Bomen- en tuinenbeleid Samenwerking, oktober 2016

Transcriptie

1 Bomen- en tuinenbeleid Samenwerking, oktober 2016 I. Tuinenbeleid Het bezit van Samenwerking bestaat voor een groot deel uit steen, maar het andere deel, het groene deel, is net zo beeldbepalend. De bomen, plantsoenen en tuinen verhogen het woongenot, verbeteren de leefomgeving en de sfeer van de buurt. De aandacht en zorg die worden besteed aan het onderhoud zijn een investering in de toekomst van de coöperatie. Het feit dat een groot deel van het bezit (grijs én groen) uit rijksmonumenten bestaat, zorgt ervoor dat het onderhoud zeer serieus wordt genomen. Door Samenwerking zelf, maar ook door de Gemeente Amsterdam, Bureau Monumenten en Archeologie en door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Samenwerking neemt haar verantwoordelijkheid voor de staat van onderhoud van het grotere groen binnen haar bezit met het verzorgen van de wingerd die de gevels begroeit, de geveltuinen, het plantsoen van de Harmoniehof en de binnentuin. Van bewoners van een benedenwoning wordt verwacht dat zij op hun beurt zorg dragen voor een goed onderhouden tuin. De goede staat van onderhoud van de tuinen is behalve een genot voor de bewoner ook prettig voor de omwonenden die uitkijken op het groen. Om deze reden is bedacht dat het (her)schrijven van een eenduidig tuin- en bomenbeleid een goed idee is; duidelijke regels zorgen voor goed verzorgde tuinen en daardoor voor een fijne leefomgeving met tevreden bewoners. Dit groenbeleid is een aanvulling op de Algemene Bepalingen Huurovereenkomst en het Huishoudelijk Reglement van Samenwerking. Het Huishoudelijk Reglement van Samenwerking behandelt regels waar bewoners zich aan dienen te houden. Dit gaat om regels die te maken hebben met de gehuurde woning. In de Algemene Bepalingen die horen bij de Huurovereenkomst wordt o.a. aandacht besteed aan hoe bewoners om horen te gaan met de tuin die hoort bij de woning. Er is een aanvulling op het huurcontract (allonge) die door nieuwe bewoners van een woning waar een tuin bij hoort, getekend moet worden. De allonge behandelt o.a. de verplichting contact op te nemen met Samenwerking wanneer men een boom wil planten in de tuin. Dit herziene tuinbeleid is aangepast aan de landelijk geldende regels. Gebruikte bronnen zijn het Burgerlijk Wetboek en Besluit Kleine Herstellingen van de overheid, twee uitgaven van de Bomenstichting ( Bomen met de buren en Bomen en Wet, geldend recht voor bomen ), de Bomenverordening 2014 van de Gemeente Amsterdam en documenten op internet (o.a. eerste hulp bij recht, de rijdende rechter ). 1

2 Specifieke aandachtspunten. 1. Geveltuinen a) Het hoveniersbedrijf dat verantwoordelijk is voor de gevelbegroeiing, snoeit, wiedt en bemest de geveltuintjes twee keer per jaar. Aanvullend onderhoud is de verantwoordelijkheid van de bewoner. Geveltuintjes waar geen wingerd in staat of een andere beeldbepalende plant, kunnen op verzoek van de bewoner door het stadsdeel of gemeente worden verwijderd. Graag in overleg met de hovenier van Samenwerking. b) Tegen de voorgevel van veel huizen van Samenwerking groeit wingerd, (Parthenocissus tricuspidata Veitchii ) een zelfhechtende klimplant. Op sommige plekken is deze wingerd even oud als de woningen waaraan hij zich vasthoudt. Deze zijn door het stadsdeel opgenomen in de lijst beschermwaardige houtopstanden. Het hoveniersbedrijf van Samenwerking komt twee keer per jaar met een hoogwerker om de wingerd te snoeien en banden aan te brengen om de wingerd te ondersteunen. Het is niet toegestaan de wingerd zelf te snoeien, behalve wanneer deze zich hecht aan het houtwerk van de raam- en deurkozijnen. c) Van bewoners wordt gevraagd nieuw geplante wingerd de eerste tijd te verzorgen door ze water te geven en ze ongestoord de voorgevel te laten bedekken. Wingerd heeft voorrang op andere klimmers die tegen de muren van Samenwerking klimmen. d) Wingerd wordt weggeknipt van houtwerk (raamkozijnen, deurposten) door het hoveniersbedrijf. De aangehouden afstand is de groei van de klimmer tussen twee snoeibeurten in. In de hoogte betekent dit dat de bovenste verdieping vrij gesnoeid wordt van de wingerd. Wanneer dikkere takken tussen ramen omhoog gaan, kunnen deze uiteraard blijven zitten. Lege gevelbanden worden door het hoveniersbedrijf verwijderd tijdens de snoeirondes in de buurt. e) Wanneer de gevelbegroeiing aan de voorkant loshangt, kunnen bewoners dit melden aan Samenwerking. Kunnen de medewerkers van Samenwerking er niet bij, dan wordt gewacht tot het hoveniersbedrijf met de hoogwerker komt. 2. Achtertuinen a) Met het betrekken van de woning is de huurder zelf verantwoordelijk voor het tuinonderhoud. Zoals in de algemene bepalingen huurovereenkomst in hoofdstuk 8 geschreven staat, dienen bewoners hun tuin aan te leggen en te onderhouden als siertuin. 2

3 In een siertuin ziet de beplanting er verzorgd uit en zijn de bomen in goede conditie. Gras wordt regelmatig gemaaid, hagen en heesters worden gesnoeid en onkruid en woekerende planten worden verwijderd. Het gebruiken van de tuin als opslag is niet toegestaan. Een schuur bouwen of andere getimmerten in de tuin plaatsen evenmin. Anderen mogen geen last hebben van het gebruik van de tuin. b) Speciale aandacht is nodig voor woekerende planten. Het verdient aanbeveling vóór het planten op de hoogte te zijn van de expansiedrift van een plant. De huurder is en blijft verantwoordelijk voor het binnen de perken houden van zelf geplante planten, ook wanneer een plant de tuin van de buren binnendringt. Hij/zij moet deze aanplant dan verwijderen of de kosten voor het weghalen vergoeden. Een woekerende plant dient afdoende verwijderd te worden. Lijst met woekerende planten die geweerd moeten worden uit de tuinen van Samenwerking : - Bamboe (alle soorten) - Japanse duizendknoop (Polygonum cuspidatum, Fallopia japonica) - Bruidsluier (Fallopia aubertii) De lijst is overigens niet limitatief; er zijn meer planten die zich in rap tempo vermeerderen en die vermeden en/of verwijderd moeten worden. c) Het is niet gewenst zelfhechtende klimmers (met name klimop) tegen de gevel aan de achterkant van de woning te laten klimmen. De meeste zelfhechtende klimmers zijn moeilijk bij te houden zonder hoogwerker. Wanneer de klimmer de dakrand bereikt en lekkages veroorzaakt, zijn de problemen groot. Ook bedekt de klimmer al snel de gevel van de bovenburen. Wanneer er al een klimmer staat of de bewoner wil toch echt een klimmer tegen de achtergevel, laat deze plant dan niet hoger groeien dan 180cm. (plant bij voorkeur, niet zelfhechtende klimplanten zoals roos of clematis) d) Ontstane problemen wanneer de klimmer is ontsnapt zijn de verantwoordelijkheid van de bewoner waar de klimplant vandaan komt. Kosten voor het repareren van een lekkage of andere schade ontstaan door nalatigheid van de bewoner worden op de bewoner verhaald. Wanneer buren last hebben van de zelfhechtende klimplant moet de bewoner waar de plant vandaan komt deze snoeien. e) Bij een mutatie worden door Samenwerking naar inzicht klimmers verwijderd. f) Wanneer een bewoner een klimmer wil verwijderen uit de achtertuin kunnen bovenburen dit niet tegen houden. De beplanting is de verantwoordelijkheid van de benedenbewoner. Wanneer het een wingerd betreft die tegen de voorgevel groeit mag deze niet weggehaald worden. 3

4 3. Bestrating in tuinen. a) Wanneer een verzakking optreedt in het terras dat door Samenwerking is aangelegd, zijn de kosten van herstel voor Samenwerking. Een verzakking in een terras dat door de bewoner zelf of door vorige bewoners is aangelegd, moet door de bewoner zelf opgelost en bekostigd worden. b) Wanneer de tuin zelf verzakt, is het eventueel ophogen ervan een verantwoordelijkheid van de bewoner. Omdat het ophogen van een tuin ertoe kan leiden dat omringende bomen sterven, mag het ophogen alleen plaatsvinden in overleg met en na goedkeuring van de hovenier van Samenwerking. c) Niet meer dan 30% van de tuin mag betegeld worden. Dit is om afvoer van hemelwater natuurlijk te laten verlopen. 4. Bomen Het toevoegen van een boom aan het grote aantal dat al aanwezig is in tuinen van Samenwerking wordt in beginsel niet toegestaan. Staan er geen grote bomen in het blok, zijn de tuinen minstens 9 meter diep en hebben de buren geen bezwaar? Dan is het planten van een boom met een uiteindelijke hoogte van drie meter, na overleg, mogelijk toegestaan. Voorwaarden zijn dat de boom minstens 8 meter van alle gevels vandaan moet staan, de boom niet dichter dan 50 cm van de erfgrens staat, dat de buren en Samenwerking akkoord gaan met het planten van de boom en dat de bewoner zich verplicht de boom naar behoren te (laten) onderhouden. Zie verder hierna onder deel II: Bomenbeleid Samenwerking. 5. Overhangende takken a) Wanneer buren melden dat ze last hebben van overhangende takken, wordt van de bewoner van de tuin van waaruit de takken overhangen verwacht dat deze de overhangende takken terugsnoeit. Eventuele kosten van de snoei zijn in principe voor rekening van deze bewoner (de eigenaar van de boom/struik). b) Verwacht wordt dat buren rekening houden met billijkheid en redelijkheid van het verzoek. Aanbevolen wordt in goed overleg tot een afspraak te komen. Wanneer er niet gereageerd wordt op een schriftelijk verzoek overhangende takken weg te halen, mogen de buren die de overhangende takken weg willen (laten) halen na de verstreken termijn genoemd in het schriftelijk verzoek (bv. 6 weken) zelf gereedschap ter hand nemen. 4

5 c) Rigoureus snoeien van overhangende takken waardoor de heester/boom ontsierd raakt, is niet toegestaan. Schade door snoei kan dan verhaald worden op de snoeiers. Om deze reden is het raadzaam te overleggen met de buren welke takken gesnoeid mogen worden om misverstanden te voorkomen (bron: Bomen met je Buren, de Bomenstichting). d) In redelijkheid mag niet worden verwacht dat tegemoet wordt gekomen aan een verzoek takken te snoeien die slechts 20 cm overhangen (bron: Bomen met je Buren, de Bomenstichting). Wanneer een heester/boom van meer dan 20% wordt gesnoeid, moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd (bron: bomenverordening 2014, gemeente Amsterdam). Aanvragen van een snoei- of kapvergunning wordt op verzoek en na beoordeling door Samenwerking gedaan. e) Takken van struiken die vanuit een tuin over de straat heen hangen moeten door de bewoner verwijderd worden wanneer verkeer, zoals voetgangers, hier last van heeft. De stoepen zijn openbare weg (bron: Bomen met je Buren, de Bomenstichting). 6. Erfafscheiding Onderhoud aan erfafscheidingen die bij de woning behoren (max. 1 à 2 meter uit de gevel) is voor rekening van Samenwerking, tenzij de huurder zelf een eigen afscheiding heeft aangebracht. Overige erfafscheidingen zijn een verantwoordelijkheid van de huurder. De kosten voor het vervangen van deze erfafscheidingen worden gedeeld door de bewoners van de aan elkaar grenzende tuinen. Wanneer de erfafscheiding bestaat uit een haag, hebben beide buren zorg voor hun kant van de haag (bron: Burgerlijk Wetboek, art.5:49). Een erfafscheiding mag maximaal 2 meter hoog zijn. Meer informatie of advies? Voor meer informatie of advies kunt u contact opnemen met de hovenier van Samenwerking (door een te sturen naar info@samenwerking.org of te bellen naar ). 5

6 II. Bomenbeleid Samenwerking Bomen vormen in een dichtbebouwde stad als Amsterdam een schaars goed waar zuinig mee omgesprongen dient te worden. Hoog opgaand groen is een verrijking van onze woonomgeving. Bovendien hebben bomen een belangrijke ecologische waarde en leveren zij een bijdrage aan schonere lucht en vergroten de leefbaarheid in de stad. (Amsterdamse Bomenverordening 2014) Basisafspraken In het huurcontract van Samenwerking staat dat de bewoner verantwoordelijk is voor de beplanting in de tuin. Het snoeien van heesters en bomen valt daar onder. Wanneer een boom ziek is, scheef staat en/of dreigt om te vallen of dood is, kan aan Samenwerking worden gevraagd om deze op kosten van Samenwerking te laten verwijderen. Het toevoegen van bomen aan het grote aantal dat al aanwezig is in tuinen van Samenwerking is ongewenst. Staan er geen grote bomen in het blok, zijn de tuinen minstens 9 meter diep en hebben de buren geen bezwaar? Dan is het planten van een boom met een uiteindelijke hoogte van drie meter, na overleg met de hovenier van Samenwerking, mogelijk toegestaan. Voorwaarden zijn dat: - de boom minstens 8 meter van alle gevels vandaan staat (i.v.m. stand van de zon en schaduwwerking); - de boom niet dichter dan 50cm van de erfgrens staat; - de buren en Samenwerking (de tuincommissie) akkoord gaan met het planten van de boom; - de bewoner zich verplicht de boom naar behoren te onderhouden of laat onderhouden. (Bron: Veronica van Amerongen, boomverzorging advies aan Samenwerking 28 juli 2012). Bij het verlaten van de woning kan niet van de vertrekkende bewoner geëist worden dat hij/zij bomen laat kappen. Dat valt onder groot onderhoud, en dat is de verantwoordelijkheid van de verhuurder. Dat ligt anders wanneer de vertrekkende bewoner een boom zonder toestemming van Samenwerking heeft geplant; dan kan zo nodig wel worden verlangd dat de bewoner een boom (laat) kappen. Snoeien doet groeien Het wordt niet als hinder beschouwd wanneer men last heeft van wat gewoon is aan een boom zoals o.a. ; schaduw, vallende bladeren, takjes en vruchten (Burgerlijk Wetboek, artikel 5:37). Bij klachten over lichtbeneming wordt de volgende 1:4 regel toegepast; de 6

7 boom moet minimaal een kwart van de boomlengte van de gevel vandaan staan. Een boom van bv. 12 meter lengte moet 3 meter of minder van de gevel vandaan staan voordat er gesproken wordt van ernstige lichtbeneming. Wanneer de bewoner of omwonenden bomen willen laten snoeien omdat ze schaduw werpen, zijn de kosten voor de bewoner/omwonenden. Let op: de snoei wordt door de boom zelf zo snel mogelijk ongedaan gemaakt. De boom zal door het snoeien namelijk worden aangezet om het evenwicht tussen ondergrondse delen (wortels) en bovengrondse delen (takken met bladeren) weer te herstellen. Het licht dat ontstaat na de snoei zal derhalve binnen enkele jaren teniet gedaan zijn. Aanvraag kapvergunning De eigenaar van de grond ( Samenwerking in dit geval) is ook de eigenaar van de boom, zelfs al is de boom gekocht en geplant door de bewoner. Bewoners kunnen, omdat ze geen eigenaar van de grond zijn, niet eisen dat een boom gekapt wordt. (bron: Bomen met je buren, Bomenstichting) Aanvraag voor een kapvergunning (omgevingsvergunning met als doel vellen van houtopstand) moet gebeuren door S, als eigenaar van de grond. NB: In de regel verlangt het stadsdeel dat bij kap wordt herplant (artikel 7, Bomenverordening 2014). Is dit niet mogelijk, dan verlangt het stadsdeel dat de waarde van de boom wordt gestort in een herplantfonds. De waarde van de boom wordt door een onafhankelijk boomtaxateur bepaald. Of de boom geplant is of door een zaadje op die plek terecht is gekomen maakt niet uit. Ook de staat waarin de boom verkeerd is niet van belang. Het krijgen van toestemming een boom te mogen (laten) kappen is niet makkelijk, het stadsdeel is erg terughoudend in het verlenen van een vergunning. Adoptie Samenwerking kan bomen in tuinen van bewoners adopteren. Dit houdt in dat Samenwerking de zorgplicht van de boom op zich neemt. Voorwaarde voor adoptie is dat de boom opgenomen is in het Bestand Monumentale Houtopstanden van het Stadsdeel. Na adoptie mag de bewoner geen takken verwijderen of op een of andere manier schade toebrengen aan de boom. Voorwaarden voor adoptie door het stadsdeel zijn: 1. Er moet sprake zijn van cultuurhistorische betekenis 2. De houtopstand moet natuurwaarde hebben. 3. Er moet sprake zijn van een zeldzaamheidswaarde 7

8 4. De boom moet minstens 50 jaar oud zijn 5. De boom moet nog minstens 10 jaar mee kunnen. Bij een mutatie (wanneer een woning leeg komt) kan Samenwerking een boom adopteren. Bij afsluiten van een nieuw huurcontract wordt de bewoner op de hoogte gesteld van de aanwezigheid van een of meerdere geadopteerde bomen in de tuin die bij de woning hoort. Bewoners kunnen ook zelf een boom voordragen voor adoptie door Samenwerking. Voordat Samenwerking de boom accepteert wordt de bomencommissie van Stadsdeel Zuid uitgenodigd de boom te beoordelen. Wanneer de commissie de boom niet accepteert, zal ook Samenwerking de boom niet adopteren en zijn kosten van onderhoud in de regel voor de bewoner. 8