Een ecologisch en populatie-genetisch afwegingskader voor herintroducties
|
|
- Melanie Maes
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Herintroductie van soorten is zo oud als de natuurbescherming in Nederland. Circa honderd jaar ervaring heeft echter geleerd dat herintroducties niet alleen complex, tijdrovend en kostbaar zijn, maar ook dat ze vaak mislukken. Desondanks blijft het een zeer eigentijds fenomeen. Daarom bogen Plant Research International en Alterra zich, op verzoek van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, over een afwegingskader voor toekomstige herintroducties, gebaseerd op ecologische en populatie-genetische overwegingen (Smulders et al., 2006). Een ecologisch en populatie-genetisch afwegingskader voor herintroducties In toenemende mate beseffen we dat ecosystemen en soortarealen dynamisch zijn. De overheid tracht hierop in te spelen door realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), drager van een belangrijke pijler onder het nationaal natuurbeleid, het gebiedenbeleid. Het soortenbeleid is aanvullend op het gebiedenbeleid, omdat dit beleidsveld zich ook richt op de natuur búiten de beschermde gebieden. Soms keren, als kroon op het werk van de natuurbescherming, soorten uit zichzelf terug, zoals recent de Kraanvogel (Grus grus) en de Zeearend (Haliaeetus albicilla). Wanneer dat onverhoopt niet het geval is en soorten hun oorspronkelijk leefgebied of delen daarvan in Nederland onomkeerbaar de rug hebben toegekeerd, komt herintroductie als maatregel in zicht. Recente voorbeelden zijn de Otter (Lutra lutra), Bever (Castor fiber), Raaf (Corvus corone), Hamster (Cricetus cricetus), Korhoen (Tetrao tetrix), diverse plantensoorten en dagvlinders. Maar niet alle herintroducties zijn even succesvol (geweest). Bovendien kunnen ze ten koste gaan van een groot aantal individuen (van der Made & Wynhoff, 1997; Siepel, 1997; Sluiter, 1997; Reeks, 2001). Beleidskader De aanwezigheid van soorten is geen statisch gegeven; ze kunnen lokaal uitsterven en opduiken als gevolg van areaalverschuivingen. Zorgelijk wordt het wanneer soorten binnen hun areaal over een lange periode in aantal afnemen of geheel verdwijnen (Natuurbalans, 2005). De overheid heeft zich in diverse nationale en internationale verdragen gecommitteerd om dit proces te keren, waaronder het Ramsar verdrag (1971 en het Verdrag inzake Biologische Diversiteit (Rio de Janeiro, 1992). Binnen G.W.T.A. Groot Bruinderink, M.J.M. Smulders & H.P.Koelewijn de Europese Unie zijn deze verdragen geconcretiseerd in de Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992). In Nederland zijn soorten en hun leefgebieden beschermd door de Flora- en Faunawet (2002) en de Natuurbeschermingswet (2005). Deze wetten zijn instrumenten die worden ingezet om het doel voor het Nederlandse natuurbeleid, voor alle in 1982 in Nederland voorkomende soorten en populaties moeten de condities voor instandhouding in 2020 duurzaam aanwezig zijn, te realiseren (Ministerie LNV, 2000). In Nederland dient voor een herintroductie ontheffing te worden verkregen van artikel 14 in de Flora- en Faunawet (FF-wet): Het is verboden dieren of eieren van dieren in de vrije natuur uit te zetten; Het is verboden planten behorende tot bij algemene maatregel van bestuur aangewezen soorten in de vrije natuur te planten of uit te zaaien. Een herintroductie kan ook vallen onder de Wet op de Dierproeven (WOD, 1977; 1996; Dierproevenbesluit, 1985; 1996) wanneer sprake is van een (geheel van) handeling(en) aan een levend gewerveld dier waarbij het risico bestaat dat aan het dier ongerief wordt berokkend met als doel de beantwoording van wetenschappelijke vragen. Tot op heden werd als criterium voor ongerief gehanteerd dat een invasieve handeling aan het dier wordt verricht, bijvoorbeeld het inbrengen van een zender. IUCN richtlijnen voor herintroducties Aan het eind van de vorige eeuw werden ten behoeve van herintroducties richtlijnen opgesteld door de Re-introduction Specialist Group van de Species Survival Commission van de IUCN (1987; 1995). Afhankelijk van het doel zijn vier typen herintroducties te onderscheiden: 1. Herintroductie: vestiging van een soort in zijn historisch areaal waar hij werd uitgeroeid of uitstierf; 2. Verplaatsing: overbrengen van individuen of populaties van het ene deel van hun areaal naar het andere; 3. Bijplaatsing: individuen toevoegen aan een bestaande populatie soortgenoten; 4. Locale herintroductie: vestiging van een soort binnen een geschikt habitat buiten zijn huidige areaal. In alle gevallen moet een herintroductie de overlevingskans van een soort in de natuur c.q. handhaving van de biodiversiteit dienen. Het ambitieniveau ligt expliciet op het vestigen van een duurzame populatie van de soort. Wanneer geen voldoende waarborg bestaat voor het bereiken van het genoemde ambitieniveau, moet niet tot herintroductie worden overgegaan. Om die reden vormen herintroducties ten behoeve van jacht-, visserij- of handelsdoeleinden geen onderdeel van de IUCN richtlijnen. In de richtlijnen wordt stilgestaan bij de noodzaak van een multidisciplinaire aanpak en bij aspecten van planning, uitvoering en follow-up van herintroductieprojecten. Daarmee wordt een zorgvuldige procedure bevorderd. Het belang daarvan voor het natuur- en milieubewustzijn is evident. Het blijft echter onzeker òf en hoe de richtlijnen in onderlinge samenhang optimaal kunnen worden uitgevoerd. Het is bijvoorbeeld niet altijd met zekerheid vast te stellen of een soort verdwenen is en of de oorzaken van zijn verdwijnen voldoende zijn weggenomen. Het vaststellen van het historisch areaal en van voldoende maatschappelijk draagvlak kan lastig zijn, even- De Levende Natuur - september
2 als de garantie voor financieren voor het begeleidend onderzoek. Dit verklaart wellicht voor een deel de clandestiene uitzettingen (Oats & Warren, 1990; Groot Bruinderink et al., 2006; van der Made & Wynhoff, 1997). De ecologische en populatie-genetische afweging Voorafgaand aan een herintroductie wordt een afweging gemaakt van onder andere de maatschappelijke, bestuurlijke en financiële aspecten. Het hierna gepresenteerde afwegingskader is een ecologisch en populatiegenetisch afwegingskader. Het is van toepassing op de vier onderscheiden vormen van herintroductie. In dit afwegingskader wordt een aantal, deels met elkaar samenhangende stappen onderscheiden (fig. 1). die hieronder aan de orde komen. Soorten en het functioneren van ecosystemen Tot op heden betrof een herintroductie meestal opvallende en aaibare planten- of diersoorten en veel minder vaak microorganismen, schimmels, mijten en springstaarten. Ook betrof het zelden soortcombinaties, waaruit blijkt dat het functioneren van ecosystemen en gebieden niet voorop stond. Dit is verklaarbaar uit het ontbreken van kennis van het ecosysteem en van de betekenis van een soort binnen dat ecosysteem. Om dezelfde reden is het lastig om in een later stadium te kunnen spreken over het succes of de mislukking van een herintroductie. Het succes van de geïntroduceerde soort hangt samen met de mate waarin tegemoet wordt gekomen aan zijn omgevingseisen. Die dienen daarom vóór introductie bekend te zijn. Complicerende factor daarbij kan zijn dat binnen een soort variatie kan bestaan in de reactie op wisselende omgevingsfactoren (adaptatievermogen of ecologische respons; Siepel, 1997). Deze variatie hangt o.a. samen met het stadium in de levenscyclus. Voorbeelden zijn de ontwikkelingssnelheid bij de Bruine kikker (Rana temporaria) en de reactie op de daglengte bij het Kooluiltje (Mamestra brassicae). Onderzoek naar herkomst of het genetisch en/of fenotypisch profiel kan helpen bij de juiste soortkeuze voor een herintroductie. Praktijkvoorbeeld Otter (Lutra lutra) Op dit moment loopt in De Weerribben en De Wieden (Noordwest Overijssel) het herintroductieproject voor de Otter (Lammertsma et al., 2006). Voordat tot herintroductie werd overgegaan is eerst een PVA analyse gedaan. Op basis van diverse scenario s kwam naar voren dat voor een levensvatbare populatie minstens 20 dieren in het totale uitzetgebied aanwezig zouden moeten zijn. Bij de analyse is alleen aandacht besteed aan demografische variatie. Voor parameter schattingen (leeftijd van volwassen worden; aantal jongen per worp enz.) zijn literatuurgegevens uit binnenen buitenland gebruikt. Omdat met een verhoogde mortaliteit als gevolg van verkeer rekening werd gehouden, is in het uiteindelijke uitzetplan gestreefd naar het uitzetten van 40 individuen. Toen de ecologische evaluatie perspectief bood (ambitieniveau) is nagegaan welke landschappelijke en bestuurlijke ingrepen noodzakelijk waren voor een duurzame populatie (socio-economisch kader). Uiteindelijk is op basis van deze afwegingen een Herintroductieplan Otter opgesteld (Niewold et al., 2003) met daaraan gekoppeld een intensief monitoringsprogramma. Nadat besloten was tot herintroductie over te gaan, is vervolgens Europa-breed een populatie-genetische analyse uitgevoerd aan bestaande otterpopulaties om na te gaan welke populaties het meest in aanmerking kwamen om als donor te fungeren. (foto: Hugh Jansman) De oorzaken van de achteruitgang In het algemeen gaat een soort achteruit als gevolg van een complex van factoren. Omdat onderzoek naar de oorzaken van verdwijnen veelal tijdrovend is, wordt soms in een vroeg stadium gestart met fokprogramma s (Muurhagedis (Lacerta muralis), Zandhagedis (L. agilis), Hamster en Korhoen). Herintroduceren zonder voldoende kennis van de oorzaken van de achteruitgang of van individuen met een afwijkende ecologische respons heeft echter een verkleining van de slagingskans tot gevolg en is daarom ongewenst. Om de vestiging van een duurzame populatie dichterbij te brengen, moet op voorhand voldoende ecologische kennis (demografie) bekend zijn om een inschatting te maken van het succes. Mobiliteit van soorten: de kans op spontane terugkeer Een ecologisch netwerk voor een soort (groep) bestaat uit een aantal geschikte habitats die landschappelijk met elkaar verbonden zijn. Ecologische netwerken kunnen van belang zijn voor het voortbestaan van soorten. Aan de realisatie van ecologische netwerken ligt een drietrapsbenadering ten grondslag: veilig stellen van bestaand habitat; versterken van deze habitat; verbinden met ander geschikte habitat. In de laatste fase van de drietrapsbenadering kan een herintroductie in de vorm van verplaatsen of bijplaatsen van individuen het bereiken van het afgesproken ambitieniveau dichterbij brengen. De ruimere mogelijkheden voor dispersie en vestiging die ontstaan, vergroten namelijk de kans op duurzame (meta)populaties. Ze vergroten ook de kans op het spontaan arriveren of terugkeren van soorten. Soms moet de laatste stap achterwege worden gelaten, bijvoorbeeld in het geval van soorten die in geïsoleerde, kleine populaties leven (van Swaay, 2006). Het effect van goed functionerende, internationale ecologische netwerken en herintroducties kan niet altijd worden ontrafeld. Spontane kolonisatie van Nederland door de Europese lynx (Lynx lynx) zou bijvoorbeeld het gecombineerde effect zijn van een goed functionerend ecologisch netwerk en de in de buurlanden lopende herintroducties (Groot Bruinderink et al., 2006). Dat een nakomeling van de in De Weerribben uitgezette Otters onlangs bij Osnabrück werd doodgereden op een plek waar andere Otters zitten, zet ons aan het denken. De komst van Duitse Otters naar Nederland is dan niet minder waarschijnlijk. In Frankrijk uitgezette Lammergieren (Gypaetus barbatus) zijn zo mobiel dat ze nu azen op de jongen van in ons land uitgezette Ooievaars (Ciconia ciconia). Met de kennis die we nu hebben kunnen dan ook vraagtekens worden geplaatst bij de moeizame herintroducties van Grauwe gans (Anser anser), Raaf (Corvus corax), Das (Meles meles) en Havik (Accipiter gentilis) in de vorige eeuw (Sluiter, 1997). 200 De Levende Natuur - jaargang nummer 5
3 1. Zijn de gevolgen van herintroductie van de soort voor de soort zelf en voor het ecosysteem bekend? Nee/no - Are the consequences of reintroduction for the species and for the ecosystem known? 2. Zijn de oorzaken van de achteruitgang of het verdwijnen van de soort bekend? Nee/no - Are the causes of decrease or disappearance of the species known? 3. Betreft het een mobiele soort waarvan spontane terugkeer mag worden verwacht? - Does the reintroduction concern a mobile species that may very well return spontaneously? Nee/no 4. Is een herintroductiegebied beschikbaar? Nee/no - Is a reintroduction area available? 5. Zijn geschikte uitzetindividuen beschikbaar? Nee/no - Are the right reintroduction individuals at hand? 6. Is een helder ambitieniveau m.b.t. het doel van Nee/no - de herintroductie afgesproken? Was a clear ambition level agreed upon as to the aim of the reintroduction project? + Fig. 1. Ecologisch en populatie-genetisch afwegingskader bij herintroducties. - : niet herintroduceren; + : herintroductie is mogelijk, met inachtneming van de IUCN richtlijnen en nationale wetgeving. Decision tree for reintroduction of species. - : no reintroduction; + : reintroduction may be carried out according to IUCN guidelines and national legislation. De praktijk bij Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer Natuurmonumenten richt zich in haar beheer niet zozeer op individuele soorten maar op de instandhouding en ontwikkeling van natuurwaarden. Natuurmonumenten werkt in principe niet met herintroducties van dieren. Het beleid is: eerst het leefgebied van een soort veilig stellen, vergroten en verbinden, en dan werken aan de effectiviteit van beheermaatregelen. Bijplaatsen of verplaatsen kan pas aan de orde zijn in het geval van soorten waarvan nog heel weinig individuen bestaan en die bovendien aansprekend zijn. Er worden geen soorten bijgeplaatst of verplaatst als er elders in Nederland nog voldoende populaties voorkomen. Lokale populaties mogen best verdwijnen, omdat Natuurmonumenten niet tegen de klippen op wil beheren voor één enkele soort. Staatsbosbeheer beschikt niet over financiële middelen specifiek bedoeld voor soortenbeheer. Niettemin heeft Staatsbosbeheer al vanaf de herintroductie van de Bever (1988) met herintroducties te maken gehad. Staatsbosbeheer heeft mede daarom haar visie op herintroductie op papier gezet (Rijks, 2004). Staatsbosbeheer vindt dat verplaatsen en bijplaatsen in het geval van weinig mobiele soorten van nut kan zijn als noodmaatregel om op korte termijn verlies aan genetische diversiteit tegen te gaan, bij voorkeur als onderdeel van een uitgebreid pakket van maatregelen voor de bescherming van soorten. Voor grote grazers ziet Staatsbosbeheer een mogelijke rol voor het beheer van ecosystemen. Ingeval van introductie van grote herbivore zoogdieren gaat veeleer de aandacht uit naar het aspect verkeersveiligheid, landbouwschade en veiligheid voor het publiek, dan naar mogelijke effecten van een te kleine populatie. Voor de herintroductie van planten is door een aantal deskundigen een aantal voorwaarden opgesteld (Dorland et al., 2000). In de praktijk is Natuurmonumenten zeer terughoudend met herintroductie van de flora, behalve bij akkerplanten. Staatsbosbeheer zaait akkerplanten ook elk jaar in, maar past ook daarbuiten herintroductie van planten op vrij uitgebreide schaal toe bij natuurontwikkelingsprojecten. Men wil namelijk voorkomen dat, na het verwijderen van de toplaag, snelle kolonisten (algemene soorten) de niches innemen van doelsoorten die er, zo ze het gebied al bereiken onder de huidige condities van habitatversnippering, veel langer over zullen doen om zich te vestigen. De Levende Natuur - september
4 Bij soorten met een groot dispersievermogen ligt het voor de hand om de beperkte middelen in te zetten voor de realisatie van goed functionerende ecologische netwerken in plaats van voor herintroducties. Of andersom: discussies over herintroductie zouden in de toekomst moeten worden beperkt tot soorten met een geringe kans op autonome vestiging. Het ambitieniveau De vraag wanneer een herintroductieproject wordt gestopt, succesvol was of is mislukt, heeft te maken met het vooraf, door een interdisciplinair team van deskundigen vastgelegde ambitieniveau van het project. De ambitie kan zijn om bij te dragen aan de instandhouding van de betreffende soort in zijn natuurlijke verspreidingsgebied. Het kan echter ook zijn dat het gaat om een sleutelsoort die nodig is om een bepaald ecosysteem te herstellen (denk aan de Bever), om het terugbrengen van een kenmerkende soort als ambassadeur van een type ecosysteem (de Otter voor laagveenmoerassen), of omdat het wordt gezien als kroon op het werk (de Zeearend). Vanuit de soort gezien zou het ambitieniveau in ieder geval de vestiging van minimaal één duurzame populatie van de soort moeten omvatten, soms binnen een afgesproken periode (van der Made & Wynhoff, 1997; van Swaay, 2006). De duurzaamheid van populaties Een populatie is niet altijd duurzaam. Kleine populaties hebben bijvoorbeeld een verhoogde kans op uitsterven vanwege een grotere gevoeligheid voor demografische variatie, omgevingsvariatie en/of genetische risico s (Soulé & Mills, 1998). Demografische effecten In kleine populaties (<= 50 individuen) hebben fluctuaties in overleving en reproductie van individuen een veel groter effect dan in grote populaties. Dit kan resulteren in het door toeval in één keer uitsterven van een kleine populatie, bij voorbeeld omdat het aandeel wijfjes dat mee doet aan de voortplanting in een populatie zodanig afneemt dat partners elkaar niet kunnen vinden. Om bij een herintroductie Praktijkvoorbeeld Korhoen (Tetrao tetrix) Ook de Korhoen heeft de afgelopen maanden de aandacht getrokken. De laatste Nederlandse populatie bevindt zich op de Sallandse Heuvelrug. Ondanks aanpassingen van het landschap neemt het aantal korhoenders hier niet sterk toe. Het Nationaal Park De Hoge Veluwe wilde daarom niet langer wachten en is een eigen fokprogramma gestart in combinatie met te realiseren terreinaanpassingen. De meningen over dit initiatief waren sterk verdeeld. Tegenstanders betoogden dat we de werkelijke oorzaak van achteruitgang nog steeds niet weten en dat de genetische basis en herkomst van de fokpopulatie onduidelijk was. Voorstanders waren van mening dat we niet moesten wachten, omdat het anders wel eens te laat kon zijn. Uiteindelijk heeft de rechter besloten dat deze herintroductie op de Veluwe mag. (foto: Alterra) dit toevalsproces te ondervangen, moeten de aantallen voldoende groot worden. Door bijplaatsing lukt dit vaak beter dan door herintroductie vanuit het niets. Omgevingseffecten Veranderingen in weersomstandigheden, voedselaanbod, predatie en ziekten kunnen leiden tot schommelingen in de populatieomvang. De kans op uitsterven van een kleine populatie wordt hierdoor in het algemeen nog meer vergroot dan door de demografische effecten. Geherintroduceerde dieren kunnen hier extreem gevoelig voor zijn; denk aan predatie van Hamsters door de Vos (Vulpes vulpes) meteen na het loslaten. Soms kan leeg maar geschikt leefgebied (in een zg. metapopulatie) worden gekoloniseerd vanuit grotere populaties of populaties die dat jaar gunstiger omstandigheden meemaken. Daarom kan verplaatsing van populaties naar leeg maar geschikt leefgebied, waardoor het ontstaan van een metapopulatie wordt bevorderd, leiden tot vermindering van gevoeligheid voor omgevingseffecten. Genetische risico s Verschillen tussen individuen van dezelfde soort (genetische diversiteit) bepalen de mogelijkheid van die soort om zich te kunnen aanpassen aan de steeds wisselende omgeving (Booy et al., 2000). Genetische diversiteit wordt behouden in grote populaties en door de uitwisseling van genetisch materiaal tussen populaties. In kleine en geïsoleerde populaties zal diversiteit verloren gaan doordat het toevallig niet overerft. Sterk verlies aan diversiteit en inteeltdepressie (door paring van verwanten) kunnen leiden tot verminderde voortplanting, met name onder stressvolle condities. De gecombineerde werking van demografische en omgevingseffecten met de verminderde genetische diversiteit noemt men wel de extinctiespiraal (Soulé & Mills, 1998; Frankham et al., 2002). Dit kan er voor zorgen dat een kleine populatie niet gaat groeien ondanks dat de condities verbeterd zijn. Bijplaatsing vanuit andere populaties kan een middel zijn om de genetische diversiteit te verhogen, en daarmee mogelijk een kleine of relatief geïsoleerde populatie uit de gevarenzone te krijgen. Een aandachtspunt bij geïsoleerde populaties is dat deze lokaal kunnen zijn aangepast (Siepel, 1997; van Swaay, 2006). Als daarin een een genetisch profiel wordt geïntroduceerd dat minder goed is aangepast, wordt het risico op uitsterven verhoogd. Het vaststellen van lokale aanpassing vereist lastige proeven naar fitness onder stressvolle omstandigheden, die meestal niet mogelijk zijn bij bedreigde soorten. De inschatting wordt daarom over het algemeen gemaakt op grond van vergelijking van omstandigheden bij andere populaties, de mobiliteit en de mate van genetische differentiatie. Hoeveel individuen? Om te bepalen hoeveel individuen nodig zijn voor de overleving van een soort op de lange termijn, is de minimale populatiegrootte (minimum viable population size, MVP) gedefinieerd: de kleinste, geïsoleerde populatie met een kans van 99 % op overleving voor 100 jaar, ondanks voorziene demografische, genetische en omgevingseffecten en natuurlijke catastrofes (Shaffer, 1981). Modelstudies hebben aangetoond dat er een duidelijke, soortspecifieke ondergrens bestaat in het aantal individuen dat deelneemt aan de voortplanting binnen een populatie, wil zij in staat zijn 202 De Levende Natuur - jaargang nummer 5
5 op een dergelijke termijn te overleven. In het algemeen is de MVP veel groter dan de huidige populatieomvang van veel bedreigde soorten, maar ook veel groter dan de aantallen die bij herintroductie worden beoogd. Bijplaatsen of verplaatsen van populaties leidt veel eerder tot een grote populatieomvang, en dat is de reden dat dit vaak effectiever is. Om te voorspellen of een soort levensvatbaar is in een bepaalde omgeving, kan een levensvatbaarheidanalyse (population viability analysis, PVA) uitgevoerd worden: een demografische analyse waarin ook data over genetische en omgevingsvariatie en natuurlijke catastrofen worden meegenomen. Een PVA kan beschouwd worden als een risicoanalyse van de kans dat een populatie uitsterft. Daarmee kan het effect van habitatversnippering op een zeldzame soort worden bekeken of van het vergroten van een populatie door bijplaatsing. Voordat tot herintroductie wordt overgegaan moet daarom eerst, gebaseerd op de beschikbare ecologische, genetische en demografische kennis van een soort, gekeken worden of het doel van minimaal één levensvatbare populatie realistisch is. Is er niet voldoende kennis aanwezig dan moet niet tot herintroductie besloten worden. Het gebruik van MVP en PVA is tot op heden alleen toepasbaar voor soorten waar sprake is van een duidelijke populatiestructuur. Toepasbaarheid op bijvoorbeeld groepen ongewervelden en microben is tot op heden nog niet aan de orde. Bezint en weegt af voordat herintroductie begint Herintroducties moeten worden gezien als een noodmaatregel waarvoor het principe nee, tenzij geldt. De IUCN richtlijnen dragen bij tot een zorgvuldige risicoinschatting van herintroducties, maar laten in concrete situaties nog te veel ruimte voor interpretatieverschillen. Ze zullen daarom het beste functioneren wanneer een interdisciplinaire groep de haalbaarheid en wenselijkheid van een concreet voorstel tot herintroductie vaststelt. Begrippen als MVP en PVA kunnen hierbij een rol spelen. We hebben daarom een ecologisch en populatie-genetisch stappenplan voorgesteld, geïnspireerd door de praktijk, waarin partijen met elkaar overleggen, ecologische en populatie-genetische aspecten worden overwogen door specialisten, en een second opinion wordt gevraagd voordat het voorstel bij de verantwoordelijke minister belandt. Literatuur Booy G., R.J.J. Hendriks., M.J.M Smulders, J.M. van Groenendael & B. Vosman, Genetic diversity and the survival of populations. Plant Biology 2: Dorland E., R. Bobbink, E. Brouwer, C.J.H. Peters, P.J.M. van der Ven, Ph. Vergeer., G.M. Verheggen & J.G.M. Roelofs, Herintroductie en bekalking van het inzijggebied. Aanvulling bij effectgerichte maatregelen tegen eutrofiëring en verzuring in heischrale milieus. Leerstoelgroep Landschapsecologie, Katholieke Universiteit Nijmegen, 118 pp. Frankham R., J.D. Ballou & D.A. Briscoe, Introduction to conservation genetics. Cambridge University Press. Groot Bruinderink G.W.T.A., H. Kuipers, D.R. Lammertsma, K. DeSmet, M. Petrak & J. Eylert, Met stille trom? Nederland en de Europese lynx. De Levende Natuur 107(2): Lammertsma, D.R., F.J.J. Niewold, H.A.H. Jansman, A.T. Kuiters, H.P. Koelewijn, M.I. Perez Haro, M.H.C. van Adrichem, M.C. Boerwinkel & J. Bovenschen, Herintroductie van de Otter: een succesverhaal? De Levende Natuur 107 (2): Ministerie LNV, Natuur voor mensen, mensen voor Natuur. s-gravenhage. Made, J. van der & I. Wynhoff, Ervaringen met herintroductie van vlinders. Nederlandse Commissie voor Internationale Natuurbescherming. Mededelingen No. 31: Natuurbalans, Milieu- en Natuurplanbureau. Rapport nummer Niewold, F.J.J., D.R. Lammertsma, H.A.H. Jansman & A.T. Kuiters, De otter terug in Nederland. Eerste fase van de herintroductie in Nationaal Park De Weerribben in Alterrarapport 852. Oats, M.R. & M.S. Warren, A review of butterfly introductions in Britain. Nature Conservancy Council, Research and Survey in Conservation, Peterborough. Reeks, P.A., Is there a legal obligation to reintroduce animal species into their former habitats? Oryx 35: Rijks, M., Richtlijnen herintroductie van soorten bij Staatsbosbeheer. Intern document, Staatsbosbeheer, Driebergen. Shaffer, M.L., Minimum Population Sizes for Species Conservation. BioScience 31: Siepel, H., Hoe is het succes van herintroducties te optimaliseren? Nederlandse Commissie voor Internationale Natuurbescherming. Mededelingen No. 31: Sluiter, J.A., Achtergronden van (her)introductie en een overzicht van de herintroductieprojecten in Nederland. Nederlandse Commissie voor Internationale Natuurbescherming. Mededelingen No. 31. Smulders, M.J.M., P.F.P. Arens, H.A.H. Jansman, J. Buiteveld, G.W.T.A. Groot Bruinderink & H.P. Koelewijn, Herintroduceren van soorten, bijplaatsen of verplaatsen: een afwegingskader. PRI rapport 128/ Alterra rapport Soulé, M.E. & L.S. Mills, No need to isolate genetics. Science 282: Swaay, C.A.M. van, Basisrapport Rode Lijst Dagvlinders. Rapport VS , De Vlinderstichting, Wageningen. Summary An ecological and population genetic framework for reintroduction In 1987 IUCN guidelines for reintroduction of species were launched. They offer a tool to enhance carefulness and chance of success of reintroduction projects. In the past many reintroduction cases have failed. Therefore, and because IUCN guidelines in practice leave room for ad hoc interpretation, a framework is suggested in which pros and cons of reintroductions can be balanced on ecological and population genetic arguments. In this paper such a framework is suggested. It is based on the principle: no reintroduction, unless (fig. 1). The framework was inspired by the current practice of reintroductions in The Netherlands. If ultimately the balance is in favour of reintroduction, IUCN guidelines and national legislation on the reintroduction of species should be followed. Dankwoord We danken onze collega s en co-auteurs van het rapport D.R. Lammertsma, P.F.P. Arens, H.A.H. Jansman en J. Buiteveld. De informatie over de betekenis van herintroductie bij de terreinbeheerders werd geleverd door Tim van den Broek (Natuurmonumenten) en Meta Rijks (Staatsbosbeheer) waarvoor dank. Dr. G.W.T.A. Groot Bruinderink & Dr. H.P.Koelewijn Alterra WUR Postbus AA Wageningen geert.grootbruinderink@wur.nl; hanspeter.koelewijn@wur.nl Dr. M.J.M. Smulders Plant Research International WUR rene.smulders@wur.nl De Levende Natuur - september
Herintroduceren van soorten, bijplaatsen of verplaatsen: een afwegingskader
Herintroduceren van soorten, bijplaatsen of verplaatsen: een afwegingskader M.J.M. Smulders P.F.P. Arens H.A.H. Jansman J. Buiteveld G.W.T.A. Groot Bruinderink H.P. Koelewijn Alterra-rapport 1390, ISSN
Nadere informatieGenetische diversiteit in kleine populaties
Genetische diversiteit in kleine populaties Problemen, oplossingen en het nut van monitoring Arjen de Groot Team Dierecologie, Alterra WUR Ecologie in de praktijk 21 maart 2013, Eindhoven Inhoud 1) Het
Nadere informatieHerintroductie otter,
Indicator 12 december 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De otter was aan het eind van
Nadere informatieBeleidslijn herintroducties van dieren
Beleidslijn herintroducties van dieren 1. Inleiding Herintroductie is het uitzetten van dieren in de vrije natuur met als doel een zelfstandige duurzame populatie te bevorderen of deze opnieuw te stichten.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 446 Uitvoering Flora- en Faunawet Nr. 84 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieDe otter is terug! Alterra, Centrum Ecosystemen Hugh Jansman Dennis Lammertsma Loek Kuiters i.s.m. Freek Niewold Vilmar Dijkstra
De otter is terug! Alterra, Centrum Ecosystemen Hugh Jansman Dennis Lammertsma Loek Kuiters i.s.m. Freek Niewold Vilmar Dijkstra Alterra april 2013 Otters (vooralsnog) grootste roofdier van Nederland!
Nadere informatieGenetica in het natuurbeheer: een onderschat werkinstrument
Hans Peter Koelewijn & Loek Kuiters Genetica in het natuurbeheer: een onderschat werkinstrument DNA is een rijke bron van informatie: het bevat gegevens over de historie van het individu en van zijn voorouders.
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Natuur & Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC
Nadere informatieSteenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)
Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied) 5 november 2011 Wat doen DR en DLG Dienst Regelingen is namens
Nadere informatieNiet-technische samenvatting 2016483. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Vijf jaar
Niet-technische samenvatting 2016483 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Het Korhoen komt terug naar Het Nationale Park De Hoge Veluwe 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5)
Nadere informatieAntwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 19 maart 2009) Nummer 2259
van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 19 maart 2009) Nummer 2259 Onderwerp De herintroductie van de otter in Zuid-Holland Aan de leden van Provinciale Staten
Nadere informatieVlinders van de Habitatrichtlijn,
Indicator 20 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Van de vijf Habitatrichtlijnsoorten
Nadere informatieAlterra Wageningen UR G. Müskens Droevendaalsesteeg PB WAGENINGEN. Datum 11 april 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet
> Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Alterra Wageningen UR G. Müskens Droevendaalsesteeg 3 6708 PB WAGENINGEN Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39 ffwet@rvo.nl
Nadere informatieBureau Natuurbalans - Limes Divergens B.V. B.H.J.M. Crombaghs Postbus GA NIJMEGEN
> Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Bureau Natuurbalans - Limes Divergens B.V. B.H.J.M. Crombaghs Postbus 6508 6503 GA NIJMEGEN Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070
Nadere informatieBijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)
Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen
Nadere informatieNationale Parken, 2015
Indicator 31 maart 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Nederland heeft 20 Nationale Parken
Nadere informatieHerintroductie bever,
Indicator 20 december 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Dankzij herintroducties vanaf
Nadere informatieAcuut bedreigde dagvlinders in Nederland
Acuut bedreigde dagvlinders in Nederland Acuut bedreigde dagvlinders in Nederland Tekst: Chris van Swaay Met medewerking van Calijn Plate, CBS. Rapportnummer: VS2004.023 Productie: De Vlinderstichting
Nadere informatieDe das in de nieuwe wet natuurbescherming. Beleven, benutten en beschermen
De das in de nieuwe wet natuurbescherming Beleven, benutten en beschermen Integratie van bestaande natuurwetten Natuurbeschermingswet 1998 gebieden hoofdstuk 2 Flora- en faunawet soorten hoofdstuk 3 Boswet
Nadere informatieBever, Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (
Indicator 3 december 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Dankzij herintroducties (vanaf
Nadere informatieStatus van de Nederlandse otterpopulatie na herintroductie. Kansen voor duurzame instandhouding en risico s van uitsterven
Alterra is onderdeel van de internationale kennisorganisatie Wageningen UR (University & Research centre). De missie is To explore the potential of nature to improve the quality of life. Binnen Wageningen
Nadere informatieWet natuurbescherming. Niels Jeurink
Wet natuurbescherming Niels Jeurink Inhoud Gebiedenbescherming: Natura 2000, beschermde natuurmonumenten, NNN Soortenbescherming: om welke soorten gaat het? soorten die beschermd zijn en dat ook blijven
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1754 Vragen van het lid
Nadere informatie1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie
1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking
Nadere informatieQuickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen
Witpaard BV Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. J. Drenth 15-182 concept 13 mei 2015 Betreft Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen Omschrijving Aanleiding en doelstelling
Nadere informatieBiodiversiteit op genetisch niveau
Biodiversiteit op genetisch niveau Bron:http://sitfu.com/wp-content/uploads/2010/10/DNA-BARCODE.gif An Vanden Broeck Opleiding Biodiversiteit voor MER-deskundigen fauna & flora (dienst Mer /ANB / Inverde)
Nadere informatieIk verleen u deze ontheffing voor de periode van 31 mei 2015 tot en met 30 mei 2020.
> Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Ecomare A. Oosterbaan Ruijslaan 92 1796 AZ DE KOOG Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39 ffwet@rvo.nl Betreft Beslissing
Nadere informatie1 Heeft u gelezen dat er opnieuw otters zijn gestorven in een muskusrattenklem? 1
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Natuur Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594AC Den
Nadere informatieQuickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen
Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg
Nadere informatieSamenvatting. Bossen en bedreigde boomsoorten in Vietnam
Bossen en bedreigde boomsoorten in Vietnam Er zijn veel verschillende bostypen in Vietnam, omdat het land een tropisch klimaat heeft en topografisch zeer gevariëerd is. Er zijn tropische regenbossen, mangrovebossen,
Nadere informatieLibellen van de Habitatrichtlijn,
Indicator 19 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Er staan negen soorten Nederlandse
Nadere informatieMensen en Natuur PLANNEN MET NATUUR! Inleiding
alterra lei landbouw, natuur en voedselkwaliteit PLANNEN MET NATUUR! Groene wet- en regelgeving en decentrale overheden Inleiding De veranderende natuurwetgeving heeft grote gevolgen voor gemeenten en
Nadere informatieNatuurmuseum Fryslan G. Koopmans Schoenmakersperk 2 8911 EM LEEUWARDEN. Datum 18 april 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet
> Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Natuurmuseum Fryslan G. Koopmans Schoenmakersperk 2 8911 EM LEEUWARDEN Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39 ffwet@rvo.nl
Nadere informatieQuickscan samenvatting Flora- en faunawet Van Zuylenlaan 9, Hoevelaken
Dhr. J.P.L.M.G. Gelauff Van Zuylenlaan 9 3871 BG Hoevelaken Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. A. de Gelder 15-314 definitief 31 augustus 2015 Betreft Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van
Nadere informatieQuickscan samenvatting twee percelen Staphorst
Aan Bouwbedrijf Bovenhuis B.V. t.a.v. de heer J. H. Tromp Contactpersoon Kenmerk Status Datum M.A. (Martin) Heinen 14-416 concept 11 februari 2016 Betreft Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst
Nadere informatieSamenvatting quickscan natuurtoets
Samenvatting quickscan natuurtoets Onderwerp Opdrachtgever Insingerstraat Soest RV&O Project Status Datum Sloop en nieuwbouw Insingerstraat concept 8 januari 2016 Auteur Veldonderzoek Projectcode Gelder,
Nadere informatieHerintroductie hamster, Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (
Indicator 29 mei 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het uitsterven van de wilde hamster
Nadere informatieOp 12 november 2014 heb ik uw aanvraag voor een ontheffing voor Welkom Bever ontvangen. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.
> Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland T.J. Wams Noordereinde 60 1243 JJ S GRAVELAND Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42
Nadere informatieNieuwe bedrijfslocaties
E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken
Nadere informatieDraagvlak voor natuur en natuurbeleid, 2017
Indicator 20 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Bijna alle Nederlanders vinden
Nadere informatieRode Lijst Indicator,
Indicator 2 september 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Er lijkt sprake van een recente
Nadere informatieOpzet van de presentatie. Beleidscontext Team Invasieve Exoten Risicoanalyses Maatregelen Water gerelateerde projecten Juridische vragen Afsluiting
Opzet van de presentatie Beleidscontext Team Invasieve Exoten Risicoanalyses Maatregelen Water gerelateerde projecten Juridische vragen Afsluiting 2 En wat doet het Team Invasieve Exoten? Wiebe TIE bestaat
Nadere informatieAg pt 6 a Jaarplan KwaliteitsimpulsHeide 2012
Ag pt 6 a Jaarplan KwaliteitsimpulsHeide 2012 In het overlegorgaan van april is besproken dat de financiering vanuit het Nationaal Park De Sallandse Heuvelrug kan worden ingezet voor het behoud van het
Nadere informatieQuickscan natuurtoets samenvatting Realisatie stadsboerderij Hertenkamp, Ommen
Quickscan natuurtoets samenvatting Realisatie stadsboerderij Hertenkamp, Ommen Auteur: A. (Adriaan) de Gelder Veldonderzoek: M. (Martijn) Bunskoek Project: 14-236 Datum: 1 augustus 2014 Status: Concept
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.10.2017 COM(2017) 628 final 2017/0277 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat op de zevenendertigste vergadering van het Permanent Comité
Nadere informatieOnderzoek flora en fauna
Onderzoek flora en fauna 1. Conclusie Geconcludeerd wordt dat voor de beoogde functieveranderingen geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet vereist is. Hierbij dient wel gewerkt te worden
Nadere informatieAantalsontwikkeling van vleermuizen
Indicator 24 september 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Lange tijd zijn vleermuizen
Nadere informatieVerwantschap en herkomst van de Limburgse populaties van het Wild zwijn
nhm juli natuurhistorisch maandblad juli 2014 jaargang 103 7 177 artikel naar arjan: 03-04-2014/ 27-05-2014 Verwantschap en herkomst van de Limburgse populaties van het Wild zwijn Arjen de Groot, ALTERRA
Nadere informatieACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST
ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST november 2009 In opdracht van: GEM Westeraam Elst CV Postbus 83 6660 AB ELST
Nadere informatieIk verleen u deze ontheffing voor de periode van 29 januari 2016 tot en met 28 januari 2021.
> Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Staatsbosbeheer J. Heikens Kopstukken 36 9584 TG MUSSEL Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39 ffwet@rvo.nl Betreft Beslissing
Nadere informatieReptielen van de Habitatrichtlijn,
Indicator 28 mei 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Gladde slang, muurhagedis en zandhagedis
Nadere informatieAntwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 19 december 2012) Nummer 2757
van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 19 december 2012) Nummer 2757 Onderwerp Uitroeien huiskraai Hoek van Holland Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller
Nadere informatieKevers van de Habitatrichtlijn,
Indicator 19 juni 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het oorspronkelijke areaal van
Nadere informatieDe otter en de bever zijn terug!
De otter en de bever zijn terug! Ook in Noord-Holland? Hans Bekker Voorzitter Calutra Haarlem 16 november 2018 Met dank aan Hugh Jansman (WUR) en Vilmar Dijkstra (Zoogdiervereniging) Otter: Bever: vis
Nadere informatieHamster, Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (
Indicator 24 maart 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het uitsterven van de wilde hamster,
Nadere informatieJuridische reis door de Nederlandse natuurbescherming
tekst anita nijboer beeld piet struijk Juridische reis door de Nederlandse natuurbescherming De natuurbeschermingswetgeving heeft in de loop der tijd nogal wat veranderingen doorgemaakt. De eerste wet
Nadere informatie18 februari Natuurwetgeving in het Westland Paul Moerman & Wouter Wubben
18 februari 2014 Natuurwetgeving in het Westland Paul Moerman & Wouter Wubben 2 Voorstellen Paul Moerman Adviseur Ecologie, Projectmedewerker Groen Team Projecten Afdeling IBOR (Inrichting & Beheer Openbare
Nadere informatie6/4/2010. Beleidscyclus. Opzet van de presentatie. En wat doet het Team Invasieve Exoten? Wiebe TIE bestaat uit: José Tom. Team Invasieve Exoten
Opzet van de presentatie Beleidscontext Risicoanalyses Maatregelen Water gerelateerde projecten Juridische vragen Afsluiting 2 En wat doet het? Wiebe TIE bestaat uit: Biodiversiteitsverdrag (1992) (Convention
Nadere informatieDeze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland
Bijlage 3. Ecologie B3.1. Beleidskader Aanleiding en doel De beoogde ontwikkeling betreft de bouw van 31 woningen op een deels braakliggende kavel en delen van zeer diepe achtertuinen (zie ook paragraaf
Nadere informatieRuimtelijke samenhang natuurgebieden, 2015
Indicator 3 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Met de sinds 1990 toegenomen
Nadere informatieFaunaf onc l s 11 JAN 2006 PROVINCIAL^ STATEN VAN OVERU^SEL. Provinciale Staten Overijssel Postbus 10078 8000GB ZWOLLE. lojanuari 2006 bijlagen
PROVINCIAL^ STATEN VAN OVERU^SEL Reg.nr. Faunaf onc l s Dat. ontv.: Routing 11 JAN 2006 a.d. Bijl:: Provinciale Staten Overijssel Postbus 10078 8000GB ZWOLLE uw brief van uw kenmerk onderwerp FF/2006.009
Nadere informatieZoogdieren van de Habitatrichtlijn,
Indicator 3 augustus 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Vijf landzoogdieren staan op
Nadere informatieQuickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede
Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Enschede 2 December 2010 Rapportnummer 0123 Projectnummer
Nadere informatieUniversiteit van Amsterdam C. Cavallo Turfdraagsterpad 9 1012 XT AMSTERDAM
> Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Universiteit van Amsterdam C. Cavallo Turfdraagsterpad 9 1012 XT AMSTERDAM Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39 ffwet@rvo.nl
Nadere informatieEen Programma van Eisen voor Soortbeschermingsplannen
Een Programma van Eisen voor Soortbeschermingsplannen In opdracht van het Expertisecentrum LNV. Contactpersoon: Ir. P. Joop 2 Alterra-rapport 1098 Een Programma van Eisen voor Soortbeschermingsplannen
Nadere informatieProject Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari 2016. Auteur Veldonderzoek Projectcode
Onderwerp Opdrachtgever Emmaschool Heerde Witpaard Project Status Datum Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari 2016 Auteur Veldonderzoek Projectcode Gelder, A. (Adriaan) de Gelder, A.
Nadere informatieTelefoonnummer(s) 0165301851
Aanvraag Ontheffing artikel 75 Flora- en faunawet Wilt u een ontheffing aanvragen voor activiteiten die gevolgen voor beschermde dier- en plantsoorten? Namelijk voor: ruimtelijke ingrepen beheer en schadebestrijding,
Nadere informatieOp 2 mei 2016 heb ik uw aanvraag voor een ontheffing voor Otter ontvangen. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.
> Retouradres Postbus 19530, 2500 CM Den Haag Stichting Natuuractiviteitencentrum De Koppel I. van Huizen Vechtstraat 8 7772 AX HARDENBERG Postbus 19530, 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F
Nadere informatieVerkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen
Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 27-10-2011 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: DT/2011/010.03
Nadere informatieOmschrijving beleidsruimte
BIJLAGE 2. TRANSPONERINGSTABELLEN Tabel 1. Vogelrichtlijn Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PbEU 2010, L 20) Vogelrichtlijn
Nadere informatieLichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Nadere informatieVereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland. T.J. Wams Noordereinde JJS GRAVELAND
> Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland T.J. Wams Noordereinde 60 1243 JJS GRAVELAND Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42
Nadere informatieEindrapport DAGVLINDERS OP HET ZEEHOSPITIUMTERREIN TE KATWIJK
Eindrapport DAGVLINDERS OP HET ZEEHOSPITIUMTERREIN TE KATWIJK Eindrapport DAGVLINDERS OP HET ZEEHOSPITIUMTERREIN TE KATWIJK rapportnr. 2016.2200 oktober 2016 In opdracht van: Rho adviseurs voor leefruimte
Nadere informatieIk verleen u deze ontheffing voor de periode van 27 juli 2016 t/m 1 september 2020.
> Retouradres Postbus 19530, 2500 CM Den Haag Natuurmuseum Brabant F.J.M. Ellenbroek Spoorlaan 434 5038 CH TILBURG Postbus 19530, 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39 ffwet@rvo.nl
Nadere informatieStichting Zeemuseum Miramar M.J. van Geel Vledderweg AB VLEDDER. Datum 3 augustus 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet
> Retouradres Postbus 19530, 2500 CM Den Haag Stichting Zeemuseum Miramar M.J. van Geel Vledderweg 25 8381 AB VLEDDER Postbus 19530, 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39 ffwet@rvo.nl
Nadere informatieCompensatieverordening gemeente Midden-Drenthe
Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan
Nadere informatieDispersieproblemen bij planten
Dispersieproblemen bij planten Hoe kan connectiviteit verbeterd worden? Wim Ozinga Michiel Wallis de Vries, Marijn Nijssen Veldwerkplaats OBN, 12 oktober 2018 Versnippering als probleem Balans Leefgebied
Nadere informatieInteelt, verwantschappen en consequenties van inteelt
Inteelt, verwantschappen en consequenties van inteelt Jack J. Windig CGN Agrobiodiversiteit Oude rassen Waard om te bewaren Mooi Cultureel Erfgoed Herbergen unieke genetische eigenschappen Ook in: Conventie
Nadere informatieClick to edit Master title style
Klimaatverandering en EHS Kansen voor adaptatie Claire Vos, Jana Verboom e.v.a. Alterra, Wageningen UR, VlinderStichting, SOVON, FLORON, e.a. 1 Inhoud Klimaatverandering heeft zichtbare gevolgen klimaatverandering
Nadere informatieBescherming van zoogdieren Versie 6 maart 2019 Jan Buys (vz) en Piet Bergers (directeur) 1. Aanleiding en doel
Bescherming van zoogdieren Versie 6 maart 2019 Jan Buys (vz) en Piet Bergers (directeur) 0. Status notitie Definitief concept na verwerking van de input van de volgende werkgroepen: Calutra, Werkgroep
Nadere informatieStichting Friese Milieufederatie G. Bergstra Agora CJ LEEUWARDEN. Datum 27 januari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Bergstra,
> Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Stichting Friese Milieufederatie G. Bergstra Agora 6 8934 CJ LEEUWARDEN Ondernemend Nederland Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl.toek.kg
Nadere informatieVEEL GESTELDE VRAGEN NATURA 2000
VEEL GESTELDE VRAGEN NATURA 2000 1. Algemeen...1 2. Gebieden...3 3. Beheerplan...4 4. Gevolgen...5 5. Europa...6 6. Relatie met andere wetgeving...6 7. Belanghebbende...7 8. Financiering...8 1. Algemeen
Nadere informatieDE N333: GROOT KNELPUNT IN DE NATUURVERBINDING TUSSEN DE WEERRIBBEN - DE WIEDEN
DE N333: GROOT KNELPUNT IN DE NATUURVERBINDING TUSSEN DE WEERRIBBEN - DE WIEDEN Het moerascomplex van De Weerribben en De Wieden behoort tot de belangrijkste laagveenmoerasgebieden van Europa. Tussen deze
Nadere informatieHet Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk?
Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk? Conclusie Er zijn veel ontwikkelingen in het natuurbeleid sinds 2010 Er zijn aanpassingen doorgevoerd of noodzakelijk Natuurbeleid in
Nadere informatieBeleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân
Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân Inhoud 1. Doel van de notitie 2. Vigerend beleid ree in Fryslân 3. Wettelijke status ree 4. Schade, overlast en risico s 5. Wettelijk kader bescherming
Nadere informatieDamherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen; effecten van beleid
Damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen; effecten van beleid G.W.T.A. Groot Bruinderink D.R. Lammertsma H.H.T. Prins Alterra-rapport 1553, ISSN 1566-7197 Damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen;
Nadere informatieMinisterie van Economische Zaken Programmadirectie Juridische instrumentarium Natuur en Gebiedsinrichting
Ministerie van Economische Zaken Programmadirectie Juridische instrumentarium Natuur en Gebiedsinrichting Consultatie Wetsvoorstel natuurbescherming Presentatie best practices regeldruk 27 maart 2013 (1)
Nadere informatieFokbeleid en genetische diversiteit bij de. Nederlandse Landgeit
Fokbeleid en genetische diversiteit bij de Nederlandse Landgeit Inhoud presentatie Introductie Management van genetische diversiteit Online stamboek-en dieradministratie Conclusie Introductie De Nederlandse
Nadere informatieOmschrijving beleidsruimte
TRANSPONERINGSTABELLEN Tabel 1. Vogelrichtlijn Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PbEU 2010, L 20) Vogelrichtlijn Omgevingswet/
Nadere informatieNatuurbescherming in Nederland
Natuurbescherming in Nederland Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Natura 2000 4 2. Ecologische Hoofdstructuur 6 3. Nationale Parken 8 4. Nationale Landschappen 10 5. Soortenbescherming 12 6. Natuurwetgeving
Nadere informatieQuickscan samenvatting Stephensonstraat Harderwijk
Gemeente Harderwijk T.a.v. mevr. K. van der Schot Havendam 56 3841AA Harderwijk Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. M. Hoksberg 15-238 definitief 10 juli 2015 Betreft Quickscan samenvatting Stephensonstraat
Nadere informatieAanbeveling 6: Stimuleer behoud en herstel biodiversiteit in eigen land
Aanbeveling 6: Stimuleer behoud en herstel biodiversiteit in eigen land De Taskforce Biodiversiteit & Natuurlijke Hulpbronnen adviseert: Stimuleer in eigen land reeds gestelde doelen voor het behoud en
Nadere informatieVervolgens wordt ook ingegaan op de hypothese dat patronen in fenotypische plasticiteit adaptief kunnen zijn. De eerste vraag was of natuurlijke
Variatie in abiotische factoren komt voor in alle natuurlijke omgevingen, zoals variatie in ruimte en tijd in temperatuur, licht en vochtigheid. Deze factoren kunnen vervolgens bijvoorbeeld voedselaanbod
Nadere informatieStaatsbosbeheer T. Muusse Hilweg MT WERKENDAM. Datum 7 augustus 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet
> Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Staatsbosbeheer T. Muusse Hilweg 4 4251 MT WERKENDAM Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39 ffwet@rvo.nl Betreft Beslissing
Nadere informatieRichtlijnen Dierplaagbeheersing laatst bijgewerkt: 14-4-2009
Kip (Gallus gallus domesticus) Ontwikkelingssnelheid Afhankelijk van menselijk voeren Afhankelijk van zwerfvuil Risico om ziek te worden Schadelijk gedrag Samenvattend werkprotocol voor beheerder Bij Kippenoverlast
Nadere informatieKraaiachtigen een bedreiging voor weidevogels? Attie F. Bos Pim Vugteveen
Rijksuniversiteit Groningen Wetenschapswinkel Biologie Rapport 67 Kraaiachtigen een bedreiging voor weidevogels? Een literatuuronderzoek naar de rol van kraaiachtigen als predator en de invloed daarvan
Nadere informatieQuick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming
Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november 2009 Soortenbescherming De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze
Nadere informatieQUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH
Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH September 2015 Quick scan Flora- en faunawet Kaatsweg 3 Roderesch Pagina 1 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 1.1 Inleiding 1.2 Het
Nadere informatieTypische diersoorten van de Habitatrichtlijn,
Indicator 5 juli 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De laatste 10 jaar is de toestand
Nadere informatieQUICKSCAN FLORA EN FAUNA
QUICKSCAN FLORA EN FAUNA Behorende bij project: Oostkanaalweg 44, te Ter Aar Gemeente Nieuwkoop Opdrachtgever : Keijzer Dakbedekking b.v. Projectnummer : PS.2017.714 Datum : 21 augustus 2017 Niets uit
Nadere informatie