Schoolgids. Kindercampus Zuidas en 12e Montesorischool De Stern - schooljaar

Transcriptie

1 Schoolgids Kindercampus Zuidas en 12e Montesorischool De Stern - schooljaar

2 September 2015 Inhoudsopgave 1. Gids Kindercampus zuidas 3 2. Kindercampus Zuidas Kinderen Ouders Team Gebouw 5 3. Visie Missie Uitgangspunten Missie Visie 7 4. Werkwijze en aanpak ( ) Missie en visie en de praktijk Schooltijden/ opvangtijden Ons onderwijsaanbod Algemeen Onze accenten Zorg en aandacht voor kinderen Passend onderwijs Ontwikkeling Zorg Schorsing en verwijdering Noodprocedure Kwaliteitsbeleid Visie, ambitie en schoolontwikkeling Investeren in het schoolteam Kenmerken van de leerlingpopulatie in beeld Opbrengstgericht werken Interventies Verantwoording Toetsen Groei/ toekomst Veiligheidsbeleid Een veilige school Afspraken Protocol Handelswijze ongewenst gedrag Vertrouwenspersoon Ouderbetrokkenheid Klachtenregeling Verzuimbeleid en verlofregeling Aanmelding en toelating Formulieren/ formaliteiten Woordenlijst 36 Gids Kindercampus Zuidas 2

3 1. Gids Kindercampus Zuidas. In deze gids presenteren wij Kindercampus Zuidas. We lichten onze visie, missie en werkwijze toe. Deze gids is geschreven voor ouders en belangstellenden. Ook geven wij met dit document inzicht in onze drijfveren voor Kindercampus Zuidas. De inspectie van het Onderwijs ontvangt van deze schoolgids een exemplaar. Deze gids is het derde exemplaar en tevens de start van het derde jaar dat Kindercampus Zuidas bestaat. De Kindercampus Zuidas is een Integraal Kind Centrum (IKC) in opbouw en in dat licht moet ook de gids gezien worden. Het is een document in opbouw. Gids Kindercampus Zuidas 3

4 2. Kindercampus Zuidas 2.1 Kinderen Alle kinderen zijn welkom op Kindercampus Zuidas. Het schooljaar starten er 3 groepen met kinderen in groep 1-2, 2 groepen 3 en één groep 4. Er zijn veel nieuwe aanmeldingen van ouders en kinderen voor de kleutergroepen. In januari 2017 zal er een vierde groep 1-2 worden gestart. Dit wordt een zogenaamde inloopgroep. In zo n groep zitten alleen kinderen van groep 1. In het volgende schooljaar groeit zo n groep uit tot een volledige groep 1-2. Een inloop-groep groeit tot ongeveer 15 kinderen. Verder is er nog één groep 5/6 en één groep 7/8. Deze groepen zijn officieel nog groepen van De Stern. We functioneren echter als één school: Kindercampus Zuidas. 2.2 Ouders Ouders zijn op Kindercampus Zuidas partners in de begeleiding die geboden wordt. In het team op de Campus heeft ieder zijn eigen expertise. Ook ouders hebben in dit team een rol. Samen met de professionals zorgen zij ervoor dat het kind zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen. Ouders kunnen ook hun expertise in het algemeen op Kindercampus Zuidas inzetten om de school te ondersteunen. Er is een OR en een MR waarin taken te vervullen zijn, ouders kunnen hulp verlenen bij reisjes, uitstapjes, werken in de tuin en dergelijke. Ouders die expertise hebben op het gebied van communicatie, PR, ICT en zo meer kunnen de school ondersteunen met advies, goede raad en eventueel gerichte hulp. Ouders worden regelmatig gevraagd naar hun mening. Er is een klankbordgroep waarin ouders mee praten en mee denken met de school. 2.3 Team Het team bestaat uit: Pedagogisch medewerkers, leerkrachten en specialisten. De teamleden die werken op Kindercampus Zuidas worden gekenmerkt door enthousiasme en expertise. Zij volgen regelmatig scholing over de verschillende vernieuwingen die gewoon zijn in het onderwijs. Op dit moment is scholing in de Engelse taal een belangrijk speerpunt. Leerkrachten op de Kindercampus hebben een aangevuld profiel. Dat houdt in dat er extra vaardigheden en kennis wordt verwacht. Samenwerking van de teamleden en leren van elkaar zijn belangrijke uitgangspunten. Gids Kindercampus Zuidas 4

5 Wie werkt waar? Algemene directie: V.S.O.: K.D.V.: N.S.O.: Klas 1-2 A: Klas 1-2 B: Klas 1-2 C: Klas 3a Klas 3b Klas 4a Klas 5/6 Klas 7/8 Gymnastiek leerkracht: T.S.O.+ ondersteuning: VVE-ondersteuning: Muziekles/ administratie/concierge: Intern begeleider: Th.M.W.M Heine (Thérèse)(afwezig ivm ziekte) Anja Goossens (waarnemend directeur) Edith van Ingen (locatiemanager opvang) Nelleke en Suzanne Edith van Ingen (locatiemanager) Wilma, Suzanne, Celeste, Tessa, Natsja Bas van de Rande, alle dagen Noor Visser op maandag Kim Visser op dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag Erica Uidam (vervangt Lisette Meijers wegens zwangerschapsverlof) op maandag, dinsdag en woensdag Sanne Evers, op donderdag en vrijdag Carolien Wieken, alle dagen Felice Vrijhof of maaandag, dinsdag en woensdag Willemijn Lindeboom op donderdag en vrijdag Evelien de Graaf, alle dagen Henry Schunselaar, alle dagen Kim Koningh, alle dagen Sjors Lammertink, op maandag en donderdag medewerkers van Kinderrijk Margit Bakker, maandag- en woensdagochtend Jan van der Smit, op dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag Audrey Raalte, op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag 2.4 Gebouw Kindercampus Zuidas is met ingang van september 2014 een gloednieuw gebouw betrokken. Door heel veel mensen is hard gewerkt om een gebouw neer te zetten dat voldoet aan alle eisen. Gedurende het jaar 2015 is gewerkt aan fase 2 van het gebouw. Rond januari 2016 was fase 2 van het gebouw gereed om aan fase 1 te worden gekoppeld. Toen zijn ook de kinderen van de hogere groepen naar de Kindercampus verhuisd. Het gebouw wordt gekenmerkt door natuurlijke materialen, veel hout en glas geven het een zekere transparantie en natuurlijkheid. Kinderen weten de weg en voelen zich er snel thuis. De buitenruimte leent zich voor spel en ontdekking. Er wordt gestreefd naar een natuurlijk verloop tussen binnen- en buitenruimte. Buiten spelen is een vast onderdeel van de dag. Zorgt u alstublieft voor kleding die tegen een stootje kan. Ook bij regen of wind gaan we naar buiten! Binnen lopen de kleuters op pantoffels of binnen-schoenen. Zo blijft het schoon en fijn om ook eens lekker op de vloer aan het werk te zijn. Gids Kindercampus Zuidas 5

6 3. Visie Missie 3.1 Uitgangspunten Gids Kindercampus Zuidas 6

7 3.2 Missie I m not afraid of storms for I m learning to sail my ship - Aeschylus Het is onze missie om elke leerling een goede kapitein te maken. Ze goede kwaliteit onderwijs te bieden waarbij ze zicht krijgen op hun eigen ontwikkeling en hun eigen koers kunnen varen. We doen dit in een inspirerende leeromgeving, zodat ze groeien tot zelfstandige wereldburgers die bouwen aan de wereld van morgen. 3.3 Visie De visie van de Kindercampus steunt op een aantal verschillende pijlers. Deze zijn hieronder uitgewerkt. Sawun bona Sikhona Ik zie je Ik ben hier Volgens de Zulu traditie begroet je elkaar hiermee. Door deze manier van begroeten erken je iemands bestaan en zie je iemand zoals hij is. De Kindercampus is een school waar elk kind gezien wordt met zijn eigen talenten en mogelijkheden. Ieder kind is uniek en heeft zijn eigen talenten, mogelijkheden, uiterlijk, geloof en cultuur. We zien deze verschillen en diversiteit als een verrijking waardoor kinderen een open blik naar de wereld krijgen. Door mogelijkheden te bieden om samen te spelen, te werken, te leren en te leven wordt er aandacht geschonken aan de sociale emotionele ontwikkeling van de kinderen en leren zij respect te hebben voor ieders eigenheid. De kinderen moeten zich thuis voelen. Ieder kind, zijn ontwikkeling en welzijn, staan centraal. Door samen met kinderen te reflecteren en door feedback geven op het leerproces van de kinderen vanuit de rust en veilige sfeer kunnen zij zich optimaal ontwikkelen. De leerkrachten hebben positieve en hoge verwachtingen van ieder kind. Ze luisteren naar kinderen en nemen ze serieus. Ze zien wat elk kind nodig heeft en ondersteunen vanuit een betrokken en lerende houding de kinderen. Hierdoor kunnen de kinderen zelfstandigheid ontwikkelen en verantwoordelijk zijn voor hun eigen handelen en leerproces, waarbij ruimte wordt gegeven voor eigen initiatief. A composition is always more than the sum of its parts. In other words, a really good piece of music is more than itself. It's sort of like a prism, which you can see from each facet a single totality. - Yo-Yo Ma - De Kindercampus is één organisatie die zowel onderwijs als opvang verzorgt. Er is een complete integratie en verweving van onderwijs en opvang, waardoor doorgaande leerlijnen en een eenheid van visie vanzelfsprekend zijn binnen de Kindercampus. Deze geeft het kind een veilige, bekende omgeving waarin het kan leren en zichzelf breed kan ontwikkelen. Gids Kindercampus Zuidas 7

8 De integratie van onderwijs en opvang maakt dat de activiteiten die voor, tussenschool, op school en na school plaatsvinden volledig in harmonie zijn. Ook naar buiten toe zoekt de Kindercampus samenwerking. We zijn een gastvrije organisatie die oog heeft voor mogelijkheden van buiten. De samenwerking met ouders en kinderen heeft hoge prioriteit. Alle relaties zijn van invloed op het leren. Wanneer er in de samenwerking een evenwicht tussen alle aspecten is dan kan het kind zich optimaal ontwikkelen. Waar wij expert zijn op het gebied van leren en ontwikkeling, zijn ouders expert over het welzijn, de talenten en de beleving van hun kind. Dit maakt hun inbreng onmisbaar. Door de samenwerking van ouders en de Kindercampus gaat het leren van het kind vooruit en wordt het onderwijs verrijkt. Omdat we de betrokkenheid van ouders belangrijk vinden hebben we een speciale ruimte waarin ze elkaar kunnen ontmoeten en samen dingen kunnen organiseren. Tell me and I forget. Teach me and I remember. Involve me and I learn. - Benjamin Franklin - Er is op de Kindercampus sprake van gevarieerd leren op basis van hun eigen betrokkenheid voor hun ontwikkeling. Door de kinderen middels reflectie mee te nemen in hun eigen leerproces worden ze hier ook eigenaar van. Met behulp van gevarieerde en genormeerde toetsen waarbij het kennisniveau wordt gemeten en met een portfolio waarbij de kinderen hun eigen ontwikkeling in kaart brengen kan dit leerproces ook zichtbaar gemaakt worden. Het didactisch klimaat op de Kindercampus kenmerkt zich door de geïntegreerde aanpak. Lezen, taal en rekenen zijn het fundament voor leren en schoolsucces en vormen de ruggengraat van ons onderwijs. Naast deze stevige basis bieden wij binnen een thema de verschillende aspecten van de wereld waarin we leven aan. Deze thematische aanpak waarbij wordt aangesloten bij de belevingswereld van de kinderen maakt dat de betrokkenheid van de kinderen wordt vergroot en het begrip van de samenhang van allerlei aspecten van het leven wordt benadrukt. Bij het verzorgen van ons onderwijs zullen moderne middelen zoals ICT een belangrijke rol innemen om het onderwijs te ondersteunen en te verrijken. Wat ook kenmerkend voor de Kindercampus is is dat er vanaf groep 1 Engels wordt aangeboden. Nu de wereld steeds kleiner wordt en er steeds meer informatie en kennis middels het internet wordt aangeboden is kennis en beheersing van de Engelse taal een belangrijke vaardigheid voor elke wereldburger. De creatieve vakken krijgen een plek binnen de geïntegreerde, thematische aanpak. Muziek heeft echter een aparte plek, op de Kindercampus zal er een verrijkt muziekaanbod komen waarmee de Kindercampus zich profileert. It is true, we cannot make a genius. We can only give each individual the chance to fulfill his potential possibilities to become an independent, secure, and balanced human being. - Maria Montessori - Op de Kindercampus kijken we naar de (onderwijs)behoefte van ieder kind en afgestemd op de onderwijsbehoefte bieden onze leerkrachten op een gedifferentieerde manier de leerstof aan zodat elk kind kan groeien in kennis en vaardigheden op zijn eigen niveau. We brengen de leeropbrengsten Gids Kindercampus Zuidas 8

9 helder in beeld en evalueren ons onderwijs systematisch waardoor we goed zicht hebben op de kwaliteit van ons onderwijs en kunnen bijsturen waar dat nodig is. We werken met groepsplannen die we op vaste punten in het jaar evalueren en bijstellen. We hebben in de Kindercampus een gereedschapskist met verschillende instrumenten die we kunnen inzetten voor de ontwikkeling van de kinderen. De stappen die we als Kindercampus nemen hebben we helder op papier zodat het duidelijk is wat we hierin kunnen bieden. We stellen zoveel mogelijk in werk om voor kinderen met speciale onderwijsbehoeftes onderwijs en opvang te verzorgen in samenspraak met de ouders. De Kindercampus heeft een zorgplan dat onze werkwijze en begeleiding van kinderen helder en transparant beschrijft. De leerkracht speelt hierin een centrale rol. De leerkracht observeert, signaleert, differentieert en is eindverantwoordelijk voor het geven van kwalitatief onderwijs aan het kind. Er is ondersteuning van de intern begeleider en specialisten. Door de integrale samenwerking met de opvangorganisatie kunnen we extra handen in de klas formeren en kinderen een extra steuntje in de rug geven. Door deze samenwerking tussen school en de naschoolse opvang is er een continuïteit in de begeleiding. Er bestaat geen slecht weer, alleen slechte kleren - oud skandinavisch gezegde - Forget not that the earth delights to feel your bare feet and the winds long to play with your hair. - Khalil Gibran - One touch of nature makes the whole world kin. - William Shakespeare - De Kindercampus huist in een gezond en duurzaam gebouw dat uitnodigt om te ontdekken en te onderzoeken. Kinderen kunnen zich vrij door de ruimte bewegen. Het gebouw leent zich uitstekend voor het flexibel gebruik van ruimtes waardoor alle ruimtes effectief kan worden gebruikt. Het gebouw heeft behalve ruimtes voor onderwijs en opvang, ook een aantal specifieke ruimtes zoals een speelzaal voor de kleuters, een gymzaal, een atelier voor de beeldende vakken, een keuken, brede gangen en open ruimtes die flexibel gebruikt kunnen worden. Rondom de school zal het groen zijn. We vinden de interactie van de kinderen met de natuur van groot belang. Deze visie is ook terug te vinden in het gebruik van de materialen voor het gebouw. Door het gebruik van veel glas en hout is de overgang van binnen naar buiten een natuurlijke. Het gebouw is transparant en de natuur rondom de school zal hierdoor altijd onderdeel van de beleving van de kinderen zijn. Door de groene buitenruimte is het voor kinderen mogelijk om zelf ervaring op te doen, te onderzoeken en te ontdekken. Door te voelen, ruiken, kijken en proeven wekt de natuur verwondering op. Door zorg te dragen voor je omgeving ontwikkelen kinderen respect voor de planten en dieren om hen heen. Dit alles speelt een positieve rol in de identiteitsvorming van de kinderen. Gids Kindercampus Zuidas 9

10 4. Werkwijze en aanpak - Schooljaar Missie en visie in de praktijk Bij de start van schooljaar werken we op de Kindercampus in een gebouw met 4 verticale groepen voor kinderopvang, voor kinderen van 0 tot 4 jaar 1 groep Halve Dag-opvang, voor kinderen van 2 tot 4 jaar 3 groepen kinderen van 4 tot 6 jaar, groep 1 en 2 van de basisschool. 2 groepen 3 1 groep 4 1 groep 5/6 1 groep 7/8 We werken bij aanvang schooljaar met 2 groepen kinderen in de Naschoolse Opvang. Ook is er aan het begin van de dag een Voorschoolse Opvang. Alle groepen bestaan uit kinderen in verschillende leeftijden. De kinderen komen gedurende de schooldag bekende mensen tegen in zowel de opvang- als de onderwijssituatie. 4.2 Schooltijden/ opvangtijden Op de Kindercampus Zuidas kunnen ouders wat betreft onderwijs/opvang tijden een keuze maken die past bij hun eigen werkweek-programma. Op Kindercampus Zuidas werken we van maandag tot en met vrijdag met dezelfde schooltijden; het vijf-gelijke-dagen model. Voor opvang kunnen zij zich bij de directie van Kindercampus Zuidas melden, directie@kindercampuszuidas.nl u u Voorschoolse Opvang start opvang in één van de groepen voor kinderopvang (latere start is mogelijk) start schooldag u u lunchmoment van de kinderen. De kinderen eten met hun leerkracht een boterhammetje u-12.30u. de kinderen spelen na de lunch buiten met de pedagogisch medewerker/ onderwijsassistent u-14.00u. lestijd in de middag. Van 12.30u tot 13.30u is de pedagogisch medewerker/ onderwijsassistent in de klas aanwezig twee maal per week. Tijdens deze dubbele-bezetting kunnen extra lessen worden gegeven aan kleine groepjes kinderen, er kunnen extra activiteiten gepland worden maar er kan ook extra hulp worden gegeven aan de kinderen die dat nodig hebben. Op dit moment is de extra inzet van de BSO medewerkers groeiende. Elke klas heeft een aantal uren per week extra ondersteuning van een van de medewerkers. Uiteindelijk streven we naar extra ondersteuning van alle klassen gedurende 1 uur per dag u-18.30u start Naschoolse Opvang verzorgd door pedagogisch medewerker/ onderwijsassistenten die ook betrokken zijn bij de opvang tijdens de lunch en in de klas. Als uw kind ziek is vragen wij u de Kindercampus te bellen. Als u geen medewerker aan de lijn krijgt, kunt u een boodschap inspreken. Boodschappen worden dagelijks afgeluisterd. Wij vragen alle ouders en kinderen op tijd te komen. De start van de dag is een gezamenlijk vertrekpunt waarbij alle kinderen van de groep aanwezig zijn. In geval van overmacht (verkeersdrukte, doktersbezoek en dergelijke) belt u even met de school om dit door te geven. Gids Kindercampus Zuidas 10

11 5. Ons onderwijsaanbod 5.1 Algemeen Onder een goed leerstofaanbod wordt verstaan: - Dat er sprake is van samenhang en een doorgaande lijn - Dat er sprake is van voldoende breedte - Dat het aanbod actueel en betekenisvol is. - Dat het aanbod uitvoerbaar is en volledig wordt uitgevoerd - Dat het aanbod aansluit bij de onderwijsbehoeften van de kinderen. Op de Kindercampus Zuidas en de Stern gebruiken we eigentijdse methodes die aan bovenstaande doelen voldoen. Voor de toetsing van de leerstof maken we gebruik van methode-onafhankelijke en methode-gebonden toetsen. Ten aanzien van de het leerstofaanbod hebben we de volgende ambities vastgesteld: - Het aanbod laten aansluiten bij de onderwijsbehoeften van onze leerlingpopulatie - Het leerstofaanbod voor de groepen 1-2 is een uniform aanbod - Voor de zaakvakken zullen we meer onderzoekend en thematisch de leerstof aanbieden waarbij we de kerndoelen als leidraad nemen. - De school heeft een passend aanbod voor de kinderen die meer- en hoogbegaafd zijn. - De school biedt aandacht aan actief burgerschap volgens een eigen aanbod dat voldoet aan de kerndoelen. - De school biedt aandacht aan mediawijsheid. - De school heeft een pedagogisch beleid Zintuigelijke en ontwikkeling Nederlandse Taal Engelse Taal lichamelijke Leermiddelen/ methodes Zintuiglijk materiaal Lessen lichamelijke oefening Onderbouw: CPS map voor geletterdheid. Thematische aanpak voor het aanleren van Nederlandse Taal voor kinderen die geen NL spreken dmv VVE-light thema s. Midden- en Bovenbouw Taalactief voor Taal en Spelling Voor lezen Veilig Leren Lezen gevolgd door Estafette Nieuwsbegrip voor Begrijpend lezen Dit jaar werken we met Portal Early Bird, Ipockets, Our discovery Island en Big English. Aan het eind van het jaar wordt een keuze gemaakt. Aanpak/ afspraken Hoewel we geen Montessorischool zijn maken we voor de zintuiglijke ontwikkeling gebruik van deze materialen Alle kinderen krijgen 2 maal per week gymles Ingeroosterde lessen per week. Inzet van extra ondersteuning aan kleine groepjes kinderen die nog geen NL spreken. Lessen volgens rooster Lessen volgens rooster Lessen volgens rooster Elke dag een Activity Start met 30 min per dag Engels in groep ½, vanaf kerst 60 min per dag Curriculum ontwikkeling met het team waarin methode Gids Kindercampus Zuidas 11

12 wordt gekozen en volgens afspraak wordt gewerkt Begeleiding door Early Bird Lessen Classroom English Gr 3 t/m 8 Engels aanbod 60 min per week Rekenen Alles Telt voor alle groepen Lessen volgens rooster Zaakvakken Nog te kiezen methode die een thematische aanpak kent Er zijn diverse bronboeken aangeschaft Aanbod zoveel mogelijk in thema s Expressie/ Muziek Zing zo in alle groepen Voor alle groepen wekelijks een les van de vakdocent Sociale redzaamheid Methode voor sociaalemotionele Lessen volgens te kiezen ontwikkeling Taakspel in de groepen 3 t/m 8 methode. Taakgericht gedrag, rust en concentratie De leerstof wordt aangeboden middels de genoemde leermiddelen. De wijze waarop de leermiddelen worden ingezet en de leertijd die wordt gereserveerd voor deze inhouden voldoen aan de kerndoelen en aan de wettelijke eisen die aan een basisschool worden gesteld. 5.2 Onze accenten Veiligheid en gezien worden De Kindercampus is een school waar elk kind gezien wordt als uniek, met zijn eigen talenten en mogelijkheden. We zien deze verschillen en diversiteit als een verrijking, waardoor kinderen een open blik naar de wereld krijgen. Door mogelijkheden te bieden om samen te spelen, te leren, te werken en te leven wordt er aandacht geschonken aan de sociaal- emotionele ontwikkeling van de kinderen en leren zij respect te hebben voor ieders eigenheid. Totale ontwikkeling Onze accenten liggen op de gehele ontwikkeling van het kind. De kinderen ontvangen naast onderwijs ook opvang bij ons. Iedereen die op de Kindercampus werkt is met elkaar verbonden. De schooldag gaat als vanzelf over in opvang tussen of na school. Ouders zijn daarin onze educatieve partners. Zij zijn betrokken bij opvang en school. Oudergesprekken worden gevoerd met leerkrachten, ouders en kinderen. Ouders en kinderen kunnen samen met de leerkracht over de afgelopen periode reflecteren en ook alvast vooruit kijken naar de zaken die gaan komen. Zo weet iedereen wat er te doen staat. Sterk in basisvakken Basisvakken, Taal, Lezen en Rekenen worden op excellent niveau verzorgd door de school. Dat houdt in dat er gewerkt wordt met goede middelen (methodes) maar ook dat de werkwijze steeds op het hoogste niveau is. De leerkrachten scholen zich om dit niveau te behouden of te bereiken. Positieve en hoge verwachtingen Leerkrachten binnen ons IKC hebben positieve en hoge verwachtingen van ieder kind. Ze zien wat een kind nodig heeft en ondersteunen het hierbij. Ons onderwijs wordt verzorgd in groepen van twee gecombineerde leerjaren, zogenaamde combinatiegroepen en in homogene groepen. Het Gids Kindercampus Zuidas 12

13 didactisch klimaat op de Kindercampus kenmerkt zich door de geïntegreerde aanpak. Lezen, taal en rekenen zijn het fundament voor leren en schoolsucces en vormen de ruggengraat van ons onderwijs. Betekenisvolle en uitdagende lesactiviteiten Ons programma bestaat uit onderwijs in vakken zoals rekenen en taal èn lesactiviteiten waarin verschillende vakken worden gecombineerd. Die laatste lesactiviteiten (vaak in thema s of projecten) doen een beroep op creativiteit, samenwerken, communiceren, probleemoplossend vermogen en vaardigheden op het gebied van ICT. Men noemt dat vaak de 21e eeuwse vaardigheden. Presentatie-vaardigheden spelen in de toekomst een rol; hoe presenteer je jezelf in contact met anderen? Om dit te bereiken spelen we toneel met de kinderen, we voeren regelmatig iets op voor elkaar maar ook in de klas geven kinderen spreekbeurten of bespreken een boek of krantenartikel zodat ze gewend raken aan deze vaardigheden. Muziek heeft een aparte plek. De Kindercampus heeft een leerlijn muziek en een vakleerkracht muziek die in alle groepen elke week muziekles geeft. Engelse taal De Engelse Taal is een belangrijk hulpmiddel om vooruit te kunnen in de wereld van vandaag. We streven er naar om over 8 jaar tweetalig onderwijs in het Engels te kunnen aanbieden. Dat betekent dat 40% van de onderwijstijd in het Engels gegeven wordt. Vanaf groep 1 wordt Engels aangeboden. Nu de wereld steeds kleiner wordt en er steeds meer informatie en kennis middels het internet wordt aangeboden is kennis en beheersing van de Engelse taal een belangrijke vaardigheid voor elke wereldburger. Muziek Muziek is ook een manier om jezelf te laten zien en jezelf te uiten. Muziek is ook een middel om met elkaar plezier te ervaren. We willen deze ervaring aan alle kinderen meegeven. Burgerschap Burgerschapsvorming brengt jonge burgers (want dat zijn onze leerlingen immers) de basiskennis, vaardigheden en houding bij die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de eigen leefomgeving en in de samenleving. Ze maken kennis met begrippen als democratie, grond- en mensenrechten, duurzame ontwikkeling, conflicthantering, sociale verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid en het omgaan met maatschappelijke diversiteit. Die kennis komt niet alleen uit het boekje, maar wordt ook geleerd door te oefenen in de praktijk.. Democratisch burgerschap geeft recht op een afwijkende mening. Democratie vraagt om een gezonde dosis wantrouwen bij burgers. Bij burgerschapsvorming staan drie domeinen centraal: democratie - kennis over de democratische rechtstaat en politieke besluitvorming; democratisch handelen en de maatschappelijke basiswaarden participatie - kennis over de basiswaarden en mogelijkheden voor inspraak en vaardigheden en houdingen die nodig zijn om op school en in de samenleving actief mee te kunnen doen identiteit - verkennen van de eigen identiteit en die van anderen; voor welke (levensbeschouwelijke) waarden sta ik en hoe maak ik die waar? Aan deze domeine besteden wij aandacht binnen de thema s in de school. Wij dragen uit dat wij het vertrouwen hebben dat ieder mens het vermogen heeft om zelf zijn leven zin te geven, zich baserend op westerse universele waarden zoals menselijke waardigheid, mondigheid, vrijheid, tolerantie en verantwoordelijkheid. Gids Kindercampus Zuidas 13

14 Bewegingsonderwijs We schenken veel aandacht aan de motorische ontwikkeling van de kinderen. We vinden het belangrijk dat kinderen goed leren (samen) bewegen, zodat zij nu en later mee kunnen doen aan verschillende bewegingsspelen en sporten. De kleuters hebben dagelijks bewegingsonderwijs van hun eigen leerkracht. Vanaf groep drie wordt het bewegingsonderwijs altijd door een vakleerkracht gegeven. De kinderen hebben van groep drie tot en met acht twee keer 45 minuten per week bewegingsonderwijs. Sociaal-emotionele ontwikkeling De sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen vinden wij even belangrijk als de cognitieve ontwikkeling. Als een kind zich niet prettig voelt, zal zij/hij niet tot leren komen. Het is belangrijk de kinderen zodra ze bij ons op school binnen komen te volgen in hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Het blijkt dat kinderen zich beter kunnen concentreren op school en betere leerresultaten behalen als zij sociaal emotioneel in balans zijn. Ook op langere termijn is dit effect merkbaar. Alle leerkrachten op de Kindercampus Zuidas hebben hier de juiste bagage voor en in de klas wordt aan de hand van thema s gewerkt aan de sociaal emotionele ontwikkeling. Gids Kindercampus Zuidas 14

15 6. Zorg en aandacht voor kinderen: Passend onderwijs Het is binnen onze stichting een gedeelde overtuiging dat passend onderwijs begint bij een sterke basiskwaliteit, een basiskwaliteit die voortdurend onderhoud vraagt. Een andere overtuiging binnen de Kindercampus Zuidas is dat we passend onderwijs zoveel mogelijk in de klas door de groepsleerkracht willen verzorgen. In het Zorgplan staat de aanpak beschreven van leerlingen die een bijzondere aanpak nodig hebben of die een zorgvraag hebben. In het Schoolondersteuningsprofiel staat beschreven welke keuzes de school daar in het verleden in gemaakt heeft. Voor de Kindercampus geldt dat we per jaar moeten kijken welke gezamenlijke antwoorden we geven op deze vragen. Ook in samenwerking met de kinderopvang. We volgen voor aanname en toelating de regelgeving van de gemeente Amsterdam. Het aanname beleid is gereguleerd. Alle scholen nemen deel aan een bepaald toelatingsbeleid en Kindercampus Zuidas onderschrijft deze werkwijze. Voor de procedure schorsen en verwijderen volgen we de regelgeving zoals deze door ons bestuur OOadA is opgesteld. 6.1 Passend onderwijs: Een duidelijke zorgroute / ondersteuningsroute Staan voor goed onderwijs betekent ook staan voor passend onderwijs. Wij zijn erop gericht om goed te kijken of ons onderwijs wel bij elke leerling aansluit. In eerste instantie levert de leerkracht dit maatwerk, maar wij willen een bijzondere ondersteuningsbehoefte tijdig signaleren, omdat de leerkracht dan in veel gevallen ondersteund moet worden. Daarvoor hanteren we een opschalende zorgroute die binnen ons samenwerkingsverband ondersteuningsroute wordt genoemd. Schil 3: ondersteuningsteam (directie, IB, ouders, leerkracht en...) Schil 2: leerkracht en intern begeleider Opstellen groeidocument Bijkomende lichte ondersteuning Schil 1: sterke basis door leerkracht extra of speciale (schil 4) ondersteuning organiseren OT, Adviseur passend onderwijs en/of OKA indien nodig Observeren, signaleren, analyseren en toepassen Oudergesprekken en kindgesprekken Schil 1: Leerkracht Het gaat hier om de basiskwaliteit. De leerkracht werkt handelingsgericht, differentieert en verzorgt een passend aanbod op basis van eigen vaardigheid en overleg met andere collega s. De leerkracht baseert de ondersteuning op een groepsplan. De leerkracht blijft altijd verantwoordelijk voor het kind in het verdere proces en neemt het initiatief voor de te zetten stappen. De leerkracht betrekt ouders als er sprake is van een specifieke aanpak. Voor het overige worden zij in de geplande 15- Gids Kindercampus Zuidas 15

16 minutengesprekken op de hoogte gehouden van de ontwikkeling van hun kind. Schil 2.Leerkracht en intern begeleider Het gaat hier om de basisondersteuning. Leerkracht geeft bij de intern begeleider aan dat ondanks allerlei pogingen de gewenste ontwikkeling achter blijft. De intern begeleider en leerkracht stellen in een gesprek vast wat en misschien wie er nodig is om de juiste ondersteuning te kunnen bieden. In dit stadium zou bijvoorbeeld ook al contact gelegd kunnen worden met de adviseur passend onderwijs als sparring partner. Het gaat hier nog steeds om lichte interventies die verwerkt worden in het groepsplan. In schil 2 kan een leerkracht het initiatief nemen om de ondersteuning van een kind aan te kaarten, maar het initiatief kan ook door de intern begeleider genomen worden tijdens een groepsbespreking of observatie. Hoe het ook zij, de leerkracht blijft verantwoordelijk voor het zoeken naar de juiste ondersteuning van het kind. 3x per schooljaar plannen IB en leerkracht een leerlingbespreking in, dit kan ook extra op aanvraag. Als schil 2 aan de orde is, zijn ouders betrokken bij het formuleren van de lichte interventie. Schil 3. Het ondersteuningsteam (vraaggericht) Leerkracht en intern begeleider vragen aan de schooldirecteur om het Ondersteuningsteam bijeen te roepen als de interventies niet genoeg effect hebben gehad of als duidelijk wordt dat er ook in de thuissituatie wat speelt. In het ondersteuningsteam zitten in ieder geval de schooldirecteur, intern begeleider, OKA, betrokken leerkracht en de ouder(s). De intern begeleider/directeur kan per situatie vaststellen wie nog meer aansluiten bij het ondersteuningsteam. Dat kan zijn een schoolpsycholoog, de adviseur passend onderwijs, maar ook schoolarts, jeugdzorg, leerplicht, specialisten uit het speciaal (basis)onderwijs, schoolmaatschappelijk werk, wijkagent. Het ondersteuningsteam blikt terug op de activiteiten die in schil 1 en 2 zijn ontplooid. Van daaruit wordt bekeken welke stappen gezet moeten worden en wie daarin wat doet. Als het ondersteuningsteam over voldoende informatie omtrent de onderwijsbehoefte beschikt, stelt het ondersteuningsteam vast: a) of er mogelijkheden zijn binnen de basisondersteuning en formuleert suggesties; b) of flankerend extra ondersteuning voldoende zal zijn of dat speciale ondersteuning noodzakelijk is; c) welk onderwijsarrangement nodig is als extra ondersteuning aan de orde is. Als er onvoldoende zicht is op de onderwijsbehoefte, zal het ondersteuningsteam het voorstel doen om een onderzoek te laten doen dat leidt tot een handelingsgerichte diagnose. De directeur/ib besluit hierover. Als extra ondersteuning nodig is, worden de contouren van het ontwikkelingsperspectief besproken die uiteindelijke door de leerkracht met steun van de intern begeleider wordt uitgewerkt. Ouders worden betrokken bij die uitwerking. Als speciale ondersteuning nodig is, neemt de schooldirecteur/ib contact op met de onderwijsadviseur. Schil 4. Onderwijsadviseur en Ouder en Kindadviseur. Als er sprake is van een noodzakelijke verwijzing naar het speciaal (basis)onderwijs wordt de onderwijsadviseur van het samenwerkingsverband ingeschakeld (voor het coördineren van een noodsituatie levert het samenwerkingsverband een coördinator noodprocedure). De onderwijsadviseur wordt ook ingeschakeld bij complexe situaties (multi-problem en dreigende thuiszitters) waar het bestuur er alleen niet uitkomt en een wijkgerichte benadering nodig is. Gids Kindercampus Zuidas 16

17 Werkwijze In groep 1-2 wordt gewerkt met de voorlopers van onze taal- en rekenmethode. Er worden lessen gegeven volgens rooster dat voor een heel jaar wordt vastgesteld. Taallessen bestaan uit lessen op het gebied van woordenschat-ontwikkeling, begrijpend luisteren, letters leren, rijmen, verklanken en meer. Er is in de klassen een talige omgeving gecreëerd. Extra aandacht is er voor de kinderen die thuis een andere taal spreken dan het Nederlands. Er wordt gewerkt met een speciaal aanbod voor de Nederlandse taal via het VVE (voor- en vroegschoolse educatie)-model. Alle kinderen profiteren daarvan mee maar de kinderen die dat nodig hebben werken ook aan dit programma in kleine groepjes. Twee maal per week is er een aparte VVE-ondersteuner die nog eens extra met deze groepjes werkt. Zij is voor dit programma bevoegd en ervaren. Voor rekenen wordt gewerkt met de voorloper van onze rekenmethode Alles Telt. De kinderen krijgen lesjes getalbegrip, leren tellen en maken kennis met de getallen. Er zijn in de klas talloze materialen om deze lesjes te ondersteunen. Alle kinderen krijgen lessen Engels. We werken met een speciale methode voor het jonge kind, AIM. Via deze werkwijze krijgen de kinderen Engelse woordjes en zinnen aangeleerd ondersteund door gebaren. De gebaren werken als een soort ondertiteling bij het leren spreken in het Engels. De Engelse lessen worden gegeven door de eigen leerkracht die daarvoor scholing krijgt. De Engelse lessen zijn gericht op spreken. Alle kinderen krijgen bewegingsles in het gymlokaal op de tweede verdieping. De lessen worden gegeven door een vakdocent bewegingsleer. Ook spelen de kinderen dagelijks buiten in de tuin. Het buitenspel wordt gekenmerkt door ontdekkend leren. Omdat het schoolplein eigenlijk een schooltuin is, kunnen er allerlei buitenlessen plaatsvinden. In groep 3 wordt gewerkt met de methode Veilig Leren Lezen. Deze methode is houdt in dat er zeer gericht wordt gewerkt aan het leren lezen, woordenschatontwikkeling en taalvorming. Ook wordt er gewerkt met een methode voor rekenen; Alles Telt. De methodes worden ondersteund door digitale materialen. Kinderen werken in de klas met zgn. Chromebooks. Naast deze cognitieve vakken is er ruimte voor Engels, gymnastiek, muziek, beeldende vorming en meer. Er wordt elke dag buiten gespeeld. Voor het leesproces is het zeer belangrijk dat de kinderen zoveel mogelijk bij de lessen aanwezig zijn. Kinderen kunnen in deze periode liever geen les missen! U kunt als ouders helpen door te zorgen op tijd op school te zijn! Uitgangspunt bij het programma voor de kinderen van groep 4-8 is dat Taal, Lezen en Rekenen de basisvakken zijn op school. Deze vakken moeten excellent worden gegeven en we streven naar het maximale resultaat. Deze vakken zijn doorslaggevend bij later schoolsucces. Engels is in onze internationale samenleving onmisbaar en is onderdeel van het lesprogramma vanaf groep 1 tot en met groep 8. Zaakvakken zoals Aardrijkskunde, Biologie, Geschiedenis maar ook creatieve vakken als tekenen, werkstukken maken, schilderen en dergelijke worden thematisch aangeboden. Muziek is een vast onderdeel van het programma. Alle kinderen krijgen elke week een muziekles van een vakdocent. Voor gym is dat zelfs twee keer per week (muv de kleutergroepen; zij krijgen één keer per week les van de vakdocent). Voor techniek gebruiken we de Techniek Torens, kinderen werken hier mee volgens een doorgaande leerlijn. Computers ondersteunen de lessen. Er is een digitaal schoolbord ter ondersteuning van de lessen. Kinderen kunnen ook zelf aan de slag met oefenstof, verrijking en ondersteuning op de computers. 6.2 Ontwikkeling We volgen de kinderen door goed naar ze te kijken. We leggen onze observaties vast in ons kindvolgsysteem. Dit systeem is voor ouders ook in te zien. De kinderen maken op vaste momenten in het schooljaar toetsen. Zo kunnen we de ontwikkeling in kaart brengen. Ook kunnen we de uitkomsten gebruiken om te kijken of onze verwachtingen uitkomen: zit er in ons aanbod genoeg Gids Kindercampus Zuidas 17

18 voor de kinderen om een passend resultaat te laten zien. Uitkomsten en wat deze betekenen worden met de ouders gedeeld. Gedurende het schooljaar zijn er 3 vaste momenten van gesprek met ouders en kind. Bij deze gesprekken komen verschillende onderwerpen ter tafel. De leerkracht vertelt over de afgelopen tijd, hoe dit is verlopen en blikt vast vooruit naar de komende periode. De ouder(s) vertelt hoe het thuis is gegaan met het kind. Ieder vanuit eigen invalshoek evalueert de afgelopen periode en kijkt alvast naar dat wat te wachten staat. Om het contact met de ouders direct goed van start te laten gaan, brengen de leerkrachten aan het begin van het schooljaar een huisbezoek. Het betreft een kort kennismakingsbezoek (ongeveer 30 minuten) waarin het kind in zijn thuissituatie wordt bezocht en de ouders informeel contact kunnen maken met de leerkracht van hun kind. Alle kinderen die nieuw zijn in de groep krijgen een bezoekje. Afspraken worden samen met de ouders gemaakt. 6.3 Zorg Als de ontwikkeling van een kind niet verloopt zoals verwacht zijn er specialisten om op terug te vallen. Er zijn, onder andere, een ouder-kindadviseur, een onderwijs-adviseur, een intern begeleider, een begeleider passend onderwijs en een logopedist aan de school verbonden die gerichte hulp kan geven of de leerkracht kunnen ondersteunen. Als er zorgen zijn rondom een kind, worden de ouders op de hoogte gesteld. De ouders maken een noodzakelijk onderdeel uit van de plannen, hulp en eventuele vervolgstappen die gezet moeten worden. 6.4 Schorsing en verwijdering Het schorsen of verwijderen van een leerling gebeurt bijna nooit. De enkele keer dat het voorkomt, volgen we artikel 40 van de wet op het Primair Onderwijs. Daarin staat ongeveer het volgende: Als een leerling de rust en veiligheid op school in gevaar brengt, mag hij of zij niet op school komen. De school kan dan beslissen de leerling voor kortere of langere tijd te schorsen of definitief te verwijderen. Dit gebeurt altijd in overleg met het schoolbestuur. 6.5 Noodprocedure Wij willen alle kinderen het onderwijs bieden dat het beste bij ze past. Dat lukt vaak, maar soms niet. In zo n geval zoeken we, natuurlijk in samenspraak met ouders, naar een alternatief. Heel soms ontstaat een acute situatie waarin de school de veiligheid van zowel een leerling als die van zijn/haar klasgenoten niet kan waarborgen. Als de situatie onhoudbaar is, moeten wij zorgen dat het kind (tijdelijk) ergens anders opgevangen kan worden. De school maakt gebruik van een noodprocedure die is opgesteld binnen het bestuur en het Samenwerkingsverband Zuid, waar de school onder valt. Het protocol Noodprocedure bevat een aantal schoolbestuurlijke afspraken om te voorkomen dat kinderen thuis komen te zitten als de basisschool ze (tijdelijk) geen onderwijs meer kan geven. Het protocol geeft aan wat betrokkenen moeten doen als een onhoudbare situatie is ontstaan. De noodprocedure voorziet in afstemming tussen directie, schoolbestuur, ouders en de onderwijsadviseur van het samenwerkingsverband. Samen bekijken zij naar welke school het kind tijdelijk overgeplaatst kan worden. De directie van de nieuwe school stelt samen met de ouders een document op. Dit gebeurt mede onder verantwoordelijkheid van het schoolbestuur van de oude school. In dat document komen afspraken over het onderwijs en de zorg die de nieuwe school kan bieden. Er komen ook afspraken in over de wijze waarop men gaat zoeken naar een definitieve plek waar de leerling het meest op zijn/ haar plaats zal zijn. Gids Kindercampus Zuidas 18

19 7. Kwaliteitsbeleid 7.1 Visie, ambitie en schoolontwikkeling Ons onderwijs draait om de vraag wat onze kinderen nodig hebben en welke ambities en aanbod daarbij horen. Ons kwaliteitsbeleid beschrijft hoe we investeren in ons team, hoe we onze populatie in beeld brengen, hoe we opbrengstgericht werken vormgeven, hoe we de vinger aan de pols houden en hoe we beleidskeuzes en interventies transparant maken. Het is onze overtuiging dat de belangrijkste succesfactor voor goed onderwijs een op ontwikkeling gericht team is. Ons team kenmerkt zich door een grote bereidheid om voortdurend te werken aan verbetering. Leraren en andere betrokkenen bij de school werken resultaatgericht, zijn aanspreekbaar op gemaakte afspraken en zijn zich bewust van de effecten van hun handelen op de onderwijskwaliteit en op de ontwikkeling van de leerlingen. De sfeer is zo veilig dat men fouten mag maken om verder te komen. Verder heeft onze school integer, zorgvuldig en transparant handelen hoog in het vaandel. De hoofdlijnen van ons onderwijs leggen we vast in ons schoolplan. Die werken we vervolgens concreet uit in jaarplannen. Vervolgens evalueren we elk jaarplan en leggen dat vast in het jaarverslag. Die evaluatie wordt gebruikt voor het nieuwe jaarplan. Na vier jaar evalueren we ook het schoolplan, dit is mede input voor het nieuwe schoolplan. Door deze systematische manier van plannen, uitvoeren, checken en handelen, kunnen we een continue ontwikkeling in ons onderwijs bewerkstelligen. 7.2 Investeren in het schoolteam Ons personeelsbeleid is gericht op het creëren van een professionele cultuur en een lerende dynamiek. Daartoe behoren de volgende onderdelen: collegiale consultatie en onderlinge feedbackgesprekken, we zetten experts in op verschillende gebieden en zetten in op het blijvend opleiden van experts; tot slot doen wij ook aan opleiden in de school. Talentontwikkeling en ontwikkelmogelijkheden. Binnen ons team creëren wij functies waarin personeelsleden zich kunnen ontwikkelen. Dit zullen voornamelijk leerkrachten met extra expertise zijn die bijdragen aan de ontwikkeling van onze school. Door de team- en bouwvergadering meer in te richten als inhoudelijke bijeenkomsten proberen wij invulling te geven aan een lerende houding. Medewerkers zijn eigenaar van hun eigen ontwikkeling. Elk personeelslid moet daartoe vanaf 1 augustus 2016 zelf een voorstel voor gerichte professionalisering aan de schoolleider voorleggen. De directie heeft voor elke personeelslid een ontwikkeldossier dat wordt gevoed door feedback van teamleden, klassenbezoeken, functionerings- en beoordelingsgesprekken en resultaten van professionaliseringstrajecten. De schoolleider maakt op basis van de scholingsvoorstellen een scholingsplan voor de school. In vier jaar groeit 90% van onze leerkrachten naar vakbekwaam, 10% is nog start bekwaam. We willen feedback organiseren op ons functioneren. We gaan per 1 augustus 2016 afspraken maken over een systeem om periodiek een 360 feedback te organiseren voor leraren, intern begeleiders en schoolleider. Gids Kindercampus Zuidas 19

20 Gesprekkencyclus (f-gesprek, b-gesprek). Het voeren van een volledige gesprekscyclus, een vierjaarlijkse cyclus waarin gedurende drie jaar achter elkaar een functioneringsgesprek wordt gevoerd waarin de persoonlijke ontwikkeling en welbevinden aan bod komen en in het vierde jaar wordt afgesloten met een beoordelingsgesprek. Klassenbezoeken en feedback schoolleiding of IB (2 x per jaar minimaal) adhv uniforme kijkwijzers (OOadA). Elke werknemer maakt aantoonbaar een ontwikkeling door van het ene ontwikkelingsniveau naar het andere (startbekwaam, basisbekwaam en vakbekwaam) en het is zichtbaar dat een schoolleider hierop stuurt. Werving & selectie Bij een nieuwe wervingselectie werken we, ongeacht functie, met een zorgvuldige wervingsprocedure, trekken we referenties na en laten we geïnteresseerde schoolleiders (interne en externe kandidaten) altijd een ontwikkel-assesment doen. Wij hanteren het protocol startende leraren, zoals dat binnen onze stichting is vastgesteld. Mobiliteit speelt binnen de Kindercampus Zuidas en 12e Montessorischool De Stern tot nu toe een rol bij het samenstellen van effectieve bouwen/parallellen. Over vier jaar is het wisselen van school of functie een standaard gespreksonderwerp tijdens het functioneringsgesprek. Daarvoor heeft het bestuur ons de volgende richtlijnen meegegeven: - leerkrachten in principe niet langer dan 4 jaar aaneengesloten in hetzelfde leerjaar werken - leerkrachten en intern begeleiders in principe niet langer dan 10 jaar op dezelfde school werken - directeuren in principe niet langer dan 7 jaar op dezelfde school werken. 7.3 Kenmerken van de leerling populatie in beeld Nieuwkomers: intake en verdeling over groepen Bij alle 4-jarigen die starten op Kindercampus Zuidas en 12e Montessorischool De Stern en bij zijinstromers wordt een intake afgenomen door de intern begeleider. Tijdens dit gesprek wordt de ontwikkeling van een leerling in kaart gebracht. Deze informatie wordt gebruikt om samen met de leerkrachten te bekijken in welke groep een leerling het best geplaatst kan worden. Wij streven er naar om een evenwicht te vinden in en tussen de klassen in de verhouding jongensmeisjes, leerontwikkeling, werkhouding, sociaal-emotioneel functioneren en andere specifieke ondersteuningsbehoeftes. Hier kiezen wij bewust voor omdat op deze manier bijvoorbeeld kinderen met een taalachterstand voldoende voorbeelden om zich heen hebben waarvan zij kunnen leren. Instroom bij de kleutergroepen Uit analyse van onze gegevens blijk dat het aantal gewichtenleerlingen de afgelopen 3 jaar vrij stabiel is bij de 4-jarigen die starten op onze school (rond de 13%). Tegelijk merken de leerkrachten dat de middengroep aan ouders afneemt en hoger opgeleid zijn dan een aantal jaren geleden. Hierdoor wordt het verschil tussen de leerlingen met een taalachterstand en ontwikkelingsvoorsprong groter. Daarom kiezen we ervoor om ook in het schooljaar extra aandacht te geven aan het woordenschatonderwijs, het verder te verdiepen en uit te bouwen. Er is een doorgaande lijn in de groepen en een aanbod dat gelijk is tussen de verschillende groepen. Er wordt gewerkt aan het versterken van de didactiek en verwerkingsopdrachten voor de leerlingen. Komend schooljaar ligt de focus op consolideren. Schoolpopulatie in beeld houden Eens per vier jaar, ter voorbereiding op de nieuwe schoolplanperiode, wordt de schoolpopulatie Gids Kindercampus Zuidas 20

21 geanalyseerd en in kaart gebracht. Hierin worden in ieder geval de volgende kenmerken meegenomen: VVE-indicaties, 1-oudergezinnen, thuistaal middels de informatie op het intakeformulier, en ook het aantal gewichtenleerlingen wordt meegenomen in het beeld. Op dat moment wordt ook bekeken of het intakeformulier moet worden aangepast, om andere of aanvullende relevante informatie over de leerlingen te verzamelen. Het eerstvolgende moment is maart Aan de hand hiervan wordt bekeken of deze gegevens consequenties hebben voor het onderwijs zoals dat wordt vormgegeven op de Kindercampus Zuidas en 12e Montessorischool De Stern. Er wordt gekeken naar onderwerpen als samenstelling van groepen en groepsgrootte. Indien zich binnen de schoolplanperiode opvallende wijzigingen voordoen m.b.t. de leerling populatie, wordt deze tussentijds ook in kaart gebracht. 7.4 Opbrengstgericht werken Op de Kindercampus Zuidas en 12e Montessorischool De Stern hanteren we het cyclische model Plan-Do-Check-Act en we werken opbrengstgericht op drie niveaus: Van schoolniveau, naar groepsniveau, naar kindniveau. Bij opbrengsten denken wij niet alleen aan uitslagen van reken- en taaltoetsen, maar aan de totale ontwikkeling van kinderen. Op schoolniveau: Streefdoelen/ambities op schoolniveau op korte (schooljaar) en langere termijn worden jaarlijks opgesteld of bijgesteld. Deze komen voort uit analyse van de schoolpopulatie en huidige toets resultaten. 2x per jaar, na de afname van de citotoetsen wordt op de data-dag aan het team gepresenteerd hoe de resultaten op schoolniveau zijn. Deze analyse wordt gedaan door IB/Dir. Ook de inspectiekaart wordt gepresenteerd. Successen en knelpunten worden middels intervisie groepjes besproken en er wordt zo nodig een interventie afgesproken. Om de 2 jaar wordt een WMKPO uitgezet onder personeelsleden van de school, ouders en kinderen. Deze vragenlijsten die polsen naar de veiligheid worden geanalyseerd en eventuele actiepunten worden opgesteld en uitgevoerd. Op groepsniveau: In Parnassys staan standaard plannen voor de groepen 2 t/m 8. Standaard plannen worden door de leerkracht naar de groep toegeschreven. Er zijn groepsplannen voor periode I (zomer tot M-toetsen) en periode II (M-toetsen tot einde jaar). We houden in de groepsplannen rekening met doorgaande leerlijnen. Leerkrachten zijn goed op de hoogte van hetgeen zij aan zullen bieden per periode, zij weten welke doelen ze willen bereiken met de kinderen. In de plannen wordt de te bereiken Niveauwaarde (NW) genoteerd en het percentage goed dat op de methode toetsen behaald moet worden. Elke klas werkt met een jaarplanning en weekrooster, in de klassenmappen is een dag planning terug te vinden. Leerkrachten houden voor de uitvoering van het groepsplan een logboek bij. Dit gebeurt in de klassenmap of direct in het groepsplan dat in Parnassys te vinden is. Door het gebruik van het groepsoverzicht wordt inzichtelijk welk kind in welke instructiegroep zit, het plaatsen van kinderen in een groep gebeurt op basis van toets resultaten (Cito en methode) en observaties. 3x per schooljaar wordt er geobserveerd door een observatie in de klas door IB/Dir en wordt er een groepsbespreking gehouden. Er wordt dieper ingegaan op 1 of 2 vakken die een Gids Kindercampus Zuidas 21