Onderwerp Aanbevelingen herziening coffeeshopbeleid naar aanleiding van onderzoek

Transcriptie

1 Naeuwegeln ^ Gemeenteraad \. «Onderwerp Aanbevelingen herziening coffeeshopbeleid naar aanleiding van onderzoek Datum 26 oktober 2011 Raadsvoorstel Afdeling Communicatie, Juridische & Personeelszaken Portefeuillehouder F.TJ.M. Backhuijs ï Onderwerp Aanbevelingen herziening coffeeshopbeleid naar aanleiding van onderzoek 2 Gevraagd besluit Wij stellen u voor de aanbevelingen over te nemen zoals verwoord en toegelicht in onderliggend voorstel welke als volgt luiden: 1. Start een project om de overlast op de Rapenburgerschans te verminderen, waaronder onderzoek naar en zo mogelijk het toepassen van Openbaar Cameratoezicht; 2. Handhaaf de exploitatie van de huidige coffeeshop, maar met uitsterfconstructie; 3. Voer landelijke veranderingen zodra mogelijk in. De burgemeester zal vervolgens uw besluit betrekken bij het vaststellen van het coffeeshopbeleid. 3 Aanleiding en probleembeschrijving Chronologie In 1998 heeft u zich uitgesproken tegen de vestiging van coffeeshops binnen de gemeente en heeft u als zodanig gekozen voor het zogenaamde nul-beleid. Medio 2003 heeft u het nul-beleid verlaten en u uitgesproken voor het vestigen van één of meerdere coffeeshops binnen de gemeente (het zogenaamde één-beleid). Op 13 september 2010 hebben de fracties Trots op Nederland, afdeling Nieuwegein en Leefbaar Nieuwegein een initiatiefvoorstel ( ) ingediend om per direct het coffeeshopbeleid van 2003 af te schaffen en een zogenaamd nul-beleid te voeren. In uw vergadering van 22 september 2010 heeft u besloten het initiatiefvoorstel van TROTS en Leefbaar Nieuwegein voor preadvies in handen van het college te stellen. In de Begrotingsraad van 10 november 2010 is door de fracties van CDA, TROTS, Leefbaar Nieuwegein, ChristenUnie-SGP, VVD, Fractie de Mol, Fractie Bakhtali en Onze Nieuwegeinse Samenleving een motie ( , M5) ingediend waarin zij het college opdragen de mogelijkheid van een alternatieve locatie voor een coffeeshop buiten de

2 Bladnummer 2/9 directe woonomgeving te onderzoeken als vervanging van de coffeeshop aan de Rapenburgerschans. De motie is met meerderheid van stemmen aangenomen. Op 18 januari 2011 heeft u een raadsvoorstel ontvangen waarin u wordt voorgesteld zich uit te spreken voor één van de drie in de bij dat voorstel behorende bijlage v nota herziening coffeeshopbeleid gemeente Nieuwegein' opties over hoe om te gaan met coffeeshops in Nieuwegein ( ). U heeft bespreking van dit voorstel aangehouden middels aanname van een op 23 februari 2011 door de WD ingediende motie (Ml) waarin de burgemeester wordt opgeroepen een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de oorzaak van de ervaren overlast rondom de coffeeshop. Op 12 april 2011 heeft u ingestemd met de onderzoeksopzet 'Meting overlast Rapenburgerschans', waarna het onderzoek is gestart ( ).. Op 16 september 2011 en 30 september de burgemeester een brief aan u gestuurd waarin wordt aangegeven dat het onderzoeksrapport tezamen met aanbevelingen over hoe om te gaan met de resultaten uit het rapport u in oktober zal worden toegezonden in de vorm van een raadsvoorstel ( ). Met dit voorstel voldoet de burgemeester aan deze toezegging. Hoofdconclusies onderzoek Het onderzoeksrapport 'Meting overlast Rapenburgerschans' (zie bijlage 1) geeft de volgende hoofdconclusies: «Uit het onderzoek komt naar voren dat de bewoners van Fokkesteeg midden zich in vergelijking met bewoners van geheel Fokkesteeg en met bewoners in de andere wijken, in hoge mate onveilig voelen. 60% van de inwoners van Fokkesteeg midden geven aan dat zij zich onveilig voelen tegen 28 % van de inwoners in de Fokkesteeg en 21% van de inwoners in andere wijken. Als het gaat om geregistreerde incidenten is er geen grote afwijking met andere wijken in Nieuwegein. Dit geldt ook voor de aangiften. Er is geen reden om er van uit te gaan dat er verschil tussen de wijken is met betrekking tot de aangiftebereidheid. «Het onderzoek laat geen directe relatie zien tussen de mate waarin de gevoelens van onveiligheid worden gerapporteerd en het aantal geregistreerde incidenten. De groep hangjongeren (waarvan het grootste gedeelte woont in de wijk Fokkesteeg) verblijft in het algemeen op de Rapenburgerschans zonder gebruik te maken van de coffeeshop. Alle voorzieningen aan de Rapenburgerschans trekken verkeer en passanten aan. Een klein gedeelte daarvan blijft in de buurt hangen. «Het plein aan de Rapenburgerschans is een aantrekkelijke plek om te verblijven. Het voldoet hiermee aan de uitgangspunten van de stedenbouwkundige visie bij de aanleg van de wijk. Het beleid van de coffeeshop is erop gericht overlast voortkomend uit de verkoop te voorkomen. Controle vanuit toezicht en handhaving van de gemeente laat zien dat de coffeeshop zich houdt aan de voorwaarden zoals deze bij de vergunningverlening zijn gesteld. Uit het onderzoek blijkt dat er geen feitelijke relatie is tussen de ervaren overlast en de aanwezigheid van de coffeeshop aan de Rapenburgerschans.

3 Bladnummer 3/9 x \J) 1 Veel zaken die als overlast worden benoemd en ervaren, zijn in kwantitatieve zin meer verbonden aan activiteiten rondom en vanuit de andere voorzieningen aan de Rapenburgerschans. Aanbevelingen Dit voorstel bevat aanbevelingen op basis van de tot nu toe gevoerde discussie, het initiatiefvoorstel, de aangenomen moties, de'nota herziening coffeeshopbeleid gemeente Nïeuwegein', college- en raadsvoorstellen en onderzoeksrapport over hoe om te gaan met het coffeeshopbeleid in de gemeente Nieuwegein en de overlast op en rondom de Rapenburgerschans. 4 Gewenst maatschappelijk effect Dit voorstel heeft tot doel om: 1. Het woon- en leefklimaat te beschermen en aantasting van de openbare orde tegen te gaan; 2. Te bereiken dat er een strikte scheiding tussen hard- en softdrugs handel en gebruik is; 3. Te voorkomen dat er illegale verkooppunten ontstaan; 4. Overlast in en rondom gedoogde coffeeshop tegen te gaan en te voorkomen. Bovendien doet dit voorstel recht aan de uitgangspunten van het coffeeshopbeleid in Nederland (Drugsnota 1995), te weten:» Cannabis is minder schadelijk dan harddrugs, maar niet zonder gevaren; Jongeren moeten zoveel mogelijk weggehouden worden van drugs;» Cannabisgebruikers moeten niet gecriminaliseerd en gemarginaliseerd worden; Voorkomen moet worden dat cannabisgebruikers overstappen op harddrugs; De markt van cannabis moet gescheiden zijn van die van harddrugs. Deze uitgangspunten zijn (of worden) uitgebreid middels: Een overeenstemming tussen VNG en de minister van Justitie waarin is overeengekomen dat de afstand tussen coffeeshops en middelbare onderwijsinstellingen minimaal 250 meter bedraagt. De brief Drugsbeleid van de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Veiligheid en Justitie aan de Tweede kamer van 27 mei 2011 waarin is aangegeven dat het Kabinet het regeerakkoord op de volgende manier uitwerkt (zie voor de brief bijlage 8): o Coffeeshops worden omgevormd tot een besloten club door invoering van een pasjessysteem en een maximum aantal leden; o Een ingezetencriterium wordt ingevoerd; o Het afstandscriterium tot scholen (voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs) wordt vergroot van 250 naar 350 meter; o Afspraken tussen Rijk en coffeeshopgemeenten worden gemaakt over de handhaving van de (aangevulde) AHOJG-criteria, zoals periodieke controles, mogelijke girale betaling en overige gedoogvoorschriften. Ook worden afspraken gemaakt over voorlichtingsmateriaal bij coffeeshops ten behoeve van gebruikers en deelname aan de training 'Goed

4 Bladnummer 4/9 gastheerschap door coffeeshops'. (Overigens zijn de in de brief beschreven maatregelen nog niet geëffectueerd in vastgesteld beleid. De maatregelen zullen worden opgenomen als aanvulling op de AHOJG-criteria in de beleidsregels van het Openbaar Ministerie.) Daarnaast voldoet het voorstel aan de zogenoemde AHOJG-criteria. Deze criteria maken deel uit van de Aanwijzing Opiumwet van het College van procureurs-generaal van 2 november De AHOJG-criteria zijn: A geen Affichering: geen reclame anders dan een summiere aanduiding op het betreffende pand. H geen Harddrugs: geen verkoop of voor handen hebben van harddrugs. O geen Overlast: de exploitatie mag niet leiden tot overlast in de omgeving van de coffeeshop. 3 geen verkoop aan Jeugdigen Geen verkoop aan jongeren jonger dan 18 jaar. G geen verkoop van een grotere Gebruikshoeveelheid Maximaal wordt aan één persoon per dag 5 gram (met een maximum voorraad van 500 gram) verkocht. Als laatste wordt met dit voorstel een antwoord gegeven op de hoofdconclusies uit het onderzoek naar overlast op en rondom de Rapenburgerschans. 5 Bestaand beleidskader Op dit moment is het coffeeshopbeleid uit 2003 van kracht. Daarnaast moet (lokaal) coffeeshopbeleid voldoen aan de AHOJG-criteria en landelijk drugsbeleid (zie ook paragraaf 4). 6 Voorgestelde oplossing Onderzoeksrapport Het onderzoeksrapport 'Meting overlast Rapenburgerschans' stelt kort samengevat dat: er sprake is van (een behoorlijke mate van) overlastgevoelens op en rondom de Rapenburgerschans, dat deze overlast zich niet vertaalt in incidenten en aangiften en dat de coffeeshop niet direct verantwoordelijk is voor deze overlast. De drie opties De 'nota herziening coffeeshopbeleid gemeente Nieuwegein' stelt dat er drie opties bestaan om het coffeeshopbeleid invulling te geven. Kort omschreven behelzen deze drie opties: 1. Optie 1: Nul-beleid Deze optie stelt dat in de gemeente Nieuwegein onder geen enkele voorwaarde de aanwezigheid van coffeeshops wordt gedoogd. 2. Optie 2: Eén-beleid met wijzigingen op het gebied van overlast en voorlichting Deze optie wijzigt voor wat betreft het aantal gedoogde coffeeshops in

5 Bladnummer 5/9 Nieuwegein niets, het maximum blijft staan op één gedoogde coffeeshop. Wel stelt deze optie een aantal wijzigingen voor die met name betrekking hebben op: 9 Het voorkomen en effectiever kunnen optreden tegen overlast; Het verbeteren van de voorlichting over drugsgebruik. 3. Optie 3: Eén-beleid met wijzigingen op het gebied van vestiging, overlast en voorlichting Deze optie wijzigt voor wat betreft het aantal gedoogde coffeeshops in Nieuwegein niets, het maximum blijft staan op één gedoogde cofeeshop. Wel stelt deze optie, naast de wijziging van optie 2, een drastische wijziging voor in de vestigingscriteria, waardoor vestiging van een coffeeshop in woonwijken niet meer mogelijk is. Overigens moet worden opgemerkt dat de omschrijving en totstandkoming van de opties op het moment van opstellen van de nota voldeden aan de toen heersende opvattingen, gevoelens en klimaat en de toen beschikbare informatie. Inmiddels zijn hierin veranderingen in opgetreden door onder andere landelijke zienswijzen en het onderzoeksrapport. Alle drie de opties blijven echter mogelijk en tevens geschikt voor de gemeente Nieuwegein. In de door u met meerderheid van stemmen aangenomen motie van 10 november 2010 draagt u het college op de mogelijkheid van een alternatieve locatie voor een coffeeshop buiten de directe woonomgeving te onderzoeken als vervanging van de coffeeshop aan de Rapenburgerschans. De uitwerking van deze mogelijkheid is opgenomen in het raadsvoorstel van 18 januari Een verder onderzoek naar mogelijke alternatieve locaties heeft onder andere naar aanleiding van de door u aangenomen motie van 23 februari en de strekking van het onderzoek naar overlast op en rondom de Rapenburgerschans, niet plaats gevonden (Het onderzoek kan worden gezien als een verbreding van context van de motie van 10 november 2010). Tevens aanleiding voor het niet verder onderzoeken is dat verplaatsing van de coffeeshop naar een industrieterrein (het niet vestigen van een coffeeshop in een woonwijk betekent per definitie dat deze op een industrieterrein wordt gevestigd) vrijwel zeker niet kan zonder bestemmingsplanwijziging, wat veel tijd zal vergen en er grote weerstand zal ontstaan tegen een dergelijke wijziging. Aanbevelingen Gelet op de tot nu toe gevoerde discussie, het initiatiefvoorstel, de aangenomen moties, de 'nota herziening coffeeshopbeleid gemeente Nieuwegein', college- en raadsvoorstellen en onderzoeksrapport over hoe om te gaan met het coffeeshopbeleid in de gemeente Nieuwegein en de overlast op en rondom de Rapenburgerschans luiden de aanbevelingen als volgt: 1. Start een project om de overlast op de Rapenburgerschans te verminderen Het onderzoeksrapport 'Meting overlast Rapenburgerschans' stelt onmiskenbaar dat er sprake is van forse overlastgevoelens op en rondom de Rapenburgerschans. Onverlet het feit dat deze gevoelens niet ondersteund worden door aangifte of meldingscijfers van criminaliteit, is het noodzakelijk dat

6 Bladnummer 6/9 aan deze gevoelens aandacht wordt besteed en pogingen worden gedaan de overlastgevoelens te verminderen. Hiertoe kan worden gedacht aan een projectmatige aanpak, op initiatief en onder regie van de gemeente, om de leefbaarheid op en rondom de Rapenburgerschans te verbeteren. Betrokkenheid van ondernemers, scholen, woningbouwvereniging, maar ook inwoners (het Wijknetwerk) is hierbij een vereiste. In ieder geval zal ingezet worden op het toepassen van cameratoezicht in de openbare ruimte. Hoewel in de gemeente nog geen beleid is geformuleerd op het toepassen van dit middel en de inzet van dit middel specifiek op deze locatie nog afstemming behoeft met en instemming van Politie en Openbaar Ministerie, heeft het college de intentie over te gaan tot het toepassen van dit middel op deze locatie. 2. Handhaaf de exploitatie van de huidige coffeeshop, maar met uitsterf constructie In feite wordt hiermee optie 2 uitgevoerd en na beëindiging van de coffeeshop optie 1. Hierdoor zal de huidige coffeeshop in zijn huidige vorm blijven bestaan. De exploitant van de coffeeshop wordt echter wel verplicht zich (meer dan nu) in te spannen om overlast in de nabije omgeving te voorkomen. (Met nabije omgeving wordt in dit geval bedoelt de Rapenburgerschans, inclusief het pleintje.) Deze inspanningsverplichting wordt uitgedrukt in het actief voeren van toezicht door een toezichthouder in, en het reinigen van die directe omgeving. Voor wat betreft het toezicht zullen goede afspraken worden gemaakt tussen politie en beveiligingsbedrijf om elkaar in het toezicht te kunnen versterken. Het nakomen van deze afspraken is doorslaggevend in het wel of niet kunnen blijven exploiteren van de coffeeshop. Gezien het feit dat er geen causaal verband bestaat tussen de ervaren overlast op en rondom de Rapenburgerschans en enkel de aanwezigheid van de coffeeshop, is het op dit moment niet opportuun om per direct over te gaan tot het beëindigen van de exploitatie van de coffeeshop. Het is echter, onder andere gezien landelijke ontwikkelingen tot afschaling van de bestaande coffeeshops, wel mogelijk om over te gaan tot een uitsterfconstructie van de huidige coffeeshop. Dat betekent dat de coffeeshop met de huidige eigenaar en beheerders (in totaal 4 personen) kan blijven voortbestaan, maar dat geen nieuwe eigenaar of nieuwe in beheerders worden toegestaan. Dat zal, in de toekomst, leiden tot beëindiging van exploitatie van de coffeeshop. Na het beëindigen van de exploitatie zal dan geen nieuwe gedoogverklaring meer worden verleend en is dus het nul-beleid van kracht. 3. Voer landelijke veranderingen zodra mogelijk in Zoals geschetst in paragraaf 4 is het Kabinet voornemens om een aantal maatregelen in te voeren om overlast en criminaliteit die verband houden met coffeeshops en de handel in verdovende middelen tegen te gaan. Aanbevolen wordt om, zodra deze maatregelen zijn ingevoerd via bijvoorbeeld een aanvulling op de AHOJG-criteria in de beleidsregels van het Openbaar Ministerie, deze ook toe te passen in het lokale coffeeshopbeleid en hiermee niet te wachten tot een latere herziening van het coffeeshopbeleid. Bovendien kan, zo mogelijk, worden aangesloten bij pilots om vooruitlopend op landelijke

7 Bladnummer 7/9 besluitvorming al maatregelen te nemen Dit voorstel en bijbehorend raadsbesluit vragen u bovenstaande aanbevelingen over te nemen. De burgemeester zal bij het vaststellen van het coffeeshopbeleid uw besluit betrekken. Nota Bene Op 24 augustus 2011 heeft de exploitant van coffeeshop 'de Zuidpool' een aanvraag ingediend voor verlenging van de gedoogverklaring na 31 oktober Gelijktijdig met zijn aanvraag voor verlenging van de gedoogverklaring heeft de exploitant een aanvraag ingediend voor een horeca-exploitatievergunning. Aangezien op dit moment het coffeeshopbeleid uit 2003 nog van kracht is, wordt de aanvraag voor verlenging van de gedoogverklaring aan dat beleid getoetst. Naar verwachting zal dit leiden tot afgifte van een verlenging van de gedoogverklaring. Een onderdeel van de aanvraag voor een horeca-exploitatievergunning is het toepassen van de Wet BIBOB. Op dit moment loopt het lokale BIBOB-onderzoek. Wanneer zowel de aanvraag voor de verlenging van de gedoogverklaring als de aanvraag voor de horeca-exploitatie leiden tot afgifte van respectievelijk een gedoogverklaring en een horeca-exploitatievergunning, dan zullen beide (volgens vastgesteld beleid) een looptijd kennen van één jaar. Juridisch gezien is het mogelijk een kortere looptijd te hanteren. Dit is echter niet praktisch aangezien een kortere looptijd een grote druk op de ambtelijke organisatie legt, aangezien binnen afzienbare tijd wederom de aanvraagprocedures (inclusief de bezwaar- en beroepsafhandelingen) opgestart zullen moeten worden. In de huidige gedoogverklaring is nadrukkelijk opgenomen dat de gedoogverklaring wordt verstrekt onder de voorwaarde dat verandering van omstandigheden of inzichten kan leiden tot wijziging of intrekking van de gedoogverklaring. Concreet betekent dit dat wanneer het coffeeshopbeleid dusdanig wijzigt dat dit direct gevolgen heeft op de verstrekte gedoogverklaring, de gedoogverklaring kan worden gewijzigd of ingetrokken. Een dergelijke zinsnede zal bij afgifte van een verlenging van de gedoogverklaring en een horeca-exploitatievergunning wederom worden opgenomen. 7 Alternatieven Op de voorgestelde oplossing bestaan verschillende alternatieven. Per aanbeveling worden alternatieven gegeven. 1. Start een project om de overlast op de Rapenburgerschans te verminderen Voor deze aanbeveling bestaat geen alternatief. Voor het inzetten van Openbaar Cameratoezicht is het alternatief om dit niet toe te passen. Gezien de hoge mate van overlast(gevoelens) op deze locatie is het college echter van mening dat inzet van dit middel gerechtvaardigd is. 2. Handhaaf de exploitatie van de huidige coffeeshop, maar met u i tsterfconstruct: e Gelet op de uitkomsten van het onderzoek (de coffeeshop is niet direct

8 Bladnummer 8/9 verantwoordelijk voor de overlast) ligt het beëindigen van de exploitatie van de huidige coffeeshop niet voor de hand. Dit alternatief is, juridisch gezien, echter wel mogelijk; Op grond van het onderzoek (de coffeeshop wordt wel gevoeld als de oorzaak van de overlast) en landelijke tendens (afschaling van de coffeeshops) is deze optie te motiveren. Ook het 'verplaatsen van de coffeeshop' is mogelijk, maar betekent naar verwachting wel veel weerstand bij gevestigde ondernemers, aangezien een industrieterrein de enige plek wordt waar een coffeeshop zich kan vestigen. Bovendien bestaat binnen de huidige bestemmingsplannen nauwelijks ruimte voor een dergelijke onderneming. Het is onduidelijk of een wijziging van locatie eventuele overlast van een coffeeshop doet toe of afnemen. Een alternatief voor het toepassen van de uitsterfconstructie is het niet toepassen van deze constructie. Dit alternatief is goed mogelijk, maar past niet goed binnen de uitkomsten van het onderzoek (de coffeeshop wordt wel gevoeld als de oorzaak van de overlast) en de landelijke tendens. 3. Voer landelijke veranderingen zodra mogelijk in Er kan worden gekozen om landelijke veranderingen pas in te voeren bij het afgeven van een nieuwe gedoogverklaring (dus maximaal na één jaar). Nadeel van dit alternatief is dat het signaal dat de gemeente Nieuwegein 'bovenop' de coffeeshopmaterie zit niet wordt afgegeven. Daarnaast kan er gekozen worden om niet deel te nemen aan pilots. Voor dit alternatief geldt hetzelfde als bovenstaande. S Financiële aspecten Met name aan aanbeveling 1 kleven financiële consequenties; het starten van een dergelijk project betekent per definitie dat kosten gemaakt moeten worden. Daarnaast betekent het inzetten van Openbaar Cameratoezicht een forse financiële investering met een structureel karakter. Op dit moment ontbreekt het nog aan inzichten over deze financiële consequenties. Wanneer de aanbevelingen door u worden overgenomen, zullen wij u op een later stadium informeren over de precieze invulling van de aanbevelingen, de daaruit voortvloeiende kosten en de wijze waarop deze kunnen worden gedekt. 9 Communicatie aspecten Wanneer de burgemeester het coffeeshopbeleid zal vaststellen zal met alle betrokkenen hierover worden gecommuniceerd. Bovendien zal de exploitant van de huidige coffeeshop actief geïnformeerd en betrokken worden bij de consequenties die voortvloeien uit het nieuwe coffeeshopbeleid. 10 Juridische aspecten De juridische aspecten zijn verwerkt in bovenstaande paragrafen.

9 Bladnummer 9/9 11 Risico's Hoewel met deze aanbevelingen zo veel mogelijk recht wordt gedaan aan de uitkomsten van het onderzoek, is te verwachten dat bewoners van Fokkesteeg-Midden dit niet zo zullen zien. Uit het onderzoek blijkt dat bewoners zich in hoge mate onveilig voelen en dit wijten aan de aanwezigheid van de coffeeshop. De eindconclusie van Berenschot is echter dat deze onveiligheidsgevoelens veroorzaakt worden door de overlastgevoelens. Deze overlastgevoelen worden op hun beurt veroorzaakt door andere factoren dan de aanwezigheid van de coffeeshop. Dit voorstel is een uitwerking van die gedachte; pak de overlast aan waardoor het onveiligheidsgevoel van de bewoners op termijn zal verbeteren, zonder dat de coffeeshop moet verdwijnen. 12 Bijlagen 1. Onderzoeksrapport 'Meting overlast Rapenburgerschans' burgemeester en wethouders, t: s \*-*^*' drs. P.C.M, van Elteren secretaris F.TJ.M. Backhuijs burgemeester

10 leywegein f'j(f^% IVV Raadsbesluit De raad van de gemeente Nieuwegein; Gelezen * het voorstel van de burgemeester d.d. 25 oktober 2011; besluit: De aanbevelingen over te nemen zoals verwoord en toegelicht in dat voorstel die luiden: 1. Start een project om de overlast op de Rapenburgerschans te verminderen, waaronder onderzoek naar en zo mogelijk het toepassen van Openbaar Cameratoezicht; 2. Handhaaf de exploitatie van de huidige coffeeshop, maar met uitsterfconstructie; 3. Voer landelijke veranderingen zodra mogelijk in. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 november de griffier, de voorzitter,