Schoolloopbanen. Basisrapport: Hoe het de Amsterdamse leerlingen vergaat in het voortgezet onderwijs. In opdracht van: DMO. Projectnummer: 12262

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Schoolloopbanen. Basisrapport: Hoe het de Amsterdamse leerlingen vergaat in het voortgezet onderwijs. In opdracht van: DMO. Projectnummer: 12262"

Transcriptie

1 Basisrapport: Hoe het de Amsterdamse leerlingen vergaat in het voortgezet onderwijs In opdracht van: DMO Projectnummer: Merel van der Wouden MSc dr. Esther Jakobs Lotje Cohen MSc Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon Postbus 658, 1000 AR Amsterdam Amsterdam, april 2013

2 , Fotograaf foto voorpagina: Edwin van Eis, datum onbekend 2

3 Inhoud Inleiding 5 Beschrijvend onderzoek 5 Data 6 Leeswijzer 7 Samenvatting en conclusies 9 Basisschooladvies vaak hoger dan Cito-score bij vmbo niveaus 9 Basisschooladvies betere voorspeller dan Cito-score 9 Startpositie en schoolloopbaan verschilt naar herkomst 10 Veel zittenblijvers vmbo-t en havo 10 Vervolgonderzoek 11 Samenvatting Verdiepingsrapport 13 1 Basisschooladvies en Cito-score Dubbele basisschooladviezen minder vaak gegeven Bsa wordt niet altijd bevestigd door Cito-score Aandeel automatisch toelaatbaar daalt bij vmbo-b en vmbo-k Herkomst en leeftijd spelen rol bij bsa Autochtonen minder kans op opstroom of afstroom Samenvatting 25 2 Wat is de beste voorspeller? Bsa voorspelt op vmbo niveaus beter dan Cito-score Klein deel vmbo-b en vmbo-k op geadviseerde niveau AT en geen lwoo minder afstroom Doubleren vooral op havo Samenvatting 34 3 Verschillen naar achtergrond Veel afstroom niet-westerse jongens op vwo Jongens doubleren meer Samenvatting 43 Bijlage 1 Bsa en Cito-scores 45 Bijlage 2 Cito-scores naar bsa 47 Bijlage 3 Soorten scholen 49 Bijlage 4 Resultaat na vijf jaar 51 3

4 4

5 Inleiding Op verzoek van de Amsterdamse Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) heeft (O+S) onderzoek gedaan naar de schoolloopbanen van scholieren in het voortgezet onderwijs in Amsterdam. Hierbij is gekeken naar het basisschooladvies (bsa) en het niveau waarop de leerlingen zich vijf jaar later bevinden. Dit is een andere manier om de voorspellende waarde van het basisschooladvies te onderzoeken dan hoe dit vaak wordt gedaan. In onderzoek naar onderadvisering en overadvisering wordt het basisschooladvies meestal vergeleken met de Cito-score. Als het advies hoger is dan de Cito-score wordt gesproken van overadvisering, als het advies lager is spreekt men van onderadvisering. Er wordt dan vanuit gegaan dat de Cito-toets een perfect meetinstrument is. In dit onderzoek is hier op een andere manier gekeken, namelijk naar het niveau waarop de leerlingen vijf jaar later zijn en hoe zich dit verhoudt tot het basisschooladvies en de Cito-score. We proberen antwoord te geven op de volgende onderzoeksvraag: Hoe verhouden de basisschooladviezen en Cito-scores zich tot de schoolloopbaan van de Amsterdamse leerlingen op scholen voor voortgezet onderwijs? Welke geeft een betere indicatie van waar de leerlingen terecht komen? Hierbij wordt ook antwoord gegeven op de volgende deelvragen: 1. Hoe verhoudt de Cito-score zich tot het bsa en is deze relatie de afgelopen jaren veranderd? 2. Bij welke bsa s/cito-scores en bij welke typen leerlingen komt op- en afstroom vaker dan wel minder vaak dan gemiddeld voor? Daarnaast wordt in zogenoemde factsheets ingegaan op verschillen tussen scholen: 1. Is er verschil tussen scholen bij de instroom van leerlingen? 2. Is er verschil tussen scholen in de mate van op- en afstroom ten opzichte van het bsa? Beschrijvend onderzoek Dit onderzoek heeft een beschrijvend karakter, we beschrijven de schoolloopbanen van de leerlingen. De onderzoeksresultaten van dit onderzoek zijn opgesplitst in drie delen. In dit eerste deel wordt een algemeen beeld geschetst van middelbare scholieren in Amsterdam. Er is gekeken naar twee momenten in de schoolloopbaan van leerlingen in Amsterdam. Ten eerste wordt ingegaan op de positie bij start aan het voortgezet onderwijs. Deze startpositie bestaat uit twee elementen, namelijk het advies dat de leerlingen krijgen aan het einde van de basisschool voor het te volgen niveau op het voortgezet onderwijs en de Cito-score. Ten tweede is gekeken naar het verschil tussen dit advies en waar de leerlingen zich na vijf jaar middelbare school bevinden, waarbij ook 5

6 wordt ingegaan op doubleren. Het tweede deel van het onderzoek is beschreven in een apart rapport waarin per basisschooladvies dieper wordt ingegaan op het niveau waar de leerlingen terecht komen na vijf jaar en wanneer ze doubleren. Het derde deel is bedoeld voor de schoolbesturen en bestaat uit factsheets, waarin per school wordt nagegaan waar de leerlingen met verschillende basisschooladviezen terecht komen. Data Het bestand dat O+S ontving van DMO bevatte cases van vijf verschillende cohorten (2007/ / 12). Het eerste cohort geeft de mogelijkheid om de situatie in het vijfde leerjaar te bekijken (cohort 2007/ 08). 1 De leerlingen in de latere cohorten hebben namelijk nog niet het vijfde leerjaar bereikt. De situatie in het zesde leerjaar kan (nog) niet bekeken worden, omdat van de cohorten vóór cohort 2007/ 08 geen goede gegevens beschikbaar zijn. cohort 2007/'08 cohort 2010/'11 cohort 2008/'09 cohort 2011/'12 cohort 2009/'10 1 De situatie in het vierde leerjaar is vergeleken met cohort 2008/ 09 om uit te sluiten dat resultaten beïnvloed worden door kenmerken van dit cohort. 6

7 De leerlingen in cohort 2007/ 08 hebben in schooljaar 2006/ 07 het basisschooladvies ontvangen en de basisschool afgemaakt. In schooljaar 2007/ 08 zijn zij gestart aan de middelbare school. Van de leerlingen in dit cohort is van leerlingen het basisschooladvies bekend. Ongeveer driekwart van deze leerlingen (77) kon worden meegenomen in de analyses over het vijfde leerjaar (zo n leerlingen). Van de overige leerlingen is geen informatie over de schoolloopbanen bekend. Dit komt voornamelijk door het ontbreken van het bsn nummer in het databestand, waardoor het niet mogelijk was het basisschooladvies van deze leerlingen te koppelen aan het vervolg van de schoolloopbaan. 2 Bij de analyses van het basisschooladvies zijn alle leerlingen meegenomen van wie het basisschooladvies bekend is. Vanuit de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (gba) zijn de herkomst en het geboortejaar van de leerlingen toegevoegd aan het databestand. Dit kon gekoppeld worden op basis van het bsn nummer van de leerlingen. Leeswijzer In hoofdstuk 1 wordt de instroom van het voortgezet onderwijs bekeken, met welk basisschooladvies en Cito-score de leerlingen starten. Hierbij wordt besproken hoe de relatie tussen het basisschooladvies en Cito-score is en of deze twee adviezen sterk verschillen. 3 Daarnaast wordt ingegaan op het soort middelbare school waar leerlingen heen gaan. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de belangrijkste vraag van dit onderzoek: waar staan leerlingen na vijf jaar middelbare school en hoe verhoudt dat punt na vijf jaar zich met hun bsa en hun Cito-score? 4 Hierbij wordt ook gekeken naar doubleren. In welke klas blijven de leerlingen vooral zitten en verschilt dit per basisschooladvies? In hoofdstuk 3 kijken we naar algemene achtergrondkenmerken van de leerlingen zoals geslacht, herkomst en leeftijd. Stromen meisjes bijvoorbeeld vaker op dan jongens? En wie blijven er vaker zitten? 2 Meer dan de helft van deze leerlingen zat buiten Amsterdam op een basisschool en een groot deel op een basisschool in stadsdelen aan de rand van Amsterdam, Nieuw-West en Zuid. Ze woonden dus waarschijnlijk niet in Amsterdam. 3 Bandbreedtes Cito-scores volgens Kernprocedure (KP1). 4 Vanaf hoofdstuk 2 gaat het alleen om leerlingen die onderwijs volgen op een middelbare school in Amsterdam. 7

8 8

9 Samenvatting en conclusies In dit onderzoek is antwoord gegeven op de vraag hoe basisschooladviezen en Citoscores van leerlingen die in schooljaar 2006/ 07 de basisschool afmaken (cohort 2007/ 08), zich verhouden tot de schoolloopbaan van Amsterdamse leerlingen op scholen voor voortgezet onderwijs. Basisschooladvies vaak hoger dan Cito-score bij vmbo niveaus De startpositie van leerlingen aan het voortgezet onderwijs bestaat uit twee delen, het basisschooladvies en de Cito-score. Het basisschooladvies wordt gegeven door de docent en is leidend in de Amsterdamse Kernprocedure (KP1). Hierna maken de leerlingen de Cito-toets. Het niveau dat hoort bij de Cito-score kan afwijken van het basisschooladvies. 5 Als de Cito-score hoger of gelijk is aan het basisschooladvies, dan is een leerling automatisch toelaatbaar (AT). Bij de vmbo niveaus is het basisschooladvies vaak hoger dan het niveau dat hoort bij de Cito-score die leerlingen behalen, deze leerlingen zijn dan niet automatisch toelaatbaar. Bij de niveaus vmbo-k en vmbo-t was het aandeel automatisch toelaatbaar vrij klein in cohort 2007/ 08 (zo n 30). Op het niveau vmbo-b is het aandeel automatisch toelaatbaar bijna gehalveerd tussen 2007/ 08 en 2011/ 12, tot 35. Ook op het niveau vmbo b/k en vmbo-k is het aandeel automatisch toelaatbaar in deze periode gedaald. Op niveau vwo was het aandeel automatisch toelaatbaar in cohort 2007/ 08 fors hoger, namelijk 76, en dit blijft (net als bij havo) door de jaren heen nagenoeg gelijk. Leerlingen die advies krijgen voor leerwegondersteunend onderwijs hoeven de Cito-toets niet te maken en hebben dus ook geen Cito-score (en zijn dus niet automatisch toelaatbaar). Een groot deel (86) van de leerlingen met basisschooladvies vmbo- b krijgt advies voor leerwegondersteunend onderwijs (lwoo). Bij vmbo-b/k is dit 58 en bij vmbo-k 39. Dit betekent dat een beperkt deel van leerlingen met deze basisschooladviezen een Cito-score heeft, van de leerlingen met basisschooladvies vmbo-b is bijvoorbeeld van slechts 14 van de leerlingen de Cito-score bekend. Hier moet rekening mee worden gehouden bij de interpretatie van de onderzoeksresultaten. Basisschooladvies betere voorspeller dan Cito-score Het basisschooladvies is een betere voorspeller van waar leerlingen na vijf jaar terecht komen dan de Cito-score, met name op de vmbo niveaus. Zo komen vier van de tien leerlingen (42) met advies vmbo-k op dit niveau terecht, terwijl van de leerlingen met een Cito-score die hoort bij dit niveau nog geen 20 hier terecht komt. 5 Bandbreedtes Cito-scores volgens Kernprocedure (KP1). 9

10 Ten opzichte van het basisschooladvies komen leerlingen die niet op het geadviseerde niveau belanden zowel op een lager als hoger niveau terecht en ten opzichte van de Citoscores komen leerlingen vooral op een hoger niveau terecht. Na vijf jaar middelbare school blijkt 61 ten opzichte van het basisschooladvies op het geadviseerde niveau les te krijgen (de vwo leerlingen), of op het voorspelde niveau een diploma behaald te hebben (de vmbo leerlingen en een deel van de havo leerlingen), 18 zit op een lager niveau (of heeft een diploma op een lager niveau), en 13 zit op een hoger niveau (of heeft een hoger diploma gehaald). Van de leerlingen met basisschooladvies vmbo-k (42) komt echter een kleiner deel op dat niveau terecht, zij komen vaker op een hoger (21) of lager (29) niveau. Ook van de leerlingen met basisschooladvies havo (46) en vmbo-b (48) komt een klein deel op het geadviseerde niveau. Leerlingen met basisschooladvies havo komen vaker op een lager niveau (26, 19 komt op een hoger niveau) en leerlingen met basisschooladvies vmbo-b komen vaker op een hoger niveau (28, 12 komt op een lager niveau). Leerlingen die automatisch toelaatbaar zijn komen vaker op het voorspelde niveau (basisschooladvies) of op een hoger niveau terecht. Vmbo leerlingen zonder advies voor lwoo belanden ook vaker op een hoger niveau. Startpositie en schoolloopbaan verschilt naar herkomst De schoolloopbaan van verschillende groepen is anders, al bij de startpositie is een verschil te zien tussen leerlingen. Geslacht speelt geen rol bij het basisschooladvies dat leerlingen krijgen, de startpositie van jongens en meisjes is gelijk. Herkomst en leeftijd spelen wel een rol. Leerlingen van niet-westerse herkomst en leerlingen van dertien jaar of ouder krijgen vaker advies voor praktijkonderwijs of vmbo en minder vaak voor vwo. Daarnaast is er ook een verschil te zien in het soort school waar leerlingen heen gaan. Leerlingen van niet-westerse herkomst gaan vaker naar middelbare scholen waar opstroom of afstroom mogelijk is dan autochtone leerlingen. Niet-westerse leerlingen met basisschooladvies vwo gaan bijvoorbeeld minder vaak dan autochtone leerlingen naar een categoraal vwo/gymnasium en vaker naar een brede scholengemeenschap of havo/vwo school. De positie na vijf jaar voortgezet onderwijs ziet er anders uit voor verschillende groepen leerlingen. Dit geldt voor het geslacht van de leerlingen, meisjes stromen vaker op naar een hoger niveau en jongens stromen vaker af. Daarnaast is ook de schoolloopbaan naar herkomst anders, autochtone leerlingen komen vaker dan niet-westerse leerlingen op het geadviseerde niveau terecht en stromen minder vaak af. Niet-westerse jongens komen het minst vaak op het geadviseerde niveau en stromen het vaakst af, vooral bij de basisschooladviezen havo en vwo. Ook komen leerlingen van dertien jaar of ouder minder vaak op het geadviseerde niveau terecht, en zij stromen vaker af dan leerlingen van twaalf jaar of jonger. Hier moet wel bij worden vermeld dat niet-westerse leerlingen vaker dertien jaar of ouder zijn bij start aan het voortgezet onderwijs dan autochtone leerlingen. Veel zittenblijvers vmbo-t en havo Net als landelijk is zittenblijven in Amsterdam geen zeldzaam verschijnsel, het aandeel zittenblijvers ligt in Amsterdam hoger dan in Nederland als geheel. Leerlingen met een 10

11 vmbo advies blijven vooral zitten van jaar drie op jaar vier, havo en vwo leerlingen vooral van jaar vier op jaar vijf. Leerlingen met de basisschooladviezen vmbo-t/havo (39) en havo (37) doubleren het meest. Op vmbo-b (18), vmbo-k (18) en vwo (21) wordt beduidend minder vaak gedoubleerd. Ook landelijk ligt het aandeel zittenblijvers hoger op havo dan op de andere schoolniveaus. Net als landelijk blijven ook in Amsterdam jongens vaker zitten dan meisjes. Daarnaast blijven niet-westerse leerlingen vaker zitten dan autochtone leerlingen. Niet-westerse jongens doubleren niet vaker dan autochtone jongens, maar niet-westerse meisjes doubleren wel vaker dan autochtone meisjes. Dit wil echter niet zeggen dat niet-westerse meisjes het meest doubleren, jongens doubleren nog altijd meer. Vervolgonderzoek Nu met het nieuwe databestand van middelbare scholieren in Amsterdam een eerste beschrijvend onderzoek is uitgevoerd, kan ook nagedacht worden over wat er nog meer mogelijk is. Met behulp van een diepere analyse kan bijvoorbeeld onderzocht worden welke kenmerken van leerlingen invloed hebben op hun schoolloopbaan. In dit onderzoek is namelijk aangetoond dat er meerdere kenmerken zijn die een rol zouden kunnen spelen, zoals geslacht, herkomst of leeftijd. Maar bijvoorbeeld ook het soort middelbare school waar een leerling naar toe gaat. Een andere kenmerk dat onderzocht kunnen worden is het soort huishouden waarin een leerling opgroeit, om te kijken of leerlingen die opgroeien in bepaalde typen gezinnen een andere schoolloopbaan hebben dan andere leerlingen. Daarnaast kan gekeken worden naar de basisscholen waar leerlingen vandaan komen, om te zien of er verschillen zijn tussen basisscholen op welk niveau de leerlingen terecht komen na een aantal jaar voortgezet onderwijs. De hoeveelheid data die beschikbaar is zal de komende jaren toenemen. Nu hebben we tot en met het vijfde jaar kunnen kijken, waardoor niet bekend is hoe het uiteindelijk afloopt met vwo leerlingen. Over een jaar kan dit wel bekeken worden, waardoor we ook van de vwo leerlingen een completer beeld kunnen krijgen van waar ze terecht komen. 11

12 12

13 Samenvatting Verdiepingsrapport In het tweede deel van het onderzoek, het verdiepingsrapport, wordt meer in detail ingegaan op elk basisschooladvies. Voor een compleet overzicht in dit basisrapport zijn de samenvattingen per basisschooladvies in dit hoofdstuk te vinden. Praktijkonderwijs In het vijfde jaar volgt 29 van de leerlingen met basisschooladvies pro onderwijs op het praktijkonderwijs. Het praktijkonderwijs wordt niet afgesloten met een diploma dus hierbij is niet met zekerheid te zeggen of de leerlingen na vijf jaar klaar zijn. Het kan zijn dat een deel van deze leerlingen in het zesde jaar ook nog les volgt op het praktijkonderwijs. Vier van de tien leerlingen (43) hebben na vijf jaar een diploma gehaald op het mbo (niveau 1) en 11 heeft een diploma gehaald op niveau vmbo-b. Vmbo-b Van de leerlingen met basisschooladvies vmbo-b komt ongeveer de helft op het geadviseerde niveau terecht (inclusief leerlingen die een diploma halen op mbo 2 niveau) en ruim een kwart van de leerlingen (28) op een hoger niveau (vooral vmbo-k). Daarnaast behaalt 11 een mbo 1 diploma en een enkeling vinden we terug op het praktijkonderwijs. Van de leerlingen blijft 18 een keer zitten, dit gebeurt vooral tussen jaar 3 en jaar 4. Het grootste deel van de leerlingen met advies vmbo-b krijgt advies voor lwoo (85). Deze leerlingen zitten na vijf jaar vaker op het geadviseerde niveau en leerlingen zonder lwoo stromen vaker op naar een hoger niveau. Leerlingen die naar een brede scholengemeenschap gaan stromen vaker op naar een hoger niveau dan de andere leerlingen. Vmbo-b/k Zeven van de tien leerlingen met het dubbele basisschooladvies vmbo-b/k komen op het geadviseerde niveau terecht. Dit lijkt veel maar vergeleken met de andere dubbeladviezen is het aandeel dat op het geadviseerde niveau terecht komt vrij laag. Iets meer leerlingen halen een diploma op niveau vmbo-b (34) dan op niveau vmbo-k (30). Daarnaast haalt 2 een diploma op mbo 2 niveau zonder eerst een diploma te halen op het vmbo. Twaalf procent eindigt op een hoger niveau (vooral vmbo-t) en 5 behaalt een diploma op mbo 1 niveau. Van de leerlingen blijft 18 een keer zitten, dit gebeurt vooral tussen jaar 3 en jaar 4. Een groot deel van de leerlingen met het advies vmbo-b/k krijgt advies voor lwoo (57). Deze leerlingen zitten na vijf jaar vaker op het geadviseerde niveau. Leerlingen zonder advies voor lwoo komen vaker op vmbo-k terecht en stromen vaker op naar een hoger niveau, Leerlingen die naar een brede vmbo school gaan zitten vaker op een hoger niveau dan leerlingen op een smalle vmbo school. Dit is logisch want bij een brede vmbo school is het om op te stromen niet noodzakelijk om van school te wisselen, bij een smalle vmbo school is dit wel noodzakelijk. 13

14 Vmbo-k Vier van de tien leerlingen met het basisschooladvies vmbo-k hebben na vijf jaar op het geadviseerde niveau een diploma behaald en 21 zit op een hoger niveau (vooral leerlingen die een diploma halen op niveau vmbo-t). Twee van de tien leerlingen halen een diploma op vmbo-b (20) en 7 haalt een mbo diploma zonder eerst een vmbo diploma te halen. Van de leerlingen blijft 18 een keer zitten, dit gebeurt vooral tussen jaar 3 en jaar 4. Vier van de tien leerlingen met het advies vmbo-k krijgen advies voor lwoo (39). Deze leerlingen stromen vaker af naar een lager niveau en leerlingen zonder lwoo stromen juist vaker op naar een hoger niveau, Leerlingen die naar een brede scholengemeenschap gaan, zitten vaker op het geadviseerde niveau en een kleiner deel dan gemiddeld stroomt af naar een lager niveau. Leerlingen die starten aan een smalle vmbo school stromen minder vaak dan gemiddeld op naar een hoger niveau, wat logisch is want om op te kunnen stromen op dit type school moeten de leerlingen van school wisselen. Vmbo-t Vergeleken met de andere vmbo niveaus belandt na vijf jaar een groot deel van de leerlingen met het basisschooladvies vmbo-t op het geadviseerde niveau, de helft van de leerlingen heeft een diploma behaald op dit niveau. Veertien procent van de leerlingen komt op een hoger niveau terecht en 24 op een lager niveau (vooral vmbo-k). Van de leerlingen blijft 31 een keer zitten, dit gebeurt vooral tussen jaar 3 en jaar 4. Tien procent van de examenkandidaten in schooljaar 2010/ 11 zakt voor het examen, dit is veel vergeleken met de andere vmbo niveaus. Een kwart van de leerlingen is automatisch toelaatbaar (26). Deze leerlingen zitten vaker op het geadviseerde niveau en stromen vaker op dan de andere leerlingen. De kleine groep leerlingen die advies voor lwoo krijgen stromen vaker af naar een lager niveau. Leerlingen op een categoraal vmbo-t zitten vaker op het geadviseerde niveau dan de andere leerlingen. Dit is logisch want deze leerlingen kunnen minder makkelijk afstromen naar een lager niveau of opstromen naar een hoger niveau, hiervoor zouden ze namelijk van school moeten wisselen. Vmbo-t/havo Driekwart van de leerlingen met het dubbele basisschooladvies vmbo-t/havo zit na vijf jaar op het geadviseerde niveau, zo n 40 heeft een diploma op vmbo-t en 29 komt terecht op niveau havo (12 heeft inmiddels een diploma). Zes procent van de leerlingen is te vinden op het vwo en 13 op een lager niveau. Van de leerlingen blijft 39 een keer zitten, dit gebeurt vooral tussen jaar 4 en jaar 5. Leerlingen die onderwijs volgen op niveau havo blijven vaker zitten dan leerlingen op niveau vmbo-t. Van de leerlingen die examen doen op niveau vmbo-t, zakt 11 voor het examen en van de leerlingen die examen doen op niveau havo zakt 20. Vier van de tien leerlingen met bsa vmbo-t/havo zijn automatisch toelaatbaar (43). Deze leerlingen zitten na vijf jaar vaker op het geadviseerde niveau en stromen vaker op naar vwo dan de andere leerlingen. Leerlingen op een categoraal vmbo-t zitten na vijf jaar vaker op het geadviseerde niveau dan de andere leerlingen, maar zij stromen ook minder vaak op naar een hoger niveau. Leerlingen op een brede scholengemeenschap stromen leerlingen zowel vaker op naar een hoger niveau als af naar een lager niveau. 14

15 Havo Van de leerlingen met het basisschooladvies havo zit 46 na vijf jaar op het geadviseerde niveau (22 met diploma), 19 op vwo en 26 op een lager niveau. Van de leerlingen blijft 37 een keer zitten, dit gebeurt vooral tussen jaar 4 en jaar 5. Van de leerlingen die examen doen in schooljaar 2011/ 12, zakt 15 voor het examen. Zes van de tien leerlingen zijn automatisch toelaatbaar (61). Zij stromen vaker op naar vwo dan de andere leerlingen en stromen minder vaak af naar een lager niveau. Leerlingen op een havo/vwo school blijven vaker dan de andere leerlingen zitten. Leerlingen op een brede scholengemeenschap stromen daarentegen vaker af naar een lager niveau. Havo/vwo Van de leerlingen met het dubbele basisschooladvies havo/vwo zit na vijf jaar 84 op het geadviseerde niveau, 42 op havo en 43 op vwo. Tien procent van de leerlingen is afgestroomd naar een lager niveau (vooral naar vmbo-t). Van de leerlingen blijft 34 een keer zitten, dit gebeurt vooral tussen jaar 4 en jaar 5. Van de leerlingen die examen doen op niveau havo, zakt 12 voor het examen. Tweederde van de leerlingen met dit basisschooladvies is automatisch toelaatbaar (65). Deze leerlingen zitten na vijf jaar vaker op het geadviseerde niveau dan de andere leerlingen en stromen minder vaak af naar een lager niveau. Leerlingen op een havo/vwo school en categoraal vwo/gymnasium komen vaker op het geadviseerde niveau terecht dan leerlingen op een brede scholengemeenschap. Leerlingen op een brede scholengemeenschap stromen vaker af naar een lager niveau, wat ook logisch is omdat het hier binnen de school mogelijk is om af te stromen en bij de andere soorten scholen niet. Vwo Van de leerlingen met het basisschooladvies vwo zit 83 na vijf jaar op het geadviseerde niveau en 12 is afgestroomd naar een lager niveau (vooral naar havo). Van de leerlingen blijft 21 een keer zitten, dit gebeurt vooral tussen jaar 4 en jaar 5. Driekwart van de leerlingen is automatisch toelaatbaar (76). Zij zitten na vijf jaar vaker op het geadviseerde niveau dan de andere leerlingen en stromen minder vaak af naar een lager niveau. Leerlingen op een categoraal vwo/gymnasium zitten na vijf jaar vaker dan de andere leerlingen op het geadviseerde niveau en stromen minder vaker af naar een lager niveau. Tabel 1 Overzichtstabel naar basisschooladvies, cohort 2007/ 08 (procenten) na 5 jaar t.o.v. bsa AT LWOO onder op boven doubleren vmbo-b vmbo-b/k (40+31) vmbo-k vmbo-g/t vmbo-t/havo (46+29) 6 39 havo havo/vwo (42+43) 34 vwo

16 16

17 1 Basisschooladvies en Cito-score Het advies dat leerlingen krijgen voor het te volgen niveau in het voortgezet onderwijs bestaat uit twee delen, het basisschooladvies en de Cito-score, samen bepalen deze de startpositie van een leerling. Het basisschooladvies wordt gegeven voordat de Cito-toets wordt afgenomen, dit advies is in Amsterdam leidend. Als het basisschooladvies wordt gegeven is al wel het resultaat van de entreetoets beschikbaar. Deze toets wordt in groep 7 afgenomen en meet de basisvaardigheden van de leerlingen. Het basisschooladvies en het advies dat bij de Cito-score hoort komen niet altijd overeen. In de Kernprocedure (KP1) is vastgesteld bij welke Cito-scores leerlingen automatisch toelaatbaar zijn voor het basisschooladvies dat ze hebben gekregen (zie tabel 1.1). Als een leerling niet automatisch toelaatbaar is voor het basisschooladvies dat hij/zij heeft gekregen, kan aanvullend onderzoek verplicht zijn of overleg met basisschool. Dit hangt af van hoe erg de Cito-score afwijkt van de minimale score die hoort bij het basisschooladvies. Tabel 1.1 Gebruik Cito-bandbreedtes, Kernprocedure Amsterdam Basisschooladvies Aanvullend onderzoek verplicht Overleg met basisschool verplicht PO onderbouwt VO vraagt indien bsa met gewenst om aanvullende aanvullende onderwijskundige onderwijskundige informatie informatie Automatisch toelaatbaar vmbo-basis 514 en lager 515 t/m en en hoger vmbo-basis/kader 517 en lager 518 t/m en en hoger vmbo-kader 520 en lager 521 t/m en en hoger vmbo-gemengd 526 en lager 527 t/m en en hoger vmbo-theoretisch 526 en lager 527 t/m en en hoger vmbo-theoretisch/havo 528 en lager 529 t/m en en hoger havo 531 en lager 532 t/m en en hoger havo/vwo 535 en lager 536 t/m en en hoger vwo 539 en lager 540 t/m en hoger bron: Kernprocedure PO/VO , Gemeente Amsterdam In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de relatie tussen het basisschooladvies en de Citoscore. Hierbij wordt het cohort 2007/ 08 als basis gebruikt, maar dit cohort wordt ook vergeleken met de andere vier cohorten om te bekijken of er bepaalde ontwikkelingen te zien zijn. Daarnaast is gekeken naar de ontwikkeling van het aandeel leerlingen dat automatisch toelaatbaar is. Tot slot wordt ingegaan op het soort school waar leerlingen heen gaan. 17

18 1.1 Dubbele basisschooladviezen minder vaak gegeven Van leerlingen in het cohort 2007/ 08 is het basisschooladvies bekend. Het vaakst wordt een vwo advies gekregen, ongeveer leerlingen ontvangen dit advies. Dubbele basisschooladviezen, bijvoorbeeld havo/vwo, worden net als in de andere cohorten minder vaak gegeven dan enkele basisschooladviezen (zie figuur 1.2). Vooral het dubbeladvies vmbo-b/k wordt relatief weinig gegeven aan leerlingen, 355 leerlingen krijgen dit advies. Het aandeel leerlingen dat het advies vwo krijgt neemt in de loop van de jaren toe (van 17 tot 21), terwijl het aandeel leerlingen dat vmbo-b krijgt als advies afneemt (van 14 tot 9). Figuur 1.2 Basisschooladviezen, cohort 2007/ 08 (absoluut) pro vmbo-b vmbo-b/k vmbo-k vmbo-g/t vmbot/havo havo havo/vwo vwo Van de leerlingen in cohort 2007/ 08 is van 30 geen Cito-score bekend, deels (20) omdat ze advies voor leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) krijgen en de Cito-toets dus niet hoeven te maken. Daarnaast zijn er basisscholen die niet meedoen aan de Cito-toets. In het cohort 2007/ 08 kregen 340 leerlingen advies voor praktijkonderwijs. 6 Het praktijkonderwijs is bedoeld voor leerlingen van wie verwacht wordt dat ze geen vmbodiploma kunnen halen. De groep leerlingen die advies krijgt voor dit type onderwijs bestaat vooral uit jongens (62) en uit leerlingen van niet-westerse herkomst (67). Ongeveer de helft van de leerlingen (45) is 13 jaar of ouder en heeft dus al een jaar vertraging opgelopen op de basisschool. 6 Het praktijkonderwijs is een ander soort onderwijs dan de andere niveaus, de leerlingen behalen bijvoorbeeld geen diploma. In het verdiepingsrapport wordt aandacht besteed aan de schoolloopbaan van deze leerlingen, namelijk naar welke scholen deze leerlingen gaan en wat er met hen gebeurt in de vijf jaar nadat ze het basisschooladvies hebben ontvangen. In de samenvatting van het verdiepingsrapport in dit rapport (pagina 13) is een deel van deze informatie te vinden. 18

19 AT op vmbo-b AT op vmbo-b/k AT op vmbo-k AT op vmbog/t AT op vmbot/havo AT op havo AT op havo/vwo AT op vwo Gemeente Amsterdam 1.2 Bsa wordt niet altijd bevestigd door Cito-score In figuur 1.3 is weergegeven welke basischooladviezen en Cito-scores leerlingen krijgen. Dat een leerling een basisschooladvies voor bijvoorbeeld havo krijgt wil namelijk niet zeggen dat zijn/haar Cito-score ook hoort bij dit niveau. In figuur 1.3 is te zien dat de leerlingen met basisschooladviezen vmbo-t, vmbo-t/havo en havo Cito-scores hebben die bij alle niveaus horen. Hiervan is sprake bij alle cohorten (zie bijlage 1 voor cohort 2011/ 12). Figuur 1.3 Basisschooladviezen en Cito-scores, cohort 2007/ 08 (procenten) of lager vmbo-b vmbo-b/k vmbo-k vmbo-g/t vmbo-t/havo havo havo/vwo vwo overig In figuur 1.4 is weergegeven of het basisschooladvies bevestigd wordt door de Cito-score, of dat het basisschooladvies hoger of lager is. Bij het niveau vwo komt het niveau van de Cito-score relatief vaak overeen met het basisschooladvies. Bij havo komt dit ongeveer voor 40 van de leerlingen overeen, de overig leerlingen krijgen ongeveer even vaak een hoger als een lager advies. Op de vmbo niveaus krijgen leerlingen over het algemeen een basisschooladvies dat hoger is dan het niveau dat hoort bij de Cito-score. Dit is ook te zien bij de overige cohorten, in bijlage 2 is de verdeling van basisschooladviezen en Citoscores van cohort 2011/ 12 te vinden. Opvallend zijn vooral de Cito-scores 528 en 533, leerlingen met deze Cito-scores krijgen bijna allemaal een basisschooladvies dat hoger is dan het niveau dat bij deze Cito-scores hoort. 7 Bandbreedtes Cito-scores volgens KP1. 19

20 AT op vmbo-b AT op vmbo-b/k AT op vmbo-k AT op vmbog/t AT op havo/vwo AT op vwo Gemeente Amsterdam Figuur 1.4 Cito-score naar basisschooladvies, cohort 2007/ 08 (procenten) bsa bevestigd door Cito 542 AT op vmbot/havo AT op havo bsa hoger dan Cito bsa lager dan Cito Aangezien het basisschooladvies het uitgangspunt is bij het uiteindelijke advies dat leerlingen krijgen, kijken we ook naar de verdeling van het basisschooladvies naar Citoscore (zie figuur 1.5). Hierbij is te zien dat van de leerlingen met het basisschooladvies vwo ongeveer 80 automatisch toelaatbaar is. Van de leerlingen met het advies vmbo-t is slechts een klein deel automatisch toelaatbaar, ongeveer een derde van de leerlingen. Dit zijn de leerlingen waarvan het basisschool hetzelfde is als de Cito-score dat hoort bij dit niveau of het basisschooladvies lager is dan de Cito-score. 9 In figuur 1.4 was te zien dat veel leerlingen met Cito-scores die horen bij vmbo-b/k een hoger advies krijgen. Deze leerlingen zijn dus bij vmbo-t niet automatisch toelaatbaar (want de Cito-score is lager dan het advies dat hoort bij dit niveau. 8 Bandbreedtes Cito-scores volgens KP1. 9 Let wel, de leerlingen zonder Cito-score zijn hierin niet meegenomen, deze leerlingen zijn niet automatisch toelaatbaar. 20

21 Figuur 1.5 Basisschooladvies naar Cito-score, cohort 2007/ 08 (procenten) vwo (n=1.256) havo/vwo (n=813) havo (n=1.068) vmbo-t/havo (n=659) vmbo-g/t (n=937) bsa bevestigd door Cito bsa hoger dan Cito bsa lager dan Cito vmbo-k (n=464) vmbo-b/k (n=136) vmbo-b (n=145) Aandeel automatisch toelaatbaar daalt bij vmbo-b en vmbo-k In de vorige figuur zagen we dat in cohort 2007/ 08 het aandeel leerlingen dat automatisch toelaatbaar is verschilt per basisschooladvies. Maar verandert het aandeel automatisch toelaatbare leerlingen door de jaren heen? Tussen cohort 2007/ 08 en 2011/ 12 neemt het aandeel leerlingen dat automatisch toelaatbaar is op de laagste niveaus af (zie figuur 1.6). Bij vmbo-b daalt dit van 58 in 2007/ 08 tot 35 in 2011/ 12. Bij vmbo-b/k zien we een daling van 61 tot 49 en bij vmbo-k daalt dit van 34 tot 27. Dus waar we in 2007/ 08 al een laag aandeel automatisch toelaatbare leerlingen zagen, is dit de jaren erna nog verder afgenomen. Bij vmbo-t, havo en vwo blijft het aandeel automatisch toelaatbaar nagenoeg gelijk. Figuur 1.6 Leerlingen die automatisch toelaatbaar zijn naar cohort, met gemiddelde Cito-score, 2007/ / 12 (procenten) AT 0 cohort 2007/'08 cohort 2008/'09 cohort 2009/'10 cohort 2010/'11 cohort 2011/'12 vmbo-b (Cito:521) vmbo-b/k (Cito:524) vmbo-k (Cito:526) vmbo-g/t (Cito:531) vmbo-t/havo (Cito:535) havo (Cito:539) havo/vwo (Cito:542) vwo (Cito:547) 21

22 1.4 Herkomst en leeftijd spelen rol bij bsa Bekeken is of verschillende groepen leerlingen een andere schoolloopbaan hebben. Hierbij moeten we eerst kijken of de startpositie van de leerlingen anders is. Krijgen meisjes bijvoorbeeld een ander basisschooladvies dan jongens en niet-westerse leerlingen een ander advies dan autochtone leerlingen? Het geslacht van de leerlingen speelt bij de startpositie geen rol, het basisschooladvies dat jongens krijgen is niet anders dan het basisschooladvies dat meisjes krijgen (zie figuur 1.7). Figuur 1.7 Basisschooladvies naar geslacht (procenten) meisje (n=3.758) jongen (n=3.989) pro vmbo-b vmbo-b/k vmbo-k vmbo-g/t vmbo-t/havo havo havo/vwo vwo overig Iets dat wel een rol speelt bij de startpositie is herkomst. Autochtone leerlingen krijgen vaker een advies voor havo of vwo en leerlingen van niet-westerse herkomst krijgen vaker een advies voor praktijkonderwijs of een vmbo niveau (zie figuur 1.8). Turkse en Marokkaanse leerlingen krijgen het minst vaak havo/vwo of vwo als advies. Figuur 1.8 Basisschooladvies naar herkomst (procenten) autochtonen (n=2.116) westerse allochtonen (n=499) ov. niet-westerse allochtonen (n=819) Marokkanen (n=1.102) Turken (n=621) Antillianen (n=135) Surinamers (n=852) pro vmbo-b vmbo-b/k vmbo-k vmbo-g/t vmbo-t/havo havo havo/vwo vwo overig Naast verschillen tussen leerlingen naar herkomst is ook een verschil te zien naar leeftijd. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen leerlingen van twaalf jaar of jonger en leerlingen van dertien jaar of ouder. De laatste groep heeft op de basisschool al een achterstand opgelopen en start op de middelbare school ook gemiddeld met een lager 22

23 basisschooladvies dan leerlingen van twaalf jaar of ouder. Ze krijgen vaker dan de andere leerlingen een advies voor praktijkonderwijs of vmbo en minder vaak een advies voor havo of vwo (zie figuur 1.9). Let wel, van de leerlingen van niet-westerse herkomst is een groter deel dertien jaar of ouder dan van de autochtone leerlingen (29 tegenover 17). Figuur 1.9 Basisschooladvies naar leeftijd (procenten) 13 of ouder (n=1.500) 12 of jonger (n=4.644) pro vmbo-b vmbo-b/k vmbo-k vmbo-g/t vmbo-t/havo havo havo/vwo vwo overig Op basis van de sociaaleconomische status van leerlingen is een indeling gemaakt van basisscholen in schoolgroepen, waarbij schoolgroep één bestaat uit basisscholen met leerlingen met een hoge sociaaleconomische status en schoolgroep vijf uit basisscholen met leerlingen met een lage sociaaleconomische status. 10 Leerlingen uit lagere schoolgroepen krijgen gemiddeld vaker een hoger basisschooladvies dan leerlingen uit lagere schoolgroepen (zie figuur 1.10). Leerlingen van de lagere basisschoolgroepen (hogere sociaaleconomische status) komen minder vaak op een vmbo niveau terecht dan leerlingen van hogere basisschoolgroepen en juist vaker op havo of vwo. Figuur 1.10 Basisschooladvies naar schoolgroepen basisscholen (procenten) schoolgroep 5 (n=1.481) schoolgroep 4 (n=1.497) schoolgroep 3 (n=965) schoolgroep 2 (n=974) schoolgroep 1 (n=1.039) pro vmbo-b vmbo-b/k vmbo-k vmbo-g/t vmbo-t/havo havo havo/vwo vwo overig 10 Schoolgroepen op basis van schooljaar 2011/

24 vmbo-b vmbo-b/k vmbo-k Gemeente Amsterdam 1.5 Autochtonen minder kans op opstroom of afstroom De schoolloopbaan van leerlingen tijdens het voortgezet onderwijs wordt voor een deel bepaald door het type middelbare school waar de leerlingen heen gaan na de basisschool. 11 Zo is het op een categoraal vwo/gymnasium bijvoorbeeld niet mogelijk om af te stromen en op een smalle vmbo school (zonder vmbo-g/t) niet mogelijk om op te stromen. Leerlingen die afstromen of opstromen moeten in dat geval van school wisselen, wat ervoor kan zorgen dat hier minder snel voor wordt gekozen en leerlingen vaker doubleren om op deze manier op school te kunnen blijven. Maar starten groepen leerlingen aan verschillende soorten scholen? In onderstaande figuur is te zien dat bij de adviezen vmbo-b, vmbo-b/k en vmbo-k autochtone leerlingen vaker naar een smalle vmbo school gaan en leerlingen van niet-westerse herkomst vaker naar een brede vmbo school. Uit eerder onderzoek van O+S bleek al dat autochtone vmbo-b/k leerlingen naar een zo wit mogelijke school gaan, bijvoorbeeld groenscholen of specifieke vakscholen. 12 Leerlingen met deze basisschooladviezen hebben op een brede vmbo school de mogelijkheid op te stromen naar niveau vmbo-t, leerlingen op een smalle vmbo school hebben deze mogelijkheid niet. Dit betekent dat leerlingen van niet-westerse herkomst op de niveaus vmbo-b en vmbo-k een grotere kans hebben op opstroom. Figuur 1.11 Soort startschool naar basisschooladvies en herkomst, vmbo-b en vmbo-k (procenten) niet-westerse allochtonen (n=468) autochtonen (n=144) niet-westerse allochtonen (n=194) autochtonen (n=53) niet-westerse allochtonen (n=675) autochtonen (n=137) smalle vmbo school (pro/b/k) brede vmbo school (pro/b/k/g/t) categoraal vmbo-t (soms met havo) brede scholengemeenschap (vmbo/havo/vwo) school met havo/vwo Autochtone leerlingen met basisschooladvies vwo gaan vaker dan leerlingen van nietwesterse herkomst naar een categoraal vwo/gymnasium en niet-westerse leerlingen gaan vaker naar een brede scholengemeenschap of een havo/vwo school (zie figuur 1.12). De autochtone leerlingen hebben dus minder kans op afstroom naar een lager niveau. Bij het advies vmbo-t zien we dat autochtone leerlingen vaker naar een brede scholengemeenschap gaan en leerlingen van niet-westerse herkomst vaker naar een 11 Zie bijlage 3 voor een overzicht van de soorten scholen in Amsterdam. 12 O+S, Segregatie in het onderwijs, Amsterdam november

25 vmbo-g/t vmbot/havo havo havo/vwo vwo Gemeente Amsterdam brede vmbo school. Hier hebben de niet-westerse leerlingen minder kans op opstroom de autochtone leerlingen. Figuur 1.12 Soort startschool naar basisschooladvies en herkomst, vmbo-g/t, havo en vwo (procenten) niet-westerse allochtonen (n=208) autochtonen (n=602) niet-westerse allochtonen (n=265) autochtonen (n=283) niet-westerse allochtonen (n=400) autochtonen (n=342) niet-westerse allochtonen (n=309) autochtonen (n=150) niet-westerse allochtonen (n=536) autochtonen (n=209) smalle vmbo school (pro/b/k) categoraal vmbo-t (soms met havo) school met havo/vwo brede vmbo school (pro/b/k/g/t) brede scholengemeenschap (vmbo/havo/vwo) categoraal vwo/gymnasium 1.6 Samenvatting Het basisschooladvies en het niveau dat hoort bij de Cito-score komt niet altijd overeen. 13 Bij de vmbo niveaus is het basisschooladvies vaak hoger dan het niveau dat hoort bij de Cito-score die leerlingen krijgen. Op sommige vmbo niveau is het aandeel leerlingen dat automatisch toelaatbaar is, dus dat een Cito-score heeft dat hoger is of gelijk aan het basisschooladvies, dan ook vrij klein. Tegelijkertijd neemt het aandeel automatisch toelaatbaar de laatste jaren ook nog af op de niveaus vmbo-b en vmbo-k, waar het aandeel dus al vrij klein was. Bij het basisschooladvies dat leerlingen krijgen speelt geslacht geen rol, de startpositie van jongens en meisjes is gelijk. Herkomst en leeftijd spelen wel een rol. Leerlingen van niet-westerse herkomst en leerlingen van dertien jaar of ouder krijgen vaker advies voor praktijkonderwijs of vmbo en minder vaak voor vwo. Leerlingen van niet-westerse herkomst gaan vaker naar middelbare scholen waar opstroom of afstroom mogelijk is dan autochtone leerlingen. Niet-westerse leerlingen met basisschooladvies vwo gaan bijvoorbeeld minder vaak dan autochtone leerlingen naar een categoraal vwo/gymnasium en vaker naar een brede scholengemeenschap of havo/vwo school. 13 Bandbreedtes Cito-scores volgens Kernprocedure (KP1). 25

26 26

27 2 Wat is de beste voorspeller? In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de hoofdvraag van het onderzoek: hoe verhouden de basisschooladviezen en Cito-scores zich tot de schoolloopbanen van Amsterdamse leerlingen en welke geeft een betere indicatie van waar leerlingen terecht komen? Er wordt bekeken waar leerlingen na vijf jaar middelbare school staan en hoe dit zich verhoudt tot hun basisschooladvies en Cito-score. 14 Eerst zal het basisschooladvies samen met de Cito-score behandeld worden zodat te zien is welk advies een betere voorspeller is. Vervolgens wordt dieper ingegaan op de voorspellende waarde van het basisschooladvies en tot slot op de voorspellende waarde van de Cito-score. 2.1 Bsa voorspelt op vmbo niveaus beter dan Cito-score In figuur 2.1 is te zien welk deel van de leerlingen in cohort 2007/ 08 op het voorspelde niveau terecht komt. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen het basisschooladvies en de Cito-score waarbij leerlingen automatisch toelaatbaar zijn. Zoals we eerder zagen krijgen leerlingen met een Cito-score die hoort bij niveau vmbo-k vaak een advies voor niveau vmbo-t. Deze leerlingen moeten volgens hun Cito-score naar vmbo-k en volgens bsa naar vmbo-t. Bij de dubbeladviezen horen twee niveaus bij een goede voorspelling en is er dus ook een grotere kans dat er goed voorspeld wordt. Op de niveaus havo/vwo en vwo is ongeveer 80 van zowel het basischooladvies als de Cito-score een goede voorspelling geweest, de leerlingen zijn na vijf jaar terecht gekomen op het niveau dat geadviseerd werd aan het einde van de basisschool of op het niveau dat hoort bij de Cito-score. De schoolloopbanen van leerlingen met vmbo Cito-scores wijken echter veel vaker af. 15 De voorspelling is het minst goed bij het niveau vmbo-k; van de leerlingen met een Cito-score 14 Hierbij wordt enkel gekeken naar leerlingen die op middelbare scholen in Amsterdam onderwijs volgen. 15 Leerlingen die een diploma behalen op mbo 2 niveau (zonder eerst een vmbo diploma te halen) worden bij de basisschooladviezen vmbo-b en vmbo-b/k ook geteld als leerlingen die op het geadviseerde niveau terecht komen. Dit diploma kan ook worden gehaald via een VM2-traject waarbij leerlingen in één leerroute een mbo 2 diploma halen, zonder de overstap van vmbo naar mbo te hoeven maken. 27

28 dat hoort bij dit niveau haalt nog geen 20 een diploma op dit niveau, terwijl van het basisschooladvies 42 op dit niveau terecht komt. De leerlingen met een Cito-score voor vmbo-k hebben echter grotendeels advies gekregen voor vmbo-t. Van de leerlingen met basisschooladvies vmbo-t haalt ruim de helft (55) een diploma op dit niveau. Figuur 2.1 Aandeel leerlingen dat op voorspeld niveau terecht komt, naar bsa en cito, cohort 2007/ 08 (procenten) vmbo-b vmbo-b/k vmbo-k vmbo-g/t vmbo-t/havo havo havo/vwo vwo bsa goede voorspeller Cito goede voorspeller 28

29 2.2 Klein deel vmbo-b en vmbo-k op geadviseerde niveau Na vijf jaar op de middelbare school te hebben gezeten blijkt 62 op het geadviseerde niveau les te krijgen (de vwo leerlingen), of op het voorspelde niveau een diploma behaald te hebben (de vmbo leerlingen en een deel van de havo leerlingen), 17 zit op een lager niveau (of heeft een diploma op een lager niveau), en 13 zit op een hoger niveau (of heeft een hoger diploma gehaald). In de onderstaande figuur is te zien dat de schoolloopbanen van leerlingen met verschillende basisschooladviezen anders zijn: ongeveer de helft van de leerlingen met een vmbo-b, vmbo-k en havo advies zit op een hoger of lager niveau na vijf jaar (al dan niet inclusief diploma op dat hogere of lagere niveau). Van de leerlingen met een dubbeladvies zit ruim 70 op een van de twee voorspelde niveaus Figuur 2.2 Resultaat (diploma of huidig niveau) na vijf jaar middelbare school, naar basisschooladvies, cohort 2007/ 08 (procenten) vwo havo/vwo havo vmbo-t/havo vmbo-g/t op niveau op hoogste niveau op laagste niveau op hoger niveau op lager niveau geen info vmbo-k vmbo-b/k vmbo-b

30 AT op vmbog/t AT op vmbot/havo AT op havo AT op Gemeente Amsterdam In figuur 2.3 is te zien dat ook de schoolloopbanen van leerlingen met verschillende Citoscores anders is. Bij de Cito-scores die horen bij het advies vwo is te zien dat leerlingen met een hogere Cito-score vaker op het voorspelde niveau terecht komen en dat van de laagste Cito-score bij dit advies (545) een groot deel op een lager niveau belandt (40). Waar we bij het basisschooladvies van de vmbo niveaus zien dat de leerlingen die niet op het geadviseerde niveau terecht komen zowel op een hoger als op een lager niveau komen, zien we bij de Cito-scores dat de leerlingen vooral hoger uitkomen (figuur 2.3). Bij vmbo-b is dit ongeveer 60 en bij de verschillende Cito-scores die horen bij vmbo-k is dit 60 tot 70, dus 60 tot 70 haalt minimaal een diploma op niveau vmbo-t. Figuur 2.3 Resultaat (diploma of huidig niveau) na vijf jaar middelbare school naar Cito-score, cohort 2007/ 08 (procenten) AT op vmbob AT op vmbo-b/k AT op vmbo-k havo/vwo AT op vwo op niveau op hoogste niveau op laagste niveau op hoger niveau op lager niveau geen info 30

31 vmbo-g/t Gemeente Amsterdam 2.3 AT en geen lwoo minder afstroom De aanname in het Amsterdamse onderwijssysteem (KP1) is dat leerlingen die automatisch toelaatbaar zijn het beter doen dan leerlingen die niet automatisch toelaatbaar zijn. Zijn er verschillen te zien tussen de leerlingen op dit aspect? In het al dan niet automatisch toelaatbaar zijn zit de combinatie van het basisschooladvies en de Citoscore. Leerlingen die automatisch toelaatbaar zijn hebben een Cito-score die gelijk is aan of hoger is dan het basisschooladvies. Zoals verwacht is in de onderstaande figuur te zien dat de leerlingen die automatisch toelaatbaar zijn vaker op het voorspelde niveau terecht komen. Als de automatisch toelaatbare leerlingen na vijf jaar op een ander niveau zitten dan is dat vaker een niveau hoger, terwijl niet automatisch toelaatbare leerlingen vaker op een lager niveau terecht komen. Figuur 2.4 Resultaat (diploma of huidig niveau) na vijf jaar middelbare school, naar bsa en het al dan niet automatisch toelaatbaar zijn, cohort 2007/ 08 (procenten) vmbot/havo havo havo/vwo vwo AT (n=770, Cito=548) niet AT (n=231, Cito=542) AT (n=434, Cito=544) niet AT (n=215, Cito=538) AT (n=534, Cito=541) niet AT (n=313, Cito=534) AT (n=220, Cito=539) niet AT (n=307, Cito=532) op niveau op hoogste niveau op laagste niveau op hoger niveau op lager niveau geen info AT (n=212, Cito=537) niet AT (n=605, Cito=528)

32 vmbo-b vmbo-b/k vmbo-k vmbo-g/t Gemeente Amsterdam Lwoo is bedoeld voor vmbo leerlingen die wel de capaciteiten hebben om op een bepaald niveau een diploma te halen, maar hierbij extra hulp nodig hebben. Interessant is ook hier of de schoolloopbaan van leerlingen met lwoo anders is dan van leerlingen zonder lwoo. De verwachting is dat leerlingen zonder lwoo het beter doen dan leerlingen met lwoo. Bij de lagere vmbo niveaus wordt vaker leerwegondersteunend onderwijs geadviseerd dan bij de hogere vmbo niveaus. In de onderstaande figuur is te zien dat op de lagere vmbo niveaus (vmbo-b en vmbo-b/k) leerlingen met advies voor lwoo vaker op het voorspelde niveau terecht komen. Bij alle vmbo niveau is te zien dat van de leerlingen die niet op het geadviseerde niveau terecht komen, leerlingen zonder advies voor lwoo vaker op een hoger niveau belanden en leerlingen met lwoo vaker op een lager niveau. Figuur 2.5 Resultaat (diploma of huidig niveau) na vijf jaar middelbare school, naar bsa en advies voor lwoo, cohort 2007/ 08 (procenten) geen lwoo (n=758) lwoo (n=59) geen lwoo (n=389) lwoo (n=258) geen lwoo (n=107) op niveau op hoogste niveau op laagste niveau op hoger niveau op lager niveau geen info lwoo (n=151) geen lwoo (n=125) lwoo (n=693)

33 2.4 Doubleren vooral op havo Tot nu toe is gekeken of de leerlingen terecht komen op het geadviseerde niveau of hoger of lager, waarbij nog niet is ingegaan op doubleren. Dat leerlingen op het geadviseerde niveau terecht komen wil namelijk niet zeggen dat ze dit binnen de tijd doen die ervoor staat. Net als landelijk is zittenblijven ook in Amsterdam geen zeldzaam verschijnsel. 16 Leerlingen met basisschooladvies vmbo-t/havo of havo doen vaker een jaar over dan leerlingen met een ander basisschooladvies, na vijf jaar is 39 van de leerlingen met bsa vmbo-t/havo een keer blijven zitten en 37 van de leerlingen met bsa havo (zie figuur 2.6). Leerlingen met een lager vmbo advies blijven relatief weinig zitten, net als leerlingen met basisschooladvies vwo. 17 Figuur 2.6 Doubleren of gezakt voor examen, naar basisschooladvies (procenten) vmbo-b (n=819) vmbo-b/k (n=258) vmbo-k (n=647) vmbo-g/t (n=818) vmbot/havo (n=527) havo (n=848) havo/vwo (n=649) vwo (n=1.001) Bij landelijk onderzoek naar doubleren wordt niet gekeken naar het basisschooladvies van de leerlingen maar naar het niveau waarop de leerlingen daadwerkelijk onderwijs volgen. Vergeleken met de landelijke cijfers wordt in Amsterdam door leerlingen vaker gedoubleerd (zie tabel 2.7). Het verschil is vooral groot in het derde leerjaar van vmbo-g/t (14 tegenover 7), havo (18 tegenover 9) en vwo (6 tegenover 3). 16 Inspectie van het Onderwijs. Onderwijsverslag 2010/2011 (pp ) 17 Die wordt bekeken in het vijfde jaar. Bij de vmbo niveaus zijn daarom bij de zittenblijvers ook de leerlingen meegenomen die gezakt zijn voor het examen. 33

Schoolloopbanen. Deel twee: Een verdieping naar basisschooladvies. In opdracht van: DMO. Projectnummer: Lotje Cohen MSc

Schoolloopbanen. Deel twee: Een verdieping naar basisschooladvies. In opdracht van: DMO. Projectnummer: Lotje Cohen MSc Deel twee: Een verdieping naar basisschooladvies In opdracht van: DMO Projectnummer: 12262 Merel van der Wouden MSc dr. Esther Jakobs Lotje Cohen MSc Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020

Nadere informatie

Schoolloopbanen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs

Schoolloopbanen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs Schoolloopbanen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs Amsterdamse leerlingen gestart in het VO in 2007/ 08, gevolgd tot in 2013/ 14 Foto: Amsterdams lyceum, fotograaf Edwin van Eis (2009) In opdracht

Nadere informatie

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs 1 Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs Factsheet oktober 2014 In 2013 heeft O+S in opdracht van de Amsterdamse Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) voor het eerst onderzoek gedaan naar de

Nadere informatie

Schoolloopbanen. Deel drie: Resultaten per school. In opdracht van: DMO. Projectnummer: Lotje Cohen MSc

Schoolloopbanen. Deel drie: Resultaten per school. In opdracht van: DMO. Projectnummer: Lotje Cohen MSc Schoolloopbanen Deel drie: Resultaten per school In opdracht van: DMO Projectnummer: 12262 Merel van der Wouden MSc dr. Esther Jakobs Lotje Cohen MSc Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020

Nadere informatie

Schoolloopbanen middelbare scholieren Amsterdam. Lotje Cohen Merel van der Wouden Esther Jakobs

Schoolloopbanen middelbare scholieren Amsterdam. Lotje Cohen Merel van der Wouden Esther Jakobs Schoolloopbanen middelbare scholieren Amsterdam Lotje Cohen Merel van der Wouden Esther Jakobs 4 juni 2015 4 juni 2015 Schoolloopbanen 2 Vandaag Onderzoekscohort toelichten De schoolloopbanen Inzoomen

Nadere informatie

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs Factsheet november 2017

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs Factsheet november 2017 Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs Factsheet november 2017 Twee derde van de middelbare scholieren in Amsterdam heeft een succesvolle schoolloopbaan. Dat wil zeggen dat zij een diploma halen

Nadere informatie

Stapelaars in het voortgezet onderwijs

Stapelaars in het voortgezet onderwijs [Geef tekst op] Stapelaars in het voortgezet onderwijs Een analyse van de basisschooladviezen en schooltypen van de stapelaars. Onderzoek, Informatie en Statistiek Onderzoek, Informatie en Statistiek Stapelaars

Nadere informatie

Studievoortgang in het voortgezet onderwijs

Studievoortgang in het voortgezet onderwijs Studievoortgang in het voortgezet onderwijs Lieke Stroucken 1. Leerlingen naar herkomstgroepering en aantal kinderen in het huishouden, brugklascohort 2004/ 05 Leerlingen uit éénoudergezinnen en niet-westers

Nadere informatie

Fact sheet. dat de segregatie in het voortgezet onderwijs

Fact sheet. dat de segregatie in het voortgezet onderwijs Fact sheet nummer 4 juni 2010 Segregatie in het voortgezet onderwijs In Amsterdam worden de zwarte middelbare scholen steeds zwarter en de witte steeds witter. Hoe komt dat? Niet alleen doordat allochtone

Nadere informatie

Onder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond

Onder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond Onder- en overadvisering in beeld 6/7-8/9 Gemeente Helmond November 9 Mevrouw drs. Marian Calis OCGH Advies Samenvatting Een goede aansluiting tussen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs is in

Nadere informatie

Stromen door het onderwijs

Stromen door het onderwijs Stromen door het onderwijs Vanuit het derde leerjaar van het vo 2003/2004 Erik Fleur DUO/IP Juni 2013 1. Inleiding In schooljaar 2003/2004 zaten bijna 200 duizend leerlingen in het derde leerjaar van het

Nadere informatie

Gelijke kansen in het onderwijs

Gelijke kansen in het onderwijs Gelijke kansen in het onderwijs Toegankelijke tekstversie, september 2019 Pagina 1 Inleiding Dit is het dashboard gelijke kansen in het onderwijs. Dit dashboard monitort voor verschillende groepen leerlingen

Nadere informatie

Gelijke kansen in het onderwijs

Gelijke kansen in het onderwijs Gelijke kansen in het onderwijs Toegankelijke tekstversie Pagina 1 Inleiding Dit is het dashboard gelijke kansen in het onderwijs. Dit dashboard monitor beschrijft voor verschillende groepen leerlingen

Nadere informatie

Minimaregelingen en schoolloopbanen Onderzoek, Informatie en Statistiek

Minimaregelingen en schoolloopbanen Onderzoek, Informatie en Statistiek [Geef tekst op] - Minimaregelingen en schoolloopbanen Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: RMA Projectnummer: 17125 Joeke Kuyvenhoven Merel van der Wouden Willem Bosveld Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

Segregatie in het onderwijs

Segregatie in het onderwijs Segregatie in het onderwijs Wat maakt middelbare scholen aantrekkelijk voor verschillende groepen leerlingen? Lotje Cohen 25 november 2010 25 november 2010 Segregatie in het onderwijs 2 In dit onderzoek

Nadere informatie

Basisschooladviezen en etniciteit Onderzoeksverslag, 29 januari 2007

Basisschooladviezen en etniciteit Onderzoeksverslag, 29 januari 2007 Afdeling Onderwijs Team Monitoring & Bedrijfsvoering Basisschooladviezen en etniciteit Onderzoeksverslag, 29 januari 2007 Verwijderd: Bassischooladv iezen Vraagstelling Dit onderzoek is uitgevoerd om antwoord

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens,

Voortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens, , Toelichting bij geleverde maatwerktabellen 2006/2007 en 2007/2008* Levering: 17 februari 2010 De maatwerktabel over voortijdig schoolverlaters 2006/2007 bevat gegevens over het voortgezet onderwijs (vo)

Nadere informatie

NBS Boeimeer Jan Nieuwenhuijzenstraat 2 4818 RJ Breda 076-5146101 www.nbsboeimeer.nl

NBS Boeimeer Jan Nieuwenhuijzenstraat 2 4818 RJ Breda 076-5146101 www.nbsboeimeer.nl NBS Boeimeer Jan Nieuwenhuijzenstraat 2 4818 RJ Breda 076-5146101 www.nbsboeimeer.nl Opbrengsten Bijlage Schoolgids 2012-2013 Onze opbrengsten Schooljaar 2012-2013 Inleiding Of we goed onderwijs bieden

Nadere informatie

Plannen voor nieuwe middelbare scholen

Plannen voor nieuwe middelbare scholen Plannen voor nieuwe middelbare scholen Wat vinden Amsterdamse ouders ervan? Projectnummer: 11258 In opdracht van: DMO Lotje Cohen MSc drs. Idske de Jong dr. Esther Jakobs Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus

Nadere informatie

Artikelen. Citotoets en de overgang van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs

Artikelen. Citotoets en de overgang van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs Artikelen Citotoets en de overgang van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs Lieke Stroucken (CBS), Dick Takkenberg (CBS), Anton Béguin (Cito) Aan het eind van de basisschool maken leerlingen samen

Nadere informatie

Van Citotoets naar brugklas en door naar diploma

Van Citotoets naar brugklas en door naar diploma Van Citotoets naar brugklas en door naar diploma Annelie Hakkenes (CBS) en Anja de Wijs (Cito) Aan het eind van de basisschool maken leerlingen samen met hun ouders en leerkracht een keuze voor het soort

Nadere informatie

Onderwijsmonitor Maassluis - Vlaardingen - Schiedam Cito-eindtoetsresultaten, VO-adviezen, overgang PO-VO

Onderwijsmonitor Maassluis - Vlaardingen - Schiedam Cito-eindtoetsresultaten, VO-adviezen, overgang PO-VO Onderwijsmonitor Maassluis - Vlaardingen - Schiedam Cito-eindtoetsresultaten, VO-adviezen, overgang PO-VO juli 2014 Kenniscentrum Schiedam-Vlaardingen Inhoud 1.1 Kenmerken van de doelpopulatie... 2 2.1

Nadere informatie

Naar welke opleiding kan mijn kind?

Naar welke opleiding kan mijn kind? Na de basisschool Naar welke opleiding kan mijn kind? Het basisschooladvies Het 2e toetsgegeven De nieuwe school Het onderwijssysteem Wat verwachten we van de ouders bij deze schoolkeuze? Belangrijke data

Nadere informatie

Nieuwe afspraken over de overstap. 1. Basisschooladvies is leidend.! LVS-gegevens groep 6, 7 en 8 Werkhouding en gedrag Aanvullende gegevens

Nieuwe afspraken over de overstap. 1. Basisschooladvies is leidend.! LVS-gegevens groep 6, 7 en 8 Werkhouding en gedrag Aanvullende gegevens Na de basisschool Nieuwe afspraken over de overstap Naar welke opleiding kan mijn kind? Het basisschooladvies Het 2e toetsgegeven Welke opleidingen zijn er? Wat verwachten we van de ouders bij deze schoolkeuze?

Nadere informatie

Onderzoek eindadviezen werkers WP BO die doorstromen naar WP VO

Onderzoek eindadviezen werkers WP BO die doorstromen naar WP VO Onderzoek eindadviezen werkers WP BO die doorstromen naar WP VO Voor het eerst hebben wij uitgebreid onderzoek verricht naar de kwaliteit van de basisschooladviezen van De Werkplaats aan het einde van

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

Participatie in onderwijs

Participatie in onderwijs 4 Participatie in onderwijs Onderwijs is een van de drie primaire participatie vormen, naast arbeid en welvaart. De ontwikkelingen in onderwijsdeelname en -prestaties van de Amsterdamse jeugd en jongeren

Nadere informatie

In Amsterdam volgen ongeveer 250.000 jongeren een opleiding, van voorschool tot een universitaire master. Deze jongeren wonen niet allemaal in

In Amsterdam volgen ongeveer 250.000 jongeren een opleiding, van voorschool tot een universitaire master. Deze jongeren wonen niet allemaal in 4 Participatie in onderwijs In Amsterdam volgen ongeveer 250.000 jongeren een opleiding, van voorschool tot een universitaire master. Deze jongeren wonen niet allemaal in Amsterdam, ongeveer de helft van

Nadere informatie

Kansengelijkheid in het onderwijs in Den Haag

Kansengelijkheid in het onderwijs in Den Haag Notitie Kansengelijkheid in het onderwijs in Den Haag datum 7 juni 2017 aan van auteur Suzanne Beek, Gemeente Den Haag SEO Economisch Onderzoek Paul Bisschop rapportnummer 2017-33 Achtergrond Naar aanleiding

Nadere informatie

Samenvatting Leidse Monitor 2010-2011

Samenvatting Leidse Monitor 2010-2011 Samenvatting Leidse Monitor 2010-2011 De Leidse Monitor verzamelt informatie over de ontwikkeling van Leidse kinderen vanaf het moment dat zij en/of hun ouders deelnemen aan een voor- en vroegschools programma

Nadere informatie

VERSCHILLENDE STADSDELEN, VERSCHILLENDE SCHOOLLOOPBANEN?

VERSCHILLENDE STADSDELEN, VERSCHILLENDE SCHOOLLOOPBANEN? VERSCHILLENDE STADSDELEN, VERSCHILLENDE SCHOOLLOOPBANEN? Krachtvoerlezing 17 mei 2016 Ruben Fukkink, Sandra van Otterloo (HvA) Lotje Cohen, Merel van der Wouden (OIS) & Bonne Zijlstra (UvA) 1 OPZET KRACHTVOERLEZING

Nadere informatie

Notitie Schoolresultaten Theo Thijssenschool

Notitie Schoolresultaten Theo Thijssenschool Notitie Schoolresultaten Theo Thijssenschool Maart 2016 Door: MR-leden Femke Mastenbroek (IB-er), Simone Crok (ouder) en Mark Aardenburg (ouder) Aanleiding In de MR-vergadering van 12 januari 2016 is besloten

Nadere informatie

FACTSHEET. Toptalenten VO in het vervolgonderwijs

FACTSHEET. Toptalenten VO in het vervolgonderwijs FACTSHEET Toptalenten VO in het vervolgonderwijs De onderwijsprestaties van Nederlandse leerlingen zijn gemiddeld genomen hoog, maar er blijft ruimte voor verbetering. Deze factsheet geeft inzicht in de

Nadere informatie

Paper Symposium, Het belang van het onderwijsnummer voor beleidsinformatie ORD 2012

Paper Symposium, Het belang van het onderwijsnummer voor beleidsinformatie ORD 2012 1 Paper Symposium, Het belang van het onderwijsnummer voor beleidsinformatie ORD 2012 'Curiouser and curiouser!' Relatie eindcijfers op het vmbo en het succes op het MBO DUO/INP 1 juni 2012 Erik Fleur

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

Voortgezet Onderwijs in beeld

Voortgezet Onderwijs in beeld Voortgezet Onderwijs in beeld de leerlingen en hun resultaten in het Amsterdamse VO schooljaar 2005/06 februari 2007 1 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Samenvatting 5 1 Uitgangssituatie: de leerlingenpopulatie

Nadere informatie

CTC Procedure voor aanmelding en toelating voor het schooljaar 2014-2015

CTC Procedure voor aanmelding en toelating voor het schooljaar 2014-2015 CTC Procedure voor aanmelding en toelating voor het schooljaar 2014-2015 1. Er kan slechts bij één school worden ingeschreven. Aanmelding geschiedt rechtstreeks bij de scholen voor voortgezet onderwijs.

Nadere informatie

Opbrengsten van het vmbo in de G4. Resultaten van een inspectieonderzoek naar het rendement van vmbo-scholen in de vier grote steden

Opbrengsten van het vmbo in de G4. Resultaten van een inspectieonderzoek naar het rendement van vmbo-scholen in de vier grote steden Opbrengsten van het vmbo in de G4 Resultaten van een inspectieonderzoek naar het rendement van vmbo-scholen in de vier grote steden Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 2 Onderzoeksvragen en opzet 7 2.1 Onderzoeksvragen

Nadere informatie

De waarde van eindtoetsen in het primair onderwijs

De waarde van eindtoetsen in het primair onderwijs De waarde van eindtoetsen in het primair onderwijs Er zijn verschillende eindtoetsen, ze zijn slechts beperkt vergelijkbaar CET 56% Eindtoetsen 29% 13% Overige toetsen De informatie uit de eindtoets wordt

Nadere informatie

Factsheet Passend Onderwijs

Factsheet Passend Onderwijs Factsheet Passend Onderwijs November 2010 Inleiding Deze factsheet geeft feiten en cijfers over het passend onderwijs in Nederland. De factsheet is een vervolg op de Factsheet Passend onderwijs van januari

Nadere informatie

Berekening en correctie indicatoren leerresultaten

Berekening en correctie indicatoren leerresultaten Berekening en correctie indicatoren leerresultaten Normering resultaten 1. Het onderbouwrendement Het onderbouwrendement wordt berekend door van elke leerling het verschil te nemen tussen de verwachte

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt : een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt Harry Bierings en Robert de Vries Direct nadat zij school hadden verlaten, maar ook nog vier jaar daarna, hebben voortijdig naar verhouding vaak geen baan. Als

Nadere informatie

Segregatie in het Amsterdamse onderwijs. PO en VO. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Segregatie in het Amsterdamse onderwijs. PO en VO. Onderzoek, Informatie en Statistiek Segregatie in het Amsterdamse onderwijs PO en VO In opdracht van: OJZ Projectnummer: Lotje Cohen MSc Merel van der Wouden MSc drs. Manilde van der Oord dr. Esther Jakobs Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal

Nadere informatie

Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs?

Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs? Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs? Wendy Jenje-Heijdel Na het examen in het voortgezet onderwijs staan leerlingen voor de keuze voor vervolgonderwijs. De meest gangbare routes lopen van

Nadere informatie

Opbrengsten van het vmbo in de G4. Resultaten van een inspectieonderzoek naar het rendement van vmbo-scholen in de vier grote steden

Opbrengsten van het vmbo in de G4. Resultaten van een inspectieonderzoek naar het rendement van vmbo-scholen in de vier grote steden Opbrengsten van het vmbo in de G4 Resultaten van een inspectieonderzoek naar het rendement van vmbo-scholen in de vier grote steden Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 2 Onderzoeksvragen en opzet 7 2.1 Onderzoeksvragen

Nadere informatie

jeugdwerkloosheid 64% werklozen volgt opleiding 800 jongeren geregistreerd als werkloze

jeugdwerkloosheid 64% werklozen volgt opleiding 800 jongeren geregistreerd als werkloze 1 Jeugdwerkloosheid Fact sheet augustus 2014 Er zijn in ruim 15.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). Veel jongeren volgen een opleiding of hebben een baan. De laatste jaren zijn

Nadere informatie

Basismonitor Onderwijs Nationaal Programma Rotterdam Zuid

Basismonitor Onderwijs Nationaal Programma Rotterdam Zuid Basismonitor Onderwijs Nationaal Programma Rotterdam Zuid (School)loopbanen 2019 J. de Boom A.L. Roode P. van Wensveen P.A. de Graaf Risbo, Erasmus Universiteit OBI, gemeente Rotterdam Basismonitor Onderwijs

Nadere informatie

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 www. gelijke-kansen.nl 2 3 Indicator 1: heroverwegingen 35,1% 47,3% 71,4% 12,5% De gemeente laat een gemiddelde zien van 47,3% t.o.v. een landelijk gemiddelde van

Nadere informatie

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 www. gelijke-kansen.nl 2 3 Indicator 1: heroverwegingen 35,1% 24,5% 28,6% 15,6% De gemeente laat een gemiddelde zien van 24,5% t.o.v. een landelijk gemiddelde van

Nadere informatie

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 www. gelijke-kansen.nl 2 3 Indicator 1: heroverwegingen 35,1% 35,3% 42,4% 25,6% De gemeente laat een gemiddelde zien van 35,3% t.o.v. een landelijk gemiddelde van

Nadere informatie

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 www. gelijke-kansen.nl 2 3 Indicator 1: heroverwegingen 35,1% 27,8% 34,6% 15,1% De gemeente laat een gemiddelde zien van 27,8% t.o.v. een landelijk gemiddelde van

Nadere informatie

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 www. gelijke-kansen.nl 2 3 Indicator 1: heroverwegingen 35,1% 38,6% 63,6% 29,7% De gemeente laat een gemiddelde zien van 38,6% t.o.v. een landelijk gemiddelde van

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017 Gemeente Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 201 Factsheet maart 201 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald ten opzichte van 201. Van de.000 Amsterdamse

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

Outcome-monitor AAGG 2015

Outcome-monitor AAGG 2015 Outcome-monitor AAGG 2015 Bijlagenrapport GGD Amsterdam In opdracht van: Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht Projectnummer: 14198 drs Merel Groeneveld dr Manon van Eijsden Sanna de Ruiter MSc drs Sanne Franssen

Nadere informatie

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Erratum 13 december 2007 Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, is een aantal zaken niet juist vermeld. Onze

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs April 2016 Feiten en cijfers 2 Het algemene beeld Start van de studie uitval en wisselaars Tal van inspanningen bij hogescholen

Nadere informatie

Berlage of Barlaeus?

Berlage of Barlaeus? Het schoolkeuzeproces door de ogen van Amsterdamse ouders Projectnummer: 11258 In opdracht van: DMO Lotje Cohen MSc drs. Idske de Jong dr. Esther Jakobs drs. Jeroen Slot Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus

Nadere informatie

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 www. gelijke-kansen.nl 2 3 Programma Gelijke Kansen Indicator 1: heroverwegingen 35,1% 20,0% 37,9% 3,2% De gemeente laat een gemiddelde zien van 20,0% t.o.v. een landelijk

Nadere informatie

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 www. gelijke-kansen.nl 1 2 3 Programma Gelijke Kansen Indicator 1: heroverwegingen 35,1% 28,5% 38,5% 14,1% De gemeente laat een gemiddelde zien van 28,5% t.o.v. een

Nadere informatie

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 Capelle aan den www. gelijke-kansen.nl 2 3 Indicator 1: heroverwegingen 35,1% 33,2% 44,4% 16,7% De gemeente laat een gemiddelde zien van 33,2% t.o.v. een landelijk

Nadere informatie

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 www. gelijke-kansen.nl 2 3 Indicator 1: heroverwegingen 35,1% 31,9% 42,9% 21,6% De gemeente laat een gemiddelde zien van 31,9% t.o.v. een landelijk gemiddelde van

Nadere informatie

Kiezen na de basisschool

Kiezen na de basisschool Kiezen na de basisschool Kiezen na de basisschool Wat staat je dan te wachten, waar kun je uit kiezen, waar kun je terecht??? In onderstaand schema is te zien hoe de leerroutes er uit zien op de middelbare

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Assen Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2014 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2014 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 214 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS Inhoud Inleiding... 1 Deel I Speciaal onderwijs... 2 1.1 Uitstroom vanuit het speciaal onderwijs... 2 1.2

Nadere informatie

Toelatingsprocedure 2015-2016 PO en VO Velsen

Toelatingsprocedure 2015-2016 PO en VO Velsen Toelatingsprocedure 2015-2016 PO en VO Velsen Vastgesteld op 12 november 2014 Inhoud 1. Toelatingsprocedure PO - VO Velsen 1.1 Verantwoording 1.2 De leerlingen waar de afspraken voor gelden 1.3 Overeenstemming

Nadere informatie

Toelatingsprocedure 2016 2017 PO en VO Velsen

Toelatingsprocedure 2016 2017 PO en VO Velsen Toelatingsprocedure 2016 2017 PO en VO Velsen Inhoud 1. Toelatingsprocedure PO - VO Velsen 1.1 Verantwoording 1.2 De leerlingen waar de afspraken voor gelden 1.3 Overeenstemming binnen de regio 2. Van

Nadere informatie

* Indien van toepassing ** Indien van toepassing wordt een voorgenomen besluit CvB voorgelegd aan de (P)MR

* Indien van toepassing ** Indien van toepassing wordt een voorgenomen besluit CvB voorgelegd aan de (P)MR Raad van Toezicht/28 november 2018/week 48/bijlage 3a TEN GELEIDE Bestemd voor : Raad van Toezicht Afkomstig van: Bestuurder Datum vergadering: 2018 Status: informerend Onderwerp: Onderwijspositie tov

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers April 2017 Inhoud 1 Het algemene beeld 2 2 Start van de studie: uitvallers 4 3 Start van de studie: wisselaars 5 4 Afsluiting van de studie: studiesucces

Nadere informatie

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO In opdracht van: DWI Projectnummer: 13010 Anne Huizer Laure Michon Clemens Wenneker Jeroen Slot Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Fact sheet nummer 9 juli 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Er zijn in Amsterdam bijna 135.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2013). Veel jongeren volgen een opleiding of

Nadere informatie

Fact sheet. Diversiteit en integratie Figuur 1 Allochtone herkomstgroepen in Amsterdam, 2010 (procenten)

Fact sheet. Diversiteit en integratie Figuur 1 Allochtone herkomstgroepen in Amsterdam, 2010 (procenten) Fact sheet nummer 3 mei 211 Diversiteit en integratie 21 De helft van de Amsterdammers heeft een migratieachtergrond. Zij zijn of zelf in het buitenland geboren, of hebben ouders die buiten Nederland zijn

Nadere informatie

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING SPECIAAL ONDERWIJS 2016

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING SPECIAAL ONDERWIJS 2016 KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING SPECIAAL ONDERWIJS 2016 INHOUD Inleiding 3 1 Speciaal onderwijs 4 1.1 Uitstroom vanuit het speciaal onderwijs 4 1.2 IQ van de uitstroomde leerlingen vanuit het

Nadere informatie

LOKAAL JEUGDRAPPORT - Houten

LOKAAL JEUGDRAPPORT - Houten LOKAAL JEUGDRAPPORT - Houten Jongeren en gezin Ontwikkeling van het aantal jongeren (2000-2011, index: 2000=100) Bron:CBS bevolkingsstatistiek, bewerking ABF Research In Houten is het aantal jongeren in

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs Mei 2015 Feiten en cijfers 2 Inleiding Op 19 mei 2015 hebben de hogescholen hun strategische agenda #hbo2025: wendbaar & weerbaar1

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Nieuw-West

Jeugdwerkloosheid Nieuw-West 1 Jeugdwerkloosheid Factsheet september 2014 Er zijn in ruim 26.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). Veel jongeren volgen een opleiding of hebben een baan. De laatste jaren zijn

Nadere informatie

Factsheets. Voortijdig Schoolverlaten

Factsheets. Voortijdig Schoolverlaten Factsheets Voortijdig Schoolverlaten Februari 2007 Inleiding Deze factsheets behoren bij de brief kenmerk BVE/INI/2007/3891 en presenteren een weergave van de nu bekende feiten en getallen over de groep

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Midden- Kerncijfers uit de periode - Feitenblad Midden- Leerlingen op de basisscholen in de gemeente Midden- De gemeente Midden heeft basisscholen. In waren er nog

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Borger-Odoorn Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens, 2006* Toelichting bij geleverde maatwerktabel

Voortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens, 2006* Toelichting bij geleverde maatwerktabel Voortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens, 2006* Toelichting bij geleverde maatwerktabel De maatwerktabel bevat gegevens over voortijdig schoolverlaters vanuit het voortgezet onderwijs (vo) naar:

Nadere informatie

Kansengelijkheid in het onderwijs in Leiden

Kansengelijkheid in het onderwijs in Leiden Kansengelijkheid in het onderwijs in Leiden Amsterdam, februari 2018 In opdracht van gemeente Leiden Kansengelijkheid in het onderwijs in Leiden Een analyse van de aansluiting primair onderwijs - voortgezet

Nadere informatie

Onderwijskansen. 2.1 Opleidingsniveau ouders

Onderwijskansen. 2.1 Opleidingsniveau ouders de staat van het onderwijs 2 Onderwijskansen Een aantal ontwikkelingen veroorzaakt grotere verschillen tussen leerlingen in kansen voor goed onderwijs. Allereerst is het opleidingsniveau van ouders steeds

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Gemeente Midden- Kerncijfers uit de periode 2009-2014 Drentse Onderwijsmonitor 2014 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 9 de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: De verschillende soorten onderwijsniveaus na de basisschool 3

Hoofdstuk 2: De verschillende soorten onderwijsniveaus na de basisschool 3 2012-2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Advisering en schoolkeuze 1 Hoofdstuk 2: De verschillende soorten onderwijsniveaus na de basisschool 3 Hoofdstuk 3: Overzicht van alle Utrechtse scholen en hun onderwijsniveaus

Nadere informatie

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

Scholen in de Randstad sterk gekleurd Scholen in de Randstad sterk gekleurd Marijke Hartgers Autochtone en niet-westers allochtone leerlingen zijn niet gelijk over de Nederlandse schoolvestigingen verdeeld. Dat komt vooral doordat niet-westerse

Nadere informatie

Nutsbasisschool Dirk van Veen Laan van Mecklenburg GD Breda

Nutsbasisschool Dirk van Veen Laan van Mecklenburg GD Breda Nutsbasisschool Dirk van Veen Laan van Mecklenburg 30 4818 GD Breda 085-3001222 www.nbsdirkvanveen.nl info@nbsdirkvanveen.nl Onze opbrengsten Inleiding Of we goed onderwijs bieden kan op verschillende

Nadere informatie

Woon-werkstromen van Amsterdams onderwijspersoneel po, so en vo

Woon-werkstromen van Amsterdams onderwijspersoneel po, so en vo Factsheet juni 2019 Deze factsheet geeft inzicht in de woonlocaties en hemelsbrede woon-werkafstanden van het lesgevende en onderwijsondersteunende personeel werkzaam op Amsterdamse scholen in het primair,

Nadere informatie

Vergelijkingsrapport - De scholen

Vergelijkingsrapport - De scholen Vergelijkingsrapport - De scholen De scholen die je hebt gekozen: Zwolle Soort onderwijs: VMBO B / VMBO K / HAVO / VWO Denominatie: Protestants Christelijk Adres: Prinses Julianastraat 66 8019 AX Zwolle

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Westerveld Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Uitleg en verdieping CBS data infographic Participatie zonder Startkwalificatie

Uitleg en verdieping CBS data infographic Participatie zonder Startkwalificatie Uitleg en verdieping CBS data infographic Participatie zonder Startkwalificatie DOOR- EN UITSTROOM UIT PRAKTIJKONDERWIJS, VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS EN ENTREE-OPLEIDINGEN (COHORT 2013/14, 2014/15 EN

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente De Wolden Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2012 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2012 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2012 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS Utrecht, juni 2013 Inhoud 1 Kort verblijf 4 2 Deel I - Speciaal onderwijs 5 2.1 Uitstroom 5 2.2 IQ van

Nadere informatie

jeugdwerkloosheid Zuid Definities Fact sheet augustus 2014

jeugdwerkloosheid Zuid Definities Fact sheet augustus 2014 1 Jeugdwerkloosheid Fact sheet augustus 2014 In wonen 21.500 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). Veel jongeren volgen een opleiding of hebben een baan, maar de laatste jaren zijn

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Midden- Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Povo. Ouderbrochure POVO. Uitleg voor ouders over de overstap van de basisschool naar het voortgezet onderwijs 2013-2014

Povo. Ouderbrochure POVO. Uitleg voor ouders over de overstap van de basisschool naar het voortgezet onderwijs 2013-2014 Povo Ouderbrochure POVO Uitleg voor ouders over de overstap van de basisschool naar het voortgezet onderwijs 2013-2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Advisering en schoolkeuze 1 Hoofdstuk 2: De verschillende

Nadere informatie

Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek

Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek [Geef tekst op] - Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Bestuur en Organisatie, redactie gemeentelijke media Projectnummer: 18324 Renske Hoedemaker Laure Michon

Nadere informatie