NOx monitoring Gasturbine / afgassen ketel (klasse 3) Monitoringsprotocol

Transcriptie

1 NOx monitoring Gasturbine / afgassen ketel (klasse 3) Monitoringsprotocol Ministerie van VROM 12 januari 2004 Definitief 9P DISCLAIMER Het monitoringsprotocol is onderdeel van de vergunningaanvraag in het kader van NOx-emissiehandel. Bij de beoordeling van de door de bedrijven op te stellen monitoringsprotocollen door de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) is de tekst van het Programma van Eisen NOx-monitoring (in een latere fase de Ministeriële regeling NOx-monitoring) maatgevend. Het monitoringsprotocol dient dan ook te voldoen aan dit Programma van Eisen. Tegen die achtergrond dient dit voorbeeld van een protocol uitsluitend te worden gezien ter illustratie en voor de gedachtebepaling en als hulpmiddel bij het opstellen van het bedrijfsspecifieke monitoringsprotocol. Hoewel dit protocol met zorg is opgesteld kunnen aan dit of andere voorbeelden van protocollen tegenover de NEa geen rechten worden ontleend.

2 A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND BV MILIEU Hoofdweg 490 Postbus AM Rotterdam +31 (0) Telefoon Fax Internet Arnhem KvK Documenttitel NOx monitoring Gasturbine / afgassen ketel (klasse 3) Monitoringsprotocol Verkorte documenttitel Status Definitief Datum 12 januari 2004 Projectnaam Voorbeeldprotocollen kleine bronnen Projectnummer 9P Opdrachtgever Ministerie van VROM Referentie Auteur(s) Collegiale toets J.R. van Niekerk W. van der Lans Datum/paraaf.. Vrijgegeven door E. Wijlhuizen Datum/paraaf..

3 INHOUDSOPGAVE DEEL A SYSTEEMINRICHTING 1 1 ALGEMENE EISEN Algemene gegevens van de inrichting Hoofdlijnen van de bedrijfsactiviteiten binnen de inrichting 1 2 MONITORINGSMETHODIEK Identificatie en klassenbepaling van de NOx bronnen binnen de inrichting Gebruikte bepalingsmethode en bepaling van de relevante parameters Beschrijving van de installatie Bepaling van de NOx-vracht Geldigheidsgebied Vaststellen default waarden Meetapparatuur, meetprincipe, middelingtijd en monstername frequentie Brandstofverbruik van de inrichting Onderbouwingen en beschrijvingen 9 3 AFWIJKINGEN T.O.V. PROGRAMMA VAN EISEN EN WIJZGINGEN T.O.V. VORIGE VERSIE Afwijkingen ten opzichte van de vereiste structuur Afwijkingen ten opzichte van de inhoudelijke eisen van PvE Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie van het monitoringsprotocol Meldingen van incidenten 10 DEEL B OPERATIONELE PROCEDURES 11 4 PROCEDURE VAN METEN TOT RAPPORTEREN Eisen procedure van meten tot rapporteren Eisen werkomschrijvingen van meten tot rapportage Beschrijving van de middelen 13 5 PROCEDURE, VALIDATIE MEETAPPRATUUR (VERGELIJKENDE METINGEN, KALIBRATIE), KENTALBEPALING EN ONDERHOUD Procedure validatie Werkomschrijving validatie Inspectie en onderhoud 15 6 KWALITEITSBORGING Interne audits Documentenbeheer Register van registraties 16 Blz. Definitief 12 januari 2004 Dit voorbeeldprotocol dient uitsluitend ter illustratie Aan dit voorbeeldprotocol kunnen tegenover de NEa geen rechten worden ontleend

4 7 ORGANISATIE, TAKEN, VERANTWOORDELIJKHEDEN, BEVOEGDHEDEN EN VAKBEKWAAMHEID 18 8 LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN EN DEFINITIES 21 Bijlagen: 1 Rapportage kental bepaling (Krachtwerktuigen) Definitief 12 januari 2004 Dit voorbeeldprotocol dient uitsluitend ter illustratie Aan dit voorbeeldprotocol kunnen tegenover de NEa geen rechten worden ontleend

5 DEEL A SYSTEEMINRICHTING 1 ALGEMENE EISEN 1.1 Algemene gegevens van de inrichting Naam van de inrichting Adres van de inrichting In te vullen door het betreffende bedrijf Contactpersoon (functie) Telefoonnummer Telefaxnummer adres Plaatsvervanger (functie) Telefoonnummer Telefaxnummer adres Vergunninghouder Eventuele gemachtigde Naam van de eigenaar van de inrichting Eventuele moedermaatschappij Naam vergunningverlener (milieuvergunning op grond van Hoofdstuk 8 van de Wet Milieubeheer) Adres vergunningverlener 1.2 Hoofdlijnen van de bedrijfsactiviteiten binnen de inrichting De kernactiviteiten binnen de inrichting betreffen het verwerken sojabonen uit Noord- en Zuid-Amerika tot sojameel en soja-olie. De ruwe olie wordt geraffineerd tot eetbare olie en afgezet in de voedingsindustrie. Het sojameel bevat veel hoogwaardige eiwitten en wordt toegepast in de mengvoederindustrie. In de inrichting worden de volgende procestappen uitgevoerd: Opslag en preparatie bonen Extractie sojabonen (A-fabriek en B-fabriek) Raffinage ruwe sojaolie Eiwitfabriek Verlading olie en meel Definitief januari 2004

6 Fig. 1 is een schematische weergave van de belangrijkste processen. Ontvette vlokken Eiwitfabriek Ontvangst en opslag Preparatie bonen Extractie bonen Sojameel Gekraakte bonen Soy-Pass Verlading naar klant Ruwe olie Raffinage ruwe sojaolie Figuur 1. Proces Sojafabrieken Na het extractieproces worden sojameel en ruwe olie als halffabrikaten verkregen. Sojameel wordt afgezet naar de mengvoeder industrie. Daarnaast worden in de A- fabriek nog een tweetal andere producten gemaakt: Gekraakte bonen. De bonen worden alleen gekraakt en getoast. De aanwezige olie wordt niet geëxtraheerd. SoyPass. Sojameel wordt in de D.T. behandeld met een toeslagstof waardoor een lignine-achtige coating op de meeldeeltjes ontstaat. Een gedeelte van het sojameel heeft in de B-fabriek een speciale bewerking ondergaan en is daarmee geschikt om als grondstof te dienen voor de eiwitfabriek (ontvette vlokken). De eiwitfabriek produceert bloem, grits of gries en getextureerde eiwit producten (TVP = Textured Vegetable Protein). Toepassingen hiervan zijn onder andere: Bloem: bakkerij-grondstoffen, vulmateriaal, soepen en sauzen, kalvermelk; Grits: eiwitvulling, vleesvervanging; TVP: dieetvoedingindustrie (non-food), voedingsindustrie. De ruwe soja olie wordt in de raffinaderij verwerkt tot geraffineerd product. De belangrijkste verontreinigingen, vrije vetzuren (1 %) en fosfolipiden (1,0-2,5 %), worden hierbij uit de olie verwijderd. De geraffineerde soja olie is rijk aan meervoudig onverzadigde vetzuren. Het product vindt toepassingen als tafelolie en als grondstof voor de bereiding van margarine, mayonaise, etc. Soja olie wordt ook gebruikt als grondstof voor de bereiding van kunstharsen. De WKK levert de elektriciteit en stoom ten behoeve van de inrichting zelf; er wordt geen elektriciteit en stoom aan derden geleverd. Definitief januari 2004

7 De inrichting beschikt over de volgende gecertificeerde managementsystemen: Tabel 1 Overzicht managementsystemen Systeem Norm Certificaat Werking Kwaliteit ISO 9001 Ja Direct Milieu ISO Nee Via Combined Audit Protocol Voedselveiligheid HACCP Ja Direct GMP GMP Ja Direct Definitief januari 2004

8 2 MONITORINGSMETHODIEK 2.1 Identificatie en klassenbepaling van de NOx bronnen binnen de inrichting In tabel 1 is de installatie binnen de inrichting, die valt onder de AmvB Noxemissiehandel opgenomen. Daarbij geldt voor verbrandingsemissies een ondergrens van de thermische capaciteit van 1 MWth en voor procesemissies een ondergrens van 1 ton Nox/jaar. Tabel 2 Overzicht NOx bronnen binnen de inrichting Omschrijving Eenheid Installatie Identificatienummer WKK Naam installatie WKK Soort installatie Gasturbine (GT) & Afgassenketel (AGK) Verbrandingsemissie capaciteit MWth 49,5 Klasse indeling 3 Andere regelgeving BEES-A Aard bedrijfsvoering Continue Wisselende belasting GT % AGK 5-65% Wisselende brandstoffen Nee Jaarvracht NOx, schatting Ton/jaar 45 Toegepaste technologie Gasturbine: Dry Low NOx AFK: Vlakke plaat branders (Rodenhuid & Verloop) Type brander (AFK) Vlakke plaat brander (2 x) Gebruikte brandstoffen Aardgas NOx bepalende procescondities Belasting Afwijkende procesomstandigheden geen NB. De verbrandingsemissie capaciteit is bepaald op de nameplate capaciteit van 60 ton/uur stoom; de normale maximale operationele capaciteit bedraagt 45 ton/uur. 2.2 Gebruikte bepalingsmethode en bepaling van de relevante parameters Beschrijving van de installatie De WKK installatie bestaat uit een gasturbine met een nageschakelde afgassenketel; zie tevens fig. 1. De gasturbine heeft een elektrisch vermogen van 7,2 MW. In de gasturbine wordt aardgas gestookt en de rookgassen worden gevoerd naar de afgassenketel voor de productie van stoom. De afgassenketel kan worden bijgestookt met aardgas. De maximale stoomproductie bedraagt 60 ton/uur, waarvan max. 19 ton/uur door de rookgassen van de gasturbine wordt geproduceerd. In de representatieve bedrijfssituatie wordt 45 ton/hr stoom geproduceerd. Zie tevens tabel. 1. Definitief januari 2004

9 Aardgas M M Rookgas G Afgassenketel Lucht Gasturbine Aardgas M Fig. 1 Schematische weergave van de Gasturbine en nageschakelde afgassenketel De Solar Taurus 70 is van het type Dry Low NOx. Er zijn geen aanvullende DeNOx voorzieningen, zoals stoom- of waterinjectie, geinstalleerd. De afgassenketel is normaliter altijd gecombineerd met de GT in bedrijf. Koude lucht bedrijf is mogelijk zonder GT waarbij de volledige stoombehoefte via de bijstookbranders kan worden gedekt Bepaling van de NOx-vracht Voor de bepaling van de NOx-vracht zijn de volgende punten van belang: De WKK wordt bedreven op een constante stoomproductie, waarbij normaliter de gasturbine maximaal wordt belast (stoomproductie van 19 ton/uur) en wordt bijgestookt in de afgassenketel voor de vereiste stoomproductie van 45 ton/uur in de representatieve bedrijfssituatie. Afhankelijk van de bezetting van de fabrieksinstallaties bestaat de mogelijkheid de gasturbine terug te regelen naar bijv. 5,5 MWel, waarbij te allen tijde in de afgassenketel voldoende kan worden bijgestookt voor de vereiste stoomproductie. Gedurende ca. 2-4 weken in het jaar bedraagt de stoomproductie slechts 22 ton/uur, vanwege onderhoud van installaties; in deze situatie kan de gasturbine maximaal belast zijn dan wel worden teruggeregeld naar een lager vermogen. De NOx emissie is afhankelijk van het gasturbine vermogen en de hoeveelheid aardgas naar de afgassenketel ( bijstookhoeveelheid ). De NOx vracht wordt bepaald met behulp van kentallen. Deze kentallen worden bepaald bij verschillende, praktisch mogelijke, belastingen bepaald. Aan de hand hiervan wordt de relatie tussen de kentallen en de NOx emissie vastgesteld, waarmee de NOx vracht kan worden bepaald. Het gasturbine vermogen, het gasverbruik van de turbine en de bijstookhoeveelheid worden éénmaal per 24 uur opgenomen (gemiddeld over de afgelopen 24 uur). Het effect van uitval van de GT op de NOx emissie van de AGK (koude lucht bedrijf) is niet gekwantificeerd maar beredeneerd kan worden dat de gr/gj bijdrage van het bijstookgas daalt (zie hoofdstuk 2.2.4); deze situatie zal maximaal 2 weken per jaar optreden en zoveel als mogelijk is, worden voorkomen. Definitief januari 2004

10 De NOx-vracht wordt berekend a.h.v. empirisch bepaalde formules (PEMS) door het gasturbine vermogen en de bijstookhoeveelheid. Hiervoor wordt de volgende vergelijking toegepast: NO x c = a+ b P + d Q [ g/gj ] GT e Bijstook Hierin zijn: a = b = c = d = 5030 e = P GT = Gasturbine vermogen [ MW ] Q Bijstook = Bijstookhoeveelheid [ Nm 3 /h ] Uit onderstaande grafiek valt op te maken dat boven een GT vermogen van 4 MW de NOx emissie nagenoeg constant is. NO x emissie versus GT vermogen NO x emissie onder ISO condities [g/gj] Vermogen vs NO x GT Vermogen vs NO x AGK Noot: NOx GT: tussen GT en AGK NOx AGK: na AGK Vermogen GT [MW] Fig. 2 NOx emissie vs. GT vermogen. Definitief januari 2004

11 De PEMS wordt gebruikt om de NOx vracht te bepalen. Deze relatie is door een extern geaccrediteerde instantie bepaald. De vaststelling van de PEMS wordt minimaal 1x per twee jaar opnieuw bepaald. Het terugregelen van de gasturbine wordt beperkt tot een niveau van minimaal 4,2 MWel. Bij lagere belastingniveuas zal niet worden gemeten omdat die situatie niet in de praktijk voorkomt. De NOx emissie zal worden berekend middels hierboven gegeven formule op basis van 24-uursgemiddelden van het GT vermogen en het aardgasverbruik van de AGK. Indien in de toekomst activiteiten op de locatie toenemen waardoor het gemiddelde stoomverbruik omhoog gaat, zal dit nieuwe belastinggebeid mede bepalend zijn voor de PEMS die wordt vastgesteld Geldigheidsgebied Het geldigheidsgebied van de monitoringsmethodiek betreft het GT vermogen vanaf 4,2 MWel en hoger en een bijstook van 2000 m3/uur Vaststellen default waarden Bij uitval van de normale monitoringsmethodiek, te weten de GT vermogensmeting of het aardgasverbruik van de AGK, wordt de maximale waarde in het normale operationele gebied aangehouden; dit is 20,5 g NOx/GJ. Als de turbine uit bedrijf is wordt het aardgas gemengd en verbrand met koude omgevingslucht. Hierdoor zal de NOx concentratie (in g/gj) in het rookgas lager zijn als gevolg van de lagere verbrandingstemperaturen (dit wordt door KW2 onderschreven). De bedrijfsvoering is er op gericht om de turbine maximaal beschikbaar te hebben. Voor het geval dat de turbine uit bedrijf is wordt de maximale waarde van de operationele situatie aangehouden waarbij bijstookgas wordt verstookt met de hete rookgassen afkomstig van de gasturbine; dit is 20,5 g NOx/GJ. Dit betekent een overschatting van de werkelijk geëmitteerde NOx vracht tijdens koude lucht bedrijf Meetapparatuur, meetprincipe, middelingtijd en monstername frequentie De bepalende parameters (zie onder punt 3) worden gemeten met de in tabel 3 opgenomen meetapparatuur. Deze parameters zijn in figuur 1 met een M aangegeven. Definitief januari 2004

12 Tabel 3 Overzicht meetapparatuur. Per installatie en/of per inrichting uitwerken Parameter Code Meetprincip Meetrange Monstername Middeling Locatie Merk, type Nadere info, zoals Verantwoordelijke Back-up bij (Tag-nr) e frequentie stijd logboek van beheer storingen apparatuur GT KWh K4000KC Magnetisch/ nvt Continue pulsgever Energiecentrum ABB Maximo systeem Supervisor ETD geen Inductief AGK G0006FQ Verdringing nvt Continue pulsgever Energiecentrum Instromet Maximo systeem Supervisor ETD geen bijstookhoe veelheid GT bijstookhoe veelheid G000 Verdringing nvt Continue pulsgever Energiecentrum Instromet Maximo systeem Supervisor ETD geen Definitief januari 2004

13 2.2.6 Brandstofverbruik van de inrichting Het brandstofverbruik wordt continue gemeten. M.b.v. pulsgevers worden dagverbruiken bepaald. De energie-inhoud van de hoeveelheid verbruikte brandstof wordt berekend door vermenigvuldiging van de energie-inhoud van de gebruikte brandstof (LHV) en de hoeveelheid verbruikte brandstof: Brandstofverbruik = energie-inhoud x brandstofhoeveelheid [MJ] [MJ/ m 0 3 ] [m o 3 /jaar] Met daarin: De calorische waarde van het brandstofverbruik in {MJ/jaar } De energie-inhoud: de onderste verbrandingswaarde of stookwaarde in {MJ/m 0 3 of MJ/kg} De hoeveelheid brandstof in {m o 3 /jaar of kg/jaar} De energie-inhoud van het aardgas bedraagt 31,65 MJ/m o 3. De Wobbe-index van het aardgas wordt bewaakt en binnen nauwe grenzen gehouden. Afwijkingen zijn niet groter dan 1-2%. Op grond hiervan kan worden volstaan met het monitoren van Nm3-aardgas input en geen correlatie op basis van GJ-aardgas input op te stellen. Tabel 4 Het totale brandstofverbruik van de inrichting (in m 3 o /jaar) WKK 33,086,481 37,000,000 Hoge Druk ketel 795, ,000 Lage Druk ketel protein 925, ,000 Bonendrogers 251, ,000 totaal 35,058,472 39,000,000 NB. Toename van 2002 naar 2003 is door vervanging gasturbine: van 3.3 naar 7.2 MWel. Het verbruik van 2003 is gebaseerd op een extrapolatie van 9 maanden. 2.3 Onderbouwingen en beschrijvingen In bijlage 1 is het meest recente emissie meetrapport van een geaccrediteerde instantie toegevoegd. 1 In dit voorbeeld MP is alleen de WKK opgenomen en heeft dit geen betrekking op de gehele inrichting. Definitief januari 2004

14 3 AFWIJKINGEN T.O.V. PROGRAMMA VAN EISEN EN WIJZGINGEN T.O.V. VORIGE VERSIE 3.1 Afwijkingen ten opzichte van de vereiste structuur De vereiste structuur is gehanteerd. 3.2 Afwijkingen ten opzichte van de inhoudelijke eisen van PvE De vereiste structuur is gehanteerd. 3.3 Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie van het monitoringsprotocol Niet van toepassing. 3.4 Meldingen van incidenten Indien de monitoring afwijkt van de in het MP beschreven wijze zal dit worden gemeld aan de NEa. Storingen van de bepalende parameters voor de NOx-emissie vaststelling worden in het onderhoudssysteem (Maximo) gemeld. In het spreadsheet waarin de berekening van de NOx-emissie wordt uitgevoerd, zijn alarmeringen op gegevens buiten het normale werkingsgebied aangebracht. Definitief januari 2004

15 DEEL B OPERATIONELE PROCEDURES 4 PROCEDURE VAN METEN TOT RAPPORTEREN 4.1 Eisen procedure van meten tot rapporteren In tabel 5 is de koppeling tussen de in het NOX monitoringsprotocol opgenomen activiteiten en het bedrijfseigen managementsysteem. Tabel 5 Koppeling beschrijvingen in MP met bedrijfseigen managementsysteem Stap nr. Uit PvE Stap in eigen procedu re Activiteit Automatische handeling in middelen Taken/handelingen opgenomen in werkomschrijvingen Frequentie C(ontinu), D(agelijks), M(aandelijks), J(aarlijks) Beschrijving opgenomen in (verwijzing naar plaats in MP): Uitwerking op installatieniveau (per installatie) 1 1A Meten primaire gegevens Metingen C Registreren Gegevens overnemen in D 4.3 primaire meetgegevens excell worksheet 3 3 Controle en Automatisch in Check van de resultaten D 4.3 correctieve acties Excel worksheet van de invoer en afwijkingen 4 n.v.t. 5 n.v.t. 6a n.v.t. 6b 6 Berekenen NO x Automatisch via D 4.2 vracht excel work sheet 7 7 Registratie Automatisch via D 4.2 resultaten stap 6 dagelijkse productie rapporten 8 8 Controle en correctieve acties - Check van de resultaten van de invoer en afwijkingen D 4.2 Definitief januari 2004

16 Tabel 5A Koppeling beschrijvingen in MP met bedrijfseigen managementsysteem (vervolg) Stap nr. Uit PvE Stap in eigen procedu re Activiteit Uitwerking op inrichtingsniveau 9 I01 Berekenen NO x -vracht en brandstofverbruik op inrichtingsniveau 10 I02 Registreren resultaten stap 9 11 I03 Controleren en correctieve acties berekenen NOx-vracht en brandstofverbruik of productie op inrichtingniveau 12 I04 Opstellen emissieverslag (EV) ten behoeve van de NEa 13 I05 Controleren en correctieve acties gegevens in EV en de gegevens daarin 14 I06 (Onafhankelijke) verificatie van het EV en de gegevens daarin 15 I07 Autorisatie en verzending EV naar NEa 16 I08 Registratie resultaat van stap 14 en 15 Automatische handeling in middelen Taken/handelingen opgenomen in werkomschrijvingen Frequentie C(ontinu), D(agelijks), M(aandelijks), J(aarlijks) Beschrijving opgenomen in (verwijzing naar plaats in MP): automatisch in D / J 4.3 Excel worksheet automatisch in WKK dagelijkse NOx vracht D / J 4.3 Excel worksheet - WKK dagelijks D / J 4.2 WKK en overige bronnen jaarlijks in het kader van MJV - volgens procedure J 4.2 GSG.P volgens procedure GSG.P.5200 J volgens procedure J 4.2 GSG.P volgens procedure J 4.2 GSG.P volgens procedure J 4.2 GSG.P Eisen werkomschrijvingen van meten tot rapportage In deze paragraaf wordt verwezen naar werkinstructies in het kwaliteitssysteem; deze zijn in dit monitoringsprotocol slechts kort samengevat. Definitief januari 2004

17 Tabel 6A Werkomschrijving stap 6b - 8; samenvatting Meten en berekenen NOx emissie op installatie niveau (klasse 3) Verwijzing naar werkomschrijving: Nieuw Nr werkomschrijving: GSG.I.5200 Omschrijving De volgende aspecten worden hierin beschreven, met de aangegeven de verantwoordelijke functionaris: 1. Meten primaire gegevens (Operationele Dienst) 2. Registreren primaire gegevens (Administratie) 3. Controle en correctieve acties m.b.t. de primaire gegevens (EHS coördinator) 4. Berekenen NOx vracht (EHS coördinator) 5. Registratie van de NOx vracht (EHS coördinator) Controle en correctieve acties m.b.t. de NOx vracht (EHS coördinator) Tabel 6B Werkomschrijving stap 9 11; samenvatting Meten en berekenen NOx op inrichtingsniveau(klasse 3) Verwijzing naar werkomschrijving: Nieuw Nr werkomschrijving: GSG.I.5210 Omschrijving De volgende aspecten worden hierin beschreven: 1. Berekenen brandstofverbruik op inrichtingsniveau (EHS coördinator) 2. Berekenen NOx vracht op inrichtingsniveau (EHS coördinator) 3. Controle en correctieve acties m.b.t. de berekening van het brandstofverbruik en de NOx vracht op inrichtingsniveau (EHS coördinator) Tabel 6C Werkomschrijving 12 16; samenvatting Emissieverslag (klasse 3) Verwijzing naar werkomschrijving: Nieuw Nr werkomschrijving: GSG.D.5200 Omschrijving De volgende aspecten worden hierin beschreven: 1. Opstellen van EV t.b.v. de Nea (EHS coördinator) 2. Controle gegevens in EV en correctieve acties op grond hiervan (EHS coördinator) 3. Verificatie van de EV (EHS coördinator) 4. Autorisatie en verzending EV (EHS coördinator) 5. Registratie van verificatie, autorisatie en verzending van EV (EHS coördinator) 4.3 Beschrijving van de middelen Voor meetmiddelen zie par Voor de berekening van de NOx vracht, zowel op installatie als inrichtingsniveau, wordt een Excell spreadsheet ( emissieregistratie ) gebruikt. Dit spreadsheet wordt gebruikt door de Administratie voor meerdere doeleinden en de berekening van de NOx vracht is hiervan een onderdeel. Dit onderdeel van het spreadsheet wordt beheerd door de EHS coördinator. Definitief januari 2004

18 5 PROCEDURE, VALIDATIE MEETAPPRATUUR (VERGELIJKENDE METINGEN, KALIBRATIE), KENTALBEPALING EN ONDERHOUD 5.1 Procedure validatie In tabel 7 zijn de onderscheidende activiteiten van het validatie proces opgenomen. Tabel 7 Activiteiten procedure validatie Nr. Meting Interval Norm Verwijzing naar Werkomschrijvingen 1 Opstellen en beheer van validatie jaarplan Jaarlijks MP protocol GSG.P Uitvoeren van validatiewerkzaamheden 24 maanden MP protocol GSG.P GT KWh meter Jaarlijks Onderhoudsplan GSG.I AGK brandstof verbruik Jaarlijks Onderhoudsplan GSG.I PEMS vaststelling Jaarlijks MP protocol GSG.D Registratie kalibratie- en onderhoudsgegevens Na elke controle Onderhoudsplan Preventive Maintenance System (Maximo) 4 Controle en correctieve acties Na elke controle Onderhoudsplan Preventive Maintenance System (Maximo) 5.2 Werkomschrijving validatie In de werkomschrijving validatie zijn de volgende zaken opgenomen: Opstellen en beheer jaarplan In het jaarplan is een overzicht opgenomen van de te valideren meetapparatuur en berekeningsmethoden alsmede de uitvoering van vergelijkende metingen en metingen voor het vaststellen en controleren van de kentallen. Uitvoeren van validatie werkzaamheden De uitvoering van de validatie werkzaamheden van de meters zijn in het onderhoudssysteem vastgelegd. De PEMS vaststelling wordt uitgevoerd door een hiervoor geaacrediteerd bedrijf. De initiële actie hiertoe gebeurt onder verantwoordelijkheid van de EHS coördinator. De door het eigen bedrijf aan te leveren gegevens worden gecontroleerd voordat de PEMS vaststelling wordt uitgevoerd. Tevens is de wijze waarop de omrekening van de gemeten waarden naar standaard condities plaatsvindt, aangegeven. Registratie van kalibratie- en onderhoudsgegevens Deze resultaten worden geregistreerd in het onderhoudsmanagement systeem (Maximo). Controle en correctieve acties De controle en correctieve acties op basis van de resultaten van de validatie werkzaamheden worden hierin beschreven; evt. wordt het validatie jaarplan op basis van de bevindingen bijgesteld. Definitief januari 2004

19 5.3 Inspectie en onderhoud Het onderhoud van de gasturbine vindt plaats volgens door Turbomach geadviseerde schemas. Het onderhoud van de gasmeters/vermogensmeter volgens schema vastgelegd in PMS (Preventive Maintenance Schema). De frequentie van de inspecties en het onderhoud is vastgelegd in het onderhoudsmanagement systeem (Maximo). Definitief januari 2004

20 6 KWALITEITSBORGING 6.1 Interne audits Voor de interne audits wordt het HACCP audit protocol toegepast. Hierin zijn opgenomen: Het auditplan wordt jaarlijks opgesteld en vastgesteld Frequentie van audits: het eerste jaar wordt het gehele NOx monitoring protocol geaudit; vervolgens wordt het NOx MP minimaal 1x per drie jaar volledig ge-audit. Geconstateerde tekortkomingen worden maximaal binnen 6 maanden hersteld. 6.2 Documentenbeheer In tabel 8 is een overzicht van het beheer van de relevante documenten opgenomen. Tabel 8 Overzicht documenten Naam document Eigenaar Bewaarplaats Documentsoort Bewaartermijn Monitoringsprotocol EHS coördinator Digitale manual master Procedure Geen limiet Meten en berekenen NOx EHS coördinator Digitale manual master Werkinstructie Geen limiet emissie op installatie niveau Meten en berekenen NOx EHS coördinator Digitale manual master Werkinstructie Geen limiet op inrichtingsniveau Emissieverslag EHS coördinator Digitale manual master Werkinstructie Geen limiet Validatieprotocol EHS coördinator Digitale manual master Werkinstructie Geen limiet 6.3 Register van registraties In het register van registraties zijn alle voor de NeA relevante registraties vastgelegd. Het register bestaat uit twee delen: 1. Operationele registraties. 2. Kwaliteitsregistraties; De overzichten hiervan zijn in de tabellen 9 en 10 opgenomen. De bewaartermijn van deze registraties bedraagt 10 jaar na goedkeuring van het EV door de NEa. Tabel 9 Operationele registraties Nr. Registratie Document of systeem 6.1 Automatische registratie primaire parameters Plant accounting 6.2 Handmatige registratie parameters Worksheet 6.3 Registratie maandtotalen Worksheet 6.4 Registratie brandstof eigenschappen Plant accounting 6.5 Storingen en uitval monitoringsapparatuur Onderhoudsmanagement systeem 6.6 Register bijzondere omstandigheden Item files Technische Dienst 6.7 Verslagen van bezoeken bevoegd gezag en controlerende /keurende instanties Milieu archief en item files Technishe Dienst Definitief januari 2004

21 Tabel 10 Kwaliteitsregistraties Nr. Registratie Document of systeem 6.8 Auditplan Auditplan EHS coördinator 6.9 Audit verslag Auditverslag 6.10 Correctieve en Preventieve acties n.a.v. audits Combined Audit Protocol Definitief januari 2004

22 7 ORGANISATIE, TAKEN, VERANTWOORDELIJKHEDEN, BEVOEGDHEDEN EN VAKBEKWAAMHEID In dit hoofdstuk is het organogram van de organisatie weergegeven, waarin de bij de NOx-monitoring betrokken afdelingen groen zijn ingekleurd. Plant Superintendent Plant Laboratorium Food Protein Project & Safety QA & FEHS Plant Systems Accounting Superintendent Coördinator Coördinator Engineer Assistent Plant Superintendent Supervisor Supervisor Prod. Supervisor Prod. Supervisor TD Loading Crush Refinery Fig. 3 Organogram In tabel 11 zijn alle relevante taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden weergegeven. Tabel 11 Matrix T(aken), B(evoegdheden), V(erantwoordelijkheden) Nr. Taak Plant Superintendent Assistent Plant Superintendent Supervisor TD QA & fehs coörd. Plant Accounting Installatie niveau 1 Meten primaire gegeven V U 2 Registreren primaire gegevens V U 3 Controle en correctieve acties V 4 Berekenen NOx vracht V 5 Registratie NOx vracht V Definitief januari 2004

23 Nr. Taak Plant Superintendent Assistent Plant Superintendent Supervisor TD QA & fehs coörd. Plant Accounting Inrichtingsniveau 1 Berekenen brandstofverbruik V 2 Berekenen NOx vracht V 3 Controle en correctieve acties V Emissiejaarrapportage 1 Opstellen EV V 2 Controle EV en correctieve acties V 3 Verificatie van EV V 4 Autorisatie en verzending EV V 5 Registraties V Validatie 1 Opstellen en beheer van validatie jaarplan V 2 Uitvoeren van validatiewerkzaamheden V 2.1 GT kwh meter V 2.2 AGK brandstof verbruik V 2.3 PEMS vaststelling V 3 Registratie kalibratie- en onderhoudsgegevens V 4 Controle en correctieve acties V Documentenbeheer 1 Monitoringsprotocol V U 2 Meten en berekenen NOx emissie op installatie niveau V U 3 Meten en berekenen NOx op inrichtingsniveau V U 4 Emissiejaarrapportage V U 5 Validatieprotocol V U Operationele registraties 1 Automatische registratie primaire parameters V U 2 Handmatige registratie parameters V U 3 Registratie maandtotalen V U 4 Registratie brandstof eigenschappen V U 5 Storingen en uitval monitoringsapparatuur V U 6 Register bijzondere omstandigheden V U 7 Verslagen van bezoeken bevoegd gezag e.d. V Kwaliteitsregistraties 1 Auditplan V U 2 Audit verslag V U 3 Correctieve en Preventieve acties n.a.v. audits V U Noot: V= verantwoordelijk U= uitvoerend (alleen indien anders als verantwoordelijke) A= advies (verplicht) Definitief januari 2004

24 Definitief januari 2004

25 8 LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN EN DEFINITIES AGK Afgassenketel AmvB Algemene maatregel van Bestuur BEES Besluit Emissie Eisen Stookinstallaties EV Emissieverslag g gram GJ GigaJoule GT Gasturbine kg kilogram MJ Mega Joule MW th / kw th Mega/ kilo Watt thermisch vermogen MP Monitoringsprotocol NeA Nederlandse emissie Autoriteit Nm 3 Normaal kubieke meter (bij standaard condities 0 C en 101,3 kpa) NO x Stikstofoxiden (NO en NO 2, uitgedrukt in NO 2 ) PvE Programma van Eisen NO x Monitoring ton duizend kilogram =o=o=o= Definitief januari 2004

26 Bijlage 1 Rapport kentalbepaling Definitief januari 2004

27 Hier het meest recent rapport waarbij de kentallen zijn bepaald toevoegen. Definitief januari 2004