DSM 5 Nascholing d.d Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen. Cato Veen AIOS, LUMC
|
|
- Dina van der Heijden
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 DSM 5 Nascholing d.d Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen Cato Veen AIOS, LUMC
2 Traumatische of stressvolle gebeurtenissen Positie in de DSM 5 bij angst, obsessieve-compulsieve stoornissen, dissociatieve stoornissen = classificatie criterium Geheel nieuwe hoofdstuk is gebaseerd op enkele visies: Traumatische of stressvolle gebeurtenissen is classificatie criterium Fenotype na blootstelling met anhedonie, stemmingssymptomen, externaliserende symptomen van boosheid of agressie of dissociatieve symptomen staan op de voorgrond. Met of zonder angst component 2
3 Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen Categorie DSM IV Reactieve hechtingsstoornis Ontremd-sociaalcontact stoornis Posttraumatisch-stressstoornis Acute stressstoornis Aanpassingsstoornis Andere gespecificeerde trauma- of stessorgerelateerde stoornis Ongespecificeerde trauma- of stressorelateerde stoornis Stoornissen in zuigelingentijd tot adolescentie Stoornissen in de zuigenlingentijd tot adolescentie Angststoornissen Angststoornissen Aanpassingsstoornissen Nieuwe stoornis Nieuwe stoornis 3
4 DSM IV - Reactieve hechtingsstoornis op zuigelingen leeftijd of vroege kindertijd A. Duidelijk gestoorde en niet bij de ontwikkeling passende sociale bindingen in de meeste situaties, beginnend voor het vijfde jaar zoals blijkt uit ofwel 1 ofwel 2: 1. Aanhoudende er niet in slagen de aanzet te geven tot of te reageren op de meeste sociale interacties, op een bij de ontwikkeling passende manier zoals blijkt uit buitensporige geremdheid, overmatige waakzaamheid of sterk ambivalente en tegenstrijdige reacties 2. Oppervlakkige hechting zoals blijkt uit kritiekloze vriendelijkheid met duidelijk onvermogen passende selectieve hechting te tonen B. De stoornis in criterium A is niet enkel te verklaren door een achterstand in de ontwikkeling en voldoet niet aan de criteria van een pervasieve ontwikkelingsstoornis. C. Pathogene zorg zoals blijkt uit ten minste één van de volgende: 1. Aanhoudende veronachtzaming van de basale emotionele behoeften van het kind aan troost, aanmoediging en affectie. 2. Aanhoudende veronachtzaming van de basale lichamelijke behoeften van het kind 3. Herhaald wisselen van de vaste verzorger hetgeen de vorming van een stabiele hechting verhindert 4 D. Er is reden te veronderstellen dat de zorg in criterium C verantwoordelijk is voor het gestoorde gerag in criterium A. Specifeer Geremde type: indien criteria A1 overheerst Ontremde type: indien criteria A2 overheerst
5 Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen Categorie DSM IV Reactieve hechtingsstoornis Ontremd-sociaalcontact stoornis Posttraumatisch-stressstoornis Acute stressstoornis Aanpassingsstoornis Andere gespecificeerde trauma- of stessorgerelateerde stoornis Ongespecificeerde trauma- of stressorelateerde stoornis Stoornissen in zuigelingentijd tot adolescentie Stoornissen in de zuigelingentijd tot adolescentie Angststoornissen Angststoornissen Aanpassingsstoornis Nieuwe stoornis Nieuwe stoornis 5
6 DSM V - Reactieve hechtingsstoornis 6 A. Een consistent patroon van geremd, emotioneel teruggetrokken gedrag jegens volwassen verzorgen, wat tot uiting komt in beide volgende kenmerken: 1. Het kind zoekt zelden of nauwelijks vertroosting als het van streek is 2. Het kind reageert zelden of nauwelijks troosten als het van streek is. B. Een persisterende sociale en emotionele stoornis die gekenmerkt wordt door minstens twee van de volgende kenmerken: 1. Minimale sociale en emotionele responsiviteit op anderen 2. Beperkt positief affect 3. Episoden van onverklaarde prikkelbaarheid, verdrietigheid of angstigheid die zelf gedurende niet-bedreigde interacties met volwassen verzorgers evident zijn. C. Het kind heeft een patroon van extreme vormen van ontoereikende verzorging meegemaakt, zoals blijkt uit minstens een van de volgende kenmerken: 1. Sociale verwaarlozing of deprivatie waarbij emotionele basisbehoeften aan vertroosting, aanmoediging en affectie persisterend door volwassen verzorgers worden veronachtzaamd. 2. Herhaaldelijk wisselen van primaire verzorgers, wat het vormen van een stabiele hechtingsrelaties beperkt 3. Opgroeien in ongebruikelijk omgevingen, wat het vormen van selectieve hechtingsrelaties ernstig beperkt. D. Er zijn redenen om te veronderstellen dat de verzorging genoemd in criterium C verantwoordelijk is voor het gestoorde gedrag uit criterium A. E. Er wordt niet gedaan aan de criteria van de autisme spectrum stoornis F. De stoornis is voor het 5 e levensjaar duidelijk aanwezig G. Het kind heeft een ontwikkelingsniveau van minstens 9 maanden
7 DSM V - Ontremd-sociaalcontact stoornis A. Een gedragspatroons waarbij een kind actief onbekende volwassenen benadert en met hen omgaat, en minstens twee van de volgende kenmerken vertoont: 1. Vermindering of ontbreken van terughoudendheid in het benaderen van en omgaan met onbekende volwassenen 2. Overmatig familiair verbaal of lichamelijk gedrag (dat niet strookt met cultureel aanvaarde en bij de leeftijd passende sociale grenzen) 3. Verminderde of geheel niet in de gaten houden van de volwassen verzorgers als het kind zich wat verder weg waagt, zelfs in een onbekende omgeving. 4. Bereidheid om me minimale of zonder aarzeling mee te gaan met een onbekende volwassene B. Het gedrag in criterium A is niet beperkt tot impulsiviteit, maar betreft sociaal ontremd gedrag C. Het kind heeft een patroon van extreme vormen van ontoereikende verzorging meegemaakt, zoals blijkt uit minstens een van de volgende kenmerken: 1. Sociale verwaarlozing of deprivatie waarbij emotionele basisbehoeften aan vertroosting, aanmoediging en affectie persisterend door volwassen verzorgers worden veronachtzaamd. 2. Herhaaldelijk wisselen van primaire verzorgers, wat het vormen van een stabiele hechtingsrelaties beperkt 3. Opgroeien in ongebruikelijk omgevingen, wat het vormen van selectieve hechtingsrelaties ernstig beperkt. 7 D. Er zijn redenen om te veronderstellen dat de verzorging genoemd in criterium C verantwoordelijk is voor het gestoorde gedrag uit criterium A. G. Het kind heeft een ontwikelingsniveau van minstens 9 maanden
8 8 DSM V - Ontremd-sociaalcontact stoornis
9 Posttraumatische-stressstoornis Grootste verschillen A-criterium dat de traumatische gebeurtenis omschrijft is aangepast Symptoomniveau is opgedeeld in: B. intrusieve symptomen C. vermijdings symptomen D. stemmings- en cognitieve symptomen E. arousal 9
10 Posttraumatische-stressstoornis DSM IV A. Betrokkene is blootgesteld aan een traumatische ervaring waarbij beide van de volgende van toepassing zijn. 1. Betrokkene heeft ondervonden, is getuige geweest van of werd geconfronteerd met één of meer gebeurtenissen die een feitelijke of dreigende dood of een ernstige verwonding met zich meebracht, of die een bedreiging vormde voor de fysieke integriteit van betrokkene of van anderen 2. Tot de reacties van betrokkene behoorde intense angst, hulpeloosheid of afschuw. DSM V A. Blootstelling aan een feitelijk of dreigende dood, ernstige verwonding of seksueel geweld op een (of meer) van de volgende manieren: 1. Zelf ondergaan van psychotraumatische gebeurtenis(sen). 2. Persoonlijk getuige zijn geweest van de gebeurtenis(sen) terwijl deze anderen overkwam(en) 3. Vernemen dat de psychotraumatische gebeurtenis(sen) een naast familielid of goed vriend(n) is (zijn) overkomen. Bij een feitelijke of dreigende dood van familielid of vriend(in), moet(en) de gebeurtenis(sen) gewelddadig van karakter zijn of een ongeval betreffen. 4. Ondergaan van herhaaldelijke of extreme blootstelling aan de afschuwwekkende details van de psychotraumtische gebeurtenis(sen) NB Criteria A4 is niet van toepassing op blootstelling via elektronische media, televisie, films of foto s tenzij deze blootstelling werk gerelateerd is. 10
11 Posttraumatische-stressstoornis DSM IV B. De traumatische gebeurtenis wordt voortdurend herbeleefd op een of meer van de volgende manieren: 1. Recidiverende en zich opdringende onaangename herinneringen aan de gebeurtenis, met inbegrip van voorstelling, gedacht of waarnemingen. 2. Recidiverende akelig dromen over de gebeurtenis. 3. Handelen of voelen alsof de traumatische gebeurtenis opnieuw plaatsvindt (hiertoe behoren ook het gevoel van het opnieuw te beleven, illusies, hallucinaties en dissociatieve episodes met flashbacks, met inbegrip van die welke voorkomen bij het ontwaken of tijdens intoxicaties 4. Intens psychisch lijden bij blootstelling aan interne of externe stimuli die een aspect van de traumatische gebeurtenis symboliseren of erop lijken 5. Fysiologische reacties bij blootstelling aan interne of externe stimuli die een aspect van de traumatische gebeurtenis symboliseren of erop lijken DSM V B. De aanwezigheid van een (of meer) van de volgende intrusieve symptomen die samenhangen met de psychotraumatische gebeurtenis(sen) en die zijn begonnen nadat de psychotraumatische gebeurtenis(sen) heeft (hebben) plaatsgevonden: 1. Recidiverende, onvrijwillige en intrusieve pijnlijke herinneringen aan de psychotraumatische gebeurtenis(sen) 2. Recidiverende onaangename dromen waarin de inhoud oen/of het affect van de droom samenhangt met de psychotraumatische gebeurtenis(sen) 3. Dissociatieve reacties (zoals flashbacks) waarbij de betrokkene het gevoel heeft of handelt alsof de psychotraumatische gebeurtenissen opnieuw plaatsvinden. 4. Intense of langdurige psychisch lijdensdruk bij blootstelling aan interne of externe prikkels die een aspect van de psychotraumatische gebeurtenissen symboliseren of erop lijken. 5. Duidelijke fysiologische reacties op interne of externe prikkels die een aspect van de psychotraumatische gebeurtenis(sen) symboliseren of erop lijken. 11
12 Posttraumatische-stressstoornis DSM IV DSM V C. Aanhoudend vermijden van prikkels die bij het trauma hoorden of afstomping van de algemene reactiviteit zoals blijkt uit drie (of meer) van de volgende: 1. Pogingen gedachten, gevoelens of gesprekken horend bij het trauma, te vermijden. 2. Pogingen activiteiten, plaatsen of mensen die herinneringen oproepen aan het trauma te vermijden 3. Onvermogen zich een belangrijke aspect van het trauma te herinneren 4. Duidelijke verminderde belangstelling voor of deelneming aan belangrijke activiteiten. 5. Gevoelens van onthechting of vervreemding van anderen. 6. Beperkt spectrum van gevoelens 7. Gevoel een beperkt toekomst te hebben C. Persisterende vermijding van prikkels die geassocieerd worden met de psychotraumatische gebeurtenis(sen), die begon nadat de psychotraumatische gebeurtenis(sen) heeft (hebben) plaatsgevonden, zoals blijkt uit een of beide van de volgende kenmerken: 1. Vermijding of pogingen tot vermijding van pijnlijke herinneringen, gedachten of gevoelens over, of sterk samenhangend met, de psychotraumatische gebeurtenis(sen) 2. Vermijding of pogingen tot vermijding van externe aspecten die aan de psychotraumatische gebeurtenis(sen) herinneren (mensen, plaatsen, gesprekken, activiteiten, voorwerpen, situaties) die pijnlijke herinneringen, gedachten of gevoelens oproepen over, of sterk samenhangend met, de psychotraumatische gebeurtenis(sen). D. Negatieve veranderingen in cognities en stemming, gerelateerd aan de psychotraumatische gebeurtenis(sen) die zijn begonnen of verergerd nadat de psychotraumatische gebeurtenis(sen) heeft (hebben) plaatsgevonden, zoals blijkt uit twee ( of meer) van de volgende kenmerken: 1. Onvermogen om zich een belangrijk aspect van de psychotraumatische gebeurtenis te herinneren 2. Persisterende en overdreven negatieve overtuigingen of verwachtingen over zichzelf, anderen of de wereld 3. Persisterende, vertekende cognities over de oorzaak of gevolgen van de psychotraumatische gebeurtenis(sen), die ertoe leiden dat de betrokkene zichzelf of anderen er de schuld van geeft. 4. Persisterende negatieve gemoedstoestand 5. Duidelijk verminderde belangstelling voor, of deelname aan belangrijke activiteiten 6. Gevoelens van onthechting of vervreemding van anderen Persisterende onvermogen om positieve emoties te ervaren
13 Posttraumatische-stressstoornis DSM IV D. Aanhoudende symptomen van verhoogde prikkelbaarheid (niet aanwezig voor het trauma) zoals blijkt uit twee (of meer) van de volgende: 1. Moeite met inslapen of doorslapen 2. Prikkelbaarheid of woede-uitbarstingen 3. Moeite met concentreren 4. Overmatige waakzaamheid 5. Overdreven schrikreacties DSM V E. Duidelijke veranderingen in arousol en reactiviteit, gerelateerd aan de psychotraumatische gebeurtenissen, die zijn begonnen of verslechterd nadat de psychotraumatische gebeurtenissen hebben plaatsgevonden, zoals blijkt uit twee (of meer) van de volgende kenmerken: 1. Prikkelbaar gedrag en woede-uitbarstingen, gewoonlijk tot uiting komend in verbale of fysieke agressie jegens mensen of voorwerpen 2. Roekeloos of zelfdestructief gedrag 3. Hypervigilantie 4. Overdreven schikreacties 5. Concentratieproblemen 6. Verstoring van de slaap E. De duur van de stoornis is langer dan één maand F. De duur van de stoornis is langer dan één maand F. De stoornis veroorzaakt klinisch significant lijdensdruk of beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren of het functioneren of andere belangrijke termijnen G. De stoornis veroorzaakt klinisch significant lijdensdruk of beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren of het functioneren of andere belangrijke termijnen. 13 H. De stoornis kan niet worden toegeschreven worden aan de fysiologische effecten van een middel of een somatische aandoening. Specificeer of: Met dissociatieve symptomen: betrokkene ervaart als reactive op de stressor persisterende of recidiverende symptomen van een van de volgende: 1. Depersonalisatie 2. Derealisatie Specificeer indien: Met uitgestelde expressie: de eerste 6 maanden na de gebeurtenis wordt niet volledig aan de classificatie criteria gedaan.
14 Posttraumatische-stressstoornis bij kinderen Grootste verschillen A-3 criterium: vernemen dat verzorger/ouders de traumatische gebeurtenis is overkomen A-4 criterium niet relevant Intrusieve symptomen B-1 en B-3 (onvrijwillige herinneringen en dissociatieve reacties) kunnen bij het kind tot uiting komen in een gespeelde heropvoering van de traumatische belevenis B-2 (dromen) er is sprake van een beangstigende inhoud die niet altijd herkenbaar kan zijn als hebbende een relatie met het trauma C. & D. (vermijdings symptomen & stemmings- en cognitieve symptomen ) Een van beide clusters 14
15 Acute stressstoornis DSM IV A. Betrokkene is blootgesteld aan een traumatische ervaring waarbij beide van de volgende van toepassing zijn. 1. Betrokkene heeft ondervonden, is getuige geweest van of werd geconfronteerd met één of meer gebeurtenissen die een feitelijke of dreigende dood of een ernstige verwonding met zich meebracht, of die een bedreiging vormde voor de fysieke integriteit van betrokkene of van anderen 2. Tot de reacties van betrokkene behoorde intense angst, hulpeloosheid of afschuw. DSM V A. Blootstelling aan een feitelijk of dreigende dood, ernstige verwonding of seksueel geweld op een (of meer) van de volgende manieren: 1. Zelf ondergaan van psychotraumatische gebeurtenis(sen). 2. Persoonlijk getuige zijn geweest van de gebeurtenis(sen) terwijl deze anderen overkwam(en) 3. Vernemen dat de psychotraumatische gebeurtenis(sen) een naast familielid of goed vriend(n) is (zijn) overkomen. Bij een feitelijke of dreigende dood van familielid of vriend(in), moet(en) de gebeurtenis(sen) gewelddadig van karakter zijn of een ongeval betreffen. 4. Ondergaan van herhaaldelijke of extreme blootstelling aan de afschuwwekkende details van de psychotraumatische gebeurtenis(sen) NB Criteria A4 is niet van toepassing op blootstelling via elektronische media, televisie, films of foto s tenzij deze blootstelling werk gerelateerd is. 15
16 Acute stressstoornis DSM IV B. Ofwel tijdens het doormaken of onmiddelijk na het doormaken van de leed veroorzakende gebeurtenis heft betrokkene drie (of meer) van de volgende dissociatieve symptomen 1. Subjectief gevoel van verdoving, onthechting of afwezigheid van emotionele reacties 2. Vermindering van het zich bewust zijn van zijn of haar omgeving ( in een was verkeren ) 3. Derealisatie 4. Depersonalisatie 5. Dissociatieve amnesie C. De traumatische gebeurtenis wordt voortdurend herbeleefd op ten minste één van de volgende manieren: terugkerende voorstellingen, gedachten, dromen, illusies, episodes met flashback of een gevoel de ervaring opnieuw te beleven; of lijden bij blootstelling aan zaken die de traumatische gebeurtenis in het geheugen terugbrengen. D. Duidelijke vermijding van de prikkels die herinneringen aan het trauma oproepen (bijvoorbeeld gedachten, gevoelens, gesprekken, activiteiten, plaatsen, mensen) E. Duidelijke symptomen van angst of verhoogde prikkelbaarheid (bijvoorbeeld slaapstoornissen, prikkelbaarheid slechte concentratie, overmatige waakzaamheid, overdrijven schrikreacties en motorische rusteloosheid. DSM V B. Aanwezigheid van negen (of meer) van de volgende symptomen uit elk van vijf categorieen: intrusies, negatieve stemming, dissociatie, vermijding en arousal; die zijn begonnen of verslechterd nadat de psychotraumatische gebeurtenis(sen) heeft (hebben) plaatsgevonden: Intrusieve symptomen 1. Recidiverende, onvrijwillige en intrusieve pijnlijke herinneringen aan de psychotraumatische gebeurtenis(sen) 2. Recidiverende onaangename dromen waarin de inhoud oen/of het affect van de droom samenhangt met de psychotraumatische gebeurtenis(sen) 3. Dissociatieve reacties (zoals flashbacks) waarbij de betrokkene het gevoel heeft of handelt alsof de psychotraumatische gebeurtenissen opnieuw plaatsvinden. 4.Intense of langdurige psychisch lijdensdruk bij blootstelling aan interne of externe prikkels die een aspect van de psychotraumatische gebeurtenissen symboliseren of erop lijken. Negatieve stemming 5.Persisterende onvermogen om positieve emoties te ervaren Dissociatieve symptomen 6. Een veranderd gevoel van realiteit van de omgeving of de betrokkene zelf. 7. De betrokkene kan zich een belangrijk aspect van de psychotraumatische gebeurtenis(sen) niet herinneren (meestal als gevolg van dissociatieve amnesie en niet als gevolg van hoofdletsel, alcohol of drugsgebruik. Vermijdingssymptomen 8. Pogingen tot vermijding van pijnlijke herinneringen, gedachten of gevoelens over, of serk samenhangend emt, de psychotraumatische gebeurtenis(sen) 9. Pogingen tot vermijding van externe aspecten die aan de psychotraumatische gebeurtenis(sen) herinneren (mensen, plaatsen, gesprekken, activiteiten, voorwerpen, situaties) die pijnlijke herinneringen, gedachten of gevoelens oproepen over, of sterk samenhangend met, de psychotraumatische gebeurtenis(sen). Arousalsymptomen 10. Verstoring van de slaap 11. Prikkelbaar gedrag en woede-uitbarstingen, gewoonlijk tot uiting komend in verbale of fysieke agressie jegens mensen of voorwerpen 12. Hypervigilantie 13. Overdreven schrikreacties 14. Concentratieproblemen. 16
17 Acute stressstoornis DSM IV F. De stoornis veroorzaakt in significante mate lijden of beperkingen in sociaal of beroepsmatig functioneren of het functioneren op andere belangrijke terreinen, of iemand wordt gehinderd in het voortzetten van noodzakelijke activiteiten, zoals het verkrijgen van medische of juridische bijstand of het mobiliseren van persoonlijke hulp door familie leden over de traumatische gebeurtenis te vertellen. DSM V C. De duur van de stoornis (symptomen van het B criterium) is drie dagen tot één maand na blootstelling aan het trauma. NB De symptomen moeten direct na het psychotrauma ontstaan, maar om aan de criteria voor de stoornis te voldoen moeten deze driedagen tot een maand aanhouden. G. De stoornis duurt minimaal twee dagen en maximaal vier weken en treedt binnen vier weken na de traumatische gebeurtenis op. H. De stoornis is niet het gevolg van de directe fysiologische effecten van een middel (bijvoorbeeld drug, geneesmiddel) of een somatische aandoening, en is niet eerder toe te schrijven aan een kortdurende psychotische stoornis en is niet slecht een verergering van een reeds aanwezige As I of As II stoornis. D. De stoornis veroorzaakt klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren of het functioneren op andere belangrijke terreinen. E. De stoornis kan niet worden toegeschreven worden aan de fysiologische effecten van een middel (zoals medicatie of alcohol) of een somatische aandoening (zoals licht psychotraumatisch hersenletsel) en kan niet beter worden verklaard door een kortdurende psychotische stoornis. 17
18 Aanpassingsstoornissen DSM V A. De ontwikkeling van emotionele of gedragsmatige symptomen als reactive op (een) aanwijsbare stressor(en) die optreden binnen drie maanden na het begin van de stressor (en). DSM IV vs. DSM V Enkele formulerings verschillen, geen inhoudelijke verschillen B. Deze symptomen of gedragingen zijn klinisch significant, zoals blijkt uit een beide van de volgende kenmerken: 1. Duidelijke lijdensdruk die niet in verhouding staat met de Ernst of intensiteit van de stressor, rekening houdend met de externe context en de culturele factoren die de ernst en presentatie van de symptomen kunnen beïnvloeden. 2. Significante beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren of het functioneren op andere belangrijke terreinen. C. De stressorgerelateerde stoornis voldoet niet aan de criteria voor een andere psychische stoornis en is niet slechts een exacerbatie van een reeds bestaande psychische stoornissen. D. De symptomen zijn geen uiting van normale rouw E. Zodra de stressor of de gevolgen daarvan zijn verdwenen, persisteren de symptomen niet langer dan nog eens zes maanden. Specificeer indien: Acuut - Symptomen duren korter dan 6 maanden Persisterend (chronisch) - Symptomen duren zes maanden of langer Specificeer of: Met somber stemming Met angst Met gemengde angstige en somber stemming Met een stoornis in het gedrag Met een gemende stoornis van emoties en gedrag Ongespecificeerd 18
19 Andere gespecificeerde trauma- of stessorgerelateede stoornis DSM V 1. Aan de aanpassingsstoornis verwante stoornissen met uitgesteld begin van symptomen die meer dan drie maanden na de stressor optreden 2. Aan de aanpassingsstoornis verwante stoornissen met een verlengde duur van meer dan zes maanden zonder verlengde duur van de stressor 3. Persisterende complexe rouwstoornis 19
20 Ongespecificeerde trauma- of stessorgerelateede stoornis Voor klinische beelden waarbij de symptomen die kenmerkend zijn voor een trauma of stressorgerelateerde stoornis die lijdensdruk veroorzaakt en beperkingen in het functioneren maar niet volledig kan voldoen aan de criteria voor een eerder genoemde stoornis. 20
21 Vragen?
DSM-5: Nieuw, maar ook beter? Arq Herfstsymposium vrijdag 25 november 2016
DSM-5: Nieuw, maar ook beter? Arq Herfstsymposium vrijdag 25 november 2016 Psychotrauma en stressorgerelateerde stoornissen Marloes de Kok, GZ-psycholoog Marthe Schneijderberg, orthopedagoog Psychotrauma
Nadere informatiePost-traumatische stress na bevalling. Máasja Verbraak GZ-psycholoog Cognitief Gedragstherapeut VGCt
Post-traumatische stress na bevalling Máasja Verbraak GZ-psycholoog Cognitief Gedragstherapeut VGCt Literatuur Stramrood (2011): - Westerse landen PTSS na bevalling 1-2% - In Nederland is dat 1.2% - PTSS
Nadere informatieCorrecties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria
Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria Vierde oplage, juni 2016 In deze lijst zijn de belangrijkste wijzigingen opgenomen t.o.v. de derde oplage (juni 2015). Pagina Stoornis Derde oplage,
Nadere informatieCorrecties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria
Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria Vierde oplage, juni 2016 In deze lijst zijn de belangrijkste wijzigingen opgenomen t.o.v. de derde oplage (juni 2015). Pagina Stoornis Derde oplage,
Nadere informatieDe Posttraumatische Stressstoornis in de DSM-5
De Posttraumatische Stressstoornis in de DSM-5 Ruud Jongedijk Er zijn enkele belangrijke verschillen tussen de Posttraumatische Stressstoornis (PTSS) in de DSM-5 ten opzichte van DSM-IV. In dit artikel
Nadere informatiePosttraumatische stressstoornis na uitzending
Posttraumatische stressstoornis na uitzending Factsheet Inleiding Een ruime meerderheid van de Nederlandse bevolking (ongeveer 80%) krijgt ooit te maken met één of meer potentieel traumatische gebeurtenissen.
Nadere informatieOnbezorgdvliegen SVL- vragenlijst
Onbezorgdvliegen SVL- vragenlijst Om uw deelname zo goed mogelijk voor te bereiden en uw kans op een succesvolle deelname te vergroten vinden wij het belangrijk om te weten of u iets heeft meegemaakt dat
Nadere informatieDiagnostiek volgens het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders
Diagnostiek volgens het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders Inleiding Bij de diagnostiek van psychische klachten in de huisartsenpraktijk worden niet altijd dezelfde diagnostische criteria
Nadere informatieHECHTINGSPROBLEMATIEK IN BEELD EN BEWEGING. Maartje Jaspers en Kim Rollé
HECHTINGSPROBLEMATIEK IN BEELD EN BEWEGING Maartje Jaspers en Kim Rollé Inleiding Dit zijn wij Wie zijn jullie? Boekje Dit is de ruimte Veiligheid: Kaders zijn gesteld. Wat heb je nodig? Het tempo: Zo
Nadere informatieTrauma en kindermishandeling: DSM-classificaties
Trauma en kindermishandeling: DSM-classificaties Nathalie Schlattmann Ramón Lindauer Referaat DSM-5 17 november 2015 Inhoud prevalentie, gevolgen diagnostiek ü DSM-IV versus DSM-5 ü instrumenten behandeling
Nadere informatieIn dienst van kinderen, jongeren en hun ouders
Gastdocent: Drs. Fernando Cunha (Child Support Europe) Ontwikkelingspsycholoog Gezondheidspsycholoog (BIG) Kinder- en Jeugdpsycholoog (NIP) Onderwijsspecialist http://www.child-support-europe.com In dienst
Nadere informatieTSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie
TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst
Nadere informatieTeam van psychiaters:
Team van psychiaters: Emma van der Meulen Jaap van der Veer Dick Lam Hans van Eck Sjef Prick Esther Peters Frits van der Wurff, psychiater Februari 2018 Psychiatrie Cardiologie Interne geneeskunde Neurologie
Nadere informatiePTSS - diagnostiek en behandeling. drs. Mirjam J. Nijdam psycholoog / onderzoeker Topzorgprogramma Psychotrauma AMC De Meren
PTSS - diagnostiek en behandeling drs. Mirjam J. Nijdam psycholoog / onderzoeker Topzorgprogramma Psychotrauma AMC De Meren Opbouw Diagnose PTSS Prevalentiecijfers PTSS en arbeid Preventie van PTSS Behandeling
Nadere informatieCorrecties DSM 5 : Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen
Correcties DSM 5 : Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen Derde oplage, mei 2015 In deze lijst zijn de belangrijkste wijzigingen opgenomen t.o.v. de tweede oplage (november 2014). Pagina
Nadere informatieNederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en
Nederlandse samenvatting 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen? Van de trauma- en stressorgerelateerde (kortweg trauma-gerelateerde) stoornissen
Nadere informatiePTSS bij LVB. diagnostiek & behandeling met EMDR. KAJAK Congres Werken aan samenspel Utrecht,
PTSS bij LVB diagnostiek & behandeling met EMDR KAJAK Congres Werken aan samenspel Utrecht, 17-05-2018 Dr. Liesbeth Mevissen Klinisch psycholoog, traumatherapeut NtVP, EMDR supervisor l.mevissen@accare.nl
Nadere informatieDSM-5: Nieuw, maar ook beter?
DSM-5: Nieuw, maar ook beter? Arq Herfstsymposium vrijdag 25 november 2016 1 Diagnostiek van traumatische rouw Dr. Geert Smid Prof.dr. Paul Boelen 1 Overledenen door uitwendige oorzaak in 2015 ( 200) 1871
Nadere informatieGezondheid. Brandwonden: Een bewogen verhaal. Multidisciplinaire aanpak. Meer dan alleen maar een patiënt. Actiedomeinen van de psycholoog
Gezondheid Brandwonden: Een bewogen verhaal. Dora Van Haver Door de wereldgezondheidsorganisatie (WHO, 1946) gedefinieerd als een toestand van compleet fysiek, mentaal en sociaal welbevinden en niet enkel
Nadere informatieKorte Eclectische Psychotherapie KEP voor PTSS
Korte Eclectische Psychotherapie KEP voor PTSS Berthold Gersons, Ineke Vrijlandt, Miranda Olff, Ramon Lindauer, AMC de Meren KEP accepted as effective treatment for PTSD NICE Guidelines PTSD 2005 BEP effect
Nadere informatieActs of war: behavior of men in battle. R.Holmes
Een lijntje zorg Acts of war: behavior of men in battle. R.Holmes Drugs en alcohol om: te kunnen slapen en voor gewonden om in zwijm te vallen te ontsnappen aan ondraaglijke levensomstandigheden initiatierituelen
Nadere informatieDe gevolgen van trauma en stress in de volwassenheid en uitgestelde klachten
De gevolgen van trauma en stress in de volwassenheid en uitgestelde klachten Cogis Symposium Trauma: late gevolgen voor kinderen en volwassenen 12 oktober 2011 Geert Smid Paul Celan: late gevolgen van
Nadere informatieKindermishandeling; Wel of geen diagnose? Drs. A van Dijke Drs. M. Reijns
Kindermishandeling; Wel of geen diagnose? Drs. A van Dijke Drs. M. Reijns Impact afhankelijk van aantal factoren: Eigenschappen van trauma zelf Eigenschappen van het kind Eigenschappen van omgeving Eigenschappen
Nadere informatieTraumasensitief lesgeven. Praten over trauma kan stress veroorzaken. Irena, 8 jaar. LOWAN-PO Studiedag 11 april 2017
Traumasensitief lesgeven LOWAN-PO Studiedag 11 april 2017 Praten over trauma kan stress veroorzaken Irena, 8 jaar Irena was 2 jaar toen de oorlog in het Syrische dorp waar ze woonde doordrong. Bij harde
Nadere informatiePaniekaanval als specificatie
DSM-IV-TR 1. Paniekstoornis met agorafobie 2. Paniekstoornis zonder agorafobie 3. Agorafobie zonder paniekstoornis in de voorgeschiedenis 4. Specifieke fobie 5. Sociale fobie 6. Obsessieve-compulsieve
Nadere informatieVeranderingen in de DSM-V stemmingsstoornissen. R.A. van Elmpt AIOS psychiatrie
Veranderingen in de DSM-V stemmingsstoornissen R.A. van Elmpt AIOS psychiatrie 2 DSM-5-classificatie Bipolaire stoornissen Depressieve stoornissen Bipolaire-I-stoornis Bipolaire-II-stoornis Cyclothyme
Nadere informatieSCHEMA S STOORNISSEN KINDERPSYCHIATRIE
SCHEMA S STOORNISSEN KINDERPSYCHIATRIE Dyslexie Moeite met de techniek van het lezen en spellen, door problemen om het woordniveau en met als belangrijk kenmerk dat geen echte automatisering van het lezen
Nadere informatieAngststoornissen. (Anxiety Disorders)
Angststoornissen (Anxiety Disorders) 300.1 Paniekstoornis zonder agorafobie 300.21 Paniekstoornis met agorafobie 300.22 Agorafobie zonder paniekstoornis in de voorgeschiedenis 300.29 Specifieke fobie Specificeer
Nadere informatieDSM-5 De belangrijkste veranderingen t.o.v DSM-IV
DSM-5 De belangrijkste veranderingen t.o.v DSM-IV Dr. P. Remijnse, psychiater UWV Den Bosch, 25 september 2017 Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor deze bijeenkomst mogelijk
Nadere informatieOBSESSIEVE-COMPULSIEVE STOORNIS
OBSESSIEVE-COMPULSIEVE STOORNIS Obsessies: Constant herhalende gedachten, beelden of impulsen die moeilijk onder controle te krijgen zijn. De persoon weet dat zijn obsessieve gedachte overdreven en onnodig
Nadere informatieTSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant:
TSCYC Ouderversie Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen ID 256-18 Datum 24.12.2014 Informant: Mieke de Groot-Aerts moeder TSCYC Inleiding 2 / 10 INLEIDING De TSCYC is een vragenlijst die
Nadere informatieE M D R een inleiding
E M D R een inleiding Lucinda Meihuizen GZ-psycholoog Zorgpartners Midden-Holland lucinda.meihuizen@zorgpartners.nl Wietske Soeteman GZ-psycholoog Pro Persona w.soeteman@propersona.nl Wat haal je uit deze
Nadere informatieLet s talk about trauma. Berber van der Vleugel SPV regiobijeenkomst 4 oktober 2018
Let s talk about trauma Berber van der Vleugel SPV regiobijeenkomst 4 oktober 2018 programma wat is wat? het belang van uitvragen van trauma 10 geboden !!! Trauma! Nare ervaring! PTSS! Psychose! Mens!
Nadere informatiePersoonlijkheidsstoornissen
Persoonlijkheidsstoornissen PAUL VAN DER HEIJDEN MIRIAM VAN VESSEM Inhoud 1. Wat is een persoonlijkheidsstoornis? 2. Hoe vaak komt het voor? 3. Hoe stellen we een persoonlijkheidsstoornis vast? 4. Wat
Nadere informatieCultuur, psychiatrie en migratie. Forugh Karimi, psychiater
Cultuur, psychiatrie en migratie Forugh Karimi, psychiater Dee I: bewustwording; cultuur, migratie en acculturatie Deel II: psychiatrie; trauma en PTSS Waarom cultuur? De behoefte van de mens voor de verifieerbare
Nadere informatiePTSS. Indeling lezing. Programma. Introductie spreker. 15 e PIV Jaarconferentie 27 maart 2015. Fedia Jacobs Psychiater Sinai Centrum
15 e PIV Jaarconferentie 27 maart 2015 toont deskundigheid en lef bij psychotrauma 15 e PIV Jaarconferentie, 27 maart 2015 PTSS: ziekte of ingebeeld probleem? Fedia Jacobs, Psychiater, Sinai Centrum PTSS
Nadere informatieVERANDERING VAN GEDRAG: EEN PROBLEEM OF NIET? Marieke Schuurmans Verpleegkundige & onderzoeker UMC Utrecht/Hogeschool Utrecht
VERANDERING VAN GEDRAG: EEN PROBLEEM OF NIET? Marieke Schuurmans Verpleegkundige & onderzoeker UMC Utrecht/Hogeschool Utrecht GEDRAG: De wijze waarop iemand zich gedraagt, zijn wijze van doen, optreden
Nadere informatieZorgen voor jonge getraumatiseerde kinderen
Zorgen voor jonge getraumatiseerde kinderen 26 januari 2017 IN HOLLAND STAAT EEN HUIS Congres ter gelegenheid van het 70-jarig jubileum van t Kabouterhuis Programma Wat is trauma? Essentiële elementen
Nadere informatieInformatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud
Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module
Nadere informatieInFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding
Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module
Nadere informatieHou dat vast! EMDR bij mensen met ( C ) PTSS en een laag IQ
Hou dat vast! EMDR bij mensen met ( C ) PTSS en een laag IQ 16-06-2017 info@poli-plus.nl Kan ik wel..? De PTSS wel goed diagnosticeren? De EMDR behandeling bij deze patiënt wel doen? (anders?) Juist inschatten
Nadere informatie4.3.1 Diagnostische Checklist voor cliënten zonder dementie: DSM-5 criteria
4.3.1 Diagnostische Checklist voor cliënten zonder dementie: DSM-5 criteria Stappen 1 t/m 4 betreffen Depressie, stappen 5 en 6 betreffen Apathiesyndroom STAP 1. Bepaal of de volgende hoofdsymptomen voorkomen.
Nadere informatie24 mei 2018 CONGRES PASSENDE KINDEROPVANG. Congres Passende kinderopvang - 24 mei Programma
Die is gelukkig nog te klein om er last van te hebben omgaan met traumatische ervaringen 24 mei 2018 CONGRES PASSENDE KINDEROPVANG Programma Wat is trauma? Posttraumatische stressreacties De impact van
Nadere informatieSociale steun na schokkende gebeurtenissen
Sociale steun na schokkende gebeurtenissen Sjef Berendsen Directeur Zorg Stellingen Mensen beschikken over een groot zelfherstellend vermogen, opvang c.q. debriefing kan zelfs een negatief effect hebben.
Nadere informatieDSM 5 - psychose Dr. S. Geerts Dr. O. Cools 28-11-2014
DSM 5 - psychose Dr. S. Geerts Dr. O. Cools 28-11-2014 Inhoud DSM IV -> DSM 5 DSM IV: Schizofrenie als kernsyndroom Even stilstaan bij SCHIZOFRENIE Kritiek op DSM IV Overzicht DSM 5 Schizofrenie (1) Epidemiologie:
Nadere informatieSamenvatting Richtlijn
Samenvatting Richtlijn Aanpassingsstoornis bij patiënten met kanker Multidisciplinaire richtlijn ter ondersteuning van de dagelijkse praktijkvoering van zorgverleners, gericht op patiënten met kanker en/of
Nadere informatiePOST TRAUMATISCH STRESS SYNDROOM PTSS
POST TRAUMATISCH STRESS SYNDROOM PTSS Inleiding Schokkende gebeurtenissen zoals ongelukken, lichamelijk of seksueel geweld, huiselijk geweld, incest, natuurrampen en oorlogsgeweld kunnen wonden en kwetsingen
Nadere informatieOp naar de DSM 5! Autismespectrumstoornis. J. Wolthaus, GZ-psycholoog en C. Schoenmakers, GZ-psycholoog
Op naar de DSM 5! Autismespectrumstoornis J. Wolthaus, GZ-psycholoog en C. Schoenmakers, GZ-psycholoog Autisme DSM IV: Stoornissen die meestal voor het eerst op zuigelingenleeftijd, kinderleeftijd of in
Nadere informatieRegistratierichtlijn. E003 Beroepsgebonden depressie
Nederlands Centrum voor Beroepsziekten Coronel Instituut AMC/UvA Postbus 22660 1100 DD Amsterdam tel. 020 566 5387 e mail: ncvb@amc.nl 2 CAScode: P652 Van deze richtlijn is een achtergronddocument Omschrijving
Nadere informatieVERWERKING NA EEN INGRIJPENDE GEBEURTENIS 1
SOCIAAL WERK VERWERKING NA EEN INGRIJPENDE GEBEURTENIS 1 U bent recent betrokken geweest bij een gebeurtenis waarbij u geconfronteerd werd met een aantal ingrijpende ervaringen. Met deze korte informatie
Nadere informatieV&VN VS oncologie 24 maart 2016 DEPRESSIE? OF? Klinisch redeneren met een oncologische casus Marieke van Piere VS GGZ Alrijne Leiden
V&VN VS oncologie 24 maart 2016 DEPRESSIE? OF? Klinisch redeneren met een oncologische casus Marieke van Piere VS GGZ Alrijne Leiden LEERDOELEN De deelnemer is in staat: onderscheid te maken tussen somberheid
Nadere informatieCLINICIAN-ADMINISTERED PTSD SCALE FOR DSM-5
Aanvullende instructies CAPS-5 Pagina 1 CLINICIAN-ADMINISTERED PTSD SCALE FOR DSM-5 AANVULLENDE INSTRUCTIES AFNAME EN SCORING Disclaimer en Copyright: zie psychotraumadiagnostics.centrum45.nl Uitgave:
Nadere informatietoont deskundigheid en lef bij psychotrauma PTSS IN DE SPREEKKAMER KNMG districtsbijeenkomst 15 juni 2016 Fedia Jacobs, psychiater Sinai Centrum
toont deskundigheid en lef bij psychotrauma PTSS IN DE SPREEKKAMER KNMG districtsbijeenkomst 15 juni 2016 Fedia Jacobs, psychiater Sinai Centrum PTSS IN DE SPREEKKAMER Fedia Jacobs Psychiater Sinai Centrum
Nadere informatieDSM-5 Inleiding in de belangrijkste veranderingen
DSM-5 Inleiding in de belangrijkste veranderingen Dr. P. Remijnse, psychiater VIA, 23 januari 2017 Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor deze bijeenkomst mogelijk relevante
Nadere informatieAardbevingen en psychische klachten
Aardbevingen en psychische klachten (Karin Folkers, Klinisch Psycholoog) Jantien Mast, Verpleegkundig Specialist Peter Pijper en Coosje Klootwijk, verpleegkundigen Bouke Koopmans, psychiater Loppersum,
Nadere informatieWat te doen aan dromen (met paniek) gerelateerd aan gebeurtenissen uit het verleden (jeugd, oorlog) bij bejaarden? Door:
Wat te doen aan dromen (met paniek) gerelateerd aan gebeurtenissen uit het verleden (jeugd, oorlog) bij bejaarden? Door: R.A. Jongedijk, psychiater / manager bij Stichting Centrum 45. Stichting Centrum
Nadere informatieLezing voor de NVA. Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog. Ontwikkelingsstoornissen Dimence
Lezing voor de NVA Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog Ontwikkelingsstoornissen Dimence Waarom diagnostiek? Hoe doen we eigenlijk diagnostiek? De DSM 5 Wijzigingen in de DSM 5 voor de autisme
Nadere informatieDepressie, dysthymie en de bipolaire stoornis
Depressie, dysthymie en de bipolaire stoornis Inleiding Iedereen kan zich wel eens somber en lusteloos voelen maar doorgaans is dat van korte duur. Bij sommige mensen houden deze klachten langere tijd
Nadere informatieRichtlijn JGZ-richtlijn Kindermishandeling
Richtlijn JGZ-richtlijn Kindermishandeling 2. Gevolgen van kindermishandeling voor kind en omgeving De emotionele, lichamelijke en intellectuele ontwikkeling van een kind berust op genetische mogelijkheden
Nadere informatieWat weet u nog over HECHTING
Wat weet u nog over HECHTING John Bowlby 1907-1990 Hechtingstheorie HECHTING BOWLBY : Attachment theory : Hechting : is een duurzame emotionele binding tussen het kind en zijn verzorgers intern schema
Nadere informatieStemmingsstoornissen. Van DSM-IV-TR naar DSM-5. Johan van Dijk, klinisch psycholoog-psychotherapeut Max Güldner, klinisch psycholoog-psychotherapeut
Stemmingsstoornissen Van DSM-IV-TR naar DSM-5 Johan van Dijk, klinisch psycholoog-psychotherapeut Max Güldner, klinisch psycholoog-psychotherapeut Inhoud Veranderingen in de DSM-5 Nieuwe classificaties
Nadere informatieAIT studiedag Multidisciplinair kijken!
AIT studiedag Multidisciplinair kijken! Lezing Multidisciplinair werken en kijken bij jonge kinderen in gezinnen, verwezen vanwege ontwikkelings- en gedragsproblemen Frederike Scheper, Kinderpsychiater
Nadere informatieFiST-debriefing Treinramp Buizingen Gemeentehuis Halle
FiST-debriefing Treinramp Buizingen Gemeentehuis Halle Welke psychische reacties kunnen we nu verwachten bij getroffenen, families en hulpverleners? FiST Vlaams-Brabant 1 Meeting Rules van de psychologische
Nadere informatieEr wel/niet zijn voor je pleegkind. Symposium Pleegzorg Waar blijft het kind 19 juni 2014 Ede
Er wel/niet zijn voor je pleegkind Symposium Pleegzorg Waar blijft het kind 19 juni 2014 Ede 22-6-2014 de Zeeuw & Brok Inhoud 1. Lawaaiboek 2. Zorg voor het kind: houdt rekening met gevolgen van Verlating
Nadere informatieVan somatoforme stoornissen naar somatisch symptoom stoornis
Van somatoforme stoornissen naar somatisch symptoom stoornis Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Het verdwijnen van hypochondrie En andere begrepen en onbegrepen verschillen
Nadere informatieAGRESSIE. Basis emoties. Basis emoties. Basis emoties 28-3-2012. Angst Verdriet Boosheid Verbazing Plezier Walging Paul Ekman
Basis emoties AGRESSIE en psychiatrische sen Angst Verdriet Boosheid Verbazing Plezier Walging Paul Ekman Basis emoties Basis emoties Psychofysiologische reactie op een prikkel Stereotype patroon van motoriek,
Nadere informatieTerrorisme en dan verder
Terrorisme en dan verder Hoe kunt u omgaan met de gevolgen van een aanslag? - Ga zo veel mogelijk door met uw normale dagelijkse activiteiten. Dat geeft u het gevoel dat u de baas bent over de situatie.
Nadere informatieSamen op weg: communicatie met kinderen en jongeren met SOLK. Voorbij de scheiding tussen lichaam en geest. Yvette Krol, klinisch psycholoog,
Samen op weg: communicatie met kinderen en jongeren met SOLK. Voorbij de scheiding tussen lichaam en geest. Yvette Krol, klinisch psycholoog, Deventer Ziekenhuis Ingeborg Visser, GZ-psycholoog i.o. tot
Nadere informatieDIPJE OF DEPRESSIE ONZEKER OF ANGSTSTOORNIS. Maaike Nauta Leonieke Vet. Klinische Psychologie RuG. Accare UC Groningen
DIPJE OF DEPRESSIE ONZEKER OF ANGSTSTOORNIS Maaike Nauta Leonieke Vet Klinische Psychologie RuG Accare UC Groningen Dit lukt me nooit Anderen vinden het niks Ik zie er niet uit Ze vinden me saai Maar wanneer
Nadere informatieAngst en Kanker, wanneer klopt er iets niet? Dr Christine Brouwer- Dudok de Wit, klin psycholoog
Angst en Kanker, wanneer klopt er iets niet? Dr Christine Brouwer- Dudok de Wit, klin psycholoog Opzet van deze presentatie Korte introductie van mijzelf. Theorie: Wat is angst? Wanneer klopt er iets niet?
Nadere informatieOp naar DSM 5. Mariken van Onna Klinisch psycholoog-psychotherapeut Supervisor VGCt Karakter Nijmegen Universitair Centrum Kinder- en jeugdpsychiatrie
Op naar DSM 5 Mariken van Onna Klinisch psycholoog-psychotherapeut Supervisor VGCt Karakter Nijmegen Universitair Centrum Kinder- en jeugdpsychiatrie Nieuwe (wetenschappelijke) ontwikkelingen Meer kennis
Nadere informatieOmgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten. Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest
Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest Van DSM IV naar DSM 5 DSM IV - somatisatie stoornis, - somatoforme
Nadere informatieOmgaan met de PP ramp Welke reacties kunnen we nu verwachten bij de hulpverleners? FiST Limburg
www.fist.be Omgaan met de PP ramp Welke reacties kunnen we nu verwachten bij de hulpverleners? FiST Limburg getroffenen - reactieverloop 18 augustus 2011 26 augustus 2011 18 september 2011 acuut doorwerking
Nadere informatiePosttraumatische-stressstoornis en NET therapie. Sabina Brinkman, verpleegkundig specialist i.o Khady Sagna, sociaal psychiatrisch verpleegkundige
Posttraumatische-stressstoornis en NET therapie Sabina Brinkman, verpleegkundig specialist i.o Khady Sagna, sociaal psychiatrisch verpleegkundige Even voorstellen Arq Psychotrauma Expert Groep is een groep
Nadere informatieBorderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant
Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant Inleiding - Stellingen. - Ontstaan psychiatrische aandoeningen. - Wat zien naastbetrokkenen. - Invloed van borderline op
Nadere informatieMinisterie van Veiligheid en justitie
Georganiseerd overleg sector Politie (GOP) Ingekomen 28-02-2012 Briefnummer GOP/12.00210 Zaaknummer DS. 168.12 Ministerie van Veiligheid en justitie > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag de Korpsbeheerders
Nadere informatieEEN NETWERKBENADERING
EEN NETWERKBENADERING VOOR PSYCHOSE DE ROL VAN SYMPTOMEN EN TRAUMA dr. Hanneke Wigman Januari 2017 De Amsterdamse School DISCLOSURES (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante
Nadere informatiePsychotische stoornissen in DSM V. Mirjam Klein (supervisor Erik Giltay) Afdeling Psychiatrie LUMC, Leiden
Psychotische stoornissen in DSM V Mirjam Klein (supervisor Erik Giltay) Afdeling Psychiatrie LUMC, Leiden Kritiek op DSM IV Nauwelijks goede definitie van Schneideriaanse symptomen Subtyperingen niet betrouwbaar
Nadere informatieOmgaan met littekens. Els Vandermeulen. Psychologe BWC Neder-over-Heembeek Februari 2014
Omgaan met littekens Els Vandermeulen Psychologe BWC Neder-over-Heembeek Februari 2014 1. Huid 2. Brandwonden 3. Littekens 4. Traumatische gebeurtenis 5. Onzichtbare littekens 6. Psychische problemen 1.
Nadere informatieBorderlinepersoonlijkheidsstoornis en behandeling (MBT)
Borderlinepersoonlijkheidsstoornis en behandeling (MBT) Wat is een borderlinepersoonlijkheidsstoornis Kenmerken: krampachtig proberen te voorkomen om feitelijk of vermeend in de steek gelaten te worden.
Nadere informatie31/10/2012 OVERZICHT DEFINTIE 1. TRAUMATISCHE GEBEURTENISSEN TYPE GEBEURTENISSEN TRAUMA
Posttraumatische stressklachten bij kinderen Eva Verlinden, orthopedagoog Karen van Zon, GZ-psycholoog Renee Beer, klinisch psycholoog OVERZICHT 1. Traumatische gebeurtenissen 2. Traumagerelateerde stoornissen
Nadere informatieChapter 8. Nederlandse samenvatting
Chapter 8 Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Angst is een menselijke emotie die iedereen van tijd tot tijd wel eens ervaart. Veel mensen voelen zich angstig of nerveus wanneer ze bijvoorbeeld
Nadere informatieDebriefing. Opvang na een schokkende gebeurtenis. Geert Taghon 2013
Debriefing Opvang na een schokkende gebeurtenis Geert Taghon 2013 Definitie schokkende gebeurtenis Een gebeurtenis die buiten het patroon van gebruikelijke menselijke ervaringen ligt en duidelijk leed
Nadere informatie26 januari januari 2009
FiST-debriefing Dendermonde 26 januari 2009 29 januari 2009 Welke psychische reacties kunnen we nu verwachten bij getroffenen, families en hulpverleners? FiST Team Oost-Vlaanderen getroffenen - reactieverloop
Nadere informatieEMDR. Behandeling bij de gevolgen van een schokkende ervaring
EMDR Behandeling bij de gevolgen van een schokkende ervaring EMDR betekent: Eye Movement Desensitization and Reprocessing. EMDR is een behandeling voor mensen die last blijven houden van de gevolgen van
Nadere informatieBijlage van DSM V naar ICPC 1
Bijlage van DSM V naar ICPC 1 Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen 319 Verstandelijke beperking P85 Mentale retardatie/intellectuele achterstand 307.9 Communicatiestoornissen P29 Andere psychische
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG. Beslissing naar aanleiding van de op 3 oktober 2018 binnengekomen klacht van:
2018/429 ECLI:NL:TGZRAMS:2019:42 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2018/429 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar
Nadere informatieGrensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie
Grensoverschrijdend gedrag Les 2: inleiding in de psychopathologie Programma Psychopathologie; wat is het? Algemene functionele psychopathologie DSM Psychopathologie = Een onderdeel van de psychiatrie
Nadere informatieRichtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)
Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) 2. Introductie slaapproblemen Deze introductie beschrijft de definitie van slaapproblemen en slaapstoornissen, de prevalentie en de gevolgen
Nadere informatiePsychotraumatologie: eenheid en verscheidenheid in een veelstromenland. Prof. dr. Rolf Kleber Ede, 19 april 2012
Psychotraumatologie: eenheid en verscheidenheid in een veelstromenland Prof. dr. Rolf Kleber Ede, 19 april 2012 Waarom werd PTSS destijds geïntroduceerd? Gevolgen van de Vietnam-oorlog Task force in de
Nadere informatieManisch depressief of bipolaire stoornis
0000 2027 - SV - oktober 2012 Manisch depressief of bipolaire stoornis campus Sint-Vincentius Sint-Vincentiusstraat 20 2018 Antwerpen tel. 03 285 20 00 fax 03 239 23 23 www.st-vincentius.be GasthuisZusters
Nadere informatieOmgaan met de gevolgen van een schokkende gebeurtenis
Omgaan met de gevolgen van een schokkende gebeurtenis Informatie voor patiënten F0122-6011 augustus 2012 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus
Nadere informatieBijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1
Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1 Moet voldoen aan de criteria A, B, C en D A. Aanhoudende tekorten in sociale communicatie en sociale interactie in meerdere
Nadere informatieDag van de Inhoud Specialismegroep Trauma en dissociatie
Dag van de Inhoud Specialismegroep Trauma en dissociatie 1 Patiënten met traumagerelateerde klachten: wat kun je als begeleider? Agenda Kort voorstellen leden specialismegroep Trauma en dissociatie Wie
Nadere informatieAGRESSIE. Basis emoties. Basis emoties. Agressie - sociologisch. Agressie - biologisch. Agressie en psychiatrie 16-3-2014
Basis emoties AGRESSIE en psychiatrische stoornissen Angst Verdriet Boosheid Verbazing Plezier Walging Paul Ekman Basis emoties Psychofysiologische reactie op een prikkel Stereotype patroon van motoriek,
Nadere informatieRichtlijn Aanpassingsstoornis bij patiënten met kanker. Tineke Vos, psychiater HMC Den Haag
Richtlijn Aanpassingsstoornis bij patiënten met kanker Tineke Vos, psychiater HMC Den Haag Aanleiding Richtlijn Sinds 2012 wordt behandeling van de aanpassingsstoornis door basis- of specialistische GGZ
Nadere informatieCOMPLEX TRAUMA. Symposium 25 februari 2019 Hand-out Drs. A. Oud
COMPLEX TRAUMA Symposium 25 februari 2019 Hand-out Drs. A. Oud HAND-OUT BIJ PRESENTATIE VAN AD OUD OVER COMPLEX TRAUMA Definitie van CT van Judith Herman (1997): 1. Geschiedenis van onderworpen zijn aan
Nadere informatieStress, depressie en cognitie gedurende de levensloop
SAMENVATTING Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop Inleiding Cognitief functioneren omvat verschillende processen zoals informatieverwerkingssnelheid, geheugen en executief functioneren,
Nadere informatieAdverse Childhood Experiences:
Adverse Childhood Experiences: Mentale en fysieke gevolgen bij jeugdigen met een verstandelijke beperking Jaarcongres Kinder- en jeugdpsychiatrie 30 oktober 2018 Esther Moonen, Verpleegkundig Specialist
Nadere informatie