Perspectief Inhoudsopgave Vooraf 05 Piter Jelles Onze missie 07 Onze ambities 07 Kernthema s Verbinden 09 Verbeteren 15 Vernieuwen 19 Ten slotte 23 02 03

Nadere informatie

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO 1. Persoonlijke gegevens Naam school:.. Provincie school: o Antwerpen o Limburg o Oost- Vlaanderen o Vlaams- Brabant o West- Vlaanderen Wat is je functie?

Nadere informatie

Wat is competentiemanagement en hoe ga je ermee om? Welke resultaten zijn er te behalen? Welke valkuilen kom je tegen?

Wat is competentiemanagement en hoe ga je ermee om? Welke resultaten zijn er te behalen? Welke valkuilen kom je tegen? Competentiemanagement Wat is competentiemanagement en hoe ga je ermee om? Welke resultaten zijn er te behalen? Welke valkuilen kom je tegen? Vragen die door de praktijkervaringen van de afgelopen jaren

Nadere informatie

Examenprofiel mbo Reclame, Presentatie en Communicatie

Examenprofiel mbo Reclame, Presentatie en Communicatie Februari 2015 Eamenprofiel mbo Reclame, Presentatie en Communicatie Sector: Reclame, Presentatie en Communicatie Vastgesteld door: Paritaire Commissie Reclame, Presentatie en Communicatie Savantis Vaststellingsdatum:

Nadere informatie

Stellingen en uitleg over talentgerichte ontwikkeling op de basisschool

Stellingen en uitleg over talentgerichte ontwikkeling op de basisschool Stellingen en uitleg over talentgerichte ontwikkeling op de basisschool Stellingen Het begrip Talent zegt vooral iets over de capaciteiten van een leerling. Sommige leerlingen hebben meer talent dan anderen.

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Medezeggenschap verzilveren

Medezeggenschap verzilveren Steven van Slageren Medezeggenschap verzilveren 2 maart 2010 OR-ervaring niet meenemen in je loopbaan is een vorm van kapitaalsvernietiging Medezeggenschap verzilveren Stappenplan/spoorboekje/handleiding:

Nadere informatie

Professionalisering ontwikkelteam NID Duaal

Professionalisering ontwikkelteam NID Duaal Professionalisering ontwikkelteam NID Duaal Heerlen, 4 oktober 2011, Hogeschool Zuyd, Heerlen Dr. Bert Hoogveld, Open Universiteit, CELSTEC Drs. Diny Ebrecht, Open Universitieit, CELSTEC. Visionen für

Nadere informatie

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal Vakbeschrijvingen derde jaar EBM: In het derde jaar volg je enkele verdiepende vakken, schrijf je de bachelorscriptie en heb je een vrije keuzeruimte. Je kunt deze ruimte invullen met keuzevakken (o.a.

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Stage-opdrachten Tijdens stage 3 worden 4 stage-opdrachten gemaakt (waarvan opdracht 1 als toets voor de

Nadere informatie

Minor NLP: Opleiding Technician en Practitioner

Minor NLP: Opleiding Technician en Practitioner Minor NLP: Opleiding Technician en Practitioner Faculteit Economie en Management Minor NLP: Opleiding Technician en Practitioner NLP NLP staat voor Neuro Linguïstisch Programmeren (Bandler en Grinder,

Nadere informatie

Utrecht Business School

Utrecht Business School Cursus Lean- & Proces Management De cursus Lean & Process Management duurt ongeveer 2 maanden en omvat 5 colleges van 3 uur. U volgt de cursus met ongeveer 10-15 studenten op een van onze opleidingslocaties

Nadere informatie

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Inleiding en leerdoelen Leren en studeren is een belangrijk onderdeel in je opleiding tot verpleegkundige. Om beter te leren studeren is het belangrijk niet

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

Onderzoeken Werkplekleren

Onderzoeken Werkplekleren Onderzoeken Werkplekleren Leeromgeving Sapfabriek Competenties en professionaliseringsbehoeften Opzet presentatie Verbinding tussen de onderzoeken Aanleiding voor de onderzoeken Onderzoek Sapfabriek Respondenten

Nadere informatie

1 Waarom? 2 Voor wie? Plusdocument Thomas a Kempis, Arnhem. De negen aandachtspunten

1 Waarom? 2 Voor wie? Plusdocument Thomas a Kempis, Arnhem. De negen aandachtspunten Plusdocument Thomas a Kempis, Arnhem De negen aandachtspunten 1 Waarom? De school wil met het plusdocument de talentontwikkeling van de leerling zichtbaar maken en duidelijk maken wat de bijdrage van de

Nadere informatie

Schoolplan 2011-2015 jaarplan periode 3

Schoolplan 2011-2015 jaarplan periode 3 Jaarplan 2014-2015 Dit jaarplan van De Steenen Brug vloeit voort uit: beleidskeuzes binnen stichting Swalm & Roer de 4-jarenplanning aangegeven in het schoolplan 2011-2015 het geëvalueerde jaarplan van

Nadere informatie

Projectmatig betekent: op de wijze van een project. Je moet dus eerst weten wat een project is. Een eenvoudige definitie van project is:

Projectmatig betekent: op de wijze van een project. Je moet dus eerst weten wat een project is. Een eenvoudige definitie van project is: Projectmatig werken Inhoudsopgave Projectmatig werken vs. niet-projectmatig werken... 1 Projectmatig werken... 1 Niet projectmatig werken... 2 Waarom projectmatig werken?... 2 Hoe herken je wanneer projectmatig

Nadere informatie

Niets is moeilijk voor wie weet hoe het werkt.

Niets is moeilijk voor wie weet hoe het werkt. Kennis in beweging eten werkt Niets is moeilijk voor wie weet hoe het werkt. Weten werkt Partner in praktijkleren en personeelsontwikkeling. Dat wil Kenniscentrum GOC zijn voor alle bedrijven en medewerkers

Nadere informatie

Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD. master city developer

Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD. master city developer Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD master city developer Ontwikkel een eigen visie Werk je in stedelijke gebiedsontwikkeling of herstructurering dan is de MCD opleiding voor jou een

Nadere informatie

Management & Organisatie

Management & Organisatie Management & Organisatie Algemeen De opleiding Bedrijfskunde MER (deeltijd) wordt verzorgd door het Instituut voor Bedrijfskunde, Hanzehogeschool Groningen. Steeds meer krijgen organisaties te maken met

Nadere informatie