Handleiding Moving Forward

Transcriptie

1 Handleiding Moving Forward Deel 3: PC applicatie voor projectleiders (versie 1) De projecten Moving Forward / Moving Further komen tot stand met de steun van EFRO, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling Auteur: Edith Donders, IMOB-UHasselt

2 Handleiding Moving Forward Deel 3: PC applicatie projectleider De laatste jaren is er al veel aandacht besteed aan kennisopbouw rond bereikbaarheidskaarten, met als doel duurzame mobiliteit. De overheid verleent subsidies en voorziet begeleiding voor instellingen en organisaties die bereid zijn op dit vlak inspanningen te leveren. Toch zijn er nog enkele belangrijke knelpunten, waardoor het potentieel van bereikbaarheidskaarten niet optimaal wordt benut. Met de Europese projecten Moving Forward & Moving Further biedt het Instituut voor Mobiliteit (Universiteit Hasselt) samen met de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) en de financiële steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, kortweg EFRO, een oplossing voor deze knelpunten. Het doel van dit project is een GIS-gebaseerde internettool te ontwikkelen, waardoor bereikbaarheidskaarten op een innovatieve manier door betrokkenen kunnen worden opgesteld en geraadpleegd. De realisatie hiervan gebeurt door middel van een koppeling van vernieuwende GSM-technologie en ICT-toepassingen. Dankzij deze koppeling is het enerzijds mogelijk om de dataverzameling te automatiseren en te digitaliseren waardoor men informatie eenvoudiger kan updaten. Anderzijds biedt het ook de mogelijkheid dat de gebruiker de kaarten digitaal kan raadplegen. Hierdoor kunnen ook de interactiviteit en betrokkenheid van de gebruikers toenemen. In het derde deel van deze handleiding wordt de werking van de PC applicatie voor projectleiders toegelicht. Deze applicatie wordt gebruikt om de geselecteerde punten van de dataverzamelaars in detail te bekijken, een aantal punten te selecteren en/of te integreren en ze te bewerken. Tenslotte kunnen in deze applicatie ook routes getekend worden. Indien u bij het doorlopen van deze handleiding bijkomende vragen hebt, kan u steeds contact opnemen met de helpdesk van het Instituut voor Mobiliteit (IMOB) van de UHasselt of de Vlaamse Stichting Verkeerskunde: Edith Donders Paul Michielsen IMOB UHasselt Vlaamse Stichting Verkeerskunde Tel: +32 (0)11/ Tel: +32 (0)15/ edith.donders@uhasselt.be paul.michielsen@verkeerskunde.be 2

3 Inhoudstafel 1 TOEGANG TOT DE MOVING FORWARD WEBAPPLICATIE URL ADRES EN WEBBROWSER INLOGGEN LUIK KNELPUNTEN AANMAKEN ONDERDELEN VAN HET SCHERM KNELPUNTEN DATAVERZAMELAARS BEKIJKEN KNELPUNTEN DATAVERZAMELAARS GEDEELTELIJK OF INTEGRAAL OVERNEMEN Knelpunten dataverzamelaars gedeeltelijk overnemen Knelpunten dataverzamelaars integraal overnemen KNELPUNTEN DATAVERZAMELAARS MARKEREN ALS BEHANDELD KNELPUNTEN DATAVERZAMELAARS CLUSTEREN TOT ÉÉN NIEUW KNELPUNT NIEUWE KNELPUNTEN VERWIJDEREN LUIK KAART TEKENEN ONDERDELEN VAN HET SCHERM KNELPUNTEN BEWERKEN Knelpuntinformatie wijzigen Knelpunten verplaatsen Knelpunten verwijderen ROUTES TEKENEN Routes toevoegen Routes bewerken Routes verwijderen POINTS OF INTEREST (INTERESSANTE PUNTEN) Points Of Interest toevoegen Points Of Interest bewerken Points Of Interest verplaatsen Points Of Interest verwijderen KADREREN VAN DE KAART PERSONALISEREN VAN DE KAART VISUALISATIE RESULTAAT FUNCTIONALITEITEN GOOGLE MAPS DE KAART VISUALISEREN DE KAART VERSCHUIVEN IN- EN UITZOOMEN OP DE KAART

4 1 Toegang tot de Moving Forward webapplicatie 1.1 URL adres en webbrowser Om de Moving Forward webapplicatie te starten, dien je ervoor te zorgen dat je eerst de webbrowser Google Chrome installeert op je PC. Google Chrome installeren is volledig gratis. Hieronder wordt uitgelegd op welke manier je dit kan doen. Google Chrome installeren lukt enkel wanneer je beschikt over Windows XP, Windows Vista of Windows 7. Op oudere versies van Windows kan Google Chrome niet geïnstalleerd worden. Het is belangrijk dat je deze stap niet overslaat omdat de Moving Forward webapplicatie niet werkt met de traditionele webbrowser Internet Explorer. Google Chrome Google Chrome kan je gratis downloaden. Dit doe je als volgt: Stap 1: surf (in Internet Explorer) naar tik in de zoekbalk Google Chrome in en klik op Enter (op je toetsenbord) of op Google zoeken. 4

5 Stap 2: Bovenaan het nieuwe venster dat zich opent klikt u op Download Google Chrome. Stap 3: Er opent zich een nieuw venster. In de rechter bovenhoek klikt u op Google Chrome downloaden. 5

6 Stap 4: Een scherm opent waarin de servicevoorwaarden worden toegelicht. In dit scherm klik u op de knop Accepteren en installeren. Het programma wordt automatisch geïnstalleerd en het icoontje van Google Chrome verschijnt op uw bureaublad. 6

7 1.2 Inloggen Stap 1: Om in te loggen als projectleider, surft u eerst naar de volgende site: Stap 2: Als projectleider heeft u een gebruikersnaam en een paswoord ontvangen. Vul ze in, in de daarvoor voorziene velden. Stap 3: Klik op de knop LOGIN. Stap 4: Onder Projecten gebruikersprofielen klik je op Projectleider/Project leader zodat dit een blauwe achtergrond krijgt. Stap 5: Klik op de knop START. Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 7

8 2 Luik Knelpunten aanmaken 2.1 Onderdelen van het scherm Wanneer u inlogt als projectleider opent automatisch het scherm Knelpunten aanmaken. In dit luik van de applicatie kan u een selectie maken van knelpunten die u wenst te tonen op de knelpuntenkaart. Dit scherm bestaat uit 3 onderdelen: 1. Linkerkolom: Hierin ziet u een overzicht van de knelpunten die door uw dataverzamelaars geselecteerd werden. 2. Kaart: Hierop wordt een bepaald gebied afgebeeld. De kaart wordt gevisualiseerd in Google Maps. De functionaliteiten van Google Maps worden integraal overgenomen. De meest interessante functionaliteiten worden beschreven in sectie 4. U ziet dat er op de kaart met gele ballonnetjes locaties gemarkeerd worden. Dit zijn de locaties van de knelpunten van de dataverzamelaars die u in de linkerkolom ziet staan. Door in te zoomen op het gebied waar de gele ballonnetjes staan, krijgt u langzaam zicht op uw schoolomgeving. (Meer informatie over in- en uitzoomen vindt u in sectie 4.3). 3. Rechterkolom: De rechterkolom op uw scherm is de plaats waar u de nieuwe knelpunten aanmaakt die uiteindelijk worden opgenomen op uw knelpuntenkaart. Nieuwe knelpunten aanmaken doet u door: a. De knelpunten van de dataverzamelaars over te nemen (gedeeltelijk of integraal). (zie sectie 2.3) b. De knelpunten van de dataverzamelaars te clusteren (bv. 2 dataverzamelaars maakten een foto van een zelfde knelpunt. U integreert de informatie van beide dataverzamelaars tot 1 punt dat op uw definitieve knelpuntenkaart getoond wordt.). (zie sectie 2.5) 8

9 2.2 Knelpunten dataverzamelaars bekijken Een knelpunt bekijken doe je door ofwel te klikken op de naam van een knelpunt in de linkerkolom ofwel door te klikken op een geel ballonnetje op de kaart. Er verschijnt dan een venster waar je meer details kunt zien: Naam van het knelpunt Beschrijving van het knelpunt Foto van het knelpunt In deze fase kan je de onderdelen van het knelpunt nog niet wijzigen. Dat gebeurt later (zie sectie 3.2.1). Hier kan je wel beslissen of je dit knelpunt (al dan niet gedeeltelijk of integraal) wilt toevoegen aan je knelpuntenkaart (zie sectie 2.3). 2.3 Knelpunten dataverzamelaars gedeeltelijk of integraal overnemen Knelpunten overnemen kan gedeeltelijk of integraal Knelpunten dataverzamelaars gedeeltelijk overnemen Wanneer je beslist om een knelpunt gedeeltelijk over te nemen, beslis je eigenlijk dat je slechts enkele onderdelen van dit knelpunt wenst over te nemen. 9

10 Bijvoorbeeld: de locatie WEL, de naam WEL, de beschrijving NIET, de foto WEL overnemen. Indien je het knelpunt op deze wijze wenst over te nemen, doe je het volgende: Stap 1: Klik op Gebruik deze locatie. De locatie wordt overgenomen en wordt ingevuld in de rechterkolom. Wanneer je een knelpunt wenst over te nemen mag je nooit vergeten te klikken op Gebruik deze locatie. Vergeet je dit toch, dan weet de applicatie niet op welke plaats op de kaart het knelpunt moet gepositioneerd worden. Stap 2: Klik op Gebruik naam. De naam wordt overgenomen en wordt ingevuld in de rechterkolom Stap 3: Klik NIET op Gebruik beschrijving. De beschrijving wordt NIET overgenomen en wordt bijgevolg NIET ingevuld in de rechterkolom. Het beschrijvingsveld in de rechterkolom blijft wit. Stap 4: Klik op Gebruik foto. De foto wordt overgenomen en verschijnt in de rechterkolom. Stap 5: Om het knelpunt op deze wijze toe te voegen klik je tenslotte in de rechterkolom op Voeg bovenstaand toe. Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Wanneer je geklikt hebt op Voeg bovenstaand toe, verschijnt het knelpunt zoals jij dat wenste op te nemen in de rechterkolom. Op de kaart wordt dit geselecteerde knelpunt aangegeven door een rood ballonnetje met een witte rand. Je kan nu het detailvenster sluiten door in de rechter bovenhoek van het detailvenster te klikken op het kruisje (zie volgende screenshot). 10

11 Wens je nu het detailvenster van het aangepaste knelpunt in de rechterkolom te openen, dan doe je dit door in de rechterkolom op de naam van het aangepaste knelpunt te klikken. Je kan hier niet klikken op het rode ballonnetje met de witte rand dat op de kaart wordt afgebeeld. De aanpassing die je gedaan hebt kan je duidelijk aflezen uit het nieuwe detailvenster: locatie werd overgenomen (locatie wordt gemarkeerd op de kaart door het rode ballonnetje met de witte rand), naam werd overgenomen (in detailvenster), beschrijving werd NIET overgenomen (is wit in detailvenster), foto werd wel overgenomen (in detailvenster). Naam wel overgenomen Beschrijving niet overgenomen Foto wel overgenomen Locatie wel overgenomen 11

12 2.3.2 Knelpunten dataverzamelaars integraal overnemen Wanneer je beslist om een knelpunt integraal over te nemen, beslis je eigenlijk dat je elk onderdeel van dit knelpunt wenst over te nemen. Bijvoorbeeld: de locatie WEL, de naam WEL, de beschrijving WEL, de foto WEL overnemen. Je gaat dan op dezelfde manier te werk zoals beschreven in sectie Je zorgt er echter wel voor dat je in dit voorbeeld WEL klikt op Gebruik beschrijving in stap Knelpunten dataverzamelaars markeren als behandeld Punten van dataverzamelaars die je bekeken (en al dan niet overgenomen) hebt, kan je steeds markeren als behandeld. Dit doe je door in de linker kolom te klikken in de checkbox die staat achter de punten die je wenst te markeren als bekeken. Van elk punt dat afgevinkt wordt in de linkerkolom, wordt het overeenkomende ballonnetje op de kaart blauw. Bijvoorbeeld: Punt Parking IMOB (1 ste punt in de linkerkolom): werd bekeken, maar niet overgenomen (want staat niet in de rechterkolom). Het punt werd afgevinkt in de linkerkolom en het overeenstemmende ballonnetje op de kaart krijgt een blauwe kleur. Punt Parking gebouw 1 achterkant (2 de punt in de linkerkolom): dit punt werd eveneens bekeken. Dit punt werd wel gedeeltelijk overgenomen (procedure zie sectie 2.3.1) en staat daarom ook in de rechterkolom. Op de kaart werd dit reeds gemarkeerd door een rode ballon met een witte rand. Op deze rode ballon wordt nu ook een blauwe ballon getoond die aangeeft dat het punt behandeld werd. 12

13 2.5 Knelpunten dataverzamelaars clusteren tot één nieuw knelpunt Wanneer meerdere dataverzamelaars in een zelfde gebied knelpunten gaan verzamelen, zal het regelmatig voorkomen dat eenzelfde knelpunt door meerdere dataverzamelaars wordt geselecteerd vaak vanuit meerdere gezichtspunten. Op de kaart wordt dit visueel duidelijk doordat je dan meerdere gele ballonnetje in een klein gebied bij mekaar ziet liggen. Als projectleider heb je de mogelijkheid om deze punten te clusteren (= combineren en integreren tot één punt op de knelpuntenkaart). Knelpunten clusteren doe je als volgt: Stap 1: Zorg ervoor dat de punten die je wenste te clusteren centraal op de kaart getoond worden. Hiervoor moet je soms de kaart naar links of rechts verschuiven (zie sectie 4.2) of eventueel in- of uitzoomen (zie sectie 4.3). Stap 2: Om punten te clusteren, moet je een kader trekken rond de punten die je wenst te clusteren. Dit doe je door eerst te klikken op de knop Start in de linkerkolom. Opmerking: stel dat je net op Start geklikt hebt, maar uiteindelijk toch besluit om de punten niet te gaan clusteren, dan kan je het clusteren meteen stoppen door op de knop Stop te klikken. Stap 3: Vervolgens klik je met de linker muisknop op de plaats op de kaart waar de linker bovenhoek van je kader moet starten. Belangrijk is dat je na het klikken op de kaart je linker muisknop NIET ingedrukt houdt. Stap 4: Je beweegt met de muis rond de punten die je wenst te clusteren en je ziet dat dit gebied een blauwe kleur krijgt. Stap 5: Wanneer je ziet dat in het gebied dat blauw kleurt alle punten liggen die je wenst te clusteren, klik je opnieuw met de linker muisknop. Hiermee sluit je de markering af. Je ziet dan dat de punten die je gaat clusteren in een blauwe rechthoek liggen. In de linker kolom zie je ook een overzicht van de punten die in het gemarkeerde blauwe gebied op de kaart liggen. Zoals je kunt zien in onderstaand screenshot worden in de linkerkolom ook de foto s bij de punten getoond. Stap 2 Plaats waar je klikt in stap 3 Stap 4 Plaats waar je klikt in stap 5 13

14 Het in detail bekijken van de informatie bij elk van de punten in de blauwe kader doe je op dezelfde wijze zoals besproken in sectie 2.2. Het overnemen van (onderdelen van) knelpunten doe je op dezelfde wijze als beschreven in sectie 2.3. Aangeven dat je bepaalde knelpunten uit de geselecteerde zone behandeld hebt, doe je op dezelfde wijze als besproken in sectie 2.4. Bijvoorbeeld: De twee knelpunten van dataverzamelaars die in de blauwe zone liggen combineren tot 1 nieuw knelpunt op de knelpuntenkaart Stap 1: Klik op 1 knelpunt in de linkerkolom of op een geel ballonnetje in de blauwe kader. Het detailscherm van dit knelpunt opent. Stap 2: Op het screenshot hieronder opent het detailvenster van het eerste knelpunt in de linkerkolom. Stap 3: Van dit knelpunt neem je de locatie en de naam over door achtereenvolgens te klikken op Gebruik deze locatie en Gebruik naam. Beide gegevens worden toegevoegd in de rechterkolom. Stap 4: Om aan te geven dat je dit punt behandeld hebt, klik je op de checkbox naast dit punt in de linkerkolom. Het overeenstemmende ballonnetje op de kaart krijgt een blauwe kleur. Stap 5: Om het detailvenster van dit knelpunt te sluiten, klik je op het kruisje rechtsboven in het detailvenster Stap 3 Stap 5 Stap 4 14

15 Stap 6: Klik op het andere knelpunt in de linkerkolom of op het andere ballonnetje in de blauwe kader. Stap 7: Op het screenshot hieronder opent het detailvenster van het andere knelpunt. Stap 8: Van dit knelpunt neem je de beschrijving en de foto over door achtereenvolgens te klikken op Gebruik beschrijving en Gebruik foto. Beide gegevens worden toegevoegd in de rechterkolom. Stap 9: Om opnieuw aan te geven dat je dit punt behandeld hebt, klik je op de checkbox naast dit punt in de linkerkolom. Het overeenstemmende ballonnetje op de kaart krijgt een blauwe kleur. Dit is het laatste punt dat je mee opneemt in de clustering. Om aan te geven dat je alle punten in de cluster behandeld hebt kan je, in plaats van de checkboxen aan te vinken, er ook voor kiezen om alle punten in de cluster met één klik als behandeld te markeren. Dit doe je door te klikken op de knop Geselecteerde punten op reviewed zetten. Stap 10: Om het detailvenster van dit knelpunt te sluiten, klik je opnieuw op het kruisje rechtsboven in het detailvenster. Stap 10 Stap 9 Stap 8 Stap 11: Klik je in de rechterkolom op Voeg bovenstaand toe, dan wordt het samengestelde nieuwe knelpunt toegevoegd aan de lijst in de rechterkolom. Op de plaats waar dit knelpunt getoond wordt op de kaart verschijnt een rood ballonnetje met een witte rand (zie volgende screenshot). 15

16 Stap 12: Je hebt de clustering van deze 2 punten voltooid. Wens je de functie clusteren te stoppen (waardoor de blauwe kader rond de pas geclusterde punten verdwijnt en het totaaloverzicht van de knelpunten in de linkerkolom terug zichtbaar wordt), dan klik je in de linker kolom op de knop Laat alle punten zien. In de screenshot hieronder zie je nu dat je van alle punten in de linkerkolom 1 punt nog niet behandeld hebt (want dit punt is nog niet afgevinkt). Aangezien je merkt dat op het kaartje geen gele ballonnetjes zichtbaar zijn, betekent dit dat je het kaartje moet verschuiven (zie sectie 4.2) of moet uitzoomen (zie sectie 4.3) om het onbehandelde knelpunt in beeld te krijgen. Dit punt kun je bekijken en eventueel overnemen op de wijze zoals beschreven in secties 2.2 en

17 2.6 Nieuwe knelpunten verwijderen Wanneer je nieuwe knelpunten hebt aangemaakt om op te nemen op je knelpuntenkaart (hetzij door knelpunten van de dataverzamelaars gedeeltelijk of integraal over te nemen [zie secties en 2.3.2], hetzij door meerdere knelpunten van dataverzamelaars te clusteren tot één nieuw knelpunt [zie sectie 2.4]) verschijnen die rechtsonder in de rechterkolom. Indien je hier een knelpunt wenst te verwijderen, kan dit door op het vuilbakje naast het knelpunt te klikken (zie screenshot hierboven). 17

18 3 Luik Kaart tekenen 3.1 Onderdelen van het scherm Dit luik opent u door bovenaan te klikken op de knop Kaart tekenen. In het luik kaart tekenen kan u uw knelpuntenkaart op verschillende niveaus bewerken. Zo kunt u niet alleen de knelpunten zelf bewerken, u kunt ook routes tekenen, andere interessante punten toevoegen en de kadrering van de kaart vastleggen. Wanneer u bovenaan klikt op het knop Kaart tekenen zie u een scherm dat bestaat uit 2 delen : 1. De linkerkolom: Deze kolom bevat meerdere tabbladen: a. Tabblad Knelp. : Dit tabblad toont u het overzicht van de nieuwe knelpunten die u net heeft aangemaakt (zie sectie 2). Op de kaart worden deze knelpunten gemarkeerd door rode ballonnetjes met een witte rand. b. Tabblad Routes : Dit tabblad bevat de functies die u dient te gebruiken wanneer u routes wenst te tekenen. Meer over routes tekenen in sectie 3.3. c. Tabblad P.O.I. : Op dit tabblad bevinden zich de functionaliteiten die u nodig heeft om interessante punten (Points Of Interest) toe te voegen. Vier mogelijke POI s kunnen toegevoegd worden: Info, Politie, School, Bibliotheek. Meer informatie over het toevoegen van POI s vindt u in sectie 3.4. d. Tabblad Extra : Op dit tabblad worden de coördinaten getoond van het centrale punt op de kaart. Daarnaast wordt ook het standaard zoomniveau aangegeven. Zowel het centrale punt van de kaart als het zoomniveau kan je wijzigen en vastleggen. Meer informatie over het wijzigen en vastleggen van het centrale punt op de kaart en het zoomniveau (= kadrering) vind je in sectie De kaart: Op de kaart ziet u de knelpunten afgebeeld die weerhouden werden voor de knelpuntenkaart. De kaart kan u naar links of naar rechts verplaatsen (zie sectie 4.2) en kan u in- en uitzoomen (zie sectie 4.3). 18

19 3.2 Knelpunten bewerken Knelpuntinformatie wijzigen Indien je de informatie, gekoppeld aan een knelpunt wenst te wijzigen, kan dat. U gaat hiervoor als volgt te werk: Stap 1: Klik op het gewenste knelpunt in linkerkolom of op één van de rode ballonnetjes op de kaart. U kunt zien dat een detailvenster opent. In het tabblad Samenvatting kan u de naam van het knelpunt wijzigen door de tekst in het witte tekstvak te verwijderen en hier een andere naam in te tikken. Daarnaast kan u in dit tabblad ook een rangorde van belangrijkheid toekennen aan dit knelpunt door te klikken in het gewenste cirkeltje. Mogelijke rangordes die toegekend kunnen worden zijn: minder belangrijk, tamelijk belangrijk, belangrijk, zeer belangrijk en geen mening. Stap 2: Klik op het tabblad Beschrijving. Hier kan u een beschrijving toevoegen waarin u meer informatie geeft over wat er misloopt bij dit knelpunt. Indien hier reeds een beschrijving vermeld wordt, kan u dit verwijderen en een nieuwe beschrijving toevoegen. 19

20 Stap 3: Klik op het tabblad Richtlijnen. Hier kunnen mogelijke oplossingen voor dit knelpunt toegevoegd worden. Stap 4: Indien je niet tevreden bent met de foto die dit knelpunt illustreert en van mening bent dat je zelf beschikt over een betere foto, dan kan je klikken op het tabblad Upload foto. Je klikt daar op Bestand kiezen en plukt de juiste foto van je eigen computer. Ben je van mening dat je de juiste foto 20

21 gevonden hebt, dan klik je op Upload. De oorspronkelijke foto wordt dan vervangen door de nieuwe foto. Stap 5: Heb je het knelpunt naar eigen wens bewerkt en wil je het detailvenster sluiten, dan doe je dit door te klikken op het kruisje in de rechter bovenhoek van het detailvenster (zie screenshot hierboven) Knelpunten verplaatsen De ingebouwd GPS in de smartphone houdt bij het trekken van een foto bij op welke locatie je die foto getrokken hebt. De foto wordt dan onmiddellijk op de juiste locatie op de kaart getoond. Echter, de ervaring leert dat een GPS niet altijd even nauwkeurig is en dat daardoor de plaats waar de foto op de kaart getoond wordt soms enkele meters afwijkt van de juiste plaats. Dit kan je manueel corrigeren door, indien nodig, punten op de kaart te verslepen naar de juiste locatie. Dit doe je als volgt: Stap 1: Klik op het rode ballonnetje van het knelpunt dat je wenst te verplaatsen en houdt de linker muisknop ingedrukt. Stap 2: Terwijl je de linker muisknop ingedrukt houdt, versleep je met de muis het knelpunt naar de plaats waar je het wilt visualiseren. Tijdens het verslepen zie je dat er een kruisje en een schaduw verschijnt onder het ballonnetje dat je aan het verslepen bent. Stap 3: Wanneer je op de plaats beland bent waar je het ballonnetje wenst vast te prikken, laat je gewoon de linker muisknop los. Het ballonnetje valt dan meteen op de juiste plaats en het kruisje en de schaduw onder het ballonnetje verdwijnen. 21

22 Opmerking! Om de juiste locatie te bepalen van waar je een ballonnetje naartoe moet verschuiven, is het vaak handig om in plaats van te werken met de platte kaart, te werken met de satellietbeelden (zie sectie 4.1). Hierop kunnen wegen, gebouwen, parkings, enz. duidelijker onderscheiden worden. Zo zie je bijvoorbeeld op het screenshot hieronder dat de ballonnetjes exact liggen op parkings. Op de platte kaar (screenshot hierboven) is moeilijker te onderscheiden waar die parkings precies liggen. 22

23 3.2.3 Knelpunten verwijderen Indien je van mening bent dat er op de kaart toch nog knelpunten staan die er eigenlijk niet in thuis horen, dan kan je ze alsnog verwijderen. Dit doe je simpelweg door in de linkerkolom (in het tabblad Knelp.) te klikken op het vuilbakje naast het knelpunt dat je wenst te verwijderen. 3.3 Routes tekenen Om routes te tekenen, klik je in de eerste plaats op het tabblad Routes in de linkerkolom. Een handige tip bij het tekenen van routes is dat je in plaats van te werken met de platte kaart ook hier werkt met satellietbeelden omdat hierop de weginfrastructuur duidelijker zichtbaar is (zie sectie 4.1). 23

24 3.3.1 Routes toevoegen Je kan 3 types van routes toevoegen: Veilige fietsroute: wordt gemarkeerd in het groen. Fietsroute met beperkte voorzieningen: wordt gemarkeerd in het geel. Onveilige fietsroute: wordt gemarkeerd in het rood. Om routes toe te voegen op de kaart/het satellietbeeld, ga je als volgt te werk: Stap 1: Kies in de linkerkolom een type route dat je wenst toe te voegen en klik op de bijhorende knop Voeg toe. Stap 2: Klik op de kaart/het satellietbeeld waar je wenst te starten met het tekenen van de route. Op de plaats waar je klikt, zie je een vierkantje (in de kleur van het gekozen routetype). Startplaats routemarkering 24

25 Let op! Indien je de route wenst te starten op de plaats waar een knelpunt ligt, en je gaat klikken op het knelpunt, dan gaat eerst het detailvenster met meer informatie over het knelpunt open. Je moet nog een tweede maal klikken om het gekleurde vierkantje te zien dat de start van je routemarkering aangeeft. 1x klikken op rode ballon: detailvenster opent 2 x klikken op rode ballon: start routemarkering verschijnt Stap 3: Beweeg met de muis in de richting waarnaar je de route wilt tekenen. Je zit dat er een stippellijn gevormd wordt in de kleur van het gekozen routetype. Stap 4: Klik 1 maal om een tussenpunt vast te leggen. Je ziet dat er een volle lijn komt tussen je vertrekpunt en je eerste tussenpunt. Beweeg dan verder en je ziet opnieuw een stippellijn verschijnen (zie screenshot A hieronder). Klik om het tweede tussenpunt vast te leggen. Dit blijf je herhalen tot je de route niet meer verder wenst te tekenen. Elke nieuw deel van de route dat je bijtekent, wordt afgebakend door een routepunt (zie screenshot B hieronder). Wil je het tekenen van de route stoppen, dan klik je 2 maal op het laatste punt. De vakjes die de tussenpunten in de route aanduiden verdwijnen (Zie screenshot C hieronder) 1 x klikken: volle lijn tussen punt 1 en punt 2 verschijnt. Beweeg je verder, dan wordt dit gemarkeerd met eenstippellijn. 1 x klikken: volle lijn tussen punt 2 en punt 3 verschijnt. De 3 routepunten zijn duidelijk zichtbaar. 2 x klikken op het laatste punt: puntmarkeringen verdwijnen 25

26 Stap 5: Je kan op elk moment de route verder tekenen. Dit doe je door stappen 2 tot en met 4 te herhalen. 1x klikken op eindpunt vorig routedeel: startpunt nieuwe routemarkering verschijnt. Bewegen in bepaalde richting: nieuwe stippellijn verschijnt 1x klikken: volle lijn tussen punt 1 en punt 2 van nieuw routedeel verschijnt, verder bewegen wordt gemarkeerd met stippellijn. 1 x klikken: volle lijn tussen punt 2 en punt 3 van nieuw routedeel 2 x klikken op laatste punt van nieuwe routedeel: puntmarkeringen verdwijnen Routes bewerken Wanneer je inzoomt op de kaart/het satellietbeeld (zie sectie 4.3), merk je soms dat de route die je getekend hebt op het midden van de weg ligt. Aangezien het om fietsroutes gaat, zou het logischer zijn dat die aan de zijkant van de weg liggen. Daarom werd er een functie ingebouwd in de applicatie de het mogelijk maakt om de routes te verleggen. Stap 1: Zoom in op de kaart/het satellietbeeld (meer uitleg over inzoomen in sectie 4.3). Stap 2: Klik op de route zodat de puntmarkeringen opnieuw zichtbaar worden. 26

27 Stap 3: Klik met de linker muisknop op één punt van de puntmarkering, hou de linker muisknop ingedrukt en sleep het punt naar de kant van de weg. De stippellijn geeft het resultaat van de verschuiving aan. Verschuif op deze wijze zoveel punten als nodig is opdat de route op de juiste plaats op de weg staat afgebeeld. 1 punt verslepen. Zoveel punten verslepen als nodig is. Alle noodzakelijke punten zijn versleept. Stap 4: Wanneer de volledige route versleept is en je bent tevreden met het nieuwe resultaat, klik je in de linkerkolom op de knop Bewaar route. De versleepte route wordt dan bewaard en de puntmarkeringen verdwijnen. 27

28 Wanneer je een route aan het bewerken (lees: verslepen) bent, maar het resultaat van je werk is niet goed, dan kan je in de linkerkolom klikken op de knop Annuleer verandering om je versleepwerk ongedaan te maken. De versleepte route wordt dan NIET bewaard en je ziet terug de oorspronkelijke route (van voor je versleepwerk) Routes verwijderen Routes verwijderen is zeer eenvoudig. Je gaat hiervoor als volgt te werk. Stap 1: Klik op de route zodanig dat de puntmarkeringen zichtbaar worden. Stap 2: Klik in de linkerkolom op de knop Verwijder route. 28

29 De route is verdwenen van de kaart: 29

30 3.4 Points Of Interest (Interessante punten) Points of Interest zijn interessante punten die vaak ook fungeren als herkenningspunten in de omgeving. In de Moving Forward applicatie onderscheiden we vier verschillende Points Of Interest: Info, Politie, School en Bibliotheek. Elke Point Of Interest wordt gekenmerkt door een uniek icoontje. Info Politie School Bibliotheek Points Of Interest toevoegen Wanneer je Points Of Interest gaat toevoegen is het opnieuw gemakkelijker om te werken met satellietbeelden in plaats van met de platte kaart omdat je op de satellietbeelden gemakkelijker gebouwen kunt onderscheiden. Om Points Of Interest toe te voegen, ga je verder als volgt te werk: Stap 1: Klik in de linkerkolom op het tabblad P.O.I. Stap 2: Klik in het lijstje op het P.O.I. dat je wenst toe te voegen (bv. School) Stap 3: Klik in de linkerkolom op de knop Voeg toe aan kaart. Stap 4: Klik op de plaats op de kaart / het satellietbeeld waar je de P.O.I. wenst toe te voegen. Je ziet dat het icoontje van de P.O.I. dan op de kaart verschijnt. Ook in de linkerkolom, onder Toegevoegde Points Of Interest zie je Nieuw P.O.I. staan Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap Points Of Interest bewerken Aan elke P.O.I. die je toevoegt aan je knelpuntenkaart, kan je bijkomende informatie toevoegen, meerbepaald een naam, een beschrijving en een foto. Hiervoor ga ja als volgt te werk: 30

31 Stap 1: Klik op de P.O.I. die je wenst te bewerken door ofwel te klikken op het icoontje op de kaart of door te klikken op een P.O.I. in de linkerkolom van je scherm, onder Toegevoegde Points of Interest. Stap 2: Een detailvenster opent (zoals bij de knelpunten die je bewerkt) met daarin 3 tabbladen: Samenvatting, Beschrijving en Upload foto : In het tabblad Samenvatting kan je de P.O.I. een naam geven. In het tabblad Beschrijving kan je extra informatie bij het P.O.I. vermelden (bv. huisnummer). In het tabblad Upload foto kan je een foto van het P.O.I. (indien je hierover beschikt) toevoegen. Wanneer je een foto hebt toegevoegd, krijg je de melding Upload succesfull. Stap 3: Om het detailvenster te sluiten, klik je rechtsboven in het detailvenster op het kruisje. 31

32 3.4.3 Points Of Interest verplaatsen Het verplaatsen van Points Of Interest gebeurt op dezelfde wijze als het verplaatsen van knelpunten: Stap 1: Klik op de kaart op de P.O.I. die je wenst te verplaatsen en houd de linker muisknop ingedrukt. Stap 2: Terwijl je de linker muisknop ingedrukt houdt, versleep je met de muis de P.O.I. naar de plaats waar je het wilt visualiseren. Tijdens het verslepen zie je dat er een kruisje verschijnt onder de P.O.I. die je aan het bewegen bent. Stap 3: Wanneer je op de plaats beland bent waar je de P.O.I. wenst vast te prikken, laat je gewoon de linker muisknop los. De P.O.I. valt dan meteen op de juiste plaats en het kruisje onder de P.O.I. verdwijnt Points Of Interest verwijderen Een P.O.I. verwijderen doe je door in de linkerkolom van het scherm te klikken op het vuilbakje naast de naam van de P.O.I. 32

33 3.5 Kadreren van de kaart De kaart kadreren betekent dat je het centrale punt op je kaart en het zoomniveau gaat vastleggen, zodanig dat wanneer je bij een volgende gelegenheid de kaart opnieuw opent, je meteen de gewenste gegevens centraal in beeld hebt. De kaart kadreren doe je als volgt: Stap 1: Klik in de linkerkolom op het tabblad Extra. Stap 2: Zorg dat je het gewenste zoomniveau kiest (voor meer informatie over in- en uitzoomen, zie sectie 4.3). Stap 3: Zorg dat je gegevens (bv. knelpunten, P.O.I., bepaalde straten, enz.) die je centraal in beeld wenst te hebben ook in het midden van de kaart staan. Stap 4: Klik in de linkerkolom op de knop Fix als project startpunt. De volgende keer dat je de kaart opent, zal je de omgeving en het zoomniveau zien dat je op bovenstaande wijze hebt vastgelegd. Stap 1 Stap 6 Stap 4 Stap 5 Stap Personaliseren van de kaart De kaart personaliseren betekent dat je aan het project een titel en eventueel een omschrijving gaat toevoegen. De kaart personaliseren doe je in het tabblad Extra op de volgende manier: Stap 5: Geef bij Project titel een naam aan je project (zie screenshot hierboven). Stap 6: Voeg bij Project Omschrijving een korte beschrijving toe, die wat extra uitleg verschaft bij de opzet en de doelstelling van je project (zie screenshot hierboven). Dit is niet verplicht. 3.7 Visualisatie resultaat In deze stap ga je het volledige project online visualiseren voor de gebruikers. Hiervoor ga je als volgt te werk: 33

34 Stap 1: Selecteer in het tabblad Extra, linksonder in beeld, de lange URL die vermeld wordt onder Output URL en zorg ervoor dat de checkbox Project zichtbaar? aangevinkt is. Stap 2: Kopieer de URL naar een nieuw tabblad en klik op ENTER. Stap 3: Je projectresultaat wordt gevisualiseerd. Door te klikken op de knop Vergroot kaart wordt de Google maps kaart vergroot. Door op uw eigen website verder te linken naar dit projectresultaat, bekomt u dus een overzichtelijke bereikbaarheidskaart. Op deze kaart kan de gebruiker op elk knelpunt en op elk POI inzoomen door de detailvensters te openen (klikken op de icoontjes). Vergroot kaart 34

35 4 Functionaliteiten Google Maps 4.1 De kaart visualiseren De kaart die je te zien krijgt toont een bepaalde omgeving. Deze omgeving kan je op verschillende manieren visualiseren: Als platte wegenkaart Hiervoor klik je rechtsboven in het scherm op Kaart. Als satellietbeeld Hiervoor klik je rechtsboven in het scherm op Satelliet. 35

36 Als combinatie van satellietbeeld met platte kaart Hiervoor klik je rechtsboven in het scherm op Beide. 4.2 De kaart verschuiven De kaart kan naar boven, naar beneden, naar links en naar rechts geschoven worden. Op die manier krijg je zicht op de ruimere omgeving zonder uit te zoomen. De kaart bewegen in de 4 richtingen kan je op 2 manieren: Door te klikken op de pijltjes links bovenaan op de kaart. Door op de kaart te klikken en je linkermuisknop ingedrukt te houden totdat de volgende cursor verschijnt: Je beweegt de cursor vervolgens naar de gewenste richting. 36

37 4.3 In- en uitzoomen op de kaart In- en uitzoomen op de kaart kan eveneens op 2 manieren: Door gebruik te maken van de in- en uitzoombalk links bovenaan in beeld. Om in te zoomen klik je op het + + teken, om uit te zoomen klik je op het - teken. Door je cursor boven de kaart te houden (niet klikken). Je ziet dan de volgende cursor: Om in te zoomen, scroll je met de muis omhoog (of klik je 2x met de linker muisknop). Om uit te zoomen, scroll je met de muis omlaag. 37