De heer P. Noordanus De heer N. van Mourik AB /4.3. Informatief Opiniërend Besluitvormend Consulterend

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De heer P. Noordanus De heer N. van Mourik AB /4.3. Informatief Opiniërend Besluitvormend Consulterend"

Transcriptie

1 Voorstel voor de vergadering van het: Algemeen Bestuur Veiligheidsregio MWB Datum Agendapunt 27 juni Strategie en Beleid 4.3 Grote brand ELD Oosterhout (C/B) Portefeuillehouder DB Portefeuillehouder VD Stuknummer De heer P. Noordanus De heer N. van Mourik AB /4.3 Status voorstel Informatief Opiniërend Besluitvormend Consulterend Aanleiding Op 4 juni 2013 was er een zeer grote brand bij het bedrijf ELD in Oosterhout, een BRZO bedrijf dat chemische stoffen verwerkt. Deze brand is aanleiding voor een bestuurlijke verantwoording aan het Algemeen Bestuur, die plaatsvindt op 27 juni Beslispunten Het Algemeen Bestuur wordt gevraagd om in te stemmen met: 1. een 24 uurs beschikbaarheid van een calamiteitencoördinator op de meldkamer en de uitgaven die daarmee verband houden te dekken binnen de begroting van de GMK, met eventueel zo nodig- als achtervang de BDUR middelen van de Veiligheidsregio. 2. de opdracht aan de algemeen directeur om bij opschaling in GRIP naast bron- en effectbestrijding ook impactbeleving en bestrijding te betrekken bij de beoordeling van het gewenste GRIP niveau en hieraan expliciet aandacht te geven in de opleiding en instructies van de professionals van operationele diensten. 3. de opdracht aan de algemeen directeur om de crisisorganisatie (verder) te professionaliseren en daarover in oktober 2013 aan het Algemeen Bestuur een plan van aanpak inclusief implementatietraject ter goedkeuring voor te leggen. 4. het met kracht en voortvarendheid doorontwikkelen van de netcentrische werkwijze en de algemeen directeur te verzoeken daartoe alle benodigde maatregelen te nemen. Toelichting en onderbouwing Verwezen wordt naar het document Bestuurlijke verantwoording van 18 juni 2013 (bijgevoegd). Bijgevoegd Bestuurlijke verantwoording van 18 juni Agendapunt 4.3./AB /9

2 BESTUURLIJKE VERANTWOORDING Tilburg/Breda, 18 juni Aan het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio MWB, naar aanleiding van de zeer grote brand bij ELD (European Liquid Drumming) op 4 juni 2013 in Oosterhout. 1 Inleiding Op dinsdag 4 juni 2013 om uur krijgt de meldkamer (GMK) een melding van een brand bij het bedrijf ELD, gevestigd aan de Zeilmakerijweg in Oosterhout. De opschaling geschiedt in een snel tempo, van middelbrand naar zeer grote brand, van GRIP 1 naar GRIP 2 en dit alles binnen 25 minuten. Om uur werd het sein brand meester gegeven. Er zijn geen slachtoffers gevallen. Bij het bedrijf staat loods 3 (een vrijstaande loods voor opslag en emballage) in brand. Deze loods bevat, voor zo ver op dat moment bekend, in hoofdzaak een groot aantal lege plastic containers (IBC s) en lege vaten (emballage), metalen vaten met brandbare stoffen die geen gevaarlijke stoffen classificatie hebben. De oorzaak van de brand is thans nog niet bekend. Het Openbaar Ministerie (OM) stelt inmiddels een strafrechtelijk onderzoek in, naar zowel de oorzaak van de brand als ten aanzien van het nakomen van de vergunningvoorschriften door het bedrijf. In de (social) media wordt al snel een verband gelegd met de zeer grote brand bij Chemie Pack op 5 januari Dit vooral vanwege het feit dat ELD een zogenoemd BRZO bedrijf is, dat vloeibare chemische producten afvult, verpakt, mengt en opslaat. Deze mediale en maatschappelijke framing van de brand in Oosterhout veroorzaakt een behoorlijke maatschappelijke dynamiek, in het bijzonder in het zogenoemde effectgebied, dat onder meer (delen van) de gemeenten Breda en Zundert omvat. In de publiciteit krijgt zowel de opschaling als in het bijzonder de inzet en effectiviteit van de crisiscommunicatie bijzondere aandacht. Naar aanleiding van de zeer grote brand worden er Kamervragen gesteld, als ook raadsvragen in de gemeenten Oosterhout en Breda. 2 Verantwoording Op verzoek van het Dagelijks Bestuur worden door de algemeen directeur direct na de brand interne evaluatiegesprekken en bijeenkomsten gehouden. De resultaten daarvan komen in deze verantwoording aan de orde. Deze verantwoording is geschreven vanuit het perspectief en de verantwoordelijkheden die de Veiligheidsregio heeft. Tevens is dit document beschikbaar voor het zich verantwoorden aan de gemeente Oosterhout over de inzet van de Veiligheidsregio en wordt het benut voor externe gesprekken, waaronder die met de Inspectie voor Veiligheid en Justitie. Uitgangspunt voor deze verantwoording is het Besluit Veiligheidsregio s waarin vier basisvereisten zijn opgenomen, te weten: alarmering, opschaling, leiding en coördinatie en informatievoorziening. Voor onze regio geldt, op basis van een eerdere bestuurlijke afspraak, een 5 e basisvereiste, namelijk crisiscommunicatie. Hieronder wordt op deze basisvereisten ingegaan. Alvorens dat te doen wordt eerst ingegaan op artikel 31 van de wet Veiligheidsregio s en de aspecten handhaving en toezicht vanuit de verantwoordelijkheid van de Veiligheidsregio daarvoor. Sinds oktober 2010, met de invoering van de wet Veiligheidsregio s, is de Veiligheidsregio bevoegd gezag voor wat betreft artikel 31 / bedrijfsbrandweren. De gemeente Oosterhout is bevoegd gezag voor wat betreft vergunningverlening, toezicht en handhaving. De Omgevingsdienst MWB voert sinds 1 januari 2013 namens deze gemeente de BRZO inspecties uit, in samenwerking met de Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie) en de brandweer. Deze verantwoording wordt afgesloten met een aantal conclusies en aanbevelingen op basis van de kennis die nu beschikbaar is. Agendapunt 4.3./AB /9

3 3 Artikel 31 van de wet Veiligheidsregio s Artikel 31 bepaalt dat het bestuur van de Veiligheidsregio de bevoegdheid heeft een inrichting die in geval van een brand of ongeval bijzonder gevaar kan opleveren voor de openbare veiligheid kan aanwijzen als bedrijfsbrandweerplichtig. In onze regio gaat het om 54 bedrijven (de zogenoemde BRZO bedrijven) die voor een zogenoemd aanwijstraject in aanmerking kunnen komen. In 2011 heeft het bestuur besloten voor al deze bedrijven een aanwijstraject te volgen. Eind 2013 zal ruim 70% van alle daarvoor in aanmerking komende bedrijven een dergelijk traject hebben doorlopen dan wel in uitvoering zijn. Eind 2014 moeten alle trajecten zijn afgerond. Daarvoor is naast extra personele capaciteit bij de Veiligheidsregio/Brandweer ook externe inhuur ingeschakeld. Bij ELD is in mei 2012 het zogenoemde aanwijstraject gestart en onlangs ook afgerond. Dit betekent dat de wijze van bestrijding van de geloofwaardige incidentscenario s is goedgekeurd door de brandweer. Uit het aanwijstraject bleek dat ELD voor de bestrijding van de geloofwaardige scenario s een aantal stationaire brandbestrijdingsvoorzieningen moet treffen. Hiervoor is een uitgangspuntennotitie opgesteld, dat inmiddels is goedgekeurd door de gemeente Oosterhout en de brandweer. Het bedrijf is doende met de uitvoering van het treffen van de voorzieningen en hoopt die eind 2013 te hebben afgerond. Voor de tussenliggende periode, tot aan het voltooien van alle te treffen voorzieningen, heeft de brandweer tijdelijke maatregelen van het bedrijf geëist. Voor alle duidelijkheid: op basis van het aanwijstraject werden geen aanvullende brandveiligheidseisen gesteld aan loods 3. De brandweer van het cluster Amerstreek heeft begin 2013 meer keren geoefend bij ELD met een inzet van de tijdelijke maatregelen. Ook kan vermeld worden dat voor het bedrijf ELD een actueel rampbestrijdingsplan beschikbaar is. 4 Handhaving en toezicht In 2012 heeft op verschillende momenten zowel aangekondigd als onaangekondigd toezicht plaatsgevonden, onder leiding van het bevoegd gezag (gemeente). De brandweer heeft diverse keren deelgenomen aan de controles. Eind 2012 heeft de verplichte jaarlijkse BRZO inspectie plaatsgevonden. 5 Wijze van brandbestrijding De wijze van brandbestrijding is conform de vastgestelde procedures verlopen en ook effectief gebleken. Reeds om uur kon het sein brand meester worden gegeven. De inzet van de brandweer was tweeledig. Ten eerste het voorkomen van uitbreiding en overslag naar aangrenzende gebouwen en installaties, zowel op het terrein van ELD zelf als naar belendende gebouwen. Ten tweede het bestrijden van de brand nadat bepaald was met welke blusmiddelen de brand bestreden kon worden. Er heeft ook inzet van schuim plaatsgevonden. De bedrijfsveiligheidsdeskundige van ELD heeft de noodzakelijke informatie direct aan de brandweer verstrekt. Snel na de alarmering zijn de meetploegen van de brandweer ingezet. Er zijn op diverse plaatsen, in zowel bron- als effectgebied, metingen verricht op NOx-emissie (stikstof oxiden). Die is niet waargenomen. In samenspraak met de geneeskundig adviseur is de inschatting gemaakt dat er geen dioxines zijn vrijgekomen. Op grond van de uitkomsten van de metingen is vastgesteld dat er geen sprake was van een ontoelaatbare en/of onaanvaardbare concentratie van gevaarlijke stoffen in de lucht. Er is geen moment sprake geweest van een reëel gevaar voor de volksgezondheid (behoudens dat rook nooit goed is). Op basis van de resultaten van de metingen deelt de Milieu Ongevallen Dienst van het BOT-mi (beleidsondersteunend team milieu incidenten van het ministerie van I & M) de conclusie van de brandweer dat de vrijgekomen stoffen geen gevaar opleveren voor de volksgezondheid. Dit is ook de reden dat de verantwoordelijke officieren van de brandweer het niet noodzakelijk achtten om de sirenes te laten afgaan. De sirenes zijn een middel dat alleen wordt ingezet om mensen te alarmeren in een situatie van levens- of gezondheidsbedreigende situatie, waarbij acuut handelen om zichzelf in veiligheid te brengen noodzakelijk is. Daarvan was geen sprake op 4 juni Voor de officieren was de inzet van de sirenes, gezien de aard en omvang van de brand, niet proportioneel. Agendapunt 4.3./AB /9

4 6 Alarmering De meldkamer heeft terstond op de gebruikelijke wijze gealarmeerd en ook heel snel opgeschaald. Van middelgrote brand om uur, via GRIP 1 om uur naar GRIP 2 om uur. De alarmering is op correcte wijze verlopen. Bij een zogenoemde GRIP situatie dient de leiding en coördinatie binnen de meldkamer direct eenhoofdig te worden georganiseerd, door een zogenoemde calamiteitencoördinator. Op 4 juni was er geen calamiteitencoördinator voorhanden. Daardoor was het ook niet mogelijk om binnen de vastgestelde tijd van 5 minuten een startbeeld van de situatie te maken in het landelijk crisis management systeem (LCMS). Op basis van wet- en regelgeving dient er 365 dagen 24 uur per dag een calamiteitencoördinator aanwezig te zijn op de meldkamer. Dat is bij onze meldkamer niet het geval. In de avond- en nachturen, alsmede het weekend, is geen calamiteitencoördinator voorhanden. Dit wordt ondervangen door een van de centralisten bij een ramp of crisis hiervoor als zodanig vrij te maken. Er is om financiële redenen gekozen voor deze aanpak. In een situatie van vrijgestelde calamiteitencoördinatoren voor 365 dagen 24 uur per dag zijn de kosten ruim 0,4 miljoen euro (8 fte). Overigens wordt in veel Veiligheidsregio s gekozen voor een pragmatische aanpak; onderkend moet worden dat dit wel een kwetsbare oplossing is, omdat in een situatie van een ramp of crisis alle centralisten nodig zijn voor het directe primaire proces van de operationele diensten. 7 Opschaling Zoals hiervoor reeds gesteld is de opschaling voortvarend aangepakt. Binnen 25 minuten naar GRIP 2 (het hoogste operationele niveau). De vraag of naar een hoger GRIP niveau opgeschaald had kunnen of moeten worden leeft in zowel bestuurlijke kring als in de samenleving. Vragen hierover worden met name ingegeven door het feit dat er sprake was van een effectgebied dat meer gemeenten betrof, en ook lettend op de maatschappelijke en mediadynamiek. De brand in Oosterhout werd het eerste uur gepercipieerd als vergelijkbaar met Chemie Pack. Ter toelichting op het vorenstaande het volgende. Voor BRZO bedrijven die verplicht zijn om een veiligheidsrapport te maken zijn rampbestrijdingsplannen (RBP) opgesteld, waarin de rampscenario s zijn beschreven. Wanneer zich een bepaald scenario voordoet is voorgeschreven welk GRIP niveau (automatisch) van toepassing is. De brand op 4 juni 2013 betrof geen rampscenario en was dus ook niet opgenomen in het rampbestrijdingsplan. Daarom was geen sprake van een automatisch (vooraf) bepaald GRIP niveau. Op 4 juni 2013 hebben de verantwoordelijke officieren zich voor wat betreft de opschaling gebaseerd op hun professioneel inzicht en ervaring voor wat betreft aard, omvang en de ontwikkeling van de brand. Met andere woorden, in de beleving van die bestuurders en ook in de samenleving staat niet (langer) de incidentbestrijding (in zowel bron- als effectgebied) centraal maar de incidentbeleving. De bestuurlijk, maatschappelijke opvattingen richten zich niet meer enkel en alleen op bron- en effectbestrijding maar evenzeer en tegelijkertijd op impactbeleving en bestrijding, als belangrijk onderdeel van crisisbeheersing. Dit is een actueel en steeds relevanter thema dat aandacht en verdieping verdient. Zeker tegen de achtergrond van de opkomst en ontwikkeling van de social media in het publieke en maatschappelijke domein. De brand in Oosterhout werd maatschappelijk gepercipieerd als vergelijkbaar met Moerdijk (BRZO bedrijf, chemie), hoewel feiten en omstandigheden inhoudelijk en professioneel gezien daarvan nogal verschilden (bij Chemie Pack betrof het een plasbrand van circa m2 en loodsoppervlak. Bij ELD een oppervlakte van 400 m2). Los van deze bestuurlijk, maatschappelijke zienswijze/benadering, is de vraag of en zo ja het op 4 juni daadwerkelijk verschil had gemaakt wanneer naar een hoger GRIP niveau was opgeschaald. Zo er hoger zou zijn opgeschaald, dan had GRIP 4 voor de hand gelegen, omdat er naast een brongebied sprake was van een effectgebied, dat meer gemeenten omvatte. Wanneer daarvan sprake zou zijn geweest had het Regionaal Beleidsteam (RBT) moeten opkomen; de leden van het RBT hebben een bestuurlijk vastgestelde opkomsttijd van 60 minuten. Het RBT had dan eerst feitelijk kunnen starten tussen uur, afhankelijk van het moment van opschaling. Agendapunt 4.3./AB /9

5 Voor de bron- en effectbestrijding zou hogere opschaling geen verschil hebben gemaakt. Sterker, die zou ook geen invloed daarop hebben gehad, omdat de brand reeds om uur meester was. De vraag is vervolgens of een hoger GRIP niveau (4) van invloed zou zijn geweest op de incidentbeleving en impactbestrijding. Beide aspecten hebben van doen met de inzet en kwaliteit van de crisiscommunicatie. Daarop wordt verderop in deze verantwoording nadrukkelijk ingegaan. 8 Leiding en coördinatie Op 4 juni 2013 is grotendeels voldaan aan hetgeen in het Besluit Veiligheidsregio s omtrent leiding en coördinatie wordt gesteld. Wel zijn er in de interne evaluatie van de operationele diensten, de betrokken gemeente en het waterschap enkele aandachts- en leerpunten vastgesteld. Deze punten hebben vooral van doen met de rolvastheid van de operationeel betrokkenen. Ook de afstemming en integrale afwegingen die noodzakelijk waren in het verkeer tussen ROT en Gemeente hadden beter gekund en gemoeten; LCMS is daartoe het geëigende middel, omdat het bijdraagt aan inzicht in (tijdige en adequate) besluitvorming en overzicht van (lopende) acties. 9 Informatievoorziening In het Besluit Veiligheidsregio s wordt onder informatievoorziening verstaan dat de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing in staat is gedurende een ramp of crisis onafgebroken te functioneren. Hieraan is op 4 juni inhoud en vorm gegeven door gebruik te maken van het landelijk crisis management systeem (LCMS), vormgegeven via de netcentrische werkwijze. Het systeem heeft naar behoren gefunctioneerd, zij het dat niet alle operationele diensten via netcentrisch werken hebben gewerkt. Dat geldt met name bevolkingszorg en de politie. Hierover wordt inmiddels met betrokkenen gesproken en daarover zullen op korte termijn nadere afspraken worden gemaakt. Het feit dat de calamiteitencoördinator op de meldkamer niet direct voorhanden was heeft in het begin voor enige vertraging gezorgd bij het opstellen van het totaalbeeld in het LCMS. Voor hetgeen over de calamiteitencoördinator is gezegd wordt verwezen naar paragraaf 6, over alarmering. 10 Crisiscommunicatie Verreweg de meeste aandacht bij zowel bestuurders als in de samenleving gaat uit naar het thema crisiscommunicatie. Ook heel begrijpelijk, omdat de beleving van het incident een essentiële factor van betekenis is, ook in de beoordeling van het effectief bestrijden van een incident. De alarmering en opschaling voor de regionale en locale crisisorganisatie zijn conform de vastgestelde procedure verlopen. De taakorganisatie crisiscommunicatie Oosterhout is ook conform de regels opgestart. Van meet af aan is het instrument social media ingezet; brandweer, politie en gemeente Oosterhout hebben alle drie hun twitter accounts geactiveerd en actief ingezet. Zij het dat van drie verschillende accounts gebruik is gemaakt, dat voor burgers verwarrend heeft gewerkt. Generiek heerst het gevoel en/of beeld dat de crisiscommunicatie te traag is verlopen. Ook is de vraag aan de orde of er voldoende regie op de crisiscommunicatie heeft plaatsgevonden. Verder bestaat het beeld dat met name in het effectgebied de communicatie te kort is geschoten, waardoor burgers geen dan wel in onvoldoende mate een handelingsperspectief is geboden. In dit verband zijn er vragen over onder andere waarom de sirenes niet zijn afgegaan (waarover enige tijd onduidelijkheid heeft bestaan), waarom Omroep Brabant niet is ingeschakeld als rampenzender (overigens geldt dit contractueel alleen de radio van deze Omroep), waarom via twitter zo weinig inhoudelijke informatie is verstrekt en bovenal waarom het NL Alert bericht in een zo laat stadium is verzonden (waarover een technische storing in de media wordt gemeld). Zoals hiervoor reeds gesteld hebben de dienstdoende officieren, die vanuit hun functie en deskundigheid over de meest actuele en relevante informatie beschikten, besloten de sirenes en ook de radio van Omroep Brabant niet in te zetten als communicatie instrumenten. De reden daarvoor is dat er geen sprake was c.q. is geweest van een gezondheidsbedreigende situatie. Agendapunt 4.3./AB /9

6 Al in de eerste mediacontacten is door de woordvoerders naar voren gebracht dat het uit voorzorg (altijd) verstandig is ramen en deuren te sluiten. Diverse media hebben daarvan, vanaf circa uur, in onder andere hun nieuwsmeldingen, ook melding gemaakt. Door de woordvoerders is er voor gekozen om de media hierover breed te informeren, omdat de rookpluim zich ook richting België begaf. Deze berichtgeving wordt, later op de avond, ook ondersteund in de officiële twitterberichten van de politie. Het NL Alert bericht is eerst uur verzonden. Dat is 2,5 uur na melding brand. Om uur heeft het ROT opdracht gegeven om een NL Alert bericht op te stellen en te verzenden. Er heeft zich gedurende 20 minuten een technisch probleem voorgedaan. De beschikbare noodprocedure is niet opgestart, omdat het probleem binnen 20 minuten was verholpen. Het ROT heeft, ondanks het feit dat de brand zich om uur al grotendeels onder controle bevond (om uur sein brand meester), om redenen van maatschappelijke impact van de brand besloten het NL Alert bericht (alsnog) te verzenden, hetgeen vervolgens is uitgevoerd. Bij het verzenden van het bericht deed zich het feit voor dat 2 van de 3 landelijke providers het bericht niet konden verzenden. Dat is gemeld bij de landelijke beheerorganisatie, die de klacht inmiddels heeft onderzocht. De directeur van de Veiligheidsregio heeft daags na de brand publiekelijk verklaard dat het NL Alert bericht te laat is verzonden. Gezien de maatschappelijke onrust, veroorzaakt door de grote, zwarte rookpluim die zich over meer gemeenten uitstrekte, had het NL Alert bericht eerder verzonden dienen te worden, kort na het uitbreken van de brand. Hoewel de procedures correct zijn gevolgd en de social media direct en actief zijn ingezet moet worden vastgesteld dat het op 4 juni in de crisiscommunicatie, in relatie tot de maatschappelijke dynamiek, te veel ontbroken heeft aan centrale regie en aan de gewenste inhoudelijke duidelijkheid over de feitelijke situatie. Ook aan de noodzakelijke damage control. Er was sprake van te veel interne overdrachtsmomenten en te veel partijen. Helderheid en compactheid van de organisatie zijn een voorwaarde voor regie en snelheid. Het zogenoemde gouden uur, dat in veel operationele situaties van toepassing is, geldt ook in deze casus. De huidige structuur biedt geen adequaat antwoord op de behoefte en noodzaak aan een snelle en heldere crisiscommunicatie richting bestuur en bevolking voor wat betreft hun handelingsperspectief, noch duiding van het incident en betekenisgeving. 11 Conclusies In deze verantwoording, die gebaseerd is op interne gesprekken en evaluatie, van de zeer grote brand op 4 juni 2013 wordt ingegaan op de meest relevante aspecten die nodig zijn voor beoordeling van de kwalitatieve inzet en het effectief bestrijden van het incident. Hieronder treft u de belangrijkste conclusies aan. 1. Het traject op grond van artikel 31 van de wet Veiligheidsregio s (bedrijfsbrandweerzorg) ten aanzien van ELD is doorlopen conform de wettelijke procedure en het beleid van de Veiligheidsregio MWB. 2. De gemeente Oosterhout is verantwoordelijk voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. De brandweer adviseert de gemeente en is betrokken bij toezicht en handhaving. Als gevolg van het aanwijstraject zijn tijdelijke maatregelen getroffen. De brandweer heeft gecontroleerd op de aanwezigheid en geschiktheid van de tijdelijke maatregelen. 3. Alarmering is conform de vastgestelde protocollen uitgevoerd. 4. De meldkamer (GMK) voldoet niet aan de gestelde, landelijke norm voor wat betreft de 24 uurs beschikbaarheid van een calamiteitencoördinator. En daardoor kan ook niet voldaan worden aan de eis om in een GRIP situatie binnen 5 minuten in het LCMS een startbeeld van de situatie op te stellen. 5. De opschaling tot en met GRIP 2 is conform de vastgestelde procedures uitgevoerd. 6. Op grond van het vastgestelde rampbestrijdingsplan (RBP) was een hogere GRIP inschaling niet voorgeschreven. 7. Incidentbeleving en impactbestrijding van de brand hebben geen deel uitgemaakt van de afweging of een hogere GRIP inschaling noodzakelijk dan wel gewenst was (geweest). 8. Voor het bestrijden van de brand had een hogere GRIP inschaling geen feitelijk verschil gemaakt. 9. De brand is op effectieve wijze bestreden. Agendapunt 4.3./AB /9

7 10. Leiding en coördinatie hebben voor een belangrijk deel voldaan aan de daaraan te stellen eisen, zij het dat de afstemming tussen ROT en Gemeente beter had gekund en gemoeten; zie ook punt 11 hierna. 11. Informatievoorziening heeft niet op alle punten voldaan aan de vereisten, omdat de calamiteitencoördinator op de GMK niet per direct beschikbaar was en niet door alle betrokkenen is gewerkt met LCMS. 12. Op grond van bestaande procedures en protocollen was er vaktechnisch en professioneel gezien geen noodzaak of aanleiding om de sirenes te laten afgaan en/of de rampenzender (radio) in te schakelen. 13. De organisatie van de crisiscommunicatie is weliswaar conform de vastgestelde regels inhoud en vormgegeven, niettemin: A. Heeft het te veel ontbroken aan centrale regie en aan noodzakelijke, alerte damage control B. Is de generieke voorlichting en informatie aan de bewoners in het effectgebied niet toereikend gebleken C. Is het NL Alert bericht te laat verzonden (afgezien van de technische problemen, lokaal en nationaal). D. Op 4 juni 2013 was er sprake van een GRIP 2 en daarmee was het ROT feitelijk verantwoordelijk voor de crisiscommunicatie. De samenwerking tussen ROT en betrokken gemeente (taakorganisatie communicatie) luistert nauw en die samenwerking had beter gekund en gemoeten. 12 Aanbevelingen: wat hebben we te doen en leren Met inachtneming van bovenstaande conclusies zijn er drie punten die bijzondere aandacht en actie vereisen, te weten de calamiteitencoördinator, de opschaling en de crisiscommunicatie. A. Calamiteitencoördinator bij de meldkamer (GMK) De huidige, praktische aanpak ten aanzien van de beschikbaarheid van een calamiteitencoördinator binnen de meldkamer blijkt (te) kwetsbaar. Gelet op de ervaringen tot nu toe verdient het aanbeveling de aanwezigheid van een calamiteitencoördinator de klok rond te organiseren, gedurende het gehele jaar. De kosten daarvan worden geraamd op een bedrag van 0,4 miljoen euro structureel. Hiervan is thans een bedrag van euro structureel beschikbaar (ten laste van de zogenoemde BDUR gelden). Voor een 24 uurs bezetting is structureel een aanvullend bedrag van euro noodzakelijk. Deze kosten kunnen voor de eerstkomende jaren grotendeels worden opgevangen binnen de begroting van de GMK; naar verwachting voor een bedrag van tot euro. Als eventuele noodzakelijke achtervang voor het benodigde budget zullen de binnen de VR aanwezige BDUR budgetten dienen, tot een maximum van euro. De algemeen directeur van de Veiligheidsregio op te dragen, in samenwerking met de directeur van de GMK, maatregelen te nemen voor een 24 uurs beschikbaarheid van een calamiteitencoördinator op de meldkamer en daarvoor binnen de budgetten van de GMK en zo nodig (aanvullend) binnen de Veiligheidsregio (BDUR) budget vrij te maken en te oormerken. B. Opschaling Mede door de opkomst en ontwikkeling van de social media geldt dat het bij opschaling niet langer en alleen meer over de bron- en effectbestrijding van het incident gaat, maar evenzeer en tegelijkertijd over incidentbeleving en (maatschappelijke) impactbestrijding. Voor iedere GRIP situatie zijn incidentbeleving en impactbestrijding relevant en actueel. Voorkomen moet worden dat alleen al om die reden bij ieder (groter) incident naar een hoger of het hoogste GRIP niveau moet worden opgeschaald. Het is van belang dat kennis en kunde, procedures en werkwijzen (ook en met name bij GRIP 1 en 2) zodanig worden aangepast dat deze (naadloos) passen bij de hedendaagse crisispraktijk. Dat houdt in dat steeds door verantwoordelijke en dienstdoende officieren, inclusief leiders COPI (commando plaats incident ) en ROT (regionaal operationeel team) expliciet de vraag moet worden gestelde welke maatregelen en instrumenten ingezet moeten worden, in relatie tot incidentbeleving en impactbestrijding. Waarbij maatschappelijke dynamiek een niet te miskennen onderdeel is van de integrale afweging die gemaakt moet worden. Ook het incident op 4 juni geeft daartoe voldoende aanleiding. Agendapunt 4.3./AB /9

8 De algemeen directeur van de Veiligheidsregio wordt opgedragen hetgeen hierboven als gewenst en noodzakelijk wordt beschouwd op te pakken en te implementeren binnen de bestaande procedures als ook in de opleiding en instructies voor operationeel leidinggevenden. Het bestuur vraagt de directeur hierover in oktober 2013 de stand van zaken en voortgang te melden. C. Crisiscommunicatie In bestuurlijke en ook maatschappelijke kring is en wordt voor wat betreft de crisiscommunicatie een vergelijking gemaakt met de zeer grote brand bij Chemie Pack op 5 januari Daarbij is de vraag aan de orde of er van de situatie toen is geleerd. Het antwoord daarop is deels bevestigend. Dit geldt met name ten aanzien van het gebruik van de social media, die actief zijn ingezet. Ook zijn er omgevingsanalyses gemaakt en heeft de organisatie gefunctioneerd zoals behoort. Overigens beperkt hetgeen geleerd is van Chemie Pack zich niet alleen tot crisiscommunicatie, maar geldt dat evenzeer voor andere onderwerpen; kortheidshalve wordt verwezen naar eerdere voortgangsberichten aan het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio. Wat echter ook in deze casus in de communicatie professioneel is onderschat betreft de maatschappelijke impact van het incident. Door de framing van het incident, neergezet als vergelijkbaar met Chemie Pack van destijds, had in de externe communicatie slagvaardiger en alerter opgetreden moeten worden. Slagvaardiger en alerter in de zin van de snelheid van (het beschikbaar stellen van) informatie (over de feiten en omstandigheden) en damage control in relatie tot de maatschappelijke dynamiek. Dit geldt in het bijzonder ten aanzien van de communicatie richting het effectgebied. De algemeen directeur van de Veiligheidsregio wordt opgedragen, op zo kort mogelijke termijn, de organisatie van de crisiscommunicatie verder te professionaliseren, waarbij uitgangspunten zijn: robuustheid van de organisatie, regie en slagvaardigheid in optreden, en het doorontwikkelen van de social media binnen de crisisorganisatie.het bestuur verzoekt de algemeen directeur hiervoor in oktober 2013 een plan van aanpak, inclusief implementatietraject, ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur. 13 Ten besluit Het bestuur van de Veiligheidsregio MWB is er zich ten volle van bewust dat veiligheid voor burgers en bedrijven een essentiële voorwaarde is voor de betrouwbaarheid van de overheid. Die overtuiging stimuleert en motiveert ons als bestuurlijk en operationeel leidinggevenden van de Veiligheidsregio. Veel zaken gingen op 4 juni 2013 goed, dat moet, kan en mag gezegd worden. De veiligheid van burgers is niet in het geding geweest. Ook op het punt van de crisiscommunicatie is er ten opzichte van 2011 zichtbare vooruitgang geboekt, maar het is nog niet goed genoeg. Met name de regiefunctie in de crisiscommunicatie en de snelheid in de communicatie in het eerste, zogenoemde gouden uur moet worden versterkt c.q. verbeterd, zoals hierboven aangegeven. Het bestuur neemt dit punt serieus; iedere keer weer blijkt dat crisiscommunicatie de achilleshiel is bij het bestrijden van rampen en crises. Op 1 december 2012 is de netcentrische werkwijze daadwerkelijk operationeel geworden in de Veiligheidsregio MWB. Het incident op 4 juni 2013 in Oosterhout benadrukt de noodzaak om in die werkwijze, in zowel kennis als vaardigheden, onverminderd te blijven investeren. Informatievoorziening en crisiscommunicatie bepalen in belangrijke mate zowel de kwaliteit van als het succes in leiding en coördinatie bij de aanpak en het bestrijden van rampen en crises. Met name hierin moet de Veiligheidsregio zich verder bekwamen. Agendapunt 4.3./AB /9

9 14 Voorstellen 1. Het Algemeen Bestuur wordt gevraagd in te stemmen met de inhoud van deze verantwoording. 2. Het Algemeen Bestuur wordt gevraagd in te stemmen met een 24 uurs beschikbaarheid van een calamiteitencoördinator op de meldkamer en de uitgaven die daarmee verband houden te dekken conform hetgeen in punt 12 hiervoor is aangegeven. 3. Het Algemeen Bestuur wordt gevraagd in te stemmen met de onder punt 12 geformuleerde opdrachten aan de algemeen directeur ten aanzien van de opschaling in relatie tot impactbestrijding van het incident en de (organisatie van de) crisisorganisatie en kwaliteit daarvan. 4. Het Algemeen Bestuur wordt gevraagd in te stemmen met de onder punt 12 geformuleerde opdracht de algemeen directeur te verzoeken om voor de AB vergadering van oktober 2013 een plan van aanpak inclusief implementatietraject voor de structuur en kwaliteit van de crisiscommunicatie ter goedkeuring voor te leggen. 5. Het Algemeen Bestuur wordt gevraagd in te stemmen met het met kracht en voortvarendheid doorontwikkelen van de netcentrische werkwijze (LCMS) en de algemeen directeur te verzoeken alle daartoe benodigde maatregelen te nemen. Agendapunt 4.3./AB /9

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2500 AE DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2500 AE DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2500 AE DEN HAAG Turfmarkt 147 Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.minbzk.nl Betreft Antwoord

Nadere informatie

4. Strategie en Beleid

4. Strategie en Beleid Voorstel voor de vergadering van het: Algemeen Bestuur Veiligheidsregio MWB Datum Agendapunt 16 oktober 2014 4.1 4. Strategie en Beleid 4.1 Bestuurlijke verantwoording brand Destra Data Breda (B) Portefeuillehouder

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

Factsheet Brand ANF Lingen (Duitsland) 6 december 2018

Factsheet Brand ANF Lingen (Duitsland) 6 december 2018 Factsheet Brand ANF Lingen (Duitsland) 6 december 2018 BASISINFORMATIE INCIDENT Incident omschrijving Brand in laboratorium nabij kerncentrale Lingen Plaats Lingen, Duitsland Datum 6-12-2018 Incidentnr.

Nadere informatie

GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat

GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat 26 januari 2017 Alkmaar 1. Overzicht Incident Donderdag 26 januari 2017 GRIP 1 Zeer grote brand portiekflat Gemeente Alkmaar, Cornelis Evertsenplein 31. Omschrijving

Nadere informatie

1 De coördinatie van de inzet

1 De coördinatie van de inzet 1 De coördinatie van de inzet Zodra zich een incident voordoet of dreigt voor te doen, wordt de rampenbestrijdingsorganisatie via het proces van opschaling opgebouwd. Opschalen kan worden gedefinieerd

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen Welkom Veiligheidsregio NHN Wet veiligheidsregios Bezuinigingen Regionalisering brandweer Praktijk Veiligheidsregio Noord-Holland

Nadere informatie

Voorgestelde maatregelen Systeemoefening Prisma 14 juni 2012

Voorgestelde maatregelen Systeemoefening Prisma 14 juni 2012 Systeemoefening Prisma 14 juni 2012 1 Inleiding Op 14 juni 2012 heeft in de avonduren de oefening Prisma plaatsgevonden. Hiermee is uitvoering gegeven aan het gestelde in artikel 2.5.1. van het Besluit

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Niveaus in de incident- en crisismanagementorganisatie... 1 1.1 Operationeel niveau...

Nadere informatie

GRIP 2, zeer grote brand Wieringerwerf 6 april 2017, gemeente Hollands Kroon

GRIP 2, zeer grote brand Wieringerwerf 6 april 2017, gemeente Hollands Kroon GRIP 2, zeer grote brand Wieringerwerf 6 april 2017, gemeente Hollands Kroon 1. Overzicht Incident 6 april 2017 Zeer grote brand, kringloopwinkel Saartje Gemeente Hollands Kroon GRIP 2 Omschrijving Op

Nadere informatie

Crisisorganisatie uitgelegd

Crisisorganisatie uitgelegd GRIP Snelle opschaling, vaste teams, eenhoofdige leiding Wat kan er gebeuren? KNOPPENMODEL Meer tijd voor opschaling, maatwerk in teams en functionarissen GRIP 4 / 5 STRATEGISCH OPERATIONEEL / TACTISCH

Nadere informatie

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s Kennispublicatie Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s 1 Infopunt Veiligheid In 2006 heeft de toenmalige Veiligheidskoepel een landelijk Referentiekader GRIP opgesteld. De op 1 oktober 2010

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Inleiding Een goede coördinatie tussen betrokken hulpdiensten is bij de bestrijding van complexe incidenten van groot belang. Het model voor

Nadere informatie

Evaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016

Evaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016 Evaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016 Bron: waterschap Rivierenland 1 Toelichting van de eindrapportage Eindrapportage over de crisisbeheersing in de eerste 48 uur na de aanvaring van de stuw

Nadere informatie

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Risico- en crisisbeheersing Brandweer Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland (GMK) Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Wie

Nadere informatie

Wanneer kan een veiligheidsregio een incidentonderzoek starten bij een Brzo-bedrijf?

Wanneer kan een veiligheidsregio een incidentonderzoek starten bij een Brzo-bedrijf? Wanneer kan een veiligheidsregio een incidentonderzoek starten bij een Brzo-bedrijf? Leren van incidenten Gerard Drenthen 12 juni 2008 Titel van de presentatie 1 Opdracht aan werkgroep Kernteam Brzo+:

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente Autorisatie OPSTELLERS: Barrett,Annelies Voorde ten, Jaqueline BIJDRAGE IN DE

Nadere informatie

Procedure + Standaard berichten NL - ALERT

Procedure + Standaard berichten NL - ALERT Versie 1.0 FvA, 25-10-2018 Pagina 1 van 5 Criteria voor het gebruik van NL-Alert NL-Alert wordt ingezet bij incidenten, rampen en crises op het moment dat die zich voordoen of in de direct daaraan voorafgaande

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Nr. 420 14 december 2015 Organisatiebesluit Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Nadere informatie

GRIP 1, zeer grote brand Venhuizen 30 mei 2017, gemeente Drechterland

GRIP 1, zeer grote brand Venhuizen 30 mei 2017, gemeente Drechterland GRIP 1, zeer grote brand Venhuizen 30 mei 2017, gemeente Drechterland 1. Overzicht Incident 30 mei 2017 Zeer grote brand, agrarisch bedrijf, Venhuizen Gemeente Drechterland GRIP 1 Omschrijving Op dinsdag

Nadere informatie

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo)

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Calamiteitencoördinator (CaCo) Dit erratum geeft invulling aan de huidige taakopvatting en werkwijze van de CaCo en dient

Nadere informatie

GRIP-teams en kernbezetting

GRIP-teams en kernbezetting GR P Wat is GRIP? GRIP is de afkorting van Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure en staat voor: het snel en multidisciplinair organiseren van de juiste mensen en middelen die nodig

Nadere informatie

Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.

Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. 1 Inhoud Processen per kolom / hulpdienst Netcentrisch werken GRIP-opschaling

Nadere informatie

Het onderzoek. Ik zal de drie punten één voor één toelichten.

Het onderzoek. Ik zal de drie punten één voor één toelichten. Goedemorgen. Deze ochtend heeft de minister van Veiligheid en Justitie aan de Tweede Kamer het rapport van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid over de brand bij Chemie-Pack Moerdijk aangeboden. Ik

Nadere informatie

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Bijlage: Organogram crisisorganisatie 04-06-2010 1 Inleiding De toets Basisscholing

Nadere informatie

GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk

GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk Al jaren is het de dagelijkse praktijk om bij grote, complexe incidenten op te schalen binnen de GRIP-structuur. Deze structuur beschrijft in vier fasen de organisatie

Nadere informatie

GRIP 2, brand industriepand Alkmaar 30 april 2016, gemeente Alkmaar

GRIP 2, brand industriepand Alkmaar 30 april 2016, gemeente Alkmaar GRIP 2, brand industriepand Alkmaar 30 april 2016, gemeente Alkmaar Quickscan GRIP 2, brand industriepand Alkmaar, 30 april 2016 Incident 30 april 2016 Brand in een industriehal aan de Noorderkade-Noorderstraat

Nadere informatie

No Comment! Crisiscommunicatie in een dynamisch communicatielandschap

No Comment! Crisiscommunicatie in een dynamisch communicatielandschap No Comment! Crisiscommunicatie in een dynamisch communicatielandschap Presentatie BZW Masterclass Veiligheid zw 15 februari 2011 Marlies Lampert & Daniël Rouw 09/12/2009 Crisiscommunicatie Een voorbeeld

Nadere informatie

Het doel van deze notitie is een inleiding op de discussie over de doorontwikkeling van de crisisorganisatie in het Algemeen Bestuur van 3 juli.

Het doel van deze notitie is een inleiding op de discussie over de doorontwikkeling van de crisisorganisatie in het Algemeen Bestuur van 3 juli. Agendapunt - opiniërend aan Algemeen Bestuur datum 03 juli 2019 agendapunt onderwerp proceseigenaar portefeuillehouder In te vullen door secretariaat Doorontwikkeling crisisorganisatie Arjen Schepers Henk

Nadere informatie

Evaluatiebeleid Leren van incidenten

Evaluatiebeleid Leren van incidenten Bijlage A bij agendapunt 13: Herziening evaluatiebeleid [AB20170213-13] Evaluatiebeleid Leren van incidenten Documentnummer: 16.0022824 Versie vastgesteld door DB, d.d. 23-01-2017 Versie 1.0, 10 januari

Nadere informatie

Crisismanagement Groningen. Basismodule

Crisismanagement Groningen. Basismodule Crisismanagement Groningen Basismodule Doel van de module Kennismaken met crisismanagement Groningen Inzicht krijgen in rollen en taken Beeld krijgen bij samenwerken in de crisis-organisatie Programma

Nadere informatie

Van Appeldoorn Chemical Logistics Woudenberg

Van Appeldoorn Chemical Logistics Woudenberg Van Appeldoorn Chemical Logistics Woudenberg Ontwerp Rampbestrijdingsplan (anoniem) Documentnummer: 19.0000902 Vastgesteld DB VRU: Vast te stellen door het dagelijks bestuur VRU op 17 juni 2019 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Fase 1: Alarmeren. Stap 1. Stap 2. Stap 3. Actie. Toelichting. Betrokken partijen. Betrokken partijen. Actie. Toelichting. Betrokken partijen

Fase 1: Alarmeren. Stap 1. Stap 2. Stap 3. Actie. Toelichting. Betrokken partijen. Betrokken partijen. Actie. Toelichting. Betrokken partijen Draaiboek Brand 2016 Het Draaiboek Brand is onderdeel van het Protocol Grootschalige calamiteiten van het Verbond van Verzekeraars. In het draaiboek is beschreven hoe de coördinatie vanuit de branche Brand

Nadere informatie

Opgesteld door: Eric Seugling Communicatie Afgestemd met: VRHM Planvorming Lilian Weber Voorstel t.b.v. Algemeen Bestuur Datum 1 december 2016

Opgesteld door: Eric Seugling Communicatie Afgestemd met: VRHM Planvorming Lilian Weber Voorstel t.b.v. Algemeen Bestuur Datum 1 december 2016 A.1 1. Samenvatting voorstel Met het oog op het huidige dreigingsniveau in Nederland en de recente terroristische aanslagen heeft de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) aanvullende

Nadere informatie

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Inhoudsopgave Grip op hulpverlening 4 Routinefase 6 GRIP 1 8 GRIP 2 12 GRIP 3 18 GRIP 4 24 Gebruikte afkortingen 30 4 Grip op hulpverlening Dit boekje bevat de samenvatting

Nadere informatie

Crisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna

Crisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna Crisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna Als het misgaat bij de communicatie in een crisis, dan is dit vaak een gebrek aan duidelijkheid op de vragen: wie doet wat, wie

Nadere informatie

GRIP 1, zeer grote brand Egmond aan den Hoef 10 juni 2017, gemeente Bergen

GRIP 1, zeer grote brand Egmond aan den Hoef 10 juni 2017, gemeente Bergen GRIP 1, zeer grote brand Egmond aan den Hoef 10 juni 2017, gemeente Bergen 1. Overzicht Incident 10 juni 2017 Zeer grote brand, agrarisch bedrijf, Egmond aan den Hoef Gemeente Bergen GRIP 1 Omschrijving

Nadere informatie

AGENDAPUNT VOOR HET AB

AGENDAPUNT VOOR HET AB AGENDAPUNT VOOR HET AB Agendapunt: 2014.04.02/06 Datum vergadering: 2 april 2014 Onderwerp: Portefeuillehouder: Indiener: Operationele Regeling VRU Mevrouw Westerlaken Jacqueline Buitendijk 1. Gevraagd

Nadere informatie

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES CONVENANT SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES 2012 Ondergetekenden: 1. Het Slotervaart, gevestigd te Amsterdam, in deze rechtsgeldig

Nadere informatie

Delegatiebesluit Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant 2016

Delegatiebesluit Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant 2016 Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant; Gelet op: de Algemene wet bestuursrecht, in het bijzonder afdeling 10:1:2; artikel 33 tot en met 33d van de Wet gemeenschappelijke

Nadere informatie

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten. BELEIDSPLAN 2011-2015 VEILIGHEIDSREGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT Bijlage 3. Sturing en organisatie De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband

Nadere informatie

4.1. ONTSTAAN VAN BRAND EN OMSTANDIGHEDEN OP BEDRIJF. Het onderzoek naar de brand bij Chemie-Pack heeft tot de volgende concusies geleid.

4.1. ONTSTAAN VAN BRAND EN OMSTANDIGHEDEN OP BEDRIJF. Het onderzoek naar de brand bij Chemie-Pack heeft tot de volgende concusies geleid. 4 EINDCONCLUSIES (*) 4.1. ONTSTAAN VAN BRAND EN OMSTANDIGHEDEN OP BEDRIJF Het onderzoek naar de brand bij Chemie-Pack heeft tot de volgende concusies geleid. Conclusies ten aanzien van het bedrijf 1. De

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015

Plan van Aanpak. Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015 Plan van Aanpak Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015 Inspectie Veiligheid en Justitie 7 september 2015 1. Inleiding Aanleiding Op zaterdag 25 juli 2015, omstreeks 15:40

Nadere informatie

VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC

VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC Datum vergadering: 26 maart 2012 Agendapunt: Gez. 1. Datum: 7 maart 2012 Contactpersoon: Angela van der Putten Telefoon: 06-10037299 E-mail: a.van.der.putten@utrecht.nl

Nadere informatie

Programma Transport en veiligheid Zuid-Holland

Programma Transport en veiligheid Zuid-Holland Programma Transport en veiligheid Zuid-Holland Resultaten en lessen voor de toekomst drs. A.A.M. Brok Voorzitter veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, portefeuillehouder jaar van transport en veiligheid

Nadere informatie

Rijkswet Onderzoeksraad voor Veiligheid artikel 3

Rijkswet Onderzoeksraad voor Veiligheid artikel 3 Rijkswet Onderzoeksraad voor Veiligheid artikel 3 De raad heeft, met het uitsluitende doel toekomstige voorvallen te voorkomen of de gevolgen daarvan te beperken, tot taak te onderzoeken en vast te stellen

Nadere informatie

Agendapunt: A.3 Bijlage(n): 1. H. Zuidijk (VD) -- Datum: --

Agendapunt: A.3 Bijlage(n): 1. H. Zuidijk (VD) -- Datum: -- A.3 1. Samenvatting voorstel De minister van Justitie en Veiligheid heeft een brief gestuurd aan alle veiligheidsregio s, over de interpretatie van artikel 39 Wet veiligheidsregio s. Dit artikel gaat over

Nadere informatie

GRIP 1 Stadhuis Den Helder 28 september 2016, gemeente Den Helder

GRIP 1 Stadhuis Den Helder 28 september 2016, gemeente Den Helder GRIP 1 Stadhuis Den Helder 28 september 2016, gemeente Den Helder Multidisciplinaire Quickscan GRIP 1 Stadhuis Den Helder, 28 september 2016 1. Overzicht Incident 28 september 2016 Middelbrand in het stadhuis

Nadere informatie

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord B2-0 Overzicht Samenvatting In dit deel is de Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings- Procedure (GRIP) Noord-Holland Noord

Nadere informatie

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD 2012 Inhoudsopgave Inleiding...2 Bedrijfsprocessen...2 Regionaal Beleidsteam...6 Gemeentelijk Beleidsteam...10 Regionaal Operationeel Team...12

Nadere informatie

Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding. Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord

Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding. Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord Inhoud Veiligheidsregio algemeen Rol van de veiligheidsregio

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement s. Functie meetplanleider Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub s Besluit personeel veiligheidsregio s 1.1

Nadere informatie

Bijlage E: Observatievragen

Bijlage E: Observatievragen Bijlage E: Observatievragen Inhoudsopgave Waarnemervragen Meldkamer (MK) Waarnemervragen Commando Plaats Inicident (CoPI) Waarnemervragen Regionaal Operationeel Team (ROT) Waarnemervragen Team Bevolkingszorg

Nadere informatie

Datum 17 december 2014 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de grote brand op het industrieterrein in Maastricht

Datum 17 december 2014 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de grote brand op het industrieterrein in Maastricht 1 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bijlagen 1 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de grote brand op het industrieterrein in Maastricht Hierbij

Nadere informatie

GRIP en de flexibele toepassing ervan

GRIP en de flexibele toepassing ervan GRIP en de flexibele toepassing ervan Al jaren is het de dagelijkse praktijk om bij grote of complexe incidenten op te schalen binnen de GRIP-structuur. De afkorting GRIP staat voor gecoördineerde regionale

Nadere informatie

Teams algemeen Voortgang aanbevelingen/acties komend uit de Memo Leermomenten Moerdijk VRZ

Teams algemeen Voortgang aanbevelingen/acties komend uit de Memo Leermomenten Moerdijk VRZ 12-dec-11 Brw Leerarena Veiligheid personeel: Leidinggevenden dienen te zorgen voor persoonlijke bewustwording van de eigen veiligheid en gezondheid bij ingezet personeel en het toezien op naleving van

Nadere informatie

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Partijen A. De Veiligheidsregio s Twente, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland

Nadere informatie

Opleidingsgids Compaijen C&C

Opleidingsgids Compaijen C&C Opleidingsgids Compaijen C&C Compaijen Crisismanagement & Communicatie, Johan Huizingalaan 763A, 1066 VH Amsterdam E: tom@compaijen.com; T: 020-2617649; KvK: 67578713; www.compaijen.com 1 De opleidingen

Nadere informatie

Evaluatie van de brand in De Punt op 9 mei 2008

Evaluatie van de brand in De Punt op 9 mei 2008 Evaluatie van de brand in De Punt op 9 mei 2008 Bevindingen onderzoekscommissie Brand met dodelijke afloop in De Punt op 9 mei 2008 Ira Helsloot Overzicht presentatie Woord vooraf Korte herhaling: van

Nadere informatie

GRIP 1, zeer grote brand industriepand 1 juni 2016, gemeente Hollands Kroon

GRIP 1, zeer grote brand industriepand 1 juni 2016, gemeente Hollands Kroon GRIP 1, zeer grote brand industriepand 1 juni 2016, gemeente Hollands Kroon Quickscan Grip 1, zeer grote brand industriepand Hollands Kroon, 1 juni 2016 Incident 1 juni 2016. Zeer grote brand in een industriepand/agrarisch

Nadere informatie

Operationele prestaties van veiligheidsregio s. Plan van aanpak

Operationele prestaties van veiligheidsregio s. Plan van aanpak Operationele prestaties van veiligheidsregio s Plan van aanpak Deelonderzoek van het Periodiek beeld Rampenbestrijding en Crisisbeheersing 2019 1 Inleiding 3 2 Doelstelling en onderzoeksvragen 5 2.4 Samenhang

Nadere informatie

ommunicere ver ilieu- Communiceren over milieu-incidenten Tips voor het bevoegd gezag

ommunicere ver ilieu- Communiceren over milieu-incidenten Tips voor het bevoegd gezag ommunicere ver Communiceren over milieu-incidenten ilieu- Tips voor het bevoegd gezag Checklist om altijd op zak te hebben. 1. Leef mee en toon dat. 2. Vermijd clichés en bagatelliseer nooit. Rook en chemische

Nadere informatie

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november 2015. de crisis samen de baas

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november 2015. de crisis samen de baas In the hot seat NIBHV Ede 24 november 2015 de crisis samen de baas Programma: Inleiding workshop Film: Samenwerking tijdens een GRIP incident Sitting in the hot seat: CoPI Even voorstellen Ymko Attema

Nadere informatie

GRIP 1, zeer grote brand Dirkshorn 8 april 2017, gemeente Schagen

GRIP 1, zeer grote brand Dirkshorn 8 april 2017, gemeente Schagen GRIP 1, zeer grote brand Dirkshorn 8 april 2017, gemeente Schagen 1. Overzicht Incident 8 april 2017 Zeer grote brand, stolpboerderij Gemeente Schagen GRIP 1 Omschrijving Op zaterdag 8 april 2017 wordt

Nadere informatie

Bijlage A bij voorstel Systeemoefening VRU 2013

Bijlage A bij voorstel Systeemoefening VRU 2013 Bijlage A bij voorstel Systeemoefening VRU 2013 1 Rapportage Systeemoefening VRU 4 december 2013 2 Inleiding Voor u ligt het ingevulde toetsingskader van de Inspectie Veiligheid & Justitie (IV&J). De gegevens,

Nadere informatie

Interregionale samenwerking: niet alleen een kwestie van structuren

Interregionale samenwerking: niet alleen een kwestie van structuren Interregionale samenwerking: niet alleen een kwestie van structuren Het doel van deze factsheet is het delen van de ervaringen die in het land zijn opgedaan en het geven van handvatten voor operationeel

Nadere informatie

GRIP 1, XTC-laboratorium.

GRIP 1, XTC-laboratorium. GRIP 1, XTC-laboratorium. 09 februari 2017 Alkmaar 1. Overzicht Incident Donderdag 9 februari 2017 GRIP 1, XTC-laboratorium Gemeente Alkmaar, Hamsterkoog 13 K. Omschrijving Op donderdag 9 februari 2017

Nadere informatie

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen s, Politie en Art. 1 Doelen Partijen maken afspraken over: 1. organiseert bijeenkomsten voor de Doorlopend naar - Het vergroten

Nadere informatie

Functies en teams in de rampenbestrijding

Functies en teams in de rampenbestrijding B Functies en teams in de rampenbestrijding De burgemeester - De burgemeester heeft de eindverantwoordelijkheid voor en de algehele leiding bij het bestrijden van incidenten in de eigen gemeente; - De

Nadere informatie

Regionaal Crisisplan 2012

Regionaal Crisisplan 2012 Regionaal Crisisplan 2012 ------------- 2016 Colofon: Dit document is tot stand gekomen in opdracht van de veiligheidsdirectie van de veiligheidsregio Midden- en West-Brabant Adres: Veiligheidsregio Midden-

Nadere informatie

GRIP 1 Ammoniaklekkage Zwaagdijk 29 april 2017 Medemblik

GRIP 1 Ammoniaklekkage Zwaagdijk 29 april 2017 Medemblik GRIP 1 Ammoniaklekkage Zwaagdijk 29 april 2017 Medemblik 1. Overzicht Incident Zaterdag 29 april 2017 Ammoniaklekkage Zwaagdijk Gemeente Medemblik GRIP 1 Omschrijving Op zaterdag 29 april 2017 krijgt de

Nadere informatie

Vraag 1 Wat is uw reactie op de incidenten die zaterdag 29 juli en maandag 31 juli 2017 bij Shell-Pernis hebben plaatsgevonden?

Vraag 1 Wat is uw reactie op de incidenten die zaterdag 29 juli en maandag 31 juli 2017 bij Shell-Pernis hebben plaatsgevonden? Geachte voorzitter, Hierbij beantwoord ik, mede namens de minister van Veiligheid en Justitie, de vragen van de leden Laçin en Futselaar (beiden SP) over de incidenten bij Shell Pernis (ingezonden op 3

Nadere informatie

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen Toetsingskader en positiebepalingssystematiek (definitieve versie) Inhoudsopgave Inleiding. Verdeling in oordeel, hoofdonderwerpen, onderwerpen, hoofd- en subaspecten. Banden voor positiebepaling. Prestatieniveaus.

Nadere informatie

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Alarmering Deelproces 1

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Alarmering Deelproces 1 Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond Organisatorisch deel Alarmering Deelproces 1 Gemeente Helmond Vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 23 december 2008 Inhoudsopgave organisatorisch deel

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders

Burgemeester en Wethouders Burgemeester en Wethouders de raad der gemeente EDE Behandelend ambtenaar Ginkel, van H.J. Tel.nr. (0318) 68 08 27 Verzameling Raadsstukken registratienummer sector datum: 2010/55 631916 COA 17 augustus

Nadere informatie

Verzoek om medewerking bij opheffing Stichting GMK en wijziging Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Midden- en West Brabant

Verzoek om medewerking bij opheffing Stichting GMK en wijziging Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Midden- en West Brabant Aan de Raad Made, 9 oktober 2006 Raadsvergadering: 14 december 2006 Nummer raadsnota: 13 Onderwerp: Verzoek om medewerking bij opheffing Stichting GMK en wijziging Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio

Nadere informatie

Aan Regiegroep 17.02.2014. Aan Veiligheidsdirectie 27.02.2014. Goedkeuring Dagelijks bestuur 26.03.2014. Vaststelling Algemeen Bestuur 09.04.

Aan Regiegroep 17.02.2014. Aan Veiligheidsdirectie 27.02.2014. Goedkeuring Dagelijks bestuur 26.03.2014. Vaststelling Algemeen Bestuur 09.04. Voorstel CONCEPT AGP 12 Aan : Algemeen Bestuur Datum : 9 april 2014 Bijlage : 1 Steller : Ruud Huveneers Onderwerp : Continuïteitsplan sleutelfunctionarissen hoofdstructuur Algemene toelichting De Veiligheidsregio

Nadere informatie

In hoeverre voldoet de VRU aan de wettelijke verplichting omtrent planvorming?

In hoeverre voldoet de VRU aan de wettelijke verplichting omtrent planvorming? Bijlage 1 Implicaties Moerdijk Stand van zaken VRU n.a.v. artikel 'Machtsvacuum rond rampenplannen' Binnenlands Bestuur heeft naar aanleiding van de brand in Moerdijk een analyse gemaakt van de regelgeving

Nadere informatie

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015 30 november 2014

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015 30 november 2014 Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015 30 november 2014 Dit calamiteitenprotocol Wmo/Jeugdwet bevat proces- en communicatieafspraken wanneer zich een calamiteit of geweldsincident voordoet

Nadere informatie

-- CONCEPT. Artikel I. De Politiewet 2012 wordt als volgt gewijzigd

-- CONCEPT. Artikel I. De Politiewet 2012 wordt als volgt gewijzigd -- CONCEPT Wijziging van de Politiewet 2012, de Wet veiligheidsregio s en de Tijdelijke wet ambulancezorg in verband met de wettelijke regeling van meldkamers (Wijzigingswet meldkamers) ==> zie voor relevante

Nadere informatie

Pastorale zorg bij rampen

Pastorale zorg bij rampen 2 Inhoud: 1. Doelstelling pag. 3 2. Realisatie pag. 4 3. Begrippen pag. 5 4. Verantwoordelijkheid pag. 6 5. Pastorale verzorger pag. 7 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg

Nadere informatie

Regionaal Crisisplan Utrecht 2014-2017

Regionaal Crisisplan Utrecht 2014-2017 Regionaal Crisisplan Utrecht 2014-2017 Regionaal Crisisplan Utrecht Opgesteld door: projectteam crisisplan, samengesteld uit deelnemers vanuit gemeenten, politie, RMC, waterschappen, VRU Het beheer van

Nadere informatie

Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland

Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland Waarom een addendum? Het beleidsplan 2012-2015 is op 7 juli 2011 in een periode waarop de organisatie volop in ontwikkeling

Nadere informatie

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen AGENDAPUNT 2 Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen Vergadering 12 december 2014 Strategische Agenda Crisisbeheersing In Veiligheidsregio Groningen werken wij met acht crisispartners (Brandweer, Politie,

Nadere informatie

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant 2011 Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Helmond Laarbeek Nuenen

Nadere informatie

(on) mogelijkheden van de brandweer

(on) mogelijkheden van de brandweer (on) mogelijkheden van de brandweer Ing. H. Killaars, Adviseur Risicobeheersing 1 Taken conform de Wet op de veiligheidsregio s Artikel 25 1. De door het bestuur van de veiligheidsregio ingestelde brandweer

Nadere informatie

Hoofdlijnenrapport evaluaties incident Kijfhoek, januari 2011

Hoofdlijnenrapport evaluaties incident Kijfhoek, januari 2011 Hoofdlijnenrapport evaluaties incident Kijfhoek, 14-15 januari 2011 Dordrecht, december 2011 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding en samenvatting... 3 1.1. Aanleiding en status hoofdlijnenrapport...

Nadere informatie

Voor de inhoud van het Regionaal Crisisplan en de aanpassingen, wordt u verwezen naar de bijlage.

Voor de inhoud van het Regionaal Crisisplan en de aanpassingen, wordt u verwezen naar de bijlage. Voorstel AGP 10 Aan : Algemeen Bestuur Datum : 3 november 2014 Bijlagen : 1 Steller : Christel Verschuren Onderwerp : Regionaal Crisisplan 2014 Algemene toelichting Aanleiding Voor u ligt het. Veiligheidsregio

Nadere informatie

GEMEENTE VALKEN SWAARD

GEMEENTE VALKEN SWAARD GEMEENTE VALKEN SWAARD Postbus 10100 aan de leden van de raad van de gemeente Valkenswaard (040) 208 34 44 (040) 204 58 90 Kenmerk: Onderwerp: Behandeld door. Bijlage: Datum: 10uit07530 brand 21 juli 2010

Nadere informatie

5. Beschrijving per organisatie en

5. Beschrijving per organisatie en 5. Beschrijving per organisatie en taken secties in de hoofdstructuur 5.1 In organieke zin worden binnen de hoofdstructuur het RBT, BT, ROT, CoPI de GMK/ CMK, de secties en de actiecentra onderscheiden.

Nadere informatie

Begroting 2015. V Ą Vėiligheidsregio. ^ Drenthe

Begroting 2015. V Ą Vėiligheidsregio. ^ Drenthe Begroting 215 V Ą Vėiligheidsregio ^ Drenthe VOORWOORD Dit is d e t w e e d e b e g r o t i n g v a n V e i l i g h e i d s r e g i o D r e n t h e ( V R D ). Hierin is h e t v o l i e d i g e b u d g

Nadere informatie

Netcentrisch Werken. leo kooijman. 18 november 2008 Kenniskring Crisisbeheersing

Netcentrisch Werken. leo kooijman. 18 november 2008 Kenniskring Crisisbeheersing Netcentrisch Werken leo kooijman 18 november 2008 Kenniskring Crisisbeheersing Achtergrond Intensivering Civiel-Militaire samenwerking (2005) Vraag: kunnen de civiele en de militaire wereld iets van elkaar

Nadere informatie

AGENDAPUNT /09

AGENDAPUNT /09 AGENDAPUNT 2014.04.02/09 Voorstel voor de vergadering van: het algemeen bestuur Datum vergadering: 2 april 2014 Onderwerp: Portefeuillehouder: Indiener: Implementatie Regionaal Crisisplan Renate Westerlaken

Nadere informatie

Beslisnotitie Veiligheidsregio Hollands Midden

Beslisnotitie Veiligheidsregio Hollands Midden B.1 1. Algemeen Onderwerp: Beslisnotitie Veiligheidsregio Hollands Midden Implementatie Slachtoffer Informatie Systematiek (SIS) in de VRHM en opzeggen convenanten Nederlandse Rode Kruis Opgesteld door:

Nadere informatie

Samenwerking in de acute zorg in reguliere en bijzondere situaties

Samenwerking in de acute zorg in reguliere en bijzondere situaties Whitepaper Samenwerking in de acute zorg in reguliere en bijzondere situaties De samenhang tussen regionale projecten en ICT-systemen uitgewerkt Inleiding Op dit moment lopen in de Traumaregio Zuidwest-Nederland

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 26 956 Beleidsnota Rampenbestrijding Nr. 115 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente)

Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente) Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente) Format Plan van Aanpak (PvA) Nafase Omschrijving incident Locatie/gemeente(n) Datum 1. Opdrachtbeschrijving Het

Nadere informatie

Rapport. Crisisbeheersing. Datum 29 maart 2013. Status Definitief REGIONAAL CRISISPLAN. Versie 1.0. Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost

Rapport. Crisisbeheersing. Datum 29 maart 2013. Status Definitief REGIONAAL CRISISPLAN. Versie 1.0. Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost Rapport Crisisbeheersing REGIONAAL CRISISPLAN Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost Datum 29 maart 2013 Status Definitief Versie 1.0 Colofon Opdrachtgever Veiligheidsbureau Brabant-Zuidoost Auteur(s) Deel

Nadere informatie