koef lits Lerarenbeurs BAPO-toepassing

Transcriptie

1 koef lits nieuws voor alle medewerkers van de stichting K.O.E. 3 april 2011 Lerarenbeurs Elke leraar heeft één keer in zijn carrière recht op een lerarenbeurs waarmee hij zijn professionele niveau kan verhogen, of zich kan specialiseren. Met een lerarenbeurs kunnen leraren bijvoorbeeld een bachelor- of masteropleiding volgen. Vanaf 1 april 2011 is het weer mogelijk een Lerarenbeurs aan te vragen. De vergoeding voor het collegegeld voor het volgen van een tweede bachelor- of masteropleiding gaat omhoog naar maximaal 7000 per jaar. Door deze hogere vergoeding kunnen leraren ook een studie volgen waarvoor hogescholen universiteiten zelf de hoogte van het collegegeld mogen bepalen. Door de verhoging van de Lerarenbeurs blijven de bachelor- en masterstudies dus voor alle leraren toegankelijk. Alle informatie over de Lerarenbeurs en het aanvragen van een beurs staat op een speciale pagina rijksoverheid.nl BAPO-toepassing Binnen het directie-overleg is enige tijd geleden de toepassing van BAPO en compensatieverlof besproken. Tijdens dit overleg bleek dat regels verschillend geïnter preteerd werden. De commissie personele zaken kreeg de opdracht de CAO-bepalingen te bekijken en zonodig advies te vragen. Wat zegt de CAO? Bij opname van BAPO verlof geldt de voorwaarde dat wekelijks ten minste 50% van de aan het verlof voorafgaande betrekkingsomvang wordt gewerkt (artikel 1.7. van bijlage XI van de CAO PO 2009: Bij de opname van het verlof geldt de voorwaarde, dat wekelijks tenminste 50% van de aan het verlof voorafgaande betrekkingsomvang feitelijk wordt gewerkt. ). Met andere woorden werknemers moeten als ze BAPO opnemen in de betreffende week voor de helft van de betrekkingsomvang werken. Ook als BAPO wordt opgenomen in combinatie met een andere vorm van verlof moet de medewerker voor de helft van de betrekkingsomvang werken (artikel 2, lid 4 van bijlage XI van de CAO PO: Ingeval BAPO-verlof in combinatie met een andere vorm van verlof wordt opgenomen, geldt eveneens de voorwaarde dat wekelijks tenminste 50% van de aan het verlof voorafgaande betrekkingsomvang feitelijk wordt gewerkt. ). In de toelichting bij artikel 2.1 van de CAO, zevende, achtste en negende lid (pag. 140 CAO papieren versie: Indien de werknemer BAPO geniet (daadwerkelijk zijn BAPO-uren opneemt) geldt de anticumulatieregeling; hieruit volgt dat in dat geval geen sprake kan zijn van meer ingeroosterde uren die worden gecompenseerd in verlof of meer gewerkte uren die worden uitbetaald in salaris. De enige uitzondering is dat de werknemer die BAPO geniet ingezet kan worden voor vervangingswerkzaamheden waarop de anticumulatieregeling uit het hoofdstuk BAPO van toepassing is. ) is aangegeven dat indien de werknemer BAPO geniet geen

2 sprake kan zijn van meer ingeroosterde uren die worden gecompenseerd in verlof of meer gewerkte uren die worden uitbetaald in salaris. Verheldering: De commissie PZ heeft bij zowel de PO-raad, de bond KBO als onderwijsbonden CNV een drietal vragen neergelegd, ter controle van de interpretatie van de CAO: Vraag 1: Klopt onze interpretatie dat in de CAO staat dat iemand die BAPO heeft, deze niet geclusterd opgenomen kan worden in een week (lees een extra week vrij), omdat in dat geval er in die werkweek niet 50 % van de voorafgaande betrekkingsomvang feitelijk wordt gewerkt (Voorbeeld, iemand heeft een feitelijke WTF van 1,000, Deze persoon mag dus maximaal de helft van een werkweek BAPO opnemen). Alle drie de instanties antwoorden bevestigend. Nadere uitleg CNV Onderwijs: Het BAPO-verlof kan ook [beperkt] worden geclusterd mits de lesgevende taak niet minder wordt dan 50% van de lesgevende uren. Clusteren in twee vrije weken per jaar staat de regeling niet toe. Vraag 2: Klopt onze interpretatie dat een werknemer met BAPO geen compensatieverlof kan hebben (omdat een full timer met BAPO in principe automatisch onder de grens van 930 lesuren uitkomt)? Alledrie de instanties antwoorden bevestigend. Nadere uitleg CNV Onderwijs: Uw uitleg van de BAPO-regeling in het primair onderwijs is helemaal juist. De achtergrond van de door genoemde punten is dat de BAPO-regeling is bedoeld om de weektaak van 52-plussers te verminderen waardoor ze langer, gezond en wel aan het werk kunnen blijven. In die gedachte passen geen compensatie-uren, want dan moet er eerst worden overgewerkt om vervolgens die uren weer vrije tijd te kunnen opnemen. Hetzelfde geldt voor spaarverlof. Vraag 3: Indien bovenstaande twee vragen positief beantwoord worden, dan ontstaat er een bijzondere casus: Meneer A is 51 jaar en werkt full-time. Op zijn school werken de kinderen jaarlijks 981 lesuren. Meneer A heeft dus recht op 51 lesuren compensatieverlof. Zowel de school als meneer A vinden het prettig dat dit verlof wordt opgenomen in 2 weken. Dit gebeurt al enige jaren zo. Meneer A wordt echter 52 en maakt gebruik van de kleine BAPO. Dit zijn 104 lesuren op jaarbasis. De mogelijkheid tot clusteren van een deel van de BAPO in twee vrije weken kan niet op grond van bovenstaande aannames. Klopt bovenstaande redenatie? Moet deze redenatie inderdaad formeel zo worden toegepast? In alle drie de gevallen antwoord men positief. Nader uitleg bond KBO: Betrokkene kan geen compensatieverlof meer opbouwen, dus kan hij ook geen 981 lesuren meer draaien op jaarbasis. Het totaal aantal lesuren op jaarbasis wordt = 826 lesgebonden uren. De redenatie moet zo worden toegepast aangezien de CAO PO een kaderstellende CAO is, waar van de bepalingen niet kan worden afgeweken. Nadere uitleg CNV Onderwijs: Uw voorbeeld van meneer A die 52 jaar is geworden. Deze meneer kan per jaar maximaal 722 uren lesgeven. Bij 39 schoolweken is dat gemiddeld 18,5 lesgevende uren per week. De leerlingen krijgen 981/39 = 25 uren per week les. Dit betekent dat de leraar van deze groep ten minste een dag per week moet worden vrijgeroosterd, b.v. voor 5,5 uren. Er resteert dan nog 19,5 uren, 1 uur meer dan de maximale lestijd. Dit kan worden opgelost door hem 1x per twee weken ook op een middag vrij te geven. Het BAPO-verlof kan ook (beperkt) worden geclusterd mits de lesgevende taak niet minder wordt dan 50% van de lesgevende uren. Clusteren in twee vrije weken per jaar staat de regeling niet toe. Waarom zijn deze regels zo opgesteld?: Er zijn twee redenen waarom deze regels zo zijn opgesteld: De BAPO is ingesteld om de werkdruk bij onderwijspersoneel te verlichten als levensfasegericht personeelsbeleid. De werkgevers en de werknemers zijn van mening dat dit in uitvoering het beste kan plaatsvinden door de wekelijkse werklast te verlichten. M.a.w. spreiding van de BAPO-uren is het meest effectief bij het verlichten van de werklast. Bij clustering van uren (creëren van nog meer vakantieweken), blijft de wekelijkse werkdruk gelijk in die weken waar dan volledig gewerkt wordt. Bij clustering van BAPO kan dit inmiddels door de fiscus gezien worden als een vorm van FPU. Dit kan een flinke naheffing opleveren voor de werkgever. Toepassing komend schooljaar Binnen de St. KOE is afgesproken dat vanaf komend schooljaar er geen uitzonderingen meer zullen zijn op de toepassing van de BAPO. In de GMR is dit ook besproken. Overigens komen afwijkingen van de regel maar in beperkte mate voor. Daar waar de regel tot dusver anders is geïnterpreteerd rekenen we erop dat er begrip zal zijn voor het eenduidig toepassen van de regels binnen de St. KOE vrolijk pasen!

3 Portfolio en de functiemix Binnen de St. KOE vormt een portfolio onderdeel van de criteria die verplicht zijn, om in aanmerking te kunnen komen voor LB vacatures die beschikbaar zijn. Daarnaast is een relevante HBO plus noodzakelijk. De HBO plus opleidingen die voldoen zijn te vinden op het management informatiesysteem van jouw school. Wat moet een portfolio bevatten dat onderdeel uitmaakt van de sollicitatieprocedure naar een LB functie?: Beroepsidentiteit: visie op jouw werk in het onderwijs (hiervoor is een format gemaakt dat je kunt invullen en toe kunt voegen aan je portfolio) Je meest recente POP (Persoonlijk Ontwikkelings Plan) zo mogelijk a.d.h.v. competentiescan (SBL Bekwame Handen) Documenten waaruit bekwaamheid blijkt, waaronder diploma s en certificaten. Verslagen van zelf ontwikkelde projecten; lesmaterialen; handelingsplannen; werkstukken van opleidingen etc. die relevant zijn voor het functieprofiel van de vacature. Het gaat om materialen waaruit blijkt dat je binnen het gevraagde profiel al het nodige gedaan hebt. De inhoud van het portfolio wordt beoordeeld door de sollicitatiecommissie binnen de school. Daarna wordt het portfolio nogmaals beoordeeld door een koppel van twee directeuren van 2 anders scholen van de St. KOE. Voor het beschrijven van je eigen beroepsidentiteit is een format gemaakt. Dit format tref je hieronder aan. FORMAT BEKWAAMHEIDSDOSSIER- BEROEPSIDENTITEIT Naam Wie of wat heeft je gemotiveerd om te kiezen voor je functie als leerkracht? Waar ligt de inspiratie in je werk? Wat zijn inspirerende situaties die veel voor je hebben betekend? Welke condities vind je nodig om inspirerend/motiverend te werken? En om iets nieuws te doen? Noem kernkwaliteiten of talenten van jezelf Wat zijn je sterke kanten die je zelf ontwikkeld hebt? Wat betekent dit voor de school? Op welke wijze houd je je vakkennis bij (tot dusver en in de toekomst)?

4 Beoordelingsbeleid binnen de St Koe, deel 3 (een vervolg op het artikel uit de Koeflitsen van november 2010 en januari Deze zijn terug te vinden op het interne informatie systeem). Stap 3: het invullen van het beoordelingsformulier Op basis van de in stap 2 verkregen gegevens vult de leidinggevende het beoordelingsformulier in t/m het eindoordeel. M.b.t. de competenties wordt in ieder geval aangekruist welk gedragsniveau het meest relevant is. Daar waar het oordeel bij een competentie is dat het basisniveau (nog) niet bereikt is, dient dit toegelicht te worden. Omdat we de beoordeling stimulerend willen laten zijn (waar relevant), wordt ook bij een positief oordeel gevraagd dit te onderbouwen. Dit kan vooral door het geven van exemplarische gedragsvoorbeelden die het positieve oordeel ondersteunen. Stap 4: het beoordelingsgesprek Het beoordelingsformulier wordt overhandigd aan het begin van het gesprek. Het is aan de beoordeelde om eerst het gehele formulier door te willen lezen, of ervoor te kiezen om leestijd per item te vragen en per item de tekst te bespreken. M.n. indien het eindoordeel negatief is wordt uitdrukkelijk aangeboden dat de beoordeelde niet gelijk hoeft te reageren. In zo n geval kan de beoordeelde verhelderende vragen stellen en kan de beoordelaar een verdere mondelinge toelichting geven, waarna er een nieuwe afspraak wordt gemaakt om de beoordeling verder te bespreken en het formulier verder in te vullen. Nadat de beoordelingstekst doorgesproken is vinden aansluitend (of na een nieuwe afspraak) de volgende activiteiten plaats: De beoordeelde formuleert, indien gewenst, een reactie op de beoordeling De beoordelaar formuleert, indien gewenst, een aanvulling op zijn/haar geschreven beoordeling en de reactie van de beoordeelde Afspraken en voornemens voor de toekomst worden genoteerd. Bij een negatieve beoordeling zullen hier niet vrijblijvende vervolgafspraken met de beoordeelde gemaakt worden. Afgesproken wordt of de aangevulde formuleringen gelijk definitief gemaakt kunnen worden, of dat er beperkte tijd nodig is om de tekst definitief te formuleren De beoordelaar ondertekent het formulier De beoordeelde ondertekent het formulier minimaal voor gezien Stap 5 De afronding: Indien de beoordeelde gebruik wenst te maken van de beroepsprocedure, dan worden de stappen die daarbij horen in gang gezet Indien er geen sprake is van een beroepsprocedure, dan wordt het origineel van het beoordelingsformulier gezonden naar het ObT voor opname in het formele personeelsdossier Een kopie van het oordeel wordt overhandigd aan de beoordeelde Een kopie van het oordeel wordt behouden door de leidinggevende. Deze wordt op een afgesloten plaats bewaard en staat ook ter beschikking van zijn/haar opvolger in de toekomst Stap 6: Bij een negatieve beoordeling: Wat gebeurt er na een negatieve beoordeling bij personeel met een benoeming voor onbepaalde tijd? Indien iemand een negatieve beoordeling heeft gekregen dan zullen n.a.v. die negatieve beoordeling afspraken gemaakt worden over de gebieden waarover de beoordelaar m.n. negatief is geweest. Deze afspraken zijn niet vrijblijvend. Deze afspraken worden op papier gezet en vormen onderdeel van het beoordelingsdocument. Ook tegen de afspraken kan door de beoordeelde beroep worden aangetekend. Tevens wordt aangeven op welke termijn een nieuw beoordelingsgesprek gepland wordt. In die gevallen waarin overwogen wordt om éénmalig de jaarlijkse periodiek te onthouden wordt tussen de eerste en tweede beoordeling tenminste een termijn van een jaar in acht genomen. In andere gevallen kan ook gekozen worden voor een kortere periode tussen beide beoordelingsmomenten. Beroepsprocedure Het kan voorkomen dat een personeelslid het niet eens is met een beoordeling. Omdat die beoordeling ingrijpende gevolgen voor de medewerker kan hebben. Daarom vormt een bezwaarprocedure onderdeel van het beleid.

5 De bezwaarprocedure: Het personeelslid kan uiterlijk binnen twee weken na dagtekening van het beoordelingsverslag gemotiveerd schriftelijk bezwaar aantekenen bij het bestuur van de St. KOE. Het bevoegd gezag, vertegenwoordigd door de algemeen directeur of de adjunct algemeen directeur, zal zowel de beoordelaar als de beoordeelde horen De beoordeelde kan zich laten bijstaan door een raadsman. Indien het bevoegd gezag, de betrokkenen gehoord hebbend, de bezwaren geheel of gedeeltelijk deelt, dan stelt het de eventueel gewijzigde beoordeling vast op een aparte bijlage bij het beoordelingsformulier. Het bevoegd gezag deelt aan het personeelslid en de beoordelaar mee welke wijzigingen in de beoordeling zijn aangebracht dan wel dat en om welke reden de beoordeling niet is gewijzigd. Het bevoegd gezag beslist binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift met alle op de beoordeling en op het bezwaarschrift betrekking hebbende stukken. De door het bevoegd gezag genomen beslissing wordt zo spoedig mogelijk - doch uiterlijk binnen twee weken en met redenen omkleed in afschrift toegezonden aan de beoordeelde en de formele beoordelaar. De door of namens het bevoegd gezag genomen beslissing(en) en alle daarop betrekking hebbende stukken worden bewaard in het personeelsdossier van het bevoegd gezag. In specifieke gevallen, die in de CAO genoemd staan, kan een personeelslid ook nog beroep instellen bij de landelijke commissie van beroep. Invoeringstraject In het eerste jaar voor de nieuwe vormen van beoordelen geen situaties aan een negatieve beoordeling koppelen. Gesprekstraining voor directeuren (AVS heeft aanbod voor training stimulerend beoordelen o.l.v. Trieneke van Manen) Het functioneringsgesprek moet aangepast worden: Het zal voor iedereen duidelijk moeten zijn dat een mening van de leidinggevende over het (deel)functioneren van de betrokkene onderdeel van het functtioneringsgesprek moet zijn, want het oordeel dat gegeven wordt in het beoordelingsgesprek mag geen verrassing zijn. Ten behoeve van de teams wordt een power point ontwikkeld door PZ die door de directeur kan worden gebruikt bij de introductie in het team en de MR. Deze power point zal ook gebruikt worden in de GMR Namens de commissie personele zaken, Herman Schiphauwer 1] Indien het om een beoordeling gaat van de algemeen directeur, dan zal een bestuurslid het bestuur vertegenwoordigen geboren 11 maart 2011 Valentijn Rens, zoon en broertje van Martijn, Renske en Florian Sak-Vergeer Bonifatius 17 maart 2011 Mels Olivier en Brent Silvester, zonen van Thijs Aalbers, Claudy van de Peppel en en broertjes van Senne S. Liduina Van harte gefeliciteerd! Tot de volgende editie!