Antwoorden op inspraakreacties

Transcriptie

1 Antwoorden op inspraakreacties Kadernota Basismobiliteit april

2 01 Inhoudsopgave 01 Inhoudsopgave Inleiding Toegang tot maatwerkvervoer Toegang door de regiecentrale Kwaliteit Communicatie Vervoersreglement Klachtenregeling Ritbijdragen Regiecentrale (Maatwerk)vervoer Openbaar vervoer Andere vervoervormen Regionale samenwerking MOTIES Motie 1 Publiekrechtelijke organisatie van basismobiliteit Motie 2 Cliëntenperspectief de juiste weg naar lokaal vervoersysteem Motie 3 De goede richting voor Basismobiliteit Motie 4 Het goede spoor voor mobiliteit Motie 5 Cliëntperspectief de juiste weg naar lokaal vervoerssysteem Opmerkingen en Beantwoording openstaande vragen Openstaande vragen uit inspraakreacties Vragen raad Brummen Vragen raad Apeldoorn Vragen en opmerkingen gemeenteraad Lochem Vragen en opmerkingen raad Zutphen Bijlage 1 Aanvullende informatie Concept-Kadernota OP WEG

3 02 Inleiding Van 10 februari tot 17 maart 2015 was er inspraak mogelijk op de Kadernota Basismobiliteit. Daaraan voorafgaand is op 27 januari 2015 regionaal een informerende bijeenkomst georganiseerd voor gemeenteraadsleden van de samenwerkende gemeenten. En bij de start van de inspraakperiode zijn de gemeentelijke Wmo adviesraden geïnformeerd. Alle inspraakreacties zijn gebundeld en op 18 maart verzonden aan alle deelnemende colleges en gemeenteraden. Regionaal is afgesproken de Kadernota te behandelen in twee ronden in de gemeenteraden. Inmiddels is de eerste behandelronde afgerond. In mei/ juni 2015 is de tweede behandelronde gepland. In het algemeen kan gesteld worden dat van de 14 insprekers, 12 insprekers positief staan tegenover de inrichting van een regionale regiecentrale en tegenover regionale samenwerking op Basismobiliteit. De adviesraad van Hattem is geen voorstander van samenwerken in de richting van de Stedendriehoek en zou op dit dossier liever samenwerken met Zwolle. En ook de adviesraad van Brummen is niet op voorhand positief. Bijstellen Kadernota In hoofdstuk 7 van de kadernota leest u op welke wijze de ontvangen adviezen hebben geleid tot bijstelling van de concept- Kadernota OP WEG (Basismobiliteit). Andere adviezen gaan niet over de kaders maar over inhoudelijke kenmerken van het systeem. Deze adviezen nemen we mee bij bijvoorbeeld het opstellen van de spelregels of het daadwerkelijk inrichten van de regiecentrale. Inhoud In deze notitie vindt u de aangenomen moties (hoofdstuk 15) en de reactie van de colleges op de ontvangen inspraak. De inspraakreacties zijn per onderwerp gebundeld. De onderscheiden onderwerpen zijn: Toegang tot maatwerkvervoer Toegang door de regiecentrale Kwaliteit Communicatie Vervoersreglement Klachtenregeling Ritbijdragen Regiecentrale (Maatwerk)vervoer Openbaar vervoer Andere vervoervormen Regionale samenwerking Tot slot vindt u in hoofdstuk 16 antwoorden op gestelde vragen. 3

4 03 Toegang tot maatwerkvervoer Zie kadernota paragraaf 3.1 en 4.1 en bijlage 4 Beperk verschillen tussen gemeenten Advies (Inspraakreactie 1, 2, 9, 14): Beperk verschillen tussen gemeenten. Gelijkheidsbeginsel. De vervoersindicatie zou in heel Nederland moeten gelden (9). OV-begeleiderskaart moet bruikbaar zijn in het regionale systeem. Een vervoerbudget op maat is denkbaar. Dit onderwerp betreft de toegang tot het vervoer. Dit is een verantwoordelijkheid van de individuele gemeenten en valt buiten de kadernotitie. Gemeenten zijn voornemens het beleid gezamenlijk voor te bereiden. Inmiddels werken we intensief samen. Op den duur bepalen we wat echt gemeenschappelijk moet en wat per gemeente kan afwijken. We onderscheiden bij het onderwerp toegang twee tegengestelde belangen. Enerzijds namelijk het belang van de reiziger: die graag regionaal gelijke regels wil hebben en anderzijds het bestuurbelang: zelf willen sturen op De Kanteling, kwaliteit en de kosten. Regionaal ligt er de uitdaging om hier een goede balans in te vinden. MEE op Weg/ app s Advies (Inspraakreactie 1, 7, 9): Benut opgedane ervaring van MEE op weg en maak gebruik van nieuwe technologische mogelijkheden de zelfredzaamheid van cliënten te vergroten (app s). Stimuleer dit project of vergelijkbare initiatieven. Het benutten van het OV om kosten terug te dringen is een goed advies. In alle gemeenten is MEE actief in het trainen van reizigers voor gebruik van het OV. Afhankelijk van de afspraken met een individuele gemente kan dit in meer of mindere mate ingericht zijn. Trainbaarheid is een onderwerp dat bij de toegang tot het vervoer een rol speelt. Dit vindt u terug in de kadernota in paragraaf 4.1 toegang en bijlage 4 tweede bullit. Werk samen met zorginstellingen en scholen Advies (Inspraakreactie 1,7): Activeer zorginstellingen om cliënten te ondersteunen bij gebruik van OV. En stimuleer scholen voor speciaal onderwijs om aandacht te besteden aan vervoer. Kanteling Wij horen uw advies, maar dit onderwerp betreft de toegang tot het vervoer. Dit betreft de verantwoordelijkheid van de individuele gemeenten en valt buiten de kadernotitie. Gemeenten zijn wel voornemens het beleid gezamenlijk voor te bereiden. Advies (Inspraakreactie 2, 7, 8, 9): Laat besluitvorming over de toegang, daar waar bekwaamheid en de bevoegdheid ligt Hoe strak wordt de kanteling doorgevoerd (2). Laat de limitering van de loopafstand achterwege en stel de indicatie vraaggericht vast (7). Een belangrijke reden om naar een ander vervoerbeleid 4

5 te streven is de kanteling, het vergroten van de zelfredzaamheid. Dit zal in keukentafelgesprekken aan de orde moeten komen (8,9). Advies (Inspraakreactie 5): Gevolgen van bezuinigingen (de kanteling) zijn onvoldoende in beeld Advies (Inspraakreactie 9): Dagbesteding buiten de regio gebruiken moet mogelijk blijven. Advies (Inspraakreactie 9): Ondersteuningsbehoefte in kaart brengen. Advies (Inspraakreactie 10): Eerbiedigen op godsdienst of levensbeschouwing berustende keuze van ouders voor een school Advies (Inspraakreactie 12): Zorg dat mensen die voor hun verplaatsingen zijn aangewezen op maatwerkvervoer zich kunnen blijven verplaatsen/ kunnen blijven participeren. Vraag (Inspraakreactie 2): Is de boodschapdienst ook een vorm van kanteling? Iedere gemeente bepaalt zelf wie wel of niet toegang krijgt tot het regionale vervoerssysteem en in welke mate. Het gezamenlijke systeem biedt mogelijkheden aan gemeenten om te kunnen kantelen. In de toegang ligt de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de eigen burgers verankerd. Toegang tot het vervoer betreft de verantwoordelijkheid van de individuele gemeenten en valt buiten de kadernotitie. Gemeenten zijn wel voornemens het beleid gezamenlijk voor te bereiden. Iedere gemeente legt eigen (uitvoerings)regels voor de toegang vast. Bijvoorbeeld in de beleidsregels Wmo. Het vaststellen van beleidsregels is een bevoegdheid van het college. De gemeenteraad bepaald de kaders: de Verordening Wmo. 04 Toegang door de regiecentrale Zie kadernota paragraaf 3.1, 3.6 en 4.1 en bijlage 4 Overstappen op OV Advies (Inspraakreactie 2): Verplicht overstappen beperken voor mensen met beperkte mobiliteit. Dit onderwerp betreft de toegang tot het vervoer. Dit betreft de verantwoordelijkheid van de individuele gemeenten en valt buiten de kadernotitie. Het regionale vervoerssysteem biedt de mogelijkheid om een persoonlijkprofiel te maken en de individuele mogelijkheden in kaart te brengen, zodat een OV-advies op maat verstrekt kan worden. Zie bijlage 4 bullit 5. Vrijwilligersvervoer Vraag (Inspraakreactie 2): Zijn vrijwilligersinitiatieven inpasbaar? Ja, door via het regionale vervoerssysteem te communiceren over alternatieve vervoerswijzen zal wellicht hier meer gebruik van worden gemaakt. Het is aan individuele gemeenten of zij dit soort (burger)initiatieven ondersteunen. 5

6 Valys Advies (Inspraakreactie 7): Verwijs naar bovenregionaal vervoer (Valys) Vanzelfsprekend. Is ook een taak van de regiecentrale. 05 Kwaliteit Zie kadernota paragraaf 3.3 en 3.4 Benutten kennis en ervaring Advies (Inspraakreactie 7, 9, 13) Benut de aanwezige vervoerskennis, kunde en ervaring die aanwezig is bij zorginstellingen. Antwoord Zal gebeuren. Wij maken graag gebruik van de aanwezige kennis. Wij maken al gebruik van de kennis van zorginstellingen en andere dienstverlenende organisaties die vervoer zelf organiseren, dit zullen we blijven doen. Advies (Inspraakreactie 8, 14) Maak kwaliteit van vervoer concreet. Wij werken aan een document Het maatwerkvervoer benaderd vanuit reizigersperspectief. In dit document zijn de nu bestaande verschillende vervoersystemen met elkaar vergeleken. Ook wordt hierin een voorstel gedaan voor de toekomst. Wij zullen die met u delen zodat u daarover advies kunt uitbrengen. De huidige vervoerssystemen zijn ons referentiekader. Opmerking (Inspraakreactie (8, 9, 11) Op basis van huidige nota is moeilijk de gevolgen voor de reiziger in te schatten. Er dienen randvoorwaarden te worden opgesteld die voortkomen uit het perspectief van de individuele reiziger; passend vervoer. Stel kwaliteitscriteria op voor de verschillende doelgroepen. Aan een nota over kwalitatieve kenmerken van het vervoer wordt gewerkt ( Het maatwerkvervoer benaderd vanuit reizigersperspectief ). Wij gaan daarbij uit van de huidige kwaliteitskenmerken van de verschillende vervoersvormen: behoud van kwaliteit. Verwachtingen (inspraakreactie 3) Verbeterde dienstverlening: geringere wachttijden en het op tijd aankomen op de bestemming. Ook gehandicapten hebben niet eindeloos de tijd en willen op tijd zijn. Maak mensen niet onnodig afhankelijk van liefdadigheid (9). Ons uitgangspunt zijn de uitgangspunten en kwaliteit van het huidige vervoer. Regiotaxi wordt op dit moment beoordeeld met een 7,6, dit cijfer willen we in de toekomst tenminste behouden. Advies (Inspraakreactie 7,8,9) Herkenbaar, toegankelijk en duidelijke regels over: rijtijd, bejegening, meereisregeling, ritafwijkingen, veiligheid 6

7 Wij gaan bij de ontwikkeling van het nieuwe vervoerssysteem uit van de kenmerken en kwaliteit van het huidige vervoer. Samen met goede communicatie moet het nieuwe vervoerssysteem veel herkenning opleveren. Advies (Inspraakreactie 7) Toets de kwaliteit en verricht klanttevredenheidsonderzoek. Zie paragraaf 5.1 kopje publieke beheertaken. Dat we de kwaliteit toetsen en klanttevredenheidsonderzoek doen is zeker. De wijze waarop moet nog ontwikkeld worden en komt waarschijnlijk in de eerste helft van 2016 aan bod. Advies (Inspraakreactie 8) Handhaaf de huidige norm van 45 minuten als maximale reistijd bij leerlingen. Bij dagbestedingsvervoer zou dit maximaal 60 minuten kunnen zijn. De precieze normering moet nog vastgesteld worden. Uw advies betrekken wij daar bij. De exacte spelregels zullen we de eerste helft van 2016 vaststellen. De huidige vervoerssystemen zijn daarbij ons referentiekader. Advies (Inspraakreactie 8) Stem veranderingen in vervoerstijden af met de instelling. Dat is wat ook gaat gebeuren. Vervoerstijden zijn mede bepalend voor de mate waarin voertuigen over de dag ingezet kunnen worden. En dat wellicht pieken in het vervoer (grote vervoersvraag) kunnen worden afgevlakt. Advies (Inspraakreactie 8, 9) Houdt rekening met meer instaptijd bij bijvoorbeeld reizigers in een rolstoel De precieze normering moet nog vastgesteld worden. Uw advies betrekken wij daar bij. Door kenmerken per reiziger vast te leggen, kan de regiecentrale (planner) hiermee rekening houden. Advies (Inspraakreactie 8) Vind een goed evenwicht tussen kwaliteit en een efficiency. Dat is een belangrijke opgave. Toch kan efficiëntie ook een positief effect op kwaliteit hebben, bijvoorbeeld door tijdig een nauwkeuriger planning van vertrek en aankomsttijden te maken kan meer zekerheid over de reis aan de reiziger worden geboden. Advies (Inspraakreactie 9) Behoud van kwaliteit, stem het vervoer af op de individuele mogelijkheden. Kan een individu een overstap maken of moet iemand uit huis worden gehaald. Wij gaan bij de ontwikkeling van het nieuwe vervoerssysteem uit van de kenmerken en kwaliteit van het huidige vervoer. Daarin worden ook allerlei individuele kenmerken meegegeven bij de planning van de rit. Sommige kenmerken zijn aanleiding om afwijkende beschikkingen af te geven. Denk hierbij aan het toekennen van individueel vervoer. 7

8 06 Communicatie Zie kadernota paragraaf 3.3B Heldere communicatie Advies (Inspraakreactie 1) Eenvoudige en begrijpelijke taal Gemeenten nemen dit advies ter harte bij de verdere uitwerking van het regionale vervoerssysteem ten behoeve van communicatiemateriaal voor reizigers. Heldere spelregels Advies (Inspraakreactie 1, 9) Heldere communicatie over veranderende spelregels. Gemeenten nemen dit advies ter harte. Een eerste aanzet voor de nieuwe spelregels staat in de notitie Het maatwerkvervoer benaderd vanuit reizigersperspectief. Communicatie aan reizigers zal op twee plaatsen worden belegd: 1. Bij de regiecentrale voor de individuele reis- en ritinformatie; 2. Bij het beheerbureau voor algemene voorlichting over het vervoerssysteem (bv spelregels) Daarnaast zal ieder Wmo-loket over de benodigde informatie beschikken. Het ontwikkelen van voorlichtingsmateriaal vindt in 2016 plaats. 07 Vervoersreglement Zie kadernota paragraaf 3.3 Spelregels Advies (Inspraakreactie 2): Omrijtijden vastleggen Maximale omrijtijden worden door de gemeenten opgelegd aan de regiecentrale (planner) en gemonitord. Inmiddels zijn de verschillen tussen de bestaande systemen in de regio vanuit reizigersperspectief in beeld gebracht. De inrichting van het nieuwe vervoerssysteem inclusief spelregels worden bepaald na het horen van adviesraden, reizigers en belangengroepen, zorginstellingen, chauffeurs, cliëntenraden vormgegeven. Graag leren we van de huidige ervaring en kennis, en ontvangen we adviezen. Deze adviezen zullen de colleges actief ophalen, door het organiseren bijeenkomsten. Samenwerken betekent ook afstemmen op elkaar en concessies doen, omdat dit de efficiency van het systeem ten goede komt en dit eenduidige spelregels voor reizigers oplevert. De maximum omrijtijd of reistijd zal daarom voor alle reizigers in ons vervoergebied gelden. 8

9 Advies (Inspraakreactie 2): Vastgelegd moet worden wat de minimumtijd is tussen halen en brengen. Waarborgen dat de opdracht tijdig wordt uitgevoerd We leggen vooraf regels vast over de wijze waarop het vervoer moet plaatsvinden, waaronder tijden. Deze regels leggen we naar verwachting de eerste helft van 2016 vast. Door het scheiden van ritplanning en vervoer is het mogelijk om ook gedurende het contract de spelregels aan te passen. Bij Regiotaxi Gelderland wordt het vervoer minutieus gemonitord op correcte uitvoer. Op basis van die gegevens wordt gefactureerd. Wij onderzoeken wat de komst van een publieke regiecentrale betekent voor de inrichting van dit proces van controle en monitoring. Raadplegen gebruikers en deskundigen Advies (Inspraakreactie 4, 6, 14): Over inhoud van het beleid en de inkleuring van nadere regels, aanbestedingsdocumenten wenst de adviesraad, inwoner/patiënt en zorgaanbieder graag opnieuw advies uit te brengen/ gehoord te worden. Een waardevol advies. We hebben contacten met Wmo-raden en bijvoorbeeld Rover (voor het OV deel). Maar we hebben geen contacten met bijvoorbeeld ouders van leerlingen. Wij beraden ons op hoe wij de verschillende reizigersgroepen zo goed mogelijk kunnen betrekken/ om advies kunnen vragen. Wij zullen de verschillende reizigersgroepen, belangenorganisaties op een aantal moment uitnodigen om met ons in gesprek te gaan over de inkleuring van de (spel)regels. 08 Klachtenregeling Zie kadernota paragraaf 3.3B, 5.1 Publieke beheertaken Advies (Inspraakreactie 1, 2, 7, 9) Onafhankelijke laagdrempelige (publieke) klachten- en geschillencommissie. In de kadernota op pagina 17 laatste bullit staat dat we klachten centraal willen bundelen. Het verzamelen van de klachten wordt verzorgd door het beheerbureau (publiek). Het beheerbureau zet de klachten door voor verdere afhandeling aan de veroorzaker van de klacht. Klachtenafhandeling is in beginsel belegd bij het beheerbureau die de klachten ontvangt en de afhandeling monitort. Op deze manier is de onafhankelijkheid gewaarborgd. Vervolgens dient de veroorzaker van de klacht de zaak op te lossen. Uw suggestie voor een geschillencommissie nemen we in overweging. Die zou aan de orde zijn wanneer de reiziger en de veroorzaker van de klacht niet tot een vergelijk komen. Advies (Inspraakreactie 9) Heldere informatie over waar een klacht moeten worden ingediend Een klachtenprocedure maakt onderdeel uit van nog op te stellen eisen en procedures. 9

10 Advies (Inspraakreactie 9) De klacht wordt neergelegd bij de veroorzaker. De klager dient genoegdoening te krijgen en op de hoogte te worden gesteld van de maatregelen die getroffen zijn om vergelijkbare klachten in de toekomst te voorkomen. Wij zijn het met u eens. Uw opmerking zullen we betrekken bij het ontwikkelen van een klachtenprocedure en de inkoop. 09 Ritbijdragen Zie kadernota paragraaf 3.5 Ritbijdrage regionaal afgestemd en betaalbaar Hoogte ritbijdrage maatwerkvervoer Advies (inspraakreactie 7) Tarief voor het aangepast vervoer bedraagt maximaal het OV-tarief. Bij het huidige regiotaxivervoer gaan wij er van uit dat de reiziger een vergelijkbaar OV tarief betaalt. Tarifering van het vervoer kan wel tot prikkels leiden om het vervoer te reguleren. In Apeldoorn kende men voor de overstap naar Regiotaxi Gelderland (2013) bijvoorbeeld een spits- en daltarief. Of denk aan het stimuleren van reizigers om vroegtijdig een rit te boeken, zodat de regiecentrale efficiënter kan inplannen. Een voorbeeld: De ritten met Valys (bovenregionaal vervoer) kunnen gratis geboekt worden de dag voor vertrek tot uur. Daarna kost het 3,- per ritreservering. Aandachtspunten ritbijdrage Vraag/ adviezen (inspraakreactie 2, 9, 14) Welk tariefstelsel zal gehanteerd worden? Houdt rekening met de draagkracht (9). Voorkom zorgmijden. Het is voor mensen die door hun beperking niet flexibel zijn belangrijk dat zij niet een hogere prijs betalen (discriminatie) (9). Het zelfstandig reizen naar dagbesteding met het OV zou vergoed moeten worden. (9) De meerkosten van dagbesteding of begeleiding verder weg mag niet als meerkosten voor rekening van de cliënt komen.(9) Uitgangspunt Kadernota: Ritbijdragen zijn regionaal afgestemd en betaalbaar. De eerste helft van 2016 zullen gemeenten de regels voor de ritbijdragen na inspraak vastleggen. Dit gebeurt nu ook al voor de ritbijdragen van Regiotaxi. 10

11 10 Regiecentrale Zie kadernota paragraaf 4.2 3n hoofdstuk 5 Advies (inspraakreactie 1) Regiecentrale aanvankelijk publiek, wellicht later privaat. Overweging: In de publieke constructie zijn kennis en continuïteit gewaarborgd en is controle mogelijk door de gemeenteraad. Advies (inspraakreactie 2, 5, 9, 10) Voorkeur gaat uit naar een publieke regiecentrale. Op deze wijze heeft de gemeente meer regie (10). Op dit moment zijn het callcenter en de ritplanning in private handen. In die zin is het niet vreemd om deze functies opnieuw van een private partij te betrekken. Aan beide keuzen zitten voor- en nadelen die de colleges naar aanleiding van alle (inspraak)reacties en moties tegen elkaar afwegen. Er is geen principiële keuze; met beide vormen kan de regio uit de voeten. Gezien de inspraakreacties hebben de regionale portefeuilliehouders op 10 april besloten de koers richting een publieke regiecentrale in te zetten. De uiteindelijke keuze is aan de gemeenteraden. Advies (inspraakreactie 3) Voorkeur gaat uit naar een onafhankelijke instantie. Dat kan publiek of bij een private partij die niet tevens een vervoerscontract heeft. Het ontwerp van het vervoerssysteem voorziet in een regiecentrale door een partij die geen vervoer doet. Advies (inspraakreactie 5) Ziet regiecentrale niet zitten. Het onderzoeksveld is onvoldoende in beeld en de gevolgen zijn onvoldoende te overzien. Dank voor uw advies. Advies (inspraakreactie 7) Zorg voor heldere voorwaarden, zodanig dat een optimale afstemming tussen de regiecentrale en de vervoerder gewaarborgd is. Antwoord U hebt gelijk. Goed vervoer kan alleen in samenspraak met de reizigers, gelieerde organisaties en belangenbehartigers. Wij hebben al contacten met tal van uitvoerende organisaties en zullen deze uitbreiden in de loop van de komende tijd. Advies (inspraakreactie 9) De regiecentrale kan bijdragen aan de kwaliteit van het maatwerkvervoer. Ja, wij zijn het met u eens! 11

12 11 (Maatwerk)vervoer Zie kadernota paragraaf 3.3 kwaliteit en 4.2 Efficiënter organiseren regionale vervoersstromen Vervoer op maat Advies (Inspraakreactie 1,8, 9, 10) Bepaal op maat wat nodig is bijvoorbeeld vaste chauffeur of begeleider (Inspraakreactie 1). Onderscheid routegebonden en het vraagafhankelijke vervoer in het belang van de reiziger van van elkaar (8). Contact tussen ouders en chauffeur kan belangrijk zijn. Voor sommige leerlingen gelden zeer specifieke afspraken: ouders van een kind worden gebeld als een bus er aan komt Ook binnen het regionale vervoerssysteem is het mogelijk om op basis van individuele kenmerken bepaalde faciliteiten toe te kennen, zoals het reizen met een vaste chauffeur of het reizen met begeleiding. Maatwerk gericht op zelfredzaamheid is een belangrijk speerpunt bij het bevorderen van de participatie en het beperken van de kosten van het vervoer. Dit speelt zowel bij de Toegang (geen onderdeel van deze kadernotitie) als de regiecentrale (OV advies, individueel advies en planning). Dit onderwerp betreft voor een belangrijk deel de toegang tot het vervoer. Toegang is de verantwoordelijkheid van de individuele gemeenten en valt buiten de kadernotitie. Bij het daadwerkelijk regelen van het vervoer, bijvoorbeeld de combinatie van verschillende leerlingen bij elkaar, is dit advies wel van belang. Advies (Inspraakreactie 1) Onderzoek de mogelijkheid van het inzetten van (vrijwillige) begeleiding op voertuigen. Ja, uw suggestie is waardevol en zullen we zeker betrekken bij de vormgeving van (met name) het routegebonden vervoer, zoals leerlingenvervoer. Advies (Inspraakreactie 2) Voldoende voertuigen aanbod bij slecht weer. Het aanbod van voertuigen moet voldoende geborgd zijn. Ja, wij zijn het met u eens. Bij de vormgeving van het vervoer zullen we ook aandacht besteden aan de beschikbaarheid van voldoende voertuigen in geval van een calamiteit. Advies (Inspraakreactie 2) Wachttijd beperken Ja, wij zijn het met u eens. Wachttijden, omrijtijden en dergelijke moeten zoveel mogelijk vermeden worden. Advies (Inspraakreactie 2) Beschermde opstapplaatsen realiseren Dank voor uw advies. Beschermde opstapplaatsen zijn de verantwoordelijkheid van de individuele gemeenten en vallen buiten het kader van deze kadernotitie. 12

13 Advies (Inspraakreactie 3, 9) Voer voor de start van een aanbesteding gedegen onderzoek uit naar de vervoersstromen. Misschattingen op vervoervolume kunnen grote gevolgen hebben. Breng regionaal in beeld welke lokale besluiten in voorbereiding zijn die gevolgen hebben voor de vervoersvolumes. Onderzoek is al uitgevoerd door Forseti en is basis van de regio-indeling zoals nu gekozen. Neemt niet weg dat voordat we vervoer gaan aanbesteden opnieuw een prognose van de vervoersvolumes zullen maken. De gevolgen van beleidswijzigingen die in voorbereiding zijn nemen we hierbij mee. Advies (Inspraakreactie 7) Zorg voor een vervoersaanbod op maat gericht op zelfredzaamheid, ook in het buitengebied. We werken aan een mix van het benutten van eigen mogelijkheden, vrijwillige inzet en professionele inzet. Het benutten van de (reële) mogelijkheden die iemand heeft is de eerst aangewezen mogelijkheid om iemand zelfstandiger te maken en de kosten van het vervoerssysteem te drukken. Meerdere vervoerders Advies (Inspraakreactie 3, 7): Kleine, lokale vervoerders moeten reële kans krijgen. Maar verlies de extra tijd en aandacht die dit kost niet uit het oog. Vindt een goede balans in het aantal te contracteren partijen (7) De aanbesteding zal zo worden vormgegeven dat ook lokale ondernemers in aanmerking kunnen komen voor een deel van het vervoer. Er is geen sprake van een bestuurlijke aanbesteding 1, omdat dat wettelijk niet is toegestaan. Het contracteren van meerdere vervoerders maakt deel uit van voorstel 2 in de kadernotitie. Het is nog niet duidelijk of gegarandeerd kan worden dan kleine lokale vervoersbedrijven deel uit maken van de te gunnen vervoerders. Vraag (Inspraakreactie 2) Betekent meerdere vervoerders contracteren keuzevrijheid voor de reiziger? De gemeenten zijn voornemens meerdere vervoerders te contracteren. Het is aan de regiecentrale om die vervoerder in te zetten, die het best de rit kan combineren met een andere rit of die het dichtbij is. De reiziger kan dus niet tussen vervoerders kiezen. 1 Bestuurlijk aanbesteden is een methodiek waarbij een overheidsinstelling langdurige, flexibele contracten sluit. Die contracten leggen niet alleen inhoudelijke afspraken vast. Zij stellen ook een formele overlegstructuur in waarbinnen aangesloten partijen voortdurend kunnen onderhandelen over die inhoudelijke afspraken. Non profits en ondernemers kunnen onder voorwaarden toe- en uittreden. 13

14 12 Openbaar vervoer Zie kadernota paragraaf 4.3 en 5.1 Publieke ontwikkelfunctie Advies (Inspraakreactie 1) Dat in samenhang met het OV ontwikkelen tot verbetering leidt moet zich nog wel bewijzen. U hebt gelijk. Het nieuwe vervoerssysteem met alle wensen en aannames zal niet in één keer optimaal functioneren. Advies (Inspraakreactie 7, 10) Zorg voor goede, veilige, aangepaste en bereikbare OV-haltes en overstapmogelijkheden. Zorg voor aansluiting op het OV (7). Dit zal onderwerp zijn van overleg tussen de provincie, vervoerder en de werkgroep doorontwikkeling OV. Advies (Inspraakreactie 7) Het besluit om OV-haltes te schrappen is niet in het belang van de burger en dient kritisch te worden bezien. Dit zal onderwerp zijn van overleg tussen de provincie, vervoerder en de werkgroep doorontwikkeling OV. Advies (Inspraakreactie 9) Vele opstapplaatsen van het OV zijn in het buitengebied geschrapt, waardoor de opstapplaats even ver is als de bestemming. Antwoord In de werkgroep doorontwikkeling OV wordt bezien op welke wijze het buitengebied het meest efficiënt ontsloten kan worden. Er is een nauwe relatie met de OV-visie van de provincies. De Provincie gaat over het over het reguliere OV de regio over het aanvullende OV. Advies (Inspraakreactie 9) Zorg dat veel bezochte bestemmingen goed bereikbaar zijn met het OV, dit beperkt de behoefte aan maatwerkvervoer. In de werkgroep doorontwikkeling OV wordt bezien op welke wijze het meest efficiënt voorzieningen bereikt kunnen worden Advies (Inspraakreactie 10) Aandacht voor het feit dat in de bus (OV) de rolstoelen niet goed vast kunnen worden gezet. Uiteraard, mits financieel acceptabel. Vraag (Inspraakreactie 2): Is een buurtbusvereniging ook een vervoerder? De buurtbus blijft onderdeel uitmaken van de provinciale OV- concessie. 14

15 13 Andere vervoervormen Zie kadernota hoofdstuk 8 Zelf vervoer regelen Advies (inspraakreactie 2) Een vergoeding overwegen van gemaakte vervoerskosten op declaratiebasis. Het is gemeentelijke beleid om een persoonsgebonden budget (pgb) voor vervoer te hanteren, die op declaratiebasis wordt uitgekeerd. Bijvoorbeeld voor het inschakelen van mensen in de directe omgeving. Ervaringen uit het verleden (Wet Voorzieningen gehandicapten) leren ons wel dat deze vergoedingen niet altijd aan vervoer besteed werden. Het pgb-systeem kan bestaan naast het vervoerssysteem. Een pgb /taxikostenvergoeding verstrekken voor professioneel vervoer is niet aannemelijk, omdat we juist streven naar een bundeling van vervoersstromen. Een pgb zou het collectievevervoerssysteem kunnen ondermijnen. Individueel vervoer/ autokostenvergoeding Advies (inspraakreactie 10) Geen veranderingen op het individueel taxivervoer en de autokosten vergoeding Uitgangpunt is het huidige vervoer. Toch is het nieuwe vervoerssysteem geen gewone stapeling van de verschillende vervoersvormen. Het is dus denkbaar dat er wel veranderingen komen. Apeldoorn koopt nu individueel taxivervoer voor mensen die niet samen kunnen reizen separaat in. Het is denkbaar dat ook dit vervoer in de toekomst onder de regionale regiecentrale wordt gebracht. De autokostenvergoeding is beleid van individuele gemeenten en maakt daarom geen deel uit van de kadernota. 14 Regionale samenwerking Zie kadernota paragraaf 6.2, 6.3 en bijlage 3 Advies (Inspraakreactie 2, 3, 4, 8, 9) Vervoerders niet per gemeente maar per regio contracteren. Clustering van gemeenten tot een vervoersregio spreekt ons aan. Regiotaxi en het aanvullen OV hebben een regionaal en grensoverschrijdend karakter. Wij vinden het verstandig en gedurfd om vervoerstaken in een samenwerkingsverband te realiseren. Ook wij zien kansen voor innovatie (8). Het is van groot belang om vervoerskennis-, en kunde, beheertaken te bundelen. Naast het bundelen van vervoer, is het bundelen van kennis en kunde over de gemeenteen regiogrenzen heen kern van dit proces. Wij gaan er van uit dat dit een systeem op zal leveren dat voldoet aan de gebruikerswensen (behoud van kwaliteit) en flexibeler zal zijn als er (systeem)wijzigingen nodig blijken. 15

16 Advies (Inspraakreactie 5) De vervoerstromen van en naar Hattem zijn meer op Zwolle dan op de grote regio gericht. De vervoersstromen van Hattem zijn verdeeld over de beide regio's met inderdaad een grote stroom reizigers vanuit Hattem van en naar Zwolle. De voorgestelde regionale samenwerking voorziet in reismogelijkheden van en naar Zwolle. Zwolle valt binnen het regionale vervoersgebied.. Advies (Inspraakreactie 5) De regio is zo groot, dat creëert afstand en bureaucratie dat moeilijk te verenigen is met de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor een individuele burger. Schaalvergroting is niet beter en niet goedkoper. Onderzoek samenwerkingsmogelijkheden met Zwolle. Steek de energie in het lokale gebeuren en stel de cliënt centraal. Het belang van de cliënt afwegen tegen financiële middelen en vervolgens prioriteiten stellen. De samenwerking wordt zo vormgegeven dat de gemeente zelf gaat over de toegang tot het systeem van groepen burgers en indien noodzakelijk elke individuele burger. Hiermee blijft de relatie tussen de burger en de eigen gemeente geborgd. (Openbaar) vervoer is echter gebaat bij volumevergroting. Des te meer passagiers, des te meer combinatiemogelijkheden waardoor voertuigen efficiënter en dus goedkoper kunnen worden ingezet. Bijvoorbeeld: Als de regiecentrale leerlingen uit Heerde en Hattem kan combineren in één voertuig naar een school in Zwolle, dan is dit goedkoper uit te voeren dan dat er twee bussen moeten worden ingezet. De regiecentrale heeft daarbij wel randvoorwaarden, bijvoorbeeld in maximale omrijtijden/ reistijden. Advies (inspraakreactie 2) De regionale samenwerking moet passen bij de regionale vervoersstromen De samenwerking is gezocht op basis van een inventarisatie van de vervoerstromen. Pas daarna is bepaald wie met elkaar zouden moeten samenwerken. Bijzondere aandacht gaat uit naar de gemeenten aan de randen van de regio die grotere stromen vervoer naar naastgelegen regio's zullen hebben. Advies (inspraakreactie 2) Grotere plaatsen moeten niet de overhand krijgen in stemverhoudingen. De stemverhouding zal zodanig worden uitgewerkt dat de grote gemeenten geen veto hebben maar ook dat de kleine gemeenten in gezamenlijkheid de grote gemeenten niet makkelijk kunnen wegstemmen. Hier zal expliciet aandacht voor zijn bij de vorming van de samenwerking. Advies (inspraakreactie 13) Het kan interessant zijn voor instellingen om het intramurale Wlz-vervoer bij het regionale vervoerssysteem in te kopen. Antwoord Overleg met zorginstellingen maakt zeker onderdeel uit van het vervoersconcept. De regiecentrale is een groeimodel, dat ook mogelijkheden zal hebben voor instellingen om vervoer bij de regio in te kopen. Aandachtspunt (inspraakreactie 9) Onderschat het belang van vervoerskennis bundelen niet Ja, wij zien hier ook duidelijk meerwaarde. 16

17 15 MOTIES In hoofdstuk 7 van de kadernota leest u het antwoord op de hier opgesomde vijf aangenomen moties Motie 1 Publiekrechtelijke organisatie van basismobiliteit 17

18 Motie 2 Cliëntenperspectief de juiste weg naar lokaal vervoersysteem 18

19 Motie 3 De goede richting voor Basismobiliteit 19

20 Motie 4 Het goede spoor voor mobiliteit 20

21 Motie 5 Cliëntperspectief de juiste weg naar lokaal vervoerssysteem 21

22 16 Opmerkingen en Beantwoording openstaande vragen Openstaande vragen uit inspraakreacties Vraag (Inspraakreactie 2) Hoe zit het met zittend ziekenvervoer? Het zittend ziekenvervoer gebeurt door de regio (gemeenten) en ziektekostenverzekeraars. Dit is afhankelijk van de ziekte die iemand heeft en het doel waarvoor de reiziger vervoerd wordt. Het is denkbaar dat op den duur verzekeraars hun vervoer bij de regio onderbrengen. Vraag (Inspraakreactie 2) Worden door de centralisatie de overheadkosten niet onevenredig groot? Uw veronderstelling is niet onlogisch. Toch is het op voorhand niet te zeggen omdat het mede afhankelijk is van de mate waarin functies als contractheer, controle op de uitvoering, klachtenbeheer en andere zaken worden uitgevoerd. Centralisatie brengt juist ook schaalvoordelen met zich mee. Vraag (Inspraakreactie 2) Is toekomstige financiering gewaarborgd al dan niet met bijdragen van de provincie? Tot 2020 is de bijdrage van de provincie voor regiotaxi Wmo gegarandeerd. Wat daarna gebeurt, is niet bekend. Vraag (Inspraakreactie 2) Uit het verleden blijkt dat passagiersvervoer niet rendabel was. Blijft dat zo? Het doelgroepenvervoer en OV zijn nooit rendabel geweest. Dat wil zeggen, dat de gemeenten, provincie en AWBZ daar altijd meer geld in stoppen dan via de reiziger terugkomt. Dat verandert in de toekomst niet. Vragen raad Brummen Vraag Pvda vraagt of alles wat we nu zeggen, ook echt meegenomen wordt. Ja. Vraag Nadere vragen dhr. Albers: Stel dat als het verder is uitgewerkt en het is toch nadelig voor Brummen, is er dan nog een ander scenario? 22

23 De provincie wil uitsluitend zaken doen met regio s. Om in aanmerking te komen voor het provinciale geld zul je dus moeten samenwerken. Iedere gemeente bepaalt zelf, met welke gemeenten samengewerkt wordt. Vraag Mw. Ypma: Wil graag een reactie van het college op haar voorstel om te onderzoeken om het mensen zelf te laten regelen. Hoe denken ze er over? De suggestie om mensen het vervoer zelf te laten regelen speelt een rol in de toegang. Daar is per definitie aan de orde of iemand zijn eigen vervoer kan organiseren. Helemaal zelf over laten aan de reizigers met een financiële bijdrage van de gemeente betekent feitelijk dat de reiziger zijn vervoer met een persoonsgebonden budget (pgb) moet inkopen. Dat ligt minder voor de hand om de volgende redenen: - Voor de individuele reiziger is het moeilijker om gunstige tarieven te bedingen. Schaalvoordeel speelt een grote rol in de kosten van het vervoer. - Veel reiziger zijn niet of onvoldoende bij machte om een pgb te beheren en vervoer in te kopen. - Reizigers kunnen niet gedwongen worden om een pgb te accepteren. Bij de huidige voorzieningen huishoudelijke hulp, groepsbegeleiding en hulpmiddelen is er slechts een heel klein aantal inwoners dat daar een pgb voor wil. - Iedereen een pgb verstrekken zou het collectieve vervoerssysteem ondermijnen. Hierin streven we juist naar samenreizen. Vraag Dhr. Bruning: Als we het er uiteindelijk niet mee eens zijn, kunnen we dan t.z.t. nog tegen zijn? Wat is de positie van raden hierin door de samenwerking? Hoe gaan we om met moties? Is de conclusie juist, dat raad nog nee kan zeggen? Of kunnen we niet meer uitstappen als we met dit kader akkoord gaan? Stel dat de raad straks niet akkoord is met de kadernota. Kan Brummen dan nog wel wat alleen doen? Luuk geeft aan, dat het vergaande consequenties heeft. Dan is er namelijk geen basismobiliteit. En de Provincie praat niet met individuele gemeenten. Vraag VVD vraag of college in beeld kan brengen wat de kosten nu zijn en straks gaan worden voor Brummen? Wat bedoelt u met lopende de rit? Na aanbestedingsprocedure is pas exact in beeld welke kosten er aan verbonden zijn. Conclusie van VVD: Dan zitten we dus vastgebakken in deze nieuwe regeling. Zou graag voor de zomer redelijk inzicht willen hebben wat de kosten zijn in nieuwe situatie ten opzichte van de oude situatie. Geeft tip mee: Denk eens aan Uber. De huidige kosten van het regiotaxivervoer zijn goed in beeld. De kosten van het vervoer voor begeleiding nog onvoldoende. Het valt nog niet te zeggen wat uiteindelijk de kosten van het vervoer zijn. Daarvoor zijn er nog teveel variabelen die onbekend zijn: kosten overhead (beheerbureau, regiecentrale), inkoopkosten vervoer en van het efficiëntie vervoer. Uber is een vorm van taxivervoer tegen reguliere taxiprijzen en is daarmee duurder dan het doelgroepenvervoer dat de regio inkoopt. Maar wellicht spreekt AutoMaatje van de ANWB u aan. In de gemeente Barneveld wordt daarmee een proef gehouden. Bij Automaatje rijden vrijwilligers tegen een onkostenvergoeding. Hierdoor hoeft dit vervoer zich niet aan de regels van de Taxiwet te houden. 23

24 Vragen raad Apeldoorn Vraag Klopt mijn inschatting dat de opgelegde rijksbezuiniging voor het overgrote deel uit het WMO gedeelte van het vervoer moet worden behaald, omdat leerlingenvervoer veel minder te flexibiliseren is? Jongeren kunnen vaak nog erg veel leren, mits zij daarbij de juiste ondersteuning ontvangen. Binnenkort gaat het project MEE op Weg zich juist wat meer richten op de jeugd. MEE op weg is een project waarbij mensen met ondersteuning van vrijwilligers (maatjes) zich leren zelfstandiger te verplaatsen. Jong geleerd is oud gedaan is de gedachte. Op deze wijze proberen we te voorkomen dat mensen als ze ouder worden nog steeds afhankelijk zijn van het maatwerkvervoer en dus een beroep doen op de Wmo. De mogelijkheden van mensen zelf zijn het uitgangspunt bij De Kanteling. Wij kunnen niet zeggen waar een grotere bezuiniging te realiseren is, dit moet uit de praktijk blijken. Vraag Doel is om geen verlies van kwaliteit te hebben voor de doelgroep. In hoeverre is de kwaliteitsbewaking geborgd in huidige afspraken? Dit wordt mij niet duidelijk: voor de raad is het onderliggende onderzoek uit 2013 waarin wordt gesteld dat 20-30% bezuniging op WMO doelgroepenvervoer gedeelte haalbaar is, niet in te zien. In de samenwerkingsovereenkomst wordt kwaliteit niet als gezamenlijk doel genoemd, en er worden in de Nota geen concrete kwaliteitscriteria genoemd. Dus we moeten het als raad doen met de uitspraak in de Nota "dat we bezuinigingen zonder kwaliteitsverlies opvangen, maar dat behoud van kwaliteit niet betekent dat er voor clienten niets zal veranderen." In een collegebesluit van 24 oktober 2013 is een samenvatting van de 3D vervoersstromenanalyse ter kennis gebracht aan de raad. Ik kan mij voorstellen dat u deze informatie niet meer paraat hebt. Als u deze informatie alsnog wilt inzien, dan hoor ik het graag. Deze vervoersstromenanalyse geeft overigens geen antwoord op uw vraag over kwaliteit. Op dit moment vindt er een analyse plaats van alle verschillende vervoerssystemen in onze regio. Hierbij kijken we naar het vervoer vanuit het perspectief van de reiziger. De aspecten die meewegen in de klanttevredenheidsonderzoeken vormen daarbij een basis 2 (zie voorbeeldlijstje onderaan deze mail). Wij zetten alle systeemkenmerken naast elkaar en de colleges bepalen de systeemkenmerken van het 'nieuwe' systeem. Daarbij 2 Onderwerpen klanttevredenheidsonderzoek: Gevoel veilig vervoerd te worden; Tevredenheid over het voertuig (passendheid); De tijd dat iemand onderweg is; Op tijd vertrekken bij vertrekadres; Op tijd aankomen bij prioriteitsrit; Stratenkennis chauffeur; Houding en behulpzaamheid chauffeur; De afhandeling van de klacht. Rijvaardigheid chauffeur; Het bellen dat het voertuig in aantocht is; Telefonisch geïnformeerd worden wanneer de taxi te vroeg is; Telefonisch geïnformeerd worden als de taxi te laat is; Vastzetten rolstoel/ scootmobiel; De mate waarin het voertuig schoon is; Snelheid van het beantwoorden van klachten; Netheid chauffeur; Herkenbaarheid van het voertuig. 24

25 hanteren we het uitgangspunt: behoud van kwaliteit. Gebruikers van Regiotaxi beoordelen Regiotaxi Gelderland met een 7,6. Ook met het nieuwe systeem willen we dat reizigers tenminste weer een 7,6 geven. Dit kan soms wel een verandering betekenen. Bijvoorbeeld Bij Regiotaxi Overijssel is het callcenter 24 uur per dag bereikbaar in Apeldoorn tussen 6:00 in de ochtend en maximaal 2:00 uur. Consequentie van samenwerken kan zijn dat Deventernaren moeten wennen aan een beperktere bereikbaarheid voor het boeken van ritten. Nu is de klachtenlijn Regiotaxi dagelijks de hele dag bereikbaar, straks misschien een halve dag. Hier staat waarschijnlijk wel tegenover dat de regiecentrale nauwkeuriger de reiziger kan informeren over de ophaaltijd. Over de systeemkenmerken van het nieuwe gezamenlijke systeem willen wij in gesprek met de adviesraden, belangengroepen reizigers. Uitgangspunt behoud kwaliteit, maar samenwerken betekent ook systeemkenmerken op elkaar afstemmen. De samenwerkingsovereenkomst die voorligt is die tussen de regio en de provincie. Zij behelst in feite "alleen" de overdracht van het OV-deel van de Regiotaxi naar de regio vanaf en de financiële bijdrage van de provincie. Borging van de kwaliteit zal via bovengenoemde analyse plaats moeten vinden in de komende aanbesteding van de regiecentrale en het vervoer. Kwaliteitsbewaking zal worden belegd bij een publieke beheerorganisatie. Vraag Als ik het zo lees zullen vooral minder indicaties worden gegeven. Wie gaat deze indicering uitvoeren? Iedere gemeente organiseert zijn eigen toegang. In Apeldoorn verzorgt door: Wmo-loket, CJG en leerlingenvervoer. Regels voor de toegang bepaalt iedere gemeente zelf. Verordening (raadsbevoegdheid) uitvoeringsregels (collegebevoegdheid). Dit is een separaat besluitvormingstraject. Het vervoerssysteem dat we na de zomer willen gaan inrichten moet het in zich hebben om te kunnen "Kantelen", het moet in zich hebben dat een groter beroep kan worden gedaan op de zelfredzaamheid van mensen. Vraag Begrijp ik het goed dat mensen in individuele gevallen toch meer moeten gaan betalen omdat ze vaker zijn aangewezen op het gewone OV na nieuwe beoordeling? Worden de effecten heirvan op inkomens meegenomen in de WMO monitoring op inkomens? De Kanteling houdt in dat mensen vaker zelf in een eigen oplossing moeten voorzien. Dit kan zijn gebruikmaken van het reguliere OV en dus ook deze kosten zelf betalen. Het inkomenseffect van dit beleid wordt gevolgd. Hierbij willen we wel onder de aandacht brengen dat ieder ander ook zijn eigen vervoerskosten zelf moet betalen. Vraag Inspraakreacties laten zien dat een paar zorginstellingen graag willen samenwerken en kennisdelen. In hoeverre heeft het samenwerkingsverband/ het college zicht op de welwillendheid van het totaal aan betrokken zorginstellingen van de regio/doelgroep? Vrijwel alle Jeugd en Wmo instellingen met wie de deelnemende gemeenten contracten hebben gesloten, zijn per mail op de hoogte gebracht van het project basismobiliteit. Vorig jaar is dit onderwerp ook besproken met de expertisegroep waarin een beperkt aantal instellingen deelnamen. Ook is separaat in kleiner verband gesproken met een aantal vervoersdeskundigen van instellingen in de regio. Hieruit is naar voren gekomen dat er mogelijk instellingen zullen zijn die het intramurale vervoer bij de samenwerkende gemeenten zouden willen inkopen. Ook is toen naar voren gekomen dat zij mee willen denken over de kwalitatieve systeemkenmerken van het vervoer. Dit signaal pakken wij op. 25

26 Vraag Over opzetten van aanvullend OV: mij wordt niet duidelijk hoe concreet hier samenwerking mogelijk is; zijn hier al gesprekken gevoerd met OV aanbieders en zo ja wat kwam hier uit? Hoe welwillend zijn deze aanbieders om zich aan te passen aan de doelgroep? Is (tijdelijke) begeleiding binnen het budget mogelijk voor clienten die geen indicatie meer krijgen? Ik zie in dit verband het woord training vallen in de Nota, wat bedoelt u hiermee en wie gaat dit uitvoeren? Vervoerders en overheden zijn het er over eens dat het rijden van lege bussen op tijden dat niemand wil reizen en naar plaatsen waar bijna niemand naar toe wil geen toekomst heeft. Vervoerders zetten steeds vaker flexibele systemen in de markt of ondersteunen burgerinitiatieven door voertuigen ter beschikking te stellen (al dan niet gedwongen via de aanbesteding). Goed voorbeeld is de Buurtbus die in deze regio goed wordt gebruikt en prima wordt ondersteund door Syntus. OV wetgeving laat echter nog moeizaam spontane initiatieven toe omdat de wet voorschrijft dat bij aanbesteding exclusiviteit geboden wordt aan 1 vervoerder. Marktconsultatie (gehouden door de provincie bij de ontwikkeling van de OV visie) is een ander middel. Echter daar blijkt dat 'de markt' in aanwezigheid van de concurrent het achterste van de tong niet laat zien en haar innovaties voor zich houdt tot de aanbiedingsfase van een aanbestedingsproces. Blijft over de optie om binnen de concessies/contracten dusdanige 'prikkels' in te bouwen dat innovatie gestimuleerd wordt of kan worden afgedwongen, dat is de uitdaging voor de regio. Verder worden mensen gestimuleerd om zelfstandiger te leren reizen (=algemene voorziening of tijdelijk individueel maatwerk/ professionele begeleiding). Het project MEE op weg is zo'n algemene voorziening dat deze ontwikkeling ondersteunt. Ook zijn er allerlei app's in ontwikkeling die mensen kunnen ondersteunen om zelfstandiger te worden. Denk bijvoorbeeld aan: Vraag Over de samenwerking met de gemeenten Heerde, Hattem: de WMo raden daar lijken niet echt enthousiast; is er wel voldoende draagvlak bij de colleges B&W/gemeenteraden? Wij hebben vernomen dat er bestuurlijk draagvlak is voor samenwerking met onze regio. Vragen en opmerkingen gemeenteraad Lochem Opmerking Vrijwilligers: Vrijwilligers inzetten. Denk ook regionaal wat betreft deze inzet, goede samenwerking met participatiewet en vrijwilligerscentrales. Maar zorg wel dat deze gecertificeerd zijn. Dit nemen we mee bij de verdere ontwikkeling. Opmerking Bereikbaarheid: Zorg dat openbare gebouwen en instanties goed te bereiken zijn vanuit iedere kern. In Lochem moet je nu vanuit Barchem via Deventer naar het ziekenhuis in Zutphen. Haal mensen thuis op in plaats van bij haltes. Of in iedere kern een auto om te delen. Zorg voor een goede aansluiting bij overig OV en Valys. Denk niet meer in vervoer maar in mobiliteit. Dit nemen we mee bij de verdere ontwikkeling. Wat betreft het thuis ophalen, dit doen we alleen als mensen onvoldoende zelfredzaam zijn. 26

27 Opmerking Tarieven: Flexibele tarieven. Hanteer flexibele tarieven, in de spits is het duurder dan buiten de spits. Maak gebruik van de leegloop uren van de chauffeurs van de doelgroep taxi s om de busjes optimaal te benutten. Dit nemen we mee bij de verdere ontwikkeling. Opmerking Klanttevredenheid: Begin met een nulmeting en houdt regelmatig tevredenheidsonderzoeken. Ook nu worden klanttevredenheidsonderzoeken gedaan. Dit is ons referentiekader, de nulmeting. Opmerking Samenwerkingsovereenkomst: Tekenen per april geen probleem. De machtiging ligt al bij de regio. De samenwerkingsovereenkomst is op 31 maart 2015 getekend. Opmerking Let op duurzaamheid. Wat schrijven we hierover op in de kadernota en welke eisen stellen wij binnen onze aanbestedingen. Dit onderwerp is toegevoegd aan de concept-kadernota. Zie paragraaf 3.9 van de kadernota. Ambitie 3 : verduurzaming door vergroening van de brandstof. EU-wetgeving dwingt de voertuig-industrie en transporteurs om schadelijke emissies terug te dringen en het brandstofverbruik te verlagen. Dit is echter niet voldoende. We willen een verschuiving realiseren van fossiele naar duurzame brandstoffen en elektrificatie. De colleges vinden bij de aanbesteding van het vervoer een balans tussen duurzaamheidseisen en de financiële gevolgen. Daar komt bij dat, door een slimme planning van de regiecentrale, mogelijk het aantal verreden kilometers zal dalen. Opmerking Aanbesteden: Waarom Europees aanbesteden? Zie het niet als alleen als vervoer maar mobiliteit binnen de zorg. Wat zijn dan de mogelijkheden wat betreft inkoop? Neem lokale aanbieders mee, ook welzijnsorganisaties. In Lochem hebben we een goede pilot met elektrische auto s (Lochem energie) die gehuurd/gedeeld kunnen worden. Waarom aanbodgericht aanbesteden dit is altijd duurder (half lege bussen). Draai het om en probeer vraaggericht aan te besteden. Er zijn goede voorbeelden van, vraag expertise hierop. Voor de inkoop van vervoer is het belangrijk goed zicht te hebben op de volumes. Dit is lastig in een tijd waarin we een beroep doen op zelfredzaamheid en we ook willen dat alternatieven zich ontwikkelen. We zullen hierop expertise inkopen. 3 Nieuwe energie voor de Stedendriehoek, Routekaart naar een energieneutrale regio Stedendriehoek in 2030, E&E advies, Dutch Research Institute for Transitions Erasmus Universiteit Rotterdam, maart

28 Vragen en opmerkingen raad Zutphen Advies Aanbesteden: kwaliteit moet zwaar meewegen; kleine spelers moeten een kans krijgen; Ja, wij zijn het op beide punten met u eens. Kwaliteit wordt nauwkeurig gedefinieerd en gemonitord in het huidige doelgroepenvervoer. Daar zullen wij ons in het uiteindelijke ontwerp aan spiegelen. De aanbesteding zal zo worden vormgegeven dat ook lokale ondernemers in aanmerking kunnen komen voor een deel van het vervoer. Er is geen sprake van een bestuurlijke aanbesteding, omdat dat wettelijk niet is toegestaan. Het contracteren van meerdere vervoerders maakt deel uit van voorstel 2 in de kadernotitie. Het is nog niet duidelijk of gegarandeerd kan worden dan kleine lokale vervoersbedrijven deel uit maken van de te gunnen vervoerders. Advies Cliënt centraal stellen; De kadernotitie gaat vooral in op het systeem voor basismobiliteit. Kwaliteitseisen lijken daarin ondergeschikt. Wij hebben heel goed voor ogen voor welke reizigers vervoer georganiseerd en uitgevoerd moet worden. We zullen daarom ook met belangenorganisaties en reizigers panels onze ideeën en uitwerkingen toetsen. Advies Regiecentrale moet lokale kennis hebben; Of de regiecentrale nu publiek of privaat vorm krijgt, het kost tijd om de benodigde kennis op te doen. Dat is onvermijdelijk. Aanbestedingstechnisch is niet mogelijk om te eisen dat een private partij op voorhand kennis van de regio heeft. Wat vooral van belang is, is dat de kenmerken van de reiziger bekend zijn bij de regiecentrale: hoe moet iemand vervoerd worden, zijn er kenmerken waarmee rekening gehouden moet worden. Die kenmerken worden verbonden aan de vervoerspas. Daarnaast moet de regiecentrale goede plansoftware hebben. Gelukkig zijn de digitale kaarten tegenwoordig goed ontwikkeld. Maar ook hier geldt dat het tijd nodig heeft om ontbrekende informatie te verzamelen en in te vullen. Bijvoorbeeld, waar is een opstapplaats, waar wordt iemand opgehaald als de taxi niet voor het huis kan komen, etc. Advies Combineren van reizigers in één rit niet tegen elke prijs; Wij zijn het met u eens. Het combineren van reizigers is een kans om de kosten terug te dringen, maar het welzijn van de reizigers prevaleert. Advies Aandacht voor grensoverschrijdend verkeer. Ook met het huidige doelgroepenvervoer kan grensoverschrijdend vervoerd worden. Bijvoorbeeld vanuit Zutphen naar Vorden. De begrenzing betreft de ritafstand (nu maximaal 10 zones), niet de gemeentegrens. 28