Voeg altijd berekeningen toe. Vergeet niet te verklaren, motiveren als daar om wordt gevraagd.
|
|
- Willem Frans Kuipersё
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 h5 e 1p oefentoets 1e periode (versie 1p) lad 1 van 5 Voeg altijd erekeningen toe. Vergeet niet te verklaren, motiveren als daar om wordt gevraagd. Opgave 1 Duurzame welvaart is de mate waarin men (een evolking van een land) in zijn ehoeften kan lijven voorzien, waarij die ehoeften met elkaar onurreren om de inzet van shaarse middelen. a Verklaar dat vrije tijd een ehoefte is die onurreert met andere ehoeften. Het nationaal inkomen van een land, erekend als de toegevoegde waarde van edrijven en overheid, kan vooral zijn te danken aan de delfstoffen die het exporteert. Verklaar vanuit ovenstaande definitie van duurzame welvaart dat een hoog nationaal inkomen niet hoeft samen te vallen met een hoog welvaartsniveau. Welke gegevens, ehalve de omzet, he je nog nodig voor de erekening van de netto toegevoegde waarde van een edrijf? Groot-Brittannië wil in 2050 haar CO 2 emissie met 80% heen teruggedrongen t.o.v d Noem twee praktishe veranderingen die nodig zullen zijn om deze amitieuze doelstelling te ehalen, en geef daarij aan wat deze veranderingen met shaarste te maken heen. In onderstaande tael staan indexijfers van de ontwikkeling van Y, P en B over een aantal jaren. Y: nationaal inkomen in lopende prijzen; P: prijspeil; B: evolkingsomvang (1) Nationaal produt in lopende prijzen (2) Index algemeen prijspeil (3) Nationaal produt in onstant prijspeil van 2006 jaar Y P mld 94,3 y mld mld 103,7 e f g Bereken (op het papier voor de uitwerkingen) de ontrekende waarden voor y in de tael. Bereken het perentage waarmee het reëel nationaal produt per hoofd is veranderd tussen 2004 en 2007 als nog ekend is dat de evolking in deze periode is gegroeid met 2,9%. Rond af op 1 deimaal. Gaat het hier om welvaart in ruime zin? Motiveer,
2 h5 e 1p oefentoets 1e periode (versie 1p) lad 2 van 5 Opgave 2 De nominale ruto loonstijging is voor de vakonden het elangrijkste punt van onderhandeling met de werkgevers. Ze letten daarij ook op de onsumentenprijsindex (CPI) en op de tarieven van loonelasting en soiale premies. a Welke uitspraak is lijkaar juist: A Vakondsleden letten vooral op hun rutoloon. B Vakondsleden letten vooral op hun reëel rutoloon. C Vakondsleden letten vooral op hun reëel nettoloon. B Vakondsleden letten vooral op hun nettoloon. De erekening van het CPI door het CBS erust op de gegevens van onderstaande tael. Waar haalt het CBS de gegevens uit de kolommen (1) en (2) vandaan? (1) uitgaven (2) prijsverandering voeding 30 1,5% kleding 18-4,8% wonen 15 4,0% gezondheid 22 6,0% overig 15 1,2% 100 Aan het eind van vorig jaar stond het CPI op 100. Geef een erekening van de CPI aan het eind van dit jaar. Het uitgavenpatroon van het gemiddelde vakondslid past ij deze tael. Het gemiddeld inhoudingsperentage op het rutoloon (in verand met loonelasting en soiale premies) gaat omhoog van 36% naar 37%. d Met welk perentage moet het rutoloon toenemen om de koopkraht van het nettoloon van het gemiddeld vakondslid gelijk te houden? Stel in de erekening het oude rutoloon op 100 geldeenheden. Piet IJzermans heeft geen zorgverzekering en verder geen medishe kosten. Wat anderen in het asisjaar aan gezondheid uitgeven geeft hij extra aan kleding uit. e Bereken hoeveel proentpunt (op 1 deimaal nauwkeurig) de prijsstijging voorpiet gunstiger uitvalt dan de prijsstijging volgens het CPI.
3 gemiddeld inkomen persoongroep in h5 e 1p oefentoets 1e periode (versie 1p) lad 3 van 5 Opgave 3 Voor het afleiden van de Lorenzurve uit inkomensgegevens van een evolking, wordt de totale evolking op 100% en het totale inkomen op 100% gesteld. Je kunt ook een representatieve steekproef van 100 personen uit deze evolking nemen, en hun totale inkomen op 100 punten stellen, waarij 1 punt gelijk is aan het gemiddeld inkomen per hoofd van de evolking. Bij de indeling van de evolking in inkomensgroepen moet gelden dat het gemiddeld inkomen per persoon in elke volgende groep hoger is dan in de voorafgaande groep. Door de inkomensgroepen niet goed op volgorde te zetten, zijn deze getallenparen voor de Lorenzurve erekend: (0, 0) (20, 7) (40, 37) (60, 53) (80, 65) (100, 100). De ijehorende lelijke Lorenzurve zou dan worden: um. % van het inkomen um. % van de evolking a Vereter de getallenparen, zodat de inkomensgroepen naar oplopend inkomen per persoon zijn geordend en teken op de ijlage de vereterde Lorenzurve. Bereken deze verhouding voor de inkomensverdeling die is ingedeeld in inkomensgroepen van laag naar hoog: Geef twee redenen waarom de Lorenzurve voor de seundaire inkomens dihter ij de rehte lijn door de punten (0,0) en (100,100) ligt, dan de Lorenzurve voor de primaire inkomens. Dividend is door NV s uitgekeerde winst. Slehts 40% van de evolking elegt in aandelen, en elke elegger krijgt evenveel dividend. d Teken op de ijlage ook een Lorenzurve voor de verdeling van het dividend.
4 h5 e 1p oefentoets 1e periode (versie 1p) lad 4 van 5 Opgave 4 In het Nederland van 2050 worden urgemeesters door de evolking gekozen. De kandidaten voeren een verkiezingsampagne samen met de kandidaat-loourgemeester, die running mate wordt genoemd. Sarah Palinova is een populaire vershijning uit Rotterdam-West, en ze is running mate van Ahmed Tali. In dit Nederland heeft men voor goederen en diensten oven een epaalde prijs een apart tw-tarief ( het luxe tarief ) ingesteld van 34%. Het normale tw tarief is 21%. Sarah koopt, met geld uit de partijkas, voor ,- leuke kleren om er in de ampagne goed uit te zien. Dit edrag noemen we verder het kleedgeld. Onder partijleden van haar partij, de BVP (rede volkspartij) heersen gemengde gevoelens over het kleedgeld van Sarah Palinova. a Noem in dit verand twee tegenstrijdige gevoelens onder partijleden. De ampagnekleding van Sarah valt geheel in het luxe tarief. Als Sarah hetzelfde edrag had esteed aan kleding met een tw-tarief van 21%, hoeveel tw zou er dan, via de partijkas, zijn etaald? De elastingdienst trekt deze gegevens na, en stuurt Sarah een jaar na de ampagne een naheffing inkomstenelasting. De fisus eshouwt van het kleedgeld als inkomen. Sarah had in 2050 (zonder deze fisale hererekening) een elastaar inkomen van euro. Het marginaal elastingtarief dat daarij hoorde was 40% volgens shijf 3. De hoogste elastingshijf, shijf 4, heeft een ondergrens van euro en een tarief van 50%. Welke naheffing over 2050 zal Sarah in 2051 moeten etalen? ## ijlage
5 h5 e 1p oefentoets 1e periode (versie 1p) lad 5 van 5 BIJLAGE Naam: Grafiek ij opgave 3 um. % v/h inkomen um. % van de evolking
6 antwoorden h5 e 1p 1a d Meer vrije tijd, dus minder areidstijd om onsumptiegoederen te produeren en geld te verdienen om die te kopen. Het verlies van natuurlijke hulpronnen moet als negatieve fator worden gezien, maar dat negatieve aspet wordt niet in het nationaal inkomen meegenomen. Inkopen ij andere edrijven van grondstoffen en diensten, en afshrijvingen. Meer aandaht voor hergeruik, energieesparing, groene stroom en dergelijke. De inspanningen daarvoor leggen eslag op een deel van de produtieapaiteit, waardoor die er minder onsumptiegoederen kunnen worden gemaakt. e y 2004 = 460*(100/94,3) 488 ; y 2006 = 522; y 2007 = 540*(100/103,7) 521 f Bijvooreeld met groeifatoren: g reëel inkomen per hoofd = g reëel inkomen g = 521/488 evolking 1,029 =1,068 1,029 1,038 dus 3,8% g Nee. Er wordt alleen rekening gehouden met de eshikaarheid van goederen en diensten. 2a C (de vakonden onderhandelen over het nominaal rutoloon, met in hun ahterhoofd het reëel nettoloon dat voor hun leden van elang is) (1:) udgetonderzoek onder onsumenten. (2:) gegevens over prijzen ij detailhandel 0,30x101,5 + 0,18x95,2 + 0,15x101,2 101,7 d Brutoloon oud = 100, dus Nettoloon oud: 100 0,64 = 64 Nettoloon nieuw moet worden: 64 1,017 65,1 Brutoloon nieuw moet worden: 65,1 / ,3 rotolooneis van 3,3% e persoonlijke prijsindex Piet: 0,30 101,5 + 0,40 95,2 + 0, ,15 101,2 98,1 Beter af : 101,7 98,1 = 2,6 proentpunt 3a Uit de geumuleerde gegevens (0, 0) (20, 7) (40, 37) (60, 53) (80, 65) (100, 100) volgen deze afzonderlijke groepsgegevens: (20, 7) (20, 30) (20, 16) (20, 12) (20,35). In een goede volgorde wordt dat: (20, 7) (20, 12) (20, 16) (20, 30) (20,35) Nu weer geumuleerd: (0,0) (20,7) (40,19) (60,35) (80,65) (100,100) 30 geldeenheden per 20 deelnemers 12 geldeenheden per 20 deelnemers = 2,5 Hogere elastingtarieven voor hogere inkomens, hogere uitkeringen voor mensen met de lagere primaire inkomens. d Horizontale lijn tussen (0,0) en (40,0) daarna loopt de lijn van (40,0) naar (100,100) 4a Men ziet haar graag stemmen winnen. Er is ongerustheid over haar eerlijkheid / = % + ( ) 50% =
Lesbrief CBS, inflatie en indexcijfers
2COLLEGE RUIVEN Lesrief CBS, inflatie en indexijfers Consumptie PSB en JKH 2016-2017 Deze lesrief geeft extra informatie over CBS, inflatie en indexijfers die je nodig het voor je PTA-toetsen en eindexamen.
Nadere informatieAntwoorden Economie Werk en inkomen alle hoofdstukken
Antwoorden Eonomie Werk en inkomen alle h Antwoorden door S. 5731 woorden 26 oktoer 2015 6,4 14 keer eoordeeld Vak Eonomie Hoofdstuk 1 Vergrijzing kost geld 1.1 Introdutie Opdraht 1 Atieven en inatieven
Nadere informatieh4m&o2p 2010-11 oefentoets M&O in balans H.9 t/m 13, bladzijde 1 van 4
4m&o2p 2010-11 oefentoets M&O in alans H.9 t/m 13, ladzijde 1 van 4 Opgave 1 aandelen en oligaties De alans van eind 2008 van andelsonderneming M&O-H4 N.V. voor de winstverdeling en (diret) na etaling
Nadere informatie4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan 70 000 euro.
Grote opgave personele inkomensverdeling Blz. 1 van 4 personele inkomensverdeling Inkomensverschillen tussen personen kunnen te maken hebben met de verschillende soorten inkomen. 1 Noem drie soorten primair
Nadere informatieHoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine
Hoofdstuk 1 - Funties en de rekenmahine ladzijde 1 V-1a Bij A hoort een kwadratish verand, want de toename van de toename is steeds 4. Bij B hoort een lineair verand, de toename is steeds 5. Bij C hoort
Nadere informatieVijf oefenopgaven bij de voorbereiding op toets 1, h5 ec12. 1 van 5
ijf oefenopgaven bij de voorbereiding op toets 1, h5 ec12. 1 van 5 Opgave 1 Gegevens: q a = 0,6p ; q a : aanbod tarwe van boeren in de EU q v = -0,1p + 40; q v : vraag naar tarwe binnen de EU (q: hoeveelheid
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Voorkennis V-a Het edrijf rekent 35 euro voorrijkosten. 3t+ 35 = k Als de monteur 7 uur ezig is kost het 3 7 + 35 = 75 euro. d 3t + 35 = 7 3t = 3 t = 5, De monteur is,5 uur of uur en kwartier ezig geweest.
Nadere informatieHoofdstuk 6: Kan de overheid dat regelen?
Pinode 5 de editie, GT 4 antwoorden leeroek Hoofdstuk 6: Kan de overheid dat regelen? Weer naar shool. a Leerpliht geldt voor kinderen tot en met het leerjaar waarin zij 16 jaar worden. Na het laatste
Nadere informatie6 Actieve belastinglatenties en terugvorderbare belasting
6.1 a 1 Een elastingvordering kan ontstaan door: op de voorlopige aanslag is meer etaald dan werkelijk vershuldigd is of vershuldigd zal zijn. ahterwaartse verliesverrekening (arry ak). 2 Een atieve elastinglatentie
Nadere informatieconsumentenprijs btw tarief Rekenvoorbeeld Een bakker heeft aan het eind van de ochtend de volgende artikelen verkocht.
4.2 Inkoopwaarde van de omzet De inkoopwaarde van de omzet is het edrag dat je het etaald voor de artikelen die je in een epaalde periode het verkocht. Omzet erekenen De consumentenomzet is dat wat je
Nadere informatie3 Belastinglatenties en de resultaatmethode
3.1 a De tijdstipvershillen ontstaan wanneer fisaal aten en lasten in een ander oekjaar worden genomen dan in de jaarrekening. Kenmerkend daarij is dat hierdoor resultaatvershuivingen ontstaan die na verloop
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door M. 1189 woorden 16 november 2016 0 keer beoordeeld Vak Economie Economie, hoofdstuk 4 Loon/winst: zijn vormen van inkomen. Hierover betaal je belastingen
Nadere informatieVl.1 Heeft de overheid schulden?
Van wie is dat geld? V1 Valt het mee of tegen? Als de olie- en gasprijs hoog is, krijgen de urgers hoge energierekeningen te etalen. Bovendien stij gen de enzineprljzen. Bijvooreeld: Als edrijven meer
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1 EXAMEN: 2002-I
TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1 NIVEAU: HAVO EAMEN: 2002-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die
Nadere informatieZo n grafiek noem je een dalparabool.
V-a Hoofdstuk - Funties Hoofdstuk - Funties Voorkennis O A B De grafiek ij tael A is een rehte lijn, want telkens als in de tael met toeneemt neemt met toe. Het startgetal is en het hellingsgetal is. d
Nadere informatieHoofdstuk 5 - Hypothese toetsen
V-1a 98 ladzijde 114 Niet iedereen heeft dezelfde kans om in deze steekproef te komen. Het zijn klanten van de winkel. Het zijn alleen vrouwen. Het zijn klanten die allemaal op hetzelfde tijdstip oodshappen
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur
Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
4 Voorkennis V-a k = 8t+ 4 Het edrijf rekent 4 euro voorrijkosten. De shoorsteenveger werkt 4 minuten en dat zijn kwartieren. Als de shoorsteenveger 4 minuten ezig is geweest, kost het 8 + 4= 99 euro.
Nadere informatieHoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine
Hoofdstuk 1 - Funties en de rekenmahine ladzijde 1 V-1a Bij A hoort een kwadratish verand, want de toename van de toename is steeds 4. Bij B hoort een lineair verand, de toename is steeds 5. Bij C hoort
Nadere informatieHoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine
Hoofdstuk 1 - Funties en de rekenmahine ladzijde 1 V-1a Bij A hoort een kwadratish verand, want de toename van de toename is steeds. Bij B hoort een lineair verand, de toename is steeds 5. Bij C hoort
Nadere informatieOndernemer Retail. Dit proefexamen bestaat uit vijf meerkeuzevragen en negen open vragen.
Proefexamen Ondernemer Retail Finanieel 3, B K-K3 Opleiding Ondernemer Retail Creoode 2566 Cohort 206-207 Proefexamen theorie Onderwerpen Adviestijd Finanieel 3, B-K-K3 Investeringsegroting, vaste ativa,
Nadere informatieKhaqani Academy, versie 1.0 rev. mei 2016 Uitgave Khaqani Academy 2016
Khaqani Aademy, versie.0 rev. mei 206 Uitgave Khaqani Aademy 206 Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen in welke vorm dan ook zonder toestemming van de rehtheenden. Voor informatie kunt u zih wenden
Nadere informatieTe weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.
Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar
Nadere informatieBasiskennis Calculatie
Proefexamen Beshikare tijd: 90 minuten 160829P 1 Proefexamen DIT PROEFEXAMEN BESTAAT UIT 9 GENUMMERDE PAGINA S, waarin opgenomen: 25 GESLOTEN VRAGEN, geriht op toetsing van de kennis van de theorie en
Nadere informatie3 oefenopgaven lorenzcurve pagina 1 van 4
3 oefenopgaven lorenzcurve pagina 1 van 4 Inleiding Abstracte beschrijving Een lorenzcurve geeft aan hoe meetwaarde y is verdeeld over de populatie x. Een lorenzcurve loopt van (x, y) = (, ) tot (1, 1).
Nadere informatieSamenvatting Economie Jong & Oud
Samenvatting Economie Jong & Oud Samenvatting door S. 1109 woorden 25 april 2017 7,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: School of baantje Budgetlijn - Geeft verschillende combinaties
Nadere informatie9e editie. Moderne wiskunde. Uitwerkingen Op stap naar 4 havo. Dick Bos
9e editie Moderne wiskunde Uitwerkingen Op stap naar 4 havo Dik Bos Inhoud Hoofdstuk Getallen 000 - Rekenen met reuken 000 - Deimale getallen, proenten en fator 000-3 Kwadraten 000-4 Wortels 000-5 Mahten
Nadere informatie4.t Wie is toch die overheid?
Doet de overheid eonomishe zaken? 4 Laat het maar aan 'de markt' over! 1 a Vorig jaar heeft zij een nieuwe verzekering afgesloten. Zij wil nu niet weer alle verzekeringsvoorwaarden vergelij ken. De ouders
Nadere informatieKeuzemenu - Wiskunde en economie
1a a Keuzemenu - Wiskunde en eonomie ladzijde 6 TK( 00) GTK( 00) = = 300 = 71 euro per ezoeker 00 00 TK( 600) 800 = = 71, 33 euro per ezoeker 600 600 TK( 800) 9 00 GTK( 800) = = = 7 euro per ezoeker 800
Nadere informatie3 oefenopgaven lorenzcurve pagina 1 van 5
3 oefenopgaven lorenzcurve pagina 1 van 5 Inleiding Hoe maak je een lorenzcurve uit losse meetwaarden? Gegeven: 10 bedrijven met omzet: 40, 56, 90, 201, 162, 31, 170, 180, 191, 118 ( mln ) i Sorteren:
Nadere informatieDomein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl
Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Voorkennis V-1a Om het edrag in euro s te erekenen vermenigvuldig je het aantal kwh met 0,08 en tel je er vervolgens 14 ij op. De formule is dus verruik 0,08 + 14 = edrag. De formule ij tarief A kun je
Nadere informatieHoofdstuk 7 Exponentiële formules
Opstap Mahten en proenten O-a 3 5 3 3 3 3 3 43 3 78 ( 5) 4 5 5 5 5 65 d 6 ( ) 5 6 9 O- Jak heeft het goede antwoord, want de 6 staat niet tussen haakjes. O-3a 7 4 4 g 7 3 5 7 ( ) 5 48 83 h 3 4 3 9 8 4
Nadere informatieDOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later
DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD Module 4 Nu en later Inflatie Definitie: stijging van het algemeen prijspeil Gevolgen van inflatie koopkracht neemt af Verslechtering internationale concurrentiepositie Bij
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Voorkennis V-1a Voor de kosten in euro s vermenigvuldig je het aantal gehuurde dvd s met 1,50 en tel je er vervolgens de eenmalige kosten van 6 euro voor het pasje ij op. Dat kost 6 + 1,50 20 = 6 + 30
Nadere informatieOefentoets Klas: havo 4
Oefentoets Klas: havo 4 Vak: economie Toets over: h1 tot en met h6 Lesbrief: jong & oud Hulpmiddelen: gewone rekenmachine DEZE TOETS BESTAAT UIT 6 OPGAVEN! Opgave 1 Stel er zijn twee softwarebedrijven
Nadere informatieAntwoorden stencils OPGAVE 1 11.313 pond. (36,41%) 1,48 miljard als het BNP in procenten harder is gestegen dan het bedrag in ponden in procenten
Antwoorden stencils OPGAVE 1 1. Nominaal Inkomen 1996 = 25,34 miljard pond x 1,536 = 38,92224 miljard pond Bevolkingsomvang 1996 = 3.340.000 x 1,03 = 3.440.200 Nominaal Inkomen per hoofd = 38,92224 miljard
Nadere informatieHoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine
Hoofdstuk - Funties en de rekenmahine Voorkennis: Funties ladzijde V-a De formule is T = + 00, d Je moet oplossen + 00, d = dus dan geldt 00, d = en dan is d = : 00, 77 m V-a f( ) = = 0en f( ) = ( ) (
Nadere informatieBlok 3 - Vaardigheden
B-a Extra oefening - Basis Ja, x en y zijn omgekeerd evenredig. Bij de tael hoort de formule x y = 70 of y = 70 of x = 70. x y Ja, x en y zijn omgekeerd evenredig. Bij de tael hoort de formule x y = 8
Nadere informatieWelvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?
1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte
Nadere informatieDe potten kunnen in Egypte goedkoper gemaakt worden dan in Nederland (doordat de lonen in Egypte lager zijn).
Pinode 5 de editie, GT 4 antwoorden leeroek Hoofdstuk 8: Hoe groot is jouw wereld? Made in Holland? a De potten kunnen in Egypte goedkoper gemaakt worden dan in Nederland (doordat de lonen in Egypte lager
Nadere informatieCPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling. Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25
CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25 ConsumentenPrijsIndexcijfer Consumenten Prijsindexcijfer in
Nadere informatieHoofdstuk 5: Aan de slag!
Pinode 5 de editie, GT 4 antwoorden leeroek Hoofdstuk 5: Aan de slag! Werk aan de winkel. a Vooreelden zijn: tekst van de liedjes moet geshreven worden, muziek moet worden geomponeerd (samengesteld), liedjes
Nadere informatieH23 VERBANDEN vwo de Wageningse Methode 1
H23 VERBANDEN vwo f 23.0 INTRO 1 a - De oven- en ondergrens van de aeroe zone. 2 2 iggen en 44 hanen of 7 iggen en 15 hanen 23.1 VERBANDEN IN DE PRAKTIJK 3 a 4 km t 0 6 12 15 18 36 a 0 2 4 5 6 12 6 a 25
Nadere informatie8 Belastinglastverantwoording bij fiscale eenheid
Administratie en winstelasting 8 Belastinglastverantwoording ij fiscale eenheid 8 Belastinglastverantwoording ij fiscale eenheid 8.1 a Het te etalen elastingedrag of het terug te vorderen elastingedrag
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
a Hoofdstuk - Rekenen met kansen. Kansen erekenen ladzijde vaas A R W vaas B R W R W + P( één rode en één witte) = = =, P( RW) + P( WR) = + = + = =,. Het klopt dus. a Aantal mogelijkheden is =. Elk van
Nadere informatieDe kosten van duurzame productiemiddelen
4 hoofdstuk De kosten van duurzame produtiemiddelen 4.1 B 4.2 D 4.3 C 4.4 A 4.5 A 20.000 1,10 4 = 88.000 Afgerond naar oven is dit 4 mahines met een apaiteit van 100.000 stuks per jaar. 4.6 D Op deze korte
Nadere informatiebruto inkomen (per persoon)
Opgave 1 Lorenzcurve en economische kringloop Definities: Bruto inkomen Loon/pensioen, interest, winst/dividend, huur/pacht Netto inkomen Bruto inkomen inkomstenbelasting (IB) Netto besteedbaar inkomen
Nadere informatieINLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land
INLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land A. Inleidende begrippen 1. Het begrip BBP Het BBP is de som van alle bruto toegevoegde waarden geproduceerd door alle ondernemingen in 1 land in een
Nadere informatie._.. MAVO-D-I CENTRALE EXAMENCOMMISSIE VASTSTELLING OPGAVEN CORRECTIEVOORSCHRIFT. Bij het examen: NATUURKUNDE MAVO-D 1986-I. 2 Scoringsvoorschrift
._.."._.. l,,,,,.,., ENTRALE EXAMENOMMISSIE VASTSTELLING OPGAVEN ORRETIEVOORSHRIFT Bij het examen: NATUURKUNDE MAVO-D-I MAVO-D 986-I Inhoud: Algemene regels Scoringsvoorschrift. Scoringsregels. orrectiemodel
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Hoofdstuk - Meer variaelen ladzijde V-a Omdat het water met onstante snelheid uit de ak stroomt en de ak ilindervormig is, is de afname van de hoogte van de waterstand per tijdseenheid onstant. De hoogte
Nadere informatie1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieHoofdstuk 4: Hoe wordt er gewerkt?
Pinode 5 de editie, GT 4 antwoorden leeroek Hoofdstuk 4: Hoe wordt er gewerkt? Een grote uitgave. a Je kan werken om ervaring op te doen, voor de soiale ontaten, omdat je het leuk vindt of om iets te doen
Nadere informatieHandel (tastbare goederen) 61 35 + 26 Diensten (transport, toerisme, ) 5 4 + 1 Primaire inkomens (rente, dividend, ) 11 3 + 8
betalingsbalans Zweden behoort tot de EU maar (nog) niet tot de EMU. Dat maakt Zweden een leuk land voor opgaven over wisselkoersen, waarbij een vrij zwevende kroon overgaat naar een kroon met een vaste
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2009 - I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een juiste verklaring
Nadere informatieEindexamen havo economie oud programma I
Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat mensen met een hoog
Nadere informatieOm een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.
Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak economie havo, eerste tijdvak (2019). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende
Nadere informatieRente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen
Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Ruilen over de tijd Intertemporele substitutie Bedrijven lenen geld om te investeren
Nadere informatieAntwoorden oefeningen
Auteurs: Marijs, Hulleman isn: 978-90-01-81695-7 www.internationaleeonomisheontwikkelingen.noordhoff.nl 2013 Noordhoff Uitgevers v Antwoorden oefeningen Antwoorden meerkeuzevragen Hoofdstuk 1 1.1 a 1.6
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Blok - Vaardigheden Extra oefening - Basis B-a De formules a = en s= t 8 zijn lineaire formules. Bij tael A hoort een lineair verand omdat de toename in de onderste rij steeds + is. Bij tael B hoort geen
Nadere informatieSamenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen
Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen Samenvatting door een scholier 1239 woorden 30 oktober 2003 6,6 81 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1 Beroepsbevolking= werkgelegenheid
Nadere informatieVaardigheden. bladzijde 52. deel van 240 = 96 en 3 deel = 144. deel = ( 11 : 25 ) 2110 = 928, 40 euro en. deel = ( 14 : 25 ) 2110 = 1181,60 euro
Vaardigheden ladzijde 5 a 7 f 8 0 g 8 0,96 h 9 d 9 i 0 e 8 j a 7,5 e 8 5 6 f 6 g 5, 0, = 0, 3 3 9 d 9 h = = =, 5 3a 8, = 3, 88 euro a 6, 365 = 58 dagen 6 3, = 3568, gram Drie dagen is 7 uur, dus 0, 7 =
Nadere informatieHoofdstuk 10 Calculaties op korte termijn
Hoofdstuk 10 Calculaties op korte termijn 10.5 Jorco BV De productiecapaciteit van de onderneming Jorco BV is 30 000 eenheden product per jaar. Met etrekking tot het vorig jaar is het volgende overzicht
Nadere informatieOefentoets Klas: havo 3 / vwo 3
Oefentoets Klas: havo 3 / vwo 3 Vak: economie Toets over: h1 en h2 Lesbrief: kopen en werken Hulpmiddelen: gewone rekenmachine DEZE OEFENTOETS BESTAAT UIT 8 OPGAVEN! Opgave 1 Begrippen 1 Noem alle productiefactoren
Nadere informatie6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven:
Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari 2016 6,9 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1 Actieven en inactieven: Actieven; mensen die betaald werk
Nadere informatieVaardigheden - Blok 4
ladzijde 0 a Uit de stelling van Pythagoras volgt AB = + = AB = P = 4 + 4 = + + P = P is vier keer de afstand AB, dus = 4 = 4 = 4 = a 7 = = = 4 = 9 = 9 = 00 = 00 = 00 = 0 d 7 = = = e 9 = 49 = 49 = 7 f
Nadere informatieEconomie 2011-2012 Klas 3 mavo
conomie 2011-2012 Klas 3 mavo it werkstuk gaan jullie een product ontwikkelen. Het maakt niet uit welk product maar het moet wel vernieuwend zijn. enk aan een pratende agenda, een robot die je huiswerk
Nadere informatieBIJLAGE G VERSPREIDING ZOETWATERNEVEL LANGS DE IJSSELMEERDIJK
BIJLAGE G VERSPREIDING ZOETWATERNEVEL LANGS DE IJSSELMEERDIJK VERSPREIDING ZOETWATERNEVEL LANGS DE IJSSELMEERDIJK Inleiding Deze tekst evat een eoordeling van de effecten van de plaatsing van windturines
Nadere informatie7.L Nederland in z'n eentje?
Waar moet dat heen? 7 Een nieuwe spijkerroek 1 a Vaak staat dat op een laeltje aan de innenzijde van de kleding. Anders staat het vermeld op een van de kaartjes die in de winkel aan de kleding evestigd
Nadere informatieSamenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4
Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting door A. 969 woorden 18 november 2012 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Kinderen krijgen is voor ouders liefde en vreugde en de ouders
Nadere informatie6.1 Krijg jij wat je verdient?
Wat komt allemaal ij werken kijken? 6 In één klap rijk? 1 a Meestal is een 16-jarige minder produtief dan iemand van23jaar of ouder. Een 16- jarige heeft minder ervaring en nog geen vakdiploma. Ook speelt
Nadere informatiePraktische opdracht Economie Inflatie
Praktische opdracht Economie Inflatie Praktische-opdracht door een scholier 1658 woorden 20 juni 2005 6,9 44 keer beoordeeld Vak Economie Wat is Inflatie? Wat is inflatie en wat is een prijsindexcijfer?
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een
Nadere informatieHoofdstuk 12 GETALLEN EN GRAFIEKEN. d e = 1,5p ; p = 3 2 e e euro's kronen f k = 9e ; e =
Hoofdstuk 1 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1.0 INTRO 1 a De slak klimt een uur met onstante snelheid, glijdt dan een uur langzaam naar eneden, stijgt dan weer een uur, enz. 1,5 m/u 0,5 m/u d 8 uur en 40 minuten
Nadere informatieEindexamen havo economie 2013-I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 bij (1) monopolie bij (2) toe
Nadere informatieInleiding tot de economie (HIR(b)) VERBETERING Test 14 november 2008 1
Inleiding tot de economie (HIR(b)) VERBETERING Test 14 november 2008 1 Vraag 1 (H1-14) Een schoenmaker heeft een paar schoenen gerepareerd en de klant betaalt voor deze reparatie 16 euro. De schoenmaker
Nadere informatieHoofdstuk 5 - Tabellen, grafieken, formules
Hoofdstuk 5 - Taellen, grafieken, formules ladzijde 130 V-1a d De grafieken van de grond en de luht vertonen veel grotere temperatuurshommelingen dan de grafiek van het water. De grafiek van de grond omdat
Nadere informatiede Wageningse Methode Antwoorden H12 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1
Hoofdstuk GETALLEN EN GRAFIEKEN.0 INTRO a De slak klimt een uur met onstante snelheid, glijdt dan een uur langzaam naar eneden, stijgt dan weer een uur, enz.,5 m/u 0,5 m/u d 8 uur en 40 minuten tot 0 gram:
Nadere informatiede Wageningse Methode Antwoorden H23 VERBANDEN HAVO 1
H3 VERBANDEN HAVO 30 INTRO f a - De oven- en ondergrens van de aeroe zone: ij 5 jaar tussen 3 en 75 Op plaats 503 3 VERBANDEN IN DE PRAKTIJK 3 a : 3 km a 9 8 : 5 90, km d k = 30 t + 0 e k = 30 t + 0 g
Nadere informatiede Wageningse Methode Antwoorden H23 VERBANDEN HAVO 1
H23 VERBANDEN HAVO 230 INTRO f a - De oven- en ondergrens van de aeroe zone 2 Op plaats 503 23 VERBANDEN IN DE PRAKTIJK 3 a km d k = 30 t + 0 e k = 30 t + 20 g Het uurtarief epaalt de helling van de grafiek
Nadere informatieH23 VERBANDEN VWO. d t INTRO. 1 a - b De boven- en ondergrens van de aerobe zone: bij 15 jaar tussen 143 en 175.
H3 VERBANDEN VWO 3.0 INTRO d t + 00 h = 9 e 00t + h = 900 f a - De oven- en ondergrens van de aeroe zone: ij 5 jaar tussen 43 en 75. iggen en 44 hanen of 7 iggen en 5 hanen 3. VERBANDEN IN DE PRAKTIJK
Nadere informatieVoor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:
economie 1 Compex Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel
Nadere informatieAanpassingen lesbrieven havo
Aanpassingen lesbrieven havo 2012-2013 Lesbrief Vervoer blz. 5, na 5 e regel onder foto:..is aangesloten bij TCA. Toevoegen: Vanwege het grote marktaandeel mag TCA de marktleider genoemd worden. blz. 5,
Nadere informatiede Wageningse Methode Antwoorden H12 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1
Hoofdstuk GETALLEN EN GRAFIEKEN.0 INTRO a De slak klimt een uur met onstante snelheid, glijdt dan een uur langzaam naar eneden, stijgt dan weer een uur, enz.,5 m/u 0,5 m/u d 8 uur en 40 minuten tot 0 gram:
Nadere informatieALGEMENE ECONOMIE /03
HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
ladzijde 54 a Uitvoeren van de matrixvermenigvuldiging voor de eerste rij geeft v = dus v =. Uitvoeren van de matrixvermenigvuldiging voor de tweede rij geeft s = dus s = 5, van j j 3j j v v v 3 j j 4
Nadere informatieConcept samenwerken en onderhandelen 7
Conept samenwerken en onderhandelen 7 Vragen ij introdutie tekst: Met de us, in de file of met de us in de file. 1 Ze moeten, net als het overige vervoer, wahten ij de Poort om op de snelweg te komen.
Nadere informatieEindexamen economie havo I
Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 Voorbeeld van een juiste berekening: 47,5 27,5 100% = 72,73% 27,5
Nadere informatieH23 VERBANDEN havo de Wageningse Methode 1
H23 VERBANDEN havo 23.0 INTRO a - de oven- en ondergrens van de aeroe zone. 2 Op plaats 503 23. VERBANDEN IN DE PRAKTIJK 3 a km t 0 6 2 5 8 36 a 0 2 5 6 2 d k = 30 t + 0 e k = 30 t + 20 f Zie assenstelsel
Nadere informatieEERSTE AFGELEIDE TWEEDE AFGELEIDE
Lesrief EERSTE AFGELEIDE etreme waarden raaklijn normaal TWEEDE AFGELEIDE uigpunten 6/7Np GGHM03 Inleiding Met ehulp van de grafische rekenmachine kun je snel zien of de grafiek daalt of stijgt. Het horizontaal
Nadere informatieVoor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:
economie 1 Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 20 05 Tijdvak 2 Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)
Wiskunde B (nieuwe stijl) Correctievoorschrift VWO Voorereidend Wetenschappelijk Onderwijs 0 0 Tijdvak Inzenden scores Uiterlijk op 0 mei de scores van de alfaetisch eerste tien kandidaten per school op
Nadere informatieRuilen over de tijd (havo)
1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieOnderneming en omgeving - Economisch gereedschap
Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap 1 Rekenen met procenten, basispunten en procentpunten... 1 2 Werken met indexcijfers... 3 3 Grafieken maken en lezen... 5 4a Tweedegraads functie: de parabool...
Nadere informatieHoofdstuk 6 Hypothesen toetsen
Hoofdstuk 6 Hypothesen toetsen ladzijde 144 1a X is aantal autokopers die merk A aanschaffen. X is Bin(100; 0,30) verdeeld. 0,30 3 100 = 30, naar verwachting zullen dus 30 autokopers merk A aanschaffen.
Nadere informatie2.L Laat jij je verleiden?
He jij nog wat te koop? 2 Wat is het jou waard? L t Eigen antwoord Bijvooreeld: Muziek is voor Joanne elangrijk, daarom heeft. ze er veel geld voor over. Voor Daan is dat niet het geval, hij heeft andere
Nadere informatieAbsoluut Relatief = in verhouding = procentueel; procentuele verandering procentpunt; perunage, promille; juist afronden groei over groei
Absoluut Relatief = in verhouding = procentueel; procentuele verandering procentpunt; perunage, promille; juist afronden groei over groei (groeifactoren) terugrekenen in de tijd (met groeifactoren) nominaal,
Nadere informatiePolynomen. De algemene vorm van een polynoom is: f(x) = a 0. + a 1. 0, n N. x +... + a n 1. x n 1 + a n. x n. met a n
Polnomen Polnomen Funties als 4 en + 1 zijn vooreelden van een grote klasse van veelvoorkomende funties: de polnomen of veeltermfunties. Wij zullen steeds de term polnomen geruiken. Een van de redenen
Nadere informatieMAVO-D-II CENTRALE EXAMENCOMMISSIE VASTSTELLING OPGAVEN CORRECTIEVOORSCHRIFT. Bij het examen: NATUURKUNDE MAVO-D 1986-II. 2 Scoringsvoorschrift
ENTRAE EXAMENOMMISSIE VASTSTEING OPGAVEN ORRETIEVOORSHRIFT Bij het examen: NATUURKUNDE MAVO-D 986-II MAVO-D-II Inhoud: Algemene regels Scoringsvoorschrift. Scoringsregels. orrectiemodel - - De entrale
Nadere informatieDe mate waarin de gevraagde hoeveelheid van een product(qv) gevoelig is voor een verandering van de prijs van het product (p).
1. Prijselasticiteit van de vraag De mate waarin de gevraagde hoeveelheid van een product(qv) gevoelig is voor een verandering van de prijs van het product (p). %-verandering gevraagde hoeveelheid (gevolg)
Nadere informatie