De kunst van het moeten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De kunst van het moeten"

Transcriptie

1 Universiteit van Amsterdam De kunst van het moeten F.M. Harte

2 Universiteit van Amsterdam De kunst van het moeten Een onderzoek naar de financiële verplichtingen van de overheid ten aanzien van kunst F.M. Harte Oude Kerkpad 9A 2461 EW TER AAR Tel.: Begeleider: prof. dr. Inge C. van der Vlies Opleiding Staats- & Bestuursrecht, thema: Kunst & Recht Studiejaar 2009/2010 Amsterdam, juni 2010

3 Voorwoord Deze scriptie is geschreven ter afsluiting van mijn master Staats- & Bestuursrecht. Binnen deze master heb ik mijn keuzeprogramma zodanig samengesteld dat het een overkoepelend thema bevat: Kunst & Recht. Vakken omtrent de vrijheid van meningsuiting, de publieke en private financiering van kunst, het kunstbeleid en de vrijheid van kunst stonden hierbij centraal. In mijn scriptie wilde ik deze kennis samen laten komen en dat is mijns inziens ook gelukt. Aantekeningen van, en literatuur voor de gevolgde vakken keek ik regelmatig na bij het maken van mijn scriptie. Het gaf me houvast en de juiste basis voor verder onderzoek. Met mijn economische en juridische achtergrond (voor mijn studie Rechtsgeleerdheid heb ik de hbostudie Management, Economie & Recht met succes afgerond) zocht ik voor mijn scriptie naar een onderwerp waar beide disciplines werden geraakt. Het onderwerp, de financiering van kunst, had ik sinds het begin van het studiejaar al voor ogen. Tijdens het volgen van mijn mastervakken kreeg dit onderwerp steeds meer vorm. Dit onderzoek heeft dan ook veel raakvlakken met de verkregen kennis, aangevuld met eigen onderzoek. Dit was de manier van werken die ik voor ogen had. Met veel plezier en enthousiasme heb ik gewerkt aan dit onderzoek. Enthousiast werd ik van Inge van der Vlies. Met veel passie vertelde zij over de kunsten, het recht en het beleid daaromtrent. Enthousiast werd ik ook van mijn moeder, kunstenaar (in opleiding), die vrijwel elk bericht over kunst en recht voor me bewaarde of doormailde met de vraag of ik het kon gebruiken voor mijn scriptie of voor andere vakken. Graag zou ik hen langs deze weg willen bedanken voor de hulp tijdens mijn onderzoek. Ook wil ik graag van de gelegenheid gebruik maken om mijn familie en vriend te bedanken voor hun ondersteuning tijdens de laatste fase van mijn studie. Amsterdam, juni 2010 Ciska Harte I

4 Samenvatting Ter afsluiting van de Uitmarkt werd op 30 augustus 2009 voor de zevende maal het Paradisodebat georganiseerd, met als thema: de kloof tussen kunst en politiek. Eén van de stellingen die tijdens dit debat aan de orde kwam was: de vrijheid van kunst moet apart worden vastgelegd in de Grondwet. Els Swaab, voorzitter van de Raad voor Cultuur, pleitte voor deze stelling, hetgeen bij menig politicus op veel weerstand stuitte. Deze politici stelden onder andere dat de huidige artikelen 7 en 22 van de Grondwet kunstenaars reeds voldoende beschermen. Els Swaab stelde echter dat deze artikelen onvoldoende bescherming bieden en niet garant staan voor een financiële basis voor subsidiëring. De vraag is echter of subsidiëring van de kunstsector noodzakelijk is. De politiek lijkt hier geen eenduidig antwoord op te kunnen geven. Politieke redenen voor overheidssteun veranderen voortdurend. De schoonheid van de kunst, de sociale cohesie en de economische impact van kunst zijn verschillende redenen waarom de overheid de afgelopen decennia kunst heeft gesubsidieerd. De huidige kredietcrisis en de daarmee gepaard gaande bezuinigingsmaatregelen zijn thans echter een veelgenoemde reden om de hoogte van de beschikbare subsidiegelden in te perken of de subsidies af te schaffen. Rechtse partijen, zoals de PVV of TON, pleiten voor het afschaffen van dergelijke overheidssteun, omdat dit afbreuk doet aan de kwaliteit en diversiteit binnen de sector. Maar ook andere politieke partijen lijken drastische bezuinigingsmaatregelen te willen doorvoeren binnen de cultuursector, zo blijkt uit de doorrekening van de verkiezingsprogramma s van negen politieke partijen voor de Tweede Kamerverkiezingen voor 2010, uitgevoerd door het Centraal PlanBureau (CPB). GroenLinks en de SP zijn de enige twee partijen die, ondanks de crisis, juist extra geld willen investeren in de kunst- en cultuursector. Aan het werven van eigen inkomsten wordt steeds meer belang gehecht. Maar de kunst kan niet geheel aan de markt worden overgelaten. De markt verzekert immers niet het voortbestaan van kunst, nu het hebben van kunst geen noodzakelijke behoefte is voor mensen. Bij een tekort aan financiële middelen zal men daarom over het algemeen geen geld uitgeven aan, of investeren in kunst. Informele contacten vormen een belangrijke geldbron. Culturele instellingen of kunstenaars kunnen zich beroepen op de betrokkenheid van deze contacten. Ze moeten zich bereid gaan voelen om een financiële bijdrage te leveren: een gift. Deze vorm van financiering is in de praktijk echter weinig praktisch. Wellicht komt dit door de veronderstelling dat tegenwoordig niemand meer iets zomaar geeft. Overheidssteun lijkt derhalve noodzakelijk om het voortbestaan van de kunstsector te kunnen garanderen. Artikel 22, derde lid, van de Grondwet biedt een juridische basis voor deze steun. De mate waarin dit artikel de kunstenaar beschermt en een verplichting oplegt aan de overheid is echter gering. II

5 Daarnaast bestaat de discussie of het subsidiëren van kunst überhaupt onder dit artikel valt, nu het niet expliciet wordt genoemd. De overheid treft maatregelen door subsidieregelingen op te stellen zoals de Wet op het specifiek cultuurbeleid en de Wet werk en inkomen kunstenaars, op grond waarvan kunstenaars in aanmerking kunnen komen voor een subsidie of een uitkering. En ook fiscale regelingen, zoals het verlaagd Btwtarief van 6% voor kunstaankopen (die niet in opdracht zijn gemaakt) en de giftenaftrek kunnen worden gezien als overheidssteun ten behoeve van de kunstsector. Toch bieden deze regelingen onvoldoende bescherming nu er (onder andere) veel beleidsvrijheid bestaat voor de overheid bij het opstellen en uitvoeren van deze regelingen. Artikel 22, derde lid, van de Grondwet spoort de overheid wel aan tot het voeren van kunstbeleid, maar het biedt geen maatstaven om dat beleid te toetsen. Artikel 22, derde lid, van de Grondwet wordt een sociaal grondrecht genoemd. Het bevat instructienormen en ziet op overheidshandelen. Echter, ook uit klassieke grondrechten kunnen overheidsverplichtingen voortvloeien. Van een strikte scheiding tussen klassieke en sociale grondrechten kan dan ook niet worden gesproken. In het geval van de kunstsector is artikel 7 van de Grondwet als klassiek grondrecht van belang. De vrijheid van expressie (kunstuitingen) valt in het Nederlandse rechtssysteem immers onder de vrijheid van meningsuiting. Uit artikel 7 van de Grondwet lijkt echter geen subsidieverplichting voor de overheid te kunnen worden afgeleid, omdat kunst (ook) hier niet expliciet wordt genoemd. Voor overheidssteun ten aanzien van kunst lijkt dus een juridische grondslag te ontbreken. Ook Europese regelingen, zoals artikel 151 van het EG-Verdrag, bieden geen waarborgen op nationaal niveau. En in de internationale verdragen vastgelegde sociale grondrechten zijn over het algemeen niet een ieder verbindend, waardoor deze niet rechtstreeks doorwerken in de Nederlandse rechtsorde. Het EHRM kent daarnaast aan de lidstaten een grote margin of appreciation toe als het gaat om de vraag welke overheidsuitgaven en -inspanningen prioriteit moeten krijgen. Een juridische basis voor overheidssteun ontbreekt, hetgeen wordt aangeduid als een legitimeringsprobleem. Rechtvaardigingen voor kunstsubsidies zijn hierdoor afhankelijk van het politieke klimaat. Nu collectieve steun ontbreekt en het merendeel van de politieke partijen steeds verder wil bezuinigen op de kunstsector, zal er een sterke, juridisch afdwingbare basis voor overheidssteun moeten worden ingevoerd om het voortbestaan van de kunstsector te kunnen garanderen. Door de vrijheid van kunst op te nemen in de Grondwet kan een juridisch afdwingbare basis voor overheidssteun ontstaan. Duitsland, en nog zestien andere Europese landen, kennen een bepaling waarin de vrijheid van kunst een zelfstandig recht vormt. Een dergelijke bepaling, zoals opgenomen in de Duitse Grondwet, ziet in de eerste plaats op een onthoudingsplicht voor de overheid ten aanzien III

6 van de inhoud van kunstuitingen. Maar daarnaast duidt het ook op een zorgplicht voor de overheid. Deze plicht kan (in Duitsland) echter worden beperkt doordat eisen en verplichtingen aan subsidies kunnen worden gesteld. Een individuele kunstenaar kan dan ook aan het recht op de vrijheid van kunst geen concrete aanspraak op subsidie ontlenen. Voor Nederland geldt dat er in meerdere mate rechtswaarborgen zijn vastgesteld, zoals de regels in de subsidietitel van de Algemene wet bestuursrecht, de algemene beginselen van behoorlijk bestuur die de overheid in acht dient te nemen, en de regels van de Wet op het specifiek cultuurbeleid. Dergelijke grondslagen zijn van belang. Zonder deze grondslagen komt er immers veel beleidsvrijheid toe aan de overheid en kunnen via beleidsregels subsidieverplichtingen gemakkelijk worden opgelegd. Een wellicht minder vergaande stap is het opnemen van een sociaal grondrecht, waarin de overheid wordt gewezen op haar zorgplicht ten aanzien van de kunstsector. Een dergelijk artikel kan mogelijk als volgt worden geformuleerd: De overheid treft maatregelen ter bevordering van kunst. Een dergelijke bepaling kan dienen als symboolfunctie. De overheid laat zien wat in Nederland van belang wordt geacht en waar zij zich voor wil inzetten. Ook maakt deze variant een einde aan de discussie of de zorg voor kunst al dan niet onder het huidige artikel 22, derde lid, van de Grondwet valt. De discussie over de rechtskracht van sociale grondrechten ze zijn niet juridisch afdwingbaar blijft echter bestaan. En ook hier geldt hetzelfde als voor de reeds eerder genoemde klassieke variant: zonder nadere wet- en regelgeving komt er (alsnog) veel beleidsvrijheid toe aan de overheid. Om voldoende waarborgen te kunnen garanderen zal de opname van de vrijheid van, of de zorg voor kunst in de Grondwet dus onvoldoende zijn. Nadere wet- en regelgeving zal daarom moeten bepalen op welke wijze de overheid kunst (financieel) zal moeten ondersteunen. Hierbij doen zich echter problemen voor: de toewijzingsproblemen. Doordat er meer subsidiegeld wordt aangevraagd dan er beschikbaar is, zullen er criteria moeten worden opgesteld aan de hand waarvan kan worden beoordeeld wie al dan niet in aanmerking komt voor subsidie. Het criterium dat thans wordt gehanteerd is kwaliteit, hetgeen wordt beoordeeld volgens een systeem van peer review. Deskundigen, in dit geval collega-kunstenaars, beoordelen of aan de eis van kwaliteit is voldaan. Belangenverstrengeling ligt dus op de loer. Recentelijk heeft de rechter in de zaak van de Theatercompagnie ook aangegeven dat er sprake was van een schijn van belangenverstrengeling. Eén van de leden van de beoordelende commissie had namelijk zelf ook een subsidieaanvraag ingediend. Ondanks dat dit commissielid niet aanwezig was bij de beoordeling van zijn eigen aanvraag, achtte de rechter dat er toch sprake was van (een schijn van) partijdigheid. Door de aanvraag van de Theatercompagnie te weigeren had het commissielid immers meer kans dat zijn eigen aanvraag wel werd gehonoreerd (in het licht van de beperkte subsidiegelden). IV

7 Maar ook op andere terreinen binnen de subsidietak heeft de rechter zich recentelijk uitgelaten. Zo was er bij de beoordeling van de aanvraag van het Willem Breuker Kollektief sprake van een motiveringsprobleem. De tegenstelling tussen de lovende beoordeling in 2004 en het gemis aan artistieke kwaliteit in 2008 achtte de rechter te groot. In de zaak omtrent het project Sam s Story, maar ook in de zaak omtrent het project Seperation City, gaf de rechter antwoord op de vraag of de film betrekking had op kunst(enaars): één van de eisen om in aanmerking te komen voor subsidie. Ook trad de rechter in de beoordeling wat men onder de gehele breedte van het betreffende terrein moet worden verstaan. Dit was een vereiste om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie binnen de basisinfrastructuur. Ondanks dat er sprake is van beleidsvrijheid en de rechter dus terughoudend moet toetsen, lijkt er zich een tendens voor te doen dat de rechter zich meer gaat bemoeien met de gang van zaken rondom de subsidiëring van kunst. Moet, gezien de voorgaande ontwikkelingen, het subsidiestelsel nu worden gewijzigd? En zijn er ook nog andere veranderingen noodzakelijk om subsidies voor kunst en cultuur veilig te stellen? Wat betreft de laatste vraag, welke ziet op het legitimeringsprobleem, kan worden gesteld dat het opnemen van de vrijheid van, of de zorg voor kunst de (juridische) verplichting van de overheid om kunst te financieren verduidelijkt en versterkt. Bij de vrijheid van kunst zal deze verplichting indirect uit het artikel kunnen worden afgeleid. Een artikel met betrekking tot de zorg voor kunst geeft deze verplichting direct weer. De opname van zo n artikel zal op zichzelf echter onvoldoende zijn, nu een dergelijke bepaling duidt op een grote beleidsmarge voor de overheid. Daarom zullen in nadere weten regelgeving extra waarborgen moeten worden opgenomen. Deze regelgeving moet onder andere zien op het subsidiestelsel. Het huidige subsidiestelsel gaat uit van een systeem van peer review. Kan dit systeem stand houden? Hoe meer de rechter oordeelt over de wijze waarop subsidies worden vastgesteld en hoe meer inhoudelijk wordt ingegaan op de subsidieaanvraag, des te noodzakelijker het wordt om het stelsel te wijzigen. Was de rechter voorheen terughoudend bij het toetsen van subsidieaanvragen, recentelijk heeft de rechter toch meerdere malen de zaak ook inhoudelijk beoordeeld en daar waar nodig correcties aangebracht. 1 Er wordt wel gesteld dat het systeem van peer review moet worden verlaten. Mijns inziens is dit niet noodzakelijk. Belangenverstrengeling kan immers ook worden beperkt door bijvoorbeeld buitenlandse deskundigen (collega-kunstenaars) aanvragen te laten beoordelen, waardoor de kans op belangenverstrengeling wordt beperkt. Het kwaliteitscriterium is thans het uitgangspunt bij de beoordeling van de subsidieaanvragen. Het is de vraag of dit criterium moet worden verlaten en welk criterium dan wel kan bijdragen aan een meer objectieve beoordeling van de subsidieaanvragen. Het antwoord op deze vraag zal mijns inziens altijd een punt van discussie blijven. 1 Zie de kwestie rondom het Oerol-festival, rondom het project Sam s Story en het filmproject Seperation City, welke zaken hiervoor reeds zijn aangehaald. V

8 Concluderend: dat de overheid de kunstsector financieel dient te ondersteunen kan door de opname van de vrijheid van, of de zorg voor kunst in de Grondwet duidelijk worden gemaakt. De overheid wordt via deze weg (respectievelijk indirect dan wel direct) verplicht om zich, zoveel als dat mogelijk is, (financieel) in te zetten voor de kunstsector. Een dergelijk grondwetsartikel kan derhalve een oplossing bieden voor het bestaande legitimeringsprobleem. Voor de toewijzingsproblemen lijkt geen oplossing te zijn. Er wordt nu eenmaal meer subsidie aangevraagd dan er beschikbaar is. Wel moet via het subsidiestelsel zo objectief mogelijk worden vastgesteld wie er al dan niet in aanmerking komt voor subsidie. Buitenlandse kunstenaars kunnen worden aangesteld als deskundigen. Hierdoor neemt de kans op belangenverstrengeling af, hetgeen ten goede komt aan de objectiviteit van de beoordeling. VI

9 Inhoudsopgave Voorwoord... I Samenvatting... II Inhoudsopgave... VII Lijst van gebruikte afkortingen... IX 1. Inleiding De definitie van kunst Probleemstelling Opbouw van het rapport Financiering van kunst: een publieke taak? Kunst en politiek Juridische grondslagen voor overheidssteun Private financiering Sociale financiering Conclusie De huidige financieringsregelingen Subsidieregelingen van het Rijk Instellingen met langjarig subsidieperspectief Vierjarig gesubsidieerde instellingen Toekenning van subsidie door fondsen Wet werk en inkomen kunstenaars Fiscale regelingen Internationale regelingen Voldoende waarborgen? Conclusie VII

10 4. Recht op kunstsubsidie? Het legitimeringsprobleem De vrijheid van kunst in de Grondwet Kunst als zorg der overheid Toewijzingsproblemen De rechter corrigeert Overige toewijzingsproblemen Het wijzigen van het subsidiestelsel Conclusie Conclusie en aanbevelingen Literatuurlijst Jurisprudentieregister, wet- & regelgeving en kamerstukken Overige bronnen Bijlagen Bijlage 1 Definitiekwestie stoel Bijlage 2 Overzicht politieke opvattingen omtrent overheidssteun aan de kunst- & cultuursector Bijlage 3 Formulier ten behoeve van de beroepsmatigheidstoets Wwik Kunstenaars&CO VIII

11 Lijst van gebruikte afkortingen ABRvS Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State ANBI Algemeen Nut Beogende Instelling Awb Algemene wet bestuursrecht CCP Cultureel ContactPunt CPB Centraal PlanBureau c.s. cum suis (met de zijnen) EU Europese Unie EHRM Europees Hof voor de Rechten van de Mens EVRM Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens Fonds BKBV Fonds Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst GG Grundgesetz IVBPR Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten jrg. Jaargang LJN Landelijk Jurisprudentie Nummer nr. nummer o.a. onder andere OCW Onderwijs, Cultuur & Wetenschap p. pagina Rb Rechtbank vgl. vergelijk Wbc Wet tot behoud cultuurbezit WFR Weekblad Fiscaal Recht Wsc Wet op het specifiek cultuurbeleid Wwik Wet werk en inkomen kunstenaars IX

12 1. Inleiding In hoeverre mag de politiek zich bemoeien met kunst? En moeten kunstenaars worden beschermd tegen de grillen van s lands politieke koers? Deze vragen stonden centraal tijdens het Paradisodebat dat ter afsluiting van de Uitmarkt op 30 augustus 2009 werd georganiseerd in Amsterdam. Aan de hand van drie stellingen werd gediscussieerd over de relatie tussen kunst en de overheid. 2 De eerste stelling was: de politiek dient zich op afstand te houden in het belang van de kunst. George Lawson, directeur-bestuurder van het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten, is het niet eens met deze stelling. Voor de politiek is juist een rol weggelegd bij het vaststellen van de hoofdlijnen van het cultuurbeleid, aldus Lawson. Deels is deze rol gecreëerd door de invoering van de nieuwe subsidiesystematiek. Het nieuwe subsidiestelsel geldt vanaf 1 januari 2009 en moet de overheid op afstand zetten bij beslissingen omtrent specifieke subsidieaanvragen. Hierdoor krijgt de overheid de gelegenheid om zich te richten op het beleid. 3 Een meerderheid van de deelnemende politici deelt de mening van Lawson. De overheid moet echter niet gaan discussiëren over individuele subsidieaanvragen. Hans van Leeuwen van de SP waarschuwt dat het heel slecht voor de kunsten is als de afstand zo groot wordt dat de kunst wordt gemarginaliseerd. De fondsen die subsidie verstrekken moeten immers een bepaalde doelstelling uitdragen, die door de politiek moet worden vastgesteld. De tweede stelling eigenlijk is het een vraag luidde: moet de kunst politiseren of de politiek culturaliseren? Carolien Gehrels, cultuurwethouder in Amsterdam, stelt dat de politiek moet culturaliseren. De politiek moet opvattingen hebben over de hoofdlijnen van het cultuurbeleid. Niet alle politici zijn het met haar eens. Zo stelt Boris van der Ham (D66) dat een wethouder zich niet hoeft te bemoeien met de maatschappelijke houding van kunstenaars. Culturalisering betekent uiteindelijk altijd vermaatschappelijking, aldus Van der Ham. Han ter Broeke vult dit namens de VVD aan door te wijzen op het principe van l art pour l art als wezen van de kunst. Hij vreest voor teveel individuele politieke invloed indien wethouders zich inhoudelijk gaan bemoeien met kunst. De laatste stelling die ter sprake kwam was: de vrijheid van kunst moet apart worden vastgelegd in de Grondwet. Els Swaab, voorzitter van de Raad voor Cultuur, verdedigde deze stelling. Het opnemen van kunst in de Grondwet acht zij noodzakelijk vanwege de steeds verdere aanvallen op kunst. Het schommelende politieke klimaat is de reden om kunst extra bescherming te bieden. Kunst zou de status moeten krijgen van voorwerp van aanhoudende zorg van de overheid. Het merendeel van de 2 Verslag Kunsten 92 Paradisodebat: De kloof tussen Kunst en Politiek, in: BBK-krant, nr. 295, oktober 2009, p In hoofdstuk 3 van dit rapport wordt nader ingegaan op de nieuwe subsidiesystematiek. 1

13 politici is negatief tegenover het voorstel om de vrijheid van kunst op te nemen in de Grondwet. Van der Ham stelt de vraag hoe moet worden vastgesteld wat er onder kunst moet worden verstaan. Anderen stellen dat de artikelen 7 en 22 van de huidige Grondwet voldoende bescherming bieden voor kunstenaars. Leerdam (PvdA) is de enige politicus die positief staat tegenover het voorstel om de vrijheid van kunst op te nemen in de Grondwet. De stelling die Els Swaab verdedigde stuitte ook na het Paradisodebat op enige kritiek. In haar speech tijdens het fotofestival Noorderlicht gaf zij daarom extra uitleg aan de argumentatie die voor het opnemen van grondwettelijk artikel met betrekking tot kunst pleit. Ze ging nogmaals in op de veranderingen binnen het politieke klimaat en vroeg zich af of de Grondwet kunstenaars op dit moment voldoende beschermt. Kunst zou, net als onderwijs, moeten worden opgenomen in de vorm van een sociaal grondrecht. Een dergelijke grondwetsbepaling zou namelijk onder andere garant staan voor een financiële basis. Het huidige artikel 22 van de Grondwet biedt deze garantie volgens Swaab niet. 4 Ook in haar speech tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst van de Raad voor Cultuur onderstreepte zij het belang van een grondwettelijke bepaling omtrent kunst. De opname van een dergelijk grondwetsartikel zou duidelijk maken hoe waardevol kunst en cultuur voor de samenleving zijn. 5 Desalniettemin werd de stelling van Swaab door velen gezien als een poging om de subsidiëring van de kunst- en cultuursector veilig te stellen De definitie van kunst Tijdens het Paradisodebat stelde Van der Ham de vraag hoe moet worden vastgesteld wat er onder kunst moet worden verstaan. Daarmee veronderstelt hij dat, voor de opname van een grondwettelijke bepaling ten aanzien van kunst, een statisch kunstbegrip is vereist. Een dergelijk begrip lijkt voor kunst niet haalbaar. Wat de één kunst vindt, hoeft in de ogen van iemand anders immers geen kunst te zijn. Het opnemen van de vrijheid van, of de zorg voor kunst in de Grondwet leidt dan ook tot een definitieprobleem: wat is kunst en/of wie is een kunstenaar? Het is de vraag of een specifieke definitie van kunst gewenst is, als een dergelijke definitie niet bestaat. Het definiëren van kunst stuit telkens op problemen, ook onder kunstfilosofen. Vrijwel elke 4 Speech Els Swaab Noorderlicht, 5 september 2009, te raadplegen via: < 5 Speech Els Swaab tgv nieuwjaarsbijeenkomst Raad voor Cultuur, 14 januari 2010, p. 2, te raadplegen via: < pdf>. 6 Vgl. o.a. < 2

14 filosoof hanteert andere belangrijke criteria waaraan moet zijn voldaan om te kunnen spreken van kunst. 7 Janet Wolff geeft twee mogelijke oplossingen voor dit probleem. De eerste oplossing ziet op de esthetische houding. In deze theorie ligt het niet aan de objecten, maar aan de manier waarop je ernaar kijkt of iets kunst wordt of niet. Deze theorie kent echter enkele tekortkomingen. Zo kan geen sluitend antwoord worden gegeven op de vraag wat kunst is. Een natuurverschijnsel kan met een esthetische houding worden waargenomen, maar is geen kunst. Daarnaast wordt geen rekening gehouden met het feit dat de esthetische houding van een museumdirecteur meer betekenis heeft dan die van de gewone man. De tweede oplossing ziet op de institutionele theorie. Hierbij wordt benadrukt dat de kunstwereld vaststelt wat kunst is (en wat niet). Maar ook deze theorie stuit op problemen. Zo kan worden getwijfeld aan de gronden waarop wordt beoordeeld of iets kunst is. Moeten we veronderstellen dat personen die aan een werk de status van kunstwerk verlenen dit doen op grond van goede redenen, of doen ze dit uitsluitend op grond van hun status in de kunstwereld? 8 Een duidelijk kunstbegrip is mijns inziens niet noodzakelijk voor het definiëren van een grondwettelijke bepaling. Een vaste definitie is ongewenst, nu hetgeen onder kunst wordt verstaan varieert van tijd tot tijd en van plaats tot plaats. 9 De rechter zal dan ook per geval, wellicht aan de hand van enkele voorwaarden, moeten beoordelen wat er al dan niet onder kunst moet worden verstaan. Daarbij kan hij gebruik maken van de mogelijkheid om deskundigen in te roepen. Het uitgangspunt bij wetgeving is dan wel dat vage termen zo veel mogelijk moeten worden voormeden, toch komen ze vaak voor. 10 In het bestuursrecht worden bijvoorbeeld de volgende vage termen genoemd: inrichting, gebouw, afvalstof, gevaar, hinder, etc. Behalve deze termen voor feitelijke begrippen komen er in het bestuursrecht ook andere vage begrippen voor, zoals gegronde vrees voor vervolging, passende arbeid, plichtsverzuim, ambtenaar, etc W. Oosterbaan Martinius, Schoonheid, welzijn en kwaliteit. Kunstbeleid en verantwoording na 1945, Schwartz/SDU, Den Haag, 1990, p W. Oosterbaan Martinius, Schoonheid, welzijn en kwaliteit. Kunstbeleid en verantwoording na 1945, Schwartz/SDU, Den Haag, 1990, p Wat kunst is, is continu aan discussie en twijfel onderhevig, nu een duidelijke en dominerende vormtraditie niet meer bestaat. Bron: W. Oosterbaan Martinius, Schoonheid, welzijn en kwaliteit. Kunstbeleid en verantwoording na 1945, Schwartz/SDU, Den Haag, 1990, p Statische definities lijken niet te bestaan. Het begrip stoel is op het eerste gezicht een statisch begrip. Iedereen lijkt te weten wat een stoel is en wat niet. Maar toch doen zich ook hier problemen voor, want aan welke voorwaarden moet een voorwerp doen om een stoel te zijn? In bijlage 1 van dit rapport wordt dit definitieprobleem nader weergegeven. 11 P. de Haan c.s., Bestuursrecht in de sociale rechtsstaat, Kluwer, Deventer, 2001, p

15 Met het vorenstaande wil ik de definitiekwestie omtrent het kunstbegrip afsluiten. Het definiëren van kunst valt immers buiten deze studie. Het is voor nu belangrijk om te weten dat het maken van een statische definitie op zichzelf vrijwel onmogelijk is, maar dat het daarnaast ook niet (per definitie) noodzakelijk is voor de realisatie van wetgeving. 1.2 Probleemstelling Maar is het nu, zoals Swaab stelt, ook daadwerkelijk zo slecht gesteld met de kunst- en cultuursector? Haar betoog komt er vrijwel op neer dat, zonder opname van kunst in de Grondwet, alle subsidies direct kunnen worden afgeschaft. Bieden de artikelen 7 en 22 van de huidige Grondwet niet al voldoende bescherming voor kunstenaars? En is opname in de Grondwet wel het middel om meer bescherming te bieden? Al deze vragen worden nader in dit rapport aan de orde gesteld en monden uit in de volgende probleemstelling, welke in dit onderzoek centraal staat: In hoeverre is de overheid verplicht om kunst financieel te ondersteunen? Aan de hand van deze probleemstelling zal ik trachten antwoord te geven op de vraag op welke wijze meer waarborgen en/of garanties voor overheidssteun kunnen worden gecreëerd. 1.3 Opbouw van het rapport Na dit inleidende hoofdstuk zal worden ingegaan op de vraag waarom de overheid kunst moet financieren. Dit gebeurt vanuit twee invalshoeken. Enerzijds worden politieke argumenten gegeven voor overheidssteun en anderzijds komen de juridische argumenten naar voren. Ook worden twee andere vormen van financiering besproken, te weten: private financiering en het gebruik van sociale financieringsbronnen. Het derde hoofdstuk geeft verschillende financieringsregelingen weer, zowel op nationaal als op internationaal niveau. De vraag wordt daarbij gesteld of deze regelingen met voldoende waarborgen zijn omkleed. Hoofdstuk vier geeft de problemen weer die spelen bij het subsidiëren van kunst. Ingegaan wordt op het legitimeringsprobleem en de toewijzingsproblemen. Voor beide problemen zal naar oplossingen worden gezocht. Tenslotte volgt een conclusie van het vorenstaande en worden aanbevelingen gedaan ten aanzien van het optimaliseren van de waarborgen en/of garanties voor overheidssteun. 4

16 2. Financiering van kunst: een publieke taak? Dat de overheid de kunstsector financieel ondersteunt is niet altijd gebruikelijk geweest. In de negentiende eeuw achtte Thorbecke elke vorm van overheidssteun onwenselijk nu dit zou kunnen leiden tot een oordeel van de overheid over kunsten. Daarnaast zouden subsidies voor kunstenaars hen gemakzuchtig maken en leiden tot verarming van de kunst. 12 Aan het begin van de twintigste eeuw werd dit uitgangspunt verlaten. Met de opkomst van de sociaal-democraten wordt dan gesteld dat de overheid positieve sociale politiek zal moeten bedrijven. 13 Over wat behoort tot de taak van de overheid bestaat geen politieke consensus. In dit hoofdstuk zal worden ingegaan op de vraag waarom de overheid de kunstsector al dan niet financieel moet ondersteunen. Politieke en juridische argumenten zullen hierbij de revue passeren. 2.1 Kunst en politiek De politieke redenen voor overheidssteun veranderen voortdurend. In de jaren vijftig werd kunst gesubsidieerd vanwege de schoonheid van de kunst die beschermd en gestimuleerd moest worden. Daarnaast ging de overheid ervan uit dat kunst een beschavende werking had. De bijdrage van kunst aan het welzijn werd in de jaren zestig en zeventig benadrukt. Het begrip kwaliteit stond in de jaren tachtig centraal. Het cultureel ondernemerschap komt eind jaren negentig op. Overheidssubsidie is dan noodzakelijk vanwege de bijdrage aan de sociale cohesie en het burgerschap. Sinds enkele jaren staat de economische impact centraal. 14 Zo zou kunst belangrijk zijn voor de economie van gemeenten. Cultuur trekt hoog opgeleide bewoners aan die creatief en productief zijn en hun geld ook weer in hun woonplaats uitgeven. Lager opgeleide bewoners profiteren hiervan door de toenemende mate van werkgelegenheid en bedrijvigheid. Dit heeft voorts een positief effect op de leefbaarheid binnen de gemeente en op sociale problemen van burgers, aldus econoom Gerard Marlet Hier wordt uitgegaan van de negatieve interpretatie van het Thorbecke-beginsel : de overheid dient zich geheel te onthouden van bemoeienis met de kunstsector. Er bestaat echter ook een positieve variant, waarbij wordt gesteld dat de overheid kunst wel mag financieren, maar niet mag treden in de (inhoudelijke) beoordeling van kunst. W. Krul, Thorbecke s adagium van staatsonthouding als zedelijk beginsel, geraadpleegd op 2 maart 2010 via: < Zie tevens: F.J.P.M. Hoefnagel, Cultuurpolitiek: het mogen en moeten, SDU Uitgeverij, s-gravenhage, 1992, p I.C. van der Vlies c.s., Kunst, recht en beleid, Boom Juridische Uitgevers, Den Haag, 2009, p Harmen Bockma, Kunst is niet langer heilig: bezuinigingen op kunst en cultuur, in: De Volkskrant, 27 november C. Kammer c.s., Gemeenteraadsverkiezingen: kunst belangrijk voor economie gemeenten, in: NRC Handelsblad, 27 februari

17 In de cultuurnota Kunst van leven uit 2007 worden vier argumenten genoemd om cultuur te subsidiëren. In de eerste plaats is cultuur een collectief goed: Iedereen kan ervan genieten, maar je kunt mensen die er langs lopen [langs een park] niet elke keer vragen er iets voor te betalen. Daarom springt de overheid bij. Daarnaast hebben kunst en cultuur positieve effecten op horeca en winkeliers. Ofwel: kunst heeft positieve effecten op de economie. In de derde plaats is cultuur een merit good. Het wordt gunstig geacht indien iedereen er toegang toe krijgt. Tenslotte is er het conserveringsargument dat ziet op het behouden en bewaren van kunst en erfgoed. 16 Maar ondanks de positieve uitwerkingen van het subsidiëren van kunst en cultuur komt ook de kunstsector niet onder de kredietcrisis en de daarop volgende bezuinigingen uit. De Tweede Kamer wil de sector niet langer ontzien, en bij de gemeenteraadsverkiezingen speelden de bezuinigingen eveneens een grote rol. 17 In de gemeente Den Haag is er in de campagne van de PVV een hoofdrol weggelegd voor de bezuinigingen op kunst en cultuur. De partij wil de huidige bijdrage van 300 miljoen euro halveren. 18 Maar ook op landelijk niveau is de PVV duidelijk: Kabinet, stop met al die linkse hobby s. Stop met de Vogelaarwijken en kunstsubsidies. Zo kunnen er met speels gemak vele miljarden euro s worden bespaard, aldus Wilders. 19 Daarnaast stelt de PVV dat het geven van subsidie niet per definitie leidt tot geniale kunst, en dat subsidies kunstenaars lui zouden maken. 20 De PVV is niet de enige partij die fel tegen kunstsubsidies is. Trots Op Nederland (TON) stelt dat de subsidies afbreuk doen aan de kwaliteit en diversiteit in de kunstsector. Alle kunstsubsidies zouden afgeschaft moeten worden. Uitgezonderd is slechts de bescherming van cultureel erfgoed, aldus Verdonk. 21 Ook de VVD ziet de subsidiestroom liever dalen. De huidige economische crisis is volgens hen het moment om de rol van de overheid te verkleinen. De kunst en cultuursector zal daardoor gedwongen worden om meer privaat kapitaal aan te trekken. 22 De ChristenUnie gaat ervan uit dat de kunstenaar in beginsel zelf in staat moet zijn om de nodige inkomsten te genereren. Wel wijst de partij op de economische effecten van kunst en cultuur: een regio met een aantrekkelijk cultureel klimaat is voor veel bedrijven een regio met een aantrekkelijk 16 Kunst van Leven: hoofdlijnen cultuurbeleid, Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap, 22 juni 2007, p Harmen Bockma, Kunst is niet langer heilig: bezuinigingen op kunst en cultuur, in: De Volkskrant, 27 november M. Peters c.s., Laat de crisis onze kunst niet verschralen, in: De Volkskrant, 27 februari Cultuursector vreest PVV als aanjager bezuinigingen, in: Binnenlands Bestuur, 24 februari 2010, geraadpleegd op 5 maart 2010 via: < 19 Geert Wilders, Kabinet, stop met al die linkse hobby s, 1 juli Geraadpleegd op 2 maart 2010 via: < Zie tevens: De agenda van hoop en optimisme, verkiezingsprogramma PVV Tweede Kamerverkiezingen 2010, p Martin Bosma, Maak van kunstenaars geen subsidieslurpers, in: Boekman 81: Kunst & Politiek, 21 e jrg., winter 2009, p Rita Verdonk, Handen af van de kunst!, in: Boekman 81: Kunst & Politiek, 21 e jrg., winter 2009, p Zie tevens: Vertrouwen en handhaven, verkiezingsprogramma Trots op Nederland Tweede Kamerverkiezingen 2010, p Han ten Broeke, Cultuuromslag in cultuurwereld broodnodig, 2 november Geraadpleegd op 2 maart 2010 via: < Zie tevens: Orde op zaken, verkiezingsprogramma VDD Tweede Kamerverkiezingen 2010, p

18 vestigingsklimaat. Omtrent de financiering van kunst heeft de partij een duidelijk standpunt. Als kunst oproept tot discriminatie, geweld, godslastering of onzedelijkheid kan zij niet door middel van publieke middelen worden bekostigd. 23 Partijen die juist voor meer of voor gelijke overheidssteun pleiten zijn de SP, D66, de Partij voor de Dieren en GroenLinks. 24 GroenLinks stelt dat in crisistijd kunstenaars juist nodig zijn. Zij kunnen vanwege hun autonome positie de samenleving een spiegel voorhouden. Het kunnen leveren van ideologiekritiek is een basisvoorziening van een beschaafde democratie. 25 Daarom wil GroenLinks de uitgaven voor het kunst- en cultuurbeleid en de publieke omroep met 1 miljard euro verhogen. 26 De SP deelt de mening van GroenLinks dat kunstenaars in crisistijd juist nodig zijn. Kunst en cultuur kan een signaal zijn van nieuwe hoop en creativiteit. 27 D66 hecht ook veel waarde aan kunst en cultuur en wil niet verder bezuinigen op deze sector. 28 En ook de Partij voor de Dieren stelt in haar verkiezingsprogramma dat er niet mag worden bezuinigd op budgetten voor kunst en cultuur. 29 De PvdA doet in haar verkiezingsprogramma een beroep op het cultureel ondernemerschap van de culturele instellingen en de individuele kunstenaars, hetgeen moet worden gestimuleerd door het verwerven van meer eigen inkomsten te belonen. 30 De SGP stelt dat subsidie voor kunst beperkt dient te blijven. Meer geld betekent niet automatisch goede kunst, aldus de SGP. Echter, waardevolle culturele uitingen die de draagkracht van burgers te boven gaan verdienen wel steun van de overheid. 31 Het CDA stelt dat het de taak van overheid is om de kwaliteit van kunst en cultuur te verhogen, om te zorgen voor spreiding en toegankelijkheid en om kunst en cultuur te laten bloeien. 32 Bij de lokale afdelingen blijkt echter dat het CDA in verband met de economische crisis wel degelijk in kan stemmen met bezuinigingen op het gebied van kunst en cultuur. 33 En ook uit de doorrekening van het 23 Vooruitzien, verkiezingsprogramma ChristenUnie Tweede Kamerverkiezingen 2010, p Uit de doorrekeningen van de negen verkiezingsprogramma s voor de Tweede Kamerverkiezingen 2010 wordt dit bevestigd. De SP en GroenLinks trekken per saldo extra geld uit voor cultuur. D66 houdt de cultuuruitgaven constant. De overige onderzochte partijen (CDA, PvdA, VVD, ChristenUnie en de SGP) bezuinigen allen op het cultuurbeleid en/of subsidies. Bron: Centraal Planbureau, Keuzes in kaart Effecten van negen verkiezingsprogramma s op economie en milieu, Den Haag, mei 2010, p M. Peters c.s., Laat de crisis onze kunst niet verschralen, in: De Volkskrant, 27 februari Zie tevens F. Vlemminx, Het grondrecht op culturele ontplooiing: De lier aan de Wilgen?, in: Tijdschrift voor openbaar bestuur, jrg. 15, nr. 4, 1989, p. 70. Vlemminx stelt dat het rationele aspect van beeldende kunst in sterke mate grondrechtelijke bescherming behoeft. Deze bescherming is des te noodzakelijker nu voor de kunstenaar op dit punt een algemene taak is weggelegd: het leveren van ideologiekritiek. 26 Zie bijlage 2 van dit rapport. 27 Een beter Nederland, verkiezingsprogramma SP Tweede Kamerverkiezingen 2010, p We willen het anders, verkiezingsprogramma D66 Tweede Kamerverkiezingen 2010, p Zie tevens: Centraal Planbureau, Keuzes in kaart Effecten van negen verkiezingsprogramma s op economie en milieu, Den Haag, mei 2010, p Recept voor mededogen en duurzaamheid, verkiezingsprogramma Partij voor de Dieren Tweede Kamerverkiezingen 2010, p Iedereen telt mee, de kracht van Nederland, verkiezingsprogramma PvdA Tweede Kamerverkiezingen 2010, p < geraadpleegd op 17 juni Slagvaardig en samen, verkiezingsprogramma CDA Tweede Kamerverkiezingen 2010, p Zie rapport CDA Amsterdam, Amsterdam financieel gezond, 3 februari 2010, p. 8: Op dit moment gaat er volgens het CDA teveel geld naar kunst. Geraadpleegd op 2 maart 2010 via: < 7

19 verkiezingsprogramma voor 2010, uitgevoerd door het Centraal PlanBureau, blijkt dat het CDA wel degelijk wil bezuinigen op een groot aantal subsidies Juridische grondslagen voor overheidssteun Grondrechten vormen een juridische basis voor overheidshandelen en/of overheidsonthouding. Sociale grondrechten bevatten instructienormen en zien op overheidshandelen. Overheidsonthouding is geboden bij klassieke of liberale grondrechten. Deze grondrechten bevatten waarborgen die de burger een staatsvrije sfeer moeten garanderen. 35 Echter, van een strikte scheiding tussen sociale en klassieke grondrechten kan niet worden gesproken. Overheidshandelen is immers soms noodzakelijk om burgers gebruik te kunnen laten maken van hun klassieke grondrechten. 36 De vrijheid van onderwijs, geregeld in artikel 23, tweede lid, van de Grondwet kan zonder overheidssteun nauwelijks worden gerealiseerd. Ook bij artikel 5 van de Grondwet, het petitierecht, zal de overheid niet stil moeten zitten. Ze moet namelijk de mogelijkheid creëren dat petities ook daadwerkelijk kunnen worden ingediend. Grondrechten kunnen dus niet louter worden gezien als een instructienorm of louter als een waarborgnorm. Beide kenmerken komen in grondrechten terug. 37 Gegeven het vorenstaande kan overheidssteun ten behoeve van de kunstsector op twee grondrechten worden gebaseerd. In artikel 7 van de Grondwet is de vrijheid van meningsuiting neergelegd. Kunst is een vorm van het openbaren van gedachten en gevoelens en valt daarmee onder de reikwijdte van dit artikel. 38 Men zou er dus voor kunnen pleiten dat de overheid voorzieningen moet treffen om het gebruik van de vrijheid van meningsuiting in de vorm van kunst mogelijk te maken. 39 Volgens Vlemminx is deze redenering echter van betrekkelijke waarde, nu er een aparte basis in de Grondwet bestaat voor de steun aan kunst: artikel 22, derde lid, van de Grondwet Zie bijlage 2 van dit rapport. 35 P.W.C. Akkermans c.s., Grondrechten en grondrechtsbescherming in Nederland, 3 e herziene druk, W.E.J. Tjeen Willink, Deventer, 1999, p. 32 & 33. F. Vlemminx, Het grondrecht op culturele ontplooiing: De lier aan de Wilgen?, in: Tijdschrift voor openbaar bestuur, jrg. 15, nr. 4, 1989, p P.W.C. Akkermans c.s., Grondrechten en grondrechtsbescherming in Nederland, 3 e herziene druk, W.E.J. Tjeen Willink, Deventer, 1999, p. 34. F. Vlemminx, Grondrechten en moderne beeldende kunst, W.E.J. Tjeen Willink, Zwolle, 1992, p F. Vlemminx, Een nieuw profiel van grondrechten: een analyse van de prestatieplichten ingevolge klassieke en sociale grondrechten, W.E.J. Tjeen Willink, Deventer, 1998, p E. Willems, Gedachten over een grondrecht van de kunst, in: Raam, 61, januari 1970, p C. Smithuijsen c.s., Gepaste afstand: de cultuurnotaprocedure tussen de kunst, het recht en het openbaar bestuur, Reed Business Information B.V., s-gravenhage, 2004, p F. Vlemminx, Het grondrecht op culturele ontplooiing: De lier aan de Wilgen?, in: Tijdschrift voor openbaar bestuur, jrg. 15, nr. 4, 1989, p

20 Artikel 22 van de Grondwet, een sociaal grondrecht, is de juridische grondslag voor overheidssteun. Het derde lid luidt: Zij [de overheid] schept voorwaarden voor maatschappelijke en culturele ontplooiing en voor vrijetijdsbesteding. Aan de rechtskracht van sociale grondrechten wordt echter getwijfeld. 41 Sociale grondrechten kunnen doorgaans niet worden afgedwongen bij de rechter. Deze grondrechten leveren in beginsel dan ook geen rechten voor burgers op, aldus Bergamin. 42 Dit enkele feit is volgens Vlemminx echter onvoldoende om te kunnen zeggen dat sociale grondrechten de overheid niet binden. Sociale grondrechten binden de overheid juist wel, nu zij (net als klassieke grondrechten) zijn neergelegd in algemeen verbindende voorschriften. 43 Daarnaast zijn sociale grondrechten rechtsnormen. Nu een rechtsnorm rechtssubjecten bindt, is een rechtsnorm ook een waarborgnorm. Artikel 22, derde lid, van de Grondwet geeft juist de uitdrukkelijke gelding van verplichtingen aan, aldus Vlemminx. 44 Ook al zou deze laatste redenering worden gevolgd, dan is het nog te bezien in hoeverre het recht op culturele ontplooiing en vrijetijdsbesteding van belang is voor de kunst. Het artikel lijkt weinig houvast te bieden voor de toepassing op kunst. 45 Kunst is immers niet expliciet opgenomen in artikel 22, derde lid, van de Grondwet. Pronk stelt echter dat met de invoering van het sociale grondrecht, het kunst- en subsidiebeleid werd gecodificeerd. Deze codificatie ging gepaard met de zoektocht naar alternatieve steun, nu de financiële overheidssteun haar top had bereikt. 46 Ook Vlemminx gaat ervan uit dat het artikel tevens op kunst ziet. 47 De vraag in hoeverre artikel 22, derde lid, van de Grondwet de positie van de kunstenaar beschermt is met het vorenstaande nog niet beantwoord. Deze vraag hangt samen met de beleidsvrijheid die aan de overheid toekomt, hetgeen in het volgende hoofdstuk ter sprake komt. 41 T. Pronk, De grondwet als culturele opdrachtgever, in: Hoe vrij is kunst?, Otto Cramwinckel, Amsterdam, 1992, p Ruud Bergamin, Rechten jegens de overheid: Het begrip publiekrechtelijke subjectieve rechten, Ars Aequi Libri, Nijmegen, 1995, p F. Vlemminx, Grondrechten en moderne beeldende kunst, W.E.J. Tjeen Willink, Zwolle, 1992, p F. Vlemminx, Een nieuw profiel van de grondrechten: een analyse van de prestatieplichten ingevolge klassieke en sociale grondrechten, W.E.J. Tjeen Willink, Deventer, 1998, p T. Pronk, De grondwet als culturele opdrachtgever, in: Hoe vrij is kunst?, Otto Cramwinckel, Amsterdam, 1992, p I.C. van der Vlies c.s., Kunst, recht en beleid, Boom Juridische Uitgevers, Den Haag, 2009, p T. Pronk, De grondwet als culturele opdrachtgever, in: Hoe vrij is kunst?, Otto Cramwinckel, Amsterdam, 1992, p F. Vlemminx, Het grondrecht op culturele ontplooiing: De lier aan de Wilgen?, in: Tijdschrift voor openbaar bestuur, jrg. 15, nr. 4, 1989, p

Uitslag onderzoek Bezuinigen op kunst en cultuur? EenVandaag Opiniepanel 18 oktober deelnemers

Uitslag onderzoek Bezuinigen op kunst en cultuur? EenVandaag Opiniepanel 18 oktober deelnemers Uitslag onderzoek Bezuinigen op kunst en cultuur? EenVandaag Opiniepanel 18 oktober 2010 23.000 deelnemers In hoeverre beschouwt u zichzelf als een liefhebber van kunst en cultuur? Ik beschouw mezelf als:

Nadere informatie

Essay Kunst en Recht Marloes Tolman 5733510

Essay Kunst en Recht Marloes Tolman 5733510 Essay Kunst en Recht Marloes Tolman 5733510 Inleiding In de cultuursector wordt, net als in vrijwel elke andere sector, de komende jaren flink bezuinigd. De sector zal het met 200 miljoen euro minder moeten

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.minocw.nl

Nadere informatie

Onderzoek stemgedrag jongeren Door NCRV Rondom 10 en Netwerk 28 mei 2010

Onderzoek stemgedrag jongeren Door NCRV Rondom 10 en Netwerk 28 mei 2010 Onderzoek stemgedrag jongeren Door NCRV Rondom 10 en Netwerk 28 mei 2010 Ben je van plan om op 9 juni te gaan stemmen? Ja 698 83,1 Nee 39 4,6 Ik weet het nog niet 103 12,3 Stemgedrag PVV/ Wilders PvdA

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 750 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2014 F VERSLAG VAN

Nadere informatie

De Geefwet en donaties aan cultuur in Nederland *1. René Bekkers, r.bekkers@vu.nl Saskia Franssen, s.e.franssen@vu.nl

De Geefwet en donaties aan cultuur in Nederland *1. René Bekkers, r.bekkers@vu.nl Saskia Franssen, s.e.franssen@vu.nl De Geefwet en donaties aan cultuur in Nederland *1 René Bekkers, r.bekkers@vu.nl Saskia Franssen, s.e.franssen@vu.nl Sinds giften aan culturele instellingen fiscaal gezien aantrekkelijker zijn geworden,

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Datum 5 december 2018 Beantwoording aanvullende vragen voorhang Besluit bekostiging gvo en hvo op openbare scholen

Datum 5 december 2018 Beantwoording aanvullende vragen voorhang Besluit bekostiging gvo en hvo op openbare scholen >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Wetgeving en Juridische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Kunsten 92 Paradisodebat: De Kloof tussen Kunst en Politiek Zondag 30 augustus 2009 in Paradiso Amsterdam tijdens de Uitmarkt

Kunsten 92 Paradisodebat: De Kloof tussen Kunst en Politiek Zondag 30 augustus 2009 in Paradiso Amsterdam tijdens de Uitmarkt Kunsten 92 Paradisodebat: De Kloof tussen Kunst en Politiek Zondag 30 augustus 2009 in Paradiso Amsterdam tijdens de Uitmarkt Hoe ver mag de bemoeienis gaan van de politiek met de kunst en moeten kunstenaars

Nadere informatie

Subsidieverlening voor landelijke deskundigheidsbevordering van vrijwilligers.

Subsidieverlening voor landelijke deskundigheidsbevordering van vrijwilligers. Subsidieverlening voor landelijke deskundigheidsbevordering van vrijwilligers. In deze notitie wordt ingegaan op de volgende aspecten van de landelijke subsidiering van activiteiten in de sfeer van deskundigheidsbevordering:

Nadere informatie

Afdeling I. Algemene beginselen van Unierecht en de relatie met het HGEU 11. Afdeling III. Onderzoeksvragen, onderzoeksdoelstelling en beperkingen 17

Afdeling I. Algemene beginselen van Unierecht en de relatie met het HGEU 11. Afdeling III. Onderzoeksvragen, onderzoeksdoelstelling en beperkingen 17 IX Onderzoeksopzet 1 Hoofdstuk 1. Achtergrond 3 Hoofdstuk 2. Probleemstelling 7 Afdeling I. Academisch debat 7 Afdeling II. Eigen bijdrage academisch debat 9 Hoofdstuk 3. Onderzoeksvragen en -methodologie

Nadere informatie

SCHOTELANTENNES. Wettelijk kader

SCHOTELANTENNES. Wettelijk kader SCHOTELANTENNES Ondanks de technologische ontwikkelingen met betrekking tot de ontvangst van televisiesignalen blijven schotelantennes populair om televisie mee te kijken. Ook VvE s worden geconfronteerd

Nadere informatie

De Raad van de gemeente Ede,

De Raad van de gemeente Ede, De Raad van de gemeente Ede, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Ede d.d. 11 november 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet; overwegende

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

Raad voor Cultuur Prins Willem Alexanderhof 20 2595 BE..DEN HAAG. Datum Betreft adviesaanvraag culturele basisinfrastructuur 2017-2020.

Raad voor Cultuur Prins Willem Alexanderhof 20 2595 BE..DEN HAAG. Datum Betreft adviesaanvraag culturele basisinfrastructuur 2017-2020. >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Raad voor Cultuur Prins Willem Alexanderhof 20 2595 BE..DEN HAAG Erfgoed en Kunsten Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Aanleiding tot de verkenning. 1.2 Beleidscontext

1 Inleiding. 1.1 Aanleiding tot de verkenning. 1.2 Beleidscontext 1 Inleiding 1.1 Aanleiding tot de verkenning De Raad voor Cultuur (RvC) heeft in zijn Agenda Cultuur 2017 2020 en verder aangekondigd gezamenlijk met de Sociaal-Economische Raad (SER) een verkenning van

Nadere informatie

Geachte Tweede Kamer commissieleden voor cultuur,

Geachte Tweede Kamer commissieleden voor cultuur, Aan de leden van de commissie cultuur Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag 8 november 2012, Amsterdam Geachte Tweede Kamer commissieleden voor cultuur, Op 21 november 2012 staat

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer];

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer]; De raad van de gemeente Heerenveen; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer]; Gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet;

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015 Nr. 2014/78 De raad van de gemeente Leeuwarderadeel; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 21 oktober 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en

Nadere informatie

Introductie. 1. Uw persoonlijke situatie. Voorbeeldvragenlijst COB-kwartaalenquête 2011

Introductie. 1. Uw persoonlijke situatie. Voorbeeldvragenlijst COB-kwartaalenquête 2011 Introductie Dit onderzoek vindt plaats in opdracht van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Met de resultaten wil het bureau het kabinet en de politiek in het algemeen informeren over zorgen en wensen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2015;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2015; De raad van de gemeente Purmerend; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2015; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet;

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015 Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015 De Raad van de Gemeente Beesel; Gelet op artikel 8 eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet;

Nadere informatie

Eindexamen havo maatschappijwetenschappen 2012 - I

Eindexamen havo maatschappijwetenschappen 2012 - I Opgave 1 Kunst in de knel? Bij deze opgave horen de teksten 1 tot en met 4 en tabel 1 uit het bronnenboekje. Inleiding Na de formatie volgend op de parlementsverkiezingen van kondigde de regering flinke

Nadere informatie

Eindexamen havo maatschappijwetenschappen 2014-I

Eindexamen havo maatschappijwetenschappen 2014-I Opgave 1 Besluitvorming rondom studiefinanciering Bij deze opgave horen de teksten 1 en 2 en figuur 1 uit het bronnenboekje. Inleiding Tijdens de regeringstermijn van kabinet-rutte 1 (oktober 2010 tot

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 28226 3 juni 2016 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 25 mei 2016, nr. 935426, houdende

Nadere informatie

Raad. gfedc OR. gfedc. Besluitenlijst d.d. d.d. gfedcb Akkoordstukken. (paraaf adjunct-secretaris) Bijlagen

Raad. gfedc OR. gfedc. Besluitenlijst d.d. d.d. gfedcb Akkoordstukken. (paraaf adjunct-secretaris) Bijlagen Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Eenheid/Cluster/Team ST/PZ/KZ Iinkomstenvrijlating langdurigheidstoeslag WWB 1- Notagegevens Notanummer 2007.00896 Datum 24-1-2007 Portefeuillehouder Weth.

Nadere informatie

Beleidsregel subsidiëring medisch haalbaarheidsonderzoeken in letselschadezaken

Beleidsregel subsidiëring medisch haalbaarheidsonderzoeken in letselschadezaken Beleidsregel subsidiëring medisch haalbaarheidsonderzoeken in letselschadezaken Directie Toegang Rechtsbestel/5362391/05/DTR/12 juli 2005 5362391 Bijlage De Minister van Justitie, Gelet op artikel 4:23,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2005/30013 (3764) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet

Nadere informatie

Grondrechten en moderne beeidende kunst

Grondrechten en moderne beeidende kunst K A T H O L I E K E U N I V E R S I T E I T B R A B A N T F A C U L T E I T D E R R E C H T S G EL E E R D H E I D Grondrechten en moderne beeidende kunst F. Vlemminx W.E.J.TjeenkWillinkZwolle 1992 Vooraf

Nadere informatie

Gemeente Heerlen - beleidsregel Tenderregeling Community Arts

Gemeente Heerlen - beleidsregel Tenderregeling Community Arts GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Heerlen. Nr. 40033 17 juli 2014 Gemeente Heerlen - beleidsregel Tenderregeling Community Arts Artikel 1 Begripsomschrijving In deze beleidsregel wordt verstaan

Nadere informatie

Datum 21 mei 2015 Betreft Beantwoording vragen over de aanwijzing Extern optreden in relatie tot de vrijheid van meningsuiting

Datum 21 mei 2015 Betreft Beantwoording vragen over de aanwijzing Extern optreden in relatie tot de vrijheid van meningsuiting > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110635/1/V1. Datum uitspraak: 15 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van: 11 november 2014;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van: 11 november 2014; Verordening individuele inkomenstoeslag Westerveld 2015 De raad van de gemeente Westerveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van: 11 november 2014; gelet op artikel 147, eerste lid,

Nadere informatie

Paragraaf 2 De hedendaagse arbeids samenleving 2.1 wat is een arbeids samenleving?

Paragraaf 2 De hedendaagse arbeids samenleving 2.1 wat is een arbeids samenleving? Antwoorden door een scholier 1490 woorden 7 april 2006 4,6 15 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Paragraaf 2 De hedendaagse arbeids samenleving 2.1 wat is een arbeids samenleving? In 1948

Nadere informatie

gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet;

gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet; De raad van de gemeente Ooststellingwerf; nr. 12 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede

Nadere informatie

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za. 14-30185/DV.14-415, afdeling Samenleving;

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za. 14-30185/DV.14-415, afdeling Samenleving; No. 19. De raad van de gemeente Vlagtwedde; op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za. 14-30185/DV.14-415, afdeling Samenleving; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en

Nadere informatie

Nadere uitleg is opgenomen in de implementatiehandleiding, onderdeel van de bij deze modelverordening behorende ledenbrief.

Nadere uitleg is opgenomen in de implementatiehandleiding, onderdeel van de bij deze modelverordening behorende ledenbrief. Modelverordening individuele inkomenstoeslag Leeswijzer modelbepalingen - [...] of [iets] = door gemeente in te vullen, zie bijvoorbeeld artikel 4, eerste lid. - [iets] = facultatief, zie de considerans.

Nadere informatie

gelet op artikel 108, tweede lid jo. artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, Verordening individuele studietoeslag gemeente Heerenveen 2015

gelet op artikel 108, tweede lid jo. artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, Verordening individuele studietoeslag gemeente Heerenveen 2015 De raad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van (datum); gelet op artikel 108, tweede lid jo. artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, gelet op artikel 8,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270 Rapport Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270 2 Klacht Op 4 november 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer B. te Voorburg, met een klacht over een gedraging van het Korps

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

Zienswijzen + gesprekken n.a.v. stopzetten van de subsidies

Zienswijzen + gesprekken n.a.v. stopzetten van de subsidies Zienswijzen + gesprekken n.a.v. stopzetten van de subsidies Toelichting. In het najaar van 2014 zijn maatschappelijke partijen in de gelegenheid gesteld om hun mening te geven of vragen te stellen over

Nadere informatie

Amsterdam, 10 augustus Betreft: Herziening Wet bekostiging financieel toezicht Geachte heer, mevrouw,

Amsterdam, 10 augustus Betreft: Herziening Wet bekostiging financieel toezicht Geachte heer, mevrouw, Amsterdam, 10 augustus 2017 Betreft: Herziening Wet bekostiging financieel toezicht 2019 Geachte heer, mevrouw, Namens de Vereniging voor Vermogensbeheerders & Adviseurs (hierna: VV&A ) maken wij gaarne

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag

Verordening individuele inkomenstoeslag Gemeenteblad 547 Verordening individuele inkomenstoeslag Gemeente Voorst november 2014-1 - Verordening individuele inkomenstoeslag De raad van de gemeente Voorst; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Registratienummer: GF13.20063 Datum: 17 september 2013 Agendapunt: 20

Registratienummer: GF13.20063 Datum: 17 september 2013 Agendapunt: 20 Aan de gemeenteraad Registratienummer: GF13.20063 Datum: 17 september 2013 Agendapunt: 20 Portefeuillehouder: De heer L. Buwalda Behandelend ambtenaar: Mevrouw I. de Graaf/ De heer W. de Jong Onderwerp:

Nadere informatie

31 mei 2012 z2012-00245

31 mei 2012 z2012-00245 De Staatssecretaris van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG 31 mei 2012 26 maart 2012 Adviesaanvraag inzake openbaarheid WOZwaarde Geachte, Bij brief van 22 maart 2012 verzoekt u, mede namens de Minister

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden Gemeente Achtkarspelen Verordening Langdurigheidstoeslag WWB Dienst Werk en Inkomen De Wâlden Januari 2013 1 Gemeente Achtkarspelen de Raad van de gemeente Achtkarspelen; gelet op het bepaalde in artikel

Nadere informatie

Nadere regels en beleidsregel incidentele subsidie voor culturele activiteiten

Nadere regels en beleidsregel incidentele subsidie voor culturele activiteiten Nadere regels en beleidsregel incidentele subsidie voor culturele activiteiten Inhoud Pagina 2 Nadere regels en beleidsregel incidentele subsidie voor culturele activiteiten tot 5.000 Pagina 4 Nadere regels

Nadere informatie

Verordening Individuele Inkomenstoeslag. Gemeente Kerkrade

Verordening Individuele Inkomenstoeslag. Gemeente Kerkrade Verordening Individuele Inkomenstoeslag Gemeente Kerkrade 2015 Vastgesteld door de raad van de gemeente Kerkrade in zijn vergadering van 17 december 2014 (raadsbesluit 14Rb089) Pagina 2/8 Verordening Individuele

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 19 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 19 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2008 tijdvak 1 maandag 19 mei 9.00-12.00 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 19 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 47 punten

Nadere informatie

Belangen: Macht van de Eerste Kamer

Belangen: Macht van de Eerste Kamer Belangen: Macht van de Eerste Kamer Korte omschrijving werkvorm: Aan de hand van een werkblad ontdekken leerlingen dat de plannen van het kabinet waarschijnlijk wel door de Tweede Kamer komen, maar niet

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2006/46484 (1743) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet studiefinanciering

Nadere informatie

SUBSIDIEBELEID KUNST EN CULTUUR

SUBSIDIEBELEID KUNST EN CULTUUR Gelet op artikel 5 lid 2 van de algemene subsidieverordening stelt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel het volgende beleid vast voor de subsidiebegrotingspost kunst en cultuur.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 936 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van het recht op bijstand bij verblijf buiten Nederland Nr. 4 ADVIES RAAD

Nadere informatie

Aanpassingsregeling vierde tranche Algemene wet bestuursrecht (Awb)

Aanpassingsregeling vierde tranche Algemene wet bestuursrecht (Awb) Algemeen Verbindend Voorschrift WJZ-2009/134671 (8220) Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie

Nadere informatie

-RKQ/HHUGDP3YG$µ-HNXQWQLHWYRRUHHQKDEEHNUDWVRSGH HHUVWHULM]LWWHQ

-RKQ/HHUGDP3YG$µ-HNXQWQLHWYRRUHHQKDEEHNUDWVRSGH HHUVWHULM]LWWHQ -RKQ/HHUGDP3YG$µ-HNXQWQLHWYRRUHHQKDEEHNUDWVRSGH HHUVWHULM]LWWHQ Bezuinigingen? Welke bezuinigingen? John Leerdam reageert enigszins geïrriteerd op de vraag hoe het voelt om als politicus tegenover oud-collega

Nadere informatie

Reglement museumregistratie

Reglement museumregistratie Reglement museumregistratie Stichting Het Nederlands Museumregister 1. Inleiding 'Een museum is een permanente instelling ten dienste van de gemeenschap en haar ontwikkeling, toegankelijk voor het publiek,

Nadere informatie

SUBSIDIEREGELING INNOVATIEAGENDA CULTUUR MAASTRICHT ( )

SUBSIDIEREGELING INNOVATIEAGENDA CULTUUR MAASTRICHT ( ) SUBSIDIEREGELING INNOVATIEAGENDA CULTUUR MAASTRICHT (2016-2018) Burgemeester en wethouders van Maastricht, - gelet op artikel 2, vierde lid en artikel 3, tweede lid van de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

De Registratiekamer voldoet hierbij gaarne aan uw verzoek.

De Registratiekamer voldoet hierbij gaarne aan uw verzoek. R e g i s t r a t i e k a m e r Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid..'s-Gravenhage, 19 januari 1999.. Onderwerp AMvB informatieplicht banken Bij brief van 8 oktober 1998 heeft u de Registratiekamer

Nadere informatie

Fiche 1: verordening wijziging programma Creatief Europa

Fiche 1: verordening wijziging programma Creatief Europa Fiche 1: verordening wijziging programma Creatief Europa 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr.

Nadere informatie

Trendbreuk in rijksuitgaven

Trendbreuk in rijksuitgaven 94 Boekman 95 Sociaal-liberaal cultuurbeleid Dossier cijfers Trendbreuk in rijksuitgaven kunst en cultuur Bastiaan Vinkenburg Dit artikel gaat over geld dat het rijk besteedt aan kunst en cultuur. Is dat

Nadere informatie

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen Memo Van prof. Mr. Ch.P.A. Geppaart Onderwerp Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen 1. Via het hoofd van de afdeling Directe belastingen van het Ministerie van Financiën ontving ik Uw

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting door een scholier 1623 woorden 10 december 2007 5,4 53 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Hoofdstuk 1: Idee

Nadere informatie

Bijlage behorende bij ontwerpbesluit nr. 13Rb050 d.d. 30 oktober 2013 VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013

Bijlage behorende bij ontwerpbesluit nr. 13Rb050 d.d. 30 oktober 2013 VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 Bijlage behorende bij ontwerpbesluit nr. 13Rb050 d.d. 30 oktober 2013 VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen 1. In deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Heerenveen 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Heerenveen 2015 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Heerenveen 2015 De raad van de gemeente Heerenveen; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer]; Gelet op

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht) Verordening Individuele inkomenstoeslag Participatiewet Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug Het Algemeen Bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme rijn Heuvelrug; gezien

Nadere informatie

Vrijheid van onderwijs in vijf Europese landen

Vrijheid van onderwijs in vijf Europese landen Schoordijk Instituut Centrum voor wetgevingsvraagstukken Gert-Jan Leenknegt Vrijheid van onderwijs in vijf Europese landen Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de gemeenschappelijke rechtsbeginselen op

Nadere informatie

onderzoeksopzet effecten van subsidies

onderzoeksopzet effecten van subsidies onderzoeksopzet effecten van subsidies september 2010 1 inleiding Het toekennen van subsidies is voor de gemeente een belangrijk middel om zijn doelen te realiseren. Dit kunnen doelen zijn op het terrein

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015 Gemeente Harlingen

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015 Gemeente Harlingen Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015 Gemeente Harlingen Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Harlingen Onderwerp: Participatiewet De raad van de gemeente Harlingen Gelezen

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden Gemeente Achtkarspelen Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Dienst Werk en Inkomen De Wâlden Januari 2015 1 Gemeente Achtkarspelen de Raad van de gemeente Achtkarspelen; gelet op het

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 9. Inleiding / 11

Inhoudsopgave. Voorwoord / 9. Inleiding / 11 Inhoudsopgave Voorwoord / 9 Inleiding / 11 1 Het toepasselijke recht op de internationale arbeidsovereenkomst / 13 1.1 Inleiding / 13 1.2 Rome I-Verordening en het EVO-Verdrag / 13 1.3 Arbeidsovereenkomst

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 701 Intrekking van de Wet werk en inkomen kunstenaars Nr. 8 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET NADER VERSLAG Ontvangen 27 juni 2011 1. Inleiding Met

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Probleemstelling en hypotheses

Samenvatting. 1. Probleemstelling en hypotheses Samenvatting 1. Probleemstelling en hypotheses Doel van het onderzoek was na te gaan in hoeverre kenmerken van wetgeving die worden geacht de voorspelbaarheid van het overheidsgedrag te bernvloeden, effect

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden Gemeente Achtkarspelen Verordening Langdurigheidstoeslag WWB Dienst Werk en Inkomen De Wâlden November 2011 1 Gemeente Achtkarspelen de Raad van de gemeente Achtkarspelen; gelet op het bepaalde in artikel

Nadere informatie

Cynisme over de politiek

Cynisme over de politiek Cynisme over de politiek Een profiel van ontevreden burgers Dr. Pieter van Wijnen Waar mensen samenleven, zijn verschillende wensen en belangen. Een democratische samenleving heeft als doel dat politici

Nadere informatie

1. Inschrijvingsplicht voor rechtspersonen en ondernemingen

1. Inschrijvingsplicht voor rechtspersonen en ondernemingen Handelsregister 1. Inschrijvingsplicht voor rechtspersonen en ondernemingen Op grond van art. 5 aanhef en sub a Handelsregisterwet 2007 wordt een onderneming die in Nederland is gevestigd en die toebehoort

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag

Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag Welkom, blij dat u er bent. Uit het feit dat u met zovelen bent gekomen maak

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 Herziening van het stelsel van sociale zekerheid BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 december 2014, nr ;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 december 2014, nr ; Nr. 11D De raad van de gemeente Marum; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 december 2014, nr. 14.12.11.; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Verordening individuele bijzondere bijstand RSDHW 2015

Verordening individuele bijzondere bijstand RSDHW 2015 Verordening individuele bijzondere bijstand RSDHW 2015 Het algemeen bestuur van de Regionale Sociale Dienst Hoeksche Waard (RSDHW); Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de RSDHW d.d. 22 december

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 477 Besluit van 15 juli 1998, houdende regels ter uitvoering van artikel 320, zesde lid, van de Faillissementswet in verband met de vaststelling

Nadere informatie

Datum 25 mei 2016 Reactie op vragen van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de positie van de popmuziek

Datum 25 mei 2016 Reactie op vragen van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de positie van de popmuziek >Retouradres Postbus 1637 00 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 0018 00 EA DEN HAAG Erfgoed en Kunsten Rijnstraat 0 Den Haag Postbus 1637 00 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Staats- en bestuursrecht

Staats- en bestuursrecht F.C.M.A. Michiels (red.) Staats- en bestuursrecht Tekst en materiaal Met bijdragen van Gio ten Berge Leonard Besselink Henk Kummeling Lex Michiels Rob Widdershoven KLUWER J ^ Deventer - 2003 Thema 1 -

Nadere informatie

Spreektekst minister Ter Horst bij ontvangst Rob-advies Democratie vereist partijdigheid. Politieke partijen en formaties in beweging.

Spreektekst minister Ter Horst bij ontvangst Rob-advies Democratie vereist partijdigheid. Politieke partijen en formaties in beweging. 1 Spreektekst minister Ter Horst bij ontvangst Rob-advies Democratie vereist partijdigheid. Politieke partijen en formaties in beweging. 28 april 2009 Hartelijk dank voor het advies. Een bijzonder advies

Nadere informatie

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Renkum 2015

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Renkum 2015 Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Renkum 2015 De raad van de gemeente Renkum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014; gelet op artikel 8, eerste

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Deelregeling Jij maakt het mee Fonds voor Cultuurparticipatie 2013 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Deelregeling Jij maakt het mee Fonds voor Cultuurparticipatie 2013 2016 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 29620 21 oktober 2013 Deelregeling Jij maakt het mee Fonds voor Cultuurparticipatie 2013 2016 10 oktober 2013 Het bestuur

Nadere informatie

: de raad : het college van burgemeester en wethouders Datum : 16 oktober 2007 Onderwerp : conceptnota kunst- en cultuurbeleid CultuurRijk Boxmeer

: de raad : het college van burgemeester en wethouders Datum : 16 oktober 2007 Onderwerp : conceptnota kunst- en cultuurbeleid CultuurRijk Boxmeer Memo Aan : de raad Van : het college van burgemeester en wethouders Datum : 16 oktober 2007 Onderwerp : conceptnota kunst- en cultuurbeleid CultuurRijk Boxmeer Op 11 oktober 2007 is de conceptnota Kunst-

Nadere informatie

TOETSINGSKADER BUDGETOVEREENKOMSTEN GEMEENTE DOETINCHEM JUNI 2014

TOETSINGSKADER BUDGETOVEREENKOMSTEN GEMEENTE DOETINCHEM JUNI 2014 TOETSINGSKADER BUDGETOVEREENKOMSTEN GEMEENTE DOETINCHEM JUNI 2014 Inleiding Jaarlijks wordt er aan diverse instanties subsidie verstrekt voor haar activiteiten. De activiteiten bewegen zich van buurtfeestjes

Nadere informatie

32123 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2010

32123 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2010 Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid datum 18 december 2009 Betreffende wetsvoorstel:

Nadere informatie

Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015

Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015 Wetstechnische informatie Overheidsorganisatie Gemeente Breda Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015 Citeertitel Verordening Individuele Inkomenstoeslag

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Venray 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Venray 2015 Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Venray 2015 De raad van de gemeente Venray; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl I

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl I POLITIEK EN BELEID tekst 8 VVD en D66 samen voor Europese verkiezingen DEN HAAG - D66 gaat toch in zee met de VVD voor de Europese verkiezingen in juni. De samenwerking blijft beperkt tot een lijstverbinding.

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 Kenmerk: 184268 De raad van de gemeente Oldebroek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014; gelet op artikel 8, eerste lid,

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Smallingerland. Nr. 79151 24 december 2014 Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland 2015 De raad van de gemeente Smallingerland ; gelezen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 552 Regels inzake de financiële verhouding tussen het Rijk en de gemeenten (Financiële-verhoudingswet) Nr. 27 VOORSTEL VAN WET ZOALS HET LUIDT

Nadere informatie

Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Ameland 2018

Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Ameland 2018 Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Ameland 2018 De raad van de gemeente Ameland; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, jo. artikel 36 van de Participatiewet;

Nadere informatie

Verordening Langdurigheidstoeslag ISD BOL 2012

Verordening Langdurigheidstoeslag ISD BOL 2012 Verordening Langdurigheidstoeslag ISD BOL 2012 De raad van de gemeente Onderbanken; Gezien het advies van de Commissie WAS van 22 mei 2012; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Onderbanken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 550 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2017 Nr. 80 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK

Nadere informatie

De Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken De heer Mr. F. Korthals Altes Postbus 20061 2500 EB Den Haag. Den Haag, november 2004

De Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken De heer Mr. F. Korthals Altes Postbus 20061 2500 EB Den Haag. Den Haag, november 2004 De Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken De heer Mr. F. Korthals Altes Postbus 20061 2500 EB Den Haag Den Haag, november 2004 Hierbij dank ik u mede namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking

Nadere informatie