Straf- en strafuitvoeringsbeleid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Straf- en strafuitvoeringsbeleid"

Transcriptie

1 Straf- en strafuitvoeringsbeleid OVERZICHT & ONTWIKKELING Stefaan De Clerck, Minister van Justitie

2 Inleiding 5 I. Het vooronderzoek in strafzaken de voorlopige hechtenis 9 1. Situering 9 II. De uitoefening van de strafvordering door het Openbaar Ministerie Afhandeling van misdrijven door het openbaar ministerie Minnelijke schikking en bemiddeling in strafzaken Vorderen van straffen door het Openbaar Ministerie Invoering van strafvorderingsrichtlijnen 16 III. Straftoemeting Het straffenarsenaal Een uitgebreid en ondoorzichtig straffenpalet Strafbecijfering Naar een wettelijke regeling van strafberekening 18 IV. Strafuitvoering De vrijheidsberovende straf Overbevolking algemene cijfermatige situatieschets De algemene detentiepopulatie 22 a) Definitief veroordeelden 22 b) Inverdenkinggestelden in voorlopige hechtenis 22 c) Geïnterneerden Bijzondere groepen binnen de detentiepopulatie 24 a) Vreemdelingen 24 b) Minderjarigen in de strafinrichtingen 25 c) Seksuele delinquenten 26 d) Druggebruikers in de strafinrichtingen De uitvoering van gevangenisstraffen tot en met drie jaar Detentie-en zorgtraject 33 a) Detentietraject 33 b) Zorgtraject voor geïnterneerden 33 c) Een aanbod van de Gemeenschappen 34 Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden 34 Preventief en curatief aanbod voor gedetineerden met psychische problemen 35 Samenwerkingsakkoorden tussen Justitie en de Gemeenschappen en Gewesten 36

3 2. Geldelijke straffen Rationaliseren van de bestaande processen Onmiddellijke inning (OI) De minnelijke schikking (MS) Geldboete Digitaliseren en centraliseren Vrijheidsbeperkende maatregelen en straffen Algemeen Probatie (uitstel en opschorting) Werkstraf Leermaatregelen Elektronisch toezicht 50 V. Een integrale en gecoördineerde aanpak Een strafuitvoering die aansluit op een coherente straftoemeting Naar nieuwe stappen in de samenwerking tussen Justitie, de Gemeenschappen en andere departementen Een kwaliteitsvolle strafuitvoering is geen taak van Justitie alleen Een vlotte samenwerking als belangrijke beleidsuitdaging Naar een hulp- en dienstverleningsaanbod dat ook aangepast is aan de evolutie van vrijheidsbeperkende maatregelen en straffen Naar een fundamenteel overleg tussen de verschillende overheden Positie van het slachtoffer in de strafuitvoering Algemeen De verschillende hoedanigheden van het slachtoffer Transparantie voor de rechtbank in het statuut van het slachtoffer Transparantie voor het slachtoffer Het slachtoffer in de fase van de strafuitvoering (Herstel)bemiddeling 63

4

5 Inleiding De Oriëntatienota Strafbeleid en Gevangenisbeleid werd op 19 juni 1996 in de Commissie voor de Justitie van de Kamer van Volksvertegenwoordigers voorgesteld en zette de strafuitvoering in wettelijke startblokken. De afgelopen jaren is fors geïnvesteerd in de wettelijke normering van de penitentiaire sector: De Basiswet van 12 januari 2005 is de grondslag voor de rechtspositie van de gedetineerde intra muros (interne rechtspositie). Deze wet werd in 2006 aangevuld met de regeling van de externe rechtspositie van de gedetineerde (strafuitvoeringsmodaliteiten en rechten van het slachtoffer). In 2007 volgden de wetten betreffende de internering van personen met een geestesstoornis en betreffende de terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank. De nota straf- en strafuitvoeringsbeleid overzicht & ontwikkeling geeft een breed overzicht van de huidige stand van zaken in het domein van straf- en strafuitvoering, duidt een aantal pijnpunten aan en biedt de aanzet voor verdere actie. Deze stand van zaken is noodzakelijk om een gestructureerd beeld te krijgen op evoluties en problemen in de sector. Hij toont aan dat op sommige terreinen diepgaander onderzoek vereist is; tegelijkertijd is het duidelijk dat voor een aantal facetten onmiddellijke actie mogelijk is, al dan niet van wetgevende aard. Sedert de Oriëntatienota Strafbeleid en Gevangenisbeleid zijn verschillende evoluties merkbaar: > Bijzondere aandacht voor het slachtoffer Ons land vervult een voortrekkersrol inzake de betrokkenheid van het slachtoffer in de strafprocedure. Sedert de jaren negentig is een reeks wetswijzigingen goedgekeurd die een betere opvang en bescherming van slachtoffers van misdrijven verzekeren. In 1998 verwierf het slachtoffer dat zich burgerlijke partij heeft gesteld dezelfde rechten als de inverdenkinggestelde (zo kan het slachtoffer inzage in het strafdossier, opheffing van bepaalde maatregelen en bijkomende onderzoeksdaden vragen). Daarnaast is de hoedanigheid van benadeelde persoon ingevoerd die, zonder zich burgerlijke partij te stellen, toch op de hoogte wordt gebracht van het verdere verloop van het dossier (seponering, instellen gerechtelijk onderzoek, bepaling rechtsdag) of documenten toe kan voegen aan het dossier. Het slachtoffer is ook een relevante figuur in de fase van de strafuitvoering. De wet van 17 mei 2006 betrekt slachtoffers nauwer bij de strafuitvoering. INLEIDING 5

6 1. Zie onder meer Kaderbesluit 2008/909/JBZ van de Raad van 27 november 2008 inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op strafvonnissen waarbij vrijheidsstraffen of tot vrijheidsbeneming strekkende maatregelen zijn opgelegd, met het oog op de tenuitvoerlegging ervan in de Europese Unie, P.B. L 327/27 van 5 december 2008; Kaderbesluit 2009/829/JBZ van de Raad van 23 oktober 2009 inzake de toepassing, tussen de lidstaten van de Europese Unie, van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen inzake toezichtmaatregelen als alternatief voor voorlopige hechtenis, P.B. L 294/20 van 11 november 2009; Kaderbesluit 2008/947/ JBZ van de Raad van 27 november 2008 inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op vonnissen en proeftijdbeslissingen met het oog op het toezicht op proeftijdvoorwaarden en alternatieve straffen, P.B. L 337/102 van 16 december Ten slotte kan elk slachtoffer dat betrokken is in een gerechtelijke procedure sedert 2006 een beroep doen op directe of indirecte bemiddeling tussen slachtoffer en dader. Deze beweging die sedert een tiental jaren aan de gang is, moet verder worden gezet. > Nieuwe maatschappelijke fenomenen Tussen 1996 en 2009 zijn nieuwe gedragingen zoals stalking gecriminaliseerd en andere werden uit de strafrechtelijke sfeer gehaald (gedecriminaliseerd). Sedert 2004 is een evolutie ingezet waarbij de strafbaarstelling en het sanctionerend optreden in sommige gevallen is verschoven van de strafrechter naar administratieve overheden. Precies omdat de parketten bepaalde misdrijven zelden of nooit vervolgden, maar niettemin een maatschappelijke reactie vereist is, zijn deze overtredingen uit de straf rechtelijke sfeer gehaald. Met de wet van 17 juni 2004 (de zgn. GAS-wet) krijgen verschillende misdrijven uit het Strafwetboek voortaan gemeentelijke administratieve sancties en kunnen de gemeenten deze overtredingen enkel nog vervolgen indien ze in hun gemeentelijke reglementen strafbaar zijn gesteld. Verdere reflectie over welke gedragingen vatbaar zijn voor administratieve dan wel strafrechtelijke sanctionering, is zeker aan de orde. > Bredere toepassing van alternatieve straffen en maatregelen Sinds de jaren zestig zijn in ons land alternatieve straffen en maatregelen ingevoerd. De wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie voert de op resocialisering gerichte probatievoorwaarde in. Het Pinksterplan van de federale regering van 5 juni 1991 en het daarop volgende regeerakkoord van 6 maart 1992 hebben de basis gelegd voor de verdere uitbouw van de huidige alternatieven voor vrijheidsberovende straffen. In 1994 volgde de invoering van de dienstverlening, opleiding en de bemiddeling in strafzaken. Sinds 2002 is de werkstraf een autonome straf. De generieke term alternatieve straffen en maatregelen dekt een onduidelijke lading. Een zekere ordening in het arsenaal aan alternatieven voor de vrijheidsberovende straffen is ongetwijfeld aangewezen. Deze ordening moet ook duidelijk maken welke rolverdeling tussen Justitie en derden in het bijzonder de Gemeenschappen en de Gewesten moet gelden bij de uitvoering van vrijheidsbeperkende maatregelen en straffen. Deze straffen en maatregelen worden in de nota verder benoemd als vrijheidsbeperkende straffen en maatregelen. > De internationalisering van de samenleving Straftoemeting en strafuitvoering evolueren steeds meer in een ruimere (territoriale) context. Het straf- en strafuitvoeringsbeleid krijgt een Europese dimensie die ook in onze eigen nationale wetgeving moet worden geïmplementeerd 1. 6 Straf- en strafuitvoeringsbeleid: overzicht en ontwikkeling

7 * * * De nota is een aanzet tot de uitwerking van een transparant strafsanctiepakket en straftoemetingsbeleid. Hoe ziet het strafrecht van de toekomst er dan uit? De samenhang tussen straftoemeting en strafuitvoering is in de loop der jaren verzwakt. Justitie dient zich op dat punt te bevragen. De grote beweging die de penitentiaire sector tijdens het laatste decennium heeft gemaakt, had weinig oog voor aansluiting met de fase van de straftoemeting. De samenhang tussen de strafvordering en afhandeling van misdrijven door het Openbaar Ministerie, de straftoemeting door de rechter en de strafuitvoering verdient grotere aandacht. INLEIDING 7

8

9 I Het vooronderzoek in strafzaken de voorlopige hechtenis 1. Situering De voorlopige hechtenis is de vrijheidsberoving van een verdachte in het kader van een onderzoek in strafzaken. Zij situeert zich in het vooronderzoek en niet in de fase van de strafuitvoering. De problematiek komt uiteraard ook aan bod bij de bespreking van de detentiepopulatie. De wetgever heeft de mogelijkheden voor vrijheidsberoving tijdens het strafonderzoek tot het strikt noodzakelijke minimum willen beperken. Zo kan de onderzoeksrechter slechts een aanhoudingsbevel uitvaardigen wanneer de vrijheidsberoving volstrekt noodzakelijk is (om redenen die verband houden met de openbare veiligheid). Tot 1990 bestonden geen alternatieven voor de voorlopige hechtenis. De onderzoeksrechter kon de verdachte enkel aanhouden of vrijlaten. Met de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis krijgt de onderzoeksrechter de mogelijkheid om personen in vrijheid te laten mits naleving van opgelegde voorwaarden ( vrijheid onder voorwaarden, V.O.V.). Een tweede alternatief voor de voorlopige hechtenis is de invrijheidstelling mits betaling van een geldsom. De rechter bepaalt het bedrag van de borgsom. I. Het vooronderzoek in strafzaken de voorlopige hechtenis 9

10 2. Infra p Zie W. DE PAUW, Migranten in de balans, Brussel, ASP NV Academic & Scientific Publishers, 2000, 208 p. 4. Kaderbesluit 2009/829/J8Z van de Raad van 23 oktober 2009, p 3, L 294/20 van 11 november Voorstel Ondanks de alternatieven waarover de onderzoeksrechter thans beschikt, vormen de inverdenkinggestelden een grote groep van de detentiepopulatie 2. Vandaag ontbreekt informatie over het vorderings- en aanhoudingsbeleid van parketmagistraten en van onderzoeksrechters inzake de voorlopige hechtenis. Een uitbreiding van de toepassing van de vrijheid onder voorwaarden biedt ongetwijfeld mogelijkheden. De onderzoeksrechter legt zelf de voorwaarden op, met dien verstande dat zij betrekking moeten hebben op de redenen waarom hij de voorlopige hechtenis beveelt of handhaaft (recidivegevaar, vluchtgevaar, collusiegevaar of het doen verdwijnen van bewijzen). Door de aard van de opgelegde voorwaarden komen vreemdelingen 3, druggebruikers en ook Belgen die niet over een vaste verblijfplaats beschikken, minder in aanmerking voor de vrijheid onder voorwaarden. Hierdoor blijven deze categorieën sterk vertegenwoordigd in de strafinrichting. De opgelegde voorwaarden in het kader van deze vorm van invrijheidstelling gelden niet over de landsgrenzen heen, omdat de Europese lidstaten deze buitenlandse rechterlijke beslissingen niet erkennen. Daardoor bevindt een buitenlandse verdachte zich in een kwetsbaardere positie dan een persoon die woont of verblijft in de lidstaat waar hij in voorlopige hechtenis verblijft. Deze situatie draagt ertoe bij dat zich in de strafinrichtingen heel wat vreemdelingen zonder recht op verblijf onder de inverdenkinggestelden bevinden. Op 23 oktober 2009 keurde de Raad van Europa een kaderbesluit goed over de toepassing, tussen de lidstaten van de Europese Unie, van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen inzake toezichtsmaatregelen als alternatief voor voorlopige hechtenis. Het besluit bepaalt de mogelijkheid dat een persoon die in een lidstaat verblijft, maar in een andere strafrechtelijk wordt vervolgd, in afwachting van zijn proces onder het toezicht komt van de autoriteiten van de lidstaat waar hij verblijft. De lidstaten moeten de noodzakelijke maatregelen nemen om uiterlijk op 1 december 2012 aan de bepalingen van het kaderbesluit te voldoen 4. In januari 2010 heeft het NICC een eindrapport over de toepassings- mogelijkheden van het elektronisch toezicht in het kader van de voorlopige hechtenis overgemaakt aan de minister van Justitie. Het rapport bevat geen eenduidige besluiten om het elektronisch toezicht meteen in te voeren in de fase van het vooronderzoek in strafzaken. De studie wijst onder meer op de kostprijs, juridische en praktische bezwaren bij invoering van elektronisch toezicht in de fase van de voor- 10 Straf- en strafuitvoeringsbeleid: overzicht en ontwikkeling

11 lopige hechtenis; zij stelt ook vragen bij het daadwerkelijke effect op de beklaagdenpopulatie in de penitentiaire inrichtingen. Het onderzoeksrapport moet de basis zijn voor verder overleg met de actoren. In de gegeven omstandigheden is de uitbreiding van het elektronisch toezicht in de fase van de strafuitvoering de eerste prioriteit. I. Het vooronderzoek in strafzaken de voorlopige hechtenis 11

12

13 II De uitoefening van de strafvordering door het Openbaar Ministerie Het Openbaar Ministerie vordert de straf en de rechter spreekt de straf uit; zij bepalen de hoeveelheid en het type straffen. Het Openbaar Ministerie en de rechter hanteren hierbij het straffenarsenaal dat de wetgever hen ter beschikking stelt en bepalen hierdoor ook de instroom van de gevangenissen. Daarnaast beschikt het Openbaar Ministerie over buitengerechtelijke afhandelingsvormen van zaken die een verval van de strafvordering tot gevolg hebben. De afgelopen jaren is uitgebreid aandacht besteed aan de hervorming van de strafuitvoering en de invoering van een rechterlijke controle op de strafuitvoering. Minder aandacht is gegaan naar de straftoemeting op zich, die in grote mate mee de instroom bepaalt. De wetgever heeft aan de rechter in de fase van de straftoemeting een ruime keuzevrijheid gegeven wat de concrete bestraffing betreft. Behoudens de richtlijnen van het College van Procureurs-generaal en ministeriële omzendbrieven, zijn de afhandelingsmechanismen waarover het Openbaar Ministerie beschikt evenmin gestuurd in een bepaalde richting. II. De uitoefening van de strafvordering door het openbaar ministerie 13

14 1. Afhandeling van misdrijven door het openbaar ministerie 1.1. Minnelijke schikking en bemiddeling in strafzaken Het Openbaar Ministerie beschikt over afhandelingsmogelijkheden die een verval van de strafvordering tot gevolg hebben en waardoor een zaak dus niet meer voor de strafrechter komt. De minnelijke schikking of de V.S.B.G. (verval van de strafvordering door betaling van een geldsom) (artikel 216bis, 1, 1 e lid Sv) is een regeling die het Openbaar Ministerie uitsluitend kan voorstellen zolang de strafvordering niet is ingesteld bij de onderzoeksrechter of de strafrechter. De procureur des Konings kan de verdachte ook oproepen voor een bemiddeling in strafzaken, voor zover de strafvordering niet is ingesteld. De bemiddeling in strafzaken geeft het Openbaar Ministerie de mogelijkheid om met de dader van een misdrijf bepaalde voorwaarden af te spreken (vergoeding van de schade, geneeskundige behandeling, vorming of dienstverlening). De naleving van deze voorwaarden leidt tot het verval van de strafvordering. Uit de parlementaire voorbereidingen blijkt dat de wetgever met de bemiddeling in strafzaken beoogde de maatschappelijke reactie op een misdrijf te vereenvoudigen en te versnellen, te remediëren aan conflictsituaties en de klassieke straffen (die de strafrechter oplegt) te vervangen door een vorm van waarschuwing met vrijwaring van de belangen van het slachtoffer. Sedert 17 mei 1999 gelden de bepalingen van de gemeenschappelijke omzendbrief nr. COL 8/99 van 30 april 1999 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep, waarbij in het streven naar een meer uniforme toepassing de herstelgerichte logica voorop staat, wat dossiers met een geïdentificeerd slachtoffer impliceert. Voorstellen De algemene afhandelingsmechanismen van het Openbaar Ministerie (minnelijke schikking en bemiddeling in strafzaken) zijn vanuit de visie van re-integratie waardevol. Om die reden is het van belang deze vormen van conflictafhandeling aan te moedigen door er zoveel als mogelijk een uniformiteit aan te geven en door de toepassingsmogelijkheden eventueel uit te breiden. 14 Straf- en strafuitvoeringsbeleid: overzicht en ontwikkeling

15 Een voorontwerp van wet is in voorbereiding om de minnelijke schikking ook aan te bieden wanneer de strafvordering reeds is ingesteld: tijdens de fase van het gerechtelijk onderzoek en tijdens de behandeling van de zaak voor de raadkamer, de correctionele rechtbank of het hof van beroep. Een bredere toepassing van de algemene afhandelingsmechanismen van het Openbaar Ministerie beperkt de instroom van de gevangenis en draagt bij tot conflictoplossing buiten de klassieke strafrechtsprocedure. 5. Pilootproject proefzorg (Gent) met evaluatie B. DE RUYVER, C. COLMAN e.a., Een brug tussen justitie en drugshulpverlening. Een evaluatie van het proefzorgproject, Antwerpen, Maklu, 2008, 199 p. En project Conseiller stratégique drogue (Liège). De klassieke vrijheidsberovende straf evolueert dan naar het ultimum remedium. Ook de bemiddeling in strafzaken zal herbekeken worden enerzijds met het oog op de ontwikkeling van een coherente bemiddelingspraktijk, anderzijds in het kader van de nationale implementatie van de pilootprojecten proefzorg. Door de wet van 22 januari 2005 is een algemeen aanbod van slachtoffer-daderbemiddeling doorheen elke fase van de strafprocedure en tijdens de strafuitvoering voorzien, met uitzondering voor de bemiddeling in strafzaken op parketniveau waarvoor het bestaande wettelijk kader behouden bleef (art. 216ter Sv.) De term bemiddeling in strafzaken geeft meer nog dan vroeger aanleiding tot verwarring en dekt niet de lading van het mechanisme dat in dit artikel wordt voorzien. Een duidelijker onderscheid tussen schaderegeling tussen dader en slachtoffer, dadergerichte maatregelen en bemiddeling tussen dader en slachtoffer is aangewezen. Een nationale implementatie van de verschillende proefprojecten 5 vereist dat deze wettelijk omkaderd zouden worden in plaats van verder te werken met het informele systeem van de praetoriaanse probatie. Het vereist tevens dat een procedure wordt voorzien waarbij het Openbaar Ministerie dadergerichte maatregelen kan voorstellen, ook indien er geen slachtoffer bekend of betrokken is. Indien bij deze misdrijven toch een slachtoffer gekend of betrokken is, dient in een snelle en adequate schaderegeling voorzien. Ook de optie tot doorverwijzing naar een door Justitie erkende bemiddelingsdienst moet worden gestimuleerd wanneer de partijen naast schaderegeling ook nood hebben aan een bemiddeling volgens de principes en doelstellingen die zijn verankerd in de wet (vertrouwelijkheid, vrijwilligheid, neutraliteit, gericht op communicatie en pacificatie, ). II. De uitoefening van de strafvordering door het openbaar ministerie 15

16 6. Zie ook COUNCIL OF EUROPE, Recommendation n R (92)17 of the Committee of Ministers to Member States Concerning Consistency in Sentencing, Ten slotte zal naar analogie met de maatregelen op het niveau van de straftoemeting ook hier bijzondere aandacht moeten gaan naar de aansluiting op het reguliere hulp- en dienstverleningsaanbod. Een wijziging van artikel 216ter Sv lijkt dus aan de orde, na advies van het expertisenetwerk bemiddeling in strafzaken in de schoot van het College van Procureurs-generaal. Aansluitend dient ook de gemeenschappelijke omzendbrief inzake de bemiddeling in strafzaken van het College van Procureurs-generaal hierop afgestemd te worden. 2. Vorderen van straffen door het Openbaar Ministerie 2.1. Invoering van strafvorderingsrichtlijnen De vraag rijst of het Openbaar Ministerie bij de strafvordering niet zou moeten beschikken over strafvorderingsrichtlijnen, zodat een eenduidig strafvorderingsbeleid kan ontstaan. Onderzoek moet uitwijzen of de invoering van strafvorderingsrichtlijnen al dan niet bijdraagt tot een stroomlijning van het vervolgingsbeleid. Voorstellen De invoering van strafvorderingsrichtlijnen voor het Openbaar Ministerie kan duidelijkheid brengen over het verloop van de strafuitvoering (voor welke misdrijven worden welke straffen gevorderd en hoe kunnen die straffen dan worden uitgevoerd?) en tegelijk bijdragen tot een uniformerende werking 6. Het ligt voor de hand dat het College van Procureurs-generaal best geplaatst is voor de uitwerking van dergelijke richtlijnen. 16 Straf- en strafuitvoeringsbeleid: overzicht en ontwikkeling

17 III Straftoemeting De beslissingsmogelijkheden van de rechter worden steeds uitgebreider. Het aanbod is niet meer beperkt tot twee klassieke straffen de gevangenisstraf en de geldboete maar is in de loop der jaren verruimd met vrijheidsbeperkende straffen die niet zozeer vergelding maar meer constructieve strafdoelstellingen beogen, zoals re-integratie en herstel. De toenemende groei en uitdeining van het straffenarsenaal leidt tot een weinig doorzichtig en coherent straffenpakket. De vraag naar sturing en bezinning rond het strafrecht wordt steeds dringender. De straftoemeting is binnen het geheel van de strafprocedure geen geïsoleerd moment. Hoe transparanter en eenvoudiger de straftoemeting, hoe transparanter en eenvoudiger de strafuitvoering kan zijn. 1. Het straffenarsenaal 1.1. Een uitgebreid en ondoorzichtig straffenpalet Een analyse van de straftoemeting door de rechter start bij een overzicht van het bestaande straffenarsenaal dat de wetgever aanreikt. Voor een juist beeld hierover volstaat het niet te verwijzen naar artikel 7 Strafwetboek maar zijn ook andere bepalingen van het Strafwetboek en bijzondere wetgevingen van toepassing. Het straffenpalet en de wijze van indeling van straffen zijn zeer ruim en missen steeds meer coherentie. III. Straftoemeting 17

18 De vraag rijst dan ook of dit systeem niet aan afslanking en coherentie toe is. De eindrapporten van de Commissie Basiswet gevangeniswezen en rechtspositie van gedetineerden onder leiding van professor Lieven Dupont, en van de Commissie Strafuitvoeringsrechtbanken, externe rechtspositie van gedetineerden en straftoemeting, onder leiding van Emeritus Voorzitter van het Hof van Cassatie, Denis Holsters, kunnen een vertrekpunt zijn voor verdere reflectie over de straftoemeting en voor individualisering van de straf in functie van de persoon van de veroordeelde. Verwijzend naar het nieuw Sociaal Strafwetboek vergt de bezinning over de straftoemeting een grondige bespreking en herziening, zowel wat het bestaande straffenarsenaal betreft als wat de concrete uitoefening van de strafvordering betreft. Voorstel Zoals reeds in de inleiding aangehaald, is er een bezinning nodig over ons strafrecht. Welke maatschappelijke antwoorden biedt het strafrecht op de ontwikkelingen die zich voordoen inzake de aard en omvang van criminaliteit? Het antwoord op de vraag naar de finaliteit van het straffen en op de vraag welke gedragingen strafrechtelijk moeten worden gesanctioneerd, vergt inzicht in de actuele criminaliteitsfenomenen. Dit is het werk voor een multidisciplinaire commissie. Zij onderzoekt hoe de straftoemeting er moet uitzien zodat de strafuitvoering verder aansluiting kan vinden bij de nieuwe straftoemeting. De rapporten en verslagen van prof. Lieven Dupont en de subcommissie Holsters vormen de sokkel voor de werkzaamheden. 2. Strafbecijfering 2.1. Naar een wettelijke regeling van strafberekening Denkwerk over de straftoemeting en de aansluiting van de fase van de strafuitvoering bij de straftoemeting omvat ook het thema van de strafbecijfering. Strafbecijfering is tot nog toe een onderdeel van het administratieve detentiebeheer door de strafinrichtingen. Deze becijfering gaat over de berekening van de datum van het verstrijken van de straffen (het strafeinde) en de datum van toelaatbaarheid van bepaalde vormen van strafuitvoeringsmodaliteiten (zoals voorwaardelijke invrijheidstelling). 18 Straf- en strafuitvoeringsbeleid: overzicht en ontwikkeling

19 Een gelijkaardig debat is noodzakelijk over de vaststelling van de staat van herhaling. In de uitspraak van de strafrechter komt niet steeds ontegensprekelijk tot uiting of een veroordeelde zich nu al dan niet in staat van herhaling bevindt en indien hij wordt veroordeeld voor meerdere feiten voor welk misdrijf nu precies sprake is van staat van herhaling. Op het vlak van de strafbecijfering is een taak voor het Openbaar Ministerie weggelegd. Het Openbaar Ministerie dient te waken over de berekening van de straffen, bij voorbeeld in geval van herroeping van een strafuitvoeringsmodaliteit. Het is een opdracht voor het Openbaar Ministerie om het zogenaamde strafrestant te bewaken om op uniforme wijze de duur van de resterende straf te bepalen. Voorstel De problematiek van de strafbecijfering maakt deel uit van het ruimere debat rond de straftoemeting en valt dus binnen de opdracht van de op te richten commissie ter evaluatie van de straftoemeting. Het is evident dat het Directoraat-Generaal van de penitentiaire inrichtingen bij deze werkzaamheden zal betrokken zijn. III. Straftoemeting 19

20

21 IV Strafuitvoering 7. Minister van Justitie, Strafbeleid en gevangenisbeleid Oriëntatienota 1996, Exclusief de gesloten centra voor jongeren te Everberg, Tongeren en Saint-Hubert. In het kader van deze nota worden drie categorieën van straffen onderscheiden: de vrijheidsberovende straf, de geldelijke sancties en tot slot de vrijheidsbeperkende straffen en maatregelen. 1. De vrijheidsberovende straf De Belgische penitentiaire inrichtingen lijden thans meer dan ooit onder het juk van de overbevolking. Cijfers geven de omvang van de overbevolking aan en tonen welke groepen binnen de gevangenispopulatie zijn vertegenwoordigd. Telkens komen de knelpunten duidelijk in beeld en volgen voorstellen om de pijnpunten te verhelpen Overbevolking algemene cijfermatige situatieschets Op 12 april 1996 waren er gedetineerden in de gevangenissen 7. De gemiddelde bevolking in 2007 bedroeg gedetineerden. Op 14 juli 2007 piekte de dagbevolking tot gedetineerden. Na die datum bleef de dagpopulatie schommelen tussen de tot gedetineerden. Sedert januari 2009 blijft de dagpopulatie gestadig toenemen met een dagpopulatie van gedetineerden als absoluut hoogtepunt op 15 juni De beschikbare gevangeniscapaciteit evolueerde van plaatsen in 1996 naar plaatsen begin In 1996 heette het dat er ongeveer plaatsen te kort [zijn] om de hele gevangenisbevolking op een veilige en menswaardige wijze te kunnen huisvesten. De overbevolkingsratio bedroeg op 8 juni IV. Strafuitvoering 21

22 9. M.F. AEBI en NATALIA DELGRANDE, University of Lausanne, Switzerland. Council of Europe Annual Penal Statistics, Survey 2007, 24 maart Zie ook 2. Het vooronderzoek in strafzaken de voorlopige hechtenis. Het betreft dus personen die nog niet definitief zijn veroordeeld. 11. Het syntheseverslag van de Werkgroep Forensisch Psychiatrisch Zorgcircuit van mei 2005 (in opdracht van de ministerraad van 20 juli 2004) gaf aan dat op 15 september 2004 in België personen geïnterneerd waren (op basis van gegevens van de commissies tot bescherming van de maatschappij en van de psychosociale diensten van de gevangenissen). Volgens de cijfers, opgegeven door de commissies tot bescherming van de maatschappij van 15 juli 2009 zijn er thans in totaal geïnterneerden. Dit betekent een stijging met 650 geïnterneerden op 5 jaar tijd. 12. De dagelijkse gemiddelde populatie geïnterneerden in de gevangenissen in 2008 bedroeg Bron Activiteitenverslag DG EPI %, hetzij 25% in de mannenafdelingen en 5% in de vrouwenafdelingen. In sommige gevangenissen bereikt de overbevolking pieken van meer dan 60%, in een enkele zelfs 111% (Jamioulx). Het rapport van 24 maart 2009 van de Raad van Europa 9 geeft aan dat tussen 2000 en 2007 de inrichtingen van landen zoals België (12,2%) een aanzienlijke toename van hun populatie hebben gekend: Luxemburg (71,4%), Spanje (29%), Nederland (25,6%), Finland (32,3%), Oostenrijk (30,4%), Frankrijk (24,7%), Noorwegen (20,1%), Engeland en Wales (18,9%) en Zweden (16%). Andere landen kenden een daling: Estland (-19%), Letland (-19,1%), Litouwen (-8,6%), Tsjechië(-15,6%), Roemenië (-36,4%), Slowakije (-49,1%), Italië (-15,4%), Zwitserland (-15,2%). Op Italië en Zwitserland na, gaat het om landen die een veel hogere opsluitinggraad kennen dan België De algemene detentiepopulatie De penitentiaire bevolking bestaat uit drie grote groepen gedetineerden: de (definitief) veroordeelden, de inverdenkinggestelden en de geïnterneerden. a) Definitief veroordeelden De groep van definitief veroordeelden (in hoofdorde langgestraften met een gevangenisstraf van meer dan vijf jaar, met inbegrip van vervangende gevangenisstraffen) groeit steeds verder aan en blijkt in belangrijke mate verantwoordelijk voor de toename van de totale gevangenisbevolking. Zo verdubbelde het aantal definitief veroordeelden van in 1980 naar om en bij de in Op 19 januari 2010 telden alle gevangenissen samen veroordeelden. b) Inverdenkinggestelden in voorlopige hechtenis 10 De inverdenkinggestelden evolueerden van gemiddeld personen in 1980 naar in 1995; op 1 maart 2005 telde deze groep personen; hij steeg verder tot inverdenkinggestelden op 16 juni 2009, en is intussen enigszins gedaald tot op 19 januari c) Geïnterneerden De geïnterneerden vormen de derde grootste categorie gedetineerden. In België zijn om en bij de personen geïnterneerd in juni Circa 70% van deze groep is vrij op proef of geplaatst in een instelling op basis van artikel 14 van de wet op de bescherming van de maatschappij, 26% van hen verblijft in een strafinrichting en anderen staan geseind. Ongeveer duizend geïnterneerden 12 (10% van de gevangenispopulatie) verblijven in een penitentiaire inrichting. De eindejaarspopulatie geïnterneerden in de gevangenissen is geëvolueerd van 790 geïnterneerden in 1992 naar 1094 geïnterneerden in Straf- en strafuitvoeringsbeleid: overzicht en ontwikkeling

De opvang van geïnterneerden anno 2009 een stand van zaken.

De opvang van geïnterneerden anno 2009 een stand van zaken. Toespraak 1 Jubileumcongres 30 jaar Panopticon 12 november 2009 te Zebrastraat Gent De opvang van geïnterneerden anno 2009 een stand van zaken. Mevrouw de minister 2, Mijnheer de minister 3, Beste redactie

Nadere informatie

Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 I. DRUGWET: 24 FEBRUARI II. DRUGS IN HET VERKEER 86. C. Verzwarende omstandigheden 43

Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 I. DRUGWET: 24 FEBRUARI II. DRUGS IN HET VERKEER 86. C. Verzwarende omstandigheden 43 Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 A. Drugs: vriend of vijand van alle tijden? 1 1. Inleiding 1 2. De psychoactieve stoffen van alle tijden: de klassieke drugs 4 3. De nieuwe psychoactieve

Nadere informatie

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling)

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) DIENST Gent - Oudenaarde EEDVERBONDKAAI 285 9000 GENT DIENST Dendermonde OLV KERKPLEIN 30 9200 Dendermonde OOST-VLAANDEREN Voor wie? Slachtoffer/ daders

Nadere informatie

Goede afspraken maken goede vrienden: het beroepsgeheim van de GGZ bij justitie-patiënten

Goede afspraken maken goede vrienden: het beroepsgeheim van de GGZ bij justitie-patiënten Goede afspraken maken goede vrienden: het beroepsgeheim van de GGZ bij justitie-patiënten 6 e Vlaamse GGZ-congres Macht en kracht. Zorgrelaties in verandering 18 en 19 september 2012, Antwerpen Freya Vander

Nadere informatie

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Gelet op artikel 128, 1, van de Grondwet; Gelet op de bijzondere

Nadere informatie

Internering. Analyse dossiers vanuit brugfunctie justitie zorgsector

Internering. Analyse dossiers vanuit brugfunctie justitie zorgsector Internering Analyse dossiers vanuit brugfunctie justitie zorgsector Programma Functie coördinator extern zorgcircuit Registratie: vraag Uitstroom Extern aanbod wachtlijsten Perspectieven en uitdagingen

Nadere informatie

Inhoud. Ten geleide. Avant propos. Woord vooraf. Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie

Inhoud. Ten geleide. Avant propos. Woord vooraf. Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie Inhoud Inhoud Ten geleide Avant propos Woord vooraf Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie 1 Intitiele opdracht 1.1 haalbaarheidscriteria 1.2 Definitie van het begrip integrale veiligheidszorg

Nadere informatie

Internering wet en regelgeving

Internering wet en regelgeving Internering wet en regelgeving Permanente Vorming Forensische Gedragswetenschappen - Universiteit Gent 23 oktober 2012 Tom Vander Beken & Walter Van Steenbrugge Inhoud 2 1. Internering? 2. Achtergronden

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken v.u.: Jos Vander Velpen, Gebroeders De Smetstraat 75, 9000 Gent foto s: Lieven Nollet Strafuitvoeringsrechtbanken Gebroeders De Smetstraat 75 9000 Gent tijdstip eerste publicatie: februari 2007 - herwerking:

Nadere informatie

Oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (2004-03-31)

Oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (2004-03-31) Persbericht van de Ministerraad Oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (2004-03-31) Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, keurde de Ministerraad

Nadere informatie

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153 Inhoudstafel Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867) 15 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen 16 Uitleveringswet 15 maart 1874 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. III. Drugwet: 24 februari 1921 A. Inleiding 28 1. Algemeen... 28 2. Afbakening... 30 B. Wat is strafbaar?... 30 1. Algemeen...

INHOUDSOPGAVE. III. Drugwet: 24 februari 1921 A. Inleiding 28 1. Algemeen... 28 2. Afbakening... 30 B. Wat is strafbaar?... 30 1. Algemeen... INHOUDSOPGAVE I. Beleid A. Situering van het drugbeleid...1 B. De parlementaire werkgroep Drugs...2 C. De Federale Beleidsnota Drugs...4 D. Invloed van de wetswijziging in 2003...5 E. De richtlijn van

Nadere informatie

Nationaal... 13 Benelux... 89 Prüm... 115 Europese Unie... 133

Nationaal... 13 Benelux... 89 Prüm... 115 Europese Unie... 133 Inhoudstafel Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867)... 15 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen... 16 Uitleveringswet 15 maart 1874... 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter

Nadere informatie

Prüm Verdrag 27 mei 2005 tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom

Prüm Verdrag 27 mei 2005 tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom Inhoudstafel Nationaal Strafwetboek (extracten)... 15 Artikelen 6-14 V.T. Wetboek van Strafvordering (extract)... 17 Wetboek van Strafvordering (extracten)... 23 Artikelen 11 en 873 Gerechtelijk Wetboek

Nadere informatie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie uitgave juni 2015 Minderjarigen kunnen volgens de Belgische wet geen misdrijven plegen. Wanneer je als jongere iets ernstigs mispeutert, iets wat illegaal is, pleeg je een als misdrijf omschreven feit

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 400 Besluit van 4 september 2012, houdende regels ter uitvoering van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en

Nadere informatie

VOORWOORD 3 INLEIDING 4

VOORWOORD 3 INLEIDING 4 INHOUDSTAFEL VOORWOORD 3 INLEIDING 4 INHOUDSTAFEL 5 TREFWOORDENLIJST 13 KAART HOVEN VAN BEROEP 16 Kaart Hof van Beroep Antwerpen 17 Kaart Hof van Beroep Brussel 18 Kaart Hof van Beroep Gent 19 Kaart Hof

Nadere informatie

DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK DE STRAFUITVOERINGSRECHTER DE MINISTER VAN JUSTITIE

DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK DE STRAFUITVOERINGSRECHTER DE MINISTER VAN JUSTITIE DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK DE STRAFUITVOERINGSRECHTER DE MINISTER VAN JUSTITIE V.U. Eric Beaucourt 9000 Gent stand januari 2018-1 I.DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK 1.Algemeen. De Belgische strafuitvoeringsrechtbanken

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken v.u.: Jos Vander Velpen, Gebroeders De Smetstraat 75, 9000 Gent Gebroeders De Smetstraat 75 9000 Gent foto s: Lieven Nollet tijdstip eerste publicatie: februari 2007 - herwerking:

Nadere informatie

Achter tralies in België

Achter tralies in België Achter tralies in België Tom Daems Peter Pletincx Luc Robert Veerle Scheirs Angela van de Wiel Karen Verpoest (eds.) Achter tralies in België Tom Daems Peter Pletincx Luc Robert Veerle Scheirs Angela van

Nadere informatie

Manifest Internering Een betere behandeling voor geïnterneerden

Manifest Internering Een betere behandeling voor geïnterneerden Manifest Internering Een betere behandeling voor geïnterneerden Liga voor Mensenrechten Manifest Internering 1/10 Inhoudstafel Wat is internering? p. 3 Standpunt 1: Geïnterneerden hebben recht op behandeling

Nadere informatie

21 MEI Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen.

21 MEI Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen. 21 MEI 1965. - Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen. HOOFDSTUK II. - Toezicht Afdeling 1. - Algemene bepaling

Nadere informatie

samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal! het beleid wordt uitgestippeld door een college van procureurs-generaal

samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal! het beleid wordt uitgestippeld door een college van procureurs-generaal Leg uit : het openbaar ministerie ( parket ) = hoeder van de openbare orde! 1) opsporen en onderzoeken 2) vervolgen 3) uitvoering van de straf samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal!

Nadere informatie

Benelux... 121 Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom

Benelux... 121 Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom INHOUD Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867)... 14 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen... 15 Uitleveringswet 15 maart 1874... 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek van

Nadere informatie

Advies betreffende opmerkingen op de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis

Advies betreffende opmerkingen op de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis FOD VOLKSGEZONDHEID BRUSSEL 14 maart 2013 VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU DIRECTORAAT- GENERAAL ORGANISATIE VAN DE GEZONDHEIDSZORGVOORZIENINGEN NATIONALE RAAD VOOR ZIEKENHUISVOORZIENINGEN

Nadere informatie

WETGEVING DRUGS CDO KORTRIJK. Pedagogische studiedag. Vrijdag 28 januari 2011 31-01-11 POLITIEZONE VLAS

WETGEVING DRUGS CDO KORTRIJK. Pedagogische studiedag. Vrijdag 28 januari 2011 31-01-11 POLITIEZONE VLAS WETGEVING DRUGS CDO KORTRIJK Pedagogische studiedag Vrijdag 28 januari 2011 SPREKER : BART COUSSEMENT Commissaris van Politie Politiezone Vlas (Kortrijk-Kuurne-Lendelede) Directie Risicomanagement Voetbalcel

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

Justitie in vogelvlucht Sociale plattegrond Oost- Vlaanderen - Gent - 21 oktober 2014

Justitie in vogelvlucht Sociale plattegrond Oost- Vlaanderen - Gent - 21 oktober 2014 Justitie in vogelvlucht Sociale plattegrond Oost- Vlaanderen - Gent - 21 oktober 2014 Wie onderzoekt? Openbaar ministerie: substituten van de procureur des Konings Rechterlijke macht: Onderzoeksrechters

Nadere informatie

INHOUDSOVERZICHT TEN GELEIDE 11

INHOUDSOVERZICHT TEN GELEIDE 11 SOVERZICHT TEN GELEIDE 11 DEEL 1 BESPREKING VAN DE NIEUWE EN BESTAANDE WETGEVING 15 1. De drugwetgeving 15 1.1. Overzicht van de drugwetgeving 15 1.1.1. Wet 24 februari 1921 15 1.1.2. De uitvoeringsbesluiten

Nadere informatie

De psychiatrische hulpverlening in het Belgische gevangeniswezen

De psychiatrische hulpverlening in het Belgische gevangeniswezen R. VERELST - Psychiater coördinator PSD en psychiatrische zorg 2 Gedetineerden Gevangenisbevolking in de inrichtingen van het DG EPI (verlof en gesloten federale centra voor jongeren niet inbegrepen):

Nadere informatie

DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening

DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening 1 INHOUD PRESENTATIE I. Belgisch drugbeleid II. O.M. en problematisch druggebruik III.De rechtbank en problematisch

Nadere informatie

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie 1 Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering De Wet van 30 juni 1971betreffende de administratieve geldboeten,

Nadere informatie

WET BETREFFENDE DE INTERNERING 5 MEI 2014

WET BETREFFENDE DE INTERNERING 5 MEI 2014 WET BETREFFENDE DE INTERNERING 5 MEI 2014 I. Algemene bepalingen II. Gerechtelijke fase van de internering III. Uitvoeringsfase van de internering IV. Definitieve invrijheidstelling V. Diverse bepalingen

Nadere informatie

Omzendbrief nr. COL 3/2004 van het College van Procureursgeneraal bij de Hoven van Beroep

Omzendbrief nr. COL 3/2004 van het College van Procureursgeneraal bij de Hoven van Beroep COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL Brussel, le 27 février 2004. Omzendbrief nr. COL 3/2004 van het College van Procureursgeneraal bij de Hoven van Beroep Mijnheer/Mevrouw de Procureur-generaal, Mijnheer de

Nadere informatie

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING,

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING, Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

Slachtoffer-daderbemiddeling: wie is partij in een strafrechtelijke context? Ivo Aertsen Leuvens Instituut voor Criminologie

Slachtoffer-daderbemiddeling: wie is partij in een strafrechtelijke context? Ivo Aertsen Leuvens Instituut voor Criminologie Slachtoffer-daderbemiddeling: wie is partij in een strafrechtelijke context? Ivo Aertsen Leuvens Instituut voor Criminologie Vragen Is bemiddeling tussen slachtoffer en dader wel mogelijk? Wenselijk? Wie

Nadere informatie

Europees Arrestatiebevel

Europees Arrestatiebevel Europees Arrestatiebevel Managementgegevens over de periode: Het jaar 009 Inhoudsopgave Gevraagde wettelijke gegevens op basis van artikel 70 van de Overleveringswet pagina. Het aantal ontvangen EAB's

Nadere informatie

Zorg voor personen met het statuut internering. Lunchen met justitie 24 oktober 2017

Zorg voor personen met het statuut internering. Lunchen met justitie 24 oktober 2017 Zorg voor personen met het statuut internering Lunchen met justitie 24 oktober 2017 Overzicht Intra-penitentiair aanbod Zorgaanbod in de maatschappij Ervaringen nieuwe wet op de internering 26/10/2017

Nadere informatie

Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken

Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken Jan VAN DROOGBROECK De extern accountant en extern belastingconsulent is overeenkomstig

Nadere informatie

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 XXVI DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 335 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 336 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 336 1. Het begrip straf 336 2. Kenmerken 337 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie

Inhoudstafel. Lijst figuren 13. Lijst tabellen 17. Rechtbank onder invloed 25

Inhoudstafel. Lijst figuren 13. Lijst tabellen 17. Rechtbank onder invloed 25 ASP Migranten in de balans.book Page 7 Friday, January 15, 2010 10:47 AM Inhoudstafel Inhoudstafel 7 Lijst figuren 13 Lijst tabellen 17 Rechtbank onder invloed 25 Deel I: Etnische minderheidsgroepen :

Nadere informatie

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging TBS voor Dummies Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging Auteur: Miriam van der Mark, advocaat-generaal en lid van de Kerngroep Forum TBS Algemeen De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

Alle teksten zijn bijgewerkt tot 1 januari Gert Vermeulen

Alle teksten zijn bijgewerkt tot 1 januari Gert Vermeulen Toelichting Deze uitgave bundelt de voornaamste, voor België relevante beleidsdocumenten en nationale en multilaterale regelgeving inzake internationaal en Europees strafrecht. Bijzondere aandacht is gegeven

Nadere informatie

Bibliotheek Strafrecht Larcier... Voorwoord...

Bibliotheek Strafrecht Larcier... Voorwoord... vii INHOUDSTAFEL Bibliotheek Strafrecht Larcier....................................... Voorwoord..................................................... i iii Hoofdstuk 1. Inleiding historisch overzicht.........................

Nadere informatie

Sociaal werk en Beroepsgeheim

Sociaal werk en Beroepsgeheim Sociaal werk en Beroepsgeheim Studiedag 13 maart 2018 KdG Hogeschool Antwerpen Mario Wijns Substituut-procureur des Konings Parket Antwerpen, afdeling Antwerpen, Sectie Jeugd en gezinszaken Justitie of

Nadere informatie

Naar een verdere uitbouwing en duurzame verankering van de drughulpverlening in het drugsbeleid

Naar een verdere uitbouwing en duurzame verankering van de drughulpverlening in het drugsbeleid Naar een verdere uitbouwing en duurzame verankering van de drughulpverlening in het drugsbeleid Prof. dr. Brice De Ruyver Studiedag De Kiem 29 maart 2012, Gent 1 Structuur 1. De bevraging van de noden

Nadere informatie

Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken

Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken Een vervolging en een beteugeling langs één weg? Ragheno Business Park, Motstraat 30, 2800 Mechelen tel. 0800 40 300 fax 0800 17 529 www.kluwer.be info@kluwer.be

Nadere informatie

12494/1/07 REV 1 yen/il/lv 1 DG H 2B

12494/1/07 REV 1 yen/il/lv 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, september 2007 (2.09) (OR. en) 2494//07 REV COPEN 23 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36/het COREPER/de Raad nr. vorig doc.: 257/07 COPEN 7 Betreft:

Nadere informatie

Omzendbrief nr. COL 16/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep

Omzendbrief nr. COL 16/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep Brussel, 14 december 1998. College van Procureurs-generaal Omzendbrief nr. COL 16/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep Mijnheer/Mevrouw de Procureur-generaal, Mijnheer/Mevrouw

Nadere informatie

OVERZICHT VAN DE HOVEN, DE RECHTBANKEN EN DE MAGISTRATUUR 28

OVERZICHT VAN DE HOVEN, DE RECHTBANKEN EN DE MAGISTRATUUR 28 INHOUDSTAFEL VOORWOORD 3 INLEIDING 4 INHOUDSTAFEL 7 TREFWOORDENLIJST 17 KAARTEN 21 Kaart Gerechtelijke arrondissementen 21 Kaart Hoven van Beroep 22 Kaart Hof van Beroep Antwerpen 23 Kaart Hof van Beroep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Buitenlandse straf uitzitten in Nederland

Buitenlandse straf uitzitten in Nederland Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.3.232 Buitenlandse straf uitzitten in Nederland algemene informatie bronnen Ministerie van Veiligheid en Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen; www.dji.nl Straf

Nadere informatie

~ :-.~? 'J~ ~ Vlaamse Regering. DE VLAAMSE MINISTER VAN WEL2;IJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZI1ir

~ :-.~? 'J~ ~ Vlaamse Regering. DE VLAAMSE MINISTER VAN WEL2;IJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZI1ir I 'J~ ~ ~ :-.~? Vlaamse Regering DE VLAAMSE MINISTER VAN WEL2;IJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZI1ir Omzendbrief betreffende de toepassing van de Vlaamse zorgverzekering voor Belgisch sociaal verzekerden met:

Nadere informatie

Inleiding. Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing = Potpourri II. Doel? Apparaat beter laten draaien Efficiënter optreden Sneller werken

Inleiding. Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing = Potpourri II. Doel? Apparaat beter laten draaien Efficiënter optreden Sneller werken Wet Potpourri II FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/5 Advies nr 17/2012 van 10 mei 2012 Betreft: Adviesaanvraag inzake het voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera

Nadere informatie

Inhoudstafel - Memorie van toelichting

Inhoudstafel - Memorie van toelichting - Memorie van toelichting Hoofdstuk 1 Voorafgaande bepaling 31 Hoofdstuk 2 Het Strafwetboek 31 Inleiding 31 1. Algemeen 31 2. De bouwstenen voor een optimale strafwetgeving ( accuraat, coherent, eenvoudig

Nadere informatie

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Doc: a135005 Tijdschrift: 135 Datum: 17/09/2011 Origine: NR Thema's: Beroepsgeheim Kwetsbare personen Mishandeling van een kind,

Nadere informatie

DBK GENT. Concept & implementatie

DBK GENT. Concept & implementatie DBK GENT Concept & implementatie 1 INHOUD PRESENTATIE I. Drugs en justitie II. O.M. en problematisch druggebruik III. De rechtbank en problematisch druggebruik IV. Zoektocht naar een oplossing V. DBK Gent

Nadere informatie

De sociale plattegrond

De sociale plattegrond De sociale plattegrond Sector: Agentschap Jongerenwelzijn Spreker: Tom Elen (Agentschap Jongerenwelzijn) H1 - Opdracht Agentschap Jongerenwelzijn (beleidsdomein = WVG) Afdeling Preventie- en Verwijzersbeleid

Nadere informatie

Vertaling van het Franse origineel

Vertaling van het Franse origineel Nota van de Verenigde advies- en onderzoekscommissie van de Hoge Raad van Justitie met het oog op de hoorzitting voor de Commissie Justitie van de Kamer op 20 maart 2019 over het wetsvoorstel 3527/001

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 17 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit en een

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 december 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 december 2016; Besluit van de Vlaamse Regering over de erkenning van voorzieningen die ondersteuning bieden aan personen met een handicap in de gevangenis, en van units voor geïnterneerden DE VLAAMSE REGERING, Gelet

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017 HA56.L2.3542-14 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017 INZAKE HET OPENBAAR MINISTERIE TEGEN BEKLAAGDE A. A., geboren te Beringen op ( ), wonende te ( ), Belg. In persoon.

Nadere informatie

VR DOC.0238/2BIS

VR DOC.0238/2BIS VR 2019 2202 DOC.0238/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering tot inrichting van de gemeenschapsinstellingen en tot uitvoering van diverse bepalingen van het decreet betreffende het jeugddelinquentierecht

Nadere informatie

College van Procureurs-generaal stelt jaarstatistiek 2014 van de correctionele parketten voor

College van Procureurs-generaal stelt jaarstatistiek 2014 van de correctionele parketten voor Statistisch analisten van het Openbaar Ministerie College van Procureurs-generaal BRUSSEL College van Procureurs-generaal stelt jaarstatistiek 2014 van de correctionele parketten voor Persconferentie 2

Nadere informatie

Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep

Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep College van Procureurs-generaal Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep Toegestuurd aan de dames en heren Toegestuurd aan de dames en heren Eerste Substituten,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:5462

ECLI:NL:RBAMS:2017:5462 ECLI:NL:RBAMS:2017:5462 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 01-08-2017 Datum publicatie 01-08-2017 Zaaknummer 13/751411-17 RK-nummer: 17/4077 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Adviesorgaan van de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind

Adviesorgaan van de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind Adviesorgaan van de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind Advies over de vrijheidsberoving van kinderen in België naar aanleiding van de publicatie van het Belgische staatsrapport in kader van

Nadere informatie

Publicatie : Numac :

Publicatie : Numac : pagina 1 van 5 NL einde FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE Publicatie : 2017-01-30 Numac : 2017010289 Rechtbank van eerste aanleg Leuven. - Kabinet van de voorzitter Beschikking tot vaststelling van het

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken Vonnisnummer/ Griffienummer / \.\bi. /2015 Repertoriumnummer/ Europees 2015 / 461. Datum van uitspraak 18 maart 2015 Rolnummer niet in strafzaken Notitienummer parket 66.RW.500300/2013 Rechtbank van eerste

Nadere informatie

RECHT vaardig? Voorbereiding of naverwerking Opdracht 4

RECHT vaardig? Voorbereiding of naverwerking Opdracht 4 a) Wie zit waar Lees aandachtig onderstaande tekst. Duid nadien op de foto de plaats aan van de verschillende actoren (rood en onderlijnd in tekst) in een rechtbank. Bij een burgerlijke of een strafrechtelijk

Nadere informatie

Inleiding. Inleiding 3

Inleiding. Inleiding 3 Inleiding U wordt geraadpleegd door een vader wiens kind werd betrapt op het verhandelen van drugs en werd voorgeleid voor de procureur. De vader kreeg de boodschap dat het parket de aanhouding van zijn

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED, DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN,

Nadere informatie

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5, 1, I, 2, 3, 4 en 5 ;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5, 1, I, 2, 3, 4 en 5 ; Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap, de Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de financiering

Nadere informatie

Sociale Plattegrond Justitie

Sociale Plattegrond Justitie Sociale Plattegrond Justitie 21-10-2014 Huidig intrapenitentiair aanbod voor geïnterneerden: PSD (Psychosociale Dienst) Zorgequipe JWW (Justitieel Welzijnswerk) CGGZ-aanbod Adviesverlening Begeleiding

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 3 juni 2016 betreffende de tegemoetkoming

Nadere informatie

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004. Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 juli 2004 (23.07) (OR. en) 0369//04 REV PUBLIC LIMITE DROIPEN 24 NOTA van: het voormalige Ierse voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36 nr. vorig

Nadere informatie

VR DOC.1297/3BIS

VR DOC.1297/3BIS VR 2018 1611 DOC.1297/3BIS Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap, de Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING

STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING Christophe THIEBAUT Advocaat PAQUES, NOPERE & THIEBAUT Assistent UCL Maître de conférences FUCAM II- DE OPSPORING * Basisstuk van de strafprocedure *

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Gemeenschappelijke EU-standaarden voor het garanderen van procedurele rechten in strafzaken

Gemeenschappelijke EU-standaarden voor het garanderen van procedurele rechten in strafzaken Gemeenschappelijke EU-standaarden voor het garanderen van procedurele rechten in strafzaken Paul Ponsaers 1 1. De EU is niet enkel een economische, politieke en sociale gemeenschap, maar evenzeer een waardengemeenschap.

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 14 december 2009 ADVIES 2009-78 Advies uit eigen beweging over de gevolgen voor de openbaarheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017-2018 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

I. Context (1) I. Context (2) Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales

I. Context (1) I. Context (2) Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales Prof. dr. Jan Wouters Maarten Vidal Instituut voor Internationaal Recht K.U. Leuven www.internationaalrecht.be

Nadere informatie

Internering: POSITIENOTA

Internering: POSITIENOTA Internering: POSITIENOTA 19 december 2016 1 Krachtens artikel 14 van het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap "waarborgen de Staten die Partij zijn, dat personen met een handicap op

Nadere informatie

Gelet op de adviesaanvraag van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, ontvangen op 21 juni 2018;

Gelet op de adviesaanvraag van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, ontvangen op 21 juni 2018; 1/6 Advies 81/2018 van 5 september 2018 Betreft: Wijziging van de wet van 22 betreffende de rechten van de patiënt - Hoofdstuk 10 - artikel 65 van het wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake gezondheidszorg

Nadere informatie

Evaluatie van veiligheidsbeleid en veiligheidsplannen integraal en geïntegreerd? Beschouwingen vanuit het openbaar ministerie (OM)

Evaluatie van veiligheidsbeleid en veiligheidsplannen integraal en geïntegreerd? Beschouwingen vanuit het openbaar ministerie (OM) Evaluatie van veiligheidsbeleid en veiligheidsplannen integraal en geïntegreerd? Beschouwingen vanuit het openbaar ministerie (OM) Ivo Carmen Procureur des Konings te Leuven Antwerpen 22 februari 2011

Nadere informatie

In dit algemeen reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis.

In dit algemeen reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis. Algemeen reglement betreffende het opleggen van een administratieve geldboete bij inbreuken op het stilstaan en parkeren en op de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen

Nadere informatie

BOEKDEEL I. Deel 3. Strafrecht. Deel 1. Internationaal en Europees recht. Deel 2. Staatsrecht. Deel 4. Burgerlijk recht

BOEKDEEL I. Deel 3. Strafrecht. Deel 1. Internationaal en Europees recht. Deel 2. Staatsrecht. Deel 4. Burgerlijk recht Algemene inhoudstafel Boekdeel I BOEKDEEL I Algemene inhoudstafel Boekdeel I........... Algemene inhoudstafel Boekdeel II.......... Zie afzonderlijk verkrijgbaar Boekdeel II Algemene inhoudstafel Boekdeel

Nadere informatie

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc 1 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot regeling van de samenstelling en de werking van de Federale Commissie Rechten van de Patiënt ingesteld bij artikel 16 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE Publicatie : 2019-06-19 Numac : 2019041200 5 MEI 2019. - Wet houdende diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie, modernisering van het statuut van rechters

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet dieren met het oog op de versterking van het instrumentarium ten behoeve van de opsporing, vervolging en bestuursrechtelijke

Nadere informatie

OP WEG NAAR EEN BEGINSELENWET GEVANGENISWEZEN

OP WEG NAAR EEN BEGINSELENWET GEVANGENISWEZEN OP WEG NAAR EEN BEGINSELENWET GEVANGENISWEZEN Prof. Dr. L. Dupont (ed.) Proeve van Voorontwerp van Beginselenwet Gevangeniswezen en Tenuitvoeirlegging van Vrijheidsstraffen door Prof: Dr. Lieven Dupont

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 JUNI 2014 P.14.0929.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0929.N F A H, veroordeelde tot een vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Jürgen Millen, advocaat bij de balie te Tongeren. I.

Nadere informatie