Rapportage veldonderzoek Conceptvoorstel beloning zorgbestuurders WNT2.

Transcriptie

1 Rapportage veldonderzoek Conceptvoorstel beloning zorgbestuurders WNT2. 1. Inleiding Axyos is als onafhankelijke adviseur gevraagd een veldonderzoek te doen naar de praktische uitvoerbaarheid van het Conceptvoorstel beloning en indeling Zorgbestuurders WNT2 t.b.v. Ministeriële Regeling (MR2). Dit onderzoek maakt deel uit van een breder onderzoek naar de effecten van deze voorgestelde nieuwe regeling. 2. Onderzoeksmethode In dat kader hebben wij een enquête ontwikkeld (bijlage 1), die na goedkeuring van betrokkenen, verzonden is naar 100 voorzitters van Raden van Toezicht in de zorgsector. De potentiele deelnemers zijn door ons geselecteerd uit het ledenbestand van de NVTZ. Voorafgaand aan de selectie is het NVTZ-bestand aan de hand van de beschikbare informatie ingedeeld in sectoren met daarnaast een ranking in omzetklassen. Vervolgens zijn de te benaderen potentiele deelnemers willekeurig per sector geselecteerd. In het selectieproces is een relatief zwaardere weging gehanteerd voor de hogere omzetcategorieën om een voldoende spreiding binnen de selectie te bereiken. De enquête is verzonden door de NVTZ, gevolgd door een reminder na enkele weken. Daarnaast heeft Axyos een flink aantal RvT-voorzitters telefonisch benaderd om de enquête nogmaals onder de aandacht te brengen. Op de ontvangen ingevulde enquêtes is een aantal controles uitgevoerd op juiste en consistente toepassing van de regelingen en in incidentele gevallen in overleg met de invuller van de enquête aangepast. 3. Response Uiteindelijk hebben 27 instellingen (27%) de enquête ingevuld en geretourneerd. Een van de enquêteformulieren was onvolledig ingevuld en daarom niet in alle analyses bruikbaar. 15 RvT-voorzitters hebben laten weten dat zij niet konden of wilden meewerken aan de enquête. De spreiding over de verschillende sectoren is als volgt. 1

2 Sector hoofdactiviteit % Universitair medische centra 0% Topklinische ziekenhuizen 15% Algemene/categorale ziekenhuizen 15% GGZ 11% Huisartsenposten 4% Gehandicaptenzorg 7% V&V en revalidatie 44% Jeugdzorg (GGZ) 4% Thuiszorg 0% Opvallende punten bij de analyse Universitair medische centra hebben niet deelgenomen. De response van grotere instellingen was beduidend hoger dan van de kleinere. Er is geen deelnemer met thuiszorg als hoofdactiviteit. Meer dan de helft van de deelnemers uit de V&V sector geeft aan ook thuiszorg-activiteiten uit te voeren. Combinaties van activiteiten binnen één zorgorganisatie komen regelmatig voor. Eén op de vijf organisaties past meerdere cao s toe. V&V en Thuiszorg zijn daarnaast ondergebracht in één cao. De spreiding naar grootte van de organisaties is Omzetklasse % > 750 miljoen 0% miljoen 4% miljoen 11% miljoen 22% miljoen 33% miljoen 7% miljoen 7% < 10 miljoen 15% Opvallende punten In de hoogste omzetklassen gaat het uitsluitend om topklinische ziekenhuizen. De algemene ziekenhuizen scoren in lagere klassen. De sterke concentratie in de klasse miljoen komt vooral uit de sector V&V. Meer gedetailleerde informatie per sector is opgenomen in paragraaf 7. 2

3 4. De cao die wordt toegepast Op de vraag (A.7) welke cao-van toepassing is geeft één op de vijf organisaties aan dat meerdere cao s worden toegepast. V&V en Thuiszorg is ondergebracht in één cao. Daarnaast is gevraagd wat de hoogste door de instelling toegepaste loonschaal voor functionarissen (exclusief de bestuurder) is. Hoogste FWG Schaal % FWG 80 59% FWG 75 26% FWG 70 4% FWG 65 7% FWG 60 0% FWG n.v.t. 4% In de cao Welzijn wordt de FWG schalenindeling niet gehanteerd. Verschillende organisaties wijzen nog expliciet op de Arbeidsvoorwaardenregeling voor medisch specialisten (AMS-regeling), die ook voor psychiaters in de GGZ-sector wordt toegepast. Meer gedetailleerde informatie per sector is opgenomen in paragraaf 7. 3

4 5. Is de score van de Conceptregeling WNT2 eenvoudiger/objectiever te bepalen dan de score van de huidige ministeriele regeling 2014/15? Dit is de kernvraag van dit deelonderzoek. Er zijn een aantal vragen hierover gesteld. Allereerst is voor beide regelingen gevraagd of de score eenvoudig is te bepalen (vragen D.1 en E.1). Score eenvoudig te bepalen? Ja Nee Concept regeling WNT 2 70% 30% Ministeriele Regeling % 59% Wat de vereenvoudiging betreft is een belangrijke stap gezet, maar er is nog een relatief grote groep die toepassing van de Conceptregeling niet eenvoudig vindt. Daarnaast is gevraagd of de score van de conceptregeling eenvoudiger resp. objectiever kan worden bepaald dan de score van de ministeriele regeling (vragen E.3 en E.4). Vergeleken met de Ministeriele Regeling is de Conceptregeling WNT 2... Ja Geen verschil Nee Eenvoudiger 54% 17% 29% Objectiever 58% 17% 25% Uit de beantwoording komt hetzelfde beeld naar voren als bij de vorige vragen. Een grote groep is van mening dat de score van de conceptregeling objectiever kan worden bepaald. Niettemin is een belangrijk deel van de deelnemers van mening dat de regeling niet eenvoudiger is geworden. 4

5 Voor beide regelingen is de vraag gesteld Welke onderdelen vindt u lastig te bepalen en waarom? Bij de Ministeriele Regeling werden arbitraire scores, media-aandacht, complexiteit van de transactieketen en indeling regionaal/landelijk als lastige punten genoemd. Bij de Conceptregeling WNT 2 wordt de score voor financieringsstromen, aantal contracten en kennisintensiteit als gecompliceerd of niet voldoende objectief ervaren. 6. Mogelijke verbeterpunten Conceptregeling WNT2 Gevraagd is of de deelnemers suggesties hebben voor verbetering of vereenvoudiging van de Conceptregeling (vraag E.5). Een samenvatting van de suggesties voor vereenvoudiging: Uitsluitend objectief vast te stellen criteria gebruiken, zoals omzet, aantal personeelsleden in FTE, aantal specialismen etc. Waarom zoveel punten verdelen als het hooguit een gering honoreringsverschil oplevert. Indeling in kennisniveau gedetailleerder beschrijven. Kennisintensiteit is te bepalend voor de scores. Maatschappelijke context, veranderprocessen in de zorg en complexiteit hebben daardoor een relatief te kleine invloed op de score. Financieringsstromen laten vervallen. Daarnaast vele opmerkingen over andere factoren die ook zouden moeten worden meegenomen in de beoordeling/score. Relatie met honorering van andere topfuncties (medisch/financieel/ict) in de organisatie. Schaarste op de arbeidsmarkt. Strategische positie/opgave. Toeslag voor bijzondere problemen (reorganisatie, fusie). 7. De klassenindeling van de beide regelingen Aan de deelnemers is gevraagd is om de score van de eigen instelling in de klassenindeling volgens de Ministeriele regeling 2014/15 aan te geven en deze ook te bepalen op basis van de Conceptregeling. Wij hebben de resultaten gegroepeerd naar sector van de hoofdactiviteit van de instelling en de omzetklassen zoals deze zijn gedefinieerd in de Conceptregeling. 5

6 Indeling instellingen in Klassen A t/m J (volgens Ministeriele regeling 2014/15) Omzetcategorie ( x 1 miljoen euro) Sector hoofdactiviteit < Universitair medische centra Topklinische ziekenhuizen H I,J I Algemene/categorale ziekenhuizen D G (2x) H GGZ G,H I Huisartsenposten Gehandicaptenzorg H I V&V en revalidatie A, C C E (2x) F(4x), G G,H Jeugdzorg (GGZ) Thuiszorg A A Indeling instellingen in Klassen I t/m VI (volgens Conceptregeling WNT2) Omzetcategorie ( x 1 miljoen euro) Sector hoofdactiviteit < Universitair medische centra Topklinische ziekenhuizen VI VI (2x) VI Algemene/categorale ziekenhuizen III IV,V VI GGZ V,VI VI Huisartsenposten III Gehandicaptenzorg V V V&V en revalidatie II (2x) III II,IV IV(4x), V V, n.b. Jeugdzorg (GGZ) Thuiszorg III Hoogste FWG schaal toegepast bij de instelling Omzetcategorie ( x 1 miljoen euro) Sector hoofdactiviteit < Universitair medische centra Topklinische ziekenhuizen 80 80(2x) 80 Algemene/categorale ziekenhuizen 75 75,80 80 GGZ 80 (2x) 80 Huisartsenposten 70 Gehandicaptenzorg V&V en revalidatie 65(2x) 75 75(2x) 75,80(4x) 75,80 Jeugdzorg (GGZ) Thuiszorg n.v.t > > > 750 6

7 8. Tenslotte Mochten de door ons uitgevoerde analyses nog verdere vragen oproepen, dan zijn wij graag bereid om deze te beantwoorden. Met vriendelijke groet, Axyos B.V. Drs Martin Meijer Managing Partner Drs Henk Jan van den Bosch RA Partner M M E maj.meijer@axyos.nl E henkjan.vandenbosch@axyos.nl W Zeist, 17 augustus

8 Bijlage 1 Enqueteformulier 8

9

10

11

12

13

14