Samenvatting Wetenschappelijke basisbeginselen
|
|
- Stefanie Lenaerts
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting Wetenschappelijke basisbeginselen 1. Wat wil de onderzoeker weten? 1.1 Wat is de probleemstelling, doelstelling en onderzoeksvraag? Probleemstelling: formulering van een probleem van een persoon, bedrijf of van de maatschappij. Doelstelling: het doel dat je met het onderzoek wilt bereiken. Goed om expliciet aan te geven. Onderzoeksvraag: vraag die in het onderzoek wordt onderzocht. Toegepast onderzoek: onderzoek dat is gericht op meer dan alleen kennis verzamelen. Het heeft een bepaald belang, het is belangrijk aan te geven waar de te verzamelen informatie toe dient. Zuiver wetenschappelijk onderzoek: onderzoek met als doel om louter kennis te verzamelen. Onderzoeksethiek: er zijn een aantal ethische voorwaarden die gelden voor onderzoek. Aan de volgende punten moet het voldoen: 1. De vrijwilligheid van respondenten 2. Een duidelijke uitleg aan respondenten 3. Gegevens worden vertrouwelijk, liefst anoniem verwerkt 4. Uitkomsten hebben geen nadelige gevolgen voor respondenten 5. Eerlijke en objectieve uitvoering van onderzoek 1.2 Gaat het om een open of gesloten vraag; kwalitatief of kwantitatief onderzoek? Open onderzoeksvraag: je krijgt een ander antwoord dan een ja/nee-antwoord. Is vaak heel breed. Gesloten onderzoeksvraag: je krijgt een ja/nee-antwoord. Is vaak een specifieke onderzoeksvraag. Kwantitatief onderzoek Gesloten onderzoeksvraag Onderzoeksvraag ligt vast Doel is het toetsen en beschrijven van van tevoren vastgelegde ideeën Er wordt op een standaardmanier data verzameld, bijvoorbeeld een vragenlijst Cijfers (datamatrix) als resultaten Data worden met behulp van statistische analyses geanalyseerd Kwalitatief onderzoek Open onderzoeksvraag Onderzoeksvraag kan nog aan verandering onderhevig zijn Doel is vooral het ontwikkelen van nieuwe ideeën Dataverzameling is niet standaard, vaak participerende observaties en open interviews Observatie- en gespreksverslagen als data Data wordt meestal eerst gereduceerd tot labels en vervolgens wordt getracht daar een structuur in te ontdekken
2 Over kwalitatief onderzoek zijn nogal verschillende opvattingen. In dit boek is de opvatting dat je je volledig openstelt voor hetgeen je in het onderzoeksveld tegenkomt, je wilt er van leren. Verifieerbaarheidseis: er moet gecontroleerd kunnen worden hoe een onderzoeker tot zijn conclusies is gekomen. Reproduceerbaarheiseis: je moet je onderzoeksverslag zo maken, dat iemand anders in staat is het onderzoek over te doen. à bij kwantitatief onderzoek. In kwalitatief onderzoek moeten je conclusies plausibel zijn en je werkwijze moettransparant zijn. 1.3 Waarover wil de onderzoeker iets zeggen? Eenheden en kenmerken. Onderzoekseenheden: de personen, bedrijven, situaties en dergelijke waarover je iets wilt zeggen. Generalisatieprincipe: voor wie de uitkomsten van je onderzoek straks gelden. (De eenheden: over wie of wat je de uitspraken doet.) Populatie: alle eenheden bij elkaar. à het is moeilijk de populatie af te bakenen. Eigenschappen/kenmerken: eigenschappen of kenmerken van de onderzoekseenheden. Dit zijn bijvoorbeeld vermoeidheidsklachten bij studenten. Het is handig om aan het begin van je onderzoek een opzet van de datamatrix te maken om verwarring te voorkomen. 1.4 Wat is er al bekend over het onderwerp van onderzoek? Inhoudelijke oriëntatie. Wanneer je verzoek krijgt om een onderzoek op te stellen begin je meestal met Oriëntatie: je overlegt met je collega s, opdrachtgever en je gaat kijken wat er op internet zoal te vinden is over het onderwerp. Voorstudie: kun je gebruiken om een voorstel van een onderzoeksvraag te doen. Vooronderzoek: als je bijvoorbeeld een onderzoek moet doen in het ziekenhuis, eerst een paar weken meelopen op de afdeling. Literatuuronderzoek doen voor je definitieve onderzoeksvoorstel is handig. Misschien is jouw onderzoek namelijk al gedaan. Andere redenen: 1. Begrippen definiëren en meten: je kunt kijken hoe anderen de begrippen die jij wilt onderzoeken hebben gedefinieerd en hoe ze zijn gemeten. 2. Methodologische aspecten: hoe andere onderzoekers vergelijkbaar onderzoek hebben opgezet en uitgevoerd. 3. Theorie: wanneer je theorie zoekt die de door jou te onderzoeken fenomenen verklaart. Bij bronnenonderzoek is het cruciaal dat je goede zoektermen gebruikt. Bijthesaurus kun je daarvoor bij je zoekterm vergelijkbare begrippen vinden. Als je op internet gaat zoeken eerst beginnen met grote algemene zoekmachines. Vaak kom je later uit op zoekmachines met wetenschappelijke literatuur: Google Scholar, Scirus en Pubmed. à boeken (bijvoorbeeld Google Books) en vooral proefschriften zijn interessante bronnen. In proefschriften staat meestal een goed literatuuroverzicht.
3 1.6 Is het onderzoek uitvoerbaar? Er zijn factoren die je kunnen helpen beslissen of je verder gaat met het onderzoek. De vier factoren die de uitvoerbaarheid van een onderzoek bepalen zijn: 1. Tijd Tijdsbegroting en tijdsplanning: maken om te kijken of het onderzoek haalbaar is. Terugrekenen vanaf de onderzoeksdatum. 2. Geld Haalbaarheid onderzoeken met een globale materiële, personele en tijdsbegroting. 3. Bereidheid van respondenten Instantie die het onderzoek uitvoert Wijze van benadering Tijd die het kost Aantrekkelijkheid van het onderwerp Nut van het onderzoek Incentive: blijk van (materiële) waardering Beter een kleine representatieve groep, dan een hele grote groep met veel non-respons. Dit gebeurt wanneer veel mensen weigeren. Onderzoeksresultaten zijn dan niet representatief. 4. Bereikbaarheid van respondenten Van veel doelgroepen is geen bestand waaruit je een steekproef kunt trekken. Dus dan is het moeilijk om de mensen te vinden die je nodig hebt. 2. Kiest de onderzoeker een opzet waarmee hij zijn onderzoeksvraag kan beantwoorden? 2.2 Welke vorm van onderzoek is geschikt? Een survey? Surveys: hierin neem je waar door te vragen, te luisteren en te kijken. Een survey is een onderzoeksdesign. à bijvoorbeeld welke vormen van agressie er bij jongeren voorkomen, en of er verschil is tussen jongens en meisjes. Enquête: een vorm van dataverzameling. Kwantitatieve survey: hierbij wil je een beeld krijgen van de mate waarin een van tevoren vastgesteld fenomeen zich voordoet. Kwalitatieve survey: je gebruikt open vragen en/of gaat open observeren. Je gebruikt meestal maar een beperkt aantal eenheden. Het gaat niet alleen om het beschrijven van gedachten, situaties en dergelijke, maar ook om het beschrijven van betekenissen. Casestudie: je kiest één of enkele typerende gevallen om een probleem of situatie te beschrijven. Etnografisch onderzoek: beschrijvend onderzoek op basis van participatie. Focusgroeponderzoek: met een groep respondenten wordt meestal een of meer gerichte groepsgesprekken gevoerd. Delphi-onderzoek (beleidsonderzoek): een kenmerkende vorm van onderzoek om mening te inventariseren en ook vorm te geven. In de eerste ronde legt de onderzoeker meestal aan verschillende deskundigen vragen of stellingen voor. De reacties worden door de onderzoeker anoniem tot een stuk verwerkt. Het stuk wordt weer aan onderzoekers voorgelegd, met de vraag om hierop te reageren. Op basis van de reacties van het gezamenlijke stuk wordt een beleid gevormd.
4 Surveyonderzoek wordt niet alleen gebruikt om fenomenen te beschrijven, maar ook om ideeën en theorieën te ontwikkelen, dus verkennend onderzoek. Gefundeerde theoriebenadering / grounded theory: door Glaser en Strauss. Een gestructureerde wijze om van ruw kwalitatief onderzoeksmateriaal, te komen tot meer abstracte inzichten. Mixed Methods Method: wanneer je zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek gebruikt. Longitudinale survey: de onderzoekseenheden worden gedurende een aantal jaren gevolgd en er vindt gedurende die jaren een aantal metingen plaats, waardoor je ontwikkelingen kunt vaststellen in het fenomeen dat je onderzoekt. à staat tegenover een eenmalige survey. Panelonderzoek: een vaste groep wordt gevolgd en er worden op verschillende tijdstippen metingen gedaan. Trendonderzoek: er worden hier ook verschillende metingen gedaan, maar met wisselende onderzoeksgroepen. Bij surveyonderzoek moet je voorzichtig zijn als het om oorzakelijke verbandengaat (Causaliteit). Het probleem is dat wanneer er sprake is van een statistisch verband, het niet zonder meer duidelijk is wat de richting van dat verband is. à Bijvoorbeeld: roepen agressieve televisiebeelden agressief gedrag op, of kijken agressieve kinderen gewoon liever naar agressieve tv-programma s? Je moet oppassen voor schijnverschillen of schijnverbanden. Mediërend kenmerk: een kenmerk dat (een deel van) het verband tussen twee andere begrippen verklaart. à leeftijd en opleiding (bijvoorbeeld bij het bekijken van het verband tussen agressie en tv-kijken, verklaart intelligentie een deel van het verband zonder dat het is meegenomen) Moderatorkenmerk: kenmerken die van invloed zijn op een relatie tussen twee kenmerken, maar niet in mediërende zin. à geslacht en leefsituatie (bijvoorbeeld dat verkoopstrategieën een andere invloed hebben op mannen dan op vrouwen) Een experiment? Experiment: er is sprake van een onafhankelijke variabele die gemanipuleerd wordt en een afhankelijke variabele of effectvariabele, waar de onafhankelijke variabele invloed op uitoefent. Onafhankelijke variabele: op basis van deze variabele worden voorspellingen gebaseerd. Deze variabele staat vast. Afhankelijke variabele: variabele waarover men een voorspelling doet. De onafhankelijke variabele is hiervoor nodig. Interventie: ingreep, er is vaak sprake van bij onderzoek bijvoorbeeld door een therapie, een voorlichtingscampagne, reclamecampagne of medicijn. à effect op de afhankelijke variabele wordt getest.
5 Effect- of evaluatieonderzoek: het effect van een interventie wordt getoetst. Een experiment is hiervoor het beste onderzoeksontwerp. Placebo: een nepmedicijn, om zeker te weten dat het effect niet op suggestie, maar op de werking van de medicinale stof bewust. Dubbel-blind onderzoek: als zowel de onderzoeksmedewerkers, als de patiënt niet weten aan wie het echte medicijn of placebo is verstrekt. Zuiver experiment: er is sprake van random toewijzing. Het wordt door het lot bepaald. Randomisatie: random toewijzing van eenheden aan een bepaalde conditie. à Bijvoorbeeld: je kunt niet random kinderen toewijzen aan de groepen gescheiden ouders en geen gescheiden ouders. Hiervoor moet je eerst al twee groepen maken. Bestaande groepen: moet je kiezen wanneer je deelnemers niet random aan een conditie kunt toewijzen. à randomisatie is niet mogelijk. Selectie-effect: de verschillen tussen de gevonden experimentele en controlegroep wordt niet veroorzaakt door interventie, maar door een verschil dat bij aanvang tussen de groepen aanwezig is. à dit is een gevaar bij quasi-experimentele designs à het probleem kan worden ondervangen door gebruik te maken van matching. Matching: het vormen van vergelijkbare paren. Geen controlegroep gebruiken geeft een aantal gevaren: Tussentijds voorval/ history: misschien gebeurt er in de experimentele groep iets dat de toestand zo verandert dat het van invloed is op het experiment. Groei-effect: je hebt geen zicht om mogelijke invloeden van groei-effecten. à Bijvoorbeeld: je meet de verhoging van bloeddruk, terwijl de bloeddruk al verhoogt als je ouder wordt. Statistische regressie naar het gemiddelde: extreme cijfers, dus óf extreem hoog óf extreem laag hebben de neiging om respectievelijk omlaag of omhoog te gaan. Bodemeffect: bij lage scores, ze kunnen niet omlaag alleen nog maar omhoog. Plafondeffect: bij hoge scores, ze kunnen niet omhoog alleen nog maar omlaag. Tijdreeksanalyse: je verricht meer metingen op verschillende tijdstippen voor en na de meting. à om enigszins zicht te krijgen op onverwachte effecten. Verwachtingseffect (experimenteel): deelnemers laten zich misschien beïnvloeden door het feit dat de (bijvoorbeeld) arts heilzaam gelooft in de werking van zijn medicijn. Hawthorne-effect: effecten die opkomen omdat de deelnemers zich bewust zijn van het feit dat ze deel uitmaken van een experiment. Productevaluatie: het vaststellen of je met je interventie het beoogde effect hebt bereikt. Procesevaluatie: je wilt weten waarom (bijvoorbeeld) jouw campagne niet het gewenste effect geeft.
6 Actieonderzoek: vrijwel altijd een vorm van participerend onderzoek. Je probeert samen met betrokkenen mogelijke oplossingen te bedenken. De oplossingen ga je uitproberen en evalueren. à de enige vorm van kwalitatief onderzoek die mogelijk als een experiment kan worden gezien. à veranderingsgericht onderzoek. Veranderingsgericht onderzoek: (zoals hierboven) je voert het onderzoek samen met je respondenten uit. Respondenten zijn eigenlijk ook onderzoekers. 2.3 Worden alle eenheden in het onderzoek betrokken of wordt daaruit een steekproef getrokken en hoe wordt die steekproef dan getrokken? Aselecte kwantitatieve steekproef Eerst vaststellen wat de populatie precies is en wie of wat de eenheden zijn. De steekproef moet een goede representatie van de populatie vormen. Steekproefkader: lijst of bestand waarin alle eenheden zijn opgenomen. à een telefoonboek als steekproefkader is niet terecht. Je mist namelijk alle mensen zonder telefoon en alle mensen met een geheim nummer. Aselect: elke eenheid uit de populatie heeft een gelijke kans om in de steekproef te komen. à vaak wordt hiervoor de Random number generator gebruikt, te vinden op internet. à Aselecte enkelvoudige steekproef wordt het. Birthday rule: wanneer de eenheden huishoudens zijn moet je binnen een huishouden aselect iemand trekken. Degene die het eerst jarig is moet dan komen. Getrapte steekproef: je trekt eerst huishoudens, en vervolgens een persoon daaruit. Het kan ook bij universiteiten: hierbinnen kies je verschillende opleidingen en binnen de opleidingen kies je aselect studenten. Je moet op zoveel mogelijk verschillende tijdstippen bellen om een zo representatief mogelijke steekproef te krijgen. Random digit dialing: de computer genereert random telefoonnummers die worden gedraaid. Wordt er niet opgenomen, dan wordt er een ander nummer gegenereerd. Gestratificeerde steekproef: je deelt de populatie eerst in in strata, bijvoorbeeld in jongens en meisjes, vervolgens trek je aselect uit elk stratum een steekproef. à het best bij uitzonderlijke groepen. Bijvoorbeeld: voetballende meisjes. Non-respons vormt een bedreiging voor de representativiteit. à is vaak bij mensen die minder gunstige omstandigheden hebben. CBS tracht het probleem op te lossen door deze mensen zwaarder mee te laten tellen. Dit is niet altijd een goede oplossing, niet erg selectief Steekproefomvang kwantitatief? Steekproefomvang is belangrijk om te weten voor je planning, begroting, nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Betrouwbaarheidsmarge: in welke mate de steekproef afhankelijk is van toeval.
7 De volgende gegevens gebruik je voor het berekenen van de gewenste grootte van een enkelvoudige steekproef. Het gaat om percentages of proporties. Minimale steekproefomvang: n Foutenmarge: m Verwachte percentage in de populatie: p à vaak weet je de waarde niet, dan 0,5 invullen. Op internet zijn vele steekproefcalculators te vinden waarin bovenstaande berekeningen worden uitgevoerd. Bij continue gegevens wordt het ingewikkelder. Het gaat bijvoorbeeld om gemiddelden in een populatie. De steekproefomvang: n De foutenmarge: m à wordt 1 wanneer je bijvoorbeeld maar één van de spreiding af wilt zitten. De standaarddeviatie: σ. Is een maat voor de spreiding in de populatie Kwalitatieve steekproef? Bij een kwalitatieve steekproef is het verstandig om te beginnen met een vrij homogene groep. Saturatie/ verzadiging: dat je net zo lang doorgaat met de steekproef totdat je het idee hebt dat er zich geen nieuwe informatie meer aandient. Er is dan verzadiging van de informatie. Quotasteekproef à hier gebruiken wanneer het om specifieke vraag gaat. Casestudie à hier gebruiken wanneer je onderzoek vooral op betekenisverlening gericht is. Steekproef met extremen: wanneer je vooral in emotionele motieven geïnteresseerd bent. Je neemt hierbij grote tegenstander en overtuigde voorstanders van een standpunt. 3. Verzamelt de onderzoeker op de juiste manier zijn gegevens? Hoe worden de kenmerken gedefinieerd, zijn er (sub)dimensies en wat zijn de indicatoren? Operationaliseren: het begrip zoals bedoeld wordt vertaald in een begrip zoals bepaald. Je moet hiervoor een goede definitie hebben (definiëren), en abstracte complexe begrippen moeten concrete karakteristieken krijgen. Variabele: is sprake van wanneer het kenmerk vertaald is in een begrip zoals gemeten. (Bijvoorbeeld: intelligentie is een kenmerk, IQ de variabele. Dimensies: aanwezig bij een variabele, zeggen bijvoorbeeld iets over de verschillende manieren. à Bijvoorbeeld: de variabele is agressie, de dimensies zijn fysiek en verbaal. Subdimensies à Bijvoorbeeld: naast het onderscheid tussen fysieke en verbale agressie, kun je onderscheid maken tussen directe en indirecte agressie. De subdimensies worden dan verbaal direct, verbaal indirect, fysiek direct en fysiek indirect. Indicatoren: moet je zoeken bij dimensies, ze maken dat je het begrip kunt meten. à je kunt bij verschillende dimensies meerdere vragen stellen. Deze verkleinen de kans op toeval. Topiclijst: belangrijk bij voorbereiding kwalitatief onderzoek. Hier staat een overzicht op van de dimensies en indicatoren.
8 3.1.2 Welke dataverzamelingsmethode is het meest geschikt? Informant: een persoon die vragen beantwoordt over de persoon in kwestie (die je nodig hebt voor het onderzoek). Vragen stellen à om erachter te komen wat mensen voelen, weten, denken en vinden. Observeren à wanneer het om gedrag gaat. Sociale wenselijkheid: kan van invloed zijn op de onderzoeksresultaten. Mensen vertellen niet graag dingen over zichzelf die sociaal onwenselijk zijn. à ook kennen mensen zichzelf soms slecht. Deskresearch: je hoeft er niet het veld voor in, je kunt achter je pc blijven zitten. à er wordt gebruik gemaakt van bestaand materiaal. Bijvoorbeeld: de cijfers die 20 jaar geleden werden gehaald vergelijken met de cijfers die nu worden gehaald. Triangulatie: wanneer je veel manieren van dataverzameling met elkaar combineert Is de dataverzameling betrouwbaar en valide? Instrumentele validiteit: dat je meet wat je veronderstelt te meten. Geldigheid: dit begrip wordt bij kwalitatief onderzoek gebruikt voor validiteit. Ecologische validiteit: dat je dichtbij de werkelijkheid onderzoekt. Triangulatie: je bekijkt een punt vanuit verschillende perspectieven. Dus meerdere manieren van dataverzameling. Betrouwbaarheid: de mate waarin een meting onafhankelijk is van toeval. Stabiliteit: een meting is stabiel wanneer je bij een meting altijd dezelfde score krijgt. Toevalsbronnen: de bronnen waaruit toeval kan voortkomen: 1. Het gebruikte instrument. De vragen moeten eigenlijk hetzelfde meten. Dan is er sprake van homogeniteit. Dit wordt meestal berekend met dechronbachs Alpha. 2. De onderzochte persoon: kan verschillen in gemoedstoestand. 3. Omstandigheden: je vult een vragenlijst vast anders in voor een belangrijk tentamen dan voor een college. 4. De onderzoeker, interviewer, observator: De betrouwbaarheid is een voorwaarde voor de validiteit. Maar als een meting betrouwbaar is, wil dat niet zeggen dat het ook meteen valide is. 3.2 Wat is een goede opzet voor een interview of enquête? Welke vorm van interview of enquête is het meest geschikt? Mondeling à interview. Kan een gestructureerd interview zijn, bijvoorbeeld bij eenenquêteonderzoek. Er kunnen open vragen of open antwoordcategorieën in zitten.
9 Open interview: je hebt een vaste open startvraag. Je vervolgvragen hangen af van wat de respondent zegt. Soms met een topiclijst, soms met vaste vervolgvragen. Mondelinge interviews Voordelen Natuurlijke manier, minder weerstand bij respondenten. Interviewer ziet en hoort wat gebeurt, dus kan nog corrigeren etc. Ingewikkeldere vragen kun je stellen. Grote respons Nadelen De interviewer zelf, men bekent eerder dingen in anonimiteit. Kost veel tijd, daardoor kostbaar. Goed getrainde interviewers à kostbaar. Schriftelijke dataverzameling bij kwalitatief onderzoek: Opstellen Associatieve en projectieve technieken Imago-onderzoek: er wordt aan respondenten vragen gesteld over het imago van iemand op een afbeelding. Schriftelijke dataverzameling Voordeel Kost relatief weinig geld Kost relatief weinig tijd Anoniemer Minder sociaal wenselijke antwoorden Tijd om over antwoorden na te denken Nadeel Proefafnames zijn gewenst Minder makkelijk ingewikkelde onderwerpen behandelen De controle over beantwoordingsproces mist Grootste probleem à non-respons Proefafname: voorbeeldvragen om te controleren of je respondenten de vragen goed begrijpen. Mondeling Face to face à CAPI: Computer Assisted Personal Interviewing. Voor face-to-face interviews. Telefonisch onderzoek à CATI: Computer Assisted Telephone Interviewing. Gegevens meteen digital aanklikbaar. ànadelen: minder controle, minder gebruiksvriendelijk. Moeilijk ingewikkelde vragen met bijvoorbeeld afbeeldingen. Postenquête: schriftelijke vragenlijst die wordt verspreid. Incentives: beloning voor het deelnemen aan een vragenlijst. enquêtes/websurvey: vragenlijsten via s versturen of via het web laten beantwoorden. Grote snelheid. Gemak waarmee je informatie kunt verwerken. Begeleiding bij het maken van de vragenlijst.
10 Voorgestructureerde antwoordcategorieën. Routing: je kunt aangeven welk persoon met welke specifieke kenmerken welke vragen wel en niet moet beantwoorden. Chatten: kan ook worden gebruikt voor dataverzameling. Groepsgewijze benadering: Bijvoorbeeld: je wilt studenten onderzoeken en praat daarvoor met een groep studenten bij elkaar. à Focusgroep. Dit kost minder tijd. Nadeel is dat er groepsprocessen kunnen spelen, waardoor iemand misschien niet voor eigen mening opkomt. à tegenover Individuele benadering. Ook Delphi- en focusgroeponderzoek kan groepsafname mogelijk zijn. Er worden bijvoorbeeld chatof videoconferenties gehouden. à ook kan een communicatieforum worden geopend Wat zijn aandachtspunten voor het maken van een interview of enquête? In een interview of enquête kun je de volgende onderdelen onderscheiden: 1. Introductie Wie de onderzoeker is, wat zijn status is en hoe de onderzoeker te bereiken is. Wat het doel is van het onderzoek en wat er met de informatie gebeurt en of het resultaat van het onderzoek gepubliceerd wordt. Of het anoniem, dan wel vertrouwelijk is en hoe dat gegarandeerd wordt. Hoeveel tijd het interview, dan wel het invullen van de vragenlijst kost. 2. Opbouw Met het centrale thema beginnen, of met neutrale algemene vragen? Ga ik van breed naar smal, of juist andersom? Kan er sprake zijn van vraagvolgorde-effecten? 3. Vragen en antwoordmogelijkheden Gesloten vragen Of er een of meer antwoorden mogelijk zijn op de vraag. Of je alle antwoordmogelijkheden kent. Eventueel plaatsing van anders, namelijk Of het om een feit of mening gaat. Bij mening:schaalpunten/antwoordschaal gebruiken. Vaak met een neutraal middenpunt. Over de vorm. Veel vragen met antwoordschaal à matrixvorm Open vragen Zorg dat de deelnemer niet naar een bepaald antwoord wordt gestuurd. Vragen moeten voldoen aan de volgende eisen: 1. Ze moeten helder zijn. Het moet bijvoorbeeld duidelijk zijn wat met een begrip wordt bedoeld. 2. Ze moeten concreet zijn. Bijvoorbeeld: niet regelmatig gebruiken maar elke dag. 3. Ze moeten neutraal zijn à géén suggestievragen! 3.3 Wat is een goede opzet voor observatieonderzoek? Welke observatiemethode kan het best gebruikt worden? Participerende observatie: observatie waarbij je meedoet met dat wat je observeert. Dit kan verhuld zijn of niet verhuld. Verhulde observatie is bijvoorbeeld dat je supportersgeweld onderzoekt en daarvoor meedoet als een supporter.
11 Open ongestructureerde observatie: wanneer je weinig kennis hebt over het onderwerp dat je gaat bestuderen. Je wilt leren van de situatie. Gestructureerde observatie: je gebruikt reeds bekende data voor je observatie. Hiervoor zijn bijvoorbeeld observatielijsten die je kunt nagaan. Memorecorders: worden gebruikt door onderzoekers bij participerende observatie om tussendoor hun bevindingen in te spreken Wat kan geobserveerd worden? Het voorbeeld van een begroeting wordt gegeven met de volgende punten die bijlangs worden gegaan. 1. Event-sampling: het vaststellen of iets gebeurt. 2. Zo ja, hoe lang duur het voor het gebeurt? 3. Timesampling: elke keer dat iets gebeurt wordt het vastgesteld. Onderzoeker krijgt bijvoorbeeld om de 5 seconden en piepje door en kan dan kijken of iets gebeurt. 4. Beoordelingsschaal: de mate van vriendelijkheid (in het geval van de begroeting) 5. Andere opvallende zaken 3.4 Wat is een goede opzet voor het doen van onderzoek met bestaande gegevens? Wat voor voor- en nadelen kent het gebruik van bestaand materiaal? Voordelen Soms kan het niet anders, als je wilt weten wat zich in het verleden heeft afgespeeld. Het kan beter zijn bestaand materiaal te gebruiken, omdat het meer valide onderzoeksmateriaal oplevert. Makkelijker te verkrijgen. Leidt niet tot respondentenbederf, want je valt niemand lastig. Non-reactief: de dataverzameling wordt niet beïnvloed door de onderzoeker. Nadelen Meestal niet ontwikkeld voor onderzoeksdoeleinden, daarom vaak een probleem van representativiteit. Geen controle op de oorspronkelijke dataverzameling. à zijn de gegevens wel op een valide en betrouwbare manier verzameld? Reputatie van de onderzoeksinstantie bekijken voor het gebruik van hun gegevens. Soms lastig verkrijgbaar, of je moet ervoor betalen Wat voor verschillende vormen van bestaand materiaal zijn er en hoe worden die gebruikt? 1. Cijfers en/of databestanden Heranalyse: het opnieuw analyseren van databestanden. à gegevens opnieuw analyseren. Secundaire analyse: je gebruikt het databestand voor het beantwoorden van een onderzoeksvraag die afwijkt van de oorspronkelijke onderzoeksvraag. Bijvoorbeeld: een onderzoek naar de verhouding tussen positief dan wel negatief nieuws in de Nederlandse dagbladen. Meta-analyse: vorm van analyse door onderzoekersgegevens die door anderen verzameld zijn. Alle onderzoekspublicaties op een terrein doorspitten en dan combineren tot een totaaleffectscore. à anders dan eenliteratuuroverzicht waar je alleen een beschrijving geeft.
12 2. Teksten Inhoudsanalyse Scanprogramma s: zetten een artikel om naar een Word-file. Vaak bij kwalitatief onderzoek. Discourse-analyse/ gespreksanalyse: het grondig analyseren van gesprekken of weerslagen van gesprekken.
Wetensch basisbeg. in de gezondheidszorg
Wetensch basisbeg. in de gezondheidszorg Dit is onderzoek Ben Baarda Wetenschappelijke basisbeginselen Hoofdstuk 1 Kwantitatief onderzoek: werkt met cijfers. Vb van een onderzoeksresultaat: 70% van de
Nadere informatie28-10-2015. Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden.
Docent: Marcel Gelsing Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden. Ga naar: www.gelsing.info Kies voor de map Eindopdrachten Download: Integrale eindopdracht Fase 1.pdf Les 1: fase 1 en 2
Nadere informatieBegrippenlijst Anders Dit is onderzoek
Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek Begrippenlijst door F. 1080 woorden 15 april 2016 9,1 2 keer beoordeeld Vak Anders Dit is onderzoek! 2.4 Steekproef Onderzoek met een kleine groep met de bedoeling
Nadere informatietudievragen voor het vak TCO-2B
S tudievragen voor het vak TCO-2B 1 Wat is fundamenteel/theoretisch onderzoek? 2 Geef een voorbeeld uit de krant van fundamenteel/theoretisch onderzoek. 3 Wat is het doel van fundamenteel/theoretisch onderzoek?
Nadere informatieAuteurs: Baarda e.a. isbn: 978-90-01-80771-9
Woord vooraf Het Basisboek Methoden en Technieken biedt je een handleiding voor het opzetten en uitvoeren van empirisch kwantitatief onderzoek. Je stelt door waarneming vast wat zich in de werkelijkheid
Nadere informatieWorkshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data
Workshop Dataverzameling Van onderzoeksvraag naar data Even voorstellen: Suzanne van de Groep 24 jaar Promovendus (PhD-kandidaat) Universiteit Leiden Hoe gaan jongeren met andere mensen om? Hoe werkt dat
Nadere informatieWORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN
WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN INHOUD Kwantitatieve onderzoeksmethoden Algemene kenmerken Enquête Experiment Kwalitatieve onderzoeksmethoden Algemene kenmerken Observatie Interview Kwaliteit van het onderzoek
Nadere informatieMethodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee
Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde Foeke van der Zee Inhoudsopgave 1. Onderzoek, wat is dat eigenlijk... 1 1.1 Hoe is onderzoek te omschrijven... 1 1.2 Is de onderzoeker een probleemoplosser
Nadere informatieVoorwoord... iii Verantwoording... v
Inhoudsopgave Voorwoord... iii Verantwoording... v INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker als probleemoplosser of de onderzoeker als adviseur...
Nadere informatieVoorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi
Inhoudsopgave Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker
Nadere informatieMethode Wat is het? Bij welk type evaluatie bruikbaar? Waarvoor gebruiken? Benodigdheden Voordelen Beperkingen Uitvoering en analyse
Schematisch overzicht methoden en technieken Welke onderzoeksmethoden en -technieken kun je inzetten om de benodigde data te verzamelen? De meest gebruikte bij s zijn: Literatuurstudie (Wetenschappelijke)
Nadere informatieDocentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument
Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Het doel van deze opdracht is nagaan of je instrument geschikt is voor je onderzoek. Het is altijd verstandig
Nadere informatieINHOUDS- OPGAVE. Voorwoord 19. Voorwoord bij de nieuwe druk 20. Inleiding 23
5 INHOUDS- OPGAVE Voorwoord 19 Voorwoord bij de nieuwe druk 20 Inleiding 23 Ontwikkelingen in het Hoger Beroepsonderwijs 23 Praktijkgericht Onderzoek 25 De focus van ons boek 27 De structuur van dit boek
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijwetenschappen Onderzoek doen
Samenvatting Maatschappijwetenschappen Onderzoek doen Samenvatting door Lotte 2060 woorden 2 jaar geleden 0 keer beoordeeld Vak Maatschappijwetenschappen Maatschappijwetenschappen: onderzoek doen Hoofdstuk
Nadere informatieAan de slag met vakdidactisch onderzoek: methodologische aspecten
Aan de slag met vakdidactisch onderzoek: methodologische aspecten Geraldine Clarebout 09-09-2010 Contact: geraldine.clarebout@kuleuven-kortrijk.be Inhoud Kiezen van methoden: verschillende types Steekproeftrekking
Nadere informatieBasisboek methoden en technieken
Basisboek methoden en technieken Deel 2 van 3 : Hoofdstuk 4 t/m 7 Ook verkrijgbaar : Deel 1 : Hoofdstuk 1 tot en met 3 Ook verkrijgbaar : Deel 3 : Hoofdstuk 8 tot en met 12 Bronvermelding: Titel: Basisboek
Nadere informatieProgramma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek.
Bijeenkomst 3 1 Programma Mini-presentaties Vragenlijst maken Kwaliteit van de vragenlijst: betrouwbaarheid en validiteit Vooruitblik: analyse van je resultaten Aan de slag: - Construct-> dimensies ->
Nadere informatieMeten van Resultaat. Carine van Schie 22 april 2014
Meten van Resultaat Carine van Schie 22 april 2014 Outline 1 Onderzoek 2 Gedragsverandering 3 Resultaat en (effect) metingen 4 Vragenlijst 5 Observatie 6 Respondenten 7 Analyse Onderzoek: Wat wil je weten
Nadere informatieOverzicht van tabellen 13. Overzicht van figuren 15. Voorwoord 17. Inleiding 19
Inhoudsopgave Overzicht van tabellen 13 Overzicht van figuren 15 Voorwoord 17 Inleiding 19 Ontwikkelingen in het Hoger Beroepsonderwijs 19 Praktijkgericht Onderzoek 21 De focus van dit boek 23 De structuur
Nadere informatieMethodologie voor onderzoek in marketing en management. Foeke van der Zee
Methodologie voor onderzoek in marketing en management Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,
Nadere informatieMethodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek. Foeke van der Zee
Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt, in
Nadere informatieOnderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen. Master Innovation & Leadership in Education
Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen Master Innovation & Leadership in Education Leerdoelen Aan het eind van deze lesdag heb je: Kennis van de dataverzamelingsmethodes vragenlijstonderzoek,
Nadere informatieMethodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee
Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,
Nadere informatieMethoden van onderzoek. Werkcollege 5
Werkcollege 5 Werkcollege 5: Inhoud 1. Instructies bij opdrachten 2. Populatie - steekproef 3. Vragenlijst ontwikkelen 2 Instructies opdrachten 3 Werkcollege 5: Inhoud 1. Instructies bij opdrachten 2.
Nadere informatieWorkshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data
Workshop Dataverzameling Van onderzoeksvraag naar data Even voorstellen: Suzanne van de Groep 23 jaar Promovendus (PhD-kandidaat) Universiteit Leiden Hoe komt het dat sommige mensen aardiger zijn dan anderen?
Nadere informatieOnderzoeksvraag Uitkomst
Hoe doe je onderzoek? Hoewel er veel leuke boeken zijn geschreven over het doen van onderzoek (zie voor een lijstje de pdf op deze site) leer je onderzoeken niet uit een boekje! Als je onderzoek wilt doen
Nadere informatiePraktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector
marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector Marktonderzoek kunt u prima inzetten om informatie te verzamelen over (mogelijke) markten, klanten of producten, maar bijvoorbeeld ook om de effectiviteit van
Nadere informatieBij deze danken we collega-docenten in het hoger onderwijs voor het delen van hun ervaringen en expertise.
Woord vooraf Het Basisboek Methoden en Technieken biedt je een handleiding voor het opzetten en uitvoeren van empirisch kwantitatief onderzoek. Je stelt door waarneming vast wat zich in de werkelijkheid
Nadere informatieMethodiek Actieonderzoek
Methodiek Actieonderzoek C O M M U N I T Y D E V E L O P M E N T College 4 17 september 2012 Docent: Elly Hellings Leerdoel college 4 Leerdoel: meer kennis over de verschillende methodieken van actieonderzoek
Nadere informatieBEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk
Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk BEGRIP VAN BEWIJS Herman Schalk Vragenlijst Toelichting bij de vragenlijst p. 3 Vragen bij de elementen van begrip van bewijs p. 4 vrije Universiteit amsterdam
Nadere informatieONDERZOEK DOEN HOE DOE IK DAT? WORKSHOP PLUSWEEK KLAS 1, 2, 3
ONDERZOEK DOEN HOE DOE IK DAT? WORKSHOP PLUSWEEK KLAS 1, 2, 3 WAAROM ONDERZOEK? Onderzoek doen is een belangrijke wetenschappelijke vaardigheid. Tijdens de plusweek ga je leren hoe je dat moet doen. Je
Nadere informatieDATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005)
DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) Inleiding De manier waarop data georganiseerd, gecodeerd en gescoord (getallen toekennen aan observaties) worden en welke technieken daarvoor nodig zijn, dient in het ideale
Nadere informatieHoofdstuk 7: Selectie van steekproeven
Hoofdstuk 7: Selectie van steekproeven Inhoudsopgave 7.1. Inleiding... 2 7.1.1. Onderzoekseenheden, populatie en steekproef... 2 Onderzoekseenheden op verschillende niveaus... 2 7.1.2. Steekproeven: twee
Nadere informatiePRESTUDY TASKS: DOING WHAT IS GOOD FOR YOU
PRESTUDY TASKS: DOING WHAT IS GOOD FOR YOU Aan het voorstel werken helpt om na te denken over onderzoeksvragen en de focus van de studie. Onderzoeker maken verschillende beslissingen voor ze aan het veldwerk
Nadere informatieIntroductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.
Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van
Nadere informatieHoofdstuk 1. De steekproefopzet bepalen
Hoofdstuk 1 De steekproefopzet bepalen Basisbegrippen bij steekproeven en steekproeftrekking Populatie: de complete groep die wordt bestudeerd, zoals aangegeven in de doelen van het onderzoeksproject Managers
Nadere informatieHOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN
HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.
Nadere informatie(Hoe) kan onze communicatie beter?
Deel 3 Onderzoek (Hoe) kan onze communicatie beter? Marijke Manshanden* Uw organisatie heeft een communicatieprobleem. U wilt dit probleem oplossen, maar mist de informatie om tot een goede oplossing te
Nadere informatieHoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15
Inhoud Voorwoord 11 Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Voorbeelden 16 1.2.1 Leiden problemen in welbevinden tot voortijdig schoolverlaten? 16 1.2.2 Beter
Nadere informatieStap 1: Bepalen van het doel
Ontwerp van een onderzoeksproject Stap 1: Bepalen van het doel Eerst en vooral moet je weten wat je te weten wil komen en waarom. Het antwoord op deze vragen bepaalt Wat je zal moeten meten en hoe (doelvariabelen
Nadere informatieInhoud. 1 Een inleiding op praktijkonderzoek Zorg- en welzijns organisaties als onderzoekscontext 61. Inleiding 15.
Inhoud Inleiding 15 Leeswijzer 19 1 Een inleiding op praktijkonderzoek 21 1.1 Een positiebepaling van praktijkonderzoek 21 1.1.1 Het belang van een onderzoekende beroepshouding 21 1.1.2 Hoofddoelen van
Nadere informatieDit is onderzoek! Tweede geheel herziene editie. Ben Baarda. Handleiding voor kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Tweede editie
Dit is onderzoek! Handleiding voor kwantitatief en kwalitatief onderzoek Ben Baarda Tweede editie Tweede geheel herziene editie Dit is onderzoek! Handleiding voor kwantitatief en kwalitatief onderzoek
Nadere informatieMethodologie voor de sociale wetenschappen. Voorwoord. Deel 1 Algemeen: basisbegrippen 1. H1 Waarom sociaalwetenschappelijk onderzoek?
Methodologie voor de sociale wetenschappen Voorwoord XI Deel 1 Algemeen: basisbegrippen 1 H1 Waarom sociaalwetenschappelijk onderzoek? 3 1.1. Inleiding 4 1.2. Enkele voorbeelden 6 1.2.1. De opwarming van
Nadere informatie1 Wat wil de onderzoeker weten?
3 Wat wil de onderzoeker weten?. Wat zijn de probleemstelling, de doelstelling en de onderzoeksvraag?.2 Gaat het om een open of gesloten onderzoeksvraag, een kwalitatief of kwantitatief onderzoek?.3 Wat
Nadere informatieInleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18. In de startblokken 19
Inleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18 In de startblokken 19 STAP 1 Van interesse tot brainstormen over het onderwerp 29 Beschrijvende
Nadere informatieSamenvatting Nederlands
Samenvatting Nederlands 178 Samenvatting Mis het niet! Incomplete data kan waardevolle informatie bevatten In epidemiologisch onderzoek wordt veel gebruik gemaakt van vragenlijsten om data te verzamelen.
Nadere informatieTake-home toets: Kwalitatief onderzoek
vrijdag 18 januari 2013 Take-home toets: Kwalitatief onderzoek Naam: Lisa de Wit Studentnummer: 500645721 Klas: LV12-2G1 Vak: Kwalitatief onderzoek Docent: Marjoke Hoekstra 1 Inleiding Voor het vak: Kwalitatief
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek!" ##
Centraal Bureau voor de Statistiek!" ## Projectnummer: BPA-nummer: Datum: 1 maart 2013 1. Doorontwikkeling van Integrale Veiligheidsmonitor (IVM) naar Veiligheidsmonitor (VM) 1.1 Inleiding Gedurende de
Nadere informatieZijn respondenten interviewerresistent?
Een onderzoek van Gerben Moerman naar de effecten van doorvraagtactieken bij open interviews Martijn van Lanen * G. Moerman, Probing behaviour in open interviews: A field experiment on the effects of probing
Nadere informatieSamenvatting Methoden en Technieken
Samenvatting Methoden en Technieken Samenvatting van het basisboek Methoden en Technieken van Baarda en De Goede (tweede, herziene druk. Derde oplage, 1997) Inhoud 1 Wat is onderzoek? 2 2 Wat is mijn doelstelling
Nadere informatie20/04/2013: Kwalitatief vs. Kwantitatief
20/04/2013: Kwalitatief vs. Kwantitatief Wat is exact het verschil tussen kwalitatief en kwantitatief marktonderzoek in termen van onderzoek (wat doe je) in termen van resultaat (wat kan je er mee) in
Nadere informatieHoofdstuk 7 Marktonderzoek
Hoofdstuk 7 Marktonderzoek Leerdoelen Uitleggen hoe belangrijk informatie is voor het bedrijf, om inzicht te krijgen in de markt. Het marketinginformatiesysteem definiëren en de onderdelen daarvan bespreken.
Nadere informatieONDERZOEK DRAAGVLAK EN WENSEN TEN AANZIEN VAN. ONTWIKKELING BUITENGEBIED VEERWAGENWEG te HOUTEN
ONDERZOEK DRAAGVLAK EN WENSEN TEN AANZIEN VAN ONTWIKKELING BUITENGEBIED VEERWAGENWEG te HOUTEN In opdracht van Stichting Gigawiek Abstract Eind december 2010 en begin januari 2011 is onderzoek gedaan naar
Nadere informatieHoofdstuk 5. Het onderzoeksontwerp
Hoofdstuk 5 Het onderzoeksontwerp Het onderzoeksontwerp Een onderzoeksontwerp is een verzameling reeds genomen beslissingen die samen het masterplan vormen en waarin de methoden en procedures voor het
Nadere informatieValidatiecriteria voor Huurdersoordeel 2016
Validatiecriteria voor Huurdersoordeel 2016 Een van de onderdelen van de Aedes-benchmark is het Huurdersoordeel. Dit huurdersoordeel wordt verkregen door onderzoeken uit te voeren onder huurders. Deze
Nadere informatieWat wil jij dat er echt verandert? onderzoek naar verandering
Wat wil jij dat er echt verandert? onderzoek naar verandering voor BNP Paribas B12115, mei 2010 BNP Paribas Wat wil jij dat er echt verandert? 1/ pag. Politiek Nederlanders willen online kunnen stemmen
Nadere informatieGedrag & ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG 13/09/2012
Gedrag & ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG 13/09/2012 VREG - Technisch rapport nr. I109 (ATec1428_I109_D) Dimarso N.V., opererend onder de commerciële
Nadere informatieWerkwijzen ervaringsgerichte evaluatie 1. Open evaluatieverhaal 2. Gestructureerde evaluatievragen
Werkwijzen ervaringsgerichte evaluatie Het ervaringsgericht evalueren gebeurt bij voorkeur door een gesprek in een groep. Mensen vertellen hun verhaal over het van tevoren vastgestelde evaluatieonderwerp.
Nadere informatieOnderzoektechnische verantwoording. Opinieonderzoek Solidariteit
Onderzoektechnische verantwoording Opinieonderzoek Solidariteit Project 18917 / mei 2013 Een onderzoek in opdracht van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, te Den Haag. AUTEURSRECHT MARKETRESPONSE
Nadere informatieHoofdstuk 9. Dataverzamelingsmethoden voor surveyonderzoek
Hoofdstuk 9 Dataverzamelingsmethoden voor surveyonderzoek Voordelen van surveys Standaardisering Eenvoudige toepasbaarheid Mogelijkheid om het onzichbare op het spoor te komen Geschiktheid voor statistische
Nadere informatieEvaluatie Parkeerregeling Den Haag Transvaal en Schilderswijk 2016
Evaluatie Parkeerregeling Den Haag Transvaal en Schilderswijk 2016 Gebiedscode 32, sub-gebied 1 Haagse Markt e.o. (Transvaal). Meningspeiling onder bewoners en belanghebbenden In opdracht van: Gemeente
Nadere informatieMethoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97
Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk
Nadere informatieUitwerkingen hoofdstuk 5
Uitwerkingen hoofdstuk 5 Oefening 1 Het beoordelen van de keuze voor methoden van dataverzameling Freek richt zich met zijn dataverzameling alleen op de verpleegkundigen in het ziekenhuis. Hij had echter
Nadere informatieMANTELZORG, GOED GEVOEL
UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt
Nadere informatieMedia en creativiteit. Winter jaar vier Werkcollege 5
Media en creativiteit Winter jaar vier Werkcollege 5 Kwartaaloverzicht winter Les 1 Les 2 Les 3 Les 4 Les 5 Les 6 Les 7 Les 8 Opbouw scriptie Keuze onderwerp Onderzoeksvraag en deelvragen Bespreken onderzoeksvragen
Nadere informatieKwalitatief te werk! Landelijke Bijeenkomst Meten Maatschappelijke Opbrengst 17 dec 2018 Mandy Goes & Roxanne de Vrede Panteia
Kwalitatief te werk! Landelijke Bijeenkomst Meten Maatschappelijke Opbrengst 17 dec 2018 Mandy Goes & Roxanne de Vrede Panteia Doel van de sessie what s in it for me? Je weet wanneer en waarom je een kwalitatieve
Nadere informatieHogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag
Nadere informatieA. Business en Management Onderzoek
A. Business en Management Onderzoek Concepten definiëren Een concept (concept) is een algemeen geaccepteerde verzameling van betekenissen of kenmerken die geassocieerd worden met gebeurtenissen, situaties
Nadere informatieStichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland 2005. Hoe maak ik een jeugdenquête
Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland 2005 Hoe maak ik een jeugdenquête Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Wanneer een enquête 4 Hoofdstuk 2 Hoe maak ik een enquête 5 Hoofdstuk 3 Plan van aanpak
Nadere informatieBeoordelingscriteria scriptie Nemas HRM
Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus
Nadere informatiePeriode 2 week 3. Observatieonderzoek
Periode 2 week 3 Observatieonderzoek Stappen 1 bepaal de beginsituatie 2 verzamel achtergrondgegevens 3 bepaal het doel en de doelgroep 4 maak observatie vragen 5 kies een manier van registreren 6 bepaal
Nadere informatieVoorbereidende les - basis
Voorbereidende les - basis Vraag de leerlingen om één of twee vragen voor de Slimme Gast te bedenken, individueel of in groepjes. Mail de vragen uiterlijk dinsdag 7 mei 2019 naar jullie Slimme Gast. Zo
Nadere informatieRapportage Ervaringsonderzoek WOT's
Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar
Nadere informatieMeerderheid kent het EKO-keurmerk Onderzoek naar de waarde van het EKO-keurmerk onder Nederlandse boodschappers
Meerderheid kent het EKO-keurmerk Onderzoek naar de waarde van het EKO-keurmerk onder Nederlandse boodschappers Tim de Broekert MSc, Research Consultant Imre van Rooijen MSc, Research Consultant december
Nadere informatieOnderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving
Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van
Nadere informatieHoofdstuk 11. Het ontwerpen van dataverzamelformulieren
Hoofdstuk 11 Het ontwerpen van dataverzamelformulieren De functies van een vragenlijst De onderzoeksdoelstellingen worden vertaald in specifieke vragen aan de respondenten. Die vragen en de antwoordcategorieën
Nadere informatieHogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Feedforward en beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase studiejaar 2014-2015 VT-DT Feedforwardformulier afstudeeronderzoek:
Nadere informatieEVALUATIE PLAN. {Voeg naam programma in} Evaluatie plan voor {tijdsperiode in jaren} Gemaakt door: {voeg in namen van auteurs en naam van organisatie}
Bijlage 3 89 EVALUATIE PLAN {Voeg naam programma in} Evaluatie plan voor {tijdsperiode in jaren} Gemaakt door: {voeg in namen van auteurs en naam van organisatie} {Datum} 90 Introductie Introduceer hier
Nadere informatieDeel 1 Concepten en kaders 29
Inhoudsopgave Voorwoord 5 Inleiding 21 Deel 1 Concepten en kaders 29 1. Wat is praktijkgericht onderzoek? 31 1.1 Wat is onderzoek? 31 1.2 Onderzoek en professionele praktijk 32 1.2.1 Twee werelden 33 1.2.2
Nadere informatieZelfstudiefiches M&T: Deel 2 (H6-7)
Zelfstudiefiches M&T: Deel 2 (H6-7) Hoofdstuk 6 1. Bekijk figuur 6.2. Het meetproces (p. 133 cursus). Dit schema en bijhorende tekst moet je heel goed begrijpen, heel vaak komen tijdens de colleges termen
Nadere informatieAutobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief
Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,
Nadere informatieKlantonderzoek: statistiek!
Klantonderzoek: statistiek! Statistiek bij klantonderzoek Om de resultaten van klantonderzoek juist te interpreteren is het belangrijk de juiste analyses uit te voeren. Vaak worden de mogelijkheden van
Nadere informatieFinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager
FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat
Nadere informatieInterview kadering : rollen interviewer & respondent. gespreksinleiding
Interview kadering : rollen interviewer & respondent gespreksinleiding Prof. S. Celestin-Westreich, Basisvaardigheden Interview & Observatie, AJ0506 / p.1 Interviewen : wat? Vraaggesprek : Interviewer
Nadere informatieBeoordelingscriteria scriptie Nemas HRM
Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus
Nadere informatiePraktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB)
Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB) 1. Inleiding De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Nadere informatiegegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden
een handreiking 71 hoofdstuk 8 gegevens analyseren Door middel van analyse vat je de verzamelde gegevens samen, zodat een overzichtelijk beeld van het geheel ontstaat. Richt de analyse in de eerste plaats
Nadere informatieomschrijven wat je ermee bedoelt. Dat geldt dus ook voor dom en de vraag of je dat met een IQ-test kunt meten. Dan naar een ander aspect van de
Scenario voor het klassengesprek aan het begin van de eerste les van het leerlingonderzoek in het kader van Begrip van bewijs Hieronder staat een beschrijving van het beoogde (hypothetische) verloop van
Nadere informatieAntwerpen telt evenveel ja-stemmers als neen-stemmers voor de Lange Wapper brug. Volksraadpleging Lange Wapper mobiliseert vooral neen stemmers.
PERSBERICHT Antwerpen telt evenveel ja-stemmers als neen-stemmers voor de Lange Wapper brug. Volksraadpleging Lange Wapper mobiliseert vooral neen stemmers. Leuven, 7 oktober 2009. Rogil, een onafhankelijk
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/20965
Nadere informatieEffectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu
Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het
Nadere informatie1c Relatie tussen x en y hoeft niet perfect te zijn om een oorzaak van y te laten zijn.
MTO A tentamen 1 e gelegenheid 1c Relatie tussen x en y hoeft niet perfect te zijn om een oorzaak van y te laten zijn. 2d Stap empirische cyclus. Volgens Heiman. Afleiden van empirische predicties uit
Nadere informatieKwantitatieve toetsing snelheid
Kwantitatieve toetsing snelheid Stichting TeamAlert Jongeren met impact Lijsterstraat 3-5 3514 TA Utrecht Tel: 030-2232893 info@teamalert.nl www.teamalert.nl Dataverzameling, data analyse en rapportage:
Nadere informatieResultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot. Januari 2015
Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot Januari 2015 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Resultaten... 4 2.1 Onderzoeksverantwoording... 4 2.2 Hoe tevreden
Nadere informatieEVALUATIE PLAN. {Voeg naam GB programma in} Gemaakt door: {voeg in namen van auteurs en naam van organisatie} {Datum}
EVALUATIE PLAN {Voeg naam GB programma in} Evaluatie plan voor {tijdsperiode in jaren} Gemaakt door: {voeg in namen van auteurs en naam van organisatie} {Datum} 1 Introductie Introduceer hier de onderdelen
Nadere informatieSuccesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject
Succesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject Augustus 2011 Waar werknemers onderdeel zijn van een organisatie, wordt beoordeeld.
Nadere informatieDit bestand niet correct? Meld misbruik op www.saxionstudent.nl. Marktonderzoek Zoolverwarmer Dit document is opgesteld door www.saxionstudent.
Marktonderzoek Zoolverwarmer Dit document is opgesteld door www.saxionstudent.nl Voorwoord Voor u ligt het door ons opgestelde marktonderzoek inclusief de resultaten. Tijdens deze opdracht is gebruik gemaakt
Nadere informatieInhoudsopgave. Voorwoord 7
Inhoudsopgave Voorwoord 7 1 Beginselen van academisch-juridisch onderzoek 9 1.1 Academisch-juridisch onderzoek 9 1.2 Verschillen met ander juridisch onderzoek 10 1.3 Het onderzoeksproces 11 1.4 Eisen waaraan
Nadere informatie13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en
Inhoudsopgave Dankwoord 5 Lijst van gebruikte Afkortingen 9 Lijst van figuren 15 Lijst van tabellen 16 1. Algemene inleiding 19 1.1. Inspiraties voor het onderzoek 24 1.2. Praktische relevantie van het
Nadere informatie